keRStfeest. KERSTFEEST 1959. Het jaar nul. De wereld was rijp voor het Christendom. WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT „In vrede op aarde" 16e jaargang No. 6 24 december 1959 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47 Adm. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 57 b.g.g. 246 - Giro 124407 Abonnementen 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.65 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen (Luc. 2:14). Over enkele dagen is het alweer kerst feest d.w.z. het feest, waarin de Kerk ge denkt aan de komst van de Zoon van God in het vlees. „Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond". Dit feest is niet nieuw. Dikwijls hebt ge al over de betekenis van dit feest horen prediken en toch, indien ge de geboren Koning niet hebt leren kennen door het geloof als Uw Borg en Zaligmaker, hebt ge haar nog nooit ge hoord dan tot oordeel. Dan gaat het totaal aan u voorbij en leeft ge voort op eigen in geslagen wegen, die leiden naar de eeuwige ondergang. Te midden nu van een wereld, die steeds meer God verlaat, die het verwacht van de vernuftige mens, van de mens die vlees tot zijn arm stelt, waar de vrede ver te zoeken is en men niets anders verneemt dan allerlei spanningen in het wereldgebeuren, die i.p.v. vrede angst brengen, mag dan nog worden gepredikt het Evangelie van de Zoon van God, die op aarde kwam om te zoeken en zalig te maken, wat verloren was en de vrede te herstellen. De geboorte van de Here Jezus is een bron van vreugde en zaligheid voor allen, die in Hem hun hoogst geluk zoeken en vinden. De engelenzang is voor hen een schone begeleiding bij het blijde gebeuren van Bethlehem en het vervuld worden der aarde met de heerlijkheid dat „vrede op aarde brengen zal". Dan zal gerechtigheid, waarheid en vrede de aarde bedekken, ge lijk de wateren de bodem van de zee. Toen Christus neerdaalde om Je menselijke na tuur aan te nemen, die zich tegen God had durven verzetten, was er redding voor vij anden van Hem. Kunt ge in al uw doen en laten zonder en buiten Hem leven, mijn lezers Zonder Hem kunt gij niet leven. Doch één blik van Hem is meer dan alle schatten. Kerstfeest, het feest van de vervulde be lofte van God. Dan alleen mogen we aan schouwen in de kribbe van Bethlehem de schittering van zijn deugden. De wereld leeft of sterft bij aardse geschenken. Zij snijdt de plant des vredes af van het kruis, aan de voet waar Hij alleen bloeien kan, ge drenkt door het bloed van het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegdroeg. Maar de kribbe straalt nu in het licht van de kroon, die Hij draagt. Wij moeten dan ook zien naar de toekomst, opzien naar Zijn koninkrijk, waarvan het in volkomenheid zal gelden „en vrede op aarde". De me nigte van de hemelse heirlegers moeten toch iets van de zaligheid van verloren zondaren hebben gezien, toen zij dit zongen, wat de gelovigen niet hebben gezien. Maar toch zullen allen, die Hem zoeken of kennen door het geloof, er iets van proeven, wanneer hun de last van de zonde wordt afgenomen, wanneer het juk hen van de schouders wordt verbroken. Iets, dat zij nooit meer kunnen vergeten en breekt men met de en gelen uit in een gejuich tot eer van God. Dit „vrede op aarde" heeft iets wat het hart gelukkig en zalig stemt. Wat de enge len hier zingen is geen staatkundige vrede, zoals velen menen, die dromen van een pa radijs op deze zondige aarde, dan zou het trouwens ook geen enkele kracht hebben. Neen, maar het is een vrede, die uitgaat van het Kind in de kribbe, een vrede tussen God en het geweten, gepaard met een vrede onder elkander, van allen, die vrede gevonden hebben bij God. Want het Woord van het geloof heeft toch deze uitwerking, dat het een mens leert, hoe hij zijn hart kan stellen, of hoe God Zelf het stelt voor Zijn rechterstoel en dat Hij het is, Die de meest verschillende naturen tot die enen te rugbrengt, welke is in Christus Jezus. Hoe wel God Schepper en Onderhouder van deze vrede is in de hemel, is zij toch niet alleen daar, maar ook op aarde, nl. in de harten van de gelovigen, zich openbarend in de gemeenschap van de heiligen. De engelen hebben het aanschouwd, dat het kind in de kribbe de gerechtigheid is van schuldige verloren zondaren; dat juist dit kind voor hen een eeuwig geldende gerechtigheid zal aanbrengen: dat dit Kind in Zijn bloed de vergeving van zonden en het recht op het eeuwige leven zal verwer ven voor allen, die midden in de dood lig gen, die geen vrede in hun hart kenden, maar onvrede en onrust. Terwille van dit Kind zal God Zijn vriendelijk aangezicht weer over hen verheffen en zal vanwege hun zonden volstrekt niet meer op hen toornen. Door Hem zullen zij vrede bij God hebben. En deze vrede boodschappen zij, terwijl zij van blijdschap jubelen: „Vrede op aarde." Zonder Hem geen vrede, want de mens heeft buiten Hem de zonde lief, maar leeft in vijandschap met God. Hij haat God. En Gods aangezicht moet tegen de zondaar zijn, dat eist Zijn heiligheid. Hoe worden deze twee het eens Ziet, de engelen bezingen het hier, dat zij het eens geworden zijn, zij zien in de kribbe het kind als de oorzaak van dit eensgeworden-zijn. In Hem zien zij de Vredevorst, de waarachtige Koning van Gerechtigheid en Vrede; van Hem getui gen de gelovigen: „Hij is onze Vrede". Door dit Kind in de kribbe, zal weer worden ge schapen een eensgezinde, gemeenzame en liefelijke omgang van de in zichzelf verloren mens met God, van de in Christus' bloed ge rechtvaardigde zondaar met de Vader. Is dit geen lofzang waard Het levende Woord in de wereld gekomen, daar lag de grote God als een eerstgeborene, zwak en hulpeloos, in een stal, in een kribbe. En de engelen wisten het: Door dit kind komt de vrede op aarde. Zij wisten het: Dit Kind, ontvangen van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria, zal door lijden en sterven alle vijandschap wegnemen en zal dan, door Zijn geest, Zijn vrede in de har ten brengen van allen, die zich met al hun nood tot Hem wenden. Zij zagen reeds de vele boodschappers van deze vrede, die dit Kind zouden veror denen en door wier prediking de Here het hart zou openen van velen, die tot dusver vijanden van God waren zodat zij geloofden, dat zij buiten Hem verloren waren en dat alleen dit Kind hen kon redden. Is uw hart niet brandende nl u, gij, die getuigen moogt van deze vrede met God Is dit voor u geen heerlijk evangelie, wat de engelen zon gen in de velden van Bethlehem Stemt ge niet dankbaar in met hun loflied „En vrede op aarde"? Toch wordt deze vrede niet altijd waar genomen. Vaak openbaart deze vrede zich in de gedaante van de hoop. Weer bij an deren door een stil zijn van de ziel tot God. Deze vrede doet zich menigmaal kennen in een tevredenheid met al de wegen van God. Ook toont deze vrede zich in een vrijmoedig toegaan tot de troon der genade. Voor het hart wordt ruimte gemaakt, het vindt de troon geopend en gaat rechtuit tot het hart van God door Christus. Hoe lieflijk, hoe volkomen is haar dan de gehele weg van de zaligheid. Deze vrede wordt echter ook gestoord door zonde, duivel en wereld. Wie echter eenmaal deze vrede heeft gesmaakt, diens geweten is teer, die kan niet lang met God in onvrede blijven; hij komt tot God met zijn schuld en vraagt om vergeving. Maar de grond van deze vrede blijft liggen, waar dit ligt op de bodem van het hart, daar blijven God de Vader en Jezus Christus het houvast, dat zij niet zullen omkomen in alle twijfel en vrees in de duisternis en in de nood, onder allerlei kruis, verdrukking en lijden. Maar gij, die deze vrede kent, die vrede hebt, zonder dat uw ogen op de Here Jezus zijn, die vrede hebt buiten het Woord van God of uw vrede alleen zoekt in aardse sociale gerechtigheid en Hem verwerpt: gij, die uw vrede niet daarin zoekt, dat gij de Here Jezus hebt aangedaan met Zijn ge rechtigheid en heiligheid, om door Hem tot God te gaan; gij, die de worstelingen van het geloof niet kent, ontwaakt en bidt of het kerstevangelie, dat „vrede op aarde" brengt, ook door het geloof vrede zal brengen in uw hart door de Heilige Geest. Hier in de kribbe ligt uw vredevorst. Houdt u aan Hem vast. Al brak er opnieuw een wereldrevolutie uit, in de kribbe te Beth lehem ligt voor de kinderen van God zulk een vrede, ja een vrede, die hen verblijd in God doet zingen de verheugende kerstzang Voor elk, die in het duister dwaalt. Verstrekt dez' zon een helder licht, Dat hem in schaüw des doods bestraalt. Op 't vrede pad zijn voeten richt. Sint-Annaland Ds. P. Westland. „Vrede op aarde", we kunnen hierover lezen in de kerstoverden king op dezelfde pagina. En het „vrede op aarde" zal dezer dagen van zuid tot oost en van noord tot west klinken. Nadat wij het „Ere zij God" hebben laten schallen langs de wanden, komt het meervoudig her haalde „Vrede op aarde" zachtjes en als met ingehouden adem daar achter aan. „Ere zij God"! Dat klinkt luid j en blij. „Vrede op aarde", klinkt heel zachtjes en heel zoetjes. Zo is de melodie gezet, al hebben de engelen in Efrata's velden die vrede wellicht ook uitgebazuind. „Vrede op aardel" Maar overal is er strijd, zo niet openlijk, dan toch in het verborgene. Wij bespeuren een schrijnende tegenstelling tussen de lieflijke kerstvrede en het wrede in de wereld. De geschiedenis van onze dagen is de geschiedenis van de overmoed. Steeds meer verliest de huidige mensheid de eerbied voor de Onzienlijke, gaat zij de bestemming te buiten, welke haar is gesteld. „Wij zullen bezwijken aan onze razernij", hoorden we laatst nog citeren. Onze hoogmoed zal met bloed en tranen worden betaald. En met bepeinzing van de schrikkelijke dingen, die wij tegemoet gaan, verontrust onze ziel. Gedompeld in die somberheid wor den we dan geplaatst voor het feest van het licht. De boodschap van het Kerstfeest komt rechtstreeks in strijd met onze ervaringen. Maar niet uit deze verdwaalde en verdwaasde mensheid is de verlos sing ooit gekomen en zal ook nooit komen. En daarom zal een diepe be leving van de zin van het kerstfeest ons oog op iets heel anders doen richten. Die diepe beleving houdt de zekerheid in, te geloven, dat Chris tus is geboren, maar ook is neerge daald in het graf, maar ook is op gevaren ten hemel en is gezeten aan 's Vaders rechterhand. Daar heerst Hij, ook over een wrede wereld. Wie die erkent en belijdt, heeft de werke lijkheid van het kerstfeest gezien. Hij ook alleen kan waarlijk het kerst feest vieren. En hij zal zich reken schap willen geven van zijn verhou ding tot de medemens. Zijn wij al tijd rechtvaardig geweest, om nog niet eens te spreken van liefdevol. Want het kerst is ook het feest van de goede voornemens, van de nobele gezindheden. Maar de goede gezind heid is waardeloos zonder de goede daad. Met de belevenis van het echte kerstfeest komt ook de echte liefde tot de naaste. 't Wordt even stiller in de wereld, 't Is of het twistgesprek verstomt. Dat over vele conferenties Van alle zijden tot ons komt. 't Is of de stem van 't kerstfeest dringend Aan allen zegt, wat d i t beduidt Een waar geloof, liefde en vrede, O, neemt ze alle met U mede. Hoor, wereld, hoor de Kerstklok luidt DE REDACTIE LEGT U IN DIT KERSTNUMMER VOOR Kerstoverdenking Is er vrede op aarde Wat plaats vond in het jaar nul Dit jaar de kerk van Poortvliet Raad Tholen en „kerkelijk leven" Bedrijfsinrichting op Tholen niet slecht Plaatselijk nieuws dat vorige week moest blijven overstaan Kijk uit bij het oversteken Eerste bedrijf op industrieterrein St. Maartensdijk uit eigen gemeente Jan Overeenkam voorspelt Eerste Kerstfeestvieringen KERSTWENSt Wijk af van het kwade en zoek het goede. Goede Kerstdagen toegewenst door de uitgevers. Wanneer er gesproken wordt over de oude Romeinen, zijn velen geneigd nog al tijd te denken aan een zekere primitiviteit in weerwil van het feit, dat wij weten, dat deze Romeinen toch reeds een belangrijke beschaving bezaten. Deze gedachte is niet zo dwaas als ze misschien op het oog lijkt. Want de be schaving der Romeinen was slechts betrek kelijk en afhankelijk van wat ons als be gripsbeschaving voor ogen staat. Zien we beschaving slechts als materieel, cultureel en wetenschappelijk, ja, dan mocht die Ro meinse beschaving er rond de tijd van Chris tus zeker zijn. Doch wanneer men het begrip beschaving wat meer uitbreidt en trekken wij er ook het menselijke en morele vlak bij, dan was die beschaving maar betrekkelijk. Door studie van Romeinse geschriften en van dat wat wij te weten zijn gekomen uit opgravingen, weten we van deze Romeinen vrij veel af. De historische resten in Rome en andere plaatsen, alsmede de belangrijke opgravingen van Pompei en Herculanum tonen ons, dat de Romeinen zich een we reldje geschapen hadden, dat op materieel gebied niet zo erg veel van het onze ver schilde. TECHNIEK EN KUNST Vooral in de woningen der beter gesitu eerden en in de paleizen zien we hun ver En Wederom zijn de kerstkaarsjes ontstoken ontwikkelde techniek. Zij kenden reeds een voortreffelijk systeem van centrale verwar ming, waarbij de warmte door rooster in de vloeren werd aangevoed. Hun woningen waren pure lusthoven, waarbij zij er steeds voor zorgden de natuur in huis te halen. Men vond binnenshuis schitterende vijvers met vissen en planten, de architectuur der Romeinen was groots en de resten van hun tempels en andere gebouwen geven ons hiervan voldoende indrukken. De beeldende kunst was ook ver ont wikkeld, wij behoeven maar te denken aan de beroemde „Venus van Milo", die een lichtend voorbeeld is van wat de Romeinse beeldhouwers in hun mars hadden. De fan tastisch mooie fresco's, de muurschilderingen en mozaieken, waarin de Romeinse kunste naars eveneens uitblonken, tonen welk een hoogte de kunst had bereikt. Hetzelfde geldt voor de pottebakkerskunst, waarvan ver schillende schitterende amfora's een voor beeld zijn. In veel opzichten doet hun wereld aan de onze denken, zelfs op technisch gebied heeft men zaken gevonden, die ons verwonderen, zoals automaten, waarin men een geldstuk kon gooien en waaruit dan een of ander be trokken kon worden. DE ZWAKKE PLEK De bewerking van stoffen en metalen is trouwens wereldbekend. De enorme verove ringen van de Romeinen hebben hen in de gelegenheid gesteld hun cultuur wijd te ver spreiden en tegenover het vele bloedvergie ten en onderdrukken van volkeren staat dus ook een positieve kant, namelijk het brengen van hun cultuur, die de onderworpen of schatplichtige volkeren op een hoger niveau bracht. In het godsdienstige vlak treffen we bij de Romeinen echter een zwakke plek. Zij kenden het veelgodendom en we mogen rustig zeggen, dat de Romein niet bepaald streng gelovig was. Voor twijfelaars bestond er bij allerlei goden en godinnen voldoende keuze en er waren vele tempels en -huis altaren. Van zo'n godsdienst gaat nu be paald geen kracht uit, vandaar ook dat de Romeinen hun kracht meer zochten in het materiële vlak. Dit verklaart ook hun houding tegenover Jezus. Toen Jezus leefde, hadden zij vrijwel geen enkele belangstelling voor hem. Hoog stens daar waar men over hem sprak als een opruier en waar het dus politieke zaken raakte. Op dat terrein waren de Romeinen geneigd aandacht aan zijn persoon te schen ken, maar waar er sprake was van gods dienstige zaken interesseerde het hen niet. Wat maakte het voor hen uit, dat deze le raar sprak van God. Goed, predikte hij een nieuwe God, die kon er in hun wereldje nog wel bij, zij hadden er toch al 'zoveel. DE BEDREIGDE PRIESTERS Anders lag het ten opzichte van de Jo den. Zij toch kenden het ééngodendom. Er was één God, genaamd Jaweh, met Hem hadden de Joden een verbond. De Joden in die tijd waren sterk religieus en de macht van de priesters moet niet worden onder schat. Voor hen betekende de prediking van Jezus een aanslag op hun macht en een aantasting van hun God. Een geheel andere situatie dus dan waarvoor de Romeinen op dit gebied werden geplaatst. Van het standpunt der Joodse priesters uit bezien is het begrijpelijk, dat zij naar mid delen zochten om Jezus uit te schakelen. Elke Jood, die Jezus volgde, betekende een afvallige van de godsdienst der vaderen en een verlies aan macht voor de priesters in een zo sterk religieuze staat. En de kans was om verschillende redenen groot, dat er ve len zouden zijn die Jezus volgden. Om te beginnen predikte hij het bestaan van één God, iets dat precies paste in het kader van wat de Joden gewend waren, doch ten tweede perdikte hij de goedheid en de liefde, het ingaan in het koninkrijk des Heren van ieder die in Hem geloofde. De leer van Jezus was iets waarop duizenden hadden gewacht, de tijd bleek er rijp voor en dat is ook be grijpelijk. De Joodse koningen regeerden ook in Jezus' dagen nog als vorsten, zij het onder Romeinse supervisie, met een echte Aziatische mentaliteit, dus met grote hard heid en wreedheid en zij werden daarin door de priesters gesteund. Er waren duizenden en duizenden mensen in het land die leden onder dit regiem, dat op een keiharde Ro meinse bezetting steunde. Het waren juist de onderdrukten, die zich tot de liefdeleer van Jezus voelden aangetrokken. Voor hen betekende het een verlossing en een moge lijkheid tot het geduldiger dragen van hun lijden, want het was juist in Jezus dat zij voor het eerst erkenning van hun menszijn vonden. Ook al veranderde hun geloof wei nig aan de realiteit, het gaf hun kracht hun kruis te dragen, iets dat voordien ontbrak. ZIJ WISTEN NIET WAT ZIJ DEDEN De dreigende mogelijkheid van een sterke aanwas van Jezus' aanhangers was een van de voornaamste redenen, waarom de prie sters zochten hem te doden. Dat de Romeinen in de figuur van de stadhouder Pontius Pilatus hieraan hun medewerking hebben gegeven, behoeft geen verwondering te wekken. Voor hen toch was Jezus niets meer dan een van die velen, die een nieuwe God predikten. Van de ernst en de belangrijkheid van Zijn prediking wa ren zij zich totaal niet bewust. Als mens was hij voor hen volkomen onbelangrijk, ja mis schien in zeker opzicht ook wel een beetje lastig en waar de rust in het bezette Joodse gebied er bovendien nog van af hing en bij de Romeinen een mensenleven weinig waarde had, zoals trouwens over het alge meen in die tijd, weerhield niets hen er van om hun medewerking te verlenen aan de ernstigest „moord" allertijden, namelijk de kruisiging van Jezus Christus, Gods zoon. Jezus zelf, die de mensen kende als geen ander, heeft dit duidelijk gezien, hetgeen blijkt uit zijn woorden aan het kruis: „Vader vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen Van Jezus' geboorte af, tijdens Zijn le ven tot aan Zijn dood, hebben de Romeinen Hem niet gekend. Pas later drong ook tot hen de leer van de Verlosser door en volg den duizenden en nogmaals duizenden ver drukten zowel slaven als ook vooraanstaan de Romeinen het kruis, ja, zelfs tot in de arena, waar zij tot vermaak van de volks massa voor de wilde dieren werden ge worpen. Maar de triomftocht van het Christendom, die een aanvang nam met de geboorte van het kindeke Jezus in de stal te Bethlehem, viel niet te stuiten. De liefdeleer won het pleit en zal dit steeds blijven doen, daar voor is het Kind van Bethlehem Borg. WANNEER MEN VLEES INVOERT Nu er op het eiland Tholen bij de particu lieren, zowel als collectief, vriesinrichtingen geplaatst worden, wordt U op het volgende gewezen Volgens art. 6 der „Vleeskeuringsveror dening", van de Vleeskeuringsdienst St.- Maartensdijk (Z), is een ieder, die vlees invoert van buiten het eiland Tholen, ver plicht daarvan onverwijld kennis te geven aan het bureau der Vleeskeuringsdienst (de gemeentesecretarie in de plaats waar men woont), waarna herkeuring volgt. (z.g. invoerkeuring). Art. 6 luidt Ieder, die vlees invoert in de gemeente, is verplicht hiervan onverwijld kennis te ge ven aan het bureau van de Vleeskeurings dienst gedurende de tijd, dat het bureau ge opend is, met vermelding van de plaats, waar het vlees, in afwachting van de na dere keuring, als bedoeld in art. 8 van de Vleeskeuringswet, zich bevindt. Bij niet nakoming van deze voorschriften wordt proces-verbaal opgemaakt en het vlees waarmee de overtreding begaan is in beslag genomen. De Keurmeester van Vee en Vlees H. Bos

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1959 | | pagina 1