EENDRACHTBODE Ka Vee Wee Winnaars van de Sinterklaas-puzzels Positief opbouwwerk op maatschappelijk en cultureel terrein. Gehele eiland wordt streekverbeteringsgebied ONZE NIEUWE FEUILLETON. 16e JAARGANG No, 3 4 DECEMBER 1959 TWEEDE BLAD Kringvergadering Zeeuwse Landbouw Maatschappij. victory! Blus dat branden van overtollig maagzuur. Tijdens de vrijdagmiddag jl. te Stavenisse gehouden algemene vergadering van de Kring Tholen en St. Filipsland der Z.L.M. belichtte dr ir C. W. C. van Beekom te Goes het werk van de streekverbeteringscommissie in het algemeen en van Tholen in het bijzonder. Hij verklaarde daarbij, dat het vrijwel zeker is, dat het gebied, tot dusver nog slechts de gemeenten Poortvliet, Scherpenisse, St. Maartensdijk en Tholen omvattend, waarvan sommige nog maar ten dele, zal worden uitgebreid tot het gehele eiland, zonder dat evenwel de rijksbijdrage hiervoor zal worden verhoogd. In een uitvoerig openingswoord wees kringvoorzitter A. J. Groene- wege van St. Maartensdijk er op, dat voor boeren en land arbeidersgezinnen het wonen op de dorpen aantrekkelijker gemaakt zal moeten worden en tevens dat industrievestiging op het eiland moet worden bevorderd. De Kringvoorzitter begon zijn openings woord met een bijzonder welkom tot de spreker van de middag, dr ir van Beekom, tot de heer van Iwaarden van de sociaal agrarische voorlichting, tot de voorlichtings ambtenaren en tot de heren uit St. Filips land, die er als kringlid meer moeite voor hebben moeten doen deze vergadering bij te wonen dan de bewoners van Tholen. Later kon hij ook de ZLM secretaris Mr Schlin- gemann begroeten. Daarna richtte de heer Groenewege zich tot de vergadering met de volgende rede LANDBOUWBELEID OP LANGE TERMIJN „Wie in de toekomst wil spreken, moet in de toekomst geloven." heeft de Heer H. D. Louwes gezegd op het congres van het N.K.L.C. te Emmeloord. Dit congres was belegd om over de toe komst van ons platteland te spreken en over dit onderwerp van gedachten te wisse len. Men kan zich direct afvragen of de toekomst van het platteland een probleem is of wordt en of het zin heeft hier over te spreken. De ontwikkeling op technisch gebied gaat heel snel en zij gaat niet onge stoord aan de plattelandssamenleving voorbij Wij staan in deze wereld en hebben de taak positief te denken en ieder op eigen manier en plaats bewust te bouwen aan de maatschappelijk opbouw van de samenleving. Als landbouworganisatie hebben wij in de eerste plaats de verantwoording mede te werken, aan het voeren van een zodanig landbouwbeleid dat onze agrarische bevol king een welstand geniet overéénkomende met de andere bevolkings groepen in ons land. Dit landbouw beleid is de peiler waar op wij de toekomst van ons platteland zullen moeten opbouwen en daarom zal het een landbouw beleid op lange termijn moeten zijn. Toch moeten wij niet stellen dat deze toekomst van het platteland alleen afhangt van een landbouwbeleid op lange termijn, veel meer factoren spelen hierbij een rol die allen aan elkaar verweven zijn, en de eco nomische is niet los te denken van de maatschappelijk-calturiële opbouw. Ik denk hierbij aan structurele verbete ring, de totale verbetering van het platte land, de bewoonbaarheid verbeteren, de ont volking tegen gaan, opvoering van de al gemene ontwikkeling en vakbekwaamheid zowel door school opleiding als practische voorlichting aan alle werkers op het platte land. Er is dus voor de standsorganisaties wel degelijk een veel grootser taak te ver richten dan alleen de technisch-economische belangen van haar leden te behartigen. Zij dient positief opbouwwerk te ver richten op het maatschappelijk-culturele vlak. Dat de technische- economische belan gen ons als praktische boeren veel gemak kelijker ligt, is vanzelf sprekend, daar dit direct op onze bedrijfsvoering is afgestemd en wij hier dagelijks midden in staan. De maatschappelijke culturele opbouw is zeker van even groot belang. Denk b.v. aan de ontvolking van ons platteland en daarnaast de industriële vestiging in deze gebieden. In 1947 werkten er ongeveer 20% van de beroepsbevolking in Nederland in de land- en tuinbouw. Ondanks grotere inten sivering in land- en tuinbouw was dit per centage in 1956 rond 13% dit is dus in een tijd van negen jaar een daling van 25 Wie kan zeggen hoe dit bijvoorbeeld in 1970 zal liggen. Door mechanisatie en rationalisatie hebben de bedrijven zich aangepast aan een aan merkelijk kleinere bezetting van arbeids krachten en wel rond 1 man per 12 ha terwijl bij de opbouw in de polder Oostelijk Flevoland uitgegaan wordt van 1 man op 15 ha. HOE ONZE DORPEN BEWOOND TE HOUDEN Enerzijds worden de bedrijven gedwongen met minder mensen per ha bedrijfsopper- vlakte te werken tengevolge van de be schikbaarheid van het aantal arbeidskrach ten in de landbouw, anderzijds door rationa lisatie en mechanisatie (dus kosten factor). Maar het staat voor mij vast dat wij op een bepaald punt van onze minimale be zetting zijn en ik heb de indruk dat dit moment niet zo heel ver meer is, voor vele streken in Nederland. Wij zitten dan al midden in het probleem hoe wij onze dorpen bewoond kunnen houden en de goede vak bekwame arbeidskrachten aan onze bedrij ven kunnen binden, (bijv. vaste kern). Het is gebleken dat het punt beloning geen overwegende rol meer speelt om in de land- en tuinbouw te blijven werken, maar dat men liever elders een werkkring zoekt. Andere factoren spelen hierbij een rol. Wij zullen met alle middelen die ons ten dienste staan meer waardering moeten doen vinden voor de beroepsbevolking van de landbouw, in de ruimste zin. ARBEIDSKLIMAAT OP HOGER PLAN Onze landbouw bedrijven zijn op zichzelf zeer kleine zelfstandige ondernemingen in vergelijking met een klein industrieel bedrijf! Toch zullen wij aandacht moeten besteden aan personeelsavonden met ontspanning en eventuele excursies, Sinterklaasavonden, va- cantiebestedingen en betere bewoning voor onze arbeiders op onze bedrijven, (electrici- teit en watervoorziening). Zeer zeker is voor de landbouwbedrijven als kleine onder nemingen dit alles moeilijker te realiseren dan voor een industriëel bedrijf, toch moeten wij de totale bewoonbaarheid en het arbeids klimaat op een hoger plan te brengen. Vooral de woning toestand zal snel ver beterd moeten worden, gezien te veel oude, te kleine woningen op de dorpen. Een vraag is of wij nog woningen bij de bedrijven moeten bouwen of herstellen, daar dit vaak voor de bestaande landarbeiders woningen bij de bedrijven dringend nodig is, ben ik de mening toegedaan dat wij woningen op de dorpen moeten bouwen voor onze land arbeiders, omdat toch de afstand van het dorp tot het bedrijf geen probleem meer is, door het gebruik van bromfietsen. De mogelijkheid voor de opleiding voor onze arbeidskrachten, speciaal zij die met de grote landbouw machines om moeten gaan, zal ook intensiever aangevat moeten worden. Ik denk aan het volgen van spe ciale cursussen in de winter, eventueel een korte cursus op de praktijkschool voor me chanisatie te Schoondijke en het voorlichten van de landarbeiders in de praktijk, waar thans ook een begin mee gemaakt is. Ook het volgen van de lagere landbouwschool voor jongens van landarbeiders moet gesti muleerd worden vooral nu het lesprogramma aangepast is aan de praktijk door het geven van handvaardigheid- en mechanisatieonder- wijs. Tal van factoren heb ik hier genoemd op welke manier het volgens mij mogelijk is, de goede landarbeiders gezinnen te binden aan de streek en opvoering van de waarde ring van het werk in land- en tuinbouw te bevorderen. Dat het probleem voor onze streek ten aanzien van de werkgelegenheid hiermee opgelost is, is stellig niet zo. AANTREKKEN VAN INDUSTRIE NODIG Een gedeelte van onze plattelandsbevol king zal in een ander bedrijfstak, hetzij op het eiland zelf, hétzij buiten het eiland werk moeten vinden. Door aantrekking van in dustrie zal dit binnen ons werkgebied moe ten worden verwezenlijkt, hoewel dit een niet gemakkelijke opgave is. Door het aan wijzen van een streekkern zoals St. Maar tensdijk thans is, worden de mogelijkheden groter. Dit neemt niet weg dat wij niet alleen voor onze boeren- en arbeidersge zinnen het wonen op de dorpen aantrekke lijker moeten maken, maar dit geldt natuur lijk ook voor het bevorderen van industriële vestigingen en voor ontplooiing van de mid- denstandsbedrijven. Wij vormen met ons allen een grote gemeenschap die harmonisch naast elkaar en voor elkaar moeten bou wen aan een gezond platteland. Het aanleg gen van sportterrein en het beoefenen van de sport zal gestimuleerd moeten worden. De mogelijkheid voor een goede ontspan ning moet worden bevorderd; leiding en steun gegeven worden aan het jeugdwerk en aan de opbouw van het verenigingsleven. Indien wij geen open oog hebben voor al deze facetten, zal ons platteland leeg lo pen en zal dit platteland aan bloedarmoede gaan leiden in een steeds versneld tempo. Ik weet dat ik open deuren intrap toch acht ik het nodig heel dit probleem ter over denking mede te geven. Ook moeten wij ons als dorps- en platte landsbewoners objectiever staan tegenover plannenmakerij van overheidsinstanties en vertegenwoordigd zijn in al deze organen om mede verantwoordelijk te zijn voor het op stellen van plannen en richting te geven aan deze plannen. De grond, het fundament van onze agra rische bedrijven, moet in deze plattelands opbouw zo nuttig mogelijk besteed worden, dus zo weinig mogelijk goede cultuurgrond aan haar bestemming onttrekken. Maar daar naast dient men open oog te hebben voor de ontwikkelingsmogelijkheden van andere doeleinden, vandaar dat wij dus zelf als plattelandsvertegenwoordigers intensief be trokken moeten zijn bij het opstellen voor streek- en ontwikkelingsplannen. Als wij zo de toekomst van ons platteland zien, dan heb ik vertrouwen in deze toe komst. GEEN GOEDE VOORSTELLING VAN ZAKEN Hoewel, mijne heren, naar aanleiding van een ingezonden stuk in de „Eendrachtbode" van vrijdag 20 november mijn vertrouwen wel geschokt is Daarin wordt commentaar gegeven op het boekje over Tholen „Over de Eendracht... ónze eendracht" en daar terzijde de agrarische subcommissie van de herverkaveling en ik persoonlijk genoemd worden, wil ik toch nog enkele kanttekenin gen maken. Als men kritiek wil leveren, moet ik op merken dat men voldoende op de hoogte dient te zijn van de totale gang van zaken en de voorstelling van zaken niet helemaal uit zijn verband moet trekken. De streek- verbetering moet gezien worden in de eerste plaats om te komen tot betere bedrijfstech- nische uitvoering van onze bedrijven, dus een zuiver landbouwkundige zaak. Dat het Ministerie van Landbouw er van overtuigd is dat deze intensieve voorlichting van be lang is, blijkt wel uit aanzienlijke bedragen welke voor de streekverbeteringsgebieden uitgetrokken worden. Dientengevolge is het ook logisch, dat de streekverbeteringscom missie samen gesteld wordt uit leden, welke direct op het platteland werkzaam zijn, zo wel mannen als vrouwen, aangevuld met zo mógelijk een burgemeester uit het be treffende gebied en verschillende deskundi gen. Als kritiekschrijvers dus opmerkingen ma ken over de samenstelling van de commissie moet ik dit ten stelligste van de hand wij zen daar het een zuiver agrarische aange legenheid is. Ook moet ik met klem van de hand wijzen de opmerking, dat iemand die te ver van de gemeente woont de belangen van die gemeente onvoldoende zou kunnen behartigen, want, mijne heren, het gaat niet om een plaatselijk- of groepsbelang maar om de opbouw van de gehele streek. Dat dit ook de bedoeling is van de gehele streekverbeterings commissie blijkt duidelijk omdat wij deze streekverbetering veel bre der zien dan alleen het zuiver agrarisch belang in engere zin, en veel aandacht be steden aan de huishoudelijke- en de agra- risch-sociale voorlichting en intensief con tact willen zoeken met de Stichting „Eiland Gemeenschap" de subcommissie „Werkge legenheid" en andere opbouw organen uit de streek. Ik kan mij voorstellen dat commentaar schrijvers zich moeilijk kunnen indenken dat er ook nog mensen in het eiland zijn die zich op een breder standpunt kunnen stellen dan enkel groeps- en dorpsbelang. Met be trekking tot hun opmerking over de Pluim- pot plannen, moet ik zeggen, dat zij niet tot oordelen bevoegd zijn, daar zij blijkbaar niet op de hoogte zijn. een lichte sigaar j voor kbct. Buiten het recreatiegebied, wordt de ge meente St.-Maartensdijk door de agrarische subcommissie met ruim 4 ha in de gelegen heid gesteld een industrie- en sportterrein aan te leggen terwijl dit ook de bestemming had kunnen krijgen als landbouwgrond. De gemeente had dus geen enkel recht op deze grond kunnen laten gelden. Een duidelijk bewijs dat zowel de leden van de agrarische subcommissie als de mensen van het bureau van uitvoering welke volgens commentaar schrijvers buiten de dorpsgemeenschap leven, voldoende werke lijkheidszin hebben voor ontplooiingsmoge lijkheid van de kerngemeente St.-Maartens dijk. Treurig, diep treurig, vind ik deze voor stelling van zaken, die uit zijn verband ge haald worden en waarbij de mentale ver betering nog ver te zoeken is. Dankbaar moeten wij zijn voor de grote investeringen die door de verschillende departementen in deze gebieden gestoken worden en dankbaar voor de vruchtdragende samenwerking tus sen de ambtenaren van de verschillende de partementen en de bevolking om te bouwen aan een betere toekomst, aldus de kringvoor zitter. V OEDERKUIL-BESMETTIN G Na het openingswoord werden door de heer Groenewege enkele mededelingen ge daan. Hij wees er in de eerste plaats op, dat in verband met het vergelingsziekte- gevaar bij suikerbieten de uitloop van voe- derkuilen in het voorjaar moet worden te gengegaan, waarom dan ook maatregelen genomen zullen worden, dat zulks na 1 april onmogelijk wordt. Gebleken, is namelijk, dat in deze kuilen bij uitloop haarden van be smetting voor de vergelingsziekte worden gevormd. Wellicht zal hiervoor een wette lijke regeling tot stand komen. De land bouworganisaties hebben in hoofdbestuur reeds tot deze maatregel besloten en spreker verzoekt dit in de pl. afdelingsvergaderingen te bespreken. Dit kan voor enkelen moeilijk heden opleveren, maar gezien het grote landbouwbelang wil spreker diegenen met klem vragen in deze mee te werken. Voorts geeft hij een samenvatting van het lopende cursusprogramma, dat dit sei zoen door de ZLM werd georganiseerd met o.a. op Stavenisse een gladiolencursus, op St. Annaland het tweede jaar van de tuinbouwcursus, te Poortvliet een cursus voor veehouders, te Oud-Vossemeer een cursus economie, terwijl een cursus voor combine-bestuurders door onvoldoende be langstelling niet kon doorgaan. De overige cursussen zijn goed bezet. Daarbij is het echter wel eens moeilijk tot een goede bezetting van leerkrachten te ko men en soms moet van ver uit de buurt me dewerking worden gevraagd. Op de land- bouwprijzenpolitiek wenste spreker niet in te gaan in verband met het onderwerp dat dr ir van Beekom zou behandelen, die hij vervolgens het woord gaf. HET GAAT NIET OM DE NAAM, MAAR OM HET DOEL „Aangemoedigd door voorbeelden elders," zo begon dr van Beekom zijn causerie over de streekverbetering, „zijn er nu in ons land 42 streekverbeteringsgebieden, het overgrote merendeel daarvan op de zandgronden en 4 in Zeeland, waaronder ook een gedeelte van het eiland Tholen. Dat de naam „streekver betering" werd gekozen voor de gebieden op de zandgronden, zal men hier kunnen begrij pen. Dat dezelfde naam ook geldt voor Tho len zal menigeen misschien verwonderen en de vraag doen stellen „valt er hier dan zo veel te verbeteren in de agrarische sec tor." Spreker wees er op, dat het onbekend is, dat Tholen op landbouwgebied bepaald niet van achter komt. In het boekje „Over de Eendracht ligt ónze eendracht" wordt hetzelfde gesteld. Op de zandgronden was evenwel deze naam wel terdege van toepas sing en er bestond geen aanleiding dat voor andere delen van het land te gaan verande ren. Maar streekverbetering houdt voor Tholen wel iets anders in dan voor de zandstreken, waar zij doelbewust wordt toe gepast om de hoge kostprijs van de melk te drukken. De 42 voorkomende streekver beteringsgebieden omvatten 250.000 ha. cul tuurgrond of 10 van het totaal. Hiervoor wordt jaarlijks door de Minister van Land bouw en Voedselvoorziening iy2 miljoen gulden beschikbaar gesteld wat neer komt op 10,per hectare. De streekverbetering loopt van 3 tot 4 jaar, zodat er per hectare in totaal 30 tot 40 gulden voor beschikbaar is. En dat geld dient te worden besteed ten behoeve van de ontwikkeling van de agrari sche bevolking in de ruimste zin van het woord. Voor Tholen moet men de streekver betering zien als een begeleiding van de ingrijpende cultuur technische werken, welke door de herverkaveling bijna zijn voltooid. Men zou dus ook van structuurontwikkeling of voorbeeldstreek kunnen spreken, maar wat doet de naam er eigenlijk toe, aldus dr van Beekom. VOOR DE GEHELE STREEK Op Tholen heeft het streekverbeterings gebied zich tot dusver geografisch beperkt tot die gemeenten waar de ingreep het grootste is geweest (weihoek Poortvliet, Scherpenisse polder, enz.) Dr van Beekom gaat vervolgens in op de bespreking van het verschenen boekje van de streekverbete ringscommissie door de Eendrachtbode en de in hetzelfde nummer gemaakte opmerkin gen door abonné's in de rubriek „stemmen van lezers." Daarin werd onder beide stuk ken de vraag gesteld wat de commissie heeft gedaan om geheel Tholen als streek verbeteringsgebied aangewezen te krijgen, omdat Tholen niet te splitsen zou zijn in dit verband, een naar de mening van spreker begrijpelijke vraag. De samenleving vormt organisch één geheel. Dezelfde mening heeft de streekverbeteringscommissie en daarom is bij herhaling aangedrongen dit voor de gehele streek van toepassing te verklaren. Het is waarschijnlijk, dat de bevoegde in stanties dit zullen toestaan, waarmee dan zowel aan de wens van de commissie als aan die van commentaar-schrijvers wordt voldaan. Er is daaraan wel één maar ver bonden. Ondanks dit grotere gebied, zullen niet meer gelden beschikbaar worden ge steld, zodat de bijdrage per hectare hier aan merkelijk lager komt te liggen en het nog zuiniger aangepakt zal moeten worden. GEEN COMMISSIE-UITBREIDING Dr van Beekom, het genoemde commen taar en ingezonden schrijven verder bespre kend, wijst er op, dat ook de vraag is gesteld of de commissie niet te beperkt is gebleven, waar samenwerking van de gehele streek toch wordt vereist. Spreker herinnert er aan, hoe hij er hievoor op heeft gewezen, dat de gelden beschikbaar worden gesteld door het ministerie van landbouw. Daarom ook beperkt de streekverbetering zich in hoofdzaak tot het agrarisch deel van de bevolking en gaat niet verder, ook al heeft het zeker verbindingen met de andere orga nen uit de streek. Men moet hieruit dan ook niet concluderen, dat anderen buiten gesloten zouden worden, maar alleen bestaat er door bovenstaande geen aanleiding de commissie uit te breiden tot een ruimer ver- tegenwoordiging dan de standsorganisaties in de landbouw. Op deze in de Eendrachtbode gestelde vraag kan ik dus geen ant woord geven, aldus de rijklandbouwcon- sulent in Zeeland. DADEN De streekverbeteringscommissie Tholen is aan het eind gekomen van zijn aanloop periode, welke hoofdzakelijk heeft bestaan uit voorlichting (nieuwsbrieven) contacten en oriëntering. Tot dusver is er niet zo heel veel meer gedaan dan gesproken en geschre ven, aldus spreker, maar per 1 januari 1960 wil de commissie meer effectief gaan wer ken. Daarom is ook dezer dagen het al eerder genoemde boekje verschenen. Men kan het zien als een afsluiting van de aan loopperiode. Dr van Beekom gaf vervolgens een uiteenzetting van datgene, wat de com missie voornemens is te gaan doen en ont vouwt daarbij voor de aanwezigen het pro gramma voor 1960. a. Huishoudelijke voorlichting. Naast le zingen over allerlei huishoudelijke onderwer pen als opvoeding, inrichting en indeling woning, elektriciteit, waterleiding zullen ex cursies worden georganiseerd naar fabrie ken, welke huishoudelijke artikelen produce- den. Er zullen exposities worden georgani seerd (model keuken, voorlichtingswoning), kortom er zullen voor alle vrouwen van het platteland in dit programma aanknopings punten zijn, die hen interesseren en waarmee ze hun voordeel kunnen doen. b. Agrarische sociale voorlichting. Bij zondere aandacht zal geschonken worden aan de beroepskeuze, jeugdzorg, uitwisse ling van boerenzoons en -dochters van el ders, enz. c. technische economishe voorlichting. Er zullen enkele voorlichtingsobjecten komen voor de gemengde bedrijven (land- en tuin bouw), er wordt speciale aandacht geschon ken aan de veehouderij, o.m. melkcontrole, kunstmatige inseminatie, doorloopmelkstal (20 koeien per uur melken met 2 melkma chines), overloopstal, kunstmatig drogen van hooi en gladiolen, gezamenlijke aankoop jong vee, silobouw, enz. De heer van Beekom verklaarde met opzet eerst de onder a en b genoemde aspecten te hebben genoemd, omdat zo dikwijls wordt gedacht dat dit er maar als een franje bij- hoort. Het tegendeel is echter waar. Het gaat heus niet alleen om het technisch eco nomische gedeelte, waarvan de commissie heeft gesteld, dat de bedrijfsvoering in het algemeen goed te noemen is op Tholen. Verder zal onder sub c nog aandacht wor den geschonken kunnen worden aan de var kenshouderij, rooimethoden, loonwerkers, enz. De cursussen zullen worden gestimu leerd. LEVEN IN DE BEVOLKING Dr van Beekom besloot zijn duidelijke uiteenzetting met de aanwezigen er op te wijzen, dat men het werk van vrouw en dochters even ernstig dient op te vatten als dat van de zoon of zoons die in het bedrijf werken. De streekverbetering zal in de ge hele bevolking moeten leven, opdat zij het de taak van de commissie, die na een jaar of 3 zal ophouden, verder kan verwezen lijken. Ook Tholen is bij de vrij snelle ontwikke ling, die ons land deze jaren meemaakt, betrokken en wil het zijn plaats behouden, dan zal het de aangewezen koers moeten volgen op een wijze die het eiland past en waardoor het haar karakter behoudt. Wanneer daaraan de gehele bevolking wil meewerken, is dat reeds een stap in de goede richting of, aldus eindigde dr van Beekom „om het met Schweitzer te zeggen: „Leve U het dan zo in, dat de wereld het II nooit kan ontnemen." WAARDERING „DROOGTEHULP" Nadat op deze causerie nog enkele vra- waren gesteld met betrekking tot het land bouwonderwijs en de samenwerking met andere organen uitte de kringvoorzitter ver volgens zijn waardering namens het bestuur voor de door de leden verleende hulp aan de droogtegebieden. Hij stelde vast dat de kring hierbij geen slecht figuur heeft ge slagen. Het betreft voor de droogtegebieden een rechtstreekse hulp en mogelijk voor de overheid een stimulans dit voorbeeld te volgen. Het schijnt dat er alsnog een lan delijke aktie voor dit doel zal worden ge voerd. Bij de rondvraag werd geinformeerd naar de mogelijkheid tot uitbreiding van de bloem bollenteelterkenningen en of er aan de land bouwschool daarvoor een cursus kan wor den gegeven. Het door de voorzitter opge worpen balletje inzake ontspanning van de landarbeiders werd hoegenaamd niet terug gekaatst. Wel waren er meningen een loon- premie te geven aan de landarbeiders voor behaalde diploma's. Zit men in deze vast aan de C.A.O. Tenslotte deelde de voorzitter mee, dat de bedrijfsstudiegroep op 9 december in Tholen een demonstratie zal geven met een zaai- machine en dat er op 18 december te Oud- Vossemeer een „graanmiddag" wordt gehou den. Daarna sluiting. Beste jongens en meisjes De Eendrachtbode-Sint heeft weer geno ten. Genoten van de vele briefkaarten met goede oplossingen die bij de redactie binnen stroomden. Dit keer waren er maar heel weinig, waarvan de oplossing niet goed was. Het was ook niet zo moeilijk om er een „borstplaat" uit te krijgen. En dat is dan ook aan vele jongens en meisjes gelukt. Niet alleen aan de jeugd van alle eilandge meenten, al waren er van de ene gemeente wat meer dan van de andere. Van Poort vliet waren er wel de meeste. Maar ook de jeugdige lezers van buiten de streek hebben hun oplossing ingestuurd. We kre gen briefkaarten uit Overschie, Dordrecht, Amsterdam, Haamstede, Oost-Souburg, Vlaardingen, Ridderkerk, Rotterdam, Zoe- termeer en nog vele andere plaatsen bijna heel Nederland door. Al die jongens en meisjes hebben dus wel hun best gedaan om het raadsel van Sinterklaas en zijn knecht op te lossen. En toen vond hij het wel erg jammer, dat hij iedereen geen prijsje kon geven, maar hij beloofde dat hij toch bij allemaal nog wel wat zal komen brengen, eer het zaterdag is. En toen is er uit die hele grote stapel op lossingen maar geloot. Dat de meeste op lossingen door meisjes ingezonden waren kwam ook tot uitdrukking in de trekking. Ze hadden toch echt geen streepje voor bij de Sint, want die houdt er in dit geval geen aparte zoete kindertjes op na. Daarom te meer kunnen we de gelukkige prijswinnaars feliciteren met hun gewonnen presentje, dat ze al hebben ontvangen of dat ze elke dag kunnen verwachten. Het zijn 1. Rina van Hemert, Wilhelminastraat C 93 Sint-Maartensdijk, die het mooie meisjes boek „Herrie-Let" krijgt. 2. Joke Piasmans, Leguitsedijk 21. Oud- Vossemeer, voor wie de kinderporte- monnaie bestemd is. 3. Treesje Polderman, Julianastraat 31, St.- Annaiand is de derde gelukkige. Ze krijgt een mooie pastieke bal. 4. Corry Verwijs, Achterstraat 20, St. Fi lipsland zal het echt leuk vinden het toilettasje te ontvangen. 5. Geert Moorman, Singel 57c, Tholen heeft blijk gegeven goed raadseltjes te kunnen oplossen en krijgt daarvoor een mooie puzzel. 6. Coba Lindhout, Weststraat 331, Scher penisse kan sigarenbandjes gaan verza melen, als ze dat nog niet deed. Ze krijgt een album en er zitten al bandjes bij. 7. De verfdoos is voor Jan en Kees Geuze, Molenstraat A 21, Poortvliet, die de puz zel blijkbaar gezamenlijk hebben opgelost en nu ook samen de verfdoos kunnen gebruiken. 8. De laatste gelukkige kwam heel ver uit de buurt. Het is Trijntje Priem, Smidse- weg 81 uit Nijverdal (Ov.), die gezellige uurtjes kan doorbrengen met het kleur boek, dat ze wordt toegezonden. Als je zo ver van het eiland Tholen en Sint- Filipsland woont en je doet dan zo graag met die Eendrachtbodepuzzel mee, dan heb je dat zeker wel verdiend. Nogmaals allemaal gefeliciteerd van de Eendracht- bodesint, die alle jongens en meisjes be dankt voor de goede oplossingen en hoopt, dat hij het volgend jaar weer kan doen en dat jullie dan ook weer alle maal meedoen. Oplossing BAARD van Sint OOG van pop ROE van Piet STAF van Sint TOL in zak P (letter) op de muts van Piet LAARS van Piet AL1TO naast zak APPELTJE op gewaad van Sint TONG van Piet BORSTPLAAT. Voor de ouderen Als ze het allemaal willen weten, zijn ze net zo benieuwd als de jongens en meisjes. Trouwens, er waren voor deze „ouderpuz zel" ook heel wat jeugdige oplossers, want 16 en 17 jaar is nog niet oud te noemen. Het totaal was echter minder dan bij de jeugd, maar nog veel te veel om aan ieder een prijsje te kunnen geven. Dat is voor de ouderen ook niet zo erg. Die hebben al plezier gehad aan de oplossing van de kruiswoordpuzzel en menigeen heeft er nog een foutje in gemaakt. Inplaats van jargon is er dikwijls pardon gezet. En die hebben echt niet mee kunnen doen. De goede oplos sing luidde Horizontaal 1 stang, 6 taal, 10 two, 12 spaniel, 13 jar gon, 15 aap, 16 sr, 18 rk, 19 koen, 21 l.d„ 22 stier, 23 elk, 24 del, 26 o.t„ 27 ar, 29 l.n„ 30 eli, 31 ets, 32 ems, 33 nl, 34 hl, 35 r.p„ 37 nu, 38 ka, 40 tarwe, 41 r.i., 42 re, 44 t.t., 45 ge, 47 o.a., 48 dien, 49 alk, 50 end, 52 e.k., 53 of, 55 a.m., 56 elp, 58 opaal, 59 ur, 61 s.l„ 62 le, 64 rio, 65 kinds, 67 rente, 69 idee, 71 egoist, 72 erkennen, 75 ans. Verticaal 1 spade, 2 tap, 3 an, 4 nis, 5 gerst, 6 tarra, 7 ark, 8 a.g„ 9 lok, 11 winkel, 12 saldo, 14 noen, 17 sinterklaas, 20 el, 25 lel, 26 oir, 28 reu, 29 l.s.k„ 34 herder, 36 p.t.t., 37 neg, 39 ara, 43 eik, 44 t.n.o., 46 eem, 47 ode, 51 sproet, 54 folder, 55 al leen, 57 lui, 60 ski, 61 snee, 63 enge, 64 rei, 66 id., 68 ton, 70 ben, 73 ka, 74 n.s. Nadruk verboden En de prijswinnaars zijn 1. J. Bout, Verbrandestraat 36, Tholen voor wie het boek is bestemd „De Schotse Pimpernel" 2. J. de Graaf, Blauwstraat A 168, Sint- Maartensdijk, een luxe doos zeep. 3. Mevr. M. Nieuwkerk-Muul, Langestraat A 219, Poortvliet: Elseviers wereldatlas. 4. Mevr. M. v. d. Male-Polderman, Tien hoven 33, Sint-Annalandeen wand- bordje. 5. I. J. van Daalen, Kerkstraat 218, Scher penisse: Prisma Huishoudencyclopaedie. Ook deze winnaars gefeliciteerd en voor allemaal tot volgende keer. De lezers hebben het gezien, dat vorige week de laatste aflevering is geplaatst van ons vervolgverhaal „Dan maar zo',' de ge schiedenis van Douglas Bader, de Engelse piloot zonder benen. Een verhaal, dat door vele van onze lezers met grote aandacht en spanning is gevolgd, inzonderheid dan wel het mannelijk deel van onze abonné's. Het was een heel lang verhaal, het was geen liefdes roman, maar een beschrijving van een werkelijk gebeuren, hoe onwaarschijnlijk het soms ook mocht klinken. Douglas Ba- Met 'n paar Rennies werk van 'n ogenblik.' 't Is nog een prettige remedie ook.. Direct baat en gemakkelijk in te nemen - zonder water of wat ook. II kunt Rennies kopen bij iedere apotheker of drogist, 't Loopt daar iedere dag storm om Rennies - en niet zonder reden. der leeft nog en doet nog heel veel goeds voor de oorlogsvaliden. We zijn dankbaar voor de vele bijvalsbetuigingen, die we heb ben mogen ontvangen door het plaatsen van dit bijzondere vervolgverhaal. Het spijt ons velen te moeten teleurstellen, die hebben ge informeerd of dit verhaal in boekvorm te krijgen is. De uitgever voor Nederland heeft er een paar jaar geleden een kleine oplage een eeste druk van uitgegeven, welke al spoedig was uitverkocht. Een fyerdruk heeft tot op heden niet plaatsgevonden. Wanneer dat alsnog het geval mocht zijn, dan zullen we dat van de uitgever horen en aan de lezers doorgeven. Alles bij elkaar vonden we het prettig een zo aktueel ver haal voor onze uitgave te hebben gereser veerd. Zoals reeds opgemerkt was de belang stelling niet onverdeeld. De vrouwelijke le zers dachten in meerderheid met een zeker heimwee aan het daarvoor geplaatste feuil leton „Terug in de modder". Wel, ieder zijn beurt. Ons nieuwe vervolgverhaal zal dan onge twijfeld 'n veelzijdiger onthaal kunnen vin den, omdat 't iets heel anders is dan wat vo rige week werd afgesloten. Het is geschre ven door Joke de Valk onder de titel „CHANTAGE" Hanneke Schoneveld is, ondanks het feit, dat ze geen getuigschriften heeft, als steno typiste aangenomen bij advokaat Dubois. Hij weet verder niets van haar, maar omdat haar werk goed is, mag ze na de proeftijd blijven. Tijdens een vakantie in Lunteren ontmoet Hanneke de weduwnaar Grobbe, die werk van haar maakt. Zeer tegen de zin van haar baas, die ook in Lunteren met vakantie is. Twee mannen dingen om haar gunst en Hanneke wil geen van beiden aanmoedigen. Ze moet uiteindelijk een beslissing nemen en een vriendin helpt een handje. Hanneke kiest Dubois, haar baas. Doch er is een verleden en de dreiging daarvan komt terug, als ze enkele maanden getrouwd is. Iemand probeert CHANTAGE op haar te plegen en het net wordt steeds nauwer om haar heen getrokken. Haar le vensgeluk wordt bedreigd en Hanneke kan tenslotte de srijd niet meer aan. Ze vlucht. Dubois is een expert in huwelijkszaken, maar zijn eigen huwelijk is nu stuk, omdat hij achter het verleden van zijn vrouw is gekomen. Zal ieder voortaan zijn eigen weg gaan In een boeiend verhaal heeft Joke de Valk de levensloop van deze twee mensen be schreven, in gelukkige en moeilijke tijden. En natuurlijk is er ook voor de moeilijk heden in het leven van Dubois en zijn vrouw een oplossing. Hoe die oplossing is, zult u in de komende maanden kunnen lezen in het boeiende en dikwijls ontroerende verhaal, dat Joke de Valk, een jonge Nederlandse schrijfster, voor ons blad reserveerde. Wij zijn ervan overtuigd, dat u zult meeleven en uw sympathie voor de hoofdpersoon, Hanneke Schoneveld, steeds groter zal worden. De Redaktie

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1959 | | pagina 5