EENDRACHTBODE
Dan maar zo
16e JAARGANG No. 2
27 NOVEMBER 1959
TWEEDE BLAD
RAADSVERSLAG OUD-VOSSEMEER.
Zoals elders moet ook deze gemeente heel wat bijbrokken in de
Badhuisexploitatie - Van het Anjerfonds een mille voor het
Smidsklokje - Woningwetwoningen smeken om een verfje -
Klem tussen de Centrale Dienst-deur.
VICTORY j SnctOO
1 39 PAUL BRICKHILL
Maandagvoormiddag kwam de gemeente
raad van Oud-Vossemeer om 10.00 uur in
voltallige openbare vergadering bijeen.
Na welkomstwoord en voorlezing der
notulen door de gemeentesekretaris, werden
de ingekomen stukken behandeld.
Hieronder waren een 3-tal verzoeken om
subsidie. In de eerste plaats van de 10 jaar
bestaande R. K,. Matigheidsmissie onder
Militairen, zich ten doel stellend de on
matigheid, vooral op het gebied van sterke
drank, tegen te gaan.
Dan was er een verzoek van de Stichting
Lager Nijverheids Onderwijs in de Bis
dommen Breda en den Bosch. Haar doel
stellingen worden in de overgelegde sta
tuten omschreven als: „het bevorderen van
het Lager Nijverheidsonderwijs op Katho
lieke grondslag, het bewerkstelligen van
lerarenopleidingen, het geven van voorlich
ting, het bevorderen van de samenwerking
tussen de scholen enz." Men wil nu een z.g.
directeurencursus instellen.
Het laatste subsidieverzoek was van het
Humanistisch Thuisfront. Deze organisatie,
die in 1958 tien jaar bestond, bezit militaire
tehuizen in Amersfoort, Havelte en Nun-
speet. Vorig jaar werd een begin gemaakt
met de bouw van een tehuis in 't Harde.
Burgemeester en Wethouders waren van
mening dat men nu eenmaal niet alles kan
subsidiëren. De Stichting Nijverheidsonder
wijs is een overkoepelende organisatie,
waarmee de gemeente geen binding heeft.
Wel geldt als regel niet-wettelijk subsidie
te geven indien een leerling uit deze ge
meente ergens de een of andere school be
zoekt.
Wat het laatste verzoek betreft, de verge
lijkbare Prot. Chr. en R.1K. Instellingen
krijgen evenmin subsidie, doch maken ge
bruik van de gelegenheid tot collecteren in
de gemeente. Laat het Humanistisch Thuis
front hun voorbeeld volgen.
Zonder verdere bespreking worden de
verzoeken voor kennisgeving aangenomen.
De voorzitter doet mededeling van de
goedkeuring van de legesverordening door
de Min. v. Binn. Zaken, enkele begrotings
wijzigingen en het besluit, met de N.V. Bank
voor Ned. Gemeenten een kasgeldlening van
125.000.voor 2 aan te gaan, door
Ged. Staten. Voorts is er een gunstig rap
port over boeken en kas van de gemeente
ontvanger over het 3e kwartaal 1959.
EEN MILLE VAN HET ANJERFONDS
Met genoegen deelt de voorzitter nog
mede dat het Anjerfonds Zeeland berichtte
ook 1000,bij te zullen dragen in de
restauratiekosten van het smidsklokje. Op
de vraag van dhr. Mees naar de stand
van het restauratiewerk, kan de voorzitter
verheugende mededelingen doen. Zodra dhr.
A. P. M. Voets, nadat het klokje 2J-^ jaar
in zijn werkplaats te Tholen was geweest,
de opdracht tot het werk had gekregen, is
hij op voortvarende wijze aan de slag ge
gaan. In de werkplaats van zijn broer in
Bergen op Zoom wordt er nu met enkele
knechts aan gewerkt.
Dhr. Mees kan er dus vrijwel zeker van
zijn dat het herstelde klokje a.s. voorjaar
voor zijn touristen een trekpleister zal wor
den. Dhr. Voets toonde de voorzitter enkele
sterk door de tand des tijd aangevreten
houten poppen. Monumentenzorg wil niet
dat ze door ander snijwerk worden ver
vangen; het zal een karwei zijn ze weer ge
heel te herstellen. Intussen is het klokje in
de werkplaats te Bergen op Zoom voor be
langstellende raadsleden altijd te bezichtigen.
VOOR B. S. EN O.
Een ander uitje voor de raadsleden is
wellicht het bijwonen van een filmvertoning
op maandag 30 november a.s. om half 3
in het Thoolse verenigingsgebouw. Van
wege dever. van burgemeesters, sekretaris-
sen en ontvangers worden dan films ge-
t draaid over de rattenbestrijding en de moge
lijkheden van een vuilnisverwerkingsbedrijf.
Met de mededeling van dhr. J. L. van
Dijke, dat hij zijn benoeming tot lid van
de woonruimtecommissie aanneemt, is de
lijst van ingekomen stukken uitgeput.
Naar aanleiding van een toegezonden vra
genlijst is de Bank voor Ned. Gemeenten
bereid de gemeente in 1960 een maximaal
crediet in rekening-courant te geven van
100.000.Tegen vaststelling van de be
treffende overeenkomst heeft niemand be
zwaar.
Nu de benoeming van een nieuw hoofd
aan de R.K. Lagere School een feit is
geworden, kan de uitgestelde behandeling
van een aanvraag om beschikbaarstelling
van gelden voor de aankoop van leermidde
len langs de weg van art. 72 der L.O.-wet
1920 voortgang hebben.
Het schoolbestuur begroot de uitgaven op
1725,10, volgens onderstaande specificatie:
Bijbelse geschiedenis, vnl. platen 482.50
Kerkgeschiedenis 139.50
Nieuwe methode rekenonderwijs
voor alle klassen 203.30
Nieuwe methode natuurkunde on
derwijs voor klassen 3 t.e.m. 6 117.
Methode verkeersonderwijs voor
alle klassen 303.50
Idem tekenonderwijs ƒ245.10
1 klassebureau met trede en stoel 235,
Bij de voorlezing van de bijbehorende
toelichting krijgt men bepaald geen verheven
denkbeeld van de aanwezige leermiddelen.
Met de voorgenomen vernieuwing kan dus
akkoord worden gegaan. Het schoolbestuur
zal nu kontakt opnemen met de Inspekteur.
Dhr. Mees vraagt nog nadere inlichtingen
over het vak verkeersonderwijs. De voor
zitter antwoordt dat een verkeerstafel niet
in de aanschaffing begrepen is. Andere
scholen hebben die ook niet, de Chr. School
uitgezonderd. De Ned. Herv. predikant,
ds. Van Putten, heeft die indertijd in el
kaar geknutseld. Voor de 303.50 denkt het
schoolbestuur losse modellen van verkeers
borden en werkboekjes te kopen. Op andere
scholen is het verkeersonderwijs reeds ge
start, het is een verplicht vak geworden.
VRIJWILLIG GROND
VOOR STRAATVERLICHTING
De breedte van de Achterweg is vooral
bij de bocht naar de F. D. Rooseveltstraat
te gering, nl. slechts 4 m. B en Ws stellen
I voor om de straat te verbreden tot 5.60 m,
waartoe de bewoners vrijwillig een gedeelte
van hun tuingrond beschikbaar gesteld heb
ben, tegen betaling van in totaal 1,
per man. Het gaat hier om aankoop van een
strook grond van A. C. v. d. Klundert,
J. C. Ampt en Mej. A. Polderman. Natuur
lijk neemt de gemeente de verplichting op
zich de afscheidingen met de straat koste
loos te verplaatsen.
Dhr. Aarnoudse informeert of er ook een
trottoir langs komt. Inderdaad is dat de be
doeling, het wordt zelfs een 6-tegel-trottoir
van 1.80 m breed. De voorzitter leest enkele
rapporten voor van de gemeente-opzichter.
Het blijkt een kostbare geschiedenis te wor
den. Ongeveer 3700,- voor het gedempte
gedeelte van de Achterweg en 2700.
voor de rest. Daarin is een bedrag voor de
verplaatsing van de lichtmast opgenomen.
De raadsleden zijn het er echter over eens
dat het een mooie oplossing wordt. Zó mooi,
dat dhr. Itstha verzucht dat men binnenkort
de Achterweg ook wel van een andere naam
zal moeten voorzien.
SCHOOLMELKVOORZIENING
NA NIEUWJAARSDAG
Op vaststelling van enkele begrotings
wijzigingen volgt een subsidie-aanvraag van
het schoolmelkcomité. Desgevraagd zet de
voorzitter uiteen dat de schoolmelkvoorzie-
ning per 1 januari gaat starten en georgani
seerd is door een comité, waarin o.a. de
schoolhoofden zitting hebben. De ouders
van 221 en 373 kinderen hebben hun mede
werking toegezed. Verdeeld naar scholen
zijn de cijfers als volgt2 kleuterscholen 52
van de 77; openbare school 63 van de 100
en van de bijzondere scholen 106 van de
196. Verwacht mag worden dat het aantal
deelnemers nog stijgen zal als de zaak een
maal draait.
Het comité schat de kosten, gerekend naar
5 verstrekkingen per week en 40 „drankwe-
ken" op 4420.voor totaal 11050 liter.
Met bijkomende kosten wordt het uitgaven-
totaal al gauw 4670.Daartegenover
staan de bijdragen van de ouders van
3315,of TYi cent perdag en een Rijks
subsidie van 6 cent per liter of 663.
Men komt dan nog 692,tekort, te dra
gen door het centraal Schoolmelkcomité en
de gemeente.
De raadsleden vinden de gemeentelijke
bijdrage niet te hoog. Ten aanzien van de
levering zegt de voorzitter nog dat de plaat
selijke middenstand is ingeschakeld. De 2
melkslijters betrekken de melk, verpakt in
flessen met een rietje, dus bekertjes zijn
overbodig, rechtstreeks van de fabriek en
leveren ze even voor het speelkwartier op
de scholen af. Onderzocht zal worden of
dhr. Jac. van Vossen een erkend slijter is
en dus ook melk mag leveren.
Dhr. Mees verwacht dat enkele ouders om
financiële redenen niet mee kunnen doen. Dit
lijkt de voorzitter onwaarschijnlijk, doch het
schoolmelkcomité is altijd bevoegd een spe
ciale lagere prijs vast te stellen.
Slot-conclusie van de burgemeester: Het
zal best gaan, deze melk kost 7Y cent, maar
een zakje „patat" minstens 0.10.
Bij de Kring Z 5 van de B.B. gaat de
gemeente 'n kasgeldlening aan van 20.000,
rente 2J^ datum van ingang 1 dec. a.s.,
met bevoegdheid tot opzegging door beide
partijen 1 maand tevoren, doch niet vóór
1 maart 1960.
Aan de orde komt dan het rapport van de
raadscommissie van onderzoek naar de be
grotingen voor volgend jaar van de ge
meente, het Wezen Armbestuur en het Al
gemeen Armbestuur. Over de beide laatste
is men vlug uitgepraat, de commissies had
den niets bijzonders te melden.
HET BADHUIS IN DISCUSSIE
De posten op de gemeentebegroting, waar
over de commissie struikelde, worden achter
eenvolgens behandeld.
Zo schrijft de commissie over de subsidie
aan de PI. Afd. v. h. Groene Kruis.
„Het nadelig saldo van het badhuis wordt
geraamd op het zeer aanzienlijke bedrag
van 1800.Meer in het bijzonder trok
in de specificatie onze aandacht het zeer
hoge bedrag, geraamd voor verlichting, ver
warming en water. De vraag is gerezen of
een gunstige exploitatie in het vooruitzicht
zou komen, wanneer een andere methode
dan verwarming door middel van buta-gas
zou worden toegepast.".
De voorzitter zegt dat niet licht en water,
maar de aankoop van butaan- en propaan-
gas voor de verwarming het knelpunt vor
men. Het Groene Kruisbestuur is daar ook
van doordrongen. Zij hebben overwogen in
hoeverre een andere methode voordeliger
zou zijn. Omschakeling zou een flinke in
vestering vergen. Ook is er de moeilijkheid
van plaatsruimte voor de nieuwe apparaten,
terwijl nog maar moet worden afgewacht of
ze goedkoper zouden werken. Bij de stichting
van het gebouw raamden deskundigen van
het Hoofdbestuur de installatiekosten van de
butaanverwarming op 3000.het werden
er 8000.—.
Sinds vorig jaar zijn de uren van open
stelling verminderd om de kosten te drukken.
Dhr. Timmermans, penningmeester van
het Groene Kruisbestuur, waarin ook de
voorzitter zitting heeft, zegt dat het aantal
baden langzaam achteruit gaat. Startte men
met een weekgemiddelde van 300 en meer,
thans ligt dat rond de 200, de laatste 2 we
ken maar een goede 150. De reden van
deze ernstige teruggang is onbekend.
Weth. van Driel stelt voor de openstelling
op vrijdag te laten vervallen.
Dhr. Mees is daar sterk tegen. Zo spant
men het paard achter de wagen. De men
sen moeten dan nog langer hun beurt af
wachten. De belangstelling zal nog minder
worden.
Dhr. Timmermans zegt dat vooral op vrij
dag veel moeders met hun kinderen komen.
Men zou dezen verliezen omdat de moeders
met het oog op hun huishouding niet
lang wachten kunnen.
Dhr. Istha, evenmin voorstander van be
perking van de openingsuren, kan moeilijk
aannemen dat oliestook niet goedkoper zou
zijn. Nu moeten er liefst 7 gasflessen tege
lijk in gebruik zijn. Dan heeft men alleen te
maken met een grote tank.
Dhr. Mees zegt dat het bestuur zich toch
moet realiseren wat goedkoper is: Nu uit
breiden met grote kosten, of doorgaan met
een dure exploitatie en straks toch wellicht
een gedwongen vernieuwing.
Dhr. Timmermans zegt nog dat het ver
schijnsel niet plaatselijk is. In St.-Annaland
daalde het aantal baden van 400 tot 200.
Besloten wordt dat het Groene Kruisbe
stuur deze zaak nog eens goed moet onder
zoeken.
WONINGWETWONINGEN
DIENEN GESCHILDERD
Over het volgende punt, onderhoud van
woningwet-woningen, schrijft de Commissie:
„Het voor onderhoud van de 16 woning
wetwoningen geraamde bedrag is niet toerei
kend voor het algeheel van buiten schilderen
van de woningen, hetgeen ons nodig voor
komt.
Gaarne zullen wij vernemen of een zoda
nige verfbeurt in het voornemen ligt en of
de daartoe nodige middelen beschikbaar
zijn."
De voorzitter heeft de woningen, staande
aan de Raadhuis- en Schoolstr., zelf met de
gemeente-opzichter bekeken. Het leek toen
het beste ze in 1961 te schilderen. De 12
woningen aan de Bou-Kooijmanstraat heb
ben nu voorrang, ze staan nog gedeeltelijk
in de grondverf.
Dhr. Istha is het er niet mee eens. Het
zou zeker nodig zijn dat de woningen vol
gend jaar niet alleen van buiten maar ook
van binnen geschilderd werden. Hij denkt
dat de laatste schilderbeurt ongeveer 10 jaar
geleden gegeven is. Volgens de voorzitter
is dat nog maar een jaar of 7 geleden, 3
schilders kregen toen elk een blokje van
4 huizen te bewerken.
De beide wethouders menen ook dat de
huizen nodig behandeld moeten worden.
De voorzitter zegt toe de zaak nog eens
te zullen bekijken. Als laatste argument
voert dhr. Istha nog aan dat de gemeente
geen huisjesmelker mag worden. Voor de
huur moet wat worden gepresteerd.
CENTRALE DIENST KOMT ER NIET
ZONDER KLEERSCHEUREN AF.
Ook dit jaar ontkomt de Centrale Dienst
voor bouw-, woning- en welstandstoezicht
„Noord-Zeeland" niet aan critiek. De com
missie schrijft
„Nu in het afgelopen jaar in de raad niets
meer werd vernomen ten aanzien van de te
vorige jare aangesneden samenwerking met
de gemeente- St.-Annaland, nemen wij aan
dat ook dit initiatief niet tot resultaat zal
hebben, dat aan het voortbestaan van deze
dure en onbevredigende dienst een einde
komt.
Omdat voor opheffing van de gemeen
schappelijke regeling een meerderheid nodig
is van 2/3 deel der deelnemende gemeenten
zouden wij gaarne zien, dat de gemeente
besturen op het Eiland Tholen zich in een
gemeenschappelijke vergadering met dit
vraagstuk bezig hielden.
De vraag is of burgemeester en wethou
ders bereid zijn een dergelijke vergadering
te beleggen.
Zo ja, dan zou uit die vergadering een
kleine commissie kunnen voortkomen, om het
overleg met de gemeentebsturen op Schou-
wen-Duiveland en St.-Filipsland te openen.
Indien éénmaal tot opheffing van de re
geling is besloten ontstaat de vrijheid een
nieuwe organisatie, van bescheidener om
vang en doeltreffender werkend, te for
meren."
De voorzitter antwoordt dat over dit punt
reeds zeer veel woorden zijn vuil gemaakt.
Niet alleen hier in de raad, ook op verga
deringen van de deelnemende gemeenten.
Ook daar was geen eenstemmigheid. Zoals
terecht opgemerkt, voor opheffing is een
meerderheid nodig van 2/3.
Een andere mogelijkheid is uittreding, aan
te vragen minstens 1 jaar voor de afloop
van de overeengekomen periode. De finan
ciële gevolgen van uittreding zijn moeilijk
te overzien. Ook op vergaderingen van de
ver. van burgemeesters, sekretarissen en ont
vangers is dit besproken. Vergelijkingscij-
fers met andere regelingen bieden niet veel
houvast. De regelingen lopen te zeer uit
een. Het dag. bestuur heeft U in de plaats
van de huidige regeling niets aan te bieden.
Alles is even vaag. Ook kennen we de me
ning van Ged. Staten niet. Tijdens zo'n
voorgestelde gemeenschappelijke vergade
ring kunnen dus met de cijfers op tafel
geen concrete voorstellen worden gedaan,
waarom B en Ws er dan ook weinig heil
in zien.
Omdat verwacht kan worden dat de kos
ten van afzonderlijke uittreding te hoog zijn,
wil dhr. Istha trachten een 2/3 meerderheid
voor opheffing te vinden. Een gemeenschap
pelijke vergadering zou goed aan dat doel
dienstbaar gemaakt kunnen worden. Men
zou een aparte regeling alleen voor het
Eiland Tholen kunnen treffen.
een lichte sigaar j voor Lfact.
De voorzitter voelt daar niets voor. Ook
bij opheffing van de huidige dienst blijven
de kosten van wachtgelden voor het ont
slagen personeel te onzen laste.
Dhr. van Engelen vindt het een moeilijk
punt, en dhr. Mees zegt dat de gemeente
dus met de voet tussen de deur zit.
De voorzitter verklaart zich bereid de
zaak warm te houden en te proberen alsnog
cijfers te krijgen, die houvast geven. Eerst
wanneer de onderzoekingen wat opleveren
is er reden een vergadering te beleggen.
Weth. van Driel zegt dat het Eiland Tho
len bij de Centrale Dienst meeloopt als een
dood paard aan een ketting. Het toezicht
door de opzichter is te enen male onvol
doende. Hij moet 3 gemeenten tegelijk be
dienen. Dit betekent geen critiek op het
werk van dhr. Blaas als opzichter, maar op
het feit dat hij per week maar 2 werktijden
in de gemeente kan zijn.
Dhr. Istha denkt er over het toezicht
geheel in eigen hand te nemen. Dan zijn
de kosten wel erg hoog, maar de voordelen
wegen er tegen op. Nu moet de gemeente bij
het uitvoeren van werken duizenden guldens
voor het toezicht betalen, die dan worden
uitgespaard.
Dhr. Mees zegt dat er veel over wordt
gepraat maar duidelijke voorstellen ont
breken.
De voorzitter: Juist, en die voorsteller
moet financiële gegevens overleggen.
Dhr. Aarnoudse trekt er de conclusie uit
dat de gemeente tegen haar zin met de
Centrale Dienst blijft zitten. Hij vindt dat
erg.
De nadelen van de Dienst moeten, aldus
meent de voorzitter, niet worden overdreven.
Weliswaar is de opzichter slechts 2 keer
per week in de gemeente. Maar als er iets
bijzonders is komt hij desgevraagd ook op
andere tijden. Dat is ook het geval met de
directeur. Eén telefoontje is voldoende om
hem naar Oud-Vossemeer te halen.
Weth. van Driel zou het toejuichen als
hoofdopzichter Boot als definitieve stand
plaats het Eiland Tholen kreeg toegewezen,
dat zou de opzichters ontlasten.
RIOLERINGSPLAN NOG
TOEKOMSTMUZIEK
Dhr. Istha neemt van het in behandeling
zijnde rapport gemeentebegroting 1960 een
gedachtensprong naar het rioleringsplan.
Wanneer is uitvoering daarvan te verwach
ten De voorzitter antwoordt dat B en Ws
zojuist een opgaaf van de plankosten voor
het te bouwen rioolgemaaltje aan het Veer
hebben gevraagd. T.z.t. wordt de raad hier
voor een crediet gevraagd.
Weth. van Driel licht toe dat de gemeente
tot nog toe alleen maar stukken en brokjes
van het nieuwe plan heeft uitgevoerd. Het
is de bedoeling nu een definitief begin te
maken, men wil dan gaan werken vanaf het
Veer.
Uitvoering in één keer, waar dhr. Istha
over spreekt, zal aldus de voorzitter
financieel wel niet mogelijk zijn.
Daar er over de begroting 1960 geen
verdere opmerkingen worden gemaakt wordt
ze tegelijk vastgesteld met die van het Alg.-
en Wezen Armbestuur ongewijzigd vast
gesteld met de cijfers, zoals door B en Ws
voorgesteld.
Voor de exploitatie van de openbare lag.
school is 3894.07 uitgetrokken. Naar
ratio van het aantal leerlingen, lOO2^, wordt
de vergoeding voor de bijzondere scholen
eeveneens 38.72 per leerling, of 3781.65
voor de r.k. en 3536.43 voor de chr.
school.
Dhr. Aarnoudse dankte nog namens de
gehele raad voor het vele cijferwerk, dat
aan het opstellen van de begroting vastzit.
Alles was weer uitnemend verzorgd.
Vervolgens werden de voorschotten bij
zonder kleuteronderwijs over de jaren 1958
en 1959 vastgesteld.
De r.k. school zal op grond van art. 127
der kleuteronderwijswet over 1958 520,
ontvangen. Het voorschot lokaalvergoeding
bedraagt voor de alg. chr. school over dat
jaar 1880.
Over 1959 ontvangen de scholen diverse
bedragen. De r.k. school een lokaalvergoe
ding van 2 x 775.een uitkering vol
gens art. 127 van 480,en een vergoe
ding per kleuter van in totaal 420.
Deze cijfers bedragen voor de alg. chr.
kleuterschool achtereenvolgens 2 x 775.
2 x 1360,en een kleutervergoeding van
480.—.
RONDVRAAG
Tijdens de rondvraag vraagt dhr. Mees
of de gemeente voor een afrastering zorgt
op de gedempte sloot aan de Coentjesweg,
op dezelfde manier als dat aan de Achter
weg gebeurde. De bewoners verkeren daar
over in het onzekere.
De voorzitter: Wij wachten juist af wat
de mensen zelf doen. Hij kan dit geval niet
zonder meer met de Achterweg vergelijken.
Daar staat het ene perceel dicht naast het
andere. In de Coentjesweg wordt de bebou
wing afgewisseld met land. Een eenvormige
heining of haag is hier niet te verwachten.
Ook dhr. van Engelen is geen voorstander
van te ver doorgevoerde eenvormigheid,
alles wordt dan te doods en blokkedoos-
achtig.
De wethouder verondersteld dat allen zo
blij zijn van de sloot verlost te wezen, dat
ze graag op eigen kosten een afscheiding
zullen maken.
De voorzitter wil nog even afwachten
wat de bewoners gaan doen.
Weth. van Driel zou de Herverkaveling
eerst om een bijdrage in de kosten willen
vragen. Hiernaar zal geïnformeerd worden.
Het is dhr. Droogers opgevallen dat de
verlichting van de Patrijzenweg, vooral aan
het einde van die weg, veel te wensen over
laat. De andere leden hebben deze klacht
nimmer gehoord.
De voorzitter wijst er nog op dat inder
tijd enkele lichtpunten zijn bijgeplaatst.
Ook zijn voorstel in de Hikseweg enkele
lichtpunten aan te brengen kan in hun
ogen geen genade vinden.
Weth. van Engelen maant hem tot voor
zichtigheid: Ook in de Hollaereweg staan
een paar huizen zonder verlichting. Het is
nu eenmaal ondoenlijk om overal buitenaf
straatverlichting aan te brengen. De ge
vaarlijke bocht over de Hikschedijk is met
grote kosten prima verlicht. Er moet toch
ergens een grens aan de gemeentelijke zorg
zijn. De voorzitter meent dat met de lusten
van het buitenaf wonen de lasten maar op
de koop toe genomen moeten worden.
Daar er niets meer te behandelen is, wordt
de vergadering gesloten.
De levensgeschiedenis van Douglas Bader
de Engelse piloot zonder benen
„Dóór, hufter," zei hij woedend. „Nou kun je alles bekijken."
De douane-man verstond geen Engels, maar de betekenis van
Bader's woorden kon moeilijk worden misverstaan. Met een rode
kop zei hij nijdig: „Ik heb de bagage gecontroleerd van Britten,
Amerikanen, Fransen, Spanjaarden. Italianen, Grieken, Zweden,
Denen. Dat waren allemaal heren, maar u bent dat niet."
Er volgde nog een heftig debat, maar Bader verried zichzelf
door plotseling in lachen uit te barsten.
In 1948 nam hij Thelma in de Proctor mee naar het Verre Oosten,
en op de uitreis publiceerde een krant in Athene een foto van
hem en een aantal Grieken, die ledematen misten. In het onder
schrift werd hij „de beroemde invalide" genoemd. Invalide 1 Hij
verzorgde zelf zijn toestel, vloog bij elke weersgesteldheid via
Damascus, Baghdad, Basra, Bahrein, Sharjah, Baluchistan, Karachi,
Delhi, Allahabad, Calcutta, Akyab, Rangoon, Mergui naar Penang,
en vandaar naar Singapoer. Daarna ging het door de lucht naar
Borneo, Celebes, Java, Bali en Nieuw Guinea. Dat was een afstand
van 32.000 kilometer en nog niet ze heel lang geleden hadden
mannen (mét benen) zich grote roem verworven met een dergelijke
prestatie in een één-motorig vliegtuig. In twee maanden dat ze
onderweg waren, transpireerde Douglas heel wat ponden weg,
maar Thelma kwam zo'n dertien pond aan en kreeg prompt van
haar echtgenoot de bijnaam „Chubby". In Engeland viel ze al
gauw weer af, maar van haar bijnaam raakte ze slechts twee letters
kwijt; sindsdien heet ze Chub.
Het speet Bader altijd dat hij het derde lid van het gezin niet
op zijn buitenlandse reizen kon meenemen. Shaun was een prachtige,
intelligente golden retriever en Douglas was dol op hem. Maar
zelden speelde hij golf zonder dat Shaun met hem meeging en op
zijn vluchten boven Engeland nam hij de hond altijd mee. Shaun
wipte dan nonchalant in het toestel en hield zich volkomen rustig.
In 1949 begon hij twee-motorige toestellen te vliegen en hij leverde
een Percival Prince in Singapoer af, op welke reis hij Thelma
meenam. In 1951 vond zijn maaschappij dat hij voor zijn lange
vluchten een twee-motorig toestel diende te hebben en hij ver
wisselde de Proctor voor een twee-motorige Miles Gemini, waar
mee hij meteen een vlucht naar de Congo maakte.
Wanneer Bader een tijdje in Londen is geweest, trekt hij er al
gauw weer met zijn Gemini op uit, levert een vliegtuig op een af
gelegen plek van de aarde af, of vliegt met een lijntoestel. Voor
een man die zich niet zou hoeven te schamen als hij zich in een
invalidewagentje voortbewoog, is hij ongelooflijk ambulant; wónt
telkens duikt hij in een andere uithoek van de wereld op. Door
gaans neemt hij zijn golf clubs mee en dikwijls ook zijn vrouw.
Wanneer iemand hem zou zeggen dat hij naar Timboektoe ging,
dan zou Bader naar waarheid kunnen antwoorden: „Daar ben
ik ook geweest." Hij heeft nu al met zeven en veertig verschil
lende vliegtuig-types gevlogen en meer dan vijftig landen hebben
hun herinneringen aan deze enthousiaste wereldreiziger.
Wellicht heeft niets ter wereld zoveel voor de verminkten be
tekent als het voorbeeld van Bader, die al deze slachtoffers
inspireert zoals geen enkele dokter dat kan. Zo was er b.v.
Tinny Dean, zijn oude golfpartner, die in de Westelijke Woestijn
van Noord-Afrika tijdens een tankslag een been had verloren.
Hij schreef Bader in alle oprechtheid dat hij zich er volstrekt
niet druk om maakte.
In 1939 had een jonge leerling-vlieger, Colin Hodgkinson, pre
cies als Bader na een botsing beide benen verloren. Baders' voor
beeld volgend wist hij het zo te plooien dat hij door de R.A.F.
werd aangenomen. Hij vloog Spitfires op operationele vluchten,
werd omlaag geschoten en zwaar gewond door de Duitsers ge
vangen genomen, ofschoon hij Bader nooit in krijgsgevangenschap
heeft ontmoet. Ook Hodgkinson speelt golf en squash ondanks
zijn prothesen.
Dan was er Richard Wood, de zoon van Lord Halifax, die in de
Westelijke Woestijn op een mijn trapte en beide benen verloor.
Het toeval wilde dat hij in een hospitaal werd verpleegd door de
verloofde van Geoffrey Stephenson en toen hij haar over Bader
hoorde spreken, schreef hij aan Thelma (Douglas was toen nog
krijgsgevangene): „Toen ik na de operatie weer bijkwam, vroeg ik
of ik ooit weer zou kunnen lopen en ze antwoordden me: „Natuur
lijk! Kijk maar naar Douglas Bader." Ik heb mij nu voorgenomen te
doen wat hij heeft gedaan, en voor anderen te zijn wat hij voor
mij is geweest. Ik hoop hem nog eens te ontmoeten om hem per
soonlijk te bedanken. Ik heb juist mijn prothesen gekregen en leer
nu lopen."
(Wood's benen zijn boven de knieën afgezet, maar hij loopt met
slechts één stok en is lid van het parlement.)
Wanneer ik in het gezelschap van Bader ben, dringt het maar
hoogst zelden tot me door dat hij geen benen heeft, en ook anderen
die tot zijn kennissenkring behoren, hebben deze ervaring opgedaan.
Bader zelf weet niet meer hoe het was echte benen te hebben,
behalve een enkele keer, wanneer hij het griezelige gevoel krijgt
dat hij zijn voeten nog heeft. Enkele zenuwen en spieren in de stom
pen geven hem de indruk dat hij zijn tenen kan bewegen, 's Morgens
bindt hij zijn prothesen onder zo als een ander zijn schoenen, doch
deze vergelijking is bedrieglijk, want nooit zitten die kunstbenen
hem gemakkelijk en dikwijls veroorzaken ze pijn, al wil hij dat niet
toegeven. Maar uiterst zelden, in een intieme kring, bemerkt men
er heel even wat van; maar dat is dan ook alles.
Toen ik eens in Cornwallis golf met hem speelde, gaf hij geen
teken van pijn maar aan de lunch stelde hij voor de ronde van die
middag maar uit te stellen. Zonder nadenken zei ik: „Je begint oud
te worden, kerel", maar toen hij z'n rechterprothese afdeed was het
dijbeen rauw en rood omdat de metalen huls wat was ingedeukt.
Het moest hem ontzaglijk veel pijn hebben gedaan toen hij over
de course liep. De volgende dag werd een reservebeen in een
crickettas bezorgd, en met pleister^ over de open geschuurde
plekken speelde hij weer. Zijn geheim is eenvoudig hij vertikt
het zich gewonnen te geven.
In 1948 won hij de Chalenge Cup van de Nineteenth Club,
waarbij hij op één dag zes en dertig holes speelde op de heuvel
achtige course te Chamberley, welks smalle fairways worden
omzoomd door dichte heidestruiken. Een hele dag op deze course
is voldoende om ieder speler bék af te doen zijn. Bader's scoring
kaart vermeldde een 79 en een 82. Hij was toen zo fit als de
meeste sportlui van een jaar of vijf en twintig. Rupert Leigh was
er destijds van overtuigd dat Bader zonder zijn ongeluk nog altijd
als fly-half in het Engelse rugby team zou hebben gespeeld. In
Cranwell hingen ze zijn door Cuthbert Orde geschilderd portret in
de gallerij boven de hoofdingang, een geste welke Bader diep
ontroerde.
Hij is nog altijd en wonderlijk mengsel van bescheidenheid en
bravour. Op zijn drukke manier kan hij hoog opgeven van zijn
golf-scores en uitvoerig zijn slagen beschrijven. Mensen die hem
niet kennen, hebben zich daar wel eens aan geërgerd, maar nog
nimmer hebben ze hem horen bluffen over belangrijke dingen die
hij heeft gedaan en die toch waarlijk niet gering in aantal zijn.
Ik heb niet uit de mond van Bader gehoord dat hij voor Engeland
in rugby had zullen uitkomen, en het voorbereidend werk voor
dit boek was practisch gereed toen ik een oud uniformjasje van
hem zag en bemerkte dat hij behalve twee D.S.O.'s en twee D.F.C.'s
ook nog het Légion d'Honneur en het Croix de Guerre bezat.
Deze waren hem verleend voor zijn gevechten boven Duinkerken
in 1940 en boven Noord-Frankrijk in 1941; maar ook dat moest ik
van anderen horen. Het enige wat Bader er over wilde loslaten,
was dat de Franse ambassadeur hem na het opspelden van de
eretekenen op beide wangen had gekust.
Zelden of nooit draagt hij zijn uniform. Hij deed dat een keer
tijdens de hedenking van de Slag om Engeland te North Weald,
waarbij ook andere beroemde vliegers tegenwoordig waren. De
bekende BBC-commentator Richard Dimbleby hield hun een micro
foon voor en verlegen spraken ze een paar woorden. Een jongen
van een jaar of twaalf, die zich zeker niet de Slag kon herinneren,
sloop tussen de politie-afzetting door met een boekje voor het
verzamelen van handtekeningen. Hij kwam op Dimbleby af, die
het tekende. De jongen pakte het boekje weer aan keerde de
vliegers de rug toe en liep tevreden weg. De oorlog was dus
werkelijk afgelopen
Maar al te gemakkelijk geeft Bader door z'n nonchalante manier
van doen de mensen een verkeerde indruk van zichzelf. Hij is de
edelmoedigheid zelve en snel ontroerd door de tegenslag van
anderen. Moeilijk kan hij een bedelaar voorbij gaan zonder iets
voor de man te doen en hij is na de oorlog al heel wat geld kwijt
geraakt aan oude kennissen; daarom gééft hij liever dan dat hij
leent. Hij is onveranderlijk een man van uitersten, onbewogen of
wild enthousiast, een uitermate trouw vriend, maar ook een on
verzoenlijk vijand.
Ik heb wel eens de veronderselling horen uitspreken dat Thelma
het toch maar moeilijk moet hebben met zo'n man. Dat is echter
beslist niet zo. Ik heb maar zelden twee mensen gezien, die zo dol
op elkaar zijn en Thelma is er waarlijk de vrouw niet naar zich
ailes te laten aanleunen. Wanneer ze meent dat het welletjes is,
weet ze feilloos het juiste moment te kiezen om het been stijf
te houden en dan ziet zelfs Douglas geen kans haar tot andere
gedachten te brengen. Wanneer ze samen vliegen, zijn ze geen
van beiden bang voor en ongeluk, omdat ze immers samen zou
den sterven. Nooit zal hij haar alleen laten vliegen, want al
kent hijzelf geen vrees, de gedachte dat zijn naasten hem kunnen
ontvallen is voor hem ondragelijk. Het enige wat hij vreest is:
eenzaamheid. Al het andere heeft hij overwonnen, maar deze
vrees zal hij nooit de baas worden.
Ik sta geheel aan de zijde van hen, die hem de beste jager-com
mandant en de bekwaamste tacticus (en een der beste vliegers)
uit de Tweede Wereldoorlog noemen. Ik ken ook geen tacticus
die in enige andere oorlog zo op de voorgrond is getreden. Maar
zijn grootste triomf vierde hij niet in de luchtoorlog; die oorlog
was slechts een periode welke de aandacht van de wereld vestigde
op die oneindig veel grotere triomf, nl. toen hij de mensheid
een weergaloze moed toonde; niet zijn moed in de strijd en ook
niet zijn moed als invalide, maar een waarachtige levensmoed.
Soms denkt hij met heimwee aan de oorlogsdagen, maar zonder
er naar te verlangen. Een mens kan herinneringen hebben zonder
zich er aan over te geven. Ik weet dat hij nu en dan met suijt
denkt aan het feit dat zijn grote dagen tot het verleden behoren.
Hij vergeet dan dat elke dag opnieuw een overwinning betekent,
een overwinning in stilte behaald en nimmer bezongen. Hij is
geëerd om zijn moed en zijn bekwaamheid in de strijd in de lucht,
maar nog niemand heeft er aan gedacht hem officieel te huldigen
voor zijn voortdurende dagelijkse strijd, waarvan de mensheid meer
profiteert dan van zijn 'krijgsverrichtingen. Zelf ziet hij dat niet zo,
want zijn aard doet hem verlangen naar een dwingender en meer
spectaculaire strijd dan die, welke hij elke dag voert
Ik ben geen religieus mens, maar toch komt wel eens de gedachte
bij mij op dat een macht, die niet van deze wereld is, Bader ge
bruikt om de mensheid in haar strijd een nieuwe les te leren. Want
anders zou het toch té wonderlijk zijn dat de man, die het best
in staat was zich boven het verlies van zijn benen te verheffen,
dit ook werkelijk zou doen en de mensheid nieuwe horizonten zou
tonen door zijn daden in een oorlog, waarin al het oude zo zwaar
op de proef werd gesteld.
Men denke aan de wonderlijke tussenkomst van Dingwall, die
hem hielp zijn school af te lopen en naar Cranwell te gaan. Men
denke aan de ontmoeting hem Halahan in het ministerie voor
Luchtvaart in 1939, welke tot gevolg had dat hij weer bij de
vliegdienst werd geplaatst. (Het was wel een zeer merkwaardig
toeval: hij was immers door een vergissing voor een baan bij de
gronddienst opgeroepen.) Dan was er die ontstellende gebeurtenis
toen, bij het springen uit het vliegtuig, zijn rechterbeen werd
afgerukt. Was dit niet gebeurd dan zou hij op het been zijn neer
gekomen en hoogswaarschijnlijk op afschuwelijke wijze aan zijn
einde zijn gekomen. En was hij met zijn echte been blijven haken,
dan zou hij met zijn toestel omlaag zijn gestort.
Hoe nu tot het einde te komen van deze geschiedenis van een
man, wiens leven nog niet geëndigd is Dat is een taak, wegge
legd voor Shakespeare:
„Niets is óf goed óf slecht, maar ons denken maakt het zo."
EINDE