EENDRACHTBODE Dan maar zo 16e JAARGANG No. 2 27 NOVEMBER 1959 TWEEDE BLAD RAADSVERSLAG OUD-VOSSEMEER. Zoals elders moet ook deze gemeente heel wat bijbrokken in de Badhuisexploitatie - Van het Anjerfonds een mille voor het Smidsklokje - Woningwetwoningen smeken om een verfje - Klem tussen de Centrale Dienst-deur. VICTORY j SnctOO 1 39 PAUL BRICKHILL Maandagvoormiddag kwam de gemeente raad van Oud-Vossemeer om 10.00 uur in voltallige openbare vergadering bijeen. Na welkomstwoord en voorlezing der notulen door de gemeentesekretaris, werden de ingekomen stukken behandeld. Hieronder waren een 3-tal verzoeken om subsidie. In de eerste plaats van de 10 jaar bestaande R. K,. Matigheidsmissie onder Militairen, zich ten doel stellend de on matigheid, vooral op het gebied van sterke drank, tegen te gaan. Dan was er een verzoek van de Stichting Lager Nijverheids Onderwijs in de Bis dommen Breda en den Bosch. Haar doel stellingen worden in de overgelegde sta tuten omschreven als: „het bevorderen van het Lager Nijverheidsonderwijs op Katho lieke grondslag, het bewerkstelligen van lerarenopleidingen, het geven van voorlich ting, het bevorderen van de samenwerking tussen de scholen enz." Men wil nu een z.g. directeurencursus instellen. Het laatste subsidieverzoek was van het Humanistisch Thuisfront. Deze organisatie, die in 1958 tien jaar bestond, bezit militaire tehuizen in Amersfoort, Havelte en Nun- speet. Vorig jaar werd een begin gemaakt met de bouw van een tehuis in 't Harde. Burgemeester en Wethouders waren van mening dat men nu eenmaal niet alles kan subsidiëren. De Stichting Nijverheidsonder wijs is een overkoepelende organisatie, waarmee de gemeente geen binding heeft. Wel geldt als regel niet-wettelijk subsidie te geven indien een leerling uit deze ge meente ergens de een of andere school be zoekt. Wat het laatste verzoek betreft, de verge lijkbare Prot. Chr. en R.1K. Instellingen krijgen evenmin subsidie, doch maken ge bruik van de gelegenheid tot collecteren in de gemeente. Laat het Humanistisch Thuis front hun voorbeeld volgen. Zonder verdere bespreking worden de verzoeken voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter doet mededeling van de goedkeuring van de legesverordening door de Min. v. Binn. Zaken, enkele begrotings wijzigingen en het besluit, met de N.V. Bank voor Ned. Gemeenten een kasgeldlening van 125.000.voor 2 aan te gaan, door Ged. Staten. Voorts is er een gunstig rap port over boeken en kas van de gemeente ontvanger over het 3e kwartaal 1959. EEN MILLE VAN HET ANJERFONDS Met genoegen deelt de voorzitter nog mede dat het Anjerfonds Zeeland berichtte ook 1000,bij te zullen dragen in de restauratiekosten van het smidsklokje. Op de vraag van dhr. Mees naar de stand van het restauratiewerk, kan de voorzitter verheugende mededelingen doen. Zodra dhr. A. P. M. Voets, nadat het klokje 2J-^ jaar in zijn werkplaats te Tholen was geweest, de opdracht tot het werk had gekregen, is hij op voortvarende wijze aan de slag ge gaan. In de werkplaats van zijn broer in Bergen op Zoom wordt er nu met enkele knechts aan gewerkt. Dhr. Mees kan er dus vrijwel zeker van zijn dat het herstelde klokje a.s. voorjaar voor zijn touristen een trekpleister zal wor den. Dhr. Voets toonde de voorzitter enkele sterk door de tand des tijd aangevreten houten poppen. Monumentenzorg wil niet dat ze door ander snijwerk worden ver vangen; het zal een karwei zijn ze weer ge heel te herstellen. Intussen is het klokje in de werkplaats te Bergen op Zoom voor be langstellende raadsleden altijd te bezichtigen. VOOR B. S. EN O. Een ander uitje voor de raadsleden is wellicht het bijwonen van een filmvertoning op maandag 30 november a.s. om half 3 in het Thoolse verenigingsgebouw. Van wege dever. van burgemeesters, sekretaris- sen en ontvangers worden dan films ge- t draaid over de rattenbestrijding en de moge lijkheden van een vuilnisverwerkingsbedrijf. Met de mededeling van dhr. J. L. van Dijke, dat hij zijn benoeming tot lid van de woonruimtecommissie aanneemt, is de lijst van ingekomen stukken uitgeput. Naar aanleiding van een toegezonden vra genlijst is de Bank voor Ned. Gemeenten bereid de gemeente in 1960 een maximaal crediet in rekening-courant te geven van 100.000.Tegen vaststelling van de be treffende overeenkomst heeft niemand be zwaar. Nu de benoeming van een nieuw hoofd aan de R.K. Lagere School een feit is geworden, kan de uitgestelde behandeling van een aanvraag om beschikbaarstelling van gelden voor de aankoop van leermidde len langs de weg van art. 72 der L.O.-wet 1920 voortgang hebben. Het schoolbestuur begroot de uitgaven op 1725,10, volgens onderstaande specificatie: Bijbelse geschiedenis, vnl. platen 482.50 Kerkgeschiedenis 139.50 Nieuwe methode rekenonderwijs voor alle klassen 203.30 Nieuwe methode natuurkunde on derwijs voor klassen 3 t.e.m. 6 117. Methode verkeersonderwijs voor alle klassen 303.50 Idem tekenonderwijs ƒ245.10 1 klassebureau met trede en stoel 235, Bij de voorlezing van de bijbehorende toelichting krijgt men bepaald geen verheven denkbeeld van de aanwezige leermiddelen. Met de voorgenomen vernieuwing kan dus akkoord worden gegaan. Het schoolbestuur zal nu kontakt opnemen met de Inspekteur. Dhr. Mees vraagt nog nadere inlichtingen over het vak verkeersonderwijs. De voor zitter antwoordt dat een verkeerstafel niet in de aanschaffing begrepen is. Andere scholen hebben die ook niet, de Chr. School uitgezonderd. De Ned. Herv. predikant, ds. Van Putten, heeft die indertijd in el kaar geknutseld. Voor de 303.50 denkt het schoolbestuur losse modellen van verkeers borden en werkboekjes te kopen. Op andere scholen is het verkeersonderwijs reeds ge start, het is een verplicht vak geworden. VRIJWILLIG GROND VOOR STRAATVERLICHTING De breedte van de Achterweg is vooral bij de bocht naar de F. D. Rooseveltstraat te gering, nl. slechts 4 m. B en Ws stellen I voor om de straat te verbreden tot 5.60 m, waartoe de bewoners vrijwillig een gedeelte van hun tuingrond beschikbaar gesteld heb ben, tegen betaling van in totaal 1, per man. Het gaat hier om aankoop van een strook grond van A. C. v. d. Klundert, J. C. Ampt en Mej. A. Polderman. Natuur lijk neemt de gemeente de verplichting op zich de afscheidingen met de straat koste loos te verplaatsen. Dhr. Aarnoudse informeert of er ook een trottoir langs komt. Inderdaad is dat de be doeling, het wordt zelfs een 6-tegel-trottoir van 1.80 m breed. De voorzitter leest enkele rapporten voor van de gemeente-opzichter. Het blijkt een kostbare geschiedenis te wor den. Ongeveer 3700,- voor het gedempte gedeelte van de Achterweg en 2700. voor de rest. Daarin is een bedrag voor de verplaatsing van de lichtmast opgenomen. De raadsleden zijn het er echter over eens dat het een mooie oplossing wordt. Zó mooi, dat dhr. Itstha verzucht dat men binnenkort de Achterweg ook wel van een andere naam zal moeten voorzien. SCHOOLMELKVOORZIENING NA NIEUWJAARSDAG Op vaststelling van enkele begrotings wijzigingen volgt een subsidie-aanvraag van het schoolmelkcomité. Desgevraagd zet de voorzitter uiteen dat de schoolmelkvoorzie- ning per 1 januari gaat starten en georgani seerd is door een comité, waarin o.a. de schoolhoofden zitting hebben. De ouders van 221 en 373 kinderen hebben hun mede werking toegezed. Verdeeld naar scholen zijn de cijfers als volgt2 kleuterscholen 52 van de 77; openbare school 63 van de 100 en van de bijzondere scholen 106 van de 196. Verwacht mag worden dat het aantal deelnemers nog stijgen zal als de zaak een maal draait. Het comité schat de kosten, gerekend naar 5 verstrekkingen per week en 40 „drankwe- ken" op 4420.voor totaal 11050 liter. Met bijkomende kosten wordt het uitgaven- totaal al gauw 4670.Daartegenover staan de bijdragen van de ouders van 3315,of TYi cent perdag en een Rijks subsidie van 6 cent per liter of 663. Men komt dan nog 692,tekort, te dra gen door het centraal Schoolmelkcomité en de gemeente. De raadsleden vinden de gemeentelijke bijdrage niet te hoog. Ten aanzien van de levering zegt de voorzitter nog dat de plaat selijke middenstand is ingeschakeld. De 2 melkslijters betrekken de melk, verpakt in flessen met een rietje, dus bekertjes zijn overbodig, rechtstreeks van de fabriek en leveren ze even voor het speelkwartier op de scholen af. Onderzocht zal worden of dhr. Jac. van Vossen een erkend slijter is en dus ook melk mag leveren. Dhr. Mees verwacht dat enkele ouders om financiële redenen niet mee kunnen doen. Dit lijkt de voorzitter onwaarschijnlijk, doch het schoolmelkcomité is altijd bevoegd een spe ciale lagere prijs vast te stellen. Slot-conclusie van de burgemeester: Het zal best gaan, deze melk kost 7Y cent, maar een zakje „patat" minstens 0.10. Bij de Kring Z 5 van de B.B. gaat de gemeente 'n kasgeldlening aan van 20.000, rente 2J^ datum van ingang 1 dec. a.s., met bevoegdheid tot opzegging door beide partijen 1 maand tevoren, doch niet vóór 1 maart 1960. Aan de orde komt dan het rapport van de raadscommissie van onderzoek naar de be grotingen voor volgend jaar van de ge meente, het Wezen Armbestuur en het Al gemeen Armbestuur. Over de beide laatste is men vlug uitgepraat, de commissies had den niets bijzonders te melden. HET BADHUIS IN DISCUSSIE De posten op de gemeentebegroting, waar over de commissie struikelde, worden achter eenvolgens behandeld. Zo schrijft de commissie over de subsidie aan de PI. Afd. v. h. Groene Kruis. „Het nadelig saldo van het badhuis wordt geraamd op het zeer aanzienlijke bedrag van 1800.Meer in het bijzonder trok in de specificatie onze aandacht het zeer hoge bedrag, geraamd voor verlichting, ver warming en water. De vraag is gerezen of een gunstige exploitatie in het vooruitzicht zou komen, wanneer een andere methode dan verwarming door middel van buta-gas zou worden toegepast.". De voorzitter zegt dat niet licht en water, maar de aankoop van butaan- en propaan- gas voor de verwarming het knelpunt vor men. Het Groene Kruisbestuur is daar ook van doordrongen. Zij hebben overwogen in hoeverre een andere methode voordeliger zou zijn. Omschakeling zou een flinke in vestering vergen. Ook is er de moeilijkheid van plaatsruimte voor de nieuwe apparaten, terwijl nog maar moet worden afgewacht of ze goedkoper zouden werken. Bij de stichting van het gebouw raamden deskundigen van het Hoofdbestuur de installatiekosten van de butaanverwarming op 3000.het werden er 8000.—. Sinds vorig jaar zijn de uren van open stelling verminderd om de kosten te drukken. Dhr. Timmermans, penningmeester van het Groene Kruisbestuur, waarin ook de voorzitter zitting heeft, zegt dat het aantal baden langzaam achteruit gaat. Startte men met een weekgemiddelde van 300 en meer, thans ligt dat rond de 200, de laatste 2 we ken maar een goede 150. De reden van deze ernstige teruggang is onbekend. Weth. van Driel stelt voor de openstelling op vrijdag te laten vervallen. Dhr. Mees is daar sterk tegen. Zo spant men het paard achter de wagen. De men sen moeten dan nog langer hun beurt af wachten. De belangstelling zal nog minder worden. Dhr. Timmermans zegt dat vooral op vrij dag veel moeders met hun kinderen komen. Men zou dezen verliezen omdat de moeders met het oog op hun huishouding niet lang wachten kunnen. Dhr. Istha, evenmin voorstander van be perking van de openingsuren, kan moeilijk aannemen dat oliestook niet goedkoper zou zijn. Nu moeten er liefst 7 gasflessen tege lijk in gebruik zijn. Dan heeft men alleen te maken met een grote tank. Dhr. Mees zegt dat het bestuur zich toch moet realiseren wat goedkoper is: Nu uit breiden met grote kosten, of doorgaan met een dure exploitatie en straks toch wellicht een gedwongen vernieuwing. Dhr. Timmermans zegt nog dat het ver schijnsel niet plaatselijk is. In St.-Annaland daalde het aantal baden van 400 tot 200. Besloten wordt dat het Groene Kruisbe stuur deze zaak nog eens goed moet onder zoeken. WONINGWETWONINGEN DIENEN GESCHILDERD Over het volgende punt, onderhoud van woningwet-woningen, schrijft de Commissie: „Het voor onderhoud van de 16 woning wetwoningen geraamde bedrag is niet toerei kend voor het algeheel van buiten schilderen van de woningen, hetgeen ons nodig voor komt. Gaarne zullen wij vernemen of een zoda nige verfbeurt in het voornemen ligt en of de daartoe nodige middelen beschikbaar zijn." De voorzitter heeft de woningen, staande aan de Raadhuis- en Schoolstr., zelf met de gemeente-opzichter bekeken. Het leek toen het beste ze in 1961 te schilderen. De 12 woningen aan de Bou-Kooijmanstraat heb ben nu voorrang, ze staan nog gedeeltelijk in de grondverf. Dhr. Istha is het er niet mee eens. Het zou zeker nodig zijn dat de woningen vol gend jaar niet alleen van buiten maar ook van binnen geschilderd werden. Hij denkt dat de laatste schilderbeurt ongeveer 10 jaar geleden gegeven is. Volgens de voorzitter is dat nog maar een jaar of 7 geleden, 3 schilders kregen toen elk een blokje van 4 huizen te bewerken. De beide wethouders menen ook dat de huizen nodig behandeld moeten worden. De voorzitter zegt toe de zaak nog eens te zullen bekijken. Als laatste argument voert dhr. Istha nog aan dat de gemeente geen huisjesmelker mag worden. Voor de huur moet wat worden gepresteerd. CENTRALE DIENST KOMT ER NIET ZONDER KLEERSCHEUREN AF. Ook dit jaar ontkomt de Centrale Dienst voor bouw-, woning- en welstandstoezicht „Noord-Zeeland" niet aan critiek. De com missie schrijft „Nu in het afgelopen jaar in de raad niets meer werd vernomen ten aanzien van de te vorige jare aangesneden samenwerking met de gemeente- St.-Annaland, nemen wij aan dat ook dit initiatief niet tot resultaat zal hebben, dat aan het voortbestaan van deze dure en onbevredigende dienst een einde komt. Omdat voor opheffing van de gemeen schappelijke regeling een meerderheid nodig is van 2/3 deel der deelnemende gemeenten zouden wij gaarne zien, dat de gemeente besturen op het Eiland Tholen zich in een gemeenschappelijke vergadering met dit vraagstuk bezig hielden. De vraag is of burgemeester en wethou ders bereid zijn een dergelijke vergadering te beleggen. Zo ja, dan zou uit die vergadering een kleine commissie kunnen voortkomen, om het overleg met de gemeentebsturen op Schou- wen-Duiveland en St.-Filipsland te openen. Indien éénmaal tot opheffing van de re geling is besloten ontstaat de vrijheid een nieuwe organisatie, van bescheidener om vang en doeltreffender werkend, te for meren." De voorzitter antwoordt dat over dit punt reeds zeer veel woorden zijn vuil gemaakt. Niet alleen hier in de raad, ook op verga deringen van de deelnemende gemeenten. Ook daar was geen eenstemmigheid. Zoals terecht opgemerkt, voor opheffing is een meerderheid nodig van 2/3. Een andere mogelijkheid is uittreding, aan te vragen minstens 1 jaar voor de afloop van de overeengekomen periode. De finan ciële gevolgen van uittreding zijn moeilijk te overzien. Ook op vergaderingen van de ver. van burgemeesters, sekretarissen en ont vangers is dit besproken. Vergelijkingscij- fers met andere regelingen bieden niet veel houvast. De regelingen lopen te zeer uit een. Het dag. bestuur heeft U in de plaats van de huidige regeling niets aan te bieden. Alles is even vaag. Ook kennen we de me ning van Ged. Staten niet. Tijdens zo'n voorgestelde gemeenschappelijke vergade ring kunnen dus met de cijfers op tafel geen concrete voorstellen worden gedaan, waarom B en Ws er dan ook weinig heil in zien. Omdat verwacht kan worden dat de kos ten van afzonderlijke uittreding te hoog zijn, wil dhr. Istha trachten een 2/3 meerderheid voor opheffing te vinden. Een gemeenschap pelijke vergadering zou goed aan dat doel dienstbaar gemaakt kunnen worden. Men zou een aparte regeling alleen voor het Eiland Tholen kunnen treffen. een lichte sigaar j voor Lfact. De voorzitter voelt daar niets voor. Ook bij opheffing van de huidige dienst blijven de kosten van wachtgelden voor het ont slagen personeel te onzen laste. Dhr. van Engelen vindt het een moeilijk punt, en dhr. Mees zegt dat de gemeente dus met de voet tussen de deur zit. De voorzitter verklaart zich bereid de zaak warm te houden en te proberen alsnog cijfers te krijgen, die houvast geven. Eerst wanneer de onderzoekingen wat opleveren is er reden een vergadering te beleggen. Weth. van Driel zegt dat het Eiland Tho len bij de Centrale Dienst meeloopt als een dood paard aan een ketting. Het toezicht door de opzichter is te enen male onvol doende. Hij moet 3 gemeenten tegelijk be dienen. Dit betekent geen critiek op het werk van dhr. Blaas als opzichter, maar op het feit dat hij per week maar 2 werktijden in de gemeente kan zijn. Dhr. Istha denkt er over het toezicht geheel in eigen hand te nemen. Dan zijn de kosten wel erg hoog, maar de voordelen wegen er tegen op. Nu moet de gemeente bij het uitvoeren van werken duizenden guldens voor het toezicht betalen, die dan worden uitgespaard. Dhr. Mees zegt dat er veel over wordt gepraat maar duidelijke voorstellen ont breken. De voorzitter: Juist, en die voorsteller moet financiële gegevens overleggen. Dhr. Aarnoudse trekt er de conclusie uit dat de gemeente tegen haar zin met de Centrale Dienst blijft zitten. Hij vindt dat erg. De nadelen van de Dienst moeten, aldus meent de voorzitter, niet worden overdreven. Weliswaar is de opzichter slechts 2 keer per week in de gemeente. Maar als er iets bijzonders is komt hij desgevraagd ook op andere tijden. Dat is ook het geval met de directeur. Eén telefoontje is voldoende om hem naar Oud-Vossemeer te halen. Weth. van Driel zou het toejuichen als hoofdopzichter Boot als definitieve stand plaats het Eiland Tholen kreeg toegewezen, dat zou de opzichters ontlasten. RIOLERINGSPLAN NOG TOEKOMSTMUZIEK Dhr. Istha neemt van het in behandeling zijnde rapport gemeentebegroting 1960 een gedachtensprong naar het rioleringsplan. Wanneer is uitvoering daarvan te verwach ten De voorzitter antwoordt dat B en Ws zojuist een opgaaf van de plankosten voor het te bouwen rioolgemaaltje aan het Veer hebben gevraagd. T.z.t. wordt de raad hier voor een crediet gevraagd. Weth. van Driel licht toe dat de gemeente tot nog toe alleen maar stukken en brokjes van het nieuwe plan heeft uitgevoerd. Het is de bedoeling nu een definitief begin te maken, men wil dan gaan werken vanaf het Veer. Uitvoering in één keer, waar dhr. Istha over spreekt, zal aldus de voorzitter financieel wel niet mogelijk zijn. Daar er over de begroting 1960 geen verdere opmerkingen worden gemaakt wordt ze tegelijk vastgesteld met die van het Alg.- en Wezen Armbestuur ongewijzigd vast gesteld met de cijfers, zoals door B en Ws voorgesteld. Voor de exploitatie van de openbare lag. school is 3894.07 uitgetrokken. Naar ratio van het aantal leerlingen, lOO2^, wordt de vergoeding voor de bijzondere scholen eeveneens 38.72 per leerling, of 3781.65 voor de r.k. en 3536.43 voor de chr. school. Dhr. Aarnoudse dankte nog namens de gehele raad voor het vele cijferwerk, dat aan het opstellen van de begroting vastzit. Alles was weer uitnemend verzorgd. Vervolgens werden de voorschotten bij zonder kleuteronderwijs over de jaren 1958 en 1959 vastgesteld. De r.k. school zal op grond van art. 127 der kleuteronderwijswet over 1958 520, ontvangen. Het voorschot lokaalvergoeding bedraagt voor de alg. chr. school over dat jaar 1880. Over 1959 ontvangen de scholen diverse bedragen. De r.k. school een lokaalvergoe ding van 2 x 775.een uitkering vol gens art. 127 van 480,en een vergoe ding per kleuter van in totaal 420. Deze cijfers bedragen voor de alg. chr. kleuterschool achtereenvolgens 2 x 775. 2 x 1360,en een kleutervergoeding van 480.—. RONDVRAAG Tijdens de rondvraag vraagt dhr. Mees of de gemeente voor een afrastering zorgt op de gedempte sloot aan de Coentjesweg, op dezelfde manier als dat aan de Achter weg gebeurde. De bewoners verkeren daar over in het onzekere. De voorzitter: Wij wachten juist af wat de mensen zelf doen. Hij kan dit geval niet zonder meer met de Achterweg vergelijken. Daar staat het ene perceel dicht naast het andere. In de Coentjesweg wordt de bebou wing afgewisseld met land. Een eenvormige heining of haag is hier niet te verwachten. Ook dhr. van Engelen is geen voorstander van te ver doorgevoerde eenvormigheid, alles wordt dan te doods en blokkedoos- achtig. De wethouder verondersteld dat allen zo blij zijn van de sloot verlost te wezen, dat ze graag op eigen kosten een afscheiding zullen maken. De voorzitter wil nog even afwachten wat de bewoners gaan doen. Weth. van Driel zou de Herverkaveling eerst om een bijdrage in de kosten willen vragen. Hiernaar zal geïnformeerd worden. Het is dhr. Droogers opgevallen dat de verlichting van de Patrijzenweg, vooral aan het einde van die weg, veel te wensen over laat. De andere leden hebben deze klacht nimmer gehoord. De voorzitter wijst er nog op dat inder tijd enkele lichtpunten zijn bijgeplaatst. Ook zijn voorstel in de Hikseweg enkele lichtpunten aan te brengen kan in hun ogen geen genade vinden. Weth. van Engelen maant hem tot voor zichtigheid: Ook in de Hollaereweg staan een paar huizen zonder verlichting. Het is nu eenmaal ondoenlijk om overal buitenaf straatverlichting aan te brengen. De ge vaarlijke bocht over de Hikschedijk is met grote kosten prima verlicht. Er moet toch ergens een grens aan de gemeentelijke zorg zijn. De voorzitter meent dat met de lusten van het buitenaf wonen de lasten maar op de koop toe genomen moeten worden. Daar er niets meer te behandelen is, wordt de vergadering gesloten. De levensgeschiedenis van Douglas Bader de Engelse piloot zonder benen „Dóór, hufter," zei hij woedend. „Nou kun je alles bekijken." De douane-man verstond geen Engels, maar de betekenis van Bader's woorden kon moeilijk worden misverstaan. Met een rode kop zei hij nijdig: „Ik heb de bagage gecontroleerd van Britten, Amerikanen, Fransen, Spanjaarden. Italianen, Grieken, Zweden, Denen. Dat waren allemaal heren, maar u bent dat niet." Er volgde nog een heftig debat, maar Bader verried zichzelf door plotseling in lachen uit te barsten. In 1948 nam hij Thelma in de Proctor mee naar het Verre Oosten, en op de uitreis publiceerde een krant in Athene een foto van hem en een aantal Grieken, die ledematen misten. In het onder schrift werd hij „de beroemde invalide" genoemd. Invalide 1 Hij verzorgde zelf zijn toestel, vloog bij elke weersgesteldheid via Damascus, Baghdad, Basra, Bahrein, Sharjah, Baluchistan, Karachi, Delhi, Allahabad, Calcutta, Akyab, Rangoon, Mergui naar Penang, en vandaar naar Singapoer. Daarna ging het door de lucht naar Borneo, Celebes, Java, Bali en Nieuw Guinea. Dat was een afstand van 32.000 kilometer en nog niet ze heel lang geleden hadden mannen (mét benen) zich grote roem verworven met een dergelijke prestatie in een één-motorig vliegtuig. In twee maanden dat ze onderweg waren, transpireerde Douglas heel wat ponden weg, maar Thelma kwam zo'n dertien pond aan en kreeg prompt van haar echtgenoot de bijnaam „Chubby". In Engeland viel ze al gauw weer af, maar van haar bijnaam raakte ze slechts twee letters kwijt; sindsdien heet ze Chub. Het speet Bader altijd dat hij het derde lid van het gezin niet op zijn buitenlandse reizen kon meenemen. Shaun was een prachtige, intelligente golden retriever en Douglas was dol op hem. Maar zelden speelde hij golf zonder dat Shaun met hem meeging en op zijn vluchten boven Engeland nam hij de hond altijd mee. Shaun wipte dan nonchalant in het toestel en hield zich volkomen rustig. In 1949 begon hij twee-motorige toestellen te vliegen en hij leverde een Percival Prince in Singapoer af, op welke reis hij Thelma meenam. In 1951 vond zijn maaschappij dat hij voor zijn lange vluchten een twee-motorig toestel diende te hebben en hij ver wisselde de Proctor voor een twee-motorige Miles Gemini, waar mee hij meteen een vlucht naar de Congo maakte. Wanneer Bader een tijdje in Londen is geweest, trekt hij er al gauw weer met zijn Gemini op uit, levert een vliegtuig op een af gelegen plek van de aarde af, of vliegt met een lijntoestel. Voor een man die zich niet zou hoeven te schamen als hij zich in een invalidewagentje voortbewoog, is hij ongelooflijk ambulant; wónt telkens duikt hij in een andere uithoek van de wereld op. Door gaans neemt hij zijn golf clubs mee en dikwijls ook zijn vrouw. Wanneer iemand hem zou zeggen dat hij naar Timboektoe ging, dan zou Bader naar waarheid kunnen antwoorden: „Daar ben ik ook geweest." Hij heeft nu al met zeven en veertig verschil lende vliegtuig-types gevlogen en meer dan vijftig landen hebben hun herinneringen aan deze enthousiaste wereldreiziger. Wellicht heeft niets ter wereld zoveel voor de verminkten be tekent als het voorbeeld van Bader, die al deze slachtoffers inspireert zoals geen enkele dokter dat kan. Zo was er b.v. Tinny Dean, zijn oude golfpartner, die in de Westelijke Woestijn van Noord-Afrika tijdens een tankslag een been had verloren. Hij schreef Bader in alle oprechtheid dat hij zich er volstrekt niet druk om maakte. In 1939 had een jonge leerling-vlieger, Colin Hodgkinson, pre cies als Bader na een botsing beide benen verloren. Baders' voor beeld volgend wist hij het zo te plooien dat hij door de R.A.F. werd aangenomen. Hij vloog Spitfires op operationele vluchten, werd omlaag geschoten en zwaar gewond door de Duitsers ge vangen genomen, ofschoon hij Bader nooit in krijgsgevangenschap heeft ontmoet. Ook Hodgkinson speelt golf en squash ondanks zijn prothesen. Dan was er Richard Wood, de zoon van Lord Halifax, die in de Westelijke Woestijn op een mijn trapte en beide benen verloor. Het toeval wilde dat hij in een hospitaal werd verpleegd door de verloofde van Geoffrey Stephenson en toen hij haar over Bader hoorde spreken, schreef hij aan Thelma (Douglas was toen nog krijgsgevangene): „Toen ik na de operatie weer bijkwam, vroeg ik of ik ooit weer zou kunnen lopen en ze antwoordden me: „Natuur lijk! Kijk maar naar Douglas Bader." Ik heb mij nu voorgenomen te doen wat hij heeft gedaan, en voor anderen te zijn wat hij voor mij is geweest. Ik hoop hem nog eens te ontmoeten om hem per soonlijk te bedanken. Ik heb juist mijn prothesen gekregen en leer nu lopen." (Wood's benen zijn boven de knieën afgezet, maar hij loopt met slechts één stok en is lid van het parlement.) Wanneer ik in het gezelschap van Bader ben, dringt het maar hoogst zelden tot me door dat hij geen benen heeft, en ook anderen die tot zijn kennissenkring behoren, hebben deze ervaring opgedaan. Bader zelf weet niet meer hoe het was echte benen te hebben, behalve een enkele keer, wanneer hij het griezelige gevoel krijgt dat hij zijn voeten nog heeft. Enkele zenuwen en spieren in de stom pen geven hem de indruk dat hij zijn tenen kan bewegen, 's Morgens bindt hij zijn prothesen onder zo als een ander zijn schoenen, doch deze vergelijking is bedrieglijk, want nooit zitten die kunstbenen hem gemakkelijk en dikwijls veroorzaken ze pijn, al wil hij dat niet toegeven. Maar uiterst zelden, in een intieme kring, bemerkt men er heel even wat van; maar dat is dan ook alles. Toen ik eens in Cornwallis golf met hem speelde, gaf hij geen teken van pijn maar aan de lunch stelde hij voor de ronde van die middag maar uit te stellen. Zonder nadenken zei ik: „Je begint oud te worden, kerel", maar toen hij z'n rechterprothese afdeed was het dijbeen rauw en rood omdat de metalen huls wat was ingedeukt. Het moest hem ontzaglijk veel pijn hebben gedaan toen hij over de course liep. De volgende dag werd een reservebeen in een crickettas bezorgd, en met pleister^ over de open geschuurde plekken speelde hij weer. Zijn geheim is eenvoudig hij vertikt het zich gewonnen te geven. In 1948 won hij de Chalenge Cup van de Nineteenth Club, waarbij hij op één dag zes en dertig holes speelde op de heuvel achtige course te Chamberley, welks smalle fairways worden omzoomd door dichte heidestruiken. Een hele dag op deze course is voldoende om ieder speler bék af te doen zijn. Bader's scoring kaart vermeldde een 79 en een 82. Hij was toen zo fit als de meeste sportlui van een jaar of vijf en twintig. Rupert Leigh was er destijds van overtuigd dat Bader zonder zijn ongeluk nog altijd als fly-half in het Engelse rugby team zou hebben gespeeld. In Cranwell hingen ze zijn door Cuthbert Orde geschilderd portret in de gallerij boven de hoofdingang, een geste welke Bader diep ontroerde. Hij is nog altijd en wonderlijk mengsel van bescheidenheid en bravour. Op zijn drukke manier kan hij hoog opgeven van zijn golf-scores en uitvoerig zijn slagen beschrijven. Mensen die hem niet kennen, hebben zich daar wel eens aan geërgerd, maar nog nimmer hebben ze hem horen bluffen over belangrijke dingen die hij heeft gedaan en die toch waarlijk niet gering in aantal zijn. Ik heb niet uit de mond van Bader gehoord dat hij voor Engeland in rugby had zullen uitkomen, en het voorbereidend werk voor dit boek was practisch gereed toen ik een oud uniformjasje van hem zag en bemerkte dat hij behalve twee D.S.O.'s en twee D.F.C.'s ook nog het Légion d'Honneur en het Croix de Guerre bezat. Deze waren hem verleend voor zijn gevechten boven Duinkerken in 1940 en boven Noord-Frankrijk in 1941; maar ook dat moest ik van anderen horen. Het enige wat Bader er over wilde loslaten, was dat de Franse ambassadeur hem na het opspelden van de eretekenen op beide wangen had gekust. Zelden of nooit draagt hij zijn uniform. Hij deed dat een keer tijdens de hedenking van de Slag om Engeland te North Weald, waarbij ook andere beroemde vliegers tegenwoordig waren. De bekende BBC-commentator Richard Dimbleby hield hun een micro foon voor en verlegen spraken ze een paar woorden. Een jongen van een jaar of twaalf, die zich zeker niet de Slag kon herinneren, sloop tussen de politie-afzetting door met een boekje voor het verzamelen van handtekeningen. Hij kwam op Dimbleby af, die het tekende. De jongen pakte het boekje weer aan keerde de vliegers de rug toe en liep tevreden weg. De oorlog was dus werkelijk afgelopen Maar al te gemakkelijk geeft Bader door z'n nonchalante manier van doen de mensen een verkeerde indruk van zichzelf. Hij is de edelmoedigheid zelve en snel ontroerd door de tegenslag van anderen. Moeilijk kan hij een bedelaar voorbij gaan zonder iets voor de man te doen en hij is na de oorlog al heel wat geld kwijt geraakt aan oude kennissen; daarom gééft hij liever dan dat hij leent. Hij is onveranderlijk een man van uitersten, onbewogen of wild enthousiast, een uitermate trouw vriend, maar ook een on verzoenlijk vijand. Ik heb wel eens de veronderselling horen uitspreken dat Thelma het toch maar moeilijk moet hebben met zo'n man. Dat is echter beslist niet zo. Ik heb maar zelden twee mensen gezien, die zo dol op elkaar zijn en Thelma is er waarlijk de vrouw niet naar zich ailes te laten aanleunen. Wanneer ze meent dat het welletjes is, weet ze feilloos het juiste moment te kiezen om het been stijf te houden en dan ziet zelfs Douglas geen kans haar tot andere gedachten te brengen. Wanneer ze samen vliegen, zijn ze geen van beiden bang voor en ongeluk, omdat ze immers samen zou den sterven. Nooit zal hij haar alleen laten vliegen, want al kent hijzelf geen vrees, de gedachte dat zijn naasten hem kunnen ontvallen is voor hem ondragelijk. Het enige wat hij vreest is: eenzaamheid. Al het andere heeft hij overwonnen, maar deze vrees zal hij nooit de baas worden. Ik sta geheel aan de zijde van hen, die hem de beste jager-com mandant en de bekwaamste tacticus (en een der beste vliegers) uit de Tweede Wereldoorlog noemen. Ik ken ook geen tacticus die in enige andere oorlog zo op de voorgrond is getreden. Maar zijn grootste triomf vierde hij niet in de luchtoorlog; die oorlog was slechts een periode welke de aandacht van de wereld vestigde op die oneindig veel grotere triomf, nl. toen hij de mensheid een weergaloze moed toonde; niet zijn moed in de strijd en ook niet zijn moed als invalide, maar een waarachtige levensmoed. Soms denkt hij met heimwee aan de oorlogsdagen, maar zonder er naar te verlangen. Een mens kan herinneringen hebben zonder zich er aan over te geven. Ik weet dat hij nu en dan met suijt denkt aan het feit dat zijn grote dagen tot het verleden behoren. Hij vergeet dan dat elke dag opnieuw een overwinning betekent, een overwinning in stilte behaald en nimmer bezongen. Hij is geëerd om zijn moed en zijn bekwaamheid in de strijd in de lucht, maar nog niemand heeft er aan gedacht hem officieel te huldigen voor zijn voortdurende dagelijkse strijd, waarvan de mensheid meer profiteert dan van zijn 'krijgsverrichtingen. Zelf ziet hij dat niet zo, want zijn aard doet hem verlangen naar een dwingender en meer spectaculaire strijd dan die, welke hij elke dag voert Ik ben geen religieus mens, maar toch komt wel eens de gedachte bij mij op dat een macht, die niet van deze wereld is, Bader ge bruikt om de mensheid in haar strijd een nieuwe les te leren. Want anders zou het toch té wonderlijk zijn dat de man, die het best in staat was zich boven het verlies van zijn benen te verheffen, dit ook werkelijk zou doen en de mensheid nieuwe horizonten zou tonen door zijn daden in een oorlog, waarin al het oude zo zwaar op de proef werd gesteld. Men denke aan de wonderlijke tussenkomst van Dingwall, die hem hielp zijn school af te lopen en naar Cranwell te gaan. Men denke aan de ontmoeting hem Halahan in het ministerie voor Luchtvaart in 1939, welke tot gevolg had dat hij weer bij de vliegdienst werd geplaatst. (Het was wel een zeer merkwaardig toeval: hij was immers door een vergissing voor een baan bij de gronddienst opgeroepen.) Dan was er die ontstellende gebeurtenis toen, bij het springen uit het vliegtuig, zijn rechterbeen werd afgerukt. Was dit niet gebeurd dan zou hij op het been zijn neer gekomen en hoogswaarschijnlijk op afschuwelijke wijze aan zijn einde zijn gekomen. En was hij met zijn echte been blijven haken, dan zou hij met zijn toestel omlaag zijn gestort. Hoe nu tot het einde te komen van deze geschiedenis van een man, wiens leven nog niet geëndigd is Dat is een taak, wegge legd voor Shakespeare: „Niets is óf goed óf slecht, maar ons denken maakt het zo." EINDE

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1959 | | pagina 5