EENDRACHTBODE ITALIANO DIMMEN.' Dan maar zo! Het veer van Stavenisse op Viane. lekkere Sporthoekje HET OOG OP DE WEG. Dimmen en hoed-afnemen. I een kwestie vên beleefdheid 15e JAARGANG No. 48 23 OCTOBER 1959 TWEEDE BLAD Aan dat gemartel met brandend maagznnr moet U een einde maken. Rennies nemen. Zitting Kantongerecht Er werd maar één zaak behandeld. Spit, Spierpijn I 1 34 PAUL BRICKHILL Het veer van Stavenisse was, gelijk zoveel andere in ons gewest, in eigendom bij de Ambachtsheerlijkheid. Het werd dan door de Heer der plaats voor een zeker aantal jaren verpacht. Dikwijls komt als pachter, in op elkaar volgende tijdvakken, dezelfde familie voor. Vandaar dan ook dat veerschipper meestal een familieberoep was. Als in 1753 de Heerlijkheid Stavenisse, door de erven van de Graaf van Flodorff- Wartenzleben verkocht wordt, vinden we o.a. in de boedelbeschrijving vermeld: ,,Het Veer van Stavenisse op Viane. Verpagt aan Jan van der Loo voor 8 Pond jaars. 48,-). ONDER FRANSE OVERHEERSING Ruim 40 jaar later ontmoeten we als veerman Gijsbregt Slings, geboortig van Bruinisse. Hij was als schippersknecht op het veer van Stavenisse gekomen; en trouwde hier met Helena Elizabeth Wes- dorp omstreeks 1795. In ditzelfde jaar wordt hij ook als veerman van Stavenisse vermeld. Al het lief en leed dat de tijd van Patriotten en Franse overheersing met zich meebracht, heeft hij in deze functie doorleefd. Hij stierf op 26 Mei 1823. Met het vervoeren van Franse legeronder delen, heeft hij alleen al handen volgehad. Als voorbeeld geven we hier een uittreksel uit de Dorpsrekening van 1795. Want zoals we weten beschouwden de Fransen het zo, dat wij ze als bevrijders hadden ingehaald, dus logeerden ze hier op onze kosten. ,,Den Burger Gijsbregt Slings Veerman van Stavenisse op Viane wegens Nagtloon Van overgevoerde Fransche Militairen. Van de Maand Februari 1795 tot den 26 Augustus daaraan in differente Reijzen overgevoert 57 Man Fransche Infantery a 5 Stuijvers per Man 14.5 st.(uivers). Een Reyze met den Generaal des Infants naar Zierikzee 3, Drie Hussare met hun Paarden sijnde or- donnances a 30 Stuijvers de Reys 4.10 st. Van 20 October - 12 November 1795 150 Fransche Militairen overgevoert 37.10 st. Voor de Fransen schijnt 't veer dus nogal als een veel gebruikte overtocht gegolden te hebben. Interessant is ook een publicatie van de vertegenwoordigers van het Bataafsche Ge- meenebest d.d. 6 December 1805. „Met den Veerman van hier naar Viane bij ordinair Vaarbaar Weer. Voor één Perzoon 1,Twee of Meer Perzoonen ieder -.10 st. Bij Ijsgang na becomen Consent van het Gemeente Bestuur. Voor één Perzoon 5,Twee of Drie Perzoonen ieder 3,Vier of Meer Perzoonen ieder 2.10 st. Indien de Veerman wort verpligt om na Zonnen Ondergang te Vaaren, zal de Vragt dubbel moeten worden betaalt. Bij Harde Wint,, zoodat de Koorn-Moole alhier van Vier einde Staat Gezwigt (de zeilen afgenomen). Voor één Perzoon 1,Voor Twee of Meer Perzoonen ieder .10 st. Kinderen beneden 5 jaar waren vrij. Van 5-12 jaar betaalen de halve Vragt.'' De vrachtprijzen waren dus in 10 jaar tijds nogal stabiel gebleven. De overtocht had bij stil weer en laag water plaats met een roeiboot. Waren er paarden of veel passagiers, dan werd ge bruik gemaakt van een zg.n hoogaars. Op deze wijze gebeurde het overzetten nog tot het begin van deze eeuw. Na de Fransche tijd is het veer steeds be langrijker schakel geworden in het vervoer te water in Zeeland. Sinds 1750 liep de postroute Bergen op ZoomZierikzee viia Stavenisse. Vele ouderen zullen zich nog her inneren hoe tweemaal in de 24 uur de post koets op de Voorstraat stilhield. Vlug werd een zak brieven in het postkantoor ver wisseld en voort ging het weer, naar het veer. Hier werd de postiljon overgezet naar Viane, waar koets en paarden hem wacht ten met bestemming Zierikzee. Over een uur is hij weer op Viane en de Veerman die intussen gewacht heeft, vangt de terug tocht aan. Zo ging dat altijd door, één keer 's nachts en één keer overdag. VAN BLINKEN EN VERZINKEN Een tijdlang is er ook op Viane een veer man geweest. Die voer dan de passagiers die naar het eiland Tholen moesten, over. Tenminste als het hoog water was, want voor de kust van Duiveland ligt een heel groot slik. De veerman van Viane kon dus bij eb niet uitvaren. In dit geval hees hij een bal in een lange mast op de dijk. Dit was het sein voor de veerman van Sta venisse dat hij moest komen tot... de rand van het slik. In die tussentijd konden de reizigers „sliklopen". Omgekeerd was dit natuurlijk ook het geval; vertrok men bij eb van Stavenisse, dan moest men het laatste stuk tot Viane over het slik wan delen. Toch voer men vroeger ook wel eens naar de hoek van Ouwerkerk; waar het „diep" tot aan de kust reikt. Sinds de veerdienst met motorboten onderhouden wordt, 45 jaar, wordt uitsluitend op de hoek gevaren. In die tijd bereikte het veer wel zijn hoogste vlucht. Rond 1880 was de eerste aanlegsteiger voor stoomboten gebouwd, vier maal in de week meerden hier de „Middelburgse" en „Zierikzeese" boten die op Rotterdam voeren. Deze verbinding werd een begrip; vanzelfsprekend nam men de boot, als men Holland in moest. Duizenden passagiers en nog eens duizenden stuks vee hebben deze boten vervoerd. Sinds 1900 voer ook de „Tramboot" van Zijpe naar Stavenisse, vijfmaal 's daags heen en terug. In 1931 werd de nieuwe aanlegsteiger gebouwd en vond in 1944 een roemloos einde. En er vandaag mee beginnen. Dan nooit meer zorg en pijnen door overtollig maag zuur. U blust die brand prompt met één of twee Rennies. Makkelijk in te nemen en nog smakelijk ook. Uw apotheker of drogist ver koopt Rennies. En véél. Trouwens, wat is er nog overgebleven van dit drukbevaren veer Bijna niets, dat ons meer aan haar vroegere glorie herin nert. En wat staat er nog te verdwijnen bij de huidige plannen tot afsluiting der haven De auto kwam na de oorlog als winnaar uit de strijd, ondanks de lagere tarieven der boten. Gelukkig maar dat men het plan van 1850 niet uitgevoerd had. In die tijd gooide men allerlei plannen op tafel om het „eilandenrijk" uit zijn isolement te ver lossen. Een dezer plannen was een spoorlijn aan te leggen van Zevenbergen naar Stavenisse. Wie dan van dit eindstation verder naar het westen van Zeeland wilde, was dan weer op de boot aangewezen. Verwezenlij king van dit plan zou al heel slecht gepast hebben in deze tijd van haast en nog eens haast. Tenslotte nog iets over het veerhuis. Zoals we boven gezien hebben stond dit aan de binnenzijde van de zeedijk aan het havenhoofd. In de eerste helft der 19e eeuw had de Margarethapolder geweldig te lijden van oevervallen. Gedurig waren voorzie ningen nodig tot behoud des polders. Het baatte echter weinig want in 1842 en 1848 hadden zulke ernstige vallen plaats, dat de dat de zeedijk over zijn grootste lengte in de diepte verdween. Gelukkig was bijtijds een inlaagdijk aangelegd; door een schenkel- dijk was deze verbonden met het overge bleven gedeelte der zeedijk. Hierdoor werd het zg.n Klein poldertje gevormd, waarin het veerhuis stond. Maar ook dit werd meer en meer door de stroom bedreigd. De overlevering vertelt, dat de veerman meer dan eens aangeraden was zijn huis te ver plaatsen. Hij maakte daar echter niet veel haast mee... totdat zijn vrouw op een goede dag in de kelder komende, het zeewater onder zich hoorde kabbelen. Zodanig was de dijk ondermijnd, dat hij als het jsiare dreef en dacht men; ieder ogenblik kon alles in zee storten. Of ze toen haast maakten, zullen we maar niet vragen. Het gevaar was werkelijk dichtbij want den 12e Aug. 1858 verdween een stuk dijk honderd meter be zijden het veerhuis in de golven. Toch zal de verbeelding de vrouw wel parten ge speeld hebben, want het betreffende gedeelte bestaat nu nog. Sinds dat voorval bestaat het veerhuis van onze tijd, al is het thans, als een gedenkteken uit de jongste wereld oorlog niet meer dan een ruïne. A. J. S. EEN PRODUKT VAN KING- EN RANGFABR1EKEN TONNEMA N.V. SNEEK JUF» w ti c «a v n c»~S Er zijn van die dingen in het leven, die zo rekbaar zijn als een elastiekje. Neem nu het begrip „beleefdheidDie is ons al lemaal de een wat meer, de ander wat minder met de paplepel ingegoten. Zo in de trant van „Jantje neem je petje af", „Pietje, spreek met twee woorden" en alles wat er verder besloten ligt tussen „mond- houden-als-de-groten-praten" en „dames vóór". Maar al is het ons nóg zo goed geleerd en al doen wij nóg zo ons best om alle maal de beleefdheid zelve te zijn, wij hebben toch in velerlei zaken zo ons eigen meninkje over wat wij wél en wat wij niét beleefd vinden. En wat wij als het summum van beleefdheid beschouwen, zal een ander „overdreven" vinden. Of dacht u, dat iedere man het als een vanzelfsprekendheid be schouwt voor zijn echtgenote bij ontmoeting op straat de hoed af te nemen Doordat er (nog) geen wet is, die de beleefdheid in het maatschappelijk verkeer regelt, houden legio mannen hun hoeden op wanneer zij met een dame in een lift staan, laten ach, zij denken het zo goed te doen een dame rustig voorgaan bij het betreden van een restaurant en... enfin, zo kunnen wij doorgaan. Gelukkig zijn er ook héél veel beleefde mensen om ons heen. Maar juist zij illustre ren dikwijls zo treffend de betrekkelijkheid van de beleefdheid, die wij en hun huur lieden bij hen ontdekt hadden. Zo zijn er héél beleefde, alsmaar hoedafnemende he ren, die in hun auto stappen en daarbij plotsklaps een andere opvatting krijgen over wat wei en niet beleefd is. Die eenmaal in de anonimiteit van het verkeer onderge doken een soort „wie-doet-me-wat" stijl er op nahouden. Beleefdheidsvormen, die zelfs veelal bo vendien op wettelijke verplichtingen berus ten, zijn voor hen taboe. In het gewone ver keer op de weg kunt u ze dagelijks aan treffen. Een voorbeeld De automobilisten, die het eenvoudig vertikken, even hun dim- schakelaar te bedienen en er niet bij denken (of willen denken ?J dat verblinding van een tegenligger 't zij automobilist, fietser, voerman of voetganger niet alleen straf baar maar ook super-onbeleefd is. Dimmen, tijdig dimmen dus zodra men het schijn sel van een tegenligger ook maar ziet op doemen, bijv. na de bocht of aan de andere kant van een heuveltop is een kwestie van wellevendheid. Ook zijn er hele le gioenen overigens heel beleefde lieden, die er niet aan denken (of willen denken dat het van korrektheid getuigt óók te dimmen voor een auto, die men achteroprijdt. Verblinding van een vóórligger via de achteruitkijkspiegel is dikwijls net zo hin derlijk én gevaarlijk als voor een tegen ligger. Een pet of zakdoek erover (niet de voorligger maar de spiegel, wel te verstaan) doet wonderen, mits men niet vergeet, die weer direkt na het euvel te verwijderen. Voor hen, die door een tegenligger verblind worden, blijft het gebod: „niet in de bundel, maar rechts naar de berm kijken" de beste remedie. Dan zijn er nog de overigens goedwiilen- den, die er niet meer over piekeren om te dimmen, zodra zij op autowegen met ge scheiden rijbanen rijden. Daar zou 't niet zo nodig zijn. Niets is minder waar. De mate van verblinding is -inderdaad door de grotere onderlinge afstand wat minder, dan wanneer er geen tussen berm is. Plotselinge hiaten in de beplanting van tussenbermen werken een geheel onverwacht optredende verblinding in de hand. Letterlijke verblinding van de medemens op de weg is al even onbeleefd als de figuur lijke „verblinding" van anderen in het ge wone leven. Om van het gevaar dan nog maar te zwijgen. Daarom vinden wij, dat in boeken over „hoe het eigenlijk hoort" dimmen en hoed- afnemen voortaan in één adem genoemd moeten worden Publikatie van het Verbond voor Veilig Verkeer Het was maar een heel korte zitting van het Kantongerecht Zierikzee, dat zoals ge bruikelijk op de 3e vrijdag van de maand naar Tholen kwam. Een zaak werd name lijk tot volgende maand aangehouden, terwijl er toen maar één meer overbleef. En daar van was de verdachte, een zekere J. C. R. uit Rotterdam zelf niet verschenen. Wel was aanwezig de schadevorderende partij in de persoon van de heer L. H. uit Stavenisse, inspecteur van het Levensver. Mij J. C. R. was namelijk met een motor met zijspan vanaf de Stavenisse Voorstraat de Stoofdijk opgereden en had daarbij onvoldoende rechts gehouden met gevolg, dat hij een bot sing veroorzaakte met de auto van L. H. die vanaf de Stoofdijk de Voorstraat wilde oprijden. Het was niet zo bijzonder hard aangekomen, maar de schadevordering van H. bedroeg nochtans 83.80. H. werd als getuige gehoord en verklaarde dat R. tegen hem was opgereden na remmen. In een aan de kantonrechter gezonden brief verklaarde verdachte wel voldoende rechts te hebben gehouden. Getuige H. weer er op, dat het daar een zeer onoverzichtelijke driesprong is, maar dat er toch voldoende ruimte was elkaar ongeschonden te passeren. De officier van Justitie, mr. Ph. M. Skhenkenberg van Mierop achtte het ten laste gelegde vol doende bewezen en veroordeelde R bij ver stek tot een geldboete van 25,of 5 d.h. en toewijzing van de civiele vordering ad. 83.80. Mr. W. E. van Vloten" onder- j streepte deze eis in een gelijkwaardig vonnis. Beleefd zijn we allemaal, dat staat vast. Alleen vergeten we het wel eens, bijvoorbeeld maar al te dikwijls in het verkeer. Daar denken we nog maar al te veel aan ons eigen belangetjes, onze eigen haast, onze eigen tijdnood, enz. enz. Wat meer eer bied voor de medemens is op de weg geen overbodige luxe en zonder nu te willen beweren, dat wij voor iedere medeweggebruiker de hoed moeten afnemen, zijn wij het toch wel eens met het Veilig-Verkeer's mannetje Wouter Wegwijs als hij consta teert: DIMMEN EEN KWESTIE VAN BELEEFDHEID. verliespunten hebben. Inmiddels is nog een elfde deelnemer aan deze klasse toegevoegd, waardoor het wel een grote klasse gaat worden en het zaak is weinig ontmoetingen uit te stellen. De nieuweling is Velocitas van de Kon. Militaire Academie in Breda. De stand in deze klasse is thans LEIDERS: SMERDIEK 1, GOOD LUCK 3 EN CHRISLANDIA 2. Na 5 ronden te hebben gespeeld is het wel interessant de standen eens te gaan voorleggen. Daartoe zullen we ons wat de wedstrijdverslagen van zaterdag betreft, dan wat moeten beperken. In de 1ste klasse A werd de ontmoeting ChrislandiaVrederust uitgesteld. In 's Gra venmoer heeft Smerdiek het gedaan weten te krijgen om de leider te blijven, wat gepaard ging met een technisch overwicht, maar toch nog met enig geluk. Het werd een wat benauwde 1-2 Smerdiekse zege, waarbij en reumatische pijnen wrijft U eveneens weg met m W a AA echter de punten toch mee naar huis geno men konden worden. Kogelvangers behoort kennelijk tot de zwakste broeders en moest thuis in Seolto zijn meerdere erkennen door met 4 - 5 te verliezen. PTT schoot uit zijn slof en won met 3-1 van HNC, wat het de leiders weer gemakkelijker maakt. In de kopgroep zit nu hier Smerdiek en Chris landia nog zonder nederlagen, al is het dan bij Smerdiek met 2 en bij Chrislandia met 1 verliespunt. Vrederust verloor een partij en spreekt dus ook nog een woordje mee. Hetzelfde geldt voor Good Luck 2, terwijl de kopgroep de overige deelnemers in deze klasse wel als ongevaarlijk kan beschouwen, wat niet wegneemt, dat ze er wel een keertje op kunnen struikelen. Zoals gewoon lijk zitten ONI en HNC in de middengroep, terwijl Kogelvangers, Seolto en PTT om de rode lantaarn schijnen te gaan twisten. De stand is hier gs. gw. gl. verl. pt. vr. tg. Smerdiek I 5 3 2 0 8 18 7 Vrederust I 4 3 0 1 6 16 11 Chrislandia I 3 2 1 0 5 9 5 HNC I 4 2 0 2 4 13 7 Good Luck 2 4 2 0 2 4 10 9 PTT I 4 2 0 2 4 9 16 ONI I 4 1 1 2 3 7 7 Seolto I 5 1 1 3 3 10 15 Kogelvangers I 5 0 1 4 1 9 16 Totaal 38 wedstr. 38 punten 2e KLASSE Blauw Wit had geen terrein beschikbaar, zodat WHS traditioneel weer in aantal wedstrijden ten achter komt. The Gunners 2 kwam vrij gemakkelijk tot winst op Smer diek 2. Het werd 5-2. The Gunners 2 zal in deze afdeling wel gaan meetellen. VVN 2 klopte HNC 2 met 4-1 en Seolto 2 kon weer eens winst behalen, nu het dit jaar zwakke SSC 2 op bezoek kwam. Het werd 2-1. De kopgroep in deze afdeling bestaat uit Good Luck 3, The Gunners 2 en WHS 1, waarbij eerst- en laatstgenoemde nog geen gs. gw. gl. verl. pt. vr. tg- Good Luck 3 4 4 0 0 8 24 2 The Gunners 2 5 4 0 1 8 20 8 WHS 1 3 3 0 0 6 15 8 Sprang 2 3 2 0 1 4 8 8 VVN 2 4 2 0 2 4 11 16 Seolto 2 5 1 2 2 4 5 14 Smerdiek 2 4 1 1 2 3 9 9 BWR 1 3 1 0 2 2 8 12 SSC 2 6 1 0 5 2 11 20 HNC 2 5 0 1 4 1 8 12 Velocitas kma 0 0 0 0 0 0 0 Totaal 42 wedstr. 42 punten IN DE 3e KLASSE A doen de Chrislandianen het best, wat niet alleen uit de stand blijkt, maar ook uit de gespeelde wedstrijden van zaterdag. Chris landia 3 won uit van Vrederust 2 met 4-5. Chrislandia 2 won uit van WHS 2 met 0-3. Vosmeer 3 moest in Dinteloord 2 zijn meer dere erkerinen: 1-5, terwijl Dinteloord 3 de prestatie leverde van Kogelvangers 2 met 5-1 te winnen. De Heiningers staan er dus in beide klas sen uitstekend voor. De stand in klas 3 luidt gs. gw. gl- verl. pt. vr. tg- Chrislandia 2 4 3 1 0 7 13 5 Dinteloord 2 4 3 1 0 7 12 4 Chrislandia 3 5 3 1 1 7 25 10 Dinteloord 3 4 2 0 2 4 12 11 Kogelv. 2 4 2 0 2 4 6 9 Vrederust 2 5 1 0 4 2 16 15 Vosmeer 3 5 1 0 4 2 6 24 WHS 2 3 0 1 2 1 2 8 Totaal 34 wedstr. 34 punten DE VERWACHTING In de 1ste klasse A gaat Good Luck 2 zijn positie verstevigen door van PTT te winnen. HNG zal trachten Chrislandia een halt toe te roepen en onmogelijk is dat niet. Het valt niet .mee om op het HNC terrein aan punten te komen. Maar Chrislandia houdt tot de laatste minuut vol en zal daar om toch wel kans zien er een gelijkspel uit te halen. ONI zal wel van Seolto winnen. 2e KLASSE A WHS krijgt Sprang 2 op bezoek en mag thuis niet tot verlies komen om te blijven meespreken. Winst is mogelijk. Smerdiek 2 heeft eenzelfde kans nu VVN 2 daar op be zoek komt. Seolto 2 zal dat minder gemak kelijk gaan, om dat Blauw Wit uit Roo sendaal daar wordt verwacht. We houden het op de gasten. HNC 2 zal moeten toe zien, dat de Good Luck veteranen de winst meenemen. Van de nieuweling Velocitas uit Breda kunnen we weinig positiefs zeggen. Het speelt thuis tegen een stadsgenoot, die niet voor de poes is: The Gunners 2. IN DE 3e KLASSE gaat Chrislandia 2 van WHS 2 met flinke cijfers winnen. Kogelvangers 2 zal moeten uitkijken om Chrislandia 3 de baas te blij ven. Dinteloord 3 speelt thuis tegen het eveneens thuis-spelende Dinteloord 2 en zal de winst aan zijn hoger geklasseerde moeten laten, ondanks het derby-risico. De levensgeschiedenis van Douglas Bader de Engelse piloot zonder benen „Kalm aan maar," zei Todd. „Dat ga ik hem nu zeggen, ik wilde jullie eerst even waarschuwen. Dan kun je je gereed houden als hij de Goons op je afstuurt om jullie naar buiten te drijven." Vol spanning wachten ze, terwijl Todd met de Kommandana sprak. Het scheen dat een S.S.-divisie voornemens was stellingen te verdedigen achter een heuvelrug in de buurt; en dat het kasteel daarbij in de vuurlinie zou komen te liggen. De divisiecommandant was bang dat de burcht en zijn inwoners hem bij deze operatie last zouden bezorgen. Todd wees de Kommandant er met nadruk op dat een evacuatie van het kamp hem door de Geallieerden uiterst kwalijk genomen zou worden en de Kommandant trok zich terug om hierover na te denken en contact op te nemen met de divisiecommandant. De gevangenen waren juist van plan zich achter barricaden terug te trekken, toen de Kommandant hun bericht zond dat ze op eigen risico konden blijven, mits niemand seinen uit de ramen gaf. Die middag zagen de gevangenen door de ramen nog meer mondingsvuur en de rook van branden; ook hoorden ze hoe granaten over het kasteel heen begonnen te suizen. Bader stond juist met Howe en Dollar tussen de tralies door te kijken, toen plotseling een felle, witte vlam hem verblindde en een daverende explosie hem tegen de grond wierp, waarne een regen van kalk van het plafond op hem neerdaalde. In de bovenhoek van het raam waren stenen afgebrokkeld, doordat daar een granaat was ingeslagen. Even later werd in de Kommandantur een Feldwebel op slag gedood toen hij uit een raam keek en een granaat in zijn gezicht kreeg. Niemand scheen te weten wat er eigenlijk aan de hand was en toen het donker begon te worden, was de situatie nog even ver ward, ofschoon de onverstoorbare Duitse bewakers nog altijd op hun posten stonden en de schildwachten op de met prikkeldraad afgesloten terrassen marcheerden. Bader keek bewonderend naar hen en zei tegen Dollar: „Ik geloof vast dat ze zelfs nu nog op ons zouden schieten, als we probeerden te ontvluchten." Zonderling genoeg was iedereen die avond in een ruziestemming. Sommigen hadden nu al zo'n vijf jaar gevangen gezeten en die laatste uren vraten aan de zenuwen. Bader was nu al drie en een half jaar in gevangenschap geweest. Het kasteel lag precies tussen batterijen veldgeschut en de gehele nacht floten de granaten er overheen om aan weerskanten te ontploffen. Pas bjj het aanbreken van de dag werd het rustiger en zagen een paar gevangenen kans om wat te slapen. Bader werd wakker door het gestamp van voeten en geschreeuw op de binnenplaats. Meteen was hij klaar wakker en gespte hij z'n benen onder, terwijl de anderen al naar beneden holden. Hij hoorde iemand ongeduldig naar boven roepen en stampte toen zo snel hij kon de trappen af. Op de binnenplaats zag hij te midden van juichende gevangenen Amerikaanse soldaten en ook een rij Duitse bewakers, die een voor een hun geweren kwamen inleveren. Hij liep de binnenplaats op en voegde zich bij de lachende ge vangenen om de Amerikanen voor de eerste keer werkelijk rustiger dan Britten de hand te drukken. Het gejuich hield nog minuten lang aan en stierf toen weg. Het was allemaal voorbij; ze waren bevrijd. Maar hoe ver warrend en verlammend was het allemaalNiemand scheen te weten wat hij moest doen of denken. De spanning was gebroken in één enkel ogenblik van vreugde, dat als een vuurpijl het heelal had verlicht en hen nu in het duister der onzekerheid had achter gelaten. Püpcke was er ook nog en Bader hoorde een Britse kolonel tegen hem zeggen „Ik viel me verplicht u te zeggen dat u zich, zo lang we hier zijn geweest, goed hebt gedragen." Püpcke maakte een lichte buiging en zei„Dank u," er aan toevoegend „Ziet u, dit is de tweede maal dat ik mijn vaderland verslagen zie." Toen doken plotseling drie Amerikaanse oorlogscorrespondenten op, die Bader met vragen overstelpten. Tot zijn verrassing zag hij dat een hunner een meisje was, een écht meisje met rood haar, gekleed in battledress. Ze vertelde dat ze met en jeep teruggingen naar het hoofdkwartier van het Eerste Leger in Naunberg. Had hij zin met hen mee te gaan Hij stopte een paar dingen en zijn boeken in een plunjezak en even later zat hij in de jeep en reed over de ophaalbrug, de steile weg omlaag en door het dorp, waar uit vrijwel elk raam een witte handdoek of laken hing ten teken van overgave. Ze reden hard en hij had trouwens geen lust om te praten. Hij zat maar naar het voorbij glijdende land te kijken en probeerde zich te realiseren dat hij nu werkelijk vrij was. Maar dat zo lang gekoesterde woord had nu geen enkele betekenis voor hem. Want hij dreef nog altijd terug uit die andere wereld, met de nevelen rondom zijn hoofd; hij gleed terug over de Styx, was afgesneden van het verleden, doch had nog altijd geen wortels in het heden en was immers nog altijd ver van het vertrouwde eigen vaderland vandaan. Zo voelde hij zich een vreemde tussen die Amerikanen, die opgewonden in het heden leefden, waarmee ze immers zo vertrouwd waren. Achter zich kon hij nog steeds het gebulder der kanonnen horen. Ze kwamen langs een vliegveld en hij herkende een aantal Me 109's, allen doormidden gebroken zodat de rompen tot op de grond zakten. Ze zagen er zo heel anders uit dan de 109's, die hij had gekend. „De Krauts hebben er handgranaten in gegooid," zei een der Amerikanen laconiek. Ze passeerden een oprukkende Amerikaanse pantserdivisie, een eindeloze, bulderende slang van staal, waar hij zijn ogen naar uitkeek. In de dorpen wuifden de kinderen naar de tanks en ook naar hem, in de jeep. 't Was allemaal zo onwezenlijk. Tegen het invallen van de duisternis bereikten ze Naunberg en in een school, die als hoofdkwartier was ingericht, werd hij hartelijk door officieren verwelkomd; maar ze hadden massa's dingen te doen en hoe vriendelijk ze ook waren, hij voelde zich toch de man die hier niet thuis hoorde. Toen kwam een Britse majoor, een jonge verbindingsofficier, hem begroeten en meteen was hij weer een beetje op zijn gemak gesteld. Ze kregen een maaltijd, bestaande uit legerrantsoenen en hij stopte zich heerlijk ofschoon met 'n beetje schaamte vol met dat sneeuwwitte legerbrood, dat zoet als cake smaakte. Aanmerkelijk opgeknapt vroeg hij de majoor „Zijn er hier Spitfires in de buurt Neen, antwoordde de majoor, die waren allemaal verder naar het Noorden, bij de Britse strijdkrachten. „Kan ik daar niet heen vroeg Bader. „Ik zou graag noq een paar vluchten maken voor deze affaire afloopt." „Goeie genade, kerel zei de majoor ontsteld. „Zet dat toch uit uw hoofd en ga naar huis. U hebt waarachtig uw portie-wel gehad. Hij maakte Bader heel duidelijk dat het volstrekt geen zin meer had. Twee officieren namen hem door de verduisterde straten mee naar een particuliere woning, waar hij kon slapen. De Duitse bewoners hadden zich in het andere deel van het huis terugge trokken. Hij scharrelde wat door de royaal gemeubileerde kamer rond en bekeek de vele suisterijen, speciaal een antieke, zilveren snuifdoos. „Dougzei een der officieren. „Pik dat ding gerust in. Je hoeft geen medelijden met die beroerlingen te hebben." Maar hij liet het doosje liggen. Want de kwestie was dat hij ivel medelijden met ze had. Nu er niet meer te vechten viel, was het alsof zijn haat was verminderd, maar hij vond het verstandiger dat niet tegen de anderen te zeggen omdat ze nog altijd in deze oorlog leefden en het niet zouden kunnen begrijpen. Niet lang daarna kroop hij in het veren bed en daar lag hij de hele nacht klaar wakker, heel rustig, steeds nadenkend en zoekend naar een houvast. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1959 | | pagina 5