EENDRACHTBODE
ITALIANO
DIMMEN.'
Dan maar zo!
Het veer van Stavenisse op Viane.
lekkere
Sporthoekje
HET OOG OP DE WEG.
Dimmen en hoed-afnemen.
I
een kwestie vên beleefdheid
15e JAARGANG No. 48
23 OCTOBER 1959
TWEEDE BLAD
Aan dat gemartel
met brandend maagznnr
moet U een einde maken.
Rennies nemen.
Zitting Kantongerecht
Er werd maar
één zaak behandeld.
Spit, Spierpijn
I
1 34 PAUL BRICKHILL
Het veer van Stavenisse was, gelijk
zoveel andere in ons gewest, in eigendom
bij de Ambachtsheerlijkheid. Het werd dan
door de Heer der plaats voor een zeker
aantal jaren verpacht. Dikwijls komt als
pachter, in op elkaar volgende tijdvakken,
dezelfde familie voor. Vandaar dan ook
dat veerschipper meestal een familieberoep
was.
Als in 1753 de Heerlijkheid Stavenisse,
door de erven van de Graaf van Flodorff-
Wartenzleben verkocht wordt, vinden we
o.a. in de boedelbeschrijving vermeld: ,,Het
Veer van Stavenisse op Viane. Verpagt
aan Jan van der Loo voor 8 Pond jaars.
48,-).
ONDER FRANSE OVERHEERSING
Ruim 40 jaar later ontmoeten we als
veerman Gijsbregt Slings, geboortig van
Bruinisse. Hij was als schippersknecht op
het veer van Stavenisse gekomen; en
trouwde hier met Helena Elizabeth Wes-
dorp omstreeks 1795. In ditzelfde jaar wordt
hij ook als veerman van Stavenisse vermeld.
Al het lief en leed dat de tijd van Patriotten
en Franse overheersing met zich meebracht,
heeft hij in deze functie doorleefd. Hij
stierf op 26 Mei 1823.
Met het vervoeren van Franse legeronder
delen, heeft hij alleen al handen volgehad.
Als voorbeeld geven we hier een uittreksel
uit de Dorpsrekening van 1795. Want zoals
we weten beschouwden de Fransen het zo,
dat wij ze als bevrijders hadden ingehaald,
dus logeerden ze hier op onze kosten.
,,Den Burger Gijsbregt Slings Veerman
van Stavenisse op Viane wegens Nagtloon
Van overgevoerde Fransche Militairen.
Van de Maand Februari 1795 tot den
26 Augustus daaraan in differente Reijzen
overgevoert 57 Man Fransche Infantery
a 5 Stuijvers per Man 14.5 st.(uivers).
Een Reyze met den Generaal des Infants
naar Zierikzee 3,
Drie Hussare met hun Paarden sijnde or-
donnances a 30 Stuijvers de Reys
4.10 st.
Van 20 October - 12 November 1795
150 Fransche Militairen overgevoert
37.10 st.
Voor de Fransen schijnt 't veer dus nogal
als een veel gebruikte overtocht gegolden te
hebben.
Interessant is ook een publicatie van de
vertegenwoordigers van het Bataafsche Ge-
meenebest d.d. 6 December 1805.
„Met den Veerman van hier naar Viane
bij ordinair Vaarbaar Weer. Voor één
Perzoon 1,Twee of Meer Perzoonen
ieder -.10 st. Bij Ijsgang na becomen
Consent van het Gemeente Bestuur. Voor
één Perzoon 5,Twee of Drie Perzoonen
ieder 3,Vier of Meer Perzoonen ieder
2.10 st.
Indien de Veerman wort verpligt om na
Zonnen Ondergang te Vaaren, zal de Vragt
dubbel moeten worden betaalt.
Bij Harde Wint,, zoodat de Koorn-Moole
alhier van Vier einde Staat Gezwigt (de
zeilen afgenomen).
Voor één Perzoon 1,Voor Twee of
Meer Perzoonen ieder .10 st. Kinderen
beneden 5 jaar waren vrij. Van 5-12 jaar
betaalen de halve Vragt.''
De vrachtprijzen waren dus in 10 jaar
tijds nogal stabiel gebleven.
De overtocht had bij stil weer en laag
water plaats met een roeiboot. Waren er
paarden of veel passagiers, dan werd ge
bruik gemaakt van een zg.n hoogaars. Op
deze wijze gebeurde het overzetten nog tot
het begin van deze eeuw.
Na de Fransche tijd is het veer steeds be
langrijker schakel geworden in het vervoer
te water in Zeeland. Sinds 1750 liep de
postroute Bergen op ZoomZierikzee viia
Stavenisse. Vele ouderen zullen zich nog her
inneren hoe tweemaal in de 24 uur de post
koets op de Voorstraat stilhield. Vlug werd
een zak brieven in het postkantoor ver
wisseld en voort ging het weer, naar het
veer. Hier werd de postiljon overgezet naar
Viane, waar koets en paarden hem wacht
ten met bestemming Zierikzee. Over een
uur is hij weer op Viane en de Veerman
die intussen gewacht heeft, vangt de terug
tocht aan. Zo ging dat altijd door, één keer
's nachts en één keer overdag.
VAN BLINKEN EN VERZINKEN
Een tijdlang is er ook op Viane een veer
man geweest. Die voer dan de passagiers
die naar het eiland Tholen moesten, over.
Tenminste als het hoog water was, want
voor de kust van Duiveland ligt een heel
groot slik. De veerman van Viane kon dus
bij eb niet uitvaren. In dit geval hees hij
een bal in een lange mast op de dijk. Dit
was het sein voor de veerman van Sta
venisse dat hij moest komen tot... de rand
van het slik. In die tussentijd konden de
reizigers „sliklopen". Omgekeerd was dit
natuurlijk ook het geval; vertrok men bij
eb van Stavenisse, dan moest men het
laatste stuk tot Viane over het slik wan
delen. Toch voer men vroeger ook wel eens
naar de hoek van Ouwerkerk; waar het
„diep" tot aan de kust reikt. Sinds de
veerdienst met motorboten onderhouden
wordt, 45 jaar, wordt uitsluitend op de
hoek gevaren. In die tijd bereikte het veer
wel zijn hoogste vlucht.
Rond 1880 was de eerste aanlegsteiger
voor stoomboten gebouwd, vier maal in
de week meerden hier de „Middelburgse"
en „Zierikzeese" boten die op Rotterdam
voeren. Deze verbinding werd een begrip;
vanzelfsprekend nam men de boot, als men
Holland in moest. Duizenden passagiers en
nog eens duizenden stuks vee hebben deze
boten vervoerd. Sinds 1900 voer ook de
„Tramboot" van Zijpe naar Stavenisse,
vijfmaal 's daags heen en terug. In 1931
werd de nieuwe aanlegsteiger gebouwd en
vond in 1944 een roemloos einde.
En er vandaag mee beginnen. Dan nooit
meer zorg en pijnen door overtollig maag
zuur. U blust die brand prompt met één of
twee Rennies. Makkelijk in te nemen en nog
smakelijk ook. Uw apotheker of drogist ver
koopt Rennies. En véél.
Trouwens, wat is er nog overgebleven
van dit drukbevaren veer Bijna niets, dat
ons meer aan haar vroegere glorie herin
nert. En wat staat er nog te verdwijnen bij
de huidige plannen tot afsluiting der haven
De auto kwam na de oorlog als winnaar
uit de strijd, ondanks de lagere tarieven der
boten. Gelukkig maar dat men het plan
van 1850 niet uitgevoerd had. In die tijd
gooide men allerlei plannen op tafel om het
„eilandenrijk" uit zijn isolement te ver
lossen.
Een dezer plannen was een spoorlijn aan
te leggen van Zevenbergen naar Stavenisse.
Wie dan van dit eindstation verder naar
het westen van Zeeland wilde, was dan
weer op de boot aangewezen. Verwezenlij
king van dit plan zou al heel slecht gepast
hebben in deze tijd van haast en nog eens
haast.
Tenslotte nog iets over het veerhuis.
Zoals we boven gezien hebben stond dit
aan de binnenzijde van de zeedijk aan het
havenhoofd. In de eerste helft der 19e eeuw
had de Margarethapolder geweldig te lijden
van oevervallen. Gedurig waren voorzie
ningen nodig tot behoud des polders. Het
baatte echter weinig want in 1842 en 1848
hadden zulke ernstige vallen plaats, dat de
dat de zeedijk over zijn grootste lengte in
de diepte verdween. Gelukkig was bijtijds
een inlaagdijk aangelegd; door een schenkel-
dijk was deze verbonden met het overge
bleven gedeelte der zeedijk. Hierdoor werd
het zg.n Klein poldertje gevormd, waarin
het veerhuis stond. Maar ook dit werd
meer en meer door de stroom bedreigd. De
overlevering vertelt, dat de veerman meer
dan eens aangeraden was zijn huis te ver
plaatsen. Hij maakte daar echter niet veel
haast mee... totdat zijn vrouw op een goede
dag in de kelder komende, het zeewater
onder zich hoorde kabbelen. Zodanig was
de dijk ondermijnd, dat hij als het jsiare
dreef en dacht men; ieder ogenblik kon alles
in zee storten. Of ze toen haast maakten,
zullen we maar niet vragen. Het gevaar was
werkelijk dichtbij want den 12e Aug. 1858
verdween een stuk dijk honderd meter be
zijden het veerhuis in de golven. Toch zal
de verbeelding de vrouw wel parten ge
speeld hebben, want het betreffende gedeelte
bestaat nu nog. Sinds dat voorval bestaat
het veerhuis van onze tijd, al is het thans,
als een gedenkteken uit de jongste wereld
oorlog niet meer dan een ruïne.
A. J. S.
EEN PRODUKT VAN KING- EN RANGFABR1EKEN TONNEMA N.V. SNEEK
JUF» w ti c «a v n c»~S
Er zijn van die dingen in het leven,
die zo rekbaar zijn als een elastiekje. Neem
nu het begrip „beleefdheidDie is ons al
lemaal de een wat meer, de ander wat
minder met de paplepel ingegoten. Zo in
de trant van „Jantje neem je petje af",
„Pietje, spreek met twee woorden" en alles
wat er verder besloten ligt tussen „mond-
houden-als-de-groten-praten" en „dames
vóór".
Maar al is het ons nóg zo goed geleerd
en al doen wij nóg zo ons best om alle
maal de beleefdheid zelve te zijn, wij hebben
toch in velerlei zaken zo ons eigen meninkje
over wat wij wél en wat wij niét beleefd
vinden. En wat wij als het summum van
beleefdheid beschouwen, zal een ander
„overdreven" vinden. Of dacht u, dat iedere
man het als een vanzelfsprekendheid be
schouwt voor zijn echtgenote bij ontmoeting
op straat de hoed af te nemen
Doordat er (nog) geen wet is, die de
beleefdheid in het maatschappelijk verkeer
regelt, houden legio mannen hun hoeden
op wanneer zij met een dame in een lift
staan, laten ach, zij denken het zo goed
te doen een dame rustig voorgaan bij
het betreden van een restaurant en... enfin,
zo kunnen wij doorgaan.
Gelukkig zijn er ook héél veel beleefde
mensen om ons heen. Maar juist zij illustre
ren dikwijls zo treffend de betrekkelijkheid
van de beleefdheid, die wij en hun huur
lieden bij hen ontdekt hadden. Zo zijn er
héél beleefde, alsmaar hoedafnemende he
ren, die in hun auto stappen en daarbij
plotsklaps een andere opvatting krijgen over
wat wei en niet beleefd is. Die eenmaal
in de anonimiteit van het verkeer onderge
doken een soort „wie-doet-me-wat"
stijl er op nahouden.
Beleefdheidsvormen, die zelfs veelal bo
vendien op wettelijke verplichtingen berus
ten, zijn voor hen taboe. In het gewone ver
keer op de weg kunt u ze dagelijks aan
treffen. Een voorbeeld De automobilisten,
die het eenvoudig vertikken, even hun dim-
schakelaar te bedienen en er niet bij denken
(of willen denken ?J dat verblinding van een
tegenligger 't zij automobilist, fietser,
voerman of voetganger niet alleen straf
baar maar ook super-onbeleefd is. Dimmen,
tijdig dimmen dus zodra men het schijn
sel van een tegenligger ook maar ziet op
doemen, bijv. na de bocht of aan de andere
kant van een heuveltop is een kwestie
van wellevendheid. Ook zijn er hele le
gioenen overigens heel beleefde lieden, die
er niet aan denken (of willen denken dat
het van korrektheid getuigt óók te dimmen
voor een auto, die men achteroprijdt.
Verblinding van een vóórligger via de
achteruitkijkspiegel is dikwijls net zo hin
derlijk én gevaarlijk als voor een tegen
ligger. Een pet of zakdoek erover (niet de
voorligger maar de spiegel, wel te verstaan)
doet wonderen, mits men niet vergeet, die
weer direkt na het euvel te verwijderen.
Voor hen, die door een tegenligger verblind
worden, blijft het gebod: „niet in de bundel,
maar rechts naar de berm kijken" de beste
remedie.
Dan zijn er nog de overigens goedwiilen-
den, die er niet meer over piekeren om te
dimmen, zodra zij op autowegen met ge
scheiden rijbanen rijden. Daar zou 't niet zo
nodig zijn. Niets is minder waar. De mate
van verblinding is -inderdaad door de grotere
onderlinge afstand wat minder, dan wanneer
er geen tussen berm is. Plotselinge hiaten in
de beplanting van tussenbermen werken een
geheel onverwacht optredende verblinding in
de hand.
Letterlijke verblinding van de medemens
op de weg is al even onbeleefd als de figuur
lijke „verblinding" van anderen in het ge
wone leven. Om van het gevaar dan nog
maar te zwijgen.
Daarom vinden wij, dat in boeken over
„hoe het eigenlijk hoort" dimmen en hoed-
afnemen voortaan in één adem genoemd
moeten worden
Publikatie van het
Verbond voor Veilig Verkeer
Het was maar een heel korte zitting van
het Kantongerecht Zierikzee, dat zoals ge
bruikelijk op de 3e vrijdag van de maand
naar Tholen kwam. Een zaak werd name
lijk tot volgende maand aangehouden, terwijl
er toen maar één meer overbleef. En daar
van was de verdachte, een zekere J. C. R.
uit Rotterdam zelf niet verschenen. Wel was
aanwezig de schadevorderende partij in de
persoon van de heer L. H. uit Stavenisse,
inspecteur van het Levensver. Mij J. C. R.
was namelijk met een motor met zijspan
vanaf de Stavenisse Voorstraat de Stoofdijk
opgereden en had daarbij onvoldoende
rechts gehouden met gevolg, dat hij een bot
sing veroorzaakte met de auto van L. H.
die vanaf de Stoofdijk de Voorstraat wilde
oprijden. Het was niet zo bijzonder hard
aangekomen, maar de schadevordering van
H. bedroeg nochtans 83.80. H. werd als
getuige gehoord en verklaarde dat R. tegen
hem was opgereden na remmen. In een aan
de kantonrechter gezonden brief verklaarde
verdachte wel voldoende rechts te hebben
gehouden.
Getuige H. weer er op, dat het daar een
zeer onoverzichtelijke driesprong is, maar
dat er toch voldoende ruimte was elkaar
ongeschonden te passeren. De officier van
Justitie, mr. Ph. M. Skhenkenberg van
Mierop achtte het ten laste gelegde vol
doende bewezen en veroordeelde R bij ver
stek tot een geldboete van 25,of 5 d.h.
en toewijzing van de civiele vordering ad.
83.80. Mr. W. E. van Vloten" onder-
j streepte deze eis in een gelijkwaardig vonnis.
Beleefd zijn we allemaal, dat staat vast. Alleen vergeten we het wel eens, bijvoorbeeld
maar al te dikwijls in het verkeer. Daar denken we nog maar al te veel aan ons
eigen belangetjes, onze eigen haast, onze eigen tijdnood, enz. enz. Wat meer eer
bied voor de medemens is op de weg geen overbodige luxe en zonder nu te willen
beweren, dat wij voor iedere medeweggebruiker de hoed moeten afnemen, zijn wij
het toch wel eens met het Veilig-Verkeer's mannetje Wouter Wegwijs als hij consta
teert: DIMMEN EEN KWESTIE VAN BELEEFDHEID.
verliespunten hebben. Inmiddels is nog een
elfde deelnemer aan deze klasse toegevoegd,
waardoor het wel een grote klasse gaat
worden en het zaak is weinig ontmoetingen
uit te stellen. De nieuweling is Velocitas van
de Kon. Militaire Academie in Breda.
De stand in deze klasse is thans
LEIDERS: SMERDIEK 1,
GOOD LUCK 3 EN CHRISLANDIA 2.
Na 5 ronden te hebben gespeeld is het
wel interessant de standen eens te gaan
voorleggen. Daartoe zullen we ons wat de
wedstrijdverslagen van zaterdag betreft, dan
wat moeten beperken.
In de 1ste klasse A werd de ontmoeting
ChrislandiaVrederust uitgesteld. In 's Gra
venmoer heeft Smerdiek het gedaan weten te
krijgen om de leider te blijven, wat gepaard
ging met een technisch overwicht, maar
toch nog met enig geluk. Het werd een wat
benauwde 1-2 Smerdiekse zege, waarbij
en reumatische pijnen
wrijft U eveneens weg met
m W a
AA
echter de punten toch mee naar huis geno
men konden worden. Kogelvangers behoort
kennelijk tot de zwakste broeders en moest
thuis in Seolto zijn meerdere erkennen door
met 4 - 5 te verliezen. PTT schoot uit zijn
slof en won met 3-1 van HNC, wat het
de leiders weer gemakkelijker maakt. In
de kopgroep zit nu hier Smerdiek en Chris
landia nog zonder nederlagen, al is het dan
bij Smerdiek met 2 en bij Chrislandia met
1 verliespunt. Vrederust verloor een partij
en spreekt dus ook nog een woordje mee.
Hetzelfde geldt voor Good Luck 2, terwijl
de kopgroep de overige deelnemers in deze
klasse wel als ongevaarlijk kan beschouwen,
wat niet wegneemt, dat ze er wel een
keertje op kunnen struikelen. Zoals gewoon
lijk zitten ONI en HNC in de middengroep,
terwijl Kogelvangers, Seolto en PTT om
de rode lantaarn schijnen te gaan twisten.
De stand is hier
gs. gw. gl. verl. pt. vr. tg.
Smerdiek I
5
3
2
0
8
18
7
Vrederust I
4
3
0
1
6
16
11
Chrislandia I
3
2
1
0
5
9
5
HNC I
4
2
0
2
4
13
7
Good Luck 2
4
2
0
2
4
10
9
PTT I
4
2
0
2
4
9
16
ONI I
4
1
1
2
3
7
7
Seolto I
5
1
1
3
3
10
15
Kogelvangers
I 5
0
1
4
1
9
16
Totaal
38
wedstr.
38
punten
2e KLASSE
Blauw Wit had geen terrein beschikbaar,
zodat WHS traditioneel weer in aantal
wedstrijden ten achter komt. The Gunners 2
kwam vrij gemakkelijk tot winst op Smer
diek 2. Het werd 5-2. The Gunners 2 zal in
deze afdeling wel gaan meetellen. VVN 2
klopte HNC 2 met 4-1 en Seolto 2 kon
weer eens winst behalen, nu het dit jaar
zwakke SSC 2 op bezoek kwam. Het werd
2-1. De kopgroep in deze afdeling bestaat
uit Good Luck 3, The Gunners 2 en WHS 1,
waarbij eerst- en laatstgenoemde nog geen
gs.
gw.
gl.
verl.
pt.
vr.
tg-
Good Luck 3
4
4
0
0
8
24
2
The Gunners 2
5
4
0
1
8
20
8
WHS 1
3
3
0
0
6
15
8
Sprang 2
3
2
0
1
4
8
8
VVN 2
4
2
0
2
4
11
16
Seolto 2
5
1
2
2
4
5
14
Smerdiek 2
4
1
1
2
3
9
9
BWR 1
3
1
0
2
2
8
12
SSC 2
6
1
0
5
2
11
20
HNC 2
5
0
1
4
1
8
12
Velocitas kma
0
0
0
0
0
0
0
Totaal
42
wedstr.
42 punten
IN DE 3e KLASSE A
doen de Chrislandianen het best, wat niet
alleen uit de stand blijkt, maar ook uit de
gespeelde wedstrijden van zaterdag. Chris
landia 3 won uit van Vrederust 2 met 4-5.
Chrislandia 2 won uit van WHS 2 met 0-3.
Vosmeer 3 moest in Dinteloord 2 zijn meer
dere erkerinen: 1-5, terwijl Dinteloord 3 de
prestatie leverde van Kogelvangers 2 met
5-1 te winnen.
De Heiningers staan er dus in beide klas
sen uitstekend voor. De stand in klas 3
luidt
gs.
gw.
gl-
verl.
pt.
vr.
tg-
Chrislandia 2
4
3
1
0
7
13
5
Dinteloord 2
4
3
1
0
7
12
4
Chrislandia 3
5
3
1
1
7
25
10
Dinteloord 3
4
2
0
2
4
12
11
Kogelv. 2
4
2
0
2
4
6
9
Vrederust 2
5
1
0
4
2
16
15
Vosmeer 3
5
1
0
4
2
6
24
WHS 2
3
0
1
2
1
2
8
Totaal
34
wedstr.
34 punten
DE VERWACHTING
In de 1ste klasse A gaat Good Luck 2
zijn positie verstevigen door van PTT te
winnen. HNG zal trachten Chrislandia een
halt toe te roepen en onmogelijk is dat niet.
Het valt niet .mee om op het HNC terrein
aan punten te komen. Maar Chrislandia
houdt tot de laatste minuut vol en zal daar
om toch wel kans zien er een gelijkspel uit
te halen. ONI zal wel van Seolto winnen.
2e KLASSE A
WHS krijgt Sprang 2 op bezoek en mag
thuis niet tot verlies komen om te blijven
meespreken. Winst is mogelijk. Smerdiek 2
heeft eenzelfde kans nu VVN 2 daar op be
zoek komt. Seolto 2 zal dat minder gemak
kelijk gaan, om dat Blauw Wit uit Roo
sendaal daar wordt verwacht. We houden
het op de gasten. HNC 2 zal moeten toe
zien, dat de Good Luck veteranen de winst
meenemen. Van de nieuweling Velocitas uit
Breda kunnen we weinig positiefs zeggen.
Het speelt thuis tegen een stadsgenoot, die
niet voor de poes is: The Gunners 2.
IN DE 3e KLASSE
gaat Chrislandia 2 van WHS 2 met flinke
cijfers winnen. Kogelvangers 2 zal moeten
uitkijken om Chrislandia 3 de baas te blij
ven. Dinteloord 3 speelt thuis tegen het
eveneens thuis-spelende Dinteloord 2 en zal
de winst aan zijn hoger geklasseerde moeten
laten, ondanks het derby-risico.
De levensgeschiedenis van Douglas Bader
de Engelse piloot zonder benen
„Kalm aan maar," zei Todd. „Dat ga ik hem nu zeggen, ik
wilde jullie eerst even waarschuwen. Dan kun je je gereed houden
als hij de Goons op je afstuurt om jullie naar buiten te drijven."
Vol spanning wachten ze, terwijl Todd met de Kommandana
sprak. Het scheen dat een S.S.-divisie voornemens was stellingen
te verdedigen achter een heuvelrug in de buurt; en dat het kasteel
daarbij in de vuurlinie zou komen te liggen. De divisiecommandant
was bang dat de burcht en zijn inwoners hem bij deze operatie
last zouden bezorgen. Todd wees de Kommandant er met nadruk
op dat een evacuatie van het kamp hem door de Geallieerden
uiterst kwalijk genomen zou worden en de Kommandant trok zich
terug om hierover na te denken en contact op te nemen met de
divisiecommandant.
De gevangenen waren juist van plan zich achter barricaden
terug te trekken, toen de Kommandant hun bericht zond dat ze
op eigen risico konden blijven, mits niemand seinen uit de ramen gaf.
Die middag zagen de gevangenen door de ramen nog meer
mondingsvuur en de rook van branden; ook hoorden ze hoe
granaten over het kasteel heen begonnen te suizen. Bader stond
juist met Howe en Dollar tussen de tralies door te kijken, toen
plotseling een felle, witte vlam hem verblindde en een daverende
explosie hem tegen de grond wierp, waarne een regen van kalk
van het plafond op hem neerdaalde. In de bovenhoek van het
raam waren stenen afgebrokkeld, doordat daar een granaat was
ingeslagen. Even later werd in de Kommandantur een Feldwebel
op slag gedood toen hij uit een raam keek en een granaat in
zijn gezicht kreeg.
Niemand scheen te weten wat er eigenlijk aan de hand was en
toen het donker begon te worden, was de situatie nog even ver
ward, ofschoon de onverstoorbare Duitse bewakers nog altijd op
hun posten stonden en de schildwachten op de met prikkeldraad
afgesloten terrassen marcheerden. Bader keek bewonderend naar
hen en zei tegen Dollar: „Ik geloof vast dat ze zelfs nu nog op
ons zouden schieten, als we probeerden te ontvluchten."
Zonderling genoeg was iedereen die avond in een ruziestemming.
Sommigen hadden nu al zo'n vijf jaar gevangen gezeten en die
laatste uren vraten aan de zenuwen. Bader was nu al drie en
een half jaar in gevangenschap geweest.
Het kasteel lag precies tussen batterijen veldgeschut en de gehele
nacht floten de granaten er overheen om aan weerskanten te
ontploffen. Pas bjj het aanbreken van de dag werd het rustiger
en zagen een paar gevangenen kans om wat te slapen.
Bader werd wakker door het gestamp van voeten en geschreeuw
op de binnenplaats. Meteen was hij klaar wakker en gespte hij
z'n benen onder, terwijl de anderen al naar beneden holden. Hij
hoorde iemand ongeduldig naar boven roepen en stampte toen zo
snel hij kon de trappen af. Op de binnenplaats zag hij te midden
van juichende gevangenen Amerikaanse soldaten en ook een rij
Duitse bewakers, die een voor een hun geweren kwamen inleveren.
Hij liep de binnenplaats op en voegde zich bij de lachende ge
vangenen om de Amerikanen voor de eerste keer werkelijk
rustiger dan Britten de hand te drukken. Het gejuich hield nog
minuten lang aan en stierf toen weg.
Het was allemaal voorbij; ze waren bevrijd. Maar hoe ver
warrend en verlammend was het allemaalNiemand scheen te
weten wat hij moest doen of denken. De spanning was gebroken
in één enkel ogenblik van vreugde, dat als een vuurpijl het heelal
had verlicht en hen nu in het duister der onzekerheid had achter
gelaten.
Püpcke was er ook nog en Bader hoorde een Britse kolonel
tegen hem zeggen „Ik viel me verplicht u te zeggen dat u zich,
zo lang we hier zijn geweest, goed hebt gedragen."
Püpcke maakte een lichte buiging en zei„Dank u," er aan
toevoegend „Ziet u, dit is de tweede maal dat ik mijn vaderland
verslagen zie."
Toen doken plotseling drie Amerikaanse oorlogscorrespondenten
op, die Bader met vragen overstelpten. Tot zijn verrassing zag
hij dat een hunner een meisje was, een écht meisje met rood haar,
gekleed in battledress. Ze vertelde dat ze met en jeep teruggingen
naar het hoofdkwartier van het Eerste Leger in Naunberg. Had
hij zin met hen mee te gaan
Hij stopte een paar dingen en zijn boeken in een plunjezak en
even later zat hij in de jeep en reed over de ophaalbrug, de steile
weg omlaag en door het dorp, waar uit vrijwel elk raam een witte
handdoek of laken hing ten teken van overgave.
Ze reden hard en hij had trouwens geen lust om te praten. Hij
zat maar naar het voorbij glijdende land te kijken en probeerde
zich te realiseren dat hij nu werkelijk vrij was. Maar dat zo lang
gekoesterde woord had nu geen enkele betekenis voor hem. Want
hij dreef nog altijd terug uit die andere wereld, met de nevelen
rondom zijn hoofd; hij gleed terug over de Styx, was afgesneden
van het verleden, doch had nog altijd geen wortels in het heden
en was immers nog altijd ver van het vertrouwde eigen vaderland
vandaan. Zo voelde hij zich een vreemde tussen die Amerikanen,
die opgewonden in het heden leefden, waarmee ze immers zo
vertrouwd waren. Achter zich kon hij nog steeds het gebulder der
kanonnen horen.
Ze kwamen langs een vliegveld en hij herkende een aantal
Me 109's, allen doormidden gebroken zodat de rompen tot op de
grond zakten. Ze zagen er zo heel anders uit dan de 109's, die
hij had gekend.
„De Krauts hebben er handgranaten in gegooid," zei een der
Amerikanen laconiek.
Ze passeerden een oprukkende Amerikaanse pantserdivisie, een
eindeloze, bulderende slang van staal, waar hij zijn ogen naar
uitkeek. In de dorpen wuifden de kinderen naar de tanks en ook
naar hem, in de jeep. 't Was allemaal zo onwezenlijk.
Tegen het invallen van de duisternis bereikten ze Naunberg en
in een school, die als hoofdkwartier was ingericht, werd hij hartelijk
door officieren verwelkomd; maar ze hadden massa's dingen te
doen en hoe vriendelijk ze ook waren, hij voelde zich toch de
man die hier niet thuis hoorde. Toen kwam een Britse majoor,
een jonge verbindingsofficier, hem begroeten en meteen was hij
weer een beetje op zijn gemak gesteld. Ze kregen een maaltijd,
bestaande uit legerrantsoenen en hij stopte zich heerlijk ofschoon
met 'n beetje schaamte vol met dat sneeuwwitte legerbrood,
dat zoet als cake smaakte. Aanmerkelijk opgeknapt vroeg hij de
majoor „Zijn er hier Spitfires in de buurt
Neen, antwoordde de majoor, die waren allemaal verder naar
het Noorden, bij de Britse strijdkrachten.
„Kan ik daar niet heen vroeg Bader. „Ik zou graag noq een
paar vluchten maken voor deze affaire afloopt."
„Goeie genade, kerel zei de majoor ontsteld. „Zet dat toch
uit uw hoofd en ga naar huis. U hebt waarachtig uw portie-wel
gehad. Hij maakte Bader heel duidelijk dat het volstrekt geen
zin meer had.
Twee officieren namen hem door de verduisterde straten mee
naar een particuliere woning, waar hij kon slapen. De Duitse
bewoners hadden zich in het andere deel van het huis terugge
trokken. Hij scharrelde wat door de royaal gemeubileerde kamer
rond en bekeek de vele suisterijen, speciaal een antieke, zilveren
snuifdoos.
„Dougzei een der officieren. „Pik dat ding gerust in. Je hoeft
geen medelijden met die beroerlingen te hebben." Maar hij liet het
doosje liggen. Want de kwestie was dat hij ivel medelijden met
ze had. Nu er niet meer te vechten viel, was het alsof zijn haat
was verminderd, maar hij vond het verstandiger dat niet tegen
de anderen te zeggen omdat ze nog altijd in deze oorlog leefden
en het niet zouden kunnen begrijpen. Niet lang daarna kroop hij
in het veren bed en daar lag hij de hele nacht klaar wakker, heel
rustig, steeds nadenkend en zoekend naar een houvast.
(wordt vervolgd)