WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSUND
Gedeputeerde Staten zien geen aanleiding het genomen
besluit tot afdamming Stavenisse haven te herzien.
Rekenkamer rapporteert over de
n.v. Waterleiding Mij. „Tholen"
Financiële uitkomst 1958-1959 voor
landbouwers niet om over te juichen.
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
5 juni 1959
Onderzoek wordt ingesteld»
De redactie legt U deze week voort
THOLEN
15c jaargang No. 28
k 14
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47
Adin. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 57 b.g.g. 246 - Giro 124407
Abonnementen 1.35 per kwartaal
franko p.p. 1.65 inkassokosten
Prijs per nummer 15 cent
Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief
Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25
Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen
Op de Stavenisse haven is het momenteel een drukte van
belang. En dat in het stille seizoen. Grote menginstallaties
van een aannemersfirma, binnenkomende en uitvarende
schepen met materialen, af en aanrijdende vrachtwagens
en een grote hijskraan, maken het „dode" seizoen op de
haven tot een ongekend levendige periode. Is het de laatste
grote stuiptrekking van iets wat nog in de volle kracht van
het leven schijnt te staan?
Immers, elders in de gemeente, op de sekretarie ligt een
officieel stuk voor een ieder ter inzage: het advies van
gedeputeerde staten van Zeeland op het bezwaarschrift dat
door de gemeente werd ingediend. Een bezwaarschrift tegen
de voorgenomen afdamming van de Stavenisse haven. Een
adres waarop alle inwoners hun handtekening zetten, zich
daarmee volledig scharend achter het gemeentebestuur. Het
hierop van gedeputeerde staten van Zeeland ontvangen
advies lijkt voor de gemeente op een door de Kantonrechter
geveld vonnis, die dan conform is aan de door de Officier
van Justitie gestelde eis: geen aanleiding het genomen
besluit tot afdamming Stavenisse haven te herzien.
En daarom te meer is de huidige drukte op de haven, waar
materialen voor de rond St. Annaland aan te leggen her
verkavelingswegen aan- en afgevoerd worden, daarom is
deze extra inkomst voor de gemeente, daarom is deze
levendigheid in het warm kloppend hart van Stavenisse
als een schrille dissonant en als een onvergelijkelijke tegen
stelling met dat officiële stuk daar op de gemeentesekretarie,
dat nog tot 9 juni a.s. ter inzage ra1 liggen.
VEILIGHEID PRIMAIR
„De afsluiting dient primair uit het oog
punt van beveiliging te worden beschouwd,"
zo luidt de aanhef van voornoemd advies.
„Het betekent weliswaar een verlies voor
Stavenisse, doch het streekbelang voor het
verlies der haven zal voldoende compen
satie vinden in een goed geoutilleerde haven
te Sint-Annaland, waarvan de aanleg reeds
in uitvoering is", zo wordt verder door het
college meegedeeld, die vervolgens punts
gewijze ingaat op de ingediende bezwaren.
Gedeputeerde Staten acht Stavenisse niet
het meest aangewezen op Tholen met het
oog op industrievestiging.
De belangen der binnenscheepvaart wor
den niet in ernstige mate geschaad, dit in
verband met de haven te Sint-Annaland.
Het verlies van ongeveer 20 schippers-
ezinnen voor Stavenisse betekent voor St.-
gezir
Ann;
aland winst.
De havenmeester die door afsluiting ge
dupeerd zou zijn, kan eventueel een andere
betrekking worden aangeboden of op wacht
geld worden gesteld.
Het college acht de heer P. Hendrikse,
hotelhouder het zwaarst getroffen. De heer
J. Kesteloo kan olie blijven leveren, daar
een eenvoudige dam zou kunnen worden
gemaakt voor aanleg van de veerboot van
de heer J. Boomsluiter.
Voor de landbouwprodukten, die worden
afgeleverd in Sint-Anraland zal een snellere
behandeling mogelijk zijn, dit in verband
met naar voren gebrachte extra vervoers
kosten.
Over het tijdvak 1937 t.e.m. 1957 be
droegen de ontvangsten op de haven in
Stavenisse 92.230,63 en de uitgaven
91.862,12.
Wat de veerdienst betreft kan in het niet
afgedamde gedeelte worden getracht een
eenvoudige aanlegplaats te maken.
Om de onhygiënische toestand in verband
met afvoer rioolwater op te heffen, stelt
gedeputeerde staten demping van het ha
venkanaal voor en het maken van een af-
voerleiding. „Hoewel we alle gevoel hebben
voor hetgeen in Stavenisse leeft en is geuit",
zo staat er verder in het advies, „kunnen
wij in het belang van de veiligheid geen
aanleiding vinden ons éénmaal ingenomen
standpunt, nl. afdamming, te herzien De
aangevoerde argumenten zijn niet voldoende
sterk te achten om de bouw van een duur
kunstwerk (nl. een keersluis) te rechtvaar
digen.
Het lijkt ons redelijk, dat in geval van
onevenredig grote schade, deze schade zal
worden vergoed, althans vervangende maat
regelen getroffen.
Het komt het college billijk voor, dat het
Rijk in deze schade tegemoet komt in ver
band met deze afdamming," aldus gedepu
teerde staten in hun advies op het bezwaar
schrift, dat door de gemeente Stavenisse
werd ingediend.
In de vorige week gehouden raadsver
gadering werd hierop nog even geatten
deerd door de heer J. A. Nortier, die
de instemming van de gehele raad bleek
te hebben, toen hij opmerkte, zich met
het antwoord van gedeputeerde staten
niet voor honderd procent te kunnen
verenigen.
De voorzitter, burgemeester A. Sluijmers,
wenste hierop tijdens de openbare zit
ting niet in te gaan en verklaarde daarop
in besloten zitting te zullen terugkomen.
In welk opzicht of in welke richting men
nog stappen zal doen om deze afsluiting
te voorkomen, werd na de raadszitting
niet meegedeeld. Ook het gemeentebe
stuur van Stavenisse is er wel van over
tuigd, dat een eventueel beroep bij de
Kroon weinig resultaat zal opleveren,
waar het besluit tot afdamming uiter
aard door Rijkswaterstaat is bekrachtigd.
Wanneer het gemeentebestuur wil stel
len, dat met betrekking tot de eventuele
schadevergoedingen door gedeputeerde
staten maar vage, weinig houvast bie
dende mogelijkheden zijn geopperd, dan
moeten we die stelling onderstrepen.
Wanneer men echter nog aan de eis
op zichzelf wil tornen en aan het met dit
advies duidelijk uitgesproken vonnis, dan
ontbreekt zelfs de laatste strohalm, die
we nog, maar ook niet meer, meenden
te zien, toen dit bezwaarschrift werd
ingediend. „Geen reden om ons stand
punt te herzien", is een uitspraak van
g.s., die aan duidelijkheid niet meer te
wensen over laat, hoe teleurstellend het
voor de gemeente Stavenisse ook is.
Een bijzonder grote teleurstelling 1
drongen een verhoging der tarieven voor te
bereiden.
Naar aanleiding van een vraag der Ka
mer op welke wijze de kwijtschelding van
de schuld in de rijksbegroting en -rekening
tot uitdrukking zou worden gebracht merkte
de minister op dat het niet in zijn bedoeling
lag in feite tot kwijtschelding over te gaan,
doch dat hij de mogelijkheid overwoog, de
maatschappij gedurende een aantal jaren een
subsidie toe te kennen, teneinde haar in staat
te stellen, haar verplichtingen aan het Rijk
inzake betaling van aflossing en rente na
te komen.
Dit antwoord van de minister ontving
de Kamer in december 1957. Nadien
vernam zij nog ondershands, dat de ta
rieven inmiddels zouden zijn verhoogd,
maar dat het overleg over de verdeling
der saneringskosten nog steeds niet was
beëindigd. In februari 1959 ontving de
Kamer nog een brief van de minister,
waaruit o.m. bleek, dat hij zijn ambt
genoot van Financiën had verzocht de
Centrale Accountantsdienst een onder
zoek te doen instellen naar de financiële
positie van de maatschappij.
Op grond van de wet van 19 september
1919 zijn destijds aan een zevental ge
meenten op het eiland Tholen uit 's Rijks
kas rentedragende voorschotten verstrekt
tot een totaalbedrag van 265.000, ten
einde deze gemeenten in staat te stellen
de nodige stortingen te verrichten op
haar aandelen in de N.V. Waterleiding
maatschappij „Tholen" en in het reserve
fonds dier maatschappij.
Daarnaast hadden het Rijk en de pro
vincie Zeeland gegarandeerd, aan de
N.V. renteloze voorschotten te zullen
verlenen, respectievelijk tot ten hoogste
110.000 en 55.000, voor het geval
de N.V. niet in staat zou zijn uit de
winst, eventueel aangevuld uit het re
servefonds, aan de gemeenten uitkerin
gen te doen, welke haar in staat zouden
stellen aan haar verplichtingen tot jaar
lijkse betaling van rente en aflossing
aan het Rijk te voldoen.
Het feit, dat in die betaling aanzienlijke
achterstand was ontstaan, gaf de Alge
mene Rekenkamer aanleiding over deze
aangelegenheid in briefwisseling te tre
den met de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, zo deelt zij in haar
verslag over 1958 mede.
Uit geraadpleegde bescheiden was de Ka
mer gebleken, dat de directeur van het vroe
gere Rijksbureau voor drinkwatervoorzie
ning reeds in 1927 van oordeel was, dat
maatregelen dienden te worden genomen om
het bedrijf op een gezonde financiële basis
te brengen. Dit oordeel werd uitgesproken
naar aanleiding van uitgeoefende kritiek op
de toegepaste afschrijvingen. Doordat deze
niet waren gebaseerd op de levensduur der
activa maar op het bedrag der aan het Rijk
door de gemeenten verschuldigde aflossings-
en rentebedragen, vond intering op het ka
pitaal plaats en werd ook het moment van
effectuering der door het Rijk en de pro
vincie Zeeland gegeven garantie ten on
rechte naar de toekomst verschoven.
Daar de Kamer meende te weten, dat
maatregelen tot sanering werden voorbereid,
verzocht zij de minister haar mede te delen
in welk stadium deze plannen zich bevon
den, of deze een belangrijk offer van het
Rijk zouden vergen en op welke wijze het
saneringsverlies ten laste van de betrokken
gemeenten zou komen. Voorts vroeg zij
waarom niet in een vroeger stadium tot
reorganisatie was overgegaan en waarom de
gemeenten tot dusver niet waren aange
sproken voor de betaling der verschuldigde
aflossings- en rentebedragen, hoewel reeds
gedurende geruime tijd vertraging in die
betaling bestond.
Uit het antwoord van de minister con
cludeerde de Kamer dat afdoende maatrege
len om te voorkomen, dat de vennootschap
bij het verstrijken van de levensduur harer
vaste bezittingen nog grote schulden zou
hebben, waartegenover geen bezittingen zou
den staan, niet waren genomen, hoewel de
noodzakelijkheid daarvan reeds in 1927
werd ingezien. Een verklaring voor het te
dien aanzien destijds gevoerde beleid, zoals
de Rekenkamer had gevraagd, bevatte de
uiteenzetting van de minister niet.
UITSTEL
Het uitstellen der noodzakelijke maatre
gelen was naar de mening van het college
niet juist, evenmin het feit, dat de ver
strekking van renteloze voorschotten op
grond van de door Rijk en provincie ver
leende garantie achterwege was gelaten.
Weliswaar zou men dit laatste geen af
doende verbetering in de situatie zijn be
reikt, zoals de minister in zijn brief terecht
opmerkte, maar de openbare behandeling
ervan zou, naar mocht worden verwacht,
verder voorzieningen hebben bevorderd.
Het trok de aandacht van de Kamer, dat
enkel van het Rijk een belangrijk nieuw
offer zou worden gevraagd.
Een financieel saneringsplan van de In
terdepartementale Commissie Rijkssteun
Geen aanleiding besluit tot afdamming Stavenisse
haven te herzien
Financiële landbouwuitkomsten 58159 niet om
over te juichen
Grondverkoop in Stavenisse voor
bedrijf suitbreiding
Rekenkamer over Thoolse waterleiding
Thoolse veiling gaat koelhuis stichten
Zwierige rolschaatsenshow
Muziekavond in Scherpenisse
Voor de balie
Pakkettenaktie voor Hongarije
Diepvrieskluis in St. Maartensdijk
Menig geheim zou men niet te weten komen, wanneer het geen geheim was.
„Als wij de in het afgelopen jaar gemaakte aantekeningen
raadplegen, krijgen wij de indruk dat onze landbouwers
over de resultaten van dit jaar in het algemeen niet zullen
in het algemeen geen reden tot juichen over
het financiële resultaat 1958-1959.
AARDAPPELEN
In Sint-Annaland werd vorig jaar op
17 juni met veilen begonnen. In het begin
waren de prijzen niet slecht, nl. 30,75 tot
31,23 per 100 kg. voor doré's. Naarmate
de aanvoer groter werd zakten de prijzen
al spoedig tot 11 en 12 cent per kg. 10 juli
werden voor het eerst Eigenheimers geveild
voor 12,70 en 13,98, welke prijs spoedig
Drinkwatervoorziening hield nL onder
meer in, het te weinig op de activa afge-
schrevene van de restantschuld aan het
Rijk af te trekken. .De hieraan voor het
Rijk verbonden kosten werden geraamd
op ca. 722.000.
Het offer van de provincie bleef beperkt
tot realisatie der indertijd verleende ga
rantie, groot 55.000, terwijl van een
offer der gemeenten niet werd gesproken.
Dit laatste was weliswaar in overeen
stemming met de oorspronkelijke opzet,
doch het college vroeg zich af, of ook
thans de financiën van de gemeente
geen enkele bijdrage toelieten.
De Rekenkamer miste voorts in het ant
woord van de minister een mededeling
omtrent maatregelen ter versterking van
de inkomsten der vennootschap, opdat
deze, voorzover thans kon worden over
zien, in staat zou zijn haar resterend
kapitaal in stand te houden.
Zij verzocht de minister om nadere inlich
tingen over de wijze, waarop de kwijtschel
ding in de rijksbegroting en -rekening tot
uitdrukking zou worden gebracht.
De minister was blijkens zijn antwoord
van oordeel, dat het treffen van afdoende
maatregelen ook in het verleden zou zijn
neergekomen op kwijtschelding, welke wel
licht enkele malen had moeten worden her
haald. Bovendien kon in de eerste jaren
niet goed worden beoordeeld of de finan
ciële moeilijkheden van de N.V. van blij
vende aard zouden zijn. Zo bestond te
weinig inzicht in de bruikbaarheidsduur van
het hoofleidingsnet. Later bleek, dat de
bodemgesteldheid het buismateriaal sneller
dan elders doet vergaan, terwijl door de
oorlogs- en watersnoodschade de buizen
nog ernstiger werden aangetast. Voorts be
stond nog de mogelijkheid dat de omvang
van de bevolking en het watergebruik zich
in gunstige zin zouden ontwikkelen.
Ten gevolge van deze onzekere factoren
was er volgens de minister ook te weinig
reden geweest om de garantie in werking
te doen treden.
Over de verhouding, waarin de kosten
van de thans voorgenomen sanering over
de belanghebbenden zouden worden ver,
deeld, was nog overleg gaande.
De minister gaf voorts een uiteenzetting
over het toegepaste tariefstelsel en deelde
mede, dat er bij de N.V. op was aange-
juichen," aldus de aanhef van het jaarverslag der Veiling- tot rond 9,terugliep. Terwijl men het
vereniging „St. Annaland Omstreken", dat dezer dagen
aan de leden werd toegezonden in verband met de op 10 juni
a.s, te houden jaarvergadering.
En de indruk van deze veilingvereniging zal voor onze
gehele streek wel te generaliseren zijn.
Er is gezaaid, gepoot, gewied en geoogst, maar de financiële
uitkomst is voor velen niet evenredig geweest aan de
inspanning. Het jaar 1958/1959 gaf een hoge kwantitatieve
opbrengst. Zelden heeft men daarbij tegelijk ook hoge prijzen.
Met name de aardappelen en de uien, die het afgelopen jaar
een hoge produktie en een uitstekende kwaliteit opleverden,
brachten naar evenredigheid weinig geld in het laadje, ja
een in deze dure tijd over het algemeen beslist te lage
beloning voor het daaraan bestede werk.
Gelukkig dat de suikerbietenoogst niet alleen gunstig uitviel,
maar dat daarbij de rendabele prijs onze agrarische bevolking
nog wat compensatie gaf voor de teleurstellende financiële
uitkomsten der andere landbouwprodukten.
Het is bijzonder prettig wanneer alle uitgezaaide teelten het
in de zomer goed doen. Het geeft de teler op zichzelf vol
doening de vruchten er goed te zien bijstaan. Maar de huid
verkopen voor de beer gevangen is, gaat in de praktijk
niet op.
En de boer is niet zeker wat de uitkomst betreft, alvorens de
cheque bij de Boerenleenbank betaalbaar is. Anders gezegd
kilo-opbrengst en prijs zijn de twee bepalende factoren voor
de broodwinning van de land- en tuinbouwer. En het resul
taat van die twee is in het algemeen, ondanks grote oogst
zegeningen, in 1958/59 inderdaad niet om over te juichen.
„Ja, maar een boer klaagt altijd", staat
een buitenstaander al gauw met z'n oordeel
gereed en dikwijls heeft hij dan gelijk. Je
ziet er maar weinigen failliet gaan, zoals
dat in de industriële sector wel veel meer
voorkomt. En toch hield de „hausse" der
na-oorlogse jaren in de agrarische sector
lang geen gelijke tred met die in de in
dustriële sector, ook al zijn er talrijke groot-
is toch een groot verschil in. Dat is de
ene factor in het agrarisch bestaan. En dan
de andere, die vooral tegenwoordig minstens
zo belangrijk is geworden: de prijzen, die de
producten opleveren. Ze knagen in veel
sterker mate aan de bestaanszekerheid dan
in de industriële sector. Daar ziet men geen
fabricaten, die de ene week tweemaal zo
goedkoop zijn dan de andere week. Bij de
landbouwers die per jaar duizenden opzij landbouw komt dat maar al te dikwijls voor.
hebben kunnen leggen en was er voor tal
rijke middel- en klein landbouwers een goed
bestaan op hun bedrijf. De buitenstaander
die echter een te snel oordeel vergt over het
pessimisme van de agrariërs, vergeet dat ze
meer dan in welke bedrijfstak ook, afhanke
lijk zijn van de natuur. Neem het prachtige
voorjaar dat we thans meemaken. Met nog
wel tamelijke verschillen was er in het al
gemeen een goede uitzaai, een regenbuitje
op tijd en vervolgens een goed groeiend
gewas, zelfs ondanks de nu al een maand
durende droogteperiode. Vooral aan de kust
kan men in het voorjaar een behoorlijke
droogte periode verdragen. Ondertussen
wordt wel naar een zeer malse regenbui
verlangd, niet alleen omdat de vruchten
daaraan grote behoefte gaan krijgen, maar
bovendien om de bewerking te vergemakke
lijken. Wanneer men dagelijks de schoffel
in de harde grond moet slaan, komt men
daar het beste achter. En toch zou een te
grote hoeveelheid water, vooral wanneer
dat in korte tijd uit de lucht zou komen
vallen, toch zou een komende natte periode
meer schade kunnen doen, dan de droge
meimaand heeft gedaan. Zeker, ieder jaar
heeft wat het weer betreft voor de boer
z'n mee- en tegenvallers. En geen Jaar is
gelijk aan het voorgaande. Maar wel wil
het 't ene jaar beter dan 't andere. Men
moge dan vaststellen „dat het altijd nog
goed is uitgekomen" en inderdaad zal vol
gens het bijbelwoord zaaien en oogsten, zo
lang de wereld bestaat, niet ophouden, er
Er zijn aardappelen verkocht voor 22, maar
ook voor 6 cent de kilo.
Schommelingen in de uienprijs kan uiter
mate groot zijn. En deze tijd is voor grote
risico's nu eenmaal te duur. En daarom is
het begrijpelijk, dat de landbouw wel is in
genomen met de garantieprijzen, zoals die
gelden voor suikerbieten en granen. Zeker,
een lage opbrengst kan de winst tot een
minimum beperken of geheel verloren doen
gaan, het moet bijna een mislukte oogst
zijn wil het een groot verlies gaan worden.
En wanneer het dan een jaar is als het
afgelopen seizoen met de bieten, wel, dan
haalt men daaruit een extraatje. Nu is het
tamelijk eenvoudig, in elk geval doenbaar
garantieprijzen te stellen voor die produkten,
die het eigen land nodig heeft. Anders wordt
het evenwel, wanneer daarvan een overschot
is, zoals bij aardappelen en uien. Dan is
men op export aangewezen en export be
tekent afhankelijk zijn van de wereldmarkt,
al speelt daarbij vanzelf ook de kwaliteit
een rol. Er zijn velerlei factoren, die dit
alles kunnen beinvoeden. Daarop in te gaan
zou dit artikel te ingewikkeld maken, ter
wijl het juist de bedoeling was het simpel
voor te stellen. Om er uit te leren, dat
het de buitenstaanders soms wel al te ge
makkelijk afgaat met te stellen een boer
klaagt altijd.
Wanneer we tenslotte he jaarverslag van
voornoemde veilingvereniging nog even op
de voet volgen, dan is het o.i. wel te
begrijpen, dat de aanhef daarvan luidde
jaar daarvoor een gemiddelde prijs voor de
bintjes van 13,noteerde, was het afge
lopen jaar het gemiddelde maar tussen de
7,50 en 8,In de maand januari was
er nog even een opleving door export, toen
prijzen werden gemaakt van 20,50 tot
22,86, maar de vraag door het buitenland
was zeer beperkt en niet zo heel veel hebben
van dit buitenkansje zelfs maar ten dele
geprofiteerd.
UIEN
De uien kregen in onze streek vorig jaar
een goede uitzaai, goede opkomst en prima
opbrengst. Door de mooie nazomer was de
kwaliteit uitstekend. In Sint-Annaland wer
den op 14 augustus de eerste uien geveild
voor 12,en 14,voor hybride.
Al spoedig liep de prijs terug tot f 6.50,
Tussen eind november en half januari was
er nog een opleving van 8,tot 13,
waarvan wel heel wat telers hebben ge
profiteerd, daarna zakte de prijs tot 6,
De prijs voor de fijnere sorteringen was
beter: drielingen tussen 10 en 14 cent,
picklers tot begin december 20 tot 25 cent
Dit jaar werden naast uitvoer naar Enge
land en West-Duitsland, dank zij de grote
houdbaarheid, ook uien naar West Indië
geëxporteerd.
Door de overvloedige peenoogst in Duits
land was de vraag naar bewaarpeen zeer
gering en de prijs daaraan navenant. Zo
zijn er het afgelopen jaar in verhouding
tot de goede opbrengst en kwaliteit met de
voornaamste produkten, die in onze streek
worden verbouwd geen beste financiële re
sultaten bereikt, met uitzondering dan van
de suikerbieten. De Sint-Annalandse veiling
illustreert dit met de mededeling, dat bijna
4 miljoen kilogram produkten meer werden
geveild dan het jaar daarvoor en de gelde
lijke omzet toch ruim 100.000 lager was
bij een totaal omzet van 1.582.073,09.
Gespecificeerd had genoemde veiling een
omzet als volgt
Omzet boekjaar 1958-1959
aardappelen 9.880.905 kg. 1.046.686,32
5.339.827 kg 520.037,06
1.931 kg. 779,31
97.505 kg. 6.413,63
11.197 kg. 3.659,13
58 kg. 4,64
13.541 kg. 4.493,—
uien
zilveruien
peen
stambonen
sjalotten
augurken
totaal 15.344.964 kg. ƒ1.582.073,09
Men kan voor de agrariërs in onze streek
graag instemmen met het slot van het hier
besproken jaarverslag„Het nieuwe jaar
zal weer de nodige zorgen geven. Wij spre
ken echter de wens uit dat het werk en de
zorg van onze telers voor de nieuwe oogst
een goede beloning zal mogen opleveren."
DOKTERSDIENSTEN
OP ZONDAG
Dr L. D. A. Looijsen te Tholen, tel. 49.
Dr R. C. Renes te Oud-Vossemeer, tel. 19.
HOOGWATER
in de week van 7 t.e.m. 13 juni 1959
zondag vm. 4.17 nm. 16.39 uur
maandag 4.52 17.13
dinsdag 5,26 17.43
woensdag 6.00 18.15
donderdag 6.34 18.52
vrijdag 7.13 19.32
zaterdag 7.58 20.16
zaterdag 6 juni Nieuwe Maan te 12.53 uur.
zondag 14 juni Eerste Kwartier te 6.22 uur.