WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSUND Gedeputeerde Staten zien geen aanleiding het genomen besluit tot afdamming Stavenisse haven te herzien. Rekenkamer rapporteert over de n.v. Waterleiding Mij. „Tholen" Financiële uitkomst 1958-1959 voor landbouwers niet om over te juichen. WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT 5 juni 1959 Onderzoek wordt ingesteld» De redactie legt U deze week voort THOLEN 15c jaargang No. 28 k 14 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redaktie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47 Adin. Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 57 b.g.g. 246 - Giro 124407 Abonnementen 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.65 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen Op de Stavenisse haven is het momenteel een drukte van belang. En dat in het stille seizoen. Grote menginstallaties van een aannemersfirma, binnenkomende en uitvarende schepen met materialen, af en aanrijdende vrachtwagens en een grote hijskraan, maken het „dode" seizoen op de haven tot een ongekend levendige periode. Is het de laatste grote stuiptrekking van iets wat nog in de volle kracht van het leven schijnt te staan? Immers, elders in de gemeente, op de sekretarie ligt een officieel stuk voor een ieder ter inzage: het advies van gedeputeerde staten van Zeeland op het bezwaarschrift dat door de gemeente werd ingediend. Een bezwaarschrift tegen de voorgenomen afdamming van de Stavenisse haven. Een adres waarop alle inwoners hun handtekening zetten, zich daarmee volledig scharend achter het gemeentebestuur. Het hierop van gedeputeerde staten van Zeeland ontvangen advies lijkt voor de gemeente op een door de Kantonrechter geveld vonnis, die dan conform is aan de door de Officier van Justitie gestelde eis: geen aanleiding het genomen besluit tot afdamming Stavenisse haven te herzien. En daarom te meer is de huidige drukte op de haven, waar materialen voor de rond St. Annaland aan te leggen her verkavelingswegen aan- en afgevoerd worden, daarom is deze extra inkomst voor de gemeente, daarom is deze levendigheid in het warm kloppend hart van Stavenisse als een schrille dissonant en als een onvergelijkelijke tegen stelling met dat officiële stuk daar op de gemeentesekretarie, dat nog tot 9 juni a.s. ter inzage ra1 liggen. VEILIGHEID PRIMAIR „De afsluiting dient primair uit het oog punt van beveiliging te worden beschouwd," zo luidt de aanhef van voornoemd advies. „Het betekent weliswaar een verlies voor Stavenisse, doch het streekbelang voor het verlies der haven zal voldoende compen satie vinden in een goed geoutilleerde haven te Sint-Annaland, waarvan de aanleg reeds in uitvoering is", zo wordt verder door het college meegedeeld, die vervolgens punts gewijze ingaat op de ingediende bezwaren. Gedeputeerde Staten acht Stavenisse niet het meest aangewezen op Tholen met het oog op industrievestiging. De belangen der binnenscheepvaart wor den niet in ernstige mate geschaad, dit in verband met de haven te Sint-Annaland. Het verlies van ongeveer 20 schippers- ezinnen voor Stavenisse betekent voor St.- gezir Ann; aland winst. De havenmeester die door afsluiting ge dupeerd zou zijn, kan eventueel een andere betrekking worden aangeboden of op wacht geld worden gesteld. Het college acht de heer P. Hendrikse, hotelhouder het zwaarst getroffen. De heer J. Kesteloo kan olie blijven leveren, daar een eenvoudige dam zou kunnen worden gemaakt voor aanleg van de veerboot van de heer J. Boomsluiter. Voor de landbouwprodukten, die worden afgeleverd in Sint-Anraland zal een snellere behandeling mogelijk zijn, dit in verband met naar voren gebrachte extra vervoers kosten. Over het tijdvak 1937 t.e.m. 1957 be droegen de ontvangsten op de haven in Stavenisse 92.230,63 en de uitgaven 91.862,12. Wat de veerdienst betreft kan in het niet afgedamde gedeelte worden getracht een eenvoudige aanlegplaats te maken. Om de onhygiënische toestand in verband met afvoer rioolwater op te heffen, stelt gedeputeerde staten demping van het ha venkanaal voor en het maken van een af- voerleiding. „Hoewel we alle gevoel hebben voor hetgeen in Stavenisse leeft en is geuit", zo staat er verder in het advies, „kunnen wij in het belang van de veiligheid geen aanleiding vinden ons éénmaal ingenomen standpunt, nl. afdamming, te herzien De aangevoerde argumenten zijn niet voldoende sterk te achten om de bouw van een duur kunstwerk (nl. een keersluis) te rechtvaar digen. Het lijkt ons redelijk, dat in geval van onevenredig grote schade, deze schade zal worden vergoed, althans vervangende maat regelen getroffen. Het komt het college billijk voor, dat het Rijk in deze schade tegemoet komt in ver band met deze afdamming," aldus gedepu teerde staten in hun advies op het bezwaar schrift, dat door de gemeente Stavenisse werd ingediend. In de vorige week gehouden raadsver gadering werd hierop nog even geatten deerd door de heer J. A. Nortier, die de instemming van de gehele raad bleek te hebben, toen hij opmerkte, zich met het antwoord van gedeputeerde staten niet voor honderd procent te kunnen verenigen. De voorzitter, burgemeester A. Sluijmers, wenste hierop tijdens de openbare zit ting niet in te gaan en verklaarde daarop in besloten zitting te zullen terugkomen. In welk opzicht of in welke richting men nog stappen zal doen om deze afsluiting te voorkomen, werd na de raadszitting niet meegedeeld. Ook het gemeentebe stuur van Stavenisse is er wel van over tuigd, dat een eventueel beroep bij de Kroon weinig resultaat zal opleveren, waar het besluit tot afdamming uiter aard door Rijkswaterstaat is bekrachtigd. Wanneer het gemeentebestuur wil stel len, dat met betrekking tot de eventuele schadevergoedingen door gedeputeerde staten maar vage, weinig houvast bie dende mogelijkheden zijn geopperd, dan moeten we die stelling onderstrepen. Wanneer men echter nog aan de eis op zichzelf wil tornen en aan het met dit advies duidelijk uitgesproken vonnis, dan ontbreekt zelfs de laatste strohalm, die we nog, maar ook niet meer, meenden te zien, toen dit bezwaarschrift werd ingediend. „Geen reden om ons stand punt te herzien", is een uitspraak van g.s., die aan duidelijkheid niet meer te wensen over laat, hoe teleurstellend het voor de gemeente Stavenisse ook is. Een bijzonder grote teleurstelling 1 drongen een verhoging der tarieven voor te bereiden. Naar aanleiding van een vraag der Ka mer op welke wijze de kwijtschelding van de schuld in de rijksbegroting en -rekening tot uitdrukking zou worden gebracht merkte de minister op dat het niet in zijn bedoeling lag in feite tot kwijtschelding over te gaan, doch dat hij de mogelijkheid overwoog, de maatschappij gedurende een aantal jaren een subsidie toe te kennen, teneinde haar in staat te stellen, haar verplichtingen aan het Rijk inzake betaling van aflossing en rente na te komen. Dit antwoord van de minister ontving de Kamer in december 1957. Nadien vernam zij nog ondershands, dat de ta rieven inmiddels zouden zijn verhoogd, maar dat het overleg over de verdeling der saneringskosten nog steeds niet was beëindigd. In februari 1959 ontving de Kamer nog een brief van de minister, waaruit o.m. bleek, dat hij zijn ambt genoot van Financiën had verzocht de Centrale Accountantsdienst een onder zoek te doen instellen naar de financiële positie van de maatschappij. Op grond van de wet van 19 september 1919 zijn destijds aan een zevental ge meenten op het eiland Tholen uit 's Rijks kas rentedragende voorschotten verstrekt tot een totaalbedrag van 265.000, ten einde deze gemeenten in staat te stellen de nodige stortingen te verrichten op haar aandelen in de N.V. Waterleiding maatschappij „Tholen" en in het reserve fonds dier maatschappij. Daarnaast hadden het Rijk en de pro vincie Zeeland gegarandeerd, aan de N.V. renteloze voorschotten te zullen verlenen, respectievelijk tot ten hoogste 110.000 en 55.000, voor het geval de N.V. niet in staat zou zijn uit de winst, eventueel aangevuld uit het re servefonds, aan de gemeenten uitkerin gen te doen, welke haar in staat zouden stellen aan haar verplichtingen tot jaar lijkse betaling van rente en aflossing aan het Rijk te voldoen. Het feit, dat in die betaling aanzienlijke achterstand was ontstaan, gaf de Alge mene Rekenkamer aanleiding over deze aangelegenheid in briefwisseling te tre den met de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, zo deelt zij in haar verslag over 1958 mede. Uit geraadpleegde bescheiden was de Ka mer gebleken, dat de directeur van het vroe gere Rijksbureau voor drinkwatervoorzie ning reeds in 1927 van oordeel was, dat maatregelen dienden te worden genomen om het bedrijf op een gezonde financiële basis te brengen. Dit oordeel werd uitgesproken naar aanleiding van uitgeoefende kritiek op de toegepaste afschrijvingen. Doordat deze niet waren gebaseerd op de levensduur der activa maar op het bedrag der aan het Rijk door de gemeenten verschuldigde aflossings- en rentebedragen, vond intering op het ka pitaal plaats en werd ook het moment van effectuering der door het Rijk en de pro vincie Zeeland gegeven garantie ten on rechte naar de toekomst verschoven. Daar de Kamer meende te weten, dat maatregelen tot sanering werden voorbereid, verzocht zij de minister haar mede te delen in welk stadium deze plannen zich bevon den, of deze een belangrijk offer van het Rijk zouden vergen en op welke wijze het saneringsverlies ten laste van de betrokken gemeenten zou komen. Voorts vroeg zij waarom niet in een vroeger stadium tot reorganisatie was overgegaan en waarom de gemeenten tot dusver niet waren aange sproken voor de betaling der verschuldigde aflossings- en rentebedragen, hoewel reeds gedurende geruime tijd vertraging in die betaling bestond. Uit het antwoord van de minister con cludeerde de Kamer dat afdoende maatrege len om te voorkomen, dat de vennootschap bij het verstrijken van de levensduur harer vaste bezittingen nog grote schulden zou hebben, waartegenover geen bezittingen zou den staan, niet waren genomen, hoewel de noodzakelijkheid daarvan reeds in 1927 werd ingezien. Een verklaring voor het te dien aanzien destijds gevoerde beleid, zoals de Rekenkamer had gevraagd, bevatte de uiteenzetting van de minister niet. UITSTEL Het uitstellen der noodzakelijke maatre gelen was naar de mening van het college niet juist, evenmin het feit, dat de ver strekking van renteloze voorschotten op grond van de door Rijk en provincie ver leende garantie achterwege was gelaten. Weliswaar zou men dit laatste geen af doende verbetering in de situatie zijn be reikt, zoals de minister in zijn brief terecht opmerkte, maar de openbare behandeling ervan zou, naar mocht worden verwacht, verder voorzieningen hebben bevorderd. Het trok de aandacht van de Kamer, dat enkel van het Rijk een belangrijk nieuw offer zou worden gevraagd. Een financieel saneringsplan van de In terdepartementale Commissie Rijkssteun Geen aanleiding besluit tot afdamming Stavenisse haven te herzien Financiële landbouwuitkomsten 58159 niet om over te juichen Grondverkoop in Stavenisse voor bedrijf suitbreiding Rekenkamer over Thoolse waterleiding Thoolse veiling gaat koelhuis stichten Zwierige rolschaatsenshow Muziekavond in Scherpenisse Voor de balie Pakkettenaktie voor Hongarije Diepvrieskluis in St. Maartensdijk Menig geheim zou men niet te weten komen, wanneer het geen geheim was. „Als wij de in het afgelopen jaar gemaakte aantekeningen raadplegen, krijgen wij de indruk dat onze landbouwers over de resultaten van dit jaar in het algemeen niet zullen in het algemeen geen reden tot juichen over het financiële resultaat 1958-1959. AARDAPPELEN In Sint-Annaland werd vorig jaar op 17 juni met veilen begonnen. In het begin waren de prijzen niet slecht, nl. 30,75 tot 31,23 per 100 kg. voor doré's. Naarmate de aanvoer groter werd zakten de prijzen al spoedig tot 11 en 12 cent per kg. 10 juli werden voor het eerst Eigenheimers geveild voor 12,70 en 13,98, welke prijs spoedig Drinkwatervoorziening hield nL onder meer in, het te weinig op de activa afge- schrevene van de restantschuld aan het Rijk af te trekken. .De hieraan voor het Rijk verbonden kosten werden geraamd op ca. 722.000. Het offer van de provincie bleef beperkt tot realisatie der indertijd verleende ga rantie, groot 55.000, terwijl van een offer der gemeenten niet werd gesproken. Dit laatste was weliswaar in overeen stemming met de oorspronkelijke opzet, doch het college vroeg zich af, of ook thans de financiën van de gemeente geen enkele bijdrage toelieten. De Rekenkamer miste voorts in het ant woord van de minister een mededeling omtrent maatregelen ter versterking van de inkomsten der vennootschap, opdat deze, voorzover thans kon worden over zien, in staat zou zijn haar resterend kapitaal in stand te houden. Zij verzocht de minister om nadere inlich tingen over de wijze, waarop de kwijtschel ding in de rijksbegroting en -rekening tot uitdrukking zou worden gebracht. De minister was blijkens zijn antwoord van oordeel, dat het treffen van afdoende maatregelen ook in het verleden zou zijn neergekomen op kwijtschelding, welke wel licht enkele malen had moeten worden her haald. Bovendien kon in de eerste jaren niet goed worden beoordeeld of de finan ciële moeilijkheden van de N.V. van blij vende aard zouden zijn. Zo bestond te weinig inzicht in de bruikbaarheidsduur van het hoofleidingsnet. Later bleek, dat de bodemgesteldheid het buismateriaal sneller dan elders doet vergaan, terwijl door de oorlogs- en watersnoodschade de buizen nog ernstiger werden aangetast. Voorts be stond nog de mogelijkheid dat de omvang van de bevolking en het watergebruik zich in gunstige zin zouden ontwikkelen. Ten gevolge van deze onzekere factoren was er volgens de minister ook te weinig reden geweest om de garantie in werking te doen treden. Over de verhouding, waarin de kosten van de thans voorgenomen sanering over de belanghebbenden zouden worden ver, deeld, was nog overleg gaande. De minister gaf voorts een uiteenzetting over het toegepaste tariefstelsel en deelde mede, dat er bij de N.V. op was aange- juichen," aldus de aanhef van het jaarverslag der Veiling- tot rond 9,terugliep. Terwijl men het vereniging „St. Annaland Omstreken", dat dezer dagen aan de leden werd toegezonden in verband met de op 10 juni a.s, te houden jaarvergadering. En de indruk van deze veilingvereniging zal voor onze gehele streek wel te generaliseren zijn. Er is gezaaid, gepoot, gewied en geoogst, maar de financiële uitkomst is voor velen niet evenredig geweest aan de inspanning. Het jaar 1958/1959 gaf een hoge kwantitatieve opbrengst. Zelden heeft men daarbij tegelijk ook hoge prijzen. Met name de aardappelen en de uien, die het afgelopen jaar een hoge produktie en een uitstekende kwaliteit opleverden, brachten naar evenredigheid weinig geld in het laadje, ja een in deze dure tijd over het algemeen beslist te lage beloning voor het daaraan bestede werk. Gelukkig dat de suikerbietenoogst niet alleen gunstig uitviel, maar dat daarbij de rendabele prijs onze agrarische bevolking nog wat compensatie gaf voor de teleurstellende financiële uitkomsten der andere landbouwprodukten. Het is bijzonder prettig wanneer alle uitgezaaide teelten het in de zomer goed doen. Het geeft de teler op zichzelf vol doening de vruchten er goed te zien bijstaan. Maar de huid verkopen voor de beer gevangen is, gaat in de praktijk niet op. En de boer is niet zeker wat de uitkomst betreft, alvorens de cheque bij de Boerenleenbank betaalbaar is. Anders gezegd kilo-opbrengst en prijs zijn de twee bepalende factoren voor de broodwinning van de land- en tuinbouwer. En het resul taat van die twee is in het algemeen, ondanks grote oogst zegeningen, in 1958/59 inderdaad niet om over te juichen. „Ja, maar een boer klaagt altijd", staat een buitenstaander al gauw met z'n oordeel gereed en dikwijls heeft hij dan gelijk. Je ziet er maar weinigen failliet gaan, zoals dat in de industriële sector wel veel meer voorkomt. En toch hield de „hausse" der na-oorlogse jaren in de agrarische sector lang geen gelijke tred met die in de in dustriële sector, ook al zijn er talrijke groot- is toch een groot verschil in. Dat is de ene factor in het agrarisch bestaan. En dan de andere, die vooral tegenwoordig minstens zo belangrijk is geworden: de prijzen, die de producten opleveren. Ze knagen in veel sterker mate aan de bestaanszekerheid dan in de industriële sector. Daar ziet men geen fabricaten, die de ene week tweemaal zo goedkoop zijn dan de andere week. Bij de landbouwers die per jaar duizenden opzij landbouw komt dat maar al te dikwijls voor. hebben kunnen leggen en was er voor tal rijke middel- en klein landbouwers een goed bestaan op hun bedrijf. De buitenstaander die echter een te snel oordeel vergt over het pessimisme van de agrariërs, vergeet dat ze meer dan in welke bedrijfstak ook, afhanke lijk zijn van de natuur. Neem het prachtige voorjaar dat we thans meemaken. Met nog wel tamelijke verschillen was er in het al gemeen een goede uitzaai, een regenbuitje op tijd en vervolgens een goed groeiend gewas, zelfs ondanks de nu al een maand durende droogteperiode. Vooral aan de kust kan men in het voorjaar een behoorlijke droogte periode verdragen. Ondertussen wordt wel naar een zeer malse regenbui verlangd, niet alleen omdat de vruchten daaraan grote behoefte gaan krijgen, maar bovendien om de bewerking te vergemakke lijken. Wanneer men dagelijks de schoffel in de harde grond moet slaan, komt men daar het beste achter. En toch zou een te grote hoeveelheid water, vooral wanneer dat in korte tijd uit de lucht zou komen vallen, toch zou een komende natte periode meer schade kunnen doen, dan de droge meimaand heeft gedaan. Zeker, ieder jaar heeft wat het weer betreft voor de boer z'n mee- en tegenvallers. En geen Jaar is gelijk aan het voorgaande. Maar wel wil het 't ene jaar beter dan 't andere. Men moge dan vaststellen „dat het altijd nog goed is uitgekomen" en inderdaad zal vol gens het bijbelwoord zaaien en oogsten, zo lang de wereld bestaat, niet ophouden, er Er zijn aardappelen verkocht voor 22, maar ook voor 6 cent de kilo. Schommelingen in de uienprijs kan uiter mate groot zijn. En deze tijd is voor grote risico's nu eenmaal te duur. En daarom is het begrijpelijk, dat de landbouw wel is in genomen met de garantieprijzen, zoals die gelden voor suikerbieten en granen. Zeker, een lage opbrengst kan de winst tot een minimum beperken of geheel verloren doen gaan, het moet bijna een mislukte oogst zijn wil het een groot verlies gaan worden. En wanneer het dan een jaar is als het afgelopen seizoen met de bieten, wel, dan haalt men daaruit een extraatje. Nu is het tamelijk eenvoudig, in elk geval doenbaar garantieprijzen te stellen voor die produkten, die het eigen land nodig heeft. Anders wordt het evenwel, wanneer daarvan een overschot is, zoals bij aardappelen en uien. Dan is men op export aangewezen en export be tekent afhankelijk zijn van de wereldmarkt, al speelt daarbij vanzelf ook de kwaliteit een rol. Er zijn velerlei factoren, die dit alles kunnen beinvoeden. Daarop in te gaan zou dit artikel te ingewikkeld maken, ter wijl het juist de bedoeling was het simpel voor te stellen. Om er uit te leren, dat het de buitenstaanders soms wel al te ge makkelijk afgaat met te stellen een boer klaagt altijd. Wanneer we tenslotte he jaarverslag van voornoemde veilingvereniging nog even op de voet volgen, dan is het o.i. wel te begrijpen, dat de aanhef daarvan luidde jaar daarvoor een gemiddelde prijs voor de bintjes van 13,noteerde, was het afge lopen jaar het gemiddelde maar tussen de 7,50 en 8,In de maand januari was er nog even een opleving door export, toen prijzen werden gemaakt van 20,50 tot 22,86, maar de vraag door het buitenland was zeer beperkt en niet zo heel veel hebben van dit buitenkansje zelfs maar ten dele geprofiteerd. UIEN De uien kregen in onze streek vorig jaar een goede uitzaai, goede opkomst en prima opbrengst. Door de mooie nazomer was de kwaliteit uitstekend. In Sint-Annaland wer den op 14 augustus de eerste uien geveild voor 12,en 14,voor hybride. Al spoedig liep de prijs terug tot f 6.50, Tussen eind november en half januari was er nog een opleving van 8,tot 13, waarvan wel heel wat telers hebben ge profiteerd, daarna zakte de prijs tot 6, De prijs voor de fijnere sorteringen was beter: drielingen tussen 10 en 14 cent, picklers tot begin december 20 tot 25 cent Dit jaar werden naast uitvoer naar Enge land en West-Duitsland, dank zij de grote houdbaarheid, ook uien naar West Indië geëxporteerd. Door de overvloedige peenoogst in Duits land was de vraag naar bewaarpeen zeer gering en de prijs daaraan navenant. Zo zijn er het afgelopen jaar in verhouding tot de goede opbrengst en kwaliteit met de voornaamste produkten, die in onze streek worden verbouwd geen beste financiële re sultaten bereikt, met uitzondering dan van de suikerbieten. De Sint-Annalandse veiling illustreert dit met de mededeling, dat bijna 4 miljoen kilogram produkten meer werden geveild dan het jaar daarvoor en de gelde lijke omzet toch ruim 100.000 lager was bij een totaal omzet van 1.582.073,09. Gespecificeerd had genoemde veiling een omzet als volgt Omzet boekjaar 1958-1959 aardappelen 9.880.905 kg. 1.046.686,32 5.339.827 kg 520.037,06 1.931 kg. 779,31 97.505 kg. 6.413,63 11.197 kg. 3.659,13 58 kg. 4,64 13.541 kg. 4.493,— uien zilveruien peen stambonen sjalotten augurken totaal 15.344.964 kg. ƒ1.582.073,09 Men kan voor de agrariërs in onze streek graag instemmen met het slot van het hier besproken jaarverslag„Het nieuwe jaar zal weer de nodige zorgen geven. Wij spre ken echter de wens uit dat het werk en de zorg van onze telers voor de nieuwe oogst een goede beloning zal mogen opleveren." DOKTERSDIENSTEN OP ZONDAG Dr L. D. A. Looijsen te Tholen, tel. 49. Dr R. C. Renes te Oud-Vossemeer, tel. 19. HOOGWATER in de week van 7 t.e.m. 13 juni 1959 zondag vm. 4.17 nm. 16.39 uur maandag 4.52 17.13 dinsdag 5,26 17.43 woensdag 6.00 18.15 donderdag 6.34 18.52 vrijdag 7.13 19.32 zaterdag 7.58 20.16 zaterdag 6 juni Nieuwe Maan te 12.53 uur. zondag 14 juni Eerste Kwartier te 6.22 uur.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1959 | | pagina 1