VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG I I I I I I I WEEKBLQD VOOR HET EILQKD THOLEN EN ST.FILIPSMNB WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Een modern gebouw met ruimte voor 200 leerlingen. De lagere technische school voorTholen in St.Maartensdijk De „Zwarte Dood" in Z.W. Europa Gevaar voor gladde wegen. j Weerpraatje Nu de winter voor de deur staat De redactie legt U deze week voort 14e jaaf< No. 1 22 november 1957 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE In G. HEIJBOER Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 57 Giro 124407 Abonnementen 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.85 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen Terwijl het machtige gebouw van de lagere technische school te St. Maartensdijkgelegen tussen de nieuwe rondweg en de oude toegang tot het centrum van deze gemeentebezig was te verrijzenwas het vakonderwijs reeds begonnen. Men behielp zich het eerste leerjaar in een ruimte welke voor dit doel kennelijk een noodruimte wasmaar het betekende nochtans dat wanneer straks de school klaar zou zijn in het nieuwe gebouw direct met 2 klassen begonnen kon worden. Zo geschiedde in september jl. toen met een 75 leerlingen de lagere technische school officieus in gebruik werd genomen Nog is dit machtige bouwwerk niet geheel klaarmaar voor deze driejarige opleiding heeft men nu 2 klassen en ziet het er met dit aantal voor de toekomst veelbelovend uit. GAAT U EVEN MEE Terwijl we tot dusver slechts zo nu en dan een berichtje onder het plaatselijk nieuws van St. Maartensdijk hebben opge nomen over de verschillende phasen van de bouw, toelating van leerlingen, de overgang en zo meer, willen we met dit artikel het begin maken van een nu en dan in onze kolommen terugkerende nieuwsrubriek over dit onderwerp. Immers, de opleiding voor vakonderwijs, de lagere technische school te St. Maartensdijk is niet zo maar iets van plaatselijk karakter, is niet zo maar 'n onbe tekenende faktor in en voor een onzer dorps gemeenschappen, maar raakt het gehele eiland Tholen. Reeds nu gaan er van alle gemeenten leerlingen naar deze school en het staat vast dat dit aantal zich geleidelijk zal gaan uitbreiden. En uit deze school komen straks en dan in het vervolg ieder jaar op nieuw aan aantal technisch goed onderlegde jongens, die de maatschappij zullen intreden niet alleen met het papiertje van een zoals we dat 'vroeger noemden ambachtsschool diploma", maar met de kennis van deze driejarige cursus, met de praktische ervaring van deze schoolopleiding, met een goede geschoolde basis in een wereld, in een land, in een streek ook, waar het zonder een dergelijk onderricht steeds moeilijker wordt zich te ontplooien, steeds lastiger wordt zich een toekomst te bouwen. Omdat dus ons gehele eiland belang heeft bij een goede vakopleiding in de streek zelf, omdat de lagere technische school in St. Maartensdijk een onderwijsinstelling is voor het gehele eiland Tholen, daarom zal het velen ook interesseren daarover iets meer te horen. We zijn dan ook voornemens het nieuws van en over de technische school voortaan onder deze rubriek te brengen en willen na een beschouwing over het gebouw zelf en de algemene inrichting, in de komen de weken nader ingaan op het onderwijs, iets meedelen over de leerkrachten, de les sen, het beschikbare materiaal, de verhou ding van het leerlingental uit de verschil lende eilandgemeenten op het ogenblik, enz. Dit is ons alleen mogelijk dank zij de toe gezegde medewerking van de directeur der school, de heer C. P. Kant, die nu nog met de moeilijkheid zit van het heen en weer reizen naar Middelburg, maar binnenkort zijn woning in de omgeving van de school hoopt te betrekken en de medewerking ook van de andere leerkrachten. Gaan we ditmaal dus eerst even het ge bouw bekijken, waartoe we U even mee nemen naar het nieuwe gedeelte van de Smalstad, gelegen aan de nog niet zo heel lang in gebruik zijnde rondweg, welke het verkeer in de gemeente zelf al belangrijk ontlastte. MODERN TOT EN MET Onderstaande foto zal onze omschrijving duidelijker voor U kunnen maken. Wanneer U het in werkelijkheid nog niet zag, zult U ongetwijfeld ook uit die foto wel kunnen opmerken, dat het een zeer modern gebouw is, uitgevoerd volgens de laatste voor schriften op dit gebied. Om het eerst in grote trekken weer te geven merken we op, dat het geheel bestaat uit een hoofdgebouw (zie rechts op de foto met uitstekende schoor steen) met daaraan (links achtergrond) ver bonden vier grote werkloodsen. Op de rechtervoorgrond zien we de rijwielberg plaats, terwijl op deze foto niet zichtbaar is de bouwloods, welke van groot praktisch nut is voor het onderwijs aan deze school. Onder het hoofdgebouw bevindt zich de enorme kelder met 2 geweldige verwarmings kachels van waaruit de gehele inrichting via oliestook automatisch wordt verwarmd. Enige dagen geleden kwam deze klaar wat de leerlingen nog een paar vrije dagen be zorgde omdat het voor verwarming toch wel de hoogste tijd werd. In de kelder bevindt zich een tank van 15.000 liter olie en die is al gevuld, zodat men wel enige tijd vooruit kan. Vergeet men daarbij evenwel niet dat er naar schatting zo'n 60.000 liter olie per jaar voor de verwarming nodig is. De kelder gelijkt een grote bunker verdeeld in 2 ver- bijzondere makelij zijn. Op het eerste gezicht denkt men aan beschilderde ruiten, maar een nauwkeuriger onderzoek doet ontdekken, dat de kleurschakeringen verkregen werden door op elkaar geplakt gekleurd glas, dat vooral met de zon er op een machtig mooi effect geeft. Het onderste gekleurde raam geeft een voorstelling van een agrariër, een visser en een ruiter, terwijl het bovenste raam de techniek uitbeeld door voorstelling van een elektrisch lasser, timmerman en elektricien. Links van het trappenhuis bevindt zich de kamer voor concierge, administratie, de lerarenkamer en die van de directeur. Het rechtergedeelte van het hoofdgebouw (zie de zes grote ramen op de foto) begane grond bestaat uit een modern gymnastiek lokaal, dat gelijkertijd dienst doen als over- voor praktische natuurkunde. In een ander artikel nemen we hier nog wel eens een kijkje. DE WERKPLAATSEN Deze moeten we zoeken in de laagbouw, die verbonden is met het hoofdgebouw zoals dat op de foto (zie de omgeving van de schoorsteen) ook te zien is. We komen dan in de vier werkplaatsen, die aan de achter kant via de gang( waarin ook weer garde robe en wasgelegenheid) met elkaar zijn verbonden. Achtereenvolgens krijgen we dan te zien a. de werkplaats voor de machinale hout bewerking; b. de timmerwerkplaats; c. de smederij met autogenisch en elektrisch lassen; d. de machinebankwerkplaats met de moderne en gevariëerde inventaris; e. een handvaardigheidslokaal; f. een afdeling voor de schilders. Deze werkplaatsen zijn opgetrokken van glas en beton, terwijl elke loods een eigen magazijn heeft en het afval, zoals zaagsel, enz. automatisch naar onder de vloer wordt weggezogen. Ook deze werkplaats krijgen in een van de komende artikelen nog wel een afzonderlijke beurt. Op het uitgestrekte terrein met speel plaats bevindt zich naast de rijwielberg- Werk in Nieuw-Guinea De lagere technische school Adhaesie-betuiging van Stavenisse raad voor Chr. Huishoudschool van ZLM Gladde wegen Geschenkentijd van Jan Overeenkam Douglas Bader teleurgesteld, maar nieuwe hoop De vreselijke epidemie in de 13e eeuw VVN verliest een puntje aan Kogelvangers Machtige vijanden van de logica zijnliefde, haat, eigenbelang, ijdelheid trekken met in de ene de kachels en de andere bestemd als opslagruimte voor cokes (in geval er geen olie te krijgen zou zijn), omdat de verwarmingsinstallatie zo is op gebouwd, dat er ook op cokes kan worden overgeschakeld. In deze kelder zijn ook alle schakelapparaturen ondergebracht voor de elektriciteitsvoorziening. Alleen de schoor steen bevat meer steen dan voor een flink woonhuis nodig is. MOOIE RAMEN Op de begane grond van het hoofdgebouw zien we bij een ingang (er zijn er drie) het trappenhuis. Vanaf deze breede trap kijkt men op de prachtige ramen, die van een blijfruimte met daarbij gebouwd de keuken. In deze zaal komen de leerlingen van de andere gemeenten 's middags bijeen om hun brood te eten. Achter de gymnastiekzaal het waslokaal met twaalf douches, nog een aparte voetenwasbak en kleedgelegenheid. Het verlengde van de gymzaal kan worden afgesloten, als magazijn. DE THEORIELOKALEN Wanneer we met het oog op de al ge noemde prachtige ramen de trap opgaan komen we op de verdieping van het hoofd gebouw met de volgende indeling: een teken kamer (voor de jongens om van te water tanden) twee theorielokalen en een lokaal plaats nog een stelloods, wat voor een technische school uniek genoemd mag wor den. In deze loods kan een complete woning gebouwd worden en daarom is dit van zeer groot belang. Men kan hier metterdaad de theorie aan de praktijk toetsen. Zoals de foto laat zien, ziet -de omgeving er in werkelijkheid nog niet uit. Maar ook dat komt voor elkaar. Geheel op de achter grond zien we de provinciale weg met o.m. een auto in de richting Stavenisse rijden. Met dit eerste artikel over deze zo moderne lagere technische school op ons eiland heeft U een indruk gekregen van het gebouw zelf, hetwelk ongetwijfeld in een grote behoefte voorziet van onze streek. (Van onze weerkundige medewerker) Strikt genomen mag het volgens de kalenderindeling nog drie weken duren voordat de winter zijn intrede doet. Toch is de wintermaand op de kalender verschenen en niet zelden komt er rond Sint Nicolaas al strenge vorst en sneeuw voor. Zo vroor het in de nacht 5 op 6 dec. 1921 te De Bilt 15.8 grC, nog kouder was het vier jaar later, toen St. Nicolaas 's nachts, vooral in Limburg, een Siberische kou trot seerde met te Sittard een vorst van 18.2 gr. Met deze winterse grillen breekt ook de tijd voor ,,Verkeersvijand nummer 1" weer aan: de gladde wegen. Het mag wat vreemd klinken, maar iedere weggebruiker zal het er over eens zijn dat er tussen gladde wegen en gladde wegen een groot verschil bestaat. Een ieder weet dat, wanneer er sneeuw ligt, de wegen glad kun nen zijn maar dit is geen verrassende glad heid. Heel het wegverkeer stelt zich er op in, rijdt langzamer en weet dat er heel voorzichtig met rem en gaspedaal moet wor den omgegaan. Bij gladheid door sneew glijden wel eens enkele wagens tegen elkaar, maar de erva ring heeft geleerd dat het hierbij met per soonlijke ongelukken erg meevalt. Neen, er zijn andere neerslagvormen die het wegdek glad kunnen maken en veel ver raderlijker en daardoor ook veel gevaar lijker zijn. IJS REGEN HET ERGST Wanneer er al enige dagen koud vriezend weer is voorgekomen en er gaat zachtere lucht binnenstromen, die in de hogere lagen al aanwezig is, maar nog geen kans heeft gezien de koude luchtlaag die op de grond rust te verdrijven, valt er soms regen terwijl de temperatuur aan de grond nog even be neden het vriespunt ligt. Dit verschijnsel wordt IJZEL genoemd. Hierbij kunnen bin nen enkele minuten de droge wegen in een spiegelgladde ijslaag veranderen en het weg verkeer geheel lam leggen. Wanneer het zo is dat er niet meer kan worden gereden zou den wij willen zeggen dat ook ijzel nog niet het gevaarlijkste gladheidsverschijnsel is. BEVROREN MISTAANSLAG Wanneer de temperatuur tot beneden het vriespunt daalt en er komt mist voor, dan gebeurt het wel dat deze mistdruppeltjes (onderkoeld water) gaan bevriezen zodra zij in boting komen met harde voorwerpen, zo ook met het wegdek. Hierbij kan de weg glad worden. Dit is een gevaarlijke gladheid, daar in de regel door deze mist ook het zicht nog slecht is en in ongunstige gevallen ook de voorruit aan de buitenkant gaat beviezen. OPVRIEZEN Het komt na een vorstperiode wel voor dat het al enkele dagen dooi is, maar dat er op een heldere avond of nacht toch weer vorst gaat optreden. De grond is dan nog zo door en door koud dat zelfs bij de lucht temperatuur die nog even boven het vries punt ligt er al weer ijs op de plassen komt. Dit verschijnsel, dat opvriezen wordt ge noemd, kan ook gevaarlijk zijn. Het vriest als het ware van onderen op vanwege de vorst die nog in de grond zit. DE MEESTE ONGELUKKEN De meeste ongelukken bij gladde wegen komen voor, wanneer er verradelijke gladde weggedeelten zijn. Zo kan er in de middag of avond hier en daar nog een buitje zijn gevallen, grote weggedeelten zijn droog en de bestuurder denkt niet aan een gladde weg. Plotseling (met name onder bomen) is de weg nat geweest en bevroren waarop niet zelden een gevaarlijke slippartij volgt. Wanneer de bestuurder weet dat de weg overal glad is zal hij in de regel zelf voor zichtig genoeg te werk gaan, maar het zijn meestal de plaatselijk (zo verraderlijk) gladde weggedeelten die dodelijke ongeval len veroorzaken. Het is goed er altijd op te letten of de lucht helder is. Want dan is de uitstraling het grootst en ook de kans op temperaturen onder het vries punt. Er zijn automobilisten die 's morgens en 's avonds bij 't wegrijden even 'n paar keer voorzichtig op de rem trappen om te voelen of de weg ook glad is. Een goede gewoonte mits dit voorzichtig en niet op een drukke weg gebeurt. BRUGGETJES GEVAARLIJK Doordat bruggen van alle zijden de warmte kunnen uitstralen daalt daar de temperatuur het eerst beneden het vriespunt. Tal van noodlottige slippartijen hebben plaats op (vooral houten) bruggetjes. Men zij bij een kans op gladde wegen juist daar dubbel voorzichtig. Zodra er ergens in ons land kans is op gladde wegen waarschuwt het K.N.M.I. hier via de radio herhaaldelijk voor zodat iedere weggebruiker vroegtijdig op slipgevaar is geattendeerd. (nadruk verboden). II BESTRIJDINGSMIDDELEN Koning Philippe VI van Frankrijk, uit het Huis Valois, won, ter bestrijding van de pestilentie de hulp van de „Faculté de Paris" in. De doktoren bepaalden zich tot het waar nemen der sterrebeelden en het raadplegen van werken over arabische artsenijkunde. Zij kwamen tot de conclusie, dat de pest werd beïnvloed door de stand en het onder ling op elkaar inwerken van bepaalde hemel lichamen of planeten. Een bepaalde constel latie in de Kosmos zou volgens hen de pestplaag al dan niet gunstig kunnen be ïnvloeden. De beproefde antiseptische bestrijdings- en voorbehoedsmiddelen werden door hen voorgeschreven. Tegen luchtbederf werd azijn en het uit roken van door pestbacillen besmette plaat sen met bederfwerende esscene, bereid uit oostersche specerijen en planten aanbevolen. Vreemd genoeg werd het nemen van een bad, als zéér gevaarlijk, ten sterkste ontra den. Het drinken van gekookt water daar- aantegen werd, zeer verstandig, ten zeerste aanbevolen. Het volk, in zeer brede lagen had echter zijn eigen opvattingen over het keren en bestrijden van de vreselijke bezoeking. Het trachtte de Hemel te verwurmen door boetedoening. De processies van de z.g. Flagellanten" of Geselaars, mensen, die zich zelf en elkander in felle, niets ont ziende boetedoening het naakte bovenlijf met gesels striemden, trokken in lange stoeten door de straten der steden en over 't platte land de Hemel bezwerend om der wille van hun boetedoening de plaag te doen ophouden. Deze uiting van volksdevotie was van Vlaamse oorsprong en uit Doornik doorge drongen tot in Picardië en Champagne. De meeste flagellanten telde men echter onder de ook in die tijden bestaande anti- semietisch georiënteerde bevolkingsgroepen. Deze waren, over het algemeen genomen, echter evenzeer gekant tegen de machtige bedelorden. En dit bezorgde hun de felle gramschap en de tegenwerking van de Paus. Een groot gedeelte van het éénvoudige volk, in een pauselijke veroordeling van het optreden der flaggellanten als het ware Gods oordeel ziende wendde zich van de flagellanten af. DE JODEN SCHULDIG Maar in zijn ontzetting, zich zondig ge voelend voor God zocht de opgejaagde massa een uitweg voor de opgekropte doodsangst, de spanningen en de gewetens onrust. Er moest een andere ontladings mogelijkheid van zoveel opgehoopte energie gevonden worden. En nu werden de Joden maar al te gerede als de grondoorzaak van alle ellende onder kend. De Joden, die omdat zij de Christus hadden gedood, alleen daarom reeds als de paria's van de middeleeuwsche samenleving beschouwd werden en tegen wie élke aan klacht, als zouden zij de vloek van de Christelijke samenleving zijn, maar al te gaarne als waarachtig werd aanvaard. Zo kregen zij hun dubbel deel in het gericht, dat over allen gekomen was. De Joden waren het nu, die in hun arg listigheid tegenover de Christenen vele eer tijds zuivere bronnen met pestbacillen zou den hebben doen besmetten. Reeds in 1348 brak de felle woede van het volk zich tegen de Joden baan, in het bijzonder in Zwitserland, alwaar in de maand november van dat jaar te Solothurn en Zofingen Joden in groten getale naar de brandstapels werden gevoerd. Hetzelfde gebeurde in deze tijd te Stutgart (Wurtemburg) en te Aus- burg (Beieren) voor zover het de Duitse landen betrof. En dit alles, ongeacht het feit, dat Paus Clemens VI te Avignon, zich reeds voor dien had opgeworpen als pleitbezorger van de Joden, onder meer reeds op 26 september van dit jaar 1348, door het uitvaardigen van een bulle, waarbij hij als verdediger en beschermer van de verdrukte Joden optrad, de felle reacties van de Christenen in deze ten zeerste laakt en de pauselijke residentie Avignon openlijk verklaarde tot een asyl voor voortvluchtige, van huis en haard door de Christenen verdreven Joden. VERARMING Intussen waren, wat de materiële zijde van de zaak betreft, reeds in 1348, zeker voor zoverre Frankrijk betreft, de essentiële bronnen voor gezonde, energieke krachts ontplooiing ernstig aangetast. Een overvloedige voorraad van vruchten en veldgewassen verrotte in de boomgaarden en op de akkers. Een grote hongersnood was er in 1349 al het onmiddellijk gevolg van en zij ging onvermijdelijk gepaard met een enorme stijging van kosten voor het aller noodzakelijkste levensonderhoud. Een ont zettende verarming van grootgrondbezitters, die door de grote sterfte van pestslacht- orrers, ook onder hun arbeiders, krachten te kort kwamen om het land te bewerken, heerste allerwegen. Adel, hoge geestelijkheid, rijke, eertijds aanzienlijke abdijen werden gevoelig, ja niet zelden onherstelbaar, in hun tot dusverre grote welvaart getroffen. Het belastingsysteem van 's Konings wege toegepast, om de steeds wassende financiële moeilijkheden het hoofd te kunnen bieden, functioneerde niet zodanig, dat in 's Lands middelen de gewenste stabiliteit en het no dige evenwicht kon worden gehandhaafd. Voor jaren en paren was het regelmatig innen van tienden, cynsen en renten praktisc onmogelijk geworden en de achterstanden van schulden groeiden bij de dag. Zo kwam Koning Philippe IV in 1349, één jaar voor zijn dood er toe, over te gaan tot verlaging van de goudwaarde van de munt. Een soort devaluatie dus, welke al evenzeer haar onmiddellijke oorzaak vond in de ernstige gevolgen van de pest. Alles bij elkaar genomen ^brengt het woeden van ,,De Zwarte Dood" een verschuiving van sociale toestanden en verhoudingen, welke in hun gevolgen ons in meer dan één op zicht herinneren aa de gebeurtelijkheden, zoals wij deze in onze tijd doorleefden en doorleven. Devaluatie, duurte, een absolute herwaar dering van waarden, welke generaties lang als deugdelijk en onaantastbaar hebben ge golden. En als kenmerkend en eigenaardig gevolg daarvan, óók in de Middeleeuwsche decen niën, het naar boven komen van een maat schappelijke klasse „nieuwe rijken", plotse ling overal opduikend, op den duur, evenzo onverklaarbaar, vaak weer ondergaand. Gedurende de pestepidemie, waarover wij hier verhalen, liet zich het verschijnsel' echter in vele gevallen logisch verklaren. De families, welke van oudsher gegoed en rijk geweest waren, hadden, óók nog toen de „Zwarte Dood" hun haardsteden naderde, de nodige middelen bezeten om, zo ver zij maar konden of wilden, de be smetting te ontvluchten. Maar vrijwel in alle gevallen waren zij bij die vlucht ge dwongen geweest»om hun onroerende goe deren onbeheerd achter te laten en niet zelden moesten zij dit eveneens doen met een niet onaanzienlijk deel van hun kostbare roerende have. Wel zéér velen zullen van die wanhopige vlucht nimmer zijn weergekeerd en waar dit nu en dan onverhoopt wél het geval is geweest hebben vaak de rechtmatige eigenaars het in der haast achtergelaten bezit danig verminderd, gehavend en ge schonden teruggevonden, ja niet zelden zal alles wel verdwenen zijn geweest. Hieraan waren niet zelden de „cleyne luyden schuldig, die door gebrek aan gel delijke middelen nu eenmaal de wijk niet konden nemen zoals de anderen. Zij bleven dus achter en werden niet zelden de helers van het bezit van naar elders vertrokken grote heren. Wellicht, ja zeker hebben de armen en geringen, die het doodsgevaar niet door de vlucht konden ontgaan, zonder enige be- zwaardheid in hun- geweten geoordeeld, dat hun, als zij bij het wijken der pest er het leven hadden afgebracht, als vergoeding voor de doorgestane ellende, wel iéts toe kwam van het achtergelaten bezit der rijken. Giovanni Villani, de Florentijnse Chro- niekschrijver, die leefde van circa 1280-1348, en tot het jaar 1348 de stadschronieken heeft bijgehouden, weet ons te vertellen van de excessen waartoe in het jaar 1348 o.m. het bezit van geroofde gelden en kostbaarheden het eenvoudige volk bracht. Hij verhaalt ons over vrouwen uit de heffe des volks, die zich in haar brooddronkenheid tooiden in de statiegewaden en met de juwelen van de dames, behorende tot de leden van Florence's gevluchte aristocratie. (wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1957 | | pagina 1