WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND
VIER JAAR NA DE RAMP.
Poortvliet's molen „De Graanhaler"
door brand verwoest.
Als wij vergaderen
VERSCHIJ
I I
NT IEDER
I
E VRIJDAG
I I
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
Vele wilde zwanen en dus....
EEN STRENGE WINTER
Het Groene Kruis vergaderde
in Anna Jacoba Polder.
Tweede Kamer accoord met Deltaplan
Fantastisch schouwspel in stormnacht»
Weerpraatje
Dc redactie legt U deze week voort
„De Graanhaler" te Poortvliet uitgebrand in
stormnacht
Ontsmetting in het najaar geeft de beste
resultaten.
13e jaargang no, 51
S novwnher 1,9.57
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.35 per kwartaal
franko p.p. 1.85 inkassokosten
Prijs per nummer 15 cent
Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief
Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25
Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen
Dinsdag 29 oktober is de Tweede Kamer Westerhout (soc.), Van der Peyl (c.h.) en
begonnen met de behandeling van de Delta
wet. Na de Euro-verdragen en de algemene
politieke beschouwingen dus weer een zeer
belangrijk debat. Het was reeds op de eerste
dag van de behandeling van dit wetsontwerp
duidelijk, dat onze volksvertegenwoordigers
zich achter de plannen van de regering
zouden scharen om de zeearmen af te sluiten.
Een gigantisch werk dat waarschijnlijk nooit
tot stand zou zijn gekomen als we op 1 febr.
1953 niet een verwoestende stormvloed had
den meegemaakt. Men kent misschien de
cijfers van de ramp nog wel: 1835 mensen
verloren het leven, 72000 personen moesten
evacueren, 150.000 ha land werd over
stroomd, 4300 gebouwen werden vernield en
ruim 43000 beschadigd. Ook werden hon
derden kilometers dijk zwaar beschadigd.
De totale kosten van de ramp kunnen ge
schat worden op rond 1.5 miljard gulden.
De omvang van deze verschrikkelijke
watervloed had nog veel groter kunnen zijn.
Dank zij de allergrootste krachtsinspanning
is men er in geslaagd de dijken langs de
Hollandse IJssel nog op het juiste moment
te dichten. Was dit niet gelukt dan zou ook
het centrale deel van ons land zijn onder
gelopen.
Nederland is groot geworden in de strijd
tegen het water. Het water is zijn vriend,
maar ook zijn vijand. De Tweede Kamer
legde uiteraard in dit debat de nadruk op
l..-t water als vijand. En daar is alle reden,
voor.
Een groot deel van ons land ligt nu eenmaal
beneden de waterspiegel. Dat deel zou bij
het ontbreken of het wegvallen van de zee-
waterkering door zeewater worden over
stroomd. In dit op hoog agrarische peil
staande en economisch hoog ontwikkelde ge
bied liggen de beide grote havensteden
Rotterdam en Amsterdam, het regerings
centrum 's-Gravenhage en vele andere be
langrijke bevolkingscentra, waaronder de
provinciale hoofdsteden Middelburg, Haar
lem, Zwolle en Leeuwarden. Het gebied
dat voor overstroming vatbaar is heeft een
oppervlakte van ongeveer 15000 km2 (d.i.
50 van de totale oppervlakte van het
land) en wordt door rond zes miljoen per
sonen (d.i. 60% van het totaal aantal in
woners) bewoond.
Deze cijfers spreken boekdelen. Ze leveren
tevens het bewijs, dat ons volk in ieder geval
nooit mag bezuinigen op de zeewaterkerin
gen. Daarvoor geld uit te geven is een
nationaal belang. En dat is de reden waar
om de Deltawet van minister Algera zo een
stemmig is ontvangen. Vier jaar na de ramp
heeft men dus besloten de zeearmen af te
sluiten. Nu rijst de vraag: waarom deed
men dat niet eerder? Het moet tot eer van
de huidige bewindsman van verkeer en
waterstaat gezegd worden, dat hij enige tijd
voor de ramp reeds opdracht heeft gegeven
om de mogelijkheden tot afsluiting van de
z-earmen te bestuderen. Veel eerder had
deze opdracht ook niet gegeven kunnen
worden, want de techniek was nog niet zo
ver voortgeschreden dat er daaraan gedacht
kon worden. In de oorlog heeft men ervaring
opgedaan, die men nu kan gebruiken. Onze
rijkswaterstaat heeft ook van de ramp veel
geleerd. En daarvoor waren de dijken van
Walcheren en vele andere gebieden reeds
kapot geweest.
De kosten die aan het Deltaplan verbon
den zijn, zijn enorm. De verbetering van de
dijken langs de Westerschelde kost 400 min
Het Deltaplan zelf de afsluiting van de
zeerarmen en het leggen van verschillende
andere dammen, inclusief de werken aan de
Rotterdamse Waterweg zal 1800 min.
osten. De verbetering van het overige deel
van de kust wordt geschat op 200 min.
Natuurlijk zijn deze berekeningen zeer glo
baal. Men hoopt het gehele project in 25
jaar klaar te kunnen krijgen. Gezien deze
vrij lange termijn moet men dan ook con
cluderen, dat deze geweldige waterstaats
werken nog wel te financieren zijn. Zij
komen neer op 10.per persoon per jaar.
Het debat in de Tweede Kamer droeg
hoofdzakelijk een technisch karakter. Dit
wetsontwerp is een nationale zaak. En geen
enkele fractie had dan ook behoefte om uit
deze zaak „politiek" te halen. Dat is een
verblijdend teken. Een bewijs, dat onze
nationale eendracht, ondanks vele verschil
len, nog altijd groot kan zijn.
Men kan niet zeggen dat het debat daar
door interessant werd. Integendeel, de zeven
tien sprekers over dit onderwerp hebben
lange redevoeringen voorgelezen, waarbij zij
niet schroomden in herhalingen te vervallen.
Maar dit doet toch niets af aan de belang
rijkheid van dit debat. Talloze filmopera
teurs hebben dit historische moment ver
eeuwigd. Dat was juist, want de Tweede
Kamer stond inderdaad voor een historische
beslissing. Aanneming van de Deltawet be
tekent, dat de kaart van Nederland voor de
zoveelste maal hertekend moet worden. Het
water wordt steeds verder teruggedrongen.
Natuurlijk waren er nog vele wensen.
Vooral de belangen van Zeeland zijn druk
besproken. En waarlijk niet alleen door de
drie Zeeuwse afgevaardigden, de heren
Kodde (s.g.p.)De vraag of de oester- en
mpsselcultuur gered kan worden, stond in
het middelpunt der belangstelling. En ook de
oeververbinding van de Wester-Schelde
werd druk besproken. Het Deltaplan kan
voor Zeeland van grote betekenis zijn. De
vrees voor het water kan minder worden.
Er komt plaats voor industrialisatie
vooral in het Sloe en bovendien kan
deze provincie voor de recreatie van groot
belang zijn. De watersportliefhebbers zullen
de grote meren wel weten te vinden Maar
hoeveel verlangens er ook waren, aan de
wet zelf werd niet getornd. Althans niet
wat betreft de technische uitvoering van dit
plan.
Een belangrijk deel van het debat ging
over de vraag of de schadevergoedings
regeling wel juist was en of de waterschap
pen niet te veel moeten betalen. Het is nl.
de bedoeling, dat het Rijk 60 van de
totale kapitaalsuitgaven voor zijn rekening
neemt.
(nadruk verboden)
Naast de schrik van en schade voor het gezin van molenaar
C. M. Donken te Poortvliet, naast het niet denkbeeldige
gevaar voor de belendende percelen, naast de opschudding
door klokgelui en brandweeractie, bij al deze consternatie
en beroering, zal wel geen der Poortvlieters ooit eerder
een dergelijk fantastische schouwspel hebben gezien als
maandagmorgen 4 november 1957 rond half vijf, toen als
razend draaiende wieken van de Nieuwe Molen in volle
brand, een regen van vonken in noordelijke richting over
en op de huizen aan de overkant van de provinciale weg
storten en tot ver in de weihoek deden neerkomen. Het was
zeer terecht, dat men na het ontstaan van deze brand bij
een zuider tot zuidwesterstorm met windkracht negen direct
alle brandweren uit de omliggende dorpen mede opriep om
bij te staan waar dat nodig mocht zijn.
LOSGESLAGEN
Toen deze maandagmorgen omstreeks 4
uur de gemeente Poortvliet werd opgeschrikt
door het luiden van de torenklok was bij
het merendeel der ontwakende inwoners niet
de eerste gedachte, dat er brand zou zijn
uitgebroken. Hoewel geen „waterwind" en
geen springtij was toch de eerste gedachte:
onheil aan de dijk, zulks temeer daar naar
buiten ziende van brand nog weinig te be
speuren viel. Maar molenaar Donken wist
wel beter. Hij, ontwaakt door "onophoudelijk
gerinkel van dakpannen en gekraak in de
molen, vermoedde al direct dat dat molen
op drift was geraakt en vrijwel onmiddellijk
daarna had hij daarvan zekerheid. Aan rem
men van de wieken viel bij een dergelijke
stormwind niet te denken en zonder verder
te aarzelen belde Donken de brandweer
commandant. Even later wist een groot deel
van het dorp wat er aan de hand was. Maar
al wist men dan dat het niet om de dijken
ging, de bezorgdheid was niet minder groot,
Wat zou er bij overgaan van de brand op
belendende percelen aan te doen zijn bij
een dergelijke windkracht? Terwijl de kop
van de molen steeds harder brandde kon de
brandweer en politie weinig anders doen,
dan het materiaal klaar maken de omwo
nenden waarschuwen en voorzover nodig de
huizen laten ontruimen. Hoe erg het met
deze storm dan ook was, er bleek nog de
gunstige factor te zijn, dat de vonken niet
over het gehele dorp joegen, maar direct
in noordelijke richting werden gezwiept en
daardoor met uitzondering van de woningen
aan de overkant van de provinciale weg
veelal, nog langs de dorpskom vlogen.
BRANDENDE WIEKEN
Naarmate de wieken feller branden nam
de vonkenregen angstaanjagende vormen
aan, maar was er ook een zo fantastisch
vuurwerk te zien, dat het (met de storm
wind) adembenemend was. Toen ook de kap
eenmaal in lichte laaien stond duurde het
met de wieken niet lang meer en opnieuw
werd een angstig en spannend moment be
leefd, waar die zouden neerkomen. Met uit
zondering van de ene, die op het dak van
het belendend pakhuis van Donken terecht
kwam, liep dat bijzonder goed af. Het was
tevens het keerpunt ten goede. De vonken
regen minderde en de brandweren konden
de brand met resultaat gaan bestrijden. Op
enkele plaatsen was aan de overkant van
de provinciale weg een begin van brand
ontstaan, dat vrijwel direct bedwongen werd,
o.a. in de landbouwschuur van de familie
Bolier en in een stroklamp. De spuiten van
Tholen, Sint-Annaland en Sint-Maartensdijk
die spoedig ter plaatse gekomen waren
verleenden hun Poortvlietse collega de nodige
hulp. In de molen vrat zich het vuur vanaf
de kap naar de begane grond en het leek
op een loeiende schoorsteen, waarbinnen in
alles werd vernietigd, maar gelukkig bleef
de schade met uitzondering dan van het dak
van het pakhuis en enige waterschade in
een paar woningen tot die molen beperkt.
Dat betekent evenwel altijd nog een schade
van naar raming een ton, waar behalve mo
len, machines ook flinke voorraad graan
verloren is gegaan, 's Morgens om 9 uur
was men de brand geheel meester, waren
de naburige brandweren dan ook ingerukt
en werd met het opruimingswerk begonnen.
Voor de inwoners was er aan de rust op
deze maandagmorgen een vroegtijdig einde
gekomen. Gelukig echter, dat er zich geen
persoonlijke ongelukken hebben voorgedaan.
(van onze weerkundige medewerker)
Op het ogenblik worden er langs de hele
IJsselmeerkunst, in het bijzonder langs de
Velp.wse kust by Putten en Kornwerder-
zand, honderden wilde zwanen aangetroffen.
Verder zijn er ook weer veel wilde ganzen
langs de Friese IJsselmeerkust. Wilde een
den blijken er belangrijk minder te zijn dan
voorafgaande jaren en met de wintertalingen
is het precies zo gesteld.
De volksmond is geneigd uit het gedrag
van deze trekvogels een voorspelling te doen
over het karakter van de komende winter.
Tot nu toe zijn deze ons nog niet ter ore
gekomen, maar het zou ons niets verwon
deren, wanneer men hier en daar in het
veelvuldig op komen zetten van de wilde
zwanen geen voorboden ziet van een op
handen zijnde koude of strenge winter.
Wat heeft men aan een dergelijke prog
nose Is het zo. dat men er nu al een
definitieve berekening mee kan opmaken
over het aantal in december, januari en
februari te verbruiken hectoliters kolen
De feiten hebben uitgewezen, dat de waarde
van deze en soortgelijke voorspellingen zeer
twijfelachtig is. Het is zeker wel voorge
komen dat er na het verschijnen van grote
aantallen zwanen in de herfst een strenge
winter volgde en „the man in the street" zei
toen: „zie je wel. Wanneer er in october-
november een invasie van wilde zwanen
plaats heeft, komt er een strenge winter".
Een volgende keer is misschien een invasie
van zwanen of eenden opnieuw gevolgd
door winterkou en aangezien twee of drie
keer in de volksweerkunde voldoende is om
een wet van Meeden en Perzen te doen
ontstaan, was de vaststaande conclusie: veel
zwanen in de herfst eenn strenge winter.
Een zeer critisch persoon, die jaar in jaar
uit het zwanengedrag nauwkeurig met de
eropvolgende winters zou vergelijken, zou
na niet al te lange tijd opmerken, dat
er op een pril bezoek van de gevleugelde
vrienden uit Scandinavi soms ook wel eens
eens normale of zelfs zachte winter volgt,
een duidelijke afwijking van de „wet" dus.
Maar wie veronderstelt dat dit enige af
breuk zou doen aan de eenmaal geponeerde
stelling vergist zich schromelijk. Een uit
spraak in de volksweerkunde geldt voor eens
en altijd en wat die afwijkingen aangaat:
bevestigen uitzonderingen de regel niet
De officiële weerkundige diensten staan
over het algemeen erg sceptisch tegenover
dergelijke voorspellingen, en terecht. Wan
neer men er zich mee bemoeit is het meestal
om de atmosfeer op te klaren en misvattin
gen te ontzenuwen. oZ toonde Dr. Levert
van het K.N.M.I. in 1948 aan, dat over
vloedige eikels- en beukenootjesoogsten be
slist niet altijd door een strenge winter wor
den gevolgd. Integendeel. Van 10 goede
beukejaren werden er 3 gevolgd door een
koude en 7 door een zachte winter.
Pierre Florack slakkenkweker in Valken
burg, meende in de jaren vlak na de laatste
oorlog, dat hij het geheim van de smid ge
vonden had. Wanneer de glibberige beestjes
zich in de herfst diep ingraven (soms meer
dan een halve meter) zou er een strenge
winter op komst zijn, aldus de heer Florack.
Het K.N.M.I., dat zich voor de Limburgse
experiment eninteresseerde, verwiep a priori
alle gedachten aan een voorgevoel, maar
wachtte toch af, of de slakken van Florack
inderdaad konden, waartoe de Heren Mete
orologen met al hun cijfermateriaal niet in
Een nieuw jaartal in de vaderlandse geschiedenis
1957 aanvaarding Deltawet
Harde wind of zware $torm
Groene Kruisvergadering in de Polder
Burgerlijke standen
Aanbesteding kerkuitbreiding te St. Annaland
Geloof In de zaak die men dient
staat waren. En de resultaten Deze waren
twijfelachtig, lezer, en ze horen dus ook al
weer thuis onder het hoofd „Onzekerheden".
Dat we de laatste jaren niets meer over
Florack en zijn slakken gehoord hebben, be
wijst, dat de mens op dit punt nog altijd
geen vaste vorderingen gemaakt heeft en
dat het nog wel enige tijd zal duren alvorens
de radio ons vertelt, of we een zacht voor
jaar, een warme zomer of een strenge winter
krijgen, als het ooit zover zal komen
(nadruk verboden)
Vanzelfsprekend was het ook in „Ons
Dorpshuis", dat ditmaal de jaarvergadering
werd gehouden van de afdeling „Het Groene
Kruis." Waar voorzitter L. J. van Nieuwen-
huijzen niet direct aanwezig was, opende
burgemeester L. J. de Jonge de vergadering
en was verheugd over de grotere opkomst
wat hij aan de goede vergaderruimte toe
schreef. Hij dankte zuster Roozemond voor
waarneming in de vakature van wijkzuster.
In januari 1958 hoopt de nieuwe wijkver
pleegster in dienst te komen. Spreker dankte
voorts de bode M. A. Geense en mej. A.
Capelle voor verleende hulp. Secretaris J. P.
van Dijk bracht zijn laatste jaarverslag en
dankte daarbij het bestuur voor de saam
horigheid. Met bidden en werken komt men
de moeilijkheden te boven, aldus de heer van
Dijk.
Het financieel verslag liet over 1956 een
nadelig saldo zien van 8190.93. Als leden
van de financiële commissie voor 1957 wer
den benoemd de heren Joh. van Dijke, C.
Nieuwelink en M. J. Zwagemaker. De no-
tulencommissie bestaat uit de heren A. M.
Verhage en N. v. d. Reest. De voorgelegde
begroting 1957 werd ongewijzigd vastge
steld.
Het periodiek aftredend bestuurslid L. J.
de Jonge werd bij akklamatie herbenoemd,
terwijl in de vakature L. J. van Nieuwen-
huijze de heer A. W. Beurkens Jr. werd
gekozen en in de vakature J. P. van Dijke
werd voorzien door benoeming van de heer
Chr. Wisse.
De vergadering ging akkoord met de
voornaamste statuten- en reglementswijzi
ging. De voornaamste wijziging in de statu
ten houdt de mogelijkheid in tot uitbreiding
van het aantal bestuursleden, zulks in ver
band met de groei der vereniging. De voor
naamste wijziging in het Huishoudelijk reg
lement betreft contributieverhoging van de
inwonende gezinsleden boven de 16 jaar.
Voor zoon wordt het van 1,op 1,50
en dochters van 0,50 op 1,50, dus een
gelijkstelling.
Gevraagd werd naar de mogelijkheid de
contributie in twee termijnen te betalen,
maar de voorzitter wimpelde dit af omdat
zulks een berg administratieve rompslomp
zou meebrengen.
De heer L. J. van Nieuwenhuijze als be
stuurslid (voorzitter) afscheid nemend wees
er op, dat in zijn zittingsperiode veel werk
is verzet. Klein begonnen is de vereniging
in de loop der tijden uitgegroeid. Alle ver
langens zijn nu vervuld, mede dank zij de
na de ramp ontvangen giften. Het is een
bloeiende vereniging, waarin de gezond
heidszorg kan worden uitgebreid. Spreker
dankte voor de ontvangen welwillendheid
en wees op de aangename bestuursverstand-
houding. Moge dat in het nieuwe bestuur
onveranderd goed blijven.
Burgemeester L. J. de Jonge meende dat
het niet eenvoudig zal zijn om de heer van
Nieuwenhuijze te vervangen. Het spijt de
vereniging dan ook zeer dat U afscheid moet
nemen. Dank voor alles wat U voor het
Groene Kruis hebt gedaan. De burgemeester
sprak ook enkele afscheidswoorden tot de
afgetreden secretaris en hoopte dat beide
oud-bestuursleden met het Groene Kruiswerk
in St. Filipsland zouden blijven meeleven.
De heer van Nieuwenhuijze richtte zich
daarna ook nog even tot de heer van Dijke,
die als secretaris afscheid nam en hoopte
dat hij nog dikwijls onder de ontvangen
schemerlamp zou mogen zitten. Hij prees
bode Geense en was er van overtuigd dat
zuster Roozemond de sympathie der inwo
ners blijvend zou houden.
Algemene instemming kreeg het voorstel
van bestuurslid L. J. de Jonge om de oud
voorzitter en oud-secretaris te benoemen tot
ereleden.
De heer J. P. van Dijk sprak vervolgens
ook nog enkele dank- en afscheidswoorden,
terwijl dokter H. Menger zich verblijdde
over de flinke opkomst en hoopte dat het
in de toekomst zo zal blijven. De preventieve
geneeskunde zal nu zesmaal per jaar worden
uitgeoefend. Spreker haalde nog een voor
beeld waarbij het nut van het lidmaatschap
werd aangetoond.
Na het huishoudelijk gedeelte werden de
films vertoond: „De gezondheidszorg in
Grienkenland en „De strijd tegen de invasie."
Mededeling van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst te Goes.
De bestrijding van rhizoctonia bij aardappelen.
Het komt in 't voorjaar herhaaldelijk voor,
dat er aardappelstengels, of hele planten
wegvallen door de rhicotoniazwam, zelfs
in die mate dat de opbrengst eronder lijdt.
Ook is de sortering slecht door vele
kleine en misvormde knollen. De kleine
zwarte of zwart-bruine korstjes (sclerotiën)
kunt u gemakkelijk op het pootgoed zien
zitten. Van sterk met grond bevuilde partij
en kan men beter eerst een monster wassen
om de bezetting met sclerotiën na te gaan.
U kunt deze ziekte grotendeels voorkomen
door het pootgoed te ontsmetten met speci
aal hiervoor in de handel zijnde kwikbevat-
tende middelen. De beste tijd hiervoor is het
najaar, nadat de knollen wat afgehard zijn.
Dit in verband met de eis van een niet te
lage temperatuur van het water (minstens
5°C) bij het ontsmetten en het gevaar van
beschadiging van de kiemen. De aardappe
len dienen bij het ontsmetten schoon te zijn,
anders worden de sclerotiën onder de grond
niet gedood.
De Plantkundige Dienst geeft 3 methoden
van ontsmetting aan
25 MINUTEN BEHANDELING
De knollen worden 25 minuten gedompeld
in een 0,15 %-oplossing 1J/2 gram per liter
water). Deze vloeistof kan 3 maal achter
een worden gebruikt. De oplossing kan 6
maal worden gebruikt als na iedere dompe
ling per 100 liter oplossing 4 liter van een
oplossing van dubbele sterkte 0,3% 3
gram per liter water) van een vooraf ge
reedgemaakte hoeveelheid wordt toegevoegd.
5 MINUTEN BEHANDELING
De poters worden 5 minuten gedompeld
in een 0,3 %-oplossing (3 gram per liter
water). De vloeistof kan 15 maal achter
een worden gebruikt, mits na iedere dompe
ling per 100 liter oplossing 4 liter van een
oplossing van dubbele sterkte (0,6%), die
tevoren is gereedgemaakt, wordt toege
voegd.
1 MINUUT BEHANDELING
De poters worden gedurende 1 minuut
gedompeld in een 0,5%-oplossing (5 gram
per liter water). De oplossing kan 20 maal
achter elkaar worden gebruikt, mits na ieder
dompeling per 100 liter oplossing 4 liter van
een tevoren gereedgemaakte oplossing van
dubbele sterkte, dus 1% (10 gram per liter
water) wordt toegevoegd. Deze 1-minuut-
methode is echter minder aan te bevelen.
De knollen moeten nadat ze uit de vloei
stof zijn gekomen, een half uur vochtig
blijven, zonodig (afhankelijk van het weer)
afdekken met zakken. Na een half uur moet
men ze wel de gelegenheid geven op te
drogen.
Enkele belangrijke punten zijn
a. werk nauwkeurig
b. geen zinken of verzinkte vaten ge
bruiken
c. na ontsmetten altijd voorkiemen
d. de middelen zijn zeer giftig.
Tholen, 26 oktober 1957.
De Assistent bij de R.L.V.D.
M. A. de Hond.
slot)
WERK VERDELEN.
Als een bestuurslid klaagt, dat hij
alles alléén moet doen, klaagt hij
ook zichzelf aan.
Een bestuur bestaat uit een groep
werkers, en ieder heeft zijn taak.
Werken zij niet, dan horen ze niet
in het bestuur. Maar vaak ook krij
gen ze geen kans iets te doen, door
dat één bestuurslid „overal voor
zorgt", steeds maar klagend dat hij
het zo druk heeft.
Het welvaren van iedere vereni
ging staat of valt met het aantal
mensen, niet dat er lid van is, maar
dat er voor wérkt.
Iedere werkkracht in de vereniging
dient te worden benut.
Wanneer een bestuur in de ver
eniging leden ontdekt, die hun ga
ven tot nut van de vereniging zou
den kunnen aanwenden, dan moet
het zorgen dat ze daartoe de kans
krijgen.
Ook al kunnen ze geen plaats in
het bestuur krijgen, dan zijn er al
tijd wel taken die ze verrichten kun
nen. Heeft het bestuur bepaalde
plannen, dan benoemt het een com
missie om daarvoor te gaan werken
en zet er de ijverigste leden in. Die
krijgen zo een goede kans zich te
trainen voor het bestuurslidmaat
schap.
Maar ook de bestuursleden onder
ling moeten elkaar „tot een hand
en een voet zijn."
Welk een steun kan de voorzitter
hebben aan een ijverige, actieve sec
retaris! Hoe noodzakelijk is het, dat
de financiën der vereniging up to
date zijn!
En hoe vaak kunnen de andere
bestuursleden het dagelijks bestuur
werk uit de hand nemen!
Werk verdelen is niet alleen nodig
opdat bepaalde functionarissen niet
overbelast worden. Het is ook nodig
om de activiteit in de vereniging tot
de hoogste graad op te voeren.
Maar al te vaak kan men precies
een streep trekken tussen de actieve
en de passieve verenigingsleden. De
eersten zitten achter en de anderen
vóór de groene tafel.
Wanneer men deze scheidingslijn
opheft en zoveel mogelijk ook de
leden activeert, krijgt men straks een
„achterban" van mensen die rijp
zijn voor de bestuursfuncties. In een
tijd waarin de contributiekwitantie
en de jaarlijkse feestavond voor
maar al te velen de essentie zijn van
het lidmaatschap, moet men de wer
kers hun kans geven
Zo groeit en bloeit de vereniging
SCRIBA.
(Nadruk verboden)