WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND VIER JAAR NA DE RAMP. Poortvliet's molen „De Graanhaler" door brand verwoest. Als wij vergaderen VERSCHIJ I I NT IEDER I E VRIJDAG I I WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht Vele wilde zwanen en dus.... EEN STRENGE WINTER Het Groene Kruis vergaderde in Anna Jacoba Polder. Tweede Kamer accoord met Deltaplan Fantastisch schouwspel in stormnacht» Weerpraatje Dc redactie legt U deze week voort „De Graanhaler" te Poortvliet uitgebrand in stormnacht Ontsmetting in het najaar geeft de beste resultaten. 13e jaargang no, 51 S novwnher 1,9.57 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.85 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen Dinsdag 29 oktober is de Tweede Kamer Westerhout (soc.), Van der Peyl (c.h.) en begonnen met de behandeling van de Delta wet. Na de Euro-verdragen en de algemene politieke beschouwingen dus weer een zeer belangrijk debat. Het was reeds op de eerste dag van de behandeling van dit wetsontwerp duidelijk, dat onze volksvertegenwoordigers zich achter de plannen van de regering zouden scharen om de zeearmen af te sluiten. Een gigantisch werk dat waarschijnlijk nooit tot stand zou zijn gekomen als we op 1 febr. 1953 niet een verwoestende stormvloed had den meegemaakt. Men kent misschien de cijfers van de ramp nog wel: 1835 mensen verloren het leven, 72000 personen moesten evacueren, 150.000 ha land werd over stroomd, 4300 gebouwen werden vernield en ruim 43000 beschadigd. Ook werden hon derden kilometers dijk zwaar beschadigd. De totale kosten van de ramp kunnen ge schat worden op rond 1.5 miljard gulden. De omvang van deze verschrikkelijke watervloed had nog veel groter kunnen zijn. Dank zij de allergrootste krachtsinspanning is men er in geslaagd de dijken langs de Hollandse IJssel nog op het juiste moment te dichten. Was dit niet gelukt dan zou ook het centrale deel van ons land zijn onder gelopen. Nederland is groot geworden in de strijd tegen het water. Het water is zijn vriend, maar ook zijn vijand. De Tweede Kamer legde uiteraard in dit debat de nadruk op l..-t water als vijand. En daar is alle reden, voor. Een groot deel van ons land ligt nu eenmaal beneden de waterspiegel. Dat deel zou bij het ontbreken of het wegvallen van de zee- waterkering door zeewater worden over stroomd. In dit op hoog agrarische peil staande en economisch hoog ontwikkelde ge bied liggen de beide grote havensteden Rotterdam en Amsterdam, het regerings centrum 's-Gravenhage en vele andere be langrijke bevolkingscentra, waaronder de provinciale hoofdsteden Middelburg, Haar lem, Zwolle en Leeuwarden. Het gebied dat voor overstroming vatbaar is heeft een oppervlakte van ongeveer 15000 km2 (d.i. 50 van de totale oppervlakte van het land) en wordt door rond zes miljoen per sonen (d.i. 60% van het totaal aantal in woners) bewoond. Deze cijfers spreken boekdelen. Ze leveren tevens het bewijs, dat ons volk in ieder geval nooit mag bezuinigen op de zeewaterkerin gen. Daarvoor geld uit te geven is een nationaal belang. En dat is de reden waar om de Deltawet van minister Algera zo een stemmig is ontvangen. Vier jaar na de ramp heeft men dus besloten de zeearmen af te sluiten. Nu rijst de vraag: waarom deed men dat niet eerder? Het moet tot eer van de huidige bewindsman van verkeer en waterstaat gezegd worden, dat hij enige tijd voor de ramp reeds opdracht heeft gegeven om de mogelijkheden tot afsluiting van de z-earmen te bestuderen. Veel eerder had deze opdracht ook niet gegeven kunnen worden, want de techniek was nog niet zo ver voortgeschreden dat er daaraan gedacht kon worden. In de oorlog heeft men ervaring opgedaan, die men nu kan gebruiken. Onze rijkswaterstaat heeft ook van de ramp veel geleerd. En daarvoor waren de dijken van Walcheren en vele andere gebieden reeds kapot geweest. De kosten die aan het Deltaplan verbon den zijn, zijn enorm. De verbetering van de dijken langs de Westerschelde kost 400 min Het Deltaplan zelf de afsluiting van de zeerarmen en het leggen van verschillende andere dammen, inclusief de werken aan de Rotterdamse Waterweg zal 1800 min. osten. De verbetering van het overige deel van de kust wordt geschat op 200 min. Natuurlijk zijn deze berekeningen zeer glo baal. Men hoopt het gehele project in 25 jaar klaar te kunnen krijgen. Gezien deze vrij lange termijn moet men dan ook con cluderen, dat deze geweldige waterstaats werken nog wel te financieren zijn. Zij komen neer op 10.per persoon per jaar. Het debat in de Tweede Kamer droeg hoofdzakelijk een technisch karakter. Dit wetsontwerp is een nationale zaak. En geen enkele fractie had dan ook behoefte om uit deze zaak „politiek" te halen. Dat is een verblijdend teken. Een bewijs, dat onze nationale eendracht, ondanks vele verschil len, nog altijd groot kan zijn. Men kan niet zeggen dat het debat daar door interessant werd. Integendeel, de zeven tien sprekers over dit onderwerp hebben lange redevoeringen voorgelezen, waarbij zij niet schroomden in herhalingen te vervallen. Maar dit doet toch niets af aan de belang rijkheid van dit debat. Talloze filmopera teurs hebben dit historische moment ver eeuwigd. Dat was juist, want de Tweede Kamer stond inderdaad voor een historische beslissing. Aanneming van de Deltawet be tekent, dat de kaart van Nederland voor de zoveelste maal hertekend moet worden. Het water wordt steeds verder teruggedrongen. Natuurlijk waren er nog vele wensen. Vooral de belangen van Zeeland zijn druk besproken. En waarlijk niet alleen door de drie Zeeuwse afgevaardigden, de heren Kodde (s.g.p.)De vraag of de oester- en mpsselcultuur gered kan worden, stond in het middelpunt der belangstelling. En ook de oeververbinding van de Wester-Schelde werd druk besproken. Het Deltaplan kan voor Zeeland van grote betekenis zijn. De vrees voor het water kan minder worden. Er komt plaats voor industrialisatie vooral in het Sloe en bovendien kan deze provincie voor de recreatie van groot belang zijn. De watersportliefhebbers zullen de grote meren wel weten te vinden Maar hoeveel verlangens er ook waren, aan de wet zelf werd niet getornd. Althans niet wat betreft de technische uitvoering van dit plan. Een belangrijk deel van het debat ging over de vraag of de schadevergoedings regeling wel juist was en of de waterschap pen niet te veel moeten betalen. Het is nl. de bedoeling, dat het Rijk 60 van de totale kapitaalsuitgaven voor zijn rekening neemt. (nadruk verboden) Naast de schrik van en schade voor het gezin van molenaar C. M. Donken te Poortvliet, naast het niet denkbeeldige gevaar voor de belendende percelen, naast de opschudding door klokgelui en brandweeractie, bij al deze consternatie en beroering, zal wel geen der Poortvlieters ooit eerder een dergelijk fantastische schouwspel hebben gezien als maandagmorgen 4 november 1957 rond half vijf, toen als razend draaiende wieken van de Nieuwe Molen in volle brand, een regen van vonken in noordelijke richting over en op de huizen aan de overkant van de provinciale weg storten en tot ver in de weihoek deden neerkomen. Het was zeer terecht, dat men na het ontstaan van deze brand bij een zuider tot zuidwesterstorm met windkracht negen direct alle brandweren uit de omliggende dorpen mede opriep om bij te staan waar dat nodig mocht zijn. LOSGESLAGEN Toen deze maandagmorgen omstreeks 4 uur de gemeente Poortvliet werd opgeschrikt door het luiden van de torenklok was bij het merendeel der ontwakende inwoners niet de eerste gedachte, dat er brand zou zijn uitgebroken. Hoewel geen „waterwind" en geen springtij was toch de eerste gedachte: onheil aan de dijk, zulks temeer daar naar buiten ziende van brand nog weinig te be speuren viel. Maar molenaar Donken wist wel beter. Hij, ontwaakt door "onophoudelijk gerinkel van dakpannen en gekraak in de molen, vermoedde al direct dat dat molen op drift was geraakt en vrijwel onmiddellijk daarna had hij daarvan zekerheid. Aan rem men van de wieken viel bij een dergelijke stormwind niet te denken en zonder verder te aarzelen belde Donken de brandweer commandant. Even later wist een groot deel van het dorp wat er aan de hand was. Maar al wist men dan dat het niet om de dijken ging, de bezorgdheid was niet minder groot, Wat zou er bij overgaan van de brand op belendende percelen aan te doen zijn bij een dergelijke windkracht? Terwijl de kop van de molen steeds harder brandde kon de brandweer en politie weinig anders doen, dan het materiaal klaar maken de omwo nenden waarschuwen en voorzover nodig de huizen laten ontruimen. Hoe erg het met deze storm dan ook was, er bleek nog de gunstige factor te zijn, dat de vonken niet over het gehele dorp joegen, maar direct in noordelijke richting werden gezwiept en daardoor met uitzondering van de woningen aan de overkant van de provinciale weg veelal, nog langs de dorpskom vlogen. BRANDENDE WIEKEN Naarmate de wieken feller branden nam de vonkenregen angstaanjagende vormen aan, maar was er ook een zo fantastisch vuurwerk te zien, dat het (met de storm wind) adembenemend was. Toen ook de kap eenmaal in lichte laaien stond duurde het met de wieken niet lang meer en opnieuw werd een angstig en spannend moment be leefd, waar die zouden neerkomen. Met uit zondering van de ene, die op het dak van het belendend pakhuis van Donken terecht kwam, liep dat bijzonder goed af. Het was tevens het keerpunt ten goede. De vonken regen minderde en de brandweren konden de brand met resultaat gaan bestrijden. Op enkele plaatsen was aan de overkant van de provinciale weg een begin van brand ontstaan, dat vrijwel direct bedwongen werd, o.a. in de landbouwschuur van de familie Bolier en in een stroklamp. De spuiten van Tholen, Sint-Annaland en Sint-Maartensdijk die spoedig ter plaatse gekomen waren verleenden hun Poortvlietse collega de nodige hulp. In de molen vrat zich het vuur vanaf de kap naar de begane grond en het leek op een loeiende schoorsteen, waarbinnen in alles werd vernietigd, maar gelukkig bleef de schade met uitzondering dan van het dak van het pakhuis en enige waterschade in een paar woningen tot die molen beperkt. Dat betekent evenwel altijd nog een schade van naar raming een ton, waar behalve mo len, machines ook flinke voorraad graan verloren is gegaan, 's Morgens om 9 uur was men de brand geheel meester, waren de naburige brandweren dan ook ingerukt en werd met het opruimingswerk begonnen. Voor de inwoners was er aan de rust op deze maandagmorgen een vroegtijdig einde gekomen. Gelukig echter, dat er zich geen persoonlijke ongelukken hebben voorgedaan. (van onze weerkundige medewerker) Op het ogenblik worden er langs de hele IJsselmeerkunst, in het bijzonder langs de Velp.wse kust by Putten en Kornwerder- zand, honderden wilde zwanen aangetroffen. Verder zijn er ook weer veel wilde ganzen langs de Friese IJsselmeerkust. Wilde een den blijken er belangrijk minder te zijn dan voorafgaande jaren en met de wintertalingen is het precies zo gesteld. De volksmond is geneigd uit het gedrag van deze trekvogels een voorspelling te doen over het karakter van de komende winter. Tot nu toe zijn deze ons nog niet ter ore gekomen, maar het zou ons niets verwon deren, wanneer men hier en daar in het veelvuldig op komen zetten van de wilde zwanen geen voorboden ziet van een op handen zijnde koude of strenge winter. Wat heeft men aan een dergelijke prog nose Is het zo. dat men er nu al een definitieve berekening mee kan opmaken over het aantal in december, januari en februari te verbruiken hectoliters kolen De feiten hebben uitgewezen, dat de waarde van deze en soortgelijke voorspellingen zeer twijfelachtig is. Het is zeker wel voorge komen dat er na het verschijnen van grote aantallen zwanen in de herfst een strenge winter volgde en „the man in the street" zei toen: „zie je wel. Wanneer er in october- november een invasie van wilde zwanen plaats heeft, komt er een strenge winter". Een volgende keer is misschien een invasie van zwanen of eenden opnieuw gevolgd door winterkou en aangezien twee of drie keer in de volksweerkunde voldoende is om een wet van Meeden en Perzen te doen ontstaan, was de vaststaande conclusie: veel zwanen in de herfst eenn strenge winter. Een zeer critisch persoon, die jaar in jaar uit het zwanengedrag nauwkeurig met de eropvolgende winters zou vergelijken, zou na niet al te lange tijd opmerken, dat er op een pril bezoek van de gevleugelde vrienden uit Scandinavi soms ook wel eens eens normale of zelfs zachte winter volgt, een duidelijke afwijking van de „wet" dus. Maar wie veronderstelt dat dit enige af breuk zou doen aan de eenmaal geponeerde stelling vergist zich schromelijk. Een uit spraak in de volksweerkunde geldt voor eens en altijd en wat die afwijkingen aangaat: bevestigen uitzonderingen de regel niet De officiële weerkundige diensten staan over het algemeen erg sceptisch tegenover dergelijke voorspellingen, en terecht. Wan neer men er zich mee bemoeit is het meestal om de atmosfeer op te klaren en misvattin gen te ontzenuwen. oZ toonde Dr. Levert van het K.N.M.I. in 1948 aan, dat over vloedige eikels- en beukenootjesoogsten be slist niet altijd door een strenge winter wor den gevolgd. Integendeel. Van 10 goede beukejaren werden er 3 gevolgd door een koude en 7 door een zachte winter. Pierre Florack slakkenkweker in Valken burg, meende in de jaren vlak na de laatste oorlog, dat hij het geheim van de smid ge vonden had. Wanneer de glibberige beestjes zich in de herfst diep ingraven (soms meer dan een halve meter) zou er een strenge winter op komst zijn, aldus de heer Florack. Het K.N.M.I., dat zich voor de Limburgse experiment eninteresseerde, verwiep a priori alle gedachten aan een voorgevoel, maar wachtte toch af, of de slakken van Florack inderdaad konden, waartoe de Heren Mete orologen met al hun cijfermateriaal niet in Een nieuw jaartal in de vaderlandse geschiedenis 1957 aanvaarding Deltawet Harde wind of zware $torm Groene Kruisvergadering in de Polder Burgerlijke standen Aanbesteding kerkuitbreiding te St. Annaland Geloof In de zaak die men dient staat waren. En de resultaten Deze waren twijfelachtig, lezer, en ze horen dus ook al weer thuis onder het hoofd „Onzekerheden". Dat we de laatste jaren niets meer over Florack en zijn slakken gehoord hebben, be wijst, dat de mens op dit punt nog altijd geen vaste vorderingen gemaakt heeft en dat het nog wel enige tijd zal duren alvorens de radio ons vertelt, of we een zacht voor jaar, een warme zomer of een strenge winter krijgen, als het ooit zover zal komen (nadruk verboden) Vanzelfsprekend was het ook in „Ons Dorpshuis", dat ditmaal de jaarvergadering werd gehouden van de afdeling „Het Groene Kruis." Waar voorzitter L. J. van Nieuwen- huijzen niet direct aanwezig was, opende burgemeester L. J. de Jonge de vergadering en was verheugd over de grotere opkomst wat hij aan de goede vergaderruimte toe schreef. Hij dankte zuster Roozemond voor waarneming in de vakature van wijkzuster. In januari 1958 hoopt de nieuwe wijkver pleegster in dienst te komen. Spreker dankte voorts de bode M. A. Geense en mej. A. Capelle voor verleende hulp. Secretaris J. P. van Dijk bracht zijn laatste jaarverslag en dankte daarbij het bestuur voor de saam horigheid. Met bidden en werken komt men de moeilijkheden te boven, aldus de heer van Dijk. Het financieel verslag liet over 1956 een nadelig saldo zien van 8190.93. Als leden van de financiële commissie voor 1957 wer den benoemd de heren Joh. van Dijke, C. Nieuwelink en M. J. Zwagemaker. De no- tulencommissie bestaat uit de heren A. M. Verhage en N. v. d. Reest. De voorgelegde begroting 1957 werd ongewijzigd vastge steld. Het periodiek aftredend bestuurslid L. J. de Jonge werd bij akklamatie herbenoemd, terwijl in de vakature L. J. van Nieuwen- huijze de heer A. W. Beurkens Jr. werd gekozen en in de vakature J. P. van Dijke werd voorzien door benoeming van de heer Chr. Wisse. De vergadering ging akkoord met de voornaamste statuten- en reglementswijzi ging. De voornaamste wijziging in de statu ten houdt de mogelijkheid in tot uitbreiding van het aantal bestuursleden, zulks in ver band met de groei der vereniging. De voor naamste wijziging in het Huishoudelijk reg lement betreft contributieverhoging van de inwonende gezinsleden boven de 16 jaar. Voor zoon wordt het van 1,op 1,50 en dochters van 0,50 op 1,50, dus een gelijkstelling. Gevraagd werd naar de mogelijkheid de contributie in twee termijnen te betalen, maar de voorzitter wimpelde dit af omdat zulks een berg administratieve rompslomp zou meebrengen. De heer L. J. van Nieuwenhuijze als be stuurslid (voorzitter) afscheid nemend wees er op, dat in zijn zittingsperiode veel werk is verzet. Klein begonnen is de vereniging in de loop der tijden uitgegroeid. Alle ver langens zijn nu vervuld, mede dank zij de na de ramp ontvangen giften. Het is een bloeiende vereniging, waarin de gezond heidszorg kan worden uitgebreid. Spreker dankte voor de ontvangen welwillendheid en wees op de aangename bestuursverstand- houding. Moge dat in het nieuwe bestuur onveranderd goed blijven. Burgemeester L. J. de Jonge meende dat het niet eenvoudig zal zijn om de heer van Nieuwenhuijze te vervangen. Het spijt de vereniging dan ook zeer dat U afscheid moet nemen. Dank voor alles wat U voor het Groene Kruis hebt gedaan. De burgemeester sprak ook enkele afscheidswoorden tot de afgetreden secretaris en hoopte dat beide oud-bestuursleden met het Groene Kruiswerk in St. Filipsland zouden blijven meeleven. De heer van Nieuwenhuijze richtte zich daarna ook nog even tot de heer van Dijke, die als secretaris afscheid nam en hoopte dat hij nog dikwijls onder de ontvangen schemerlamp zou mogen zitten. Hij prees bode Geense en was er van overtuigd dat zuster Roozemond de sympathie der inwo ners blijvend zou houden. Algemene instemming kreeg het voorstel van bestuurslid L. J. de Jonge om de oud voorzitter en oud-secretaris te benoemen tot ereleden. De heer J. P. van Dijk sprak vervolgens ook nog enkele dank- en afscheidswoorden, terwijl dokter H. Menger zich verblijdde over de flinke opkomst en hoopte dat het in de toekomst zo zal blijven. De preventieve geneeskunde zal nu zesmaal per jaar worden uitgeoefend. Spreker haalde nog een voor beeld waarbij het nut van het lidmaatschap werd aangetoond. Na het huishoudelijk gedeelte werden de films vertoond: „De gezondheidszorg in Grienkenland en „De strijd tegen de invasie." Mededeling van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst te Goes. De bestrijding van rhizoctonia bij aardappelen. Het komt in 't voorjaar herhaaldelijk voor, dat er aardappelstengels, of hele planten wegvallen door de rhicotoniazwam, zelfs in die mate dat de opbrengst eronder lijdt. Ook is de sortering slecht door vele kleine en misvormde knollen. De kleine zwarte of zwart-bruine korstjes (sclerotiën) kunt u gemakkelijk op het pootgoed zien zitten. Van sterk met grond bevuilde partij en kan men beter eerst een monster wassen om de bezetting met sclerotiën na te gaan. U kunt deze ziekte grotendeels voorkomen door het pootgoed te ontsmetten met speci aal hiervoor in de handel zijnde kwikbevat- tende middelen. De beste tijd hiervoor is het najaar, nadat de knollen wat afgehard zijn. Dit in verband met de eis van een niet te lage temperatuur van het water (minstens 5°C) bij het ontsmetten en het gevaar van beschadiging van de kiemen. De aardappe len dienen bij het ontsmetten schoon te zijn, anders worden de sclerotiën onder de grond niet gedood. De Plantkundige Dienst geeft 3 methoden van ontsmetting aan 25 MINUTEN BEHANDELING De knollen worden 25 minuten gedompeld in een 0,15 %-oplossing 1J/2 gram per liter water). Deze vloeistof kan 3 maal achter een worden gebruikt. De oplossing kan 6 maal worden gebruikt als na iedere dompe ling per 100 liter oplossing 4 liter van een oplossing van dubbele sterkte 0,3% 3 gram per liter water) van een vooraf ge reedgemaakte hoeveelheid wordt toegevoegd. 5 MINUTEN BEHANDELING De poters worden 5 minuten gedompeld in een 0,3 %-oplossing (3 gram per liter water). De vloeistof kan 15 maal achter een worden gebruikt, mits na iedere dompe ling per 100 liter oplossing 4 liter van een oplossing van dubbele sterkte (0,6%), die tevoren is gereedgemaakt, wordt toege voegd. 1 MINUUT BEHANDELING De poters worden gedurende 1 minuut gedompeld in een 0,5%-oplossing (5 gram per liter water). De oplossing kan 20 maal achter elkaar worden gebruikt, mits na ieder dompeling per 100 liter oplossing 4 liter van een tevoren gereedgemaakte oplossing van dubbele sterkte, dus 1% (10 gram per liter water) wordt toegevoegd. Deze 1-minuut- methode is echter minder aan te bevelen. De knollen moeten nadat ze uit de vloei stof zijn gekomen, een half uur vochtig blijven, zonodig (afhankelijk van het weer) afdekken met zakken. Na een half uur moet men ze wel de gelegenheid geven op te drogen. Enkele belangrijke punten zijn a. werk nauwkeurig b. geen zinken of verzinkte vaten ge bruiken c. na ontsmetten altijd voorkiemen d. de middelen zijn zeer giftig. Tholen, 26 oktober 1957. De Assistent bij de R.L.V.D. M. A. de Hond. slot) WERK VERDELEN. Als een bestuurslid klaagt, dat hij alles alléén moet doen, klaagt hij ook zichzelf aan. Een bestuur bestaat uit een groep werkers, en ieder heeft zijn taak. Werken zij niet, dan horen ze niet in het bestuur. Maar vaak ook krij gen ze geen kans iets te doen, door dat één bestuurslid „overal voor zorgt", steeds maar klagend dat hij het zo druk heeft. Het welvaren van iedere vereni ging staat of valt met het aantal mensen, niet dat er lid van is, maar dat er voor wérkt. Iedere werkkracht in de vereniging dient te worden benut. Wanneer een bestuur in de ver eniging leden ontdekt, die hun ga ven tot nut van de vereniging zou den kunnen aanwenden, dan moet het zorgen dat ze daartoe de kans krijgen. Ook al kunnen ze geen plaats in het bestuur krijgen, dan zijn er al tijd wel taken die ze verrichten kun nen. Heeft het bestuur bepaalde plannen, dan benoemt het een com missie om daarvoor te gaan werken en zet er de ijverigste leden in. Die krijgen zo een goede kans zich te trainen voor het bestuurslidmaat schap. Maar ook de bestuursleden onder ling moeten elkaar „tot een hand en een voet zijn." Welk een steun kan de voorzitter hebben aan een ijverige, actieve sec retaris! Hoe noodzakelijk is het, dat de financiën der vereniging up to date zijn! En hoe vaak kunnen de andere bestuursleden het dagelijks bestuur werk uit de hand nemen! Werk verdelen is niet alleen nodig opdat bepaalde functionarissen niet overbelast worden. Het is ook nodig om de activiteit in de vereniging tot de hoogste graad op te voeren. Maar al te vaak kan men precies een streep trekken tussen de actieve en de passieve verenigingsleden. De eersten zitten achter en de anderen vóór de groene tafel. Wanneer men deze scheidingslijn opheft en zoveel mogelijk ook de leden activeert, krijgt men straks een „achterban" van mensen die rijp zijn voor de bestuursfuncties. In een tijd waarin de contributiekwitantie en de jaarlijkse feestavond voor maar al te velen de essentie zijn van het lidmaatschap, moet men de wer kers hun kans geven Zo groeit en bloeit de vereniging SCRIBA. (Nadruk verboden)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1957 | | pagina 1