Tholen en zijn toekomst Geen vermaterialisering lijke waarden van de mensen Pracht gymzaal met ruime kleedkamers IX Reacties op Tholen en zijn toekomst' en uitstekende wasgelegenheid in Oud-Vossemeer De redactie legt U deze week voor: 13e jaargang no. 37 2 augustus 1957 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 34, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementep 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.85 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertenties 12 cent per millimeter - Bij contract speciaal tarief Spierinkjes t/m 20 woorden 1.25 Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen De voorafgaande schrijvers hebben allen op het „probleem Tholen" hun eigen visie gegeven. Op vele punten hebben zij onze meningen en gedachten onder woorden gebracht en hebben wij onszelf hierin kunnen herkennen. De bewustwording van onze problemen is een eerste stap op de weg naar een mogelijke oplossing hiervan. Hoewel ik als een der laatsten in deze reeks niet veel nieuwe gezichtspunten naar voren zal kunnen brengen, zij het mij vergund alsnog mijn bijdrage hieraan te leveren. HET VOORRECHT VAN EEN EIGEN BEDRIJF Het probleem Tholen is dus het probleem van een permanente volledige werkgelegen heid voor de bewoners van het eiland Tholen, die in de arbeidsproduktieve leef tijd zijn. Dit houdt in dat in onze agrarische streek werk is, maar niet voor ieder die hier wil werken en dat een meer blijvende oplossing gezocht moet worden voor het overschot aan arbeidskrachten dat het ei land door zijn structuur oplevert. Op welk gebied de mogelijkheden liggen is een kwestie die zeker bestudering verdient Heeft een meer arbeidsintensieve tuinbouw hier kans van slagen? En indien industrie vestiging de oplossing blijkt te zijn, voor welke problemen zal deze oplossing ons stellen? Persoonlijk zie ik het verloren gaan van het kleinbedrijf en eenmans-ondernemingen als een verarming en verschraling in het leven van de arbeidende bevolking. De mens die zijn scheppend vermogen kwijt kan in het eigen bedrijf met het con crete doel voor ogen zichzelf en zijn gezin een bestaan te verschaffen en daarnaast deel heeft aan de verschillende gemeen schapsverbanden is in vele opzichten een bevoorrecht mens. Maar als expansie in deze richting nu niet meer mogelijk is? Dan móet een oplos sing gezocht worden voor kinderen van landbouwers en landarbeiders voor wie dat emplooi er niet is. Dan zullen er mogelijkheden moeten wor den geschapen en tot stand gebracht, zodat er een eind komt aan de ontvolking van ons eiland. De grote vraag is maar: Welke con crete mogelijkheden geeft hier eventuele industrie en welke industrie heeft hier kans van slagen? Gezien de hele situatie van het eiland Tholen denken we niet direct aan grote industriële ondernemingen. EEN ANDER LEVENSTEMPO De overgang van de agrarische naar de industriële sector van het bedrijfsleven bete kent op zichzelf al een hele omschakeling en confrontatie met andere levensgewoon ten en een ander levenstempo. Immers, de arbeid in de landbouw vraagt, naast activiteit ook een grote mate van pas siviteit door de afhankelijkheid van de na tuur en de wisseling van de seizoenen. Ook de meerdere vrijheid die land- en tuinbouw biedt tegenover de mechanische arbeid is een factor, die vooral bij de oudere arbei ders nogal eens in het geding is. Jonge mensen die van de ambachtsschool naar de fabriek gaan zullen als regel gemak kelijker wennen aan het fabrieksklimaat mede ook door de grotere bestaanszekerheid en de meerdere voorzieningen. Door de tijd van hoogconjunctuur vindt momenteel een gedeelte van ons arbeids- overschot zijn weg naar de industrie in de grote steden. Het behoeft echter geen betoog het is ook al herhaaldelijk opge merkt dat aan dit wekelijks heen en weer reizen nadelen zijn verbonden, zodat dit eigenlijk een noodoplossing is. Bij dagelijks heen en weer reizen, vooral wanneer er sprake is van ploegendienst, moet het hele gezin hierop worden ingesteld. ,Dit klemt te meer wanneer men een week van huis is en alleen de weekenden in eigen gezin kunnen worden doorgebracht. Zowel voor de industrie-arbeider als voor zijn gezin is dit een ongewenste toestand en op de lange duur zullen de nadelige gevolgen zeker niet uitblijven. Migratie biedt voor de betrokkenen iets meer perspectief en vindt ook vrij regelma tig plaats. Maar is het niet jammer dat juist jonge mensen vertrekken moeten om dat zij hier geen vooruitzichten hebben? Welke mogelijkheden de stad voor dezen heeft zal o.a. veel afhankelijk zijn van hun opleiding, vakkennis, bekwaamheid. Voor de ongeschoolde arbeider echter ge loof ik niet dat deze oplossing hem en zijn gezin zoveel gelukkiger zal maken. Want al is het waar dat de zgn. gesloten dorpsgemeenschap op het platteland al lang doorbroken is, toch blijven er zekere posi tieve bindingen die een grote stedeling mist en de verregaande verzakelijking ook in menselijke betrekkingen wordt er soms als zeer pijnlijk ervaren. Velen vragen zich af of de ongelimiteerde groei van de grote steden wel zo gewenst is. Mensen vertrekken vaak naar de steden omdat daar industrie is en men vestigt er industrie omdat er mensen en ook betere voorzieningen zijn. Dit heeft tengevolge dat er ook meer be staansmogelijkheden zijn in middenstand-, leidinggevende- en administratieve functies met daaraan verbonden meer opleidingsmo gelijkheden. Juist in de laatste jaren heeft het inzicht al meer zich baangebroken welke nadelen verbonden zijn aan de opeenhoping van be volking in de industriesteden. Het leven is er meer gespannen en het arbeidstempo ligt in vele gevallen vrij hoog. Voor mensen met weinig initiatief is soms zelfs de vrije tijd een probleem geworden. De behoeften van het gevoelsleven wor den vaak verwaarloosd en om uiterlijk te kunnen „meedoen" wordt het innerlijk le ven wel eens geweld aangedaan. Er is een tijd geweest dat men dit alles toeschreef aan de verkeerde gevolgen van de techniek op zichzelf, maar het gebruik ervan is het, dat de techniek tot een zegen of een vloek maakt. Hieruit is voortgekomen de kreet van on ze tijd om een verantwoordelijk gebruik van deze machtige hulpmiddelen en is de behoef te geboren aan verantwoordelijke mense lijke verhoudingen, opdat bij alle verzake- De tweede vrouwelijke medewerkster aan deze serie is mej. A. Paling maatschappelijk werkster te Scherpenisse. Zij werd geboren op 20 januari 1914 te Boskoop en was na MULO-opleiding gedurende een tiental jaren in een administratieve betrekking te 's Gravenhage. Vandaar ging zij naar Amster dam voor de studie diploma maatschappelijk werkster en was daar ongeveer 5 jaar als zodanig werkzaam. In Augustus wl953 werd zij als maat schappelijk werkster op het eiland Tholen geplaatst en woont thans te Scherpenisse. Voor de ramp hadden we nog weinig gehoord over het maatschappelijk werk en de sociale gezinsver zorging. Nu is zo goed als ieder daarvan op de hoogte en menig huismoeder heeft de instelling van de gezinsverzorging bij ondervinding leren waar deren. Hoewel de instelling nog niet geheel op volle toeren kan draaien door gebrek aan vol doende gezinsverzorgsters loopt het al heel wat vlotter dan in het begin. Het is prettig dat zowel kerkelijke als gemeentelijke instanties op ons eiland hieraan hun morele en financiële steun verlenen, omdat ieder het nut van dit werk zal inzien. De maatschappelijk werkster regelt dat alles en heeft daarnaast nog een omvangrijke taak in het gehele maatschappelijk leven. Zo is mej. Paling op ons eiland een bekende figuur geworden en wanneer langs de Thoolse wegen boven het geluid van een brommer een lied schalt, behoeft men niet op te kijken om te weten, dat mej. Paling op de weg zit. Zij staat nu temidden van ons maatschappelijk bestel, kent de problemen van onze arbeiders en onze arbeidersgezinnen evengoed als wij zelf, waarom het ons goed dacht ook haar te verzoeken een bijdrage in deze serie te willen leveren. lijking van het leven ook de mens als per soon en als drager van menselijke waarden tot zijn recht kan komen. BEZINNING EN DE GEVOLGEN Industrie op zichzelf is geen vijandig ele ment in het leven van de mens op het plat teland, evenmin als de techniek dit is. In vroeger eeuwen is juist veel industrie op het platteland ontstaan als huisindustrie. Door allerlei oorzaken werd de nijverheid hoe langer hoe meer samengetrokken in de grote steden. Tot deze oorzaken kunnen worden gere kend het kostbaarder worden van de pro- duktiemiddelen, de meer gedifferentieerde arbeidsmarkt, groter afzetgebied en betere verkeersmiddelen. Een en ander had weer tot gevolg dat meer mogelijkheden op gebied van onder wijs en scholing ontstonden die op hun beurt de nijverheid tot grote bloei en breder om vang brachten. Het is een verheugend verschijnsel dat de Ambachtsschool te St. Maartensdijk gestart is. Aan de behoefte om geschoolde krachten kan in eerste instantie worden gewerkt. Zullen deze jonge mensen, als ze hun di ploma in de zak hebben, op ons eiland te recht kunnen? Misschien zijn er bij met energie en ondernemingsgeest die werkge- In deze serie verscheen reeds een artikel van E. Ph. Nieuwkerk, banketfabri kant te Poortvliet. J. van den Bos, burgemeester te Sint-Annaland. C. J. Moerland, voorzitter A.N.A.B. afd. Stavenisse en voorzitter v. d. federaie Tholen, W. L. Blindenbach, notaris te Sint- Maartensdijk. Mevrouw G. J. E. Laban-Wolfens- berger te Tholen, presidente van de Christen Vrouwenbond, aldaar. W. M. Lindhout, voorzitter Chr, Landarbeidersbond te Tholen. Ir. M. A. Geuze, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, voor zitter van de Z.L.M., te Poortvliet. Ds. A. Breure, Ned. Herv. predikant te Oud-Vossemeer. terwijl nog een bijdrage volgt van Drs. A. H. Paape, Soc. wetenschap pen te Amsterdam. Reacties inzenden aan de redactie. legenheid scheppen en stimuleren. Werkgelegenheid voor ieder bewoner van het eiland Tholen die hier wenst te blijven wonen en werken, dat is het wat we zo graag zouden willen. Geen massale uittocht van jonge mensen naar industriesteden. Maar een paar levenskrachtige onderne mingen, die arbeid verschaffen aan onze eigen mensen. Dit vraagt voorbereiding. Bezinning op de gevolgen die dit voor onze menselijke betrekkingen zal hebben. Dit vraagt offers. Ook samenwerking zal dringend nodig zijn. Maar werkgelegenheid in onderneming of industrie brengt ook bloei aan de midden stand. Bovendien heeft dit ook tot gevolg een verruiming en grotere differentiatie in de technische, administratieve en leidinggeven- da functies. Tholen is een goed en rustig eiland. Maar, zoals een der vorige schrijvers terecht op merkte, de rust kan ook te groot zijn. Toch is het niet te ontkennen dat Tholen in beweging is gekomen. Technisch en eco nomisch staan we zeker niet achter bij an dere agrarische landstreken. Ons probleem is niet te scheiden van het gehele Zeeuwse probleem waar expansiemogelijkheden in de agrarische sector uiterst beperkt zijn. Maar „Randstad Holland" trekt zijn dui zenden tot zich. Wat kunnen wij doen om de mensen hier te houden? Wij wensen geen loeiende fabriekssirenes en poorten die zich openen voor een massa le intocht van werknemers, maar een zekere decentralisatie van de nijverheid. Zoals ik al eerder opmerkte, er is iets in beweging op Tholen. Laten wij gezamen lijk trachten deze beweging in de goede ba nen te leiden. Dit brengt mee dat aandacht wordt be steed aan ontwikkeling en ontspanning van het opgroeiend geslacht en aan het cultu- ■•eel klimaat waarin wij leven. Bij alle ver standelijke kennis is een zekere vorming no dig. Zoals ook bij alle welvaart in de eer ste plaats aan het welzijn moet worden ge dacht, Er wordt trouwens via de diverse verenigingen veel gedaan. Ik denk aan voor lichting in de landbouw, woningbouw- en in richting, huish. voorlichting en ook aan het werk van de Nutsdepartementen en andere verenigingen. Toch zullen we ons voortdurend opnieuw moeten bezinnen. Veel mechanische arbeid is eenzijdig ter wijl er anderzijds voor machinaal werk een zeer grote mate van vakkennis, scholing en vaardigheid nodig is. Voorbereiding vereist dat aandacht wordt besteed aan de vraag hoe de mens in en buiten zijn werk tot ontplooiing kan komen. Aandacht aan persoonlijke verhoudingen in het arbeids-, maar ook in het gezinsle ven. Mogelijkheden voor vrije tijds besteding en recreatie. Ons ideaal blijft: Werkgelegenheid voor ieder in de arbeidsproduktieve leeftijd. INDUSTRIE Maar dan ooki zorg voor de mens als zodanig, opdat bij alle materiele voorzie ningen de mens innerlijk niet verstikt en hij zichzelf en zijn arbeid blijft zien als dienst aan het grote geheel en de enkeling zich zelf verantwoordelijk weet voor de bloei van de gemeenschap. A. Paling - Scherpenisse Terwijl het in de steden in het groot geschiedde, kreeg de laatste jaren toch ook zo goed als iedere eilandgemeente in ons district zijn nieuwe wijk of nieuw hoekje. In de ene gemeente beperkte zich de nieuwe wijk tot woningbouw, elders kwam er een kleuterschool, wijkgebouw, lagere of zelfs technische school. En ook de gemeente Oud-Vossemeer heeft zon gedeelte als- gevolg van een destijds gemaakt uitbreidingsplan. Eén hoekje daarvan kost deze gemeente zon paar ton. Zegge een tweehonderd duizend gulden. Vroeger een bedrag waar over zelfs niet werd gedacht, tegenwoordig uitgegeven voor doeleinden die zo goed als geen financiële baten meebrengen. Het grootste deel van die twee ton werd besteed voor het nieuwe gymnastieklokaal, kleed- en wasgelegenheid. Verder staat er in dat „hoekje" ook de brandweerkazerne met spuit en droogtoren en ligt er het sportveld, dat ook een slordige duit kostte. Dit alles zal een gemeente beslist financieel armer maken, waartegenover echter een noodzakelijk of nuttig bezit is komen te staan, waarvan de waarde niet direct in geld is uit te drukken. Dat kan men niet voor wat het brandweermateriaal betreft en dat is evenmin te becijferen met een bezitting als het pracht gymnastieklokaal van Oud-V ossemeerdat zaterdag jt. officieel werd geopend. Een gebouw, een inrichting, waarop onze andere eilandgemeenten jaloers zullen en kunnen zijn. Zoals we het enkele maanden geleden van het in Oud Vossemeer geopende sport veld moesten zeggen, geldt het ook voor dit pracht gymlokaal: er is zo geen tweede in onze omgeving te vinden. Het gehele ge bouw beslaat een opervlakte van 380 m2 waarvan alleen de gymzaal 20 x 10 of 200 m2. Een pracht zaal met de modernste ma terialen, zoals het kurklinoleum, de grote ramen hoog in de zaal aangebracht met het 8mm dik onbreekbare staalglas, de hete lucht oliestookinstallatie met de thermostaat die de temperatuur tot 25 graden kan doen oplopen, terwijl er daarnaast een prima ven tilatie is. Al het grote materiaal voor de gymoefeningen is er nog niet, maar er zijn toch de ringen, de klimtouwen, de verplaats bare rekken en het grote nieuwe wandrek Verwaarloos de menselijke waarden niet Het nieuwe gymlokaal in Oud-Vossemeer Nog een lijst geslaagden Drogen in het koelhuis Oogsttijd: Een tijd om te zaaien en een tijd om te oogsten uit Australië afkomstig. Behalve deze pracht turnzaal is er het gerieflijk trainer- of scheidsrechterkamertje en een kostelijke wasgelegenheid met 16 kranen (bediend van uit één hoofdkraan) plus nog een aparte wastafel. In het bijzonder kan hier de voet balvereniging ge.bruik van maken, die hier mee een wasgelegenheid heeft, welke met die van een grootsteedse club kan wedijve ren. Verder zijn er twee ruime kleedlokalen, hetzij bij het turnen één voor de jongens en één voor de meisjes, hetzij bij de voetbal lers voor de gasten en gastheren. De makke lijke banken die hier staan zullen behoorlijk dienst doen bij het vastmaken van het schoeisel. Het gehele gebouw wordt vanuit een ver warmingsinstallatie op de gewenste tempe ratuur gebracht en het zal o.m. ook voor de voetballers bij de wintercompetitie een genot zijn zich naar dit verwarmd waslo kaal te kunnen begeven na een match on der misschien slechte en koude weersomstan digheden. Werkelijk, dat is af, wat daar in Oud Vossemeer staat en er was reden te over om aan de opening van dit gebouw een officiële tint te geven. Dit gebeurde in de raadzaal van het ge meentehuis, waarbij tegenwoordig de voltal lige gemeenteraad, secretaris A. J. Rijster bil secretariepersoneel, district opzichter J. B. Blaar, afgevaardigden van alle schoolbestu ren ter plaatse, van de gymnastiekvereni ging „Spido", de voetbalvereniging „Vos meer" en de volleybalvereniging. Ook de aannemer firma J. C. van Drie! en Zoon met onderaannemers. DIT IS WèL EEN VERBETERING Burgemeester mr. J. J. Versluijs zette uiteen op welke manier de bouw tot stand was gekomen. Hij begon zijn toespraak met er op te wijzen, hoe veelal in de praktijk blijkt dat alle verandering nog geen verbe tering is. Er wordt dan gezegd: Je weet wat je hebt maar niet wat je krijgt. Dat is dan zeker niet van toepassing op ons nieuwe gymnastieklokaal. Want het staat alleszins vast, dat dit een belangrijke verbetering is in vergelijking met het oude. Toen de ge meenteraad op 19 maart 1956 het crediet voor de stichting van het nieuwe gebouw beschikbaar stelde, wist het overigens ook wel degelijk wat het had, was hij overtuigd dat een verandering in deze een absolute verbetering zou zijn. Het beschikbaar ge stelde bedrag hield de belofte in, dat het zelfs een zeer goede verbetering zou zijn. Het oude lokaal was een doorn in 't oog van de onderwijs deskundigen en reeds in 1951 drong de toenmalige inspecteur van het lager onderwijs er op aan het gebouw te herstellen. Gelukkig is aan dat advies toen geen gehoor gegeven, anders haden we nu met geen nieuw, maar een opgelapt ge bouw gezeten. Overigens stond de inspec teur niet alleen in zijn (ver) oordeel over dit gebouw. Een hoofd van een school noemde het een hopeloos geval, waarbij de andere hoofden zich van harte aansloten. De sportconsulent van Zeeland, de heer S. J. Klompe bezong het oude gebouw even eens in verschillende toonaarden en de schoolarts wilde er niet eens meer over schrijven, maar deed het toch en besloot zijn rapport met „het lokaal tart elke be schrijving". In 1955 werd de bouw van een nieuw gymnastieklokaal op de urgentielijset geplaatst en architect Wesselo begon met voortvarendheid aan het schetsplan. Op 19 april 1956 volgde openbare aanbesteding en tot onze grote voldoening, aldus mr. Ver sluijs, was een plaatselijke aannemer de laagste inschrijver en wel de firma J. C. van Driel en Zoon, aan wie de bouw 2 maanden later werd gegund en die op 1 juli 1956 daaraan begon. Spreker dankte de architect H. Wesselo uit Bussen, de districtsopzichter J. P. Blaas de heer S. J. Klompe en de aannemer en onderaannemers voor hun adviezen en de wijze van uitvoering, evenals de firma Rot- huysen te Heelsum voor de geleverde in richting. Nu, op 27 juli 1957, zijn we ver rijkt met een schoon gebouw. Mr. Versluijs hoopte dat het gebruik er van zou mede werken aan een betere lichamelijke opvoe ding en ontwikkeling van de schooljeugd en van hen die de leerplichtige leeftijd al lang achter zich hebben. Alles is hier maar betrekkelijk, ook dit gebouw. Er zal eenmaal een tijd komen dat het zo mooi gevonden werk van thans wordt becritiseerd. Men wist dat 120 jaar geleden ook niet, toen in 1836 het voor ons nu oude gebouw voor 4450.werd ge sticht. De timmerman Dirk Hiele uit Tho len voerde het werk toen uit. Er was vreug de en bezorgdheid. Het eerste vanwege het gebouw en het tweede vanwege de grote som gelds. Er dreigde een tekort van 1200 MAANDAG 5 augustus a.s. hoopt H.K.H. prinses Irene haar achttiende verjaardag te vieren. Velen zullen zich nog deze heuglijke geboorte in de zomer van 1939 herinneren. Inmiddels is de tweede dochter van de ko ninklijke familie opgegroeid tot een lieftal lige dame, die door haar bescheiden en sportieve aard een speciaal plaatsje in ons hart inneemt. Wij hopen, dat haar ver jaardag een genoeglijke dag voor haar mag' zijn en wensen haar veel geluk en voorspoed in haar verder leven. maar de Ambachtsheerlijkheid bracht uit komst door voor dit bedrag een renteloos voorschot te geven. De gymnastiekvereni ging „Spido" viert vandaag haar 10 jarig bestaan en verschillende grote toestellen ontbreken nog aan de turnzaal. Ik zou de heren van „Spido" wilen toeroepen: Houdt moed. De Ambachtsheerlijkheid bestaat nog en de rentmeester vertoeft in uw midden. Ondanks de bestedingsbeperking hebben we voor de bouw geen beroep op de Ambachts heerlijkheid behoeven te doen, misschien mag „Spido" dat voor het nog nodige materiaal. In 1836 werd bij de opening een „loden doos" in de muur gezet en een gezang van de jeugd aangeheven. Dat zal nu niet ge beuren, maar wel geldt dezelfde wens als toen: „Moge het nieuwe gebouw een even lange levenstijd beschoren zijn als zijn voor ganger'. Het gezelschap ging vervolgens het ge bouw bezichtigen, nadat een van de adspi- rant meisjesleden van „Spido", Marian van Dijk de sleutel had gekregen van de bur gemeester en de deur had geopend. De adspiranten gaven er nog een korte gymdemonstratie onder leiding van de heer j. Th. Q. Piessens te Halsteren en zelfs raadsleden en genodigden waagden zich aan touwklimmen, waarbij dhr. Mees meer dan een meter van de grond kwam. In de raadszaal terug wees de voorzitter van „Spido" de heer P. W. A. Mees er op, dat hij de uitvoering van dit werk met dubbele belangstelling (als raadslid en als voorzitter van de gymver.) had gevolgd. Hij vond dat men er trots op kon zijn zo'n lokaal te bezitten en het gebruik ervan voor „Spido" is als een vorstelijk geschenk. De heer N. v. d. Houten sprak namens het onderwijzend personeel ter plaatse en zei al veel gymnastieklokalen te hebben ge zien, maar zelfs de stedelingen kunnen op dit jaloers zijn. Het feit dat er trouwens al zo lang een was, is al iets groots voor zo'n kleine gemeente. Spreker betreurde het dat hij te oud was om nog van de turnzaal te kunnen profiteren, maar hij hoopte dat de kinderen van Oud Vossemeer toch veel gezondheid zouden mogen opdoen. De heer M. A. van Tilburgh feliciteerde namens de voetbalvereniging „Vosmeer" en hoopte dat zijn medeleden er een waardig gebruik van zouden maken. Ook de voorzitter van de volleybalclub de heer A. van Dalen was zeer in zijn schik met dit mooie lokaal. Tenslote dankte de aannemer nog voor het in hem gestelde vertrouwen, waarmee de officiële opening werd beëindigd. De jeugd van Vosmeer, evenals vele ouderen kunnen hun sportminnend hart in dit pracht gymnastieklokaal ophalen. k.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1957 | | pagina 1