Een
actueel
L.G. -
onderwerp op de
ontwikkelingsdag.
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
De verschillen tussen
landbouw
en industrie.
De redactie legt U deze week voor:
RAADSVERSLAG ST. ANNALAND.
13e jaargang no. 16
8 maart 1957
Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER
Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.35 per kwartaal
franko p.p. 1.60 inkassokosten
Prijs per nummer 15 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen
Ze zijn groot, de verschillen tussen landbouw en industrie.
Het werd op de ontwikkelingsmiddag van de L.J.G. in het
„Holland Huis" te Scherpenisse klaar en duidelijk gesteld
door de voorzitter der Z.L.M., Ir. M. A. Geuze.
In materieel opzicht is industrie aantrekkelijk.
Maar toch, de liefde voor zijn land is ieder aangeboren en
de liefde voor het werk, waarin en waaromheen men
opgroeit, eveneens.
Daarom kunnen we niet aannemen, dat de „grote trek" in
eerste instantie z'n oorzaak vindt in een zekere deprimatie
die van het landwerk zou uitgaan. Veeleer moeten we het
zien, als door de nood geboren. Die nood te lenigen is een
grote taak voor ons gehele eiland. Ze bestaat in het
opvoeden van een theoretisch meer geschoolde landarbeider,
in intensivering van de landbouw, ze mag eveneens bestaan
in het aantrekken van klein-industrie.
TELEURSTELLEND
Wanneer een dergelijk interessant en ac
tueel onderwerp wordt belicht door iemand
als ir M. A. Geuze te Poortvliet, dan zou
men zeker van de zijde der Landbouw jonge
ren grote belangstelling mogen verwachten.
Die gedachte is er ongetwijfeld en terecht
geweest bij het streekbestuur van de
L.J.G. en daarom moet het voor haar wel
een dubbele teleurstelling zijn geweest, dat
het aantal aanwezige jongeren zich beperkte
tot een 20 personen. We kunnen zelfs niet
nalaten vast te stellen, dat dit niet bijzonder
pleit voor de niet aanwezige leden. Kan
men het om deze tijd van het jaar op drukte
in het land schuiven? Immers neen. Dan
valt het trouwens ook niet te rijmen, dat
de belangstelling 's avonds voor het
ontspanningsgedeelte zoveel groter was.
Nee, het moet voor het streekbestuur wel
spijtig zijn geweest te moeten constateren,
dat de belangsteling in de middaguren zo
gering was. Maar het zal de niet-aanwezige
leden hebben gespeten, wanneer ze hoorden
van de verschillende aspecten, die tijdens
en na de causerie van ir Geuze aan het
licht kwamen en die het geheel van deze
ontwikkelingsmiddag toch wel bijzonder in
teressant maakten.
Behalve deze 20 leden waren 's middags
mede tegenwoordig ir M. A. Geuze, Z.L.M.
kringbestuurders waaronder de voorzitter
A. J. Groeneweg, burgemeester W. J. van
Doorn te Poortvliet als bstuurders van de
Stichting Gemeenschap Eiland Tholen, de
erevoorzitter van de L.J.G. Kosten te Tho
len, de hoofdbestuurder L.J.G J. Adamse,
oudere Z.L.M.ers, mej. Paling, maatschap
pelijk werkster, het hoofd van de lagere
landbouwschool de heer Van Heusden. Zij
allen kregen een bijzonder welkomstwoord
te horen van de voorzitter der L.J.G., de
heer A. C. Breure, die verder wees op het
doel van de L.J.G. welke door het houden
van deze ontwikkelingsdag zeer wordt be
naderd. We moeten ons richten op de vra
gen en problemen van deze tijd, problemen
die we rondom ons zien in dorp, eiland en
provincie, problemen welke ingrijpende wij
zigingen brengen in onze samenleving. ïn
hoeverre dat de structuur en de moreel zal
veranderen is niet te zeggen.
Het is jammer, zo vervolgde de heer
Breure, dat waarschijnlijk geen vaste oever
verbinding tot stand zal komen met Zeeuws
Vlaanderen en dat er waarschijnlijk geen
afdamming naar Zuid-Beveland komt, wat
ook voor ons eiland, maar voor de gehele
provincie van zo groot belang is. Hopenlijk
gaat dit nog veranderen. De industrie ont
wikkelt zich op grotere schaal. De arbeids
voorziening brengt ook voor de landbouw
moeilijkheden. De Zeeuwse L.J.G.ers zullen
met de ontwikeling van de tijd moeten
meegaan, ja daarop vooruit moeten zijn
om een woordje te kunnen meespreken.
Spreker dankte voorts voor de belang
stelling, die de Z.L.M. voor de jongeren
toont. Haar geestelijke, morele en praktische
steun kunnen wij niet missen. Niet altijd
kunnen we de resultaten van ons werk na
gaan of overzien. Toch dient de L.J.G. te
blijven vechten voor een goede ontwikkeling,
voor haar bestaan. Z.K.H. Prins Bernhard
heeft eens gezegd: De reserves van het
platte land zijn onuitputtelijk. Als de stad
ze niet meer heeft kunnen we ze daar nog
vinden."
Tenslotte hoopte de heer Breure op een
geslaagde ontwikkelingsdag van de L.J.G.
PRIMAIRE PRODUKTEN
Vervolgens kwam de heer Geuze aan het
woord met het onderwerp „Landbouw en
Industrie". Hij begon met er op te wijzen
dat het in onze tijd een zeer aktueel onder
werp is en daarom ook geen wonder dat
ook landbouwkringen zich hiermee bezig
houden.
Om de verschillende aspecten tussen land
bouw en industrie duidelijker te belichten,
wenste spreker terug te gaan in de ge
schiedenis. Hij stelde daarbij vast dat men
datgene wat uit de landbouw voorkomt
primaire produkten noemt en datgene wat
via industrie wordt verkregen secondaire
produkten zijn. Immers zonder de 1ste
(voedsel) kan men niet aan het 2e toekomen.
In de primitieve vorm zien we de occu
patie of roofbouw. De mensen in de oude
tijden leefden van datgene wat de grond
voortbracht. In het Oosten van de bodem-
produkten als vruchten en door jagen en
in het Westen of aan de zeeën meer door
vissen. Men paste daar geen arbeid toe
op de natuur, zoals dat nog voorkomt in de
onontwikkelde gebieden op de wereld, men
at van wat de natuur schonk en pleegde
dus roofbouw. Dat kan zolang de „vraag
het aanbod niet overtreft". Maar is dat
het geval, dan komt men in de nood en
maakt daarvan zo mogelijk een deugd. Men
gaat dan arbeid toepassen op de natuur, die
in de steeds dichter bevolkte streken steeds
meer werd uitgebreid en tenslotte de land
bouw, visserij en veeteelt in onze huidige
vorm te zien geeft.
Roofbouw vinden we overigens niet alleen
bij de natuurvolken, maar ook hier kennen
we roofbouw, bijvoorbeeld de mijnbouw,
olie en andere ertsontginningen, waar na
opgraving niets meer voor in de plaats komt.
In de landbouw heeft men produktieve
occupatie. Vervolgens schetste spreker het
ontstaan van de secundaire produktievorm,
de industrie van zijn ontstaan af en wees
or op dat de laatste eeuwen veel strijd be
staat tussen industrie en landbouw. Dit
spreekt vooral heel sterk in ons land, dat
groot werd door zijn nijverheid (handel en
scheepsvaart). Daarom ook zien we het
verschil tussen het Westen (intensiever
handel) en het Oosten (met meer gesloten
groepen). Er is nog steeds verschil tussen
het zgn. zand- en kleiplatteland.
NATUUR, ARBEID, KAPITAAL
Wanneer we iets produceren hebben we
te maken met voornoemde 3 factoren, zo
vervolgde ir Geuze en daarbij kunnen we
talrijke verschillen aantekenen tussen land
bouw en industrie. Is bij de industrie de
gespecialiseerde arbeid (lopende handwerk,
enz.) ver doorgevoerd, in de landbouw is
dat geheel anders, daar moet men juist
alles kunnen. Men heeft er niets aan, wan
neer een arbeider alleen kan ploegen, hij
moet ook kunnen zaaien, wieden, oogsten.
Door het eerste de specialisatie kan
de arbeidsproduktiviteit enorm groot zijn,
men kan er dag en nacht doorwerken (con-
tinu-systeem), maar bij de landbouw staat
men in de openlucht en daar is men zeer
afhankelijk van het klimaat.
Voorts kan de industrie een bepaalde
produktie stop zetten, wat bij de landbouw
ook niet aangaat. Ten derde vraagt de
landbouw veel groter oppervlakte, waarvan
in vergelijking met de industrie het nadeel
is dat men veel meer moet lopen, zich veel
meer verplaatsen.
Terwijl de industrie een onbeperkt aantal
machines kan gebruiken, is dat bij de land
bouw beperkt. Daarbij komt nog dat de
machines in de landbouw maar gedurende
een betrekkelijke periode op een jaar bruik
baar zijn .bieten- en aardappelrooier, zelfs
een trekker, die men bij 1400 uur per jaar
gebruik al veel aan het werk heeft). Terwijl
bij de industrie het kapitaal veel vlugger
rouleert, gaat dat in de landbouw veel
trager. De landbouw komt met levende
produkten die veel meer zorg eisen.
Vanwege dit alles mag men aan de land
bouw niet dezelfde produktie-eisen stellen
als aan de industriële sector. Van de grond
is gedefinieerd dat het onverplaatsbaar, on-
vermeerderbaar en onvernietigbaar is (dit
laatste dan onder zeker voorbehoud).
AARD VAN DE INDUSTRIE
Een verschil dat men nooit of zelden
hoort,zo vervolgde ir Geuze, is dat de boe
ren in tegenstelling met de industrie geen
concurrenten van elkaar zijn. Ze kennen
geen fabrieksgeheimen voor elkaar. De in
dustrie ziet de concurrentie als een zwakke
schakel en vormt monopolies (machtsposi
ties) om het nadeel daarvan te verminderen.
Toenemende industrialisatie blijkt uit on
derstaande cijfers.
jaar landbouw industrie
1889 32 32
1947 17 39
1957 13 40
Toch zijn er ook veel aanknopingspunten
met de industrie en is er de bijdrage door
de landbouw aan de industrie nog groot.
Van de export komt nog steeds x/3 voor
rekening van de landbouw. De landbouw
tempert de sociale tegenstellingen, een ver
schijnsel die we eerder dienen te zoeken
bij de andere omstandigheden dan dat men
in de landbouw zoveel betere mensen heeft
dan in de industrie.
De kapitaalzwaarte bij de industrie is
echter veel en veel groter dan in de land
bouw.
AUTOMATISERING
De techniek gaat steeds voort. Sprak
men van de 1ste industriële revolutie toen
werd overgeschakeld van handwerk naar
de machines, de 2e revolutie is de automa
tisering en men is in de wereld van werk
nemers opnieuw beducht voor werkeloosheid.
In Amerika, die reeds vergevorderd is met
de automatisering is daarvan tot op heden
niets gebleken. Spreker toont dit aan met
verschillende voorbeelden. O.a. die bij de
P. I.T., waar de telefoon eerst duizenden
telefonisten noodzakelijk maakte en nu het
vrijwel overal autpmatisch is, heeft men
nog geen telefoniste minder nodig. Ja, veelal
zien we. dat zelfs door de automatisering
méér in plaats van minder mensen nodig
zijn. Zo is dat ook op administratief gebied.
Er komen immers ook veel meer mogelijk
heden. Wel is er dan minder vakkundig
personeel nodig. De machines doen het.
In de landbouw zullen we bepaalde voor
waarden in dit opzicht niet kunnen over
winnen en daarom zal automatisering nimmer
zover gaan als bij de industrie.
De landbouw zal bereid moeten zijn op
het gebied van de arbeidsmethode industri
eel te denken en te doen en zo proberen
enigszins naar elkaar toe te groeien.
Het doel van de Schepper is altijd ge
weest, dat de mens zoveel mogelijk gebruik
maakt van de stoffelijke mogelijkheden en
dat er zoveel mogelijk werk is voor alle
mensen, aldus besloot ir Geuze zijn belang
wekkende en begrijpelijke causerie op deze
ontwikkelingsmiddag.
MEER MEETELLEN
Na een korte pauze was er gelegenheid
tot discussie. Gevraagd werd wat de oor
zaak wel is dat landarbeiders steeds meer
overgaan naar de industriële sector en wat
gaat men daaraan doen. Is er gezamenlijk
iets te bereiken. Kan men meer doen voor
de landarbeider zoals de industrie dat doet.
Hierop antwoordde ir Geuze, dat een van
de grote oorzaken wel is, dat de arbeiders
in de winter te weinig werkgelegenheid
hebben, zodat er een uittocht is ten on
gunste van de landbouw. De gevolgen
daarvan zijn voorts dat men op den duur
ook elders gaat wonen. Inderdaad dient
de mentaliteit van de arbeider te worden
opgevoerd. Vandaar dat spreker, zolang hij
in de organisatie „meeloopt" voor scholing
van de landarbeider is. Misschien brengt
toepassing van het „leerlingstelsel" in deze
de oplossing.
De industrie kan door het meerdere ka
pitaal echter altijd meer bieden dan de
landbouw. Men is wel bezig te trachten
gezamenlijk iets te doen. Spreker is het met
vraagsteller eens dat het die richting uit
moet. „Wat hebben we aan alle sociologen,
economen, planologen, beschrijvingen enz.
die verkondigen dat er hier industrie moet
komen en de eerste de beste mogelijkheid
daartoe keldert op bestedingsbeperking",
aldus ir Geuze.
Een andere vraagsteller zag er een ge
vaar in, dat men in de winter in de fabriek
gaat werken en in de zomer weer terugkomt.
Immers bij dalende conjunctuur zullen die
mensen het eerst ontslag krijgen op de
fabriek en het eiland zwaarder belasten.
Men was het er over eens, dat vestiging
van een behoorlijke mannelijke industrie
op het eiland Tholen nodig is, om het
verdere verloop hier tegen te gaan.
Voorzitter Breure moest aan de zeer in
teressante discussie een eind maken toen
ue tijd verstreken was. Hij dankte inzonder
heid de spreker van deze middag en de
anderen voor de getoonde belangstelling.
Na een koffiemaaltijd, waarin nog de
nodige speeches werden afgestoken was er
's avonds een ontspanningsprogramma met
medewerking van het L.J.G. orkest onder
leiding van de heer J. Oomes, het opvoeren
van een schets en het vertonen van de film:
„Een jaar rond en op de boerderij" Het
maakte alles bij elkaar voor de L.J.G. tot
een goede ontwikkelingsdag, waarvan nog
het meest interessante en leerzame door
velen in de middag werd gemist.
Oud-Vossemeer en St. Annaland gaan
woningwetwoningen bouwen
Een aannemer in Oud-V ossemeer niet boven
de curve-prijs
Spoedige verwezenlijking van nieuwe haven
voor St. Annaland urgent
Komt er dit jaar een begin aan de bouw van een
nieuw gemeentehuis in St. Filipsland
De verschillen tussen landbouw en industrie
belicht op L.J.G.dag
De meisjes op ons eiland behoeven niet werkloos
toe te zien. Een damesconfektiebedrijj in
St. Maartensdijk
Waarvoor melkkontrole
Dat er in zo'n kleine streek nog zóveel nieuws
kan zijn in één week
De zwaarste beproevingen worden ons opgelegd door kleinigheden.
Onder de schaduw der huidige moeilijke financiële toestand
Havenaanleg zeer urgent
Vertraging kan de gemeente reeds grote schade berokkenen,
laat staan afstel.
Intensieve woningbouw gedurende laatste 2 jaar
Besloten wordt ook woningwetwoningen te stichten
„Achter de bogerds" wordt bouwrijk gemaakt
Woensdag 6 maart 1957 kwam de St.
Annalandse gemeenteraad voltallig en voor
het eerst in dit jaar in openbare vergadering
bijeen. In verband daarmede nam de voor
zitter het recente verleden en de nabije
toekomst onder de loupe met een toespraak,
welke we hieronder laten volgen.
NIEUWJAARSREDE
Mijne heren leden van de raad.
Hoewel het nieuwe jaar reeds voor een
zesde gedeelte geschiedenis is geworden,
willen wij toch nog, der traditie getrouw,
aan enige onderwerpen betreffende onze ge
meente in deze eerste vergadering van 1957
enige aandacht wijden.
HAVENAANLEG
Evenals de vorige keer stellen wij daarbij
de aanleg van een nieuwe haven voorop,
omdat deze voor het heden onze eerste
aandacht vraagt. Het jaar 1956 heeft een
administratieve voortgang van het haven
project gebracht. In april van 1956 werd
het bericht ontvangen, dat de provinciale
waterstaat akkoord kon gaan met de opzet,
terwijl in augustus d.a.v. gedeputeerde staten
mededeelden met het inmiddels ontworpen
schetsplan en opgemaakte begroting in het
algemeen te kunnen instemmen.
Bij uw besluit van 7 september 1956 werd
aan het ingenieursbureau Witteveen en Bos
opdracht verleend tot het bestedingsgereed
maken van de nieuwe haven, terwijl ged.
staten van te voren mededeelden geen be
zwaar te hebben tegen het voteren van een
bedrag der aan dit bestedingsgereed maken
verbonden kosten, welke, zoals u bekend,
niet gering zijn.
Vervolgens is aan de minister van ver
keer en waterstaat een rijksbijdrage verzocht
in de uitvoeringskosten, waarop nog geen
beslissing is ontvangen.
Daarna heeft het ingenieursbureau ver
schillende metingen en boringen doen ver
richten en diverse andere voorbereidende
werkzaamheden verricht, hoewel het bestek
nog niet gereed is gekomen.
Tenslotte is de commissie-Van Nooten
ingeschakeld om taxaties te verrichten voor
de grond, welke zal moeten worden aan
gekocht ten behoeve van de aanleg der
haven.
Het bovenstaande geeft een globaal over
zicht van hetgeen ten opzichte van deze
haven-aanleg in 1956 is gebeurd. Zoals blijkt
gaat deze zaak onverminderd door, waarbij
niet uit het oog dient te worden verloren
dat een dergelijk project op allerlei terrein,
bestuurlijk, financieel en technisch, vele en
niet geringe tijd kostende, voorbereidende
werkzaamheden vraagt, niet in het minst het
overleg met diverse bestuursorganen, die er
mede te maken hebben.
Moge 1957 het jaar zijn, waarin de aan
besteding zal plaats vinden en dat met de
aanleg zal worden begonnen. Zeer bepaal
delijk is dit een eis voor de ontwikkeling
van de aan de bestaande haven gevestigde
bedrijven en meer nog, in het belang van
de gehele gemeente. Het is mede in dit
verband dat wij meenden de aanleg van de
nieuwe haven centraal te moeten stellen.
WONINGBOUW
In algemene zin kan worden geconsta
teerd, dat er in onze gemeente een grote
bouwactiviteit in het afgelopen jaar heeft
geheerst, die onverminderd doorgaat en
overigens moet doorgaan omdat het woning
tekort ernstiger is. dan menigeen vermoedt.
De bouwrijp gemaakte terreinen in het uit
breidingsplan, onderdeel Cureelanden, zijn
óf bebouwd óf voor bebouwing uitgegeven,
met andere woorden, dit deel is voor de
bebouwing uitgeput en wanneer men zich
realiseert, dat zulks in nog geen twee jaar
is tot stand gekomen, dan kan worden ge
zegd, dat het tempo bevredigend is.
Aan de nieuwe straten van het onder
deel Cureelanden van het uitbreidingsplan
zijn 23 nieuwe woningen gebouwd, die voor
bewoning gereed zijn gekomen, alsmede het
wijkgebouw van het groene kruis met de
zusterswoning. Daarenboven zijn er 8 wo
ningen in aanbouw, die vermoedelijk in april
a.s. voltooid zullen zijn. Bovendien worden
volgende week 8 woningen aanbesteed, die
aan de Noordwestzijde van de Tuinstraat
zullen verrijzen, alsmede een blokje van 3
woningen, waarvoor de tekeningen worden
klaar gemaakt. Bovendien zal in de nieuwe
wijk een winkelhuis worden gebouwd, waar
voor de premie-aanvraag is verzonden; ten
slotte zullen in deze wijk nog drie Tramonta-
woningen worden gebouwd, waarvoor even
eens de premie-aanvraag is ingediend.
Samengevat zullen in deze nieuwe wijk
rond 50 woningen worden gebouwd, waar
van 24 reeds of bijna voor bewoning gereed
zijn.
Daarenboven zijn er elders in de gemeente
4 woningen gereed gekomen, waaronder de
ambtswoning, hetgeen voor ons persoonlijk
van bijzondere betekenis is en hetwelk dan
ook met bijzondere dankbaarheid door ons
wordt gereleveerd.
Bovendien zijn de 5 woningen, welke voor
rekening van het wezen armbestuur met
toepassing van de z.g.n. bouwcapaciteits
regeling worden gebouwd, onder de kap ge
komen, terwijl er voor een z.g.n. krotop-
ruimingsgeval een aanvang is gemaakt met
de nieuwbouw.
Nu wij het punt krotopruiming hebben
aangesneden lijkt het ons dienstig om hier
over ook enige inlichtingen te verschaffen.
Zoals u bekend is, is daarvoor aan onze
gemeente in herverkavelingsverband 50 wo
ningen toegewezen. De helft daarvan is be
steed, een resultaat, waarover wij zeer te
vreden mogen zijn. Inmiddels gaat dit verder
en zulks kunnen wij alleen maar toejuichen.
Een gelukkige omstandigheid is verder,
dat degenen, die met deze regeling heb
ben gebouwd, er alleszins over tevreden zijn,
met name over de financieringsregeling, die
de herverkaveling daarvoor in het leven
heeft geroepen. Als de premie-beschikking
is ontvangen, volgt zeer spoedig de finan
ciering van de herverkaveling. Dit nu gaat
zeer vlot. Het is zeker op zijn plaats als
daarvoor aan de herverkavelingsautoriteiten
ook hier dank wordt gebracht.
Zoals uit dit overzicht blijkt, was het niet
teveel gezegd, dat er alhier een grote bouw
activiteit wordt geconstateerd. Tot nu toe
heeft deze nieuwbouw uitsluitend in parti
culiere sector plaats gevonden. Naar onze
mening is dit zeer toe te juichen. Het parti
culier initiatief slaan wij ook op dit terrein
zeer hoog aan. Niettemin zal naar ons oor
deel woningwetbouw voor een bepaalde
groep van ingezetenen ter hand moeten
genomen. Zoals bekend, ligt deze bouw in
verband met de zgn. curve-prijs zeer moei
lijk. Een poging van de streek is slechts ten
dele, n.l. in Oud-Vossemeer, gelukt. Wane-
neer u straks het voorstel van het college
van burgemeester en wethouders zult aan
vaarden, zal alsnog getracht worden langs
andere weg tot deze woningwetbouw te
komen. Gaarne spreken wij de wens uit, dat
deze poging zal slagen.
Rechtstreeks in verband met de woning
bouw staat de realisering van het uitbrei
dingsplan, onderdeel „achter de bogerds".
De onteigeningscommissie heeft haar hoor
zittingen gehouden, terwijl het bestek voor
aanleg van riolering en straten in een be
paald gedeelte dezer dagen is ontvangen.
Het zal nog heel wat moeite en tijd kosten
voor en aleer deze zaak rond is, waarbij ik
denk aan financieringsmoeilijkheden, welke
er op dit ogenblik voor de gemeenten be
staan, aan allerlei goedkeuringen, welke
nodig zijn en niet in het minst aan degenen,
die door deze realisering in hun eigendom
c.q. gebruik van de in dit gedeelte van het
uitbreidingsplan liggende gronden of andere
zaken worden „getroffen".
Met opzet gebruiken wij het woord „ge
troffen", omdat ook wij de belangen van
deze mensen scherp in het oog hebben. Toen
destijds een aanvang werd genomen met
de Cureelanden, werd dikwijls de opmerking
gehoord, waarom niet „achter de bogerds"
werd begonnen Daar zou, volgens deze
mensen, alles veel gemakkelijker liggen en
daar zouden de eigenaren en gebruikers niet
zo zwaar worden getroffen door de ver
wezenlijking van het uitbreidingsplan. Het
is jammer, dat deze mensen niet gelijk krij
gen. Want, „achter bogerds" ligt de situatie
zoal niet moeilijker dan toch minstens zo
moeilijk als destijds in de „Cureelanden" en
de verwezenlijking van dit deel van het uit
breidingsplan brengt, algemeen gesproken,
meer schade met zich mede voor belang
hebbenden en dus ook voor de gemeente dan
eertijds in de Cureelanden het geval was.
Overigens kunnen de belanghebbenden er
van verzekerd zijn dat voornoemde com
missie tot een zeer billijke schadevergoeding
zal adviseren en dat zij een bedrag zullen
krijgen, waarop zij redelijkerwijze aanspraak
maken. Ook het gemeentebestuur zet zich
met schroom aan deze realisering, maar het
algemeen belang, dat door de gemeente ge
diend moet worden, dwingt nu eenmaal in
deze richting. Wij hopen zeer, dat ook deze
zaak, evenals in de Cureelanden is geschied,
door overleg met elkander tot stand zal
komen.
VERBETERING VAN STRATEN
EN RIOLERING
Nadat de Tuinstraat en Cureestraat als
nieuwe straten, werden aangelegd, is een
ander en dan bestaand gedeelte van de ge
meente ter hand genomen, nl. de Ooststraat,
het noordoostelijk gedeelte van de Ring en
de Suzannaweg. De uitvoering van deze
werkzaamheden heeft tot een mooie ver
betering geleid, vooral in de Suzannaweg,
welke thans wat straatconditie betreft kan
wedijveren met elk andere goede straat der
gemeente. Het zij hier nog met dank ge
releveerd, dat de bewoners van de Suzanna
weg door het afstaan van grond hieraan
behoorlijke medewerking hebben verleend.
Hetzelfde geldt voor een aantal bewoners
van de Cureesraat.
De volgende stap voor verbetering van
straat en riolering is gericht op Weststraat,
Noordstraat, Tienhoven en Molenstraat. Of
dit in 1957 zal worden bereikt, is aan ge
gronde twijfel onderhevig. Investerings
beperking (een ander woord voor bezuini
ging) en financieringsmoeilijkheden zouden
dit wel eens kunnen beletten. Bovendien
staat de gemeente voor de bouw van het
rioolgemaal, welke in verband met de reeds
uitgevoerde riolering als zeer urgent moet
worden geacht. Het is te betreuren, dat
deze moeilijkheden van economische en
financiële aard zich thans voordoen, want
een goed functionerende riolering en goede
straten zijn om meer dan een reden van
groot belang.
STRAATVERLICHTING
Reeds vorige keer mochten wij al roemen
over de uitstekende openbare verlichting,
welke successievelijk werd verbeterd. Op
deze weg tot verbetering wordt voort
gegaan. In plaats van de HPLverlichting
zullen wij overeenkomstig het in uw laatste
vergadering genomen besluit in de zoge
naamde woonwijken TL-verlichting krijgen.
Moeilijkheden in de materiaal-levering ver
tragen echter deze ter hand genomen ver
betering.
Hoewel in verwijderd verband staande
met dit onderwerp mag ook hier wel ge
noemd worden het belangrijke besluit tot
financiële medewerking der gemeente aan de
regeling, inzake de elektrifikatie in onren
dabele gebieden. Vooral voor de betreffende
ingezetenen een belangrijke beslissing. Moge
met deze elektrifikatie een spoedig begin
worden genomen
ONDERWIJS
Van de inspecteur van het lager onderwijs
werd de mededeling ontvangen, dat onze
gemeente voor de bouw van twee nieuwe
lagere scholen niet op de urgentielijst 1957
kon worden geplaatst. Voorshands zal der
halve niet op deze nieuwbouw kunnen wor
den gerekend.
Aan het verkeersonderwijs wordt steeds
veel belangstelling gegeven. In dit verband
is op de betekenis te wijzen van de afdeling
van het verbond voor veilig verkeer, die
laatstelijk in onze gemeente is opgericht en
verder op het feit, dat de postcommandant
van de rijkspolitie met een verkeerscursus
voor ouderen is begonnen.
BESCHERMING BURGERBEVOLKING
Met dankbaarheid kan worden geconsta
teerd dat de zaak van de BB ter plaatse
vlot en uitstekend loopt. In deze organisatie
zijn, waar ook de mobiele reddingsploeg