Het nieuwe waterschap Jholen' Woningtoewijzing voor 1957 bekend Verkeer van rechts gaat voor Dc redactie legt U deze week voor: De Kroonprinses jarig Kantongerecht Tholen Stemmen van Lezers 13e jaargang 25 januari 1957 Uitgevers C. J. ZACHARIASSE en G. HEIJBOER Redactie Ring 66, St, Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.35 per kwartaal franko p.p. 1.60 inkassokosten Prijs per nummer 15 cent Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot WOENSDAGAVOND aangenomen Sedert enkele weken ligt in iedere gemeente op het eiland Tholen ter gemeentesecretarie ter inzage: „Reglement op het bestuur van het waterschap Tholen" Het bevat 245 artikelen, waarin de bepalingen en regelen met betrekking tot het nieuwe geconcentreerde waterschap Tholen zijn vervat. Het laat zich indenken, dat deze ter visie ligging slechts door een enkeling wordt aangegrepen om zich van de inhoud van dit reglement te vergewissen. Het kost uiteraard een dag om dit reglement door te lezen, laat staan de uren die men nodig zou hebben om het geheel te bestuderen. Daarom leek het ons nuttig een samenvatting te geven van de voornaamste veranderingen, die door concentratie van de waterschappen en polders tot één thools waterschap, voor de deur staan. EEN OP ZES Tot op heden is het eiland Tholen ver deeld in 7 waterschappen, een aantal „pol ders" en calamiteuze polders of waterkerin gen met in totaal een 23 besturen. Het nieuwe waterschap „Tholen" bestaat uit zes districten. Deze zes worden dus groter, omdat hierin alle polders en water schappen zijn samengevoegd. Er wordt niet meer gesproken van Waterschap Stavenisse of Poortvliet, maar van district I, II, III, IV, V of VI van het Waterschap Tholen. District I omvat de polders rond Stave nisse, district II die rond Sint-Annaland, waarbij ook de Uiterst Nieuwlandpolder is gekomen. Het derde district omvat de polders van en rond het voormalige water schap Sint-Maartensdijk en Scherpenisse, waarbij ook het nog niet bedijkte gedeelte van de Pluimpot. Het vierde district omvat de polders rond Poortvliet, waarbij een deel van het voor malig waterschap Sint-Annaland en Sint- Maartensdijk. Nummer 5 omvat de polders rond Oud- Vossemeer welke polder in de richting Tho len is uitgebreid. District VI omcat de pol ders rond Tholen. Een nauwkeurige om schrijving hiervan wordt vanzelfsprekend gegeven in genoemd reglement onder artikel 2. Zo wordt het dus één waterschap, ver deeld in zes districten. BESTUUR Het nieuwe waterschap Tholen zal wor den bestuurd door één dijkgraaf en zes ge zworenen, uit elk district dus één gezworene. Deze worden voor de eerste maal benoemd door gedeputeerde staten. Men kan hieraan de gedachte vastkoppenlen, dat de huidige zeven dijkgraven het dagelijks bestuur gaan vormen, waarvan dus één dijkgraaf kan worden en de overige zes gezworenen. Dit is slechts een gedachte, zij het een voor de hand liggende. In elk district worden vijf hoofdingelan den gekozen, waaronder één vertegenwoor digende de stembevoegde ingelanden voor de gebouwde eigendommen. Immers, die laatste vallen ook onder het Waterschap Tholen. We krijgen dus zes maal vijf is dertig hoofdingelanden, welke met de dijk graaf en zes gezworenen de algemene ver gadering vormen. De besluiten van het nieuwe waterschap worden dus genomen door 30 hoofdinge landen. Het dagelijks bestuur krijgt de be schikking over een technische dienst met een technische hoofdambtenaar, waaronder weer de waterbouwkundigen zullen ressor teren. We hebben nu dus een dagelijks bestuur, hoofdingelanden en een technische dienst. Er is nog meer. DE INGELANDEN Ingelanden zijn zij, die 5 hectare schot- baar land hebben en waar bij de nieuwe regeling nu ook de gebouwde eigendommen schotplichtig zijn, is ook degene ingelande met een gebouw, dat een belastbare op brengst van f 500,heeft, stemgerechtigd. Zoals hiervoor opgemerkt wordt in elk district van de vijf hoofdingelanden één vertegenwoordiger voor de bebouwde eigen dommen. Door de ingelanden worden de hoofdin gelanden gekozen. Deze Iaatsten worden voor de tijd van zes jaar gekozen. De ge zworenen (zes) en de dijkgraaf worden benoemd door de Kroon. HET GESCHOT In het nieuwe waterschap zullen de pol- derlasten naar elkaar toegroeien, d.w.z. de calamiteuze polders zullen in de loop der jaren het geschot verminderen, terwijl dat voor de binnenpolders omhoog zal gaan. Ingrijpend is ook dat de vroonlanden zullen verdwijnen. Ook hiervoor geldt een overgangsregeling. In lasten zullen ze ook naar het normale toegroeien. Terrein van algemeen nut (plantsoenen, begraafplaatsen, enz.) zijn niet schotplichtig. De buitenpolders zullen een hoger geschot moeten opbrengen dan de binnenpolders, maar het verschil in vergelijking met de huidige situatie is minder groot De „eigen" polders zoals de Joanna Maria, de Hollarepolder, enz. zullen bij het nieuwe waterschap ook onder bestuur ko men van het éne dagelijks bestuur, terwijl voorts de havens en havendijken onder toe zicht staan van het nieuwe bestuur. Dit houdt in, dat niet alleen de dijken water- kerend moeten zijn, maar ook de gebouwen op de havens, wat voor sommige punten trouwens al bij de oude regeling ook geldig was. DE ZETEL Volgens genoemd reglement zal het wa- terschapbestuur zetelen in de stad Tholen, waar het „Polderhuis" komt te staan. Eenmaal per jaar vergadert de „gezwo rene" met de ingelanden van zijn district ter bespreking van de belangen in dat dis trict. De 30 hoofdingelanden van het „grote" waterschap vergaderen meermalen. Het personeel dat overtollig wordt (zoals bestaande ontvanger-griffiers) zullen op wachtgeld komen. Bovenstaande is slechts een summiere samenvatting van de voornaamste verande ringen en nieuwe bepalingen, die zijn ver vat in het „Reglement op het bestuur van het waterschap Tholen", welk reglement in haar geheel getuigt van een diepgaande studie, waaraan ongetwijfeld lang en hard is gewerkt om de ontelbare moeilijkheden, die zich bij deze concentratie voordoen, zoveel mogelijk op te lossen. Laat het zo moge zijn, dat ook het nieuwe waterschap, het nieuwe bestuur al het mogelijke zal doen, op dat het voor de inwoners van het eiland Tholen een veilig wonen zal zijn. dat er op genoemde splitsing weinig uitzicht is, maar mr. Moolenburgh vond dat het geen kunst is om op plaatsen met een goed overzicht op te letten. Omdat de ambtenaar van het O.M., mr. Ph. M. Schenkenberg van Mierop een snelheid van 50 km per uur bovendien voor een bromfiets veel te hoog achtte, eiste hij 20,subs. 4 dg h. De rechter vonniste conform deze eis. Voor eenzelfde overtreding had de uit Oud-Vossemeer afkomstige chauffeur G. D. zich bij monde van raadsman, mr. A. J. v. d. Hoeven, te verantwoorden. Zoals ge woonlijk was hij op zondag 8 juli j.l. van zijn woonplaats op weg naar zijn verloofde in Tholen. Bij het kruispunt met de Singel in deze plaats was D„ doordat hij geen voorrang had verleend, in aanrijding ge komen met een personenauto, bestuurd Boor de Papendrechtse uitvoerder C. v. d. \V„ die uit Poortvliet kwam en in de richting van de Thoolse brug reed. Als getuige was V. d. W. zelf aanwezig. Hij verklaarde dat D. met flinke snelheid kwam aanrijden en, doordat hij niet meer kon remmen, een aan rijding had veroorzaakt. Twee van zijn kinderen en zijn vrouw hadden daarbij lichte verwondingen opgelopen. De auto was ern stig beschadigd. Mr. van der Hoeven er kende, dat verdachte dit ruiterlijk had toe gegeven. Omdat de ambtenaar meende dat D. de plaatselijke situatie toch wel als zijn broekzak moest kennen en hiermee een be langrijke verkeersfout was gemaakt, eiste hij 60.subs. 12 dg. Nadat de rechter nog eens tot uiterste nauwlettendheid ge maand had, was zijn uitspraak 50,subs. 10 dg. h. GARNALEN VrSSEN ZONDER VERGUNNING Eén Thools waterschap De Kantonrechter gaf verkeersles Aanvulling op de vrouwelijke handelingsbevoegdheden Het woningcontingent voor 1957 Jaarvergaderingen en uitvoeringen (Een goede naam is beter dan goede olie) Hierop volgde de herhaalde behandeling van de zaak van visser J. V. uit Tholen, die op 23 oktober, zonder daartoe vergunning te hebben, in perceel 68 van de Mosselkreek bij Sint-Filipsland naar garnalen had gevist. Als getuige trad op de hoofdopzichter van het bestuur voor de visserij op de Zeeuwse stromen, de heer M. S. van Hekken uit Zierikzee. Deze verklaarde V. al vaker op verboden terrein aangetroffen te hebben, maar het toen bij een waarschuwing gelaten te hebben. De laatste tijd was de hoofdop zichter echter strenger opgetreden, en had hij V. op de bewuste datum betrapt. Verdachte bracht hierop in het midden, dat de percelen in de Mosselkreek reeds verzand zijn en dat daarom niemand schade toegebracht kan worden. Maar dit rekende de rechter niet als een verzachtende omstan digheid. De eis van de ambtenaar was dan ook 35,— subs. 7 dg. h. Daar het lange tijd oogluikend was toegezien, meende mr. Moolenburgh deze eis iets te moeten ver zachten en veroordeelde hij V. tot 25, subs. 10 dg. h. Maar hij voegde er aan toe, dat wie een volgende keer voor een derge lijk feit terecht zou staan, er niet zo genadig zou afkomen. Vlak bij de plaats van V's overtreding was ook de Thoolse visser J. C. S. bezig Op 31 januari hoopt h.k.h. prinses Beatrix haar 19e verjaardag te vieren. Het afgelopen jaar heeft voor onze kroonprinses wel een heel grote verandering gebracht. Het bereiken van de 18e verjaardag betekende in de eerste plaats, dat zij zitting kreeg in de Raad van State. Sindsdien kreeg haar publieke optreden een bijzonder cachet. Nadat de prinses geslaagd was voor het eindexamen gymnasium, is zij in september gaan studeren aan de historische universiteit te Leiden. In 1957 is het juist 30 jaar geleden, dat haar koninklijke moeder meerderjarig werd en colleges ging volgen in dezelfde stad. Het ligt geheel in de lijn van moeder en dochter, dat de prinses de sociologische richting koos. De warme belangstelling, die de koningin steeds getoond heeft voor de mens in moeite en nood, zal stellig de keuze van haar dochter hebben beïnvloed. Sociologie is de leer van de mense lijke samenleving en haar verschijnselen. Niemand zal kunnen ontkennen, dat het vooral voor een (naar menselijke berekening) toekomstig vorstin van het grootste gewicht is, aan haar sociale interesse een wetenschappe lijke grondslag te geven. Moge haar universitaire loopbaan voor de jarige prinses even succesvol verlopen en besloten worden als die van onze huidige koningin (Nadruk verboden) geweest met het vissen van garnalen. Voor perceel 68 had deze verdachte echter nader hand een vergunning -«eten los te krijgen. Toen S. dacht dat erheen opzichter in de buurt was, zat hoofdopzichter Van Hekken toevallig aan de dijk. Bovendien had S. nog gevist in de percelen 70, 70a, b, en c, waarvoor hij ook nu nog geen vergunning bezat. Volgens de ambtenaar wist de ver dachte „drommels goed", dat hij iets deed wat niet mocht en zijn verweer, dat hij op genoemde percelen nog geen waarschuwing had gekregen, beschouwde mr. Schenken berg van Mierop als iets kinderachtigs. Om dat perceel 70 onverhuurd was, werd ver dachte daarvan vrijgesproken, maar voor het vissen in de overige percelen meende de ambtenaar S. een ernstige waarschuwing te moeten geven in de vorm van een boete ten bedrage van 150,subs. 30 dg. h. Toen verdachte de rechter op zijn vraag of S. nu zulke dingen in het vervolg wilde laten, slechts aarzelend een positief antwoord gaf, vonniste mr. Moolenburgh 80,subs. 20 dg. h. De 22-jarige chauffeur H. v. E. uit Wouw had zich te verantwoorden voor het feit, dat hij op 4 sept. j.l. in zijn vrachtauto, ge laden met vlas, te dicht langs een gepar keerde personenwagen was gereden in Sint- Maartensdijk, waardoor deze was bescha digd. Hoewel Van E. verweerde, dat de weg ter plaatse erg smal is, achtte de amb tenaar zijn overtreding bewezen en de veilig heid van het verkeer in gevaar gebracht. Zijn eis luidde 12,subs. 3 dg. h„ waar mee de rechter zich kon verenigen. Als laatste verscheen de Thoolse tuinier M. M. T. voor de groene tafel, omdat hij op 20 november in Oud-Vossemeer, rijdend op een fiets, aan een aanhangwagen achter een traktor had vastgehouden. T. achtte het verbaal onjuist, omdat hij zei, een haak van de wagen los hing en hij de chauffeur van de trekker wilde waarschuwen. De amb tenaar achtte het feit bewezen en eiste 4, subs. 1 dag. Daar de rechter meende dat er in de lezing van T. een kern van waar heid kon schuilen, was zijn uitspraak 4, subs. X dag. h. grondprincipes verkeer van rechts gaat (Van een medewerker) Bij herhaling heeft de kantonrechter te Tholen, mr. J. Moolenburgh, vrijdagmiddag enkele lessen in verkeerskennis gegeven en daarbij vooral nadruk gelegd op een der een situatieschets mee, om aan te tonen Voor overtreding van deze regel stond nl. de 18-jarige bromfietsrijder J. J. uit Tholen terecht. Want op 2 november van het vorige jaar had hij op de splitsing Paas- dijkseweg - Achterweg te Poortvliet geen voorrang verleend aan een van rechts ko mende personenauto. J. bracht ter zitting Wanneer we wel zijn ingelicht, is uit het primaire subsidie - woningcontingent voor Zeeland de volgende verdeling vastgesteld met betrekking tot de gemeenten in ons district Gemeenten Aantal woningen Tholen 18 Oud-Vossemeer 5 Sint-Annaland 21 Stavenisse Sint-Maartensdijk 12 Scherpenisse 6 Poortvliet St. Filipsland 9 totaal voor 1957 71 Zoals uit bovenstaande blijkt is er ditmaal geen drie-jaarlijkse toewijzing vastgesteld, zoals over 1954, 1955 en 1956, maar geldt dit aantal voor één jaar. Ongetwijfeld zal deze verdeling aan de hand van beschikbare gegevens nauwkeurig zijn bekeken en vastgesteld. Daarom is het begrijpelijk, dat voor Stavenisse geen toe wijzing werd verstrekt, aangezien daar na wederopbouw van woningnood niet meer wordt gesproken. Wel bevreemdt het ons, dat evenmin voor Poortvliet een toewijzing is verstrekt. (buiten verantwoordelijkheid v. d. redaktie) M. d. R. In verband met Uw commentaar op het door een lezer ingezonden schrijven over de verkeersprijsvraag en door U in het midden gelegde vraag omtrent de bakfiets op het rijwielpad, wilde ik het volgende kenbaar maken: 1. Wanneer een normaal rijwiel voorzien is van een zij- of aanhangwagen en breder dan 75 cm. is, mag dit voertuig zich niet op het rijwielpad bevinden. Een bakfiets is als regel breder dan 1 meter (plm. 1.50 m) waaruit reeds volgt dat men daarmee ook niet van het rijwielpad gebruik mag maken. 2. In art. 51 v. h. verkeersreglement staat: een bakfiets mag niet rijden op de fiets paden. Een bakfiets mag niet een weg in rijden, die gesloten is voor onbespannen wagens (handwagens). Hieruit volgt dus dat de bakfiets gelijk gesteld wordt met een handkar, die ook het rijwielpad niet mag volgen. Verder staat in art. 47 van het verkeers reglement „Het is verboden fietsende meer dan een dier te geleiden Men weet dat men bij het geleiden van dieren gebruik moet maken van de rijbaan en niet van het rij wielpad (art. 10). Woordelijk staat in artikel 10Het is bestuurders van motorrijtuigen en wagens, ruiters en geleiders van rij- en trekdieren en vee, verboden een rijwielpad te volgen. Hieruit blijkt dus ook weer dat de bak fiets die gelijk gesteld is met de (hand) wagen de rijbaan en niet het rijwielpad moet volgen. Met dank voor deze gelegenheid. hoogachtend M. v.d. Nieuwendijk, noodwoning Tholen Naschrift redactie. Bovenstaande reactie kwam dus op de door ons in ons antwoord aan de heer IJzerman gestelde vraag over vraag 14 der verkeersprijsvraag. Nog even moeten we recht zetten, dat in het afgedruk te antwoord aan de heer IJzerman een fout is geslopen door het vergeten van een woordje. Onze copij luidde namelijk ten aanzien van de door de heer IJzerman ver meende fout met betrekking tot vraag 2 als volgt„We kunnen echter niet met U eens zijn, dat „voor- en achterlicht" als fout moest worden aangerekend." Uit deze zin was het woordje ,niet" gevallen, wat een belangrijk verschil maakt. M. d. R. Bij het lezen van het artikel door dhr- H. v. d. Kooij „De handelsbekwaamheid v. d. getrouwde vrouw", in Uw blad van vrij dag j.l. vielen mij enkele onjuistheden op, waarop ik U toch even opmerkzaam zou willen maken. Zo las ik„Immers volgens het huidige Burgerlijk Wetboek (d.i. dan vóór 1 jan. 1957) had de gehuwde vrouw even weinig bevoegdheden als minderjarigen en onder curatele gestelden." Hiermede ben ik het evenwel niet eens. Volgens B. W. van vóór 1 januari 1957 trad de gehuwde vrouw namelijk zelf op, gemachtigd of bijgestaan door haar man. Ze kon dus zelf onaantastbaar overeenkomsten sluiten met machtiging van haar man minderjarigen en curandi treden daarentegen niet zelf op, maar hun ouders-voogden-cura- toren treden voor hen op. Zelf kunnen deze personen géén onaantastbaare overeenkom sten sluiten in het algemeen. Is de minderjarige (curandus) dus onbe kwaam tot het sluiten van overeenkomsten, tot het verrichten van rechtshandelingen, de gehuwde vrouw was slechts onbekwaam tot het bepalen van haar eigen vermogens rechtelijke positie. D.w.z. dat zij dus wel zelfstandag alle familierechtelijke rechts handelingen kon verrichten (zoals het aan- vragen van curatele, of het stuiten van een huwelijk) en voorts dat zij dus wel kan handelen over het vermogen van derden. (Zij was immers slechts handelingsonbe kwaam gemaakt, omdat men 2 kapiteins op één schip te gevaarlijk achtte). Zo kon zij zonder machtiging van haar als voogdes b.v. optreden (art. 377 B.W.) Met machtiging van de man kon zij dus zelfstandig een functie als bv. directrice van een N.V. op zich nemen en daarna (na dit op zich nemen v. d. functie) zelf standig (ook met toestemming v. d. voogd of curator) géén onaantastbare overeenkom sten sluiten. Dan wat betreft de regeling der huwelijks voorwaarden (hierna H. V. genoemd). Deze is inderdaad, zoals de schrijver zegt, soepe ler geworden. Maar niet waar is, wat daar na volgt. Er staat nl. „Onder de oude wet kwam het nog wel eens voor, dat staande huwelijk, voorwaarden gewenst waren. Wettelijk was dit niet mogelijk (dat is in derdaad zo, maar nu komt het!) Men moest eerst een echtscheiding aangaan om daarna op huw. voorw. te kunnen hertrouwen." Dit „kunstje" was echter door de wet gever voorzien en niet mogelijk. Echtschei ding en daarna hertrouwen met dezelfde echtgenoot was slechts mogelijk in hetzelfde systeem huwelijks goederenrecht als waarin men vóór de echtscheiding gehuwd was. (zie artikel 252 jo 287a B.W.) Was men dus in alg. gemeenschap gehuwd met A, daarna echtscheiding, daarna hertrouwen met A, dan kan men géén H.V. maken, maar men moest weer in algehele gem. van goederen huwen. Verder ben ik het met de schrijver eens, dat het na 1 jan. 1957 mogelijk is geworden om staande een huwelijk (na minstens 3 jarig huwelijk) alsnog H.V. te maken of te wijzigen doch dit gaat alleen (en dit werd niet opgemerkt) met goedkeuring van de recHtbankdeze goedkeuring zal de rechter echter alleen geven, indien er een redelijke grond is voor het maken of wijzigen v. d. H.V. èn indien de belangen v. d. schuld eisers hier door niet benadeeld kunnen wor den (zie art 204 B.W. nieuw). Dit, was wat ik over bovengenoemd ar tikel in Uw blad wilde opmerken. Hopende U hiermee van dienst te zijn geweest, teken ik A. v. Stee (notarieel student deel III) Plantagestraat 35. - Tholen. De reaktie van de heer A. van Stee geeft nog enkele waardevolle aanvullingen en rechtzettingen op het artikel over de hande lingsonbekwaamheid van de getrouwde vrouw, waarvoor onze hartelijke dank. Het artikel had, dit zal men begrijpen, geen enkele juridische pretentie, doch wilde in populaire vorm voorlichting geven. Nu is journalistiek voornamelijk de kunst van het weglaten, een kunst waarin ondergete kende zich niet te zeer bedreven acht. De tekst van de hele wet kan men nu eenmaal niet publiceren terwijl anderzijds een uittreksel noodzakelijk onjuist is, doordat zij de scherpe formulering van de wet niet overneemt. Zo werd door mij de bevoegdheid van de gehuwde vrouw vergeleken met die van minderjarigen en onder curatele gestelden. Zoals iedere vergelijking gaat ook deze mankzij is niet vrij van journalistieke overdrijving. Maar alle afwijkingen op deze regel te geven, had een formulering vereist, die met al zijn uitzonderingen en overeen-

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1957 | | pagina 1