HET STADHUIS VAN THOLEN.
Opening
öe piloot zonöeR Benen
W. RIKKEN
Geef 'sWoensdags
Uw advertentie op
WARMWATERZAKKEN
of kruiken
Tobt U nog op een
verouderde
naaimachine?
PFAFF NAAIMACHINEHUIS
Coöp* Boerenleenbank
Nog is de balans-opruiming
NIET VOORBIJ!
M. L» PLEUNE Zn.
Melkkoeien
en Kalfvaarzen
STEMMEN VAN LEZERS
Voor al Uw
Drukwerk
fa» DIELEMAN
Terwijl er dit jaar behoorlijke voortgang werd gemaakt met restau
ratie van het mooie Thoolse stadhuis, terwijl er intern al veel aan
gedaan is en het torentje ook uiterlijk in de steigers staat, was de
stadsarchivaris de heer G. Stadermann zo vriendelijk voor ons na
te speuren wat er van de bouw en verdere geschiedenis bekend is.
Het bleek niet veel te zijn. Datgene wat hij ontdekte heeft hij
in onderstaand artikel samengevat.
Intussen hopen we dat de restauratie zo vlot als het kan zal
verlopen (en ongetwijfeld zal het niet die tijd vergen, welke voor
de Thoolse kapittelkerk nodig is) opdat het weer spoedig metter
daad, het gemeentecentrum wordt, zoals het al de eeuwen door
is geweest.
In een brief, geschonken door de Hertog
Philips van Bourgondië, de Goede, tijdens
een verblijf te Roubaix, op 12 september
1452, geeft deze vorst aan die van Tolen,
als Graaf van Holland en Zeeland, in erf
pacht de molens en maalderijen in Stad en
Lande van Tolen en Schakerlo, opdat de
bevolking zich enigermate zou kunnen her
stellen van de schade, welke de stadsbrand
van 16 mei 1452 had teweeg gebracht.1)
Bij deze ramp waarbij ter nauwer nood
een zesde gedeelte van de stad gespaard
bleef, immers „Par feu de meschief, qui
se print de la dicte ville la plus grant partie
d'icelle ville a été brulée", ging ook ,der
Stede Huys" in vlammen op.
Ongeveer in het jaar 1460 werd een
aanvang gemaakt met de herbouw van een
nieuw „scepenhuus", vrijwel zeker opgetrok
ken naar de ontwerpen van Andries en An-
tonie Keldermans, vader en zoon, verdienste
lijk vertegenwoordigers van n wijd vermaar
de bouwmeestersfamilie, aanvangend met de
grote Mr. Rombout Keldermans, die in 1402
huwde met Elisabeth de Wilde en te samen
met haar de stamouders vormde van een
bouwmeester- en architectengeslacht, waar
aan in Zeeland met Vlaanderen de schoon
ste kerkelijke en wereldlijke bouwwerken
uit de Zuid- en Noord-Nederlandse laat-
gothische periode dankt. 2)
Het in de laatste decenniën van deze
eeuw snel toenemend verval van het ééns
zo schone stadhuis, deed, vóórdat .met de
tegenwoordige verbouwing en herstel werd
aangevangen, nauwelijks meer denken aan
de grote schoonheid, welke het ééns moest
hebben bezeten.
Het werd opgetrokken in de laat-Go-
thische stijl, hier en daar, blijkbaar door
aanwijzingen in later tijd, vermengd met
sporen van de later gevolgde vroeg-renais-
sance bouworde.
Het was in de tweede helft en het laatste
kwart van de Vijftiende eeuw nog dè bouw
trant, óók voor belangrijke wereldlijke ge
bouwen.
Het „Scepenhuus" bevatte oorspronkelijk
een indeling, vrijwel ongewijzigd gebleven
tot op onze dagen.
Een belangrijk vertrek was voorzeker de
raadzaal, waar in oude tijden door de Vroe
de Vaderen, toén bestaande uit het college
van Schout en Schepenen benevens de
Raden over het wel en wee der stad be
raadslaagd en beslist werd.3)
De zetel van de Magistraat, het hoogste
stedelijke bestuurslichaam, was in die tijden
der eindigende Middeleeuwen als een ge
wijde plaats.
Telken jare werd in deze grote vergader
zaal op „Sente Servaes-dach", de dertiende
mei, ter gelegenheid van het „verzetten van
de Wet", zoals de jaarlijkse wisseling van
de bestuursfuncties van de Magistaat ge
noemd werd, in de vóór-reformatische tijd
door de deken of één van de kanunniken van
het Khpittel van O. L. Vrouwe, een H. Mis
opgedragen ter intentie van de nieuw be-
nooemde Stedelijke Regering.
We moeten ons voorstellen, hoe de muren
van deze zaal met kaarten en schoon be
schilderde panelen versierd zijn geweest.
In de hal of vóórzaal, gelegen voor de
juist genoemde raadzaal spande aanvanke
lijk de schepenbank haar Vierschaar. Daar
troonden de getabberden, op stadskosten in
hun eerbiedwaardig habijt gestoken.
Het college werd voorgezeten door de
Baljuw. Ook werd in deze voorzaal tot in
de 17e eeuw recht gepleegd ten behoeve van
de Thoolse poorterschap uit naam van de
Grafelijkheid in zaken, de competentie van
de Landsheren rakende.
De wanden van deze voorzaal werden
gesierd door een kaart van de Toolse pol
ders, het z.g.n. „Bord van Baljuwage,
waarschijnlijk een paneel, waarop de namen
van de onderscheiden bekleders van het
Baljuwschap waren vereeuwigd, en een
schildering van „Het Laatste Oordeel, aan
gebracht juist tegenover de zitplaatsen van
de Gezworenen der Schepenbank. Dit merk
waardig kunstwerk omstreeks het jaar 1495
door de stedelijke Magistraat aangekocht
voor de O. L. Vrouwekerk, werd in het
begin van deze eeuw, jammer genoeg voor
de som van 250,verkocht aan het Rijks
museum te Amsterdam.
In de raadzaal, waar het tot de tegen
woordige verbouwing van het stadhuis te
zien was, was een schilderij geplaatst,
voorstellendeSalomo's rechtspraak, ver
vaardigd door de schilder N. lübersdijk.
Wanneer we voor de oostelijk georiën
teerd voorgevel van het stadhuis staan
vallen ons wel allereerst de ledige nissen
op, die, acht in getal, in het metselwerk zijn
uitgespaard. Het is wel zeker, dat zij nimmer
aan hun eigenlijke bestemming het bescher
men van daarin aan te brengen beelden,
voldeden.
Volgens het oorspdonkelijk bouwplan
zouden zij bedoeld zijn geweest voor de
beelden van Jan van Beaumont, Maria van
Soissons, Jan van Blois, Machteld van Gelre,
Guy van Blois, Maria van Vlaanderen,
Frank van Borssele en Jacoba van Beieren.
Zij hadden de herinnering levend moeten
houden van de voornaamste hoogedele
Heren en Vrouwen, die in de geschiedenis
van Tholen het landsheerlijk bestuur voerden.
Wat er voor het overige aan de voorgevel
van het stadhuis overgebleven is aan kool-
bladmotifversieringen, baldakijnen, pinakels,
geprofileerde vensternissen, kruisvensters,
rondbogen en driepasvullingen was door de
steeds verder vretende verwering van het
gesteente nog slechts een povere rest van
vroegere glorie.
Laten wij slechts hopen, dat het schone
stadhuisje en in het bijzonder de prachtige
karakteristieke voorgevel daarvan, na res
tauratie als de vogel Phoenix", uit de as
herrezen, te voorschijn zullen treden.
In de reeds genoemde „voorhalle" waren
tot de verbouwing „moerbinten" op te
merken, van bijzondere schoonheid. Het
voorste gedeelte van deze halle wordt be
dekt door drie stenen kruisgewelven, afge
sloten door een lelie en twee rozetten. Het
geheel wordt gedragen door twee kolommen
met kapitelen, gesierd door bladornamenten
en geplaatst op een rond basement.
De vensternissen met stenen zitbanken en
luiken met ijzerbeslag zijn nog daar om van
de vroegere schoonheid van het bouwwerk
te getuigen.
Het zeskantig torentje, aan de binnenzijde
gesteund door twee gemetselde kolommen
was ééns voorzien van een carillon, be
staand uit vijftien kleine en drie grote
klokken. In 1627 was het gegoten door
Michaël Burgerhuys en aanvankelijk bestemd
voor de kerktoren, maar later daaruit ge,
nomen en in het stadhuistorentje geplaatst.
Het stadhuis was evenzo voorzien van een
luiklokje. In 1458 gegoten en dat moest
kleppen bij onraad en gevaar.
De speeltrommel van het carillon dagte
kende uit de eerste helft van de zestiende
eeuw.
Lange jaren evenwel was het carillon
defect tot het in het begin van de 20ste
eeuw gerestaureerd, weer vrolijk zijn klanken
over Tolen kon doen horen. Maar thans
zijn de klokken al weer reeds vele jaren
verstomd en uit de toren verdwenen. Wc
kunnen slechts hopen, dat het mogelijk zal
blijken, bij al het restauratie- en herstel
werk, ook de vergane glorie van het klok
kenspel weer tot nieuw leven te wekken.
Een carillon, zij het bescheiden van omvang,
zou een schone bekroning zijn van de tegen
woordige restauratie.
De ons gebleven archiefbronnen leveren
ons overigens bitter weinig gegevens over
de eigenlijke geschiedenis en lotgevallen van
het stadhuis.
Uit een gedrukte bron moge blijken, dat
de bouw van het geheel om en nabij 1758
belangrijk gewijzigd, herzien en hersteld
werd, uit de stadsrekeningen van die tijd,
welke in eerste instantie over die bouw en
dat herstel uitvoerige gegevens zouden moe
ten bevatten, blijkt hiervan nagenoeg niets.
Zo lezen wij b.v. in de stadsrekening
1758/59 4)
„Aan B. Huyzers een somma van 23-
Vls, wegens arbeydsloonen, aan de wind
molen, nieuwe pomp en puye van het stad-
huys, volgens ordonnantie, specificatie en
quitantie 23,0,0
Dit is wel een vrij hoge post, maar in dit
bedrag zijn, zoals blijkt, ook andere gelden
begrepen, geen betrekking hebbende op
voorzieningen aan en verbouwing van het
stadhuis.
Kleine bedragen voor het versteken van
het klokkespel en voor, b.v., het schoon
houden van het stadhuis staan wèl geno
teerd en keren jaarlijks terug. Maar het is
mogelijk, dat bij de grondige wijziging en
verbouwing in de 18e eeuw een afzonder
lijke rekening en verantwoording is afge
legd en dat deze rekening of deze rekeningen
niet in het stadsarchief werden gedeponeerd.
In elk geval is van dergelijke rekeningen
heden niets te bespeuren.
De jaarlijks in de rekeningen weerkerende
aanzienlijke bedragen voor leveranties aan
kalk, schaliën, houtwerk, spijkers en het
vervaardigen en herstellen van ijzerwerk,
kunnen o.m. verband houden met de wijzi
gingen in de vijftiger jaren van de 18e eeuw
aangebracht, maar waar zij globaal vermeld
worden en nergens vermeld staat, dat zij
gedaan zijn ten behoeve van het herstel
van het stadhuis, is dit allerminst zeker.
Van de toestand en het aanzien van het
gebouw rond de periode 1753/58 geeft de
beschrijving, opgenomen in de „Tegen
woordige Staat van Alle Volkeren" ten
minste een duidelijk beeld. 5)
Wij lazen er„Onder de Openbaare
Gebouwen van Tholen geeven wij den
voorrang aan 't Stadhuis. Dit is een oud en
niet onaanzienlijk Gebouw van witten Ar
duinsteen. Het staat op de Hoogstraat, al-
waer voor hetzelve een klein vierkant plein
is. eertijds de Beurs genaamd.
Men plagt weleer agter uit te gaan door
een gang, naar een plaats op de Groote
Markt, alwaar toen de Misdaadigers wegens
den Geregte openlijk gestraft werden.
Tegenwoordig wordt de Executie op het
vermelde Plein voor het stadhuis gedaan.
Op de trap van de Puie, welke naar dat
Plein uitsteekt staan vier Leeuwen, houdende
de één het wapen der Staten van Zeeland,
de ander dat van Zijne Hoogheid den Heere
Prince van Oranje, een derde dat van de
stad en de vierde het Wapen van den Am-
bagte van Schakerlooo. Boven op den
Voorgevel staan ook vier Steenen Leeuwen.
Het stadhuis heeft vier verdiepingen.
Men gaat ter wederzijde van de Puie met
vier trappen op en ingaande komt men eerst
in de Vierschaar, dan regt voortgaande in
de Kamer van Politie of Raadkamer. Van
de zijde kan men hieruit tot in de Wees
kamer opgaan.
Buiten deze vertrekken zijn er nog eenigen
in 't Stadhuis, die aan Conchierge worden
gegeven te bewonen. Onlangs heeft men het
Gebouw merkelijk verbeterd (d.i. vóór 1753
reeds). Boven op hetzelve is een Tooren
met een fraaie spits, hebbende een slaande
Uurwerk en Klokkenspel.
En met deze toch altijd nog zéér summiere
beschrijving zullen wij tevreden moeten zijn.
.Het stadsbeulszwaard, vervaardigd in de
tweede helft van de 16e eeuw, met een door
Johannes Wundes uit Solingen bewerkte
knop, en de roede van Justitie, beide nog op
het stadhuis bewaard hoeden wellicht menig
belangrijk geheim en waren in langvervlogen
jaren en eeuwen de stille getuigen van
ongetwijfeld belangrijke momenten in de ge
schiedenis van de oude „Stadshalle", waar
over de stedelijke archieven ons helaas niet
meer kunnen inlichten.
G. Stadermann
Stadsarchivaris.
3) Regentenlijst v. Tolen door G. Sta
dermann, Nr. 33.
2) Voorlopige lijst der Nederlandse Mo
numenten van Geschiedenis en Kunst, Bladz.
23([ Passim
3) C. Hollestelle, „Het Huis Oud en
Nieuw, 1908, Bladz. 149 v.v.
4) Beschr. Voorl. Inv. nr. 242.
5) Tegenwoordige Staat van alle Volke
ren, 1753, Deel XX. Bladz. 81, 82.
F.A-M. STOFZUIGERS
zijn de beste en voordeligste in gebruik en kosten slechts
115.met onverwoestbare motor die de grootste zuig
kracht heeft en 8 hulpstukken en ruime garantie. De fabriek
maakt ook groter en luxe modellen in prijzen van 135,
148.en 168.maar hebben deze alle dezelfde onver
woestbare motor en kan U die overbodige Luxe belangrijk
bedrag besparen naar eigen verkiezing 20.33.—
of zelfs 53.Zou U dan v^n dat uitgespaarde bedrag
niet een gedeelte kunnen geven aan dat door COMMU
NISME verdrukte volk in Hongarije en zullen wij van onze
winst tevens op Giro 777 of 888 bijstorten waarvan wij de
Girostrook zullen inzenden. Leest, voor U wat geeft Jacobus
II, vooral de verzen 14 en 15 dan geeft u met milde hand.
F.A.M. SNELWASSER 176.
Rond model wit geëmailleerd. Vierkant model 193.50. Idem
met tijdklok 213,De grijs ge mailleerde kuip heeft een
inhoud van 55 liter allen met onverwoestbare motor die de
fabriek zelf maakt. Zuinig in gebruik slechts 4 cent per uur
bij een kilowatprijs van 20 ct. De Pulsator is gemaakt van
messing daarna vernikkeld en hard verchroomd en is tevens
spiegelglad waardoor het wasgoed niet beschadigen kan.
In de Pulsator zitten kleine gaatjes die waterkolommen uit
spuiten tegen het wasgoed. Tevens levert de fabriek een
SNELDROGER VOOR 208,50
met de grootste inhoud wit geëmailleerd. Mevrouw Brinkman
uit Giesendam deelde ons mede dat zij 4 jaar verschillende
wasmachines heeft gehuurd van de beste merken, maar alleen
een F.A.M. wilde hebben en geen andere meer Dat zijn
bewijzen uit de praktijk die geen commentaar verder be
hoeven. Wij hebben ook „CORDES" WASMACHINES,
het beste duitse fabrikaat die wij al honderden hebben
verkocht sinds 60 jaar en nimmer klachten van hebben
ontvangen zelfs van wasmachines die 30 en 40 jaar in
gebruik zijn. Wij hebben deze voorradig met houten kuip
of metalen machines in alle uitvoeringen met en zonder
Elektrische wringer ACME Engels fabrikaat, die ook eerste
klas is. U komt meer eens kijken en kan de machines en
stofzuigers op proef krijgen zonder de minste verplichting
tot kopen.
M. M. C. HAAIJER, THOLEN, Tel. 7.
OPRUIMING
van verschillende goederen die wij tegen extra prijzen
verkopen. HAARDEN „E.M. JAARSMA" - INVENTA -
VULKACHELS „BECKING EN BONGERS" vierkant en
ovaal model zonder gebreken.
KEUKENFORNUIZEN wit email met en zonder circulatie
in prima staat.
HANDNAAIMACHINES alle met kast fabrikaat „HAID 6
NEC" „KAYSER„SINGER" enz. met 5 jaar garantie.
SALONKASTEN en INLAATTAFELS tegen extra prijzen
geheel nieuw en kan daar de bovenkop van uw machine
op gezet worden, waarmede wij ons ook belasten. Tevens
6 nieuwe kleermakersmachines „SUCCES" Snelnaaiers met
grote tafel tegen extra prijzen. Wij hebben ook elektrische
Motoren los te koop van Hillman uit Londen rechtstreekse
import en ook Japanse die goed zijn.
BONTMANTELS voor een vierde van de prijs zowel korte
als lange, zwart bruin etc. zonder gebreken van 45.
tot 95.netto contant.
DUITS ORGEL met 11 registers, fabrikant Mentzer Leipzig,
eiken zonder gebreken en geen wormgaten in het hout.
Tevens een
„ERRES" Wasmachine met nieuwe kuip en prima motor,
inhoud 85 1.
1 KINDERWAGEN MUTSAERTS fabrikaat slechts enkele
malen in gebruik tegen extra prijs en heeft 146,50 gekost
nu voor iets meer dan de helft.
RADIO's nog verschillende soorten PHILIPS en „ERRES"
enz. in prijzen vanaf 65.Spelen best en worden onder
garantie verkocht. U komt maar eens kijken want dat kost
niets en garanderen alle goederen
Tevens nog een eiken DRESSOIR 130 cm breed met opzet
en gebogen poten.
Aanbevelend M. M. C. HAAIJER, Tholen
Als ze nodig zijn, wilt U ze in huis hebben.
Koop er daarom nu een bij
G. HEIJBOER - Drogisterij
ST. ANNALAND
1Slaat Uw oude naaimachine steken over
Dan heeft U geen houdbare naad.
2. Breekt bij Uw oude machine de draad
Dat is tijdrovend en geeft een lelijk stiksel.
3. Gaat er veel te weinig garen op Uw spoel-
klosje 2 Bij de Pfaff heeft U daar geen
last van.
4. Kunt U dikke en dunne stoffen met even
groot gemak naaien De Pfaff doet het
spelenderwijs.
5. Moet U zelf nog de draad in de naald
steken 2 De Pfaff doet dat automatisch.
6. Heeft U bij het naaien van tricot last van
knappende draden 2 Met de elastische
zigzagsteek van de Pfaff kan U dat niet
gebeuren.
7. Breekt Uw oude machine vaak naalden 2
Dat beschadigt Uw naaigoed en kost U
onnodig geld.
8. Durft U niet met rimpel-elastiek te naaien 2
Doe het gerust, als U een Pfaff bezit.
9. Gaat Uw oude machine rammelend en
zwaar 2 De Pfaff loopt geruisloos en
spelend licht.
10. Heeft U dikwijls reparatiekosten 2 Een
Pfaff geeft U de zorgeloze vreugde van een
ongestoord bezit.
Tob niet langer.
Ruil Uw oude naaimachine in.
Schaf U de moderne Pfaff aan
Kortemeestr. 17 Bergen op Zoom
Tel. 688
te ST. ANNALAND
BIJSCHRIJVING van rente en'of controle op de
spaarboekjes zal plaats hebben op i
MAANDAG 14 JANUARI 1957
van 912, van 25 en van 69 uuri
DINSDAG 15 JANUARI 1957
van 912, van 25 en van 6—9 uur:
WOENSDAG 16 JANUARI 1957
van 25 uur.
Zoals gewoonlijk ontvangt elke spaarder nog een
nader oproepingsbericht.
Tijdens genoemde uren kunnen geen andere bank
zaken worden verricht.
Vanaf WOENSDAG is ons kantoor weer op de
normale uren geopend.
Een kleine opqave van onze koopjes volqt
DAMES en HERENCONFEKTIE
10—50 KORTING
KINDERMANTELS vanaf 12.75
LAKENS zware graslinnen
180 X 235 7.50
160 X 235 6.50
FLANELLEN LAKENS wit 7.95
VITRAGE van 65 ct per meter
SPORTKOUSEN alle maten 1.25
Uitgebreide sortering SCHORTEN
vanaf 2.95
B. H. vanaf 1.75
KOOPJESKOOPJES
TEXTIEL MEUBELEN
Haven A 162 Kaaistraat 212
ST. MAARTENSDIJK
TE KOOP
LEO VAN VOSSEN
Oud -Vossemeer Tel, 71
SPIERINKJES
BIEDT ZICH aan op Eiland
Tholen Lock of Walsmachi-
nist. Te bevragen bij J. Vos
hol, Molenstraat 5, Poortvliet.
TE KOOP wit hooi te bevra
gen bij J. Oudesluijs, tel. 82
Molendijk, St. Maartensdijk.
DEZE WEEK: 150 gr lever
kaas voor 60 ct. 100 gr ham
en 100 gr boterhamworst voor
95 cent. Slagerij M. v. d. Eijk
Tholen.
Op 15 JANUARI a.s. hoopt de Edelachtbare heer A. SLUIJMERS, burgemeester
te Stavenisse, ons NIEUW BEDRIJFSPAND te openen.
Gedurende deze dag wordt de gelegenheid geboden tot bezichtiging van de
STUDEBAEKER, HILLMAN, HILLMAN HUSKY AUTOMOBIELEN en de
VOLVO LANDBOUWTRACTOR.
Wij zullen U gaarne volledig voorlichting geven en zien Uw bezoek met
belangstelling tegemoet.
Hoogachtend, GARAGE MOL
KERKSTRAAT 4—8 TEL. 42 STAVENISSE
TE KOOP gevraagd grote en
kleine partijen slachtkippen
A. C. de Koning, Wouwseweg
Bergen op Zoom, tel. 1409 of
stuur briefkaart.
Vorige week hebben we er de aandacht
op gevestigd, dat we doende waren een
nieuw vervolgverhaal te bemachtigen, dat
voor de uitgave als de onze iets bijzonders
zou zijn. Tot ons genoegen kunnen we de
lezers meedelen, dat we in onze pogingen
zijn geslaagd zij het dan na veel heen en
weer geschrijf en nadat we meer dan be
hoorlijk „over de Ë'rug zijn gekomen." We
zullen U niet langer nieuwschierig laten en
meedelen, dat met ingang van volgend num
mer ons nieuw vervolgverhaal beignt met
als titel „Dan maar zo". Velen zal hte
wat duidelijker worden, wanneer we hier
aan toevoegen, dat onder deze titel door
Paul Brickhill de levensgeschiedenis van
Douglas Bader, de Engelse piloot zonder
benen is geschreven. Dit is de geschiedenis
van een man, Douglas Bader, wiens naam
niet alleen in Groot Brittanië, maar even
zeer over de gehele wereld, een haast le
gendarische faam heeft verkregen. Waartoe
alle reden is. Reeds in zijn jonge jaren blonk
Bader uit als een groot sportman, zowel
technisch wat de diverse sporten aangaat,
waarin hij meester was: rugby, cricket,
hockey, enz. als door zijn ontembare moed,
strijdlust en doorzettingsvermogen.
Genoemde eigenschappen deden hem ech
ter de geweldige vlieger worden, die de
tienduizenden toeschouwers op het jaarlijkse
vliegfeest in Hendon in vervoering bracht.
Toen voltrok zich de grote tragedie in
zijn leven. Geprikkeld door de uitdagingen
van jeugdige collega's, die plagenderwijs
zijn moed in twijfel trokken, liet hij zich
verleiden tot een te gewaagde stunt. Zijn
vliegtuig stortte neer. Bader werd zwaar
gewond uit het wrak gehaald. Zijn beide
benen moesten worden afgezet.
Voor ieder ander had dit het einde van
diens vliegercarrière betekend. Niet echter
voor Bader De uitdaging welke een aan
tal onbezonnen lieden- hem stelde had hij,
en met welk een noodlottige gevolgen, aan
vaard; de handschoen welke het leven hem
toewierp de opdracht om er niettegen
staande geweldige hinderpalen die hem
wachtten toch verder van te maken wat er
van te maken viel heeft hij opgenomen
en van de grove, de ruwe vuist slechts be
dekkende lap stof omgevormd tot het edele
stuk handwerk waarmede de middeleeuwse
'tournooiridder ten strijd trok.
Wat Bader door zijn bovenmenselijke
wilskracht en doorzettingsvermogen bereikt
heeft, vervult ons met eerbied en bewonde
ring. „Zie zo", zeiden de doctoren, nadat
hem een paar kunstbenen verschaft was,
„ziehier een stok en nu maar langzaam aan,
dan lukt het heus wel." „Voor mij geen
stok," antwoordde Bader en hij is er, jn
weerwil van onnoemelijke inspanning en
kwelling, door zijn vasthoudendheid in ge
slaagd, verder door het leven te gaan zon
der stok, practisch als gewoon mens. Hij
speelt weer tennis, golft en zwemt. Na uit
de dienst te zijn ontslagen, volgde een moei
lijke periode, doch hij vond voorlopig werk
bij een grote petroleummaatschappij en trad
in het huwelijk.
Toen de tweede wereldoorlog uitbrak,
meldde hij zich meteen, doch men wilde
hem niet laten vliegen. Hij hield vol kreeg
tenslotte toestemming. In verbazingwekkend
korte tijd bracht hij het tot de hoge rang
van „wing commander". Zijn vitaliteit en
minachting van gevaar werkten aanstekelijk.
Maar hij bleek niet alleen een geïnspireerd
leider, de door hem bedachte en aanbevolen
tactiek voor de jachtvliegers vormde een
belangrijke factor bij de overwinning in de
„Battle of Britain".
Toen nadien Engeland in de lucht tot het
offensief overging, werd Bader bij een der
operaties boven Frankrijk neergeschoten.
Binnen een paar dagen was hij bereids door
middel van aaneengeknoopte lakens uit de
derde verdieping van het hospitaal gevlucht.
Daarop bleef hij het „enfant terrible" van
opeenvolgende Duitse gevangenkampen.
Bader verkreeg de hoogste onderscheidin
gen, maar toch liggen zijn allergrootste
verdiensten op een ander terrein dan het
bovengenoemde.
Paul Brickhill, Bader's uiterst bekwame en
bezielde biograaf, is er in geslaagd in zijn
verhaal zo dicht tot zijn object door te
dringen, dat wij haast niet meer merken dat
Bader niet zelf aan het woord is. Zo zullen
de lezers vele weken van nabij de gewel
dige strijd die deze door het ongeluk ge
troffene, met zichzelf uit te vechten heeft
kunnen nagaan. Bovenal komt tot uiting,
wat Bader voor de mensheid gedaan heeft,
inzonderheid voor de lichamelijk misdeelden
door zijn persoonlijk voorbeeld.
Vooral onze vrouwelijke lezers zullen
meeleven met de tijdens de gevangenschap
van Bader eenzaam achtergebleven, maar
toch ook zeer moedige echtgenote.
In enkele tijdschriften werd deze levens
geschiedenis besproken. We zijn er wat
trots op, dat wij U de gehele geschiedenis
kunnen voorleggen. „Een van de meest
fantastische op werkelijkheid berustende
geschiedenissen, die verhaald kunnen wor
den," aldus luidde de conclusie van een der
beoordelaars. Inderdaad, een boeiende ge
schiedenis van personen (zowel Bader als
zijn vrouw zijn nog in leven) die nog steeds
rondreizen om steun te geven aan nog in
ziekenhuizen vertoevende oorlogsslachtof
fers. Een geschiedenis, die, omdat het dus
geen roman is, niet altijd goed uitkomt,
maar die de lezer week in week uit toch zal
boeien en zal doen uitzien naar een volgen
de aflevering.Werkelijk 'n levensecht verhaal
PAK EVEN UW ZAKBOEKJE
ST. ANNALAND
18 jan. Uitvoering „W.H.S."
22 jan.: Vergadering Middenstandver.
25 jan.: Jaarvergadering A.N.A.B.
8 febr.: Feestavond A.N.A.B.
STAVENISSE
30 jan.: Uitvoering van de muziekver.
O.B.K.
(buiten verantwoordelijkheid v. d. redactie)
Geachte redactie,
Als abonnee van de „Eendrachtbode",
heb ik met aandacht de St. Nicolaas-prijs-
vraag Verkeersprijsvraag) gevolgd. Zo ook
dat ik in Uw blad van 4 januari 1957 de
beantwoording van de 20 vragen heb ik ge
lezen. In verband hiermede schrijf ik U bet
volgende.
De beantwoording van vraag 2 is mijns
inzien niet geheel juist. In Uw schrijven las
ik onder andere dat onder de inzenders die
1 fout hadden gemaakt, heel goede oplos
singen zaten, en dat deze inzenders een
foutje hadden gemaakt met de beantwoor
ding van vraag 2 en wel dat ze verschillen
de onderdelen hadden vergeten, die aan een
rijwiel „niet mogen ontbreken".
Gezien die vraag 2, die in uw blad werd
geplaatst en die luidde: „Wat moet altijd in
orde zijn aan je fiets", kan ik mij niet met
het daarop in Uw blad gegeven antwoord
verenigen.
Volgens uw blad moest het antwoord zijn:
„Stuur, bel, rem, wit achterspatbord, voor-
en achterlicht."
Mijns inziens dient een voor- en achter
licht niet altijd aan je rijwiel in orde te zijn,
daar je rijwiel dan alleen maar van een
ontstoken voor- en achterlicht voorzien moet
zijn, wanneer er met het rijwiel wordt ge
reden op een openbare weg en wel op een
tijdstip dat aangemerkt wordt als zijnde
nacht in de zin van het Wegenverkeers
reglement. (Zie Wegenverkeersreglement
artikel 1 onder j „van een half uur na
zonsondergang tot een half uur voor zons
ondergang).
De woorden „altijd in orde zijn" zoals
in vraag 2 omschreven, betreft dus zowel
op de dag als des nachts.
Wanneer je rijwiel op de dag en des
nachts voorzien moest zijn van een voor-
en achterlicht (zonder er dan over te spre
ken of het voor- en achterlicht al dan niet
ontsteken dient te zijn), wat zouden er dan
veel bekeuringen vallen.
Diegenen van de inzenders, die als ant
woord op vraag 2 niet hebben vermeld een
voor- en achterlicht, doch wel een stuur, bel,
rem en wit achterspatbord, hebben mijns
inziens deze vraag goed beantwoord en is,
gezien de gestelde vraag 2, het antwoord
van diegenen die er tevens bij hebben ver
meld een voor- en achterlicht fout, want het
is voor zover bij bekend in geen wet e.g.
reglement verplicht voorgeschreven dat er
altijd een voor- en achterlicht op je fiets
aanwezig moeten zijn, zulks wel in tegen
stelling met een stuur, bel, rem en wit
achterspatbord. (Zie artikel 79 en artikel
84 kolom D onder punt 12 van het We-
geverkeersreglement)
Artikel 84 van het Wegenverkeersregle
ment zegt slechts dat je fiets ten aanzien
van verlichting bij nacht voorzien moet zijn
van een voor- en achterlicht.
Voorts is mijn inzien het op vraag 12
gegeven antwoord niet juist. Er staat name
lijk als antwoord op deze vraag vermeld dat
fietsers op een smalle weg nooit naast
elkaar mogen rijden.
Volgens mij mag dit op een smalle weg
wel, mits zij zoals is voorgeschreven op de
door hen gevolgde rijbanen of paden rechts
houden waarbij zij zich niet verder van de
rechterkant mogen bevinden dan door om
standigheden gerechtvaardigd wordt; zij het
verkeer niet in gevaar brengen of belem
meren;
zij tijdens het voorbijrijden of gaan van op
de weg staande voertuigen, rij- of trek
dieren of vee of voorwerpen op het voor
verkeer uit tegenovergestelde richting be
stemde gedeelte van een weg te komen, in
dien daardoor gevaar of belemmering ont
staat of kan ontstaan voor tegemoetkomend
verkeer of dwarsverkeer.
(Zie artikel 20 en 23 punt 6 van bet
Wegenverkeersreglement)
Tot zover mijn opmerkingen.
Indien mogelijk zou ik gaarne de ziens
wijze van de redactie hierover vernemen.
C. M. IJzerman
Ben Viljoenstraat 9 III
Amsterdam (O).
Antwoord in volgend nummer - red.
Tholen