HET STADHUIS VAN THOLEN. Opening öe piloot zonöeR Benen W. RIKKEN Geef 'sWoensdags Uw advertentie op WARMWATERZAKKEN of kruiken Tobt U nog op een verouderde naaimachine? PFAFF NAAIMACHINEHUIS Coöp* Boerenleenbank Nog is de balans-opruiming NIET VOORBIJ! M. L» PLEUNE Zn. Melkkoeien en Kalfvaarzen STEMMEN VAN LEZERS Voor al Uw Drukwerk fa» DIELEMAN Terwijl er dit jaar behoorlijke voortgang werd gemaakt met restau ratie van het mooie Thoolse stadhuis, terwijl er intern al veel aan gedaan is en het torentje ook uiterlijk in de steigers staat, was de stadsarchivaris de heer G. Stadermann zo vriendelijk voor ons na te speuren wat er van de bouw en verdere geschiedenis bekend is. Het bleek niet veel te zijn. Datgene wat hij ontdekte heeft hij in onderstaand artikel samengevat. Intussen hopen we dat de restauratie zo vlot als het kan zal verlopen (en ongetwijfeld zal het niet die tijd vergen, welke voor de Thoolse kapittelkerk nodig is) opdat het weer spoedig metter daad, het gemeentecentrum wordt, zoals het al de eeuwen door is geweest. In een brief, geschonken door de Hertog Philips van Bourgondië, de Goede, tijdens een verblijf te Roubaix, op 12 september 1452, geeft deze vorst aan die van Tolen, als Graaf van Holland en Zeeland, in erf pacht de molens en maalderijen in Stad en Lande van Tolen en Schakerlo, opdat de bevolking zich enigermate zou kunnen her stellen van de schade, welke de stadsbrand van 16 mei 1452 had teweeg gebracht.1) Bij deze ramp waarbij ter nauwer nood een zesde gedeelte van de stad gespaard bleef, immers „Par feu de meschief, qui se print de la dicte ville la plus grant partie d'icelle ville a été brulée", ging ook ,der Stede Huys" in vlammen op. Ongeveer in het jaar 1460 werd een aanvang gemaakt met de herbouw van een nieuw „scepenhuus", vrijwel zeker opgetrok ken naar de ontwerpen van Andries en An- tonie Keldermans, vader en zoon, verdienste lijk vertegenwoordigers van n wijd vermaar de bouwmeestersfamilie, aanvangend met de grote Mr. Rombout Keldermans, die in 1402 huwde met Elisabeth de Wilde en te samen met haar de stamouders vormde van een bouwmeester- en architectengeslacht, waar aan in Zeeland met Vlaanderen de schoon ste kerkelijke en wereldlijke bouwwerken uit de Zuid- en Noord-Nederlandse laat- gothische periode dankt. 2) Het in de laatste decenniën van deze eeuw snel toenemend verval van het ééns zo schone stadhuis, deed, vóórdat .met de tegenwoordige verbouwing en herstel werd aangevangen, nauwelijks meer denken aan de grote schoonheid, welke het ééns moest hebben bezeten. Het werd opgetrokken in de laat-Go- thische stijl, hier en daar, blijkbaar door aanwijzingen in later tijd, vermengd met sporen van de later gevolgde vroeg-renais- sance bouworde. Het was in de tweede helft en het laatste kwart van de Vijftiende eeuw nog dè bouw trant, óók voor belangrijke wereldlijke ge bouwen. Het „Scepenhuus" bevatte oorspronkelijk een indeling, vrijwel ongewijzigd gebleven tot op onze dagen. Een belangrijk vertrek was voorzeker de raadzaal, waar in oude tijden door de Vroe de Vaderen, toén bestaande uit het college van Schout en Schepenen benevens de Raden over het wel en wee der stad be raadslaagd en beslist werd.3) De zetel van de Magistraat, het hoogste stedelijke bestuurslichaam, was in die tijden der eindigende Middeleeuwen als een ge wijde plaats. Telken jare werd in deze grote vergader zaal op „Sente Servaes-dach", de dertiende mei, ter gelegenheid van het „verzetten van de Wet", zoals de jaarlijkse wisseling van de bestuursfuncties van de Magistaat ge noemd werd, in de vóór-reformatische tijd door de deken of één van de kanunniken van het Khpittel van O. L. Vrouwe, een H. Mis opgedragen ter intentie van de nieuw be- nooemde Stedelijke Regering. We moeten ons voorstellen, hoe de muren van deze zaal met kaarten en schoon be schilderde panelen versierd zijn geweest. In de hal of vóórzaal, gelegen voor de juist genoemde raadzaal spande aanvanke lijk de schepenbank haar Vierschaar. Daar troonden de getabberden, op stadskosten in hun eerbiedwaardig habijt gestoken. Het college werd voorgezeten door de Baljuw. Ook werd in deze voorzaal tot in de 17e eeuw recht gepleegd ten behoeve van de Thoolse poorterschap uit naam van de Grafelijkheid in zaken, de competentie van de Landsheren rakende. De wanden van deze voorzaal werden gesierd door een kaart van de Toolse pol ders, het z.g.n. „Bord van Baljuwage, waarschijnlijk een paneel, waarop de namen van de onderscheiden bekleders van het Baljuwschap waren vereeuwigd, en een schildering van „Het Laatste Oordeel, aan gebracht juist tegenover de zitplaatsen van de Gezworenen der Schepenbank. Dit merk waardig kunstwerk omstreeks het jaar 1495 door de stedelijke Magistraat aangekocht voor de O. L. Vrouwekerk, werd in het begin van deze eeuw, jammer genoeg voor de som van 250,verkocht aan het Rijks museum te Amsterdam. In de raadzaal, waar het tot de tegen woordige verbouwing van het stadhuis te zien was, was een schilderij geplaatst, voorstellendeSalomo's rechtspraak, ver vaardigd door de schilder N. lübersdijk. Wanneer we voor de oostelijk georiën teerd voorgevel van het stadhuis staan vallen ons wel allereerst de ledige nissen op, die, acht in getal, in het metselwerk zijn uitgespaard. Het is wel zeker, dat zij nimmer aan hun eigenlijke bestemming het bescher men van daarin aan te brengen beelden, voldeden. Volgens het oorspdonkelijk bouwplan zouden zij bedoeld zijn geweest voor de beelden van Jan van Beaumont, Maria van Soissons, Jan van Blois, Machteld van Gelre, Guy van Blois, Maria van Vlaanderen, Frank van Borssele en Jacoba van Beieren. Zij hadden de herinnering levend moeten houden van de voornaamste hoogedele Heren en Vrouwen, die in de geschiedenis van Tholen het landsheerlijk bestuur voerden. Wat er voor het overige aan de voorgevel van het stadhuis overgebleven is aan kool- bladmotifversieringen, baldakijnen, pinakels, geprofileerde vensternissen, kruisvensters, rondbogen en driepasvullingen was door de steeds verder vretende verwering van het gesteente nog slechts een povere rest van vroegere glorie. Laten wij slechts hopen, dat het schone stadhuisje en in het bijzonder de prachtige karakteristieke voorgevel daarvan, na res tauratie als de vogel Phoenix", uit de as herrezen, te voorschijn zullen treden. In de reeds genoemde „voorhalle" waren tot de verbouwing „moerbinten" op te merken, van bijzondere schoonheid. Het voorste gedeelte van deze halle wordt be dekt door drie stenen kruisgewelven, afge sloten door een lelie en twee rozetten. Het geheel wordt gedragen door twee kolommen met kapitelen, gesierd door bladornamenten en geplaatst op een rond basement. De vensternissen met stenen zitbanken en luiken met ijzerbeslag zijn nog daar om van de vroegere schoonheid van het bouwwerk te getuigen. Het zeskantig torentje, aan de binnenzijde gesteund door twee gemetselde kolommen was ééns voorzien van een carillon, be staand uit vijftien kleine en drie grote klokken. In 1627 was het gegoten door Michaël Burgerhuys en aanvankelijk bestemd voor de kerktoren, maar later daaruit ge, nomen en in het stadhuistorentje geplaatst. Het stadhuis was evenzo voorzien van een luiklokje. In 1458 gegoten en dat moest kleppen bij onraad en gevaar. De speeltrommel van het carillon dagte kende uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Lange jaren evenwel was het carillon defect tot het in het begin van de 20ste eeuw gerestaureerd, weer vrolijk zijn klanken over Tolen kon doen horen. Maar thans zijn de klokken al weer reeds vele jaren verstomd en uit de toren verdwenen. Wc kunnen slechts hopen, dat het mogelijk zal blijken, bij al het restauratie- en herstel werk, ook de vergane glorie van het klok kenspel weer tot nieuw leven te wekken. Een carillon, zij het bescheiden van omvang, zou een schone bekroning zijn van de tegen woordige restauratie. De ons gebleven archiefbronnen leveren ons overigens bitter weinig gegevens over de eigenlijke geschiedenis en lotgevallen van het stadhuis. Uit een gedrukte bron moge blijken, dat de bouw van het geheel om en nabij 1758 belangrijk gewijzigd, herzien en hersteld werd, uit de stadsrekeningen van die tijd, welke in eerste instantie over die bouw en dat herstel uitvoerige gegevens zouden moe ten bevatten, blijkt hiervan nagenoeg niets. Zo lezen wij b.v. in de stadsrekening 1758/59 4) „Aan B. Huyzers een somma van 23- Vls, wegens arbeydsloonen, aan de wind molen, nieuwe pomp en puye van het stad- huys, volgens ordonnantie, specificatie en quitantie 23,0,0 Dit is wel een vrij hoge post, maar in dit bedrag zijn, zoals blijkt, ook andere gelden begrepen, geen betrekking hebbende op voorzieningen aan en verbouwing van het stadhuis. Kleine bedragen voor het versteken van het klokkespel en voor, b.v., het schoon houden van het stadhuis staan wèl geno teerd en keren jaarlijks terug. Maar het is mogelijk, dat bij de grondige wijziging en verbouwing in de 18e eeuw een afzonder lijke rekening en verantwoording is afge legd en dat deze rekening of deze rekeningen niet in het stadsarchief werden gedeponeerd. In elk geval is van dergelijke rekeningen heden niets te bespeuren. De jaarlijks in de rekeningen weerkerende aanzienlijke bedragen voor leveranties aan kalk, schaliën, houtwerk, spijkers en het vervaardigen en herstellen van ijzerwerk, kunnen o.m. verband houden met de wijzi gingen in de vijftiger jaren van de 18e eeuw aangebracht, maar waar zij globaal vermeld worden en nergens vermeld staat, dat zij gedaan zijn ten behoeve van het herstel van het stadhuis, is dit allerminst zeker. Van de toestand en het aanzien van het gebouw rond de periode 1753/58 geeft de beschrijving, opgenomen in de „Tegen woordige Staat van Alle Volkeren" ten minste een duidelijk beeld. 5) Wij lazen er„Onder de Openbaare Gebouwen van Tholen geeven wij den voorrang aan 't Stadhuis. Dit is een oud en niet onaanzienlijk Gebouw van witten Ar duinsteen. Het staat op de Hoogstraat, al- waer voor hetzelve een klein vierkant plein is. eertijds de Beurs genaamd. Men plagt weleer agter uit te gaan door een gang, naar een plaats op de Groote Markt, alwaar toen de Misdaadigers wegens den Geregte openlijk gestraft werden. Tegenwoordig wordt de Executie op het vermelde Plein voor het stadhuis gedaan. Op de trap van de Puie, welke naar dat Plein uitsteekt staan vier Leeuwen, houdende de één het wapen der Staten van Zeeland, de ander dat van Zijne Hoogheid den Heere Prince van Oranje, een derde dat van de stad en de vierde het Wapen van den Am- bagte van Schakerlooo. Boven op den Voorgevel staan ook vier Steenen Leeuwen. Het stadhuis heeft vier verdiepingen. Men gaat ter wederzijde van de Puie met vier trappen op en ingaande komt men eerst in de Vierschaar, dan regt voortgaande in de Kamer van Politie of Raadkamer. Van de zijde kan men hieruit tot in de Wees kamer opgaan. Buiten deze vertrekken zijn er nog eenigen in 't Stadhuis, die aan Conchierge worden gegeven te bewonen. Onlangs heeft men het Gebouw merkelijk verbeterd (d.i. vóór 1753 reeds). Boven op hetzelve is een Tooren met een fraaie spits, hebbende een slaande Uurwerk en Klokkenspel. En met deze toch altijd nog zéér summiere beschrijving zullen wij tevreden moeten zijn. .Het stadsbeulszwaard, vervaardigd in de tweede helft van de 16e eeuw, met een door Johannes Wundes uit Solingen bewerkte knop, en de roede van Justitie, beide nog op het stadhuis bewaard hoeden wellicht menig belangrijk geheim en waren in langvervlogen jaren en eeuwen de stille getuigen van ongetwijfeld belangrijke momenten in de ge schiedenis van de oude „Stadshalle", waar over de stedelijke archieven ons helaas niet meer kunnen inlichten. G. Stadermann Stadsarchivaris. 3) Regentenlijst v. Tolen door G. Sta dermann, Nr. 33. 2) Voorlopige lijst der Nederlandse Mo numenten van Geschiedenis en Kunst, Bladz. 23([ Passim 3) C. Hollestelle, „Het Huis Oud en Nieuw, 1908, Bladz. 149 v.v. 4) Beschr. Voorl. Inv. nr. 242. 5) Tegenwoordige Staat van alle Volke ren, 1753, Deel XX. Bladz. 81, 82. F.A-M. STOFZUIGERS zijn de beste en voordeligste in gebruik en kosten slechts 115.met onverwoestbare motor die de grootste zuig kracht heeft en 8 hulpstukken en ruime garantie. De fabriek maakt ook groter en luxe modellen in prijzen van 135, 148.en 168.maar hebben deze alle dezelfde onver woestbare motor en kan U die overbodige Luxe belangrijk bedrag besparen naar eigen verkiezing 20.33.— of zelfs 53.Zou U dan v^n dat uitgespaarde bedrag niet een gedeelte kunnen geven aan dat door COMMU NISME verdrukte volk in Hongarije en zullen wij van onze winst tevens op Giro 777 of 888 bijstorten waarvan wij de Girostrook zullen inzenden. Leest, voor U wat geeft Jacobus II, vooral de verzen 14 en 15 dan geeft u met milde hand. F.A.M. SNELWASSER 176. Rond model wit geëmailleerd. Vierkant model 193.50. Idem met tijdklok 213,De grijs ge mailleerde kuip heeft een inhoud van 55 liter allen met onverwoestbare motor die de fabriek zelf maakt. Zuinig in gebruik slechts 4 cent per uur bij een kilowatprijs van 20 ct. De Pulsator is gemaakt van messing daarna vernikkeld en hard verchroomd en is tevens spiegelglad waardoor het wasgoed niet beschadigen kan. In de Pulsator zitten kleine gaatjes die waterkolommen uit spuiten tegen het wasgoed. Tevens levert de fabriek een SNELDROGER VOOR 208,50 met de grootste inhoud wit geëmailleerd. Mevrouw Brinkman uit Giesendam deelde ons mede dat zij 4 jaar verschillende wasmachines heeft gehuurd van de beste merken, maar alleen een F.A.M. wilde hebben en geen andere meer Dat zijn bewijzen uit de praktijk die geen commentaar verder be hoeven. Wij hebben ook „CORDES" WASMACHINES, het beste duitse fabrikaat die wij al honderden hebben verkocht sinds 60 jaar en nimmer klachten van hebben ontvangen zelfs van wasmachines die 30 en 40 jaar in gebruik zijn. Wij hebben deze voorradig met houten kuip of metalen machines in alle uitvoeringen met en zonder Elektrische wringer ACME Engels fabrikaat, die ook eerste klas is. U komt meer eens kijken en kan de machines en stofzuigers op proef krijgen zonder de minste verplichting tot kopen. M. M. C. HAAIJER, THOLEN, Tel. 7. OPRUIMING van verschillende goederen die wij tegen extra prijzen verkopen. HAARDEN „E.M. JAARSMA" - INVENTA - VULKACHELS „BECKING EN BONGERS" vierkant en ovaal model zonder gebreken. KEUKENFORNUIZEN wit email met en zonder circulatie in prima staat. HANDNAAIMACHINES alle met kast fabrikaat „HAID 6 NEC" „KAYSER„SINGER" enz. met 5 jaar garantie. SALONKASTEN en INLAATTAFELS tegen extra prijzen geheel nieuw en kan daar de bovenkop van uw machine op gezet worden, waarmede wij ons ook belasten. Tevens 6 nieuwe kleermakersmachines „SUCCES" Snelnaaiers met grote tafel tegen extra prijzen. Wij hebben ook elektrische Motoren los te koop van Hillman uit Londen rechtstreekse import en ook Japanse die goed zijn. BONTMANTELS voor een vierde van de prijs zowel korte als lange, zwart bruin etc. zonder gebreken van 45. tot 95.netto contant. DUITS ORGEL met 11 registers, fabrikant Mentzer Leipzig, eiken zonder gebreken en geen wormgaten in het hout. Tevens een „ERRES" Wasmachine met nieuwe kuip en prima motor, inhoud 85 1. 1 KINDERWAGEN MUTSAERTS fabrikaat slechts enkele malen in gebruik tegen extra prijs en heeft 146,50 gekost nu voor iets meer dan de helft. RADIO's nog verschillende soorten PHILIPS en „ERRES" enz. in prijzen vanaf 65.Spelen best en worden onder garantie verkocht. U komt maar eens kijken want dat kost niets en garanderen alle goederen Tevens nog een eiken DRESSOIR 130 cm breed met opzet en gebogen poten. Aanbevelend M. M. C. HAAIJER, Tholen Als ze nodig zijn, wilt U ze in huis hebben. Koop er daarom nu een bij G. HEIJBOER - Drogisterij ST. ANNALAND 1Slaat Uw oude naaimachine steken over Dan heeft U geen houdbare naad. 2. Breekt bij Uw oude machine de draad Dat is tijdrovend en geeft een lelijk stiksel. 3. Gaat er veel te weinig garen op Uw spoel- klosje 2 Bij de Pfaff heeft U daar geen last van. 4. Kunt U dikke en dunne stoffen met even groot gemak naaien De Pfaff doet het spelenderwijs. 5. Moet U zelf nog de draad in de naald steken 2 De Pfaff doet dat automatisch. 6. Heeft U bij het naaien van tricot last van knappende draden 2 Met de elastische zigzagsteek van de Pfaff kan U dat niet gebeuren. 7. Breekt Uw oude machine vaak naalden 2 Dat beschadigt Uw naaigoed en kost U onnodig geld. 8. Durft U niet met rimpel-elastiek te naaien 2 Doe het gerust, als U een Pfaff bezit. 9. Gaat Uw oude machine rammelend en zwaar 2 De Pfaff loopt geruisloos en spelend licht. 10. Heeft U dikwijls reparatiekosten 2 Een Pfaff geeft U de zorgeloze vreugde van een ongestoord bezit. Tob niet langer. Ruil Uw oude naaimachine in. Schaf U de moderne Pfaff aan Kortemeestr. 17 Bergen op Zoom Tel. 688 te ST. ANNALAND BIJSCHRIJVING van rente en'of controle op de spaarboekjes zal plaats hebben op i MAANDAG 14 JANUARI 1957 van 912, van 25 en van 69 uuri DINSDAG 15 JANUARI 1957 van 912, van 25 en van 6—9 uur: WOENSDAG 16 JANUARI 1957 van 25 uur. Zoals gewoonlijk ontvangt elke spaarder nog een nader oproepingsbericht. Tijdens genoemde uren kunnen geen andere bank zaken worden verricht. Vanaf WOENSDAG is ons kantoor weer op de normale uren geopend. Een kleine opqave van onze koopjes volqt DAMES en HERENCONFEKTIE 10—50 KORTING KINDERMANTELS vanaf 12.75 LAKENS zware graslinnen 180 X 235 7.50 160 X 235 6.50 FLANELLEN LAKENS wit 7.95 VITRAGE van 65 ct per meter SPORTKOUSEN alle maten 1.25 Uitgebreide sortering SCHORTEN vanaf 2.95 B. H. vanaf 1.75 KOOPJESKOOPJES TEXTIEL MEUBELEN Haven A 162 Kaaistraat 212 ST. MAARTENSDIJK TE KOOP LEO VAN VOSSEN Oud -Vossemeer Tel, 71 SPIERINKJES BIEDT ZICH aan op Eiland Tholen Lock of Walsmachi- nist. Te bevragen bij J. Vos hol, Molenstraat 5, Poortvliet. TE KOOP wit hooi te bevra gen bij J. Oudesluijs, tel. 82 Molendijk, St. Maartensdijk. DEZE WEEK: 150 gr lever kaas voor 60 ct. 100 gr ham en 100 gr boterhamworst voor 95 cent. Slagerij M. v. d. Eijk Tholen. Op 15 JANUARI a.s. hoopt de Edelachtbare heer A. SLUIJMERS, burgemeester te Stavenisse, ons NIEUW BEDRIJFSPAND te openen. Gedurende deze dag wordt de gelegenheid geboden tot bezichtiging van de STUDEBAEKER, HILLMAN, HILLMAN HUSKY AUTOMOBIELEN en de VOLVO LANDBOUWTRACTOR. Wij zullen U gaarne volledig voorlichting geven en zien Uw bezoek met belangstelling tegemoet. Hoogachtend, GARAGE MOL KERKSTRAAT 4—8 TEL. 42 STAVENISSE TE KOOP gevraagd grote en kleine partijen slachtkippen A. C. de Koning, Wouwseweg Bergen op Zoom, tel. 1409 of stuur briefkaart. Vorige week hebben we er de aandacht op gevestigd, dat we doende waren een nieuw vervolgverhaal te bemachtigen, dat voor de uitgave als de onze iets bijzonders zou zijn. Tot ons genoegen kunnen we de lezers meedelen, dat we in onze pogingen zijn geslaagd zij het dan na veel heen en weer geschrijf en nadat we meer dan be hoorlijk „over de Ë'rug zijn gekomen." We zullen U niet langer nieuwschierig laten en meedelen, dat met ingang van volgend num mer ons nieuw vervolgverhaal beignt met als titel „Dan maar zo". Velen zal hte wat duidelijker worden, wanneer we hier aan toevoegen, dat onder deze titel door Paul Brickhill de levensgeschiedenis van Douglas Bader, de Engelse piloot zonder benen is geschreven. Dit is de geschiedenis van een man, Douglas Bader, wiens naam niet alleen in Groot Brittanië, maar even zeer over de gehele wereld, een haast le gendarische faam heeft verkregen. Waartoe alle reden is. Reeds in zijn jonge jaren blonk Bader uit als een groot sportman, zowel technisch wat de diverse sporten aangaat, waarin hij meester was: rugby, cricket, hockey, enz. als door zijn ontembare moed, strijdlust en doorzettingsvermogen. Genoemde eigenschappen deden hem ech ter de geweldige vlieger worden, die de tienduizenden toeschouwers op het jaarlijkse vliegfeest in Hendon in vervoering bracht. Toen voltrok zich de grote tragedie in zijn leven. Geprikkeld door de uitdagingen van jeugdige collega's, die plagenderwijs zijn moed in twijfel trokken, liet hij zich verleiden tot een te gewaagde stunt. Zijn vliegtuig stortte neer. Bader werd zwaar gewond uit het wrak gehaald. Zijn beide benen moesten worden afgezet. Voor ieder ander had dit het einde van diens vliegercarrière betekend. Niet echter voor Bader De uitdaging welke een aan tal onbezonnen lieden- hem stelde had hij, en met welk een noodlottige gevolgen, aan vaard; de handschoen welke het leven hem toewierp de opdracht om er niettegen staande geweldige hinderpalen die hem wachtten toch verder van te maken wat er van te maken viel heeft hij opgenomen en van de grove, de ruwe vuist slechts be dekkende lap stof omgevormd tot het edele stuk handwerk waarmede de middeleeuwse 'tournooiridder ten strijd trok. Wat Bader door zijn bovenmenselijke wilskracht en doorzettingsvermogen bereikt heeft, vervult ons met eerbied en bewonde ring. „Zie zo", zeiden de doctoren, nadat hem een paar kunstbenen verschaft was, „ziehier een stok en nu maar langzaam aan, dan lukt het heus wel." „Voor mij geen stok," antwoordde Bader en hij is er, jn weerwil van onnoemelijke inspanning en kwelling, door zijn vasthoudendheid in ge slaagd, verder door het leven te gaan zon der stok, practisch als gewoon mens. Hij speelt weer tennis, golft en zwemt. Na uit de dienst te zijn ontslagen, volgde een moei lijke periode, doch hij vond voorlopig werk bij een grote petroleummaatschappij en trad in het huwelijk. Toen de tweede wereldoorlog uitbrak, meldde hij zich meteen, doch men wilde hem niet laten vliegen. Hij hield vol kreeg tenslotte toestemming. In verbazingwekkend korte tijd bracht hij het tot de hoge rang van „wing commander". Zijn vitaliteit en minachting van gevaar werkten aanstekelijk. Maar hij bleek niet alleen een geïnspireerd leider, de door hem bedachte en aanbevolen tactiek voor de jachtvliegers vormde een belangrijke factor bij de overwinning in de „Battle of Britain". Toen nadien Engeland in de lucht tot het offensief overging, werd Bader bij een der operaties boven Frankrijk neergeschoten. Binnen een paar dagen was hij bereids door middel van aaneengeknoopte lakens uit de derde verdieping van het hospitaal gevlucht. Daarop bleef hij het „enfant terrible" van opeenvolgende Duitse gevangenkampen. Bader verkreeg de hoogste onderscheidin gen, maar toch liggen zijn allergrootste verdiensten op een ander terrein dan het bovengenoemde. Paul Brickhill, Bader's uiterst bekwame en bezielde biograaf, is er in geslaagd in zijn verhaal zo dicht tot zijn object door te dringen, dat wij haast niet meer merken dat Bader niet zelf aan het woord is. Zo zullen de lezers vele weken van nabij de gewel dige strijd die deze door het ongeluk ge troffene, met zichzelf uit te vechten heeft kunnen nagaan. Bovenal komt tot uiting, wat Bader voor de mensheid gedaan heeft, inzonderheid voor de lichamelijk misdeelden door zijn persoonlijk voorbeeld. Vooral onze vrouwelijke lezers zullen meeleven met de tijdens de gevangenschap van Bader eenzaam achtergebleven, maar toch ook zeer moedige echtgenote. In enkele tijdschriften werd deze levens geschiedenis besproken. We zijn er wat trots op, dat wij U de gehele geschiedenis kunnen voorleggen. „Een van de meest fantastische op werkelijkheid berustende geschiedenissen, die verhaald kunnen wor den," aldus luidde de conclusie van een der beoordelaars. Inderdaad, een boeiende ge schiedenis van personen (zowel Bader als zijn vrouw zijn nog in leven) die nog steeds rondreizen om steun te geven aan nog in ziekenhuizen vertoevende oorlogsslachtof fers. Een geschiedenis, die, omdat het dus geen roman is, niet altijd goed uitkomt, maar die de lezer week in week uit toch zal boeien en zal doen uitzien naar een volgen de aflevering.Werkelijk 'n levensecht verhaal PAK EVEN UW ZAKBOEKJE ST. ANNALAND 18 jan. Uitvoering „W.H.S." 22 jan.: Vergadering Middenstandver. 25 jan.: Jaarvergadering A.N.A.B. 8 febr.: Feestavond A.N.A.B. STAVENISSE 30 jan.: Uitvoering van de muziekver. O.B.K. (buiten verantwoordelijkheid v. d. redactie) Geachte redactie, Als abonnee van de „Eendrachtbode", heb ik met aandacht de St. Nicolaas-prijs- vraag Verkeersprijsvraag) gevolgd. Zo ook dat ik in Uw blad van 4 januari 1957 de beantwoording van de 20 vragen heb ik ge lezen. In verband hiermede schrijf ik U bet volgende. De beantwoording van vraag 2 is mijns inzien niet geheel juist. In Uw schrijven las ik onder andere dat onder de inzenders die 1 fout hadden gemaakt, heel goede oplos singen zaten, en dat deze inzenders een foutje hadden gemaakt met de beantwoor ding van vraag 2 en wel dat ze verschillen de onderdelen hadden vergeten, die aan een rijwiel „niet mogen ontbreken". Gezien die vraag 2, die in uw blad werd geplaatst en die luidde: „Wat moet altijd in orde zijn aan je fiets", kan ik mij niet met het daarop in Uw blad gegeven antwoord verenigen. Volgens uw blad moest het antwoord zijn: „Stuur, bel, rem, wit achterspatbord, voor- en achterlicht." Mijns inziens dient een voor- en achter licht niet altijd aan je rijwiel in orde te zijn, daar je rijwiel dan alleen maar van een ontstoken voor- en achterlicht voorzien moet zijn, wanneer er met het rijwiel wordt ge reden op een openbare weg en wel op een tijdstip dat aangemerkt wordt als zijnde nacht in de zin van het Wegenverkeers reglement. (Zie Wegenverkeersreglement artikel 1 onder j „van een half uur na zonsondergang tot een half uur voor zons ondergang). De woorden „altijd in orde zijn" zoals in vraag 2 omschreven, betreft dus zowel op de dag als des nachts. Wanneer je rijwiel op de dag en des nachts voorzien moest zijn van een voor- en achterlicht (zonder er dan over te spre ken of het voor- en achterlicht al dan niet ontsteken dient te zijn), wat zouden er dan veel bekeuringen vallen. Diegenen van de inzenders, die als ant woord op vraag 2 niet hebben vermeld een voor- en achterlicht, doch wel een stuur, bel, rem en wit achterspatbord, hebben mijns inziens deze vraag goed beantwoord en is, gezien de gestelde vraag 2, het antwoord van diegenen die er tevens bij hebben ver meld een voor- en achterlicht fout, want het is voor zover bij bekend in geen wet e.g. reglement verplicht voorgeschreven dat er altijd een voor- en achterlicht op je fiets aanwezig moeten zijn, zulks wel in tegen stelling met een stuur, bel, rem en wit achterspatbord. (Zie artikel 79 en artikel 84 kolom D onder punt 12 van het We- geverkeersreglement) Artikel 84 van het Wegenverkeersregle ment zegt slechts dat je fiets ten aanzien van verlichting bij nacht voorzien moet zijn van een voor- en achterlicht. Voorts is mijn inzien het op vraag 12 gegeven antwoord niet juist. Er staat name lijk als antwoord op deze vraag vermeld dat fietsers op een smalle weg nooit naast elkaar mogen rijden. Volgens mij mag dit op een smalle weg wel, mits zij zoals is voorgeschreven op de door hen gevolgde rijbanen of paden rechts houden waarbij zij zich niet verder van de rechterkant mogen bevinden dan door om standigheden gerechtvaardigd wordt; zij het verkeer niet in gevaar brengen of belem meren; zij tijdens het voorbijrijden of gaan van op de weg staande voertuigen, rij- of trek dieren of vee of voorwerpen op het voor verkeer uit tegenovergestelde richting be stemde gedeelte van een weg te komen, in dien daardoor gevaar of belemmering ont staat of kan ontstaan voor tegemoetkomend verkeer of dwarsverkeer. (Zie artikel 20 en 23 punt 6 van bet Wegenverkeersreglement) Tot zover mijn opmerkingen. Indien mogelijk zou ik gaarne de ziens wijze van de redactie hierover vernemen. C. M. IJzerman Ben Viljoenstraat 9 III Amsterdam (O). Antwoord in volgend nummer - red. Tholen

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1957 | | pagina 3