nt ieder
WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND
waarin opgenomen DE THOOLSE courant
Industrie-voorkeur
naaimachine
w. rikken
VERSCHIJ
I I
VRIJDAG
I I
I
Wat brengt ons 1 januari de
ouderdomswet
Nieuwkerk's banketfabriek te Poortvliet
gaat uitbreiden.
COMMENTAAR.
Samenvatting van ingewikkelde zaak
De redactie legt IX in deze pagina's voort
Na anderhalf jaar flink afzetgebied, goede
produktie, behoorlijke uitkomsten.
Tob niet langer met Uw oude machine. WIJ RUILEN ALLE MERKEN IN!
PFAFF NAAIMACHINEHUIS
12? jaargang no. 21
6 april 1956
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur ln Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
Er is het woord hoogconjunctuur. Voor
enkele jaren een nog onbekend woord. Nu
reeds algemeen ingeburgerd. Het is als het
sleutelwoord uit een puzzle: als men het
eenmaal heeft komt er een rits andere woor
den als vanzelf in het brein omhoog. Zoals
bij het woord crisis begrippen horen als
aanpassing, devaluatie en werkloosheid en
zoals (nog maar enkele jaren geleden) aan
het woord betalingsbalans automatisch maat
regelen werden gekoppeld als consumptie
beperking, investeringsbeperking, loonronde,
prijzenspiraal en zo voort, zo komen bij dat
woord hoogconjunctuur begrippen als wel
vaart, welvaartsloonronde, winstdeling en
ook arbeidersschaarste.
Hoogconjunctuur, een merkwaardig
woord voor een merkwaardig, haast on
grijpbaar begrip. Om er niet te diep op in
te gaan volstaan we maar met de simpele
verklaring, dat in een tijd van hoogcon
junctuur ieder die werken wil, ook kan
werken. Binnenland en buitenland nemen
vlot op wat geproduceerd wordt, want er
is koopkracht, je kunt er overal mee te
recht. De roep om arbeidskrachten in be
drijven en werkplaatsen, op kantoren en in
winkels, is zo algemeen geworden, dat het
arbeidsproces zich thans in een nieuwe en
eigenlijk ongekende gedaante voordoet. Al
les is veranderd: de mentaliteit van de werk
nemer, de verhoudingen tussen hem en de
werkgever, de beschouwingen en meningen
over de arbeid zelf. Het lijkt niet meer op
de vooroorlogse toestand, noch minder op de
tragische periode van werkloosheid en crisis.
Hoogconjunctuur, het kan niet op, zelfs
niet met de arbeid. En de consequentie er
van is een overspannen arbeidsmarkt, Geen
sociale overwinning, maar een tijdsverschijn
sel.
En het werknemerstekort, waardoor tal
van bedrijven groot en klein, zijn gehandi
capt, brengt tevens een ongewoon groot
verloop onder de werknemers mee. Al te
gemakkelijk wordt nu een betrekking opge
zegd om een of andere reden en dit vérloop
betekent verzwakking van de bedrijven. Ook
het woningvraagstuk draagt bij tot dit ver
loop.
De roep om arbeidskrachten is ook door
gedrongen tot ons overigens vrij rustige
eiland Tholen en St. Filipsland. De roep om
werknemers door de industrie-centra. Zo is
het al enige tijd. En het is er niet bij ge
bleven. Een schreeuwend tekort is er in vele
fabrieken vooral aan vrouwelijke werkne
mers. Immers, de kantoren zijn ook uitge
breid: banken administratiekantoren, restau
rants, enz. Veelal voor de meisjes aantrek
kelijker werk dan in de fabriek. En in die
fabrieken waar speciaal werk voor meisjes
is denk vooral aan inpakwerk is het
schreeuwend tekort nog groter dan in fa
brieken waar het om mannen te doen is.
Zodat enkele fabrieken zelfs hun oog
hebben laten vallen op de mogelijkheden in
ons eiland. Daarom schreven we vorige
week in een commentaar, dat ons eiland
zo langzamerhand ook industrie-rijp gaat
worden. De oorzaak is na bovenstaande
niet ver te zoeken. Aan de ene kant een
verdere mechanisatie in de landbouw, aan
de andere kant een groot arbeidstekort in
de industrie-centra. En daarboven het alles
overheersende woord: hoogconjunctuur.
Men probeert een aantal arbeiders naar
de fabrieken te krijgen. Vrij vervoer, goed
loon, sociale voorzieningen, en nog meer
verlokkingen plus het voornaamste feit, dat
men ter plaatse niet altijd werk heeft, doen
velen de geboden kans aangrijpen. De fa
briek kan nog altijd beter de extra vervoers
kosten maken dan een bedrijf gaan ver
plaatsen.
Dat is ongetwijfeld de gedachte van het
merendeel der industriën. Bovendien is er
maar één kans op de honderd dat een tijd
van hoogconjunctuur zoals de huidige blij
vend is. Maar er zijn er ook, die overwegen
om een gedeelte van hun bedrijf naar die
streken te brengen waar nog werkvolk te
krijgen is. Zie de verschillende vestigingen
van Philips, zie ook diverse anderen, die
elders een nevenbedrijf neerzetten, of een
gedeelte van hun fabricage naar elders
overplaatsen. Dit alles is veelal door de
nood geboren. Zo willen we in de eerste
instantie ook de industrievestiging, of liever,
de inpakateliers in Tholen zien. Door het
gebrek aan werkkrachten trachten de onder
nemers elders een gedeelte van hun produkt
afgewerkt te krijgen. En bovendien worden 't
nog werkgelegenheden, zoals in Tholen,
waarvoor practisch alleen vrouwelijke ar
beidskrachten nodig zijn. Dat is op zich
zelf niet aantrekkelijk. In feite zitten we ook
reeds met een tekort aan vrouwelijk (dienst)
personeel. Deze ateliers zouden in zekere
zin de toestand dus alleen maar kunnen
verergeren. Onder meer voor de mosselin
dustrie, waar ook altijd meisjes werken.
Bovendien zit er in deze vestigingen ook
nog wel het gevaar, dat ze verdwijnen,
wanneer de hoogconjunctuur voorbij is. In
een tijd dus, dat werkgelegenheid het
meest nodig is. En toch zien we in deze
proefnemingen, toch zien we in de vesti
gingen zoals in Tholen een zekere good
will liggen voor ons eiland.
Het onder de aandacht brengen van de
mogelijkheden op ons eiland. Het kennisma
ken met de arbeidsrust en arbeidslust, die
er hier toch altijd nog in grote mate bestaat.
Waarom we hopen, dat de komende proef
nemingen inderdaad zullen slagen. Maar
in de tweede plaats, dat hierdoor tevens de
weg gebaand wordt, door deze aandacht
vestiging, door deze goodwill, voor meerdere
werkgelegenheid voor het mannelijk deel.
En daarmee komen we aan de uitgesproken
wens van een der thoolse raadsleden, nl.
dat het een volgend maal industrie zal wor
den voor mannen. Ja, willen we zelfs nog
een stapje verder gaan. Nu ons eiland indu
strie-rijp gezien mag worden, nu er in feite
reeds mogelijkheden genoeg zijn voor meis
jes, mogen de gemeentebesturen bij de aan
vragen reeds kieskeuriger worden. Moet,
zeker als de mogelijkheid in Sint-Maartens
dijk werkelijkheid wordt, vastgesteld worden
dat we voor vestiging van vrouwelijke werk
gelegenheid ons gerust eyen mogen beden
ken.
Zijn we reeds zover, dat we mogen ko
men tot industrie-voorkeur. Het is niet
zeker, dat er voor één onzer gemeenten
ooit die keuze komt. Maar dat is nog geen
reden om alles te accepteren wat wordt
aangeboden, indien daarmee de werkgele
genheid, de gemeente niet gebaat is. Dan
zouden we ons blind staren op industrie.
Als agrarisch eiland dienen we de landbouw
niet op de tweede plaats te zetten. Als
zich hier eens een industrie zou vestigen,
die 500 mensen kon gebruiken, zouden we
misschien nog meer met de handen in het
haar zitten, dan nu met ons arbeidsover-
schot. Maar van groot belang zou wel
zijn, wanneer er in een vier of vijftal, des
noods iedere gemeente van onze eilanden
een kleine industrie kon worden gevestigd,
die aan een 50 personen werk bood en vat
baar bleek voor geleidelijke uitbreiding.
Daaraan zal wel iedere gemeente de voor
keur willen geven. Die kans wordt groter
naarmate de aandacht voor ons eiland toe
neemt. Moeten we geduldig op zo'n kans
wachten. Of moeten we er zelf op uittrek
ken. Nog beter, de mogelijkheden die er
in eigen streek kunnen bestaan, opzoeken en
steunen? Dat is een onderwerp op zich
zelf. Waarom we het dan ook liever bewa
ren tot volgende week. En ditmaal eindigen
met vast te stellen, dat men bij het „in
dustrie-rijp" zijn direct komt tot „industrie
voorkeur", in de hoop dat het uiteraard
geen industrie-fiasco wordt.
(Van onze parlementaire redacteur)
Nu de Tweede Kamer het wetsontwerp
„ouderdomswet" heeft aanvaard en nu ook
wel te verwachten is, dat de Eerste Kamer,
dit goede voorbeeld zal volgen, zodat de
definitieve ouderdomsverzekering inderdaad
op 1 januari a.s. kan ingaan, verdient het
aanbeveling een overzicht te geven van de
stand van de zaken.
De Tweede Kamer heeft aan de opzet
van de wet niet getornd. Iedereen van 65
jaar en ouder krijgt dus een ouderdoms
pensioen. Gehuwden: 1338.per jaar, on
gehuwden: 804.per jaar. Stijgen de
lonen met 3% dan gaan deze bedragen
eveneens omhoog. Er zal een premie betaald
moeten worden van 6J4 a 7%, welke door
een loonsverhoging wordt gecompenseerd.
Deze premie wordt via de belasting geind.
Zelfstandigen met een inkomen van minder
dan 1600 (voor ongehuwden) ƒ2100
(voor gehuwden) betalen geen premie.
Maximaal zal de premie geheven worden
over een inkomen van 6000. De premie
betaling begint op 15 jarige leeftijd.
DE AANPASSING
Dit is het principe der wet. Krijgt ieder
een nu dit bodempensioen boven zijn nor
male pensioen? Dit is in vele gevallen zeker
niet het geval. Door het aangenomen amen
dement Van Lier is echter bepaald, dat
20% van het bodempensiocn nooit gekort
mag worden. In cijfers gehuwden kunnen
dus in ieder geval rekenen op een bedrag
op een bedrag van 161. Dit zal stellig
ook gaan gelden voor de overheidspen-
sioenen, hoewel het desbetreffende wetsont
werp nog niet is aangenomen.
Niet minder dan 80% van de pensioen
regelingen is na de oorlog tot stand geko
men. Men kan bijna veilig aannemen dat
in deze pensioenregelingen een bepaling is
opgenomen over een eventuele aanpassing.
In deze gevallen zijn de pensioenfondsen dus
gerechtigd het gewone pensioen met het
Sodempensioen te korten. Het gaat hier om
bedrijfs- en ondernemingspensioenfondsen.
Onder een bedrijfspensioenfonds verstaat
men een fonds van een bedrijfstak. Deze
fondsen moeten goedgekeurd zijn, terwijl de
besturen zijn samengesteld uit een gelijk
aantal vertegenwoordigers van de werkge
vers en de werknemers.
KORTING
Een bedrijfs- of ondernemingspensioen
fonds, dat een aanpassingsregeling kent, kan
korten. Kennen deze fondsen een dgl. bepa
ling niet, dan kunnen zij toch aanpassen.
Ook wat betreft de pensioenrechten, die
reeds zijn opgebouwd. In dit verband is de
heer De Kort met zijn amendement geko
men, waardoor is bepaald, dat bij veertig
dienstjaren niet meer dan 60% mag worden
gekort. Per dienstjaar voor het gewone pen
sioen mag nl. 1 Yi% per jaar gekort worden
Dit amendement slaat dus alleen op fond
sen, die nog geen aanpassingsregeling bezit
ten. Tot de dag waarop de wet in het staats-
van 268 boven hun pensioen, ongehuwden blad verschijnt kunnen de bdrijfs- en on
dernemingspensioenfondsen proberen alsnog
een aanpassingsregeling in de statuten en
reglementen op te nemen. Daarna zijn zij
gebonden aan het amendement De Kort.
De hier bedoelde aanpassingsregeling geldt
niet voor pensioenen, die met overheids-
pensioenen zijn gelijk te stellen. Voor de
overheidspensioenen is nl. een aparte rege
ling te verwachten, die tevens een verbe
tering zal zijn. Het wetsontwerp daarover
moet nog ingediend worden.
Nu de mogelijkheid tot aanpassing is
gegeven, wordt door de wet ook onmogelijk
gemaakt, dat een verzekerde zich tot de
rechter kan wenden om de aanpassing onge
daan te maken.
POLISSEN
Naast de bedrijfs- en ondernemingspen
sioenfondsen heeft men ook het stelsel van
de polis. Dit zijn vaak de gevallen waarin
werkgevers en werknemers samen de pen
sioenpremie betalen aan een verzekerings
maatschappij. Deze polissen zullen niet wor
den aangepast voor de pensioenrechten, die
reeds zijn opgebouwd. Alleen voor de ko
mende jaren zal men een regeling kunnen
maken om het pensioen te korten met een
deel (ten hoogste 80%) van het bodem
pensioen. Particuliere verzekeringen, bijv.
lijfrenten, kunnen uiteraard nimmer aan
deze definitieve ouderdomswet worden aan
gepast.
MEN BETAALTt
1. Iedere ingezetene van 15 tot
65 jaar betaalt een vast percentage
van zijn belastbaar bedrag van loon-
of inkomstenbelasting tot een maxi
mum inkomen van 6000 (welk be
drag zal stijgen met de lonen).
2. Dit percentage zal 6}^ a 7
bedragen, en wordt door een loons
verhoging gecompenseerd.
3. Zelfstandigen met een inkomen
minder dan 1500 (ongehuwden)
en ƒ2100 (gehuwden betalen geen
premie. Gehuwden met 2100
ƒ3100 en ongehuwden met ƒ1500
2500 betalen niet de volle premie
4. Zolang er geen kinderbijslagwet
voor zelfstandigen is, wordt voor
zelfstandigen met 3 of meer kinde
ren het inkomen voor de premiehef
fing verminderd met het bedrag dat
een loontrekkende als kinderbijslag
ontvangt.
MEN ONTVANGTi
1. Iedere gehuwde man van 65
jaar en ouder 1338 per jaar, en ie
dere gehuwde vrouw van 65 jaar en
ouder eveneens 1338 wanneer zij
kostwinster is en haar man nog geen
65 jaar is.
2. Iedere ongehuwde (of gehuwd
geweest zijnde) man of vrouw van
65 jaar en ouder 804 per jaar. Een
weduwe van een man die het gehuw
denpensioen ontving, houdt dit na
zijn overlijden nog een jaar lang, als
zijzelf nog geen 65 jaar is.
3. Stijgen de lonen met minstens
3 procent, dan gaan ook de pensioe
nen omhoog.
4. De pensioenen kunnen evenwel
gekort of aangepast worden, hetgeen
in bijgaand artikel nader wordt uit
eengezet.
De volle „bloembollentijd" is nog niet aangebroken, maar hier en daar staan al wel de velden met krokussen in volle bloei
voorboden van een rijke kleurenpracht, welke in sommige delen van ons land weer te zien is en in welk schoons zich
elk jaar opnieuw duizenden verlustigen. foto N.H.C.
Na industrie-rijp industrie-voorkeur
Samenvatting van de Ouderdomspensioenwet
Hevige brand in Tholen
De Poortvlietse banketfabriek breidt uit
Denkt U om de Simajvi-collecte
Toen October 1954 de banketfabriek van de firma Nieuwkerk Zn te
Poortvliet officieel werd geopend bestond een goede hoop, dat dit initiatief
het zou doen, dat men het wel zou „rooien".
Die hoop is niet beschaamd. Dit mag nu, anderhalf jaar na de opening
de, zij het misschien nog voorlopige, conclusie zijn.
Het is bij de firma Nieuwkerk niet „Van Hulst tot aan Cadzand", zoals
het in een regel luidt van een Zeeuws lied, nee, het afzetgebied strekt zich
uit van Poortvliet tot Maastricht, van Vlissingen tot Arnhem en in dit
zuidelijk deel van Nederland zijn de ongeveer 100 groothandels in koek
en banket gevestigd, welke door de firma Nieuwkerk in Poortvliet voor
zien worden van de in haar fabriek gemaakte produkten.
Dat is niet weinig. Men staat momenteel aan een jaarproduktie van
150.000 kg koekjes, een produktie die straks wordt opgevoerd tot circa
190.000 kg oftewel ruim een half millioen gulden omzet per jaar.
Straks Inderdaad, want de fabriek wordt uitgebreid, zij het dan niet
direct voor wat gebouwen betreft. Nieuwe ideeën behoeven een uitweg,
meer personeel is nodig. Het gaat de goede richting uit, langzaam, voor
zichtig, maar zeker.
DE GOEDE BASIS LAG ER AL
Eer de banketfabriek er stond, was de
„industrie"basis el gevestigd. Die was;
langzaam, maar zeker gegroeid in de
bakkerij van Nieuwkerk zelf. En op het
ogenblik dat men zowel in- als extern die
basis gezond achtte werd het initiatief ge
nomen tot de banketfabriek, werd daartoe
ook de gewenste medewerking verkregen,
zoals van het gemeentebestuur, van het
E.T.I., Middenstandsbank, enz.
En die basis bleek gezond te zijn. Het
verkoop-apparaat een zeer belangrijke
factor uitstekend. Van dit laatste getuigt
de kaart van Nederland in het kantoortje
naast de ingang van de fabriek. Op die
kaart zien we tientallen spelden staan ver
spreid over geheel Zuidelijk Nederland. Ze
geven de plaatsen aan, waar Nieuwkerk's
afnemers zijn gevestigd. Nu reeds 'n honderd
in getal. Én bijna wekelijks roeiend. Dit
alles komt maar niet zo aanlopen. Daar
voor is gewerkt. En voor een goed produkt.
Het gevolg is, dat men nu aan een jaarpro-
enkele fabriek is overgegaan. Maar waarvan
men nu toch al zo zeker is, dat de blikken
binnen 4 jaar geheel verdwenen zullen zijn
en daarmee een belangrijke emballage-in
vestering.
Dat neemt niet weg, dat deze uitbreiding
vanzelf weer kapitaalsinvestering vergt door
plaatsing van nieuwe machines, materiaal,
enz. Dit is echter mogelijk door het vrij
gunstig economisch resultaat van de afge
lopen anderhalf jaar, zeker vrij gunstig wan
neer men niet vergeet dat een beginperiode
altijd de nodige moeilijkheden oplevert.
Maar voor die uitbreiding is ook weer
personeel nodig. En om daaraan te komen
is tegenwoordig haast nog moeilijker dan
afzetgebied voor de produktie te vinden.
WEINIG AANTREKKELIJK
Die personeelsvoorziening bracht het ge
sprek, dat we met bedrijfsleider Nieuwkerk
hadden onwillekeurig op het industrialisatie
probleem van het eiland Tholen, met name
op de komende werkgelegenheid voor meis-
I yf en...... daarom voor een
CUT r sterke en moderne
met ingebouwde verlichting en automatische draadinsteker, naar
BERGEN OP ZOOM - Korlemeesiraat 17, - te!. 688
BREDA - Lange Brugstraat 30, - Tel. 4398
duktie zit van 150.000 kg koekjes. Dat men
in de fabriek thans met 11 mannelijke en 9
vrouwelijke werknemers produceert. Dat
men in twee ploegen werkt van 's morgens
6 tot 's avonds 11 uur, dat men toe is aan
verwezenlijking van nieuwe ideën, dat men
toe is aan
UITBREIDING
„Stilstand zou achteruitgang betekenen".
Dat is ook de mening van de bedrijfsleider
der fabriek, de heer E. Nieuwkerk. En al
is het dan nog niet tot stilstand, dus ook
niet tot achteruitgang gekomen, éér men die
kans loopt, moeten er nieuwe mogelijkheden
zijn.
En daarom gaat Nieuwkerk's banket
fabriek uitbreiden. Nee, nog niet direct voor
zover het de gebouwen betreft. Maar wel
moet er 8 man personeel bijkomen, of liever
gezegd, 4 mannelijke en 4 vrouwelijke werk
krachten. De bakkerij wordt er, evenals in
het begin, weer meer bij ingeschakeld. Men
gaat er een 7-tal soorten stukgoed (banket)
maken, die per bepaald aantal in cellofaan-
zakjes in een grotere eenheid verpakt zullen
worden in cartonnen dozen, welke op een
speciale manier dichtgemaakt worden en
voorzien van een lucht- en vetdichtwikkel.
Een nieuw systeem, waartoe nog maar een
jes in de stad Tholen zelf door een tweetal
aanvragen voor een inpakatelier. De heer
Nieuwkerk wes terecht van mening, dat de
belangstelling voor Tholen zijn grond vindt
in de nood der fabrikanten ten aanzien van
het werknemerstekort. En dergelijke inpak-
gelegenheden het zijn geen industriën
ontwrichten de gehele solide opbouw, meen
de Nieuwkerk, belemmeren voorts de groei
van bestaande vestigingen. Hij vreesde
voorts dat, indien men niet aan de gewenste
aantallen meisjes kwam, de stroppen voor de
gemeente zijn. Dit zal voor wat Tholen
betreft niet zo'n vaart lopen, is weer onze
mening. Maar voor dhr. Nieuwkerk bleken
deze aanvragen toch weinig aantrekkelijk èn
om het feit, dat hij ze niet anders dan van
tijdelijke aard kon zien, èn omdat men er
bestaande vestigen in personeelsbezetting
of uitbreiding slechts door kan belemmeren,
waar van een meisjes-overschot zeker geen
sprake is.
Dat laatste is ongetwijfeld juist, maar
hopenlijk zullen de nieuwe vestigingen de uit
breiding van Nieuwkerk's banketfabriek ten
aanzien van personeelbezetting niet be
lemmeren, waar dit initiatief verdient te
slagen, temeer waar het een opzet uit eigen
streek betreft.