WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FILIPSLOND
Oudejaarsavond
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
12e Jaargang No. 7
30 December 1955
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
De laatste weken van het jaar heeft de mens de
neiging, terug te zien op het jaar dat hij door
leefde te denken aan gebeurtenissen, die hem
het meest zijn bijgebleven. En zo valt het niet te
ontkennen, dat Oudejaarsavond zich daarvoor
wel bij uitstek leent. Op onze manier mogen we
dan allen progressief zijn, mogen we meegaan
met de stroom van de tijd, mogen we op onze
beste ogenblikken zelfs proberen daaraan enige
leiding en enige zin te geven op de laatste dag
van het jaar maken we toch even een pas op
de plaats en keren we ons zelfs even om.
En waarom we dat doen? Wel zeker, ook omdat
we juist op zo'n dag ons bewust worden, dat we
almaar bezig zijn voort te gaan en omdat we
juist bij de onvermijdelijkheid van dat voortgaan
wel eens een ogenblik willen stilstaan. Het kan
geen kwaad, wanneer we van dat voortdurende
voortgaan eens behoorlijk schrikken. Want het
is zo ongemerkt hard bezig, een tweede natuur
van ons te worden.
Men zegt wel eens, dat dit terugblikken een be
wijs er van is, dat men oud wordt. De jeugd ziet
naar de toekomst die bouwt daar haar ver
wachtingen op. Wat zal je je druk maken over
hetgeen voorbij is? over gedane zaken, die
toch geen keer nemen? Leeft de ouderdom meer
dan de jeugd in het verleden, dan is dat toe te
schrijven aan het feit, dat mensen-op-leeftijd een
ruimer veld van herinneringen hebben. Die kun
nen teruggrijpen op soortgelijke ervaringen en
daarnaar hun houding bepalen. In het verleden
ligt hun heden. Voor de jeugd geldt meer in het
nu wat komen zal.
Die jeugd heeft het verleden zo dicht bij, dat het
niet eens een verleden mag worden genoemd. Als
deze zelfde jeugd echter meent, dat zij alléén
verwachtingen van de toekomst mag koesteren,
dan heeft zij het mis. Ook de ouderdom heeft
haar verwachtingen op de toekomst. Zij zal er
echter eerder toe komen, te overdenken, wat het
hoogste en het mooiste is geweest, dat zij het
afgelopen jaar heeft ondervonden.
Vergankelijk is deze zelfde wereld, waarop we
het, ondanks al onze critiek, toch niet zo slecht
hebben, deze zelfde wereld waarop we ons thuis
gevoelen, waarop we onze zekerheden hebben
verworven, waarop we onze posities bevestigen
en verbreden, diezelfde wereld, waarin we onze
woningen stevig hebben gebouwd en waarin we
onze pinnen diep hebben geslagen.
We hebben in de afgelopen maanden nu en dan
weer eens kunnen lezen van opgravingen van
oude bouwwerken, die eeuwenlang onder zand en
aarde begraven hebben gelegen. De mensen die
in die bouwwerken woonden, hebben evengoed
geleefd als wij nu leven, zijn geboren, hebben
hun vreugden gehad en hun verdriet en zijn ge
storven en zijn toen evengoed beweend door wie
hen liefhadden als wij onze dierbaren beweenden
en zoals we wat we zelfs nog hopen een
maal ook beweend zullen worden.
Millioenen waren zij in getal, maar zij allen zijn
vergeten. De namen die bewaard bleven, waren
op zijn best die van enkele vorsten en groten. In
ditzelfde proces van vergankelijkheid zijn wij
allen begrepen, wij de kleinen en wij de groten,
of we hier een miezerig bestaantje leiden of dat
we hier zo het een en ander betekenen. En dit
alles mogen we elkaar op een dag als Oudejaars
avond toch wel eens vertellen, naast al datgene,
wat we elkaar iedere dag vertelden.
Wanneer dan morgen het laatste uur van het jaar
nadert, zien wij nog eens om. We behouden aan
dit jaar zo onze herinneringen. In dit nummer
lezen we nog een korte samenvatting van wat het
ons in het algemeen bracht. En ieder onzer weet
wat het haar of hem bracht. Er is dus nog zoveel
dat niet openbaar werd. We zien weer de lieve
gestalte oprijzen van wie van ons ging. We denken
ook aan een moment van vreugd en van blijheid.
Dat alles zullen we op Oudejaarsavond doen.
Maar als we ons dan hebben omgekeerd naar
het verleden en onder de indruk zijn gekomen
van de vergankelijkheid, dan zullen we toch nog
iets meer doen. Dan zullen we, in welke omstan
digheid we ook verkeren onverbiddellijk ons oog
naar de toekomst richten. Naar het nieuwe jaar,
dat zo ras naderbij komt. Wanneer men bij het
rustpunt in het Oude jaar kan zien op Hem, die
eeuwig blijft, dan kunt U ook het gelaat naar
Hem toekeren bij de intrede van 1956.
Dan is het een goed slot van het jaar 1955 en dan
is er ook geen beter begin voor 1956. Moge het
nieuwe voor U en ons een gezegend jaar zijn.
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen
v of moeten daar binnen zijn
Straks is 't met 't oude jaar gedaan, dit zijn de laatste stappen
We wuiven nog een breed vaarwel, hier bowl, daar appelflappen.
Een film trekt aan ons oog voorbij, met politieke heren,
Ze waren danig in de weer, men bleef maar confereren.
Genève stond in 't middelpunt... èn Dulles, EisenhouWer
En Churchill, Eden... Boelganin en verder Adenauer!
Er kwam dit jaar geen 6 procent nog wel verhoogde huren
Van duurte, die brutaler werd, inhalig en vol kuren.
Maar ook, men mocht een groter winst in vele boeken schrijven
De voorspoed vond opnieuw de weg, in allerlei bedrijven
Het Saargebied zei kortweg „nee" op d'Europeanisering.
Men wil maar 't liefst naar Duitsland weer, ook dit strekt ons tot lering.
Hoogconjunctuur is nu het woord, waarmee we daaglijks eten
Malaise is verleden tijd, de jeugd is t'al vergeten.
Toch zijn er nog problemen zat, niet makkelijk uit te pluizen
Neem alleen die hoge nood maar eens: het groot tekort aan huizen.
De woningnood we zijn geen stap, geen schreê vooruitgekomen;
Het zijn voor duizenden in 't land, nog verre toekomstdromen.
Is 't de methode, die niet deugt, waardoor we blijven hangen
Met een huis beschikbaar kan een baas, een knecht nog wel eens vangen.
Maar anders... overal tekort, men schreeuwt het van de daken.
Geen werkloosheid, hoogconjunctuur, dus hoeft men niet te staken.
Steeds groter wordt het leger der wilde verkeersbandieten.
Men snijdt, men jaagt, jakkert, giert, soms is 't om op te schièten.
De fietser geeft geen richting aan, de brommer kent geen regels,
De „auto" dimt z'n lichten niet, men lóópt niet op de „tegels".
De overheid heeft hier een plicht en moet dus raad verschaffen,
Er zit niet veel anders meer op, dan zware, rake straffen.
Vooruit, er is van 't ouwe jaar, ook nog wel goeds te melden
Bijvoorbeeld Zijlstra's aanval op de sterke kartèl-helden.
Een ontwerp kleuter-onderwijs, kwam in de Tweede Kamer
De ouderdomspensioenwet komt, straks ook onder de hamer.
We kregen nieuwe spelling ook, gefeliciteerd ermede
Je mag nu schrijven wat je wilt en toch ben 'k niet tevrede.
Tevreden was men over 't weer, een ieder vegeteerde
Toen hij op vacantie was, ook de landbouw profeteerde:
Van zoveel schone zonneschijn, het werd een prima jaar
Zelfs op het herverkavelingsveld, stond er een volle aar.
Liefdadigheid kwam niet vergeefs, steeds weer de aandacht vragen
De lijsten, busjes gingen rond, we wisten bij te dragen.
We voelden voor de medemens, bij allerhande noden
De Stichting '40 vluchtling-hulp.werd ruimschoots aangeboden.
s^l r«
De kwestie Nieuw-Guinea kwam, opnieuw weer aan de orde
Blijft het van ons, of zal het ook „bevrijd gebied" gaan worde?
Geen rust was er, ja zelfs een crisis in ons Kabinet.
Ze kwamen allen weer gauw trug, een „hergebakken omelet".
Tien jaar bevrijd, het werd herdacht, schier overal met feesten
Tien jaar ook de vereniging, voor bescherming van de beesten.
Het DELTAPLAN werd ingediend, het zal straks moeten blijken
Of het gans onberoerd ons laat, en wie met de winst gaat strijken.
Attentie hier, o overheid: van dorp en gewest beide,
Opdat het niet tot schad'alleen, van ónze streken leide.
Reeds nu de volle aandacht, voor onz'eilanden bepleit.
En wat niet strookt met ons belang, direct ook maar gezeid.
Een kustweg ginds een sluitdam daar, wij nèt er tussenin
Heeft het voor ons (naast veiligheid) dan nog wel zoveel zin?
Terwijl de visserij verdwijnt, toch rondom in het water
Wat helpt het dan, pas op hoor lui, men worde steeds parater.
't Belang van Tholen, Filipsland, mag niet worden vergeten
Bij hen die hier of landelijk, in hoogheid zijn gezeten.
Gelukkig is er kentering, 't zij kort gezegd en ferm
Smerdiek werd aangewezen als, een zogenaamde ontwikkelingskern
Gedeputeerde Staten ja, bezochten thools gebied
Dit muisje had een staartje, hoor wat toen is geschied.
Na rijp beraad besloten het werd gehoord door allen
„Het is tot de beveiliging", drie havens hier... vervallen.
Zo werd het kort en goed gezegd, nu zit men met de brokken
De haven weg, dat kan toch niet, het werd begrijpelijk mokken.
En nu iets over de B.B.: ik lid en ook mijn bure
Beter iets voor niets dan niets, dus 'n oefening „Ouverture".
Op Tholen werd gesproken ook, over Polderconcentratie
Een ernstig dodelijk ongeluk, bracht zeer veel consternatie.
Ik doe het per gemeente nu, 'k begin van voren af aan
En kijk nog eventjes, maar vlug, hoe het THOLEN is vergaan.
Het jaar nog nauwelijks op dreef, of reeds klonk er „gekerm"
Een dochtertje geboren, écht, van 'n Amerikaans visconcern.
Wat is dat dan: een zilvervloot? Die industrie in Tholen
Geef,mij die fles Bold... eens aan, het stinkt uit de riolen.
De Ö.V.T. werd vijftig jaar, de L.J.G. was tien
Zeg, hebt U ooit „Ten Anker" al, met eigen oog gezien?
Daar zitten de bejaarden van tholens goede grond
Met een up to date verzorging, zoals men zeldzaam vond.
Dit pracht gebouw geopend, door 't Gewestelijke Hoofd,
Die later ook het sportveld, een kool nog heeft gestoofd.
Wat achteraf, heel rustig, ze zijn er goed gemutst,
Daar spelen kleine kinderen, bij 't prachtig „Kleuterlust."
Met slechts één draai geschiedde het het gas komt uit de mijn
Ja helemaal uit Limburg en toch brandt het zo fijn.
Het raadhuis wordt gerestaureerd, straks industrieterrein.
Zo ziét U dat de hoofdstad er, dat Tholen er mag zijn.
POORTVLIET, lang niet beneveld hoor, kocht zelf een nevelspuit,
Gebleken is, die brandjes zijn, in drie tellen weer uit.
Er werd een schetsplan reeds gemaakt, voor een nieuwe kleuterschool,
Men dacht: straks komen allen los, wij graag d'eerste viool.
Het verkeer moest door de polder, de rondweg kwam tot stand,
Was dit soms niet nodig, voor het hele wegverband.
Er zijn nog meerdre plannen, men doet het rustig aan
Kijk maar achter de schermen, daar wordt veel werk gedaan.
Zeg, zag U tussen haakjes, nog steeds die school niet staan
In t dorpje SCHERPENISSE, of is 't wéér van de baan?
Nee, het gaat er nu van komen, U zult het straks wel zien.
't Zal vast niet langer duren, dan nog een jaar of tien.
Een ander groot probleem is, U weet hoe het ervoor staat,
De haven moet verdwijnen, dus, yan twee, het beste kwaad
Gekozen, zei de raad toen en maakt een loswalplan
We hebben dan een kans nog, op een goede boterham.
SMERDIEK had vruchtbre dagen, het opende telkens weer
t Zij een nieuwe Boerenleenbank of een school op een andere keer.
Een school zei ik, een wonderWat een gebouw is dat
Door Zweden zelf geschonken, een paar ton kost het zowat.
En weer zijn reeds de spaden, gestoken in de grond
Een Ambachtsschool verrijze, Smerdiek wordt weer gezond.
Een wijkgebouw, een badhuis, ook nog een carillon
Ja heus in vijf en vijftig, scheen hier toch wel de zon.
Nu ook nog even verder, STAVENISSE is aan de beurt,
Daar waren blijde dagen, daar werd soms ook getreurd.
Niet om rioolbelasting, maar wel die grote spijt
Over die wrange woorden: we zijn de haven kwijt.
Deze bittere pil te slikken, werd nauwelijks verguld
Door het feit, dat Wederopbouw, in September was vervuld.
Op de laatste van die maand toch, was het wederopbouwdag
Zagen veel hoge „omes", wat vooruitzien soms vermag.
Pracht straten, mooie huizen een van-der-lek-clerc-plein.
Straks ook nog een mooi raadhuis, dit dorp mag er weer zijn.
SINT ANNALAND kreeg bekendheid, toen van haar werd gemeld:
de oude haven weg daar, maar een nieuw plan opgesteld.
En groter dan tevoren als het geen sprookje is
Varen „coasters" in en uit daar nou zeg, dat is niet mis.
Niet mis zijn ook de kosten, die moeten uitgeteld
Voor Cureelanden-ontginning, twee ton nou, 't is geen geld.
En dan nog vijftig huizen, voor krotopruiming waar!
intussen, zeven woningen, niet klaar binnen een jaar.
Betekent een nieuwe haven en een zwembad nu zoveel
Een slöpje dat er wegmoest, bracht véél méér gekrakeel.
De veiling jubileerde, een ridder werd benoemd
Met een nieuwe straatbelasting, is men nog niet verzoend.
OUD-VOSSEMEER kocht grond aan, voor een speel- en sportterrein
En „Kolpings Zonen" brachten, een waar muziekfestijn.
Er is daar zelfs een kansje op een kleine industrie
We hopen het van harte, al is 't maar confectie.
ST. FILIPSLAND, de gemeente, waar schier in ellek huis,
Altijd mild wordt gegeven voor 't bekende Roode Kruis.
Daarom de erewimpel, daarom 't herinneringsbord
Een voorbeeld voor ons allen, zoals daar gegeven wordt.
Men plantte er weer bomen, op een herbeplantingsdag
Het slot van de adoptie, verliep met gulle lach.
Een nieuwe school, een garage voor brandweermateriaal
Maar nu ben ik aan t'einde, van dit al lang verhaal.
De klok tikt de seconden weg, de laatsten van het jaar
Nu komt de Nieuwjaarsdag in zicht, we kijken naar elkaar.
Nog zien we even achterom, bij 't wijken in de nacht,
Naar alles, wat verleden wordt. En niet meer op ons wacht
Tik-tak, tik-tak, de wijzer schuift, want nimmer rust de tijd
En alles glijdt, wat we ook doen, naar de vergetelheid.
Het nieuwe nadert meer en meer, nog even 'n laatste tik
En dan daar slaat het twaalf uur, het grote ogenblik.
O, Oudjaarsavond breng ons saam, al is 't soms in gedachten.
Verbindt met hen, die verre zijn, en laat ons even wachten.
En leert gij het aanvaarden weer. Vooral aan ons, de groten
Al, wat voor mensen ieder jaar In 't leven ligt besloten
Nieuwjaar, dat straks Uw loop begint, met de moderne spoed
Geef ons de moed om waar te zijn, Om sterk te zijn en goed
Geef God ons toch verdraagzaamheid, schuif zelfzucht wat opzij
En leer ons zo, ook in dit jaar, te leven mét en vóór elkaar
In deze maatschappij.