WEEKBLAD VOOR HET EILDND THOLEN EN ST.FILIPSLQND
Het Deltaplan
VERSCHIJ
I I
NT IEDERE VRIJDAG
I I
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
De uitbreiding van ons Parlement
COMMENTAAR
Ditmaal staan papieren gunstig
Men kan geen ijzer met handen breken Enige wrevel
rond de begroting Critiek op voorlichting daarvan
Waarom de Veste nog niet bestraat is en hoe de raad
een besluit nam, dat het zich niet meer herinnert
Niet zo heel veel steekhoudende argumenten.
Dc Redactie legt U in deze pagina's voor:
ijfe Jaargang No. 3
2 December 1955
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur In Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
De regering heeft weer een grondwets
wijziging voorgesteld om beide Kamers der
Staten-Generaal met vijftig procent uit te
breiden. In 1952 heeft zij eenzelfde poging
gewaagd, die op het laatste moment mis
lukte, doordat de Eerste Kamer dit voor
stel verwierp. De zaken staan er nu heel
wat gunstiger voor.
Dat de uitbreiding destijds niet is door
gegaan, is te wijten aan de Tweede Kamer
en aan minister Beel. De rooms-katholieke
afgevaardigde Andriessen wist n.l. met steun
van de p.v.d.a. een amendement aangeno
men te krijgen waardoor het mogelijk werd
dat Kamerleden hun stem zouden kunnen
overdragen. Ook al was dus een Kamerlid
in het buitenland, dan zou hij een fractie
genoot opdracht kunnen geven voor hem
zijn stem uit te brengen. Dit amendement
was een grote fout. Wat voor zin heeft een
debat nog, als men vooruit weet hoe er
gestemd zal worden Juist het onderlinge
gesprek kan doorslaggevend zijn voor de
stembepaling, maar het Nederlandse Ka
merlid dat toevallig in Straatsburg vertoeft,
maakt dat gesprek niet mee. En toch stemt
hij Dit amendement heeft in de Eerste
Kamer wrevel gewekt. Zodanig dat daar
door de gehele uitbreiding van de kaart was.
Maar ook Minister Beel heeft een fout ge
maakt. Hij had dit amendement van de heer
Andriessen destijds „onaanvaardbaar" moe
ten verklaren. Dan was het ingetrokken.
En de uitbreiding zou tot stand zijn geko
men.
Nu heeft men vier jaar moeten wachten.
Weer is de regering met het voorstel ge
komen om de Tweede Kamer uit te breiden
tot 150 leden en de Eerste tot 75. De mo
tivering daarvoor is dezelfde als in 1952.
In de eerste plaats neemt het internationale
werk zodanig toe, dat steeds meer Kamer
leden in het buitenland zijn. Het absenteïs
me is dan ook duidelijk zichtbaar. Verder
is het buiten kijf dat de overheidstaak na
de bevrijding steeds omvangrijker is ge
worden. Voor een „kleine Kamer" wordt
het steeds moeilijker het overheidsbeleid ter
dege te volgen. Ook de sociale- en econo
mische verhoudingen zijn ingrijpend veran
derd, hetgeen ook de nodige studie vergt.
Toen men in 1848 het aantal Kamerleden
vaststelde, heeft men bepaald, dat er op
iedere 45.000 inwoners één Kamerlid zou
zijn. Inmiddels is ons bevolkingsaantal ver
dubbeld, maar het aantal leden is ongewij
zigd gebleven. Er zijn dus wel sterke argu
menten die voor de uitbreiding pleiten.
Voor psychologische bezwaren is de Ka
mer bij de behandeling van dit wetsontwerp
niet uit de weg gegaan. Zij zijn er onge
twijfeld. De mensen zullen geneigd zijn te
spotten over deze uitbreiding, terwijl de
Kamer er zelf steeds bij de regering op aan
dringt om sober te zijn. Deze spot is niet
gerechtvaardigd. De Tweede Kamer heeft
haar grote bouwplannen, die noodzakelijk
zijn, voorlopig laten varen, want de wo
ningbouw gaat voorop. Na veel passen en
meten zal men de 150 Kamerleden in de
vergaderzaal kunnen bergen, al blijft er dan
weinig ruimte meer over. Misschien dat en
kele fractiekamers moeten worden vergroot,
maar daarvoor heeft men eveneens nood
oplossingen gevonden. Men kan dus niet
zeggen, dat er geld over de balk wordt
gegooid. Het is goed dat ons Parlement in
dit opzicht het goede voorbeeld geeft.
De heren Burger (soc.), De Graaf
(k.v.p.) en Bruins Slot (a.r.) hebben zich
dan ook zonder aarzelen achter het wets
ontwerp geschaard. Dat was niet het geval
bij de heren Oud (v.v.d.) en Tilanus (c.h.)
Deze laatste is met een amendement geko
men om de uitbreiding te beperken tot 25
hetgeen concreet betekende, dat de Tweede
Kamer 125 leden en de Eerste Kamer 63
leden zou tellen. Dit amendement was ech
ter van meet af aan kansloos. Volgens de
heer Tilanus zou de Kamer het werk met
zo'n halve uitbreiding net aan kunnen. En
bovendien had hij het bezwaar dat een
Eerste Kamer van 75 leden haar eigen ka
rakter zou gaan verliezen.
Veel dieper gingen de bezwaren van de
heer Oud. Zoals ieder ander Kamerlid er
gert hij zich er aan, dat onze grondwet tel
kens bij stukjes en beetjes wordt herzien.
De grote lijn in dit werk ontbreekt. Nog
erger vond hij het, dat deze gedeeltelijke
behandeling nu ook weer in verscheidene
delen wordt gesplitst. Er zijn n.l. nog an
dere voorstellen tot wijziging van de grond
wet, die eerst later aan de orde zullen ko
men. De Kamer heeft echter besloten de
uitbreiding nog voor Januari te behandelen,
omdat de partijen dan daarmee rekening
kunnen houden bij het opstellen van de can-
didatenlijsten. Prof. Oud zag de urgentie
van dit wetsontwerp niet in. Hij wilde het
gehele complex van voorstellen bekijken om
dan te kunnen afwegen of grondwetswijzi
ging wel noodzakelijk is. Deze critiek was
zo fundamenteel, dat de liberale fractie,
althans in eerste lezing, wel moest tegen
stemmen.
Dat de grondwet niet meer in haar geheel
herzien wordt komt eigenlijk, aldus de heer
Oud, door het missen van een liberale visie.
Thorbecke is de vader van de grondwet.
En de tweede grote grondwetswijziging is,
in 1917, ook door een liberaal tot stand
gekomen. Zij behelste de pacificatie van het
onderwijs. Over deze gedachtegang werd
een interessant principieel debat gevoerd.
Zo wees de heer Bruins Slot (a.r.) er op,
dat de grondwetswijziging van 1887 de
stoot heeft gegeven tot de regeling van de
onderwijskwestie. De liberalen hebben ech
ter tot 1917 gewacht om deze kwestie
royaal in de grondwet te regelen.
DRIE MOTIES
De afgelopen dagen zijn rijk geweest
aan moties. Daar was allereerst de heer
Blom (soc.), die een poging deed om het
overheidspersoneel verdubbeling van de va-
cantietoeslag te geven. Zoals bekend is dat
in het algemeen voor het bedrijfsleven in
1956 toegestaan. Deze zaak moet echter in
het georganiseerd overleg spelen. Behalve
de socialisten en de communisten stond de
Kamer op het standpunt, dat eerst het ge
sprek tussen de ambtenarenorganisaties en
de regeringsdelegatie maar moet worden
afgewacht.
De heer Scheps heeft een poging ge
daan om voortaan de vijfde Mei „algemeen"
en „waardig" te vieren. Hij wil op deze dag
al het werk stilleggen. De heer Koersen
(k.v.p.) had er bezwaren tegen, dat het be
drijfsleven werd verplicht het werk te sta
ken. Daarom kwam hij met een motie om
dit alleen voor het overheidspersoneel toe
te staan. De a.r. en c.h. fracties waren bang,
dat door de viering van de vijfde Mei de
Koninginnedag in gevaar zal komen. Ter
wijl minister-president Drees zich beroept
op het standpunt van de Stichting van de
Arbeid, dat alleen op Koninginnedag vrijaf
gegeven moet worden. Het was een zaak
waarover men heerlijk van mening kan ver
schillen.
Dhr. Koopman vraagt hoe het dan moet
met het bestaande kippenhok.
De voorzitter antwoordt dat aan betrok
kene geen toestemming is gegeven om het
daar te zetten, zodat b. en w. deze kwestie
wel verder zullen behartigen.
DENK DAN OM DE BLOEMPOTTEN
Dhr. Zwagemaker vindt ook dat B. en
W. terzake beslist moeten optreden. Overi
gens wou hij maar voorstellen straks als
gemeenteraad eens een wandeling te doen
door de gemeente en dan speciaal daar
naar de nieuwbouwbuurt. Maar wees dan
voorzichtig om geen bloempot naar je
hoofd te krijgen. De toestand is daar on
houdbaar.
De voorzitter: Dat heb je als je bouwt.
Dhr. Zwagemaker: Maar er gebeurt niets.
Het is geen wonder dat er opstand komt
in de gemeente, waar er niets wordt uitge
voerd.
De voorzitter: Dat is onjuist. Er is dit
jaar heel wat gebeurd.
Het wetsontwerp van het Deltaplan zal
ook wel geen van onze lezers zonder meer
zijn voorbijgegaan. Het werd enkele dagen
geleden door minister Algera aan de Twee
de Kamer aangeboden. Een wetsontwerp
dat in tien artikelen een enorm programma
omvat. Er zijn omvangrijker wetsontwerpen
met veel en veel meer artikelen. Maar on
danks zijn sobere juridische opzet is dit
wetsontwerp van het Deltaplan toch wel
uitzonderlijk belangrijk. Oók voor onze om
geving. Ja, in directe zin voor onze om
geving.
Dat wordt men zich bewust, wanneer
men kennis neemt van de brede toelichting
welke aan het wetsontwerp is toegevoegd,
een toelichting, voortreffelijk en gedegen
van opzet en zo duidelijk, dat ook de leek
haar geboeid lezen gaat en lezen blijft.
Dit is wel duidelijk: rondom dit Deltaplan
openbaart Nederland zich op zijn breedst.
Het water is onze vriend en onze vijand
tevens. Ons land is aan de zee ontworsteld,
maar op grillige momenten verheffen zich
de golven en wanneer winden en vloeden
samentreffen, is het gevaar er levensgroot.
Vele malen hebben wij dat in de historie
van ons land moeten ervaren. Maar heel
scherp staat nog in het beeld van onze
memorie gegrift de verschrikking van Fe
bruari 1953, toen God beschikte over de
krachten der natuur en de dijken onder ons
wegbrokkelden en verzonken. Het getal der
doden werd 1835.
Aan tal van menselijke zekerheden werd
in die dagen de bodem ingeslagen. Maar
terstond ook werd begrepen: het is onze
taak, de veiligheid te bevorderen van ons
en de onzen. Wij doen dat op allerlei ge
bied. Wij doen het ook in ons huiselijk le
ven. Wij laten de deur van ons huis niet
openstaan. En nu de deuren van ons land
niet sterk genoeg zijn gebleken, gaan wij
die deuren verstevigen.
Dat betekent: afsluiting van openingen,
aanleg van nieuwe dijken en verzwaring
van reeds bestaande.
Dit is het Deltaplan, zoals het ons nu
door de minister is voorgelegd. Het is een
monumentaal plan in de eenvoud van zijn
opzet en in de doorwrochtheid, waarmede,
het is uitgewerkt. Maar het is ook een plan
met vérstrekkende gevolgen.
Er wordt hier zee afgesloten, maar tege
lijk wordt er land ontsloten.
Geen gering deel van ons vaderland krijgt
straks een ander gezicht: het beeld van de
bevolking wordt er anders. Dat geldt ook
voor onze omgeving. Ook aan dit aspect,
zoals aan zovele andere, behoort aandacht
te worden gegeven. En al moet het ontwerp
nog wet worden, al zullen er nog vele ja
ren voorbijgaan, eer alles verwezenlijkt zal
zijn, wat men thans van plan is, indien het
ooit verwezenlijkt wordt, nochtans dient
daarmee reeds thans rekening te worden ge
houden. In ons gehele land, maar zéker ook
op onze eilanden Tholen en St. Filipsland.
Ook in deze kolommen is het laatste woord
nog niet gezegd over het Deltaplan.
RAADSVERSLAG SINT MAARTENSDIJK.
De „begrotingsvergadering" van de ge
meente St. Maartensdijk werd Vrijdag
25 Nov. 1955 gehouden des voormiddags
om 10 uur, welke door alle leden werd
bijgewoond en onder leiding stond van
burgemeester D. C. Bouwense met als
notulist de gemeentesecretaris Meloen.
Na een welkom wijst de voorzitter er op,
dat de Engelse jongelui, die ter plaatse aan
het Jeugdgebouw werkten bijna allen weer
zijn vertrokken en de laatste daarvan dezer
dagen weg zal gaan, nu het werk voor hen
hier voltooid is. Hij wil nog gaarne in deze
openbare raadsvergadering namens het ge
meentebestuur deze jongelui zijn erkentelijk
heid betuigen voor de door hen geleverde
prestaties.
Bij de ingekomen stukken waren diverse
goedgekeurde raadsbesluiten, welke in vorige
verslagen deze kolommen reeds vulden. We
noemen er daarom nog slechts van de door
de Min. van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen toegekende subsidie voor toren
restauratie ad 11.172.terwijl Zijne
Excellentie van Binnenlandse Zaken het
verzoek om een hogere uitkering uit het
gemeentefonds afwees. Met de wijziging in
de politieverordening zoals deze door de
gemeenteraad is voorgesteld kan Ged.
Staten zich niet geheel verenigen. Aan deze
wijziging (het gaat over gemeenteveront
reiniging of last veroorzaken aan anderen)
dient volgens Ged. Staten te worden toe
gevoegd: „indien het uiterlijk der gemeente
daardoor wordt geschaad."
Anders zou het zover kunnen komen, dat
men de kans liep op een bekeuring wan
neer men een lucifertje weggooide op straat.
En dat gaat te ver. Dat vinden de raads
leden ook, die zich daarom met deze aan
vulling van Ged. Staten kunnen verenigen.
Goedgekeurd is ook de verordening op
de begrafenisrechten.
Dhr. op den Brouw wenst hierover een
opmerking te maken. Hem is dezer dagen
gebleken, dat werd afgeweken van de
volgorde van begraven. Indien dat de be
doeling is, moet dit worden vastgesteld,
zodat men 2 of 3 klassen krijgt, al voelt hij
daarvoor weinig.
De voorzitter antwoordt dat reeds is
besloten de volgorde niet meer te breken.
Voor kennisgeving wordt aangenomen,
het bericht van dhr. C. P. Kant, dat hij zijn
benoeming als directeur van de Technische
School onder dank aanvaardt.
In de meerdere kosten van de toren
restauratie zal de Provincie 5 of 1730.-
bijdragen.
Door de heer C. Bijl is de benoeming als
klokkenluider aangenomen.
Er is ook een schrijven van raadslid op
den Brouw ingekomen, waarin hij meedeelt
dat hij niet bij de opening der nieuwe
kleuterschool tegenwoordig was, omdat hij
de opzet daarvan te sober vond voor zo'n
geweldig mooi geschenk. Hij hoopt daarin
mis te zijn.
De voorzitter zegt hierop, dat brief
schrijver inderdaad mis was, daar de
Zweden de uitdrukkelijke wens te kennen
gaven dit op deze sobere manier te doen
geschieden.
Op zijn verzoek krijgt de heer M. Koop
man een stukje grond voor z'n woning van
de gemeente (tegen betaling).
Over een woning Goedegebuure schrijft
opzichter Jasperse dat deze niet voor de
geboden prijs aan de gemeente verkocht zal
worden, waarna alle leden voor zijn om
deze onbewoonbaar te verklaren.
Verschillende verzekeringsposten van ge
meentelijke gebouwen worden verhoogd ter
wijl ook een verzekering voor de kleuter
school wordt aangegegaan, zo van rond de
2 Yi ton. Dhr. Koopman is tegen ver
zekering.
Een tweede brief van districtsopzichter
Jasperse handelt over de grond in de buurt
van Wed. Larooy en anderen, welke door
de gemeente zal worden overgenomen. Er
zijn enkele bezwaren aan verbonden door
erfafscheiding, waarom dhr. Jasperse dan
ook voorstelt om de daar geprojecteerde
groenstrook te laten vervallen.
Het Deltaplan vérstrekkende gevolgen
De uitbreiding van ons parlement
Ditmaal staan de papieren gunstig
In Smerdiek was de raad ondanks een naderende
5e December nog niet in goedgezinde stemming.
Eerst de Veste straten!
Over de nieuwe loswal kon in de Scherpenisse
raad nog weinig worden meegedeeld.
De Eendrachtbodesinterklaas is er met zijn prijs
vragen en surprices.
Jan Overeenkam kreeg een goede tip
Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft.
Weth. Hage wijst er op, dat de water
gang door de Herverkaveling gedicht zal
worden, maar zover is het nog niet. Pre
cies, zegt dhr. op den Brouw.
Weth. Bout gelooft niet, dat men het
zo ernstig moet opnemen als laatstgenoemd
raadslid denkt, dat het zal worden. De
door dit lid geopperde bezwaren zullen in
elk geval aan het Technisch Bureau wor
den voorgelegd.
Vastgesteld wordt de rekening 1953 van
het gemeentelijk woningbedrijf.
Punt 3. De rekening 1953 van het ge
meentelijk woningbedrijf wordt aan baten en
lasten vastgesteld op 25.997,89 met een
bijdrage van de gemeente tot het sluitend
maken van de rekening van 1737,65, de
kapitaaldienst geeft aan inkomsten en uit
gaven 18.952,06.
De rekening 1953 van het Weezen Alge
meen Armbestuur geeft voor de gewone
dienst aan inkomsten en uitg. 16.939,85
met een bijdrage van de gemeente tot het
sluitend maken van de rekening van 426,37.
De rekening 1953 van de gemeente geeft
voor de gewone dienst aan inkomsten
407.700,22 en aan uitgaven 379.751,49,
alzo een batig slot van 27.948,73.
De kapitaaldienst geeft aan inkomsten
1.087.222,25 en aan uitg. 1. 134.920,20,
alzo een nadelig slot van 47.697,95.
Punt 4. De begroting 1956 voor het ge
meentelijk woningbedrijf geeft aan baten
en lasten 42.663,68 met een bijdrage van
de gemeente tot het sluitend maken van de
begroting van 2535,80.
De kapitaaldienst geeft aan inkomsten en
uitgaven 25.931,67.
De begroting 1956 voor het W. A. Arm
bestuur geeft aan inkomsten en uitgaven
19.972,68 met een bijdrage van de ge
meente tot het sluitend maken van de dienst
van 3300,
De begroting 1956 voor de gemeente
geeft aan inkomsten en uitgaven voor de
gewone dienst 321.745,37 met een post
voor onvoorzien van 19.282,67.
De kapitaaldienst geeft aan inkomsten
853.821,23 en aan uitgaven f 878.857,05
alzo een nadelig slot van 25.035,82.
Dhr. Zwagemaker: 28 April 1954 heb
ik met U over de riolering daar gesproken
en er is nog niet gebeurd.
De voorzitter: Ik heb U toen gezegd,
welke plannen er te dien aanzien beston
den, waarmee U zich kon verenigen.
Weth. Bout: Het is daar inderdaad een
rommel in de buurt, de zaak is kapotgere-
den.
Dhr. Zwagemaker: Deze zomer stonden
de stekels tot aan het straatnaambordje in
de Koningin Wilhelminastraat.
De voorzitter dankt vorige spreker vrien
delijk voor al deze complimenten en gaat
over tot de orde van de dag, nl. de groen
strook bij de huizen.
Na nog enige discussie wordt besloten
deze zaak aan te houden tot het ter plaatse
is bekeken.
De heer Moerland vraagt reisvergoeding
voor zijn dochtertje dat de ULO te Tholen
bezoekt, een aanvrage, die naar B. en W.
wordt gerenvoyeerd.
De heren J. A. Stoutjesdijk, J. C. Ree-
ders en I. P. Franke vragen om op de lijst
te komen voor gemeente land.
Het Kroondomein vraagt een pachtverho-
ging van 20%, waarmee men zich kan ver
enigen.
Een donatieverzoek van het Ned. Ge-
sprekscentrum wordt afgewezen. Eenzelfde
weg gaat de aanvrage van de Nutsdepar-
tementen Tholen en St. Maartensdijk op,
die hun nuttig cultureel doel gesteund wil
len zien door een gemeentelijke bijdrage.
Wel is de raad op voorstel van het dag.
bestuur bereid een eenmalige subsidie van
1 cent per inwoner beschikbaar te stellen
voor het Nat. Rheumafonds.
De heer Koopman zou daarenboven
graag zien, dat er ter plaatse bestraling
mogelijk was, nu het wijkgebouw daartoe
een goede outillage kan bieden. Hoewel dit
een chapiter is die tot de competentie van
het Groene Kruis behoort kan de voorzitter
wel meedelen, dat men terzake diligent is.
Op verzoek heeft Opzichter Jasperse ook
een eventueel te plaatsen verlichting bij de
nieuwe premiewoningen in studie genomen,
evenals de waterafvoer van het achterpad
bij de Kon. Julianastraat.
Wat de verlichting betreft bestaat de mo
gelijkheid voorlopig aan het begin en het
eind provisorische lichtpunten aan te bren
gen, anders zal men voor lichtmasten nog
wel een maand of 6 moeten wachten.
Dhr. Zwagemaker vindt dat er bij dhr.
W. Zwagemaker ook een licht zou moeten
staan. Tenslotte zal met dhr. Leenhoutse
worden besproken of de door de Opzichter
voorgestelde verlichting thans reeds kan
worden aangebracht, terwijl intussen de
raad het dag. bestuur machtigt een plan
te laten maken voor definitieve verlichting.
Dhr. op den Brouw vindt de oplossing
van Opzichter Jasperse goed. Voorlopig
kan men niet anders dan het Achterpad
verlichten.
Dat vindt dhr. Koopman ook, maar laat
het niet te lang meer aanlopen. Neem er
dan desnoods 2 man bij voor gemeentewer
ken.
Vastgesteld wordt vervolgens de schade
vergoeding voor gebruikers van gronden,
die onteigend zijn voor de Ambachtsschool.
In de ."bouwverordening komt de clausule
inzake sehuilplaatsenvoorziening bij etage-
bouw.
RIOLERINGSVRAAGSTUKKEN
Bij het te maken rioleringsplan zal ook
een ontwerp voor een zuiveringsinstallatie
opgenomen moeten worden. Weth. Bout is
er zelfs voor eerst die installatie te bouwen
en niet zoals bijvoorbeeld in Stavenisse ge
beurde, eerst de riolering.
Dhr. op den Brouw wijst er op, dat dit
alles geruime tijd zal vergen en wil daarom
toch wel ernstig waarschuwen, dat men fout
kan lopen, wanneer dat alles tijdelijk moet
uitmonden in de watergang. Zou de Ge
zondheidsdienst dat kunnen toelaten.
EN DAN DE BEGROTINGEN 1956
Dhr. op den Brouw vraagt hierover het
woord. Hij kon niet precies op het vastge
stelde uur, dat voor onderzoek was be
paald, aanwezig zijn. Hij arriveerde circa
10 minuten later. Toen bleek de begroting
van het woningbedrijf de revue reeds te
zijn gepasseerd. Hij kan zich niet indenken,
dat er daarover helemaal geen vragen wa
ren. Toch meent hij, dat wanneer de raads
leden een examen afgenomen zou worden
over deze begrotingsposten ze allen zouden
zakken.
Hij zou bijvoorbeeld wel eens willen we
ten, hoeveel per gemeentewoning is begroot
voor onderhoud en of dat bedrag ook
wordt verwerkt. De mensen doen zelf al
veel aan die woningen. Wanneer we daar
toe zelf niet bij machte zijn door gebrek
aan ambachtslieden, kunnen we die mensen
dan geen premie geven op het eigen on
derhoud. Het is maar een suggestie.
Dhr. op den Brouw zegt verder al dik
wijls te hebben gesproken over een vaste
ambachtsman in gemeentedienst. Is dat niet
mogelijk, zodat we weten wat er uitgevoerd
kan worden.
Over de bestrating en verlichting in de
nieuwbouw hebben we het al gehad, zo
vervolgt dit raadslid. We zijn het er al
over eens, dat het niet deugt, zoals het
gaat. Moet het dezelfde gang op gaan,
wanneer de bouw van de chr. school wordt
goedgekeurd of is het dag. bestuur van plan
daar eerst eens een straat aan te leggen.
Hoe zal men er anders het materiaal kunnen
brengen.
Verder zou spreker graag weten, hoeveel
woningen er nog op het nieuwe uitbreidings
plan kunnen staan.
De voorzitter antwoordt hierop maar di
rect: 100. En in de eerste straat 25.
GELUKKIG OF ONGELUKKIG
Dhr. op den Brouw: Wanneer we eens
zo gelukkig of ongelukkig waren als Sint-
Annaland en we kregen een toewijzing van
50 woningen, is er dan grond genoeg. Hij
is verder blij, dat B. en W. en nu ook de
raad zo-even een woning onbewoonbaar
verklaarden, maar dok de toestand van de
woning H. v. Zetten is onhoudbaar. Ze
ligt circa 1J4 meter beneden de straat. Ver
der wenst dhr. op den Brouw op te merken,