WEEKBLAD VOOR HET EILDND THOLEN EN ST.FILIPSLQND Het Deltaplan VERSCHIJ I I NT IEDERE VRIJDAG I I WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht De uitbreiding van ons Parlement COMMENTAAR Ditmaal staan papieren gunstig Men kan geen ijzer met handen breken Enige wrevel rond de begroting Critiek op voorlichting daarvan Waarom de Veste nog niet bestraat is en hoe de raad een besluit nam, dat het zich niet meer herinnert Niet zo heel veel steekhoudende argumenten. Dc Redactie legt U in deze pagina's voor: ijfe Jaargang No. 3 2 December 1955 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur In Tholen aangenomen of moeten daar binnen zijn De regering heeft weer een grondwets wijziging voorgesteld om beide Kamers der Staten-Generaal met vijftig procent uit te breiden. In 1952 heeft zij eenzelfde poging gewaagd, die op het laatste moment mis lukte, doordat de Eerste Kamer dit voor stel verwierp. De zaken staan er nu heel wat gunstiger voor. Dat de uitbreiding destijds niet is door gegaan, is te wijten aan de Tweede Kamer en aan minister Beel. De rooms-katholieke afgevaardigde Andriessen wist n.l. met steun van de p.v.d.a. een amendement aangeno men te krijgen waardoor het mogelijk werd dat Kamerleden hun stem zouden kunnen overdragen. Ook al was dus een Kamerlid in het buitenland, dan zou hij een fractie genoot opdracht kunnen geven voor hem zijn stem uit te brengen. Dit amendement was een grote fout. Wat voor zin heeft een debat nog, als men vooruit weet hoe er gestemd zal worden Juist het onderlinge gesprek kan doorslaggevend zijn voor de stembepaling, maar het Nederlandse Ka merlid dat toevallig in Straatsburg vertoeft, maakt dat gesprek niet mee. En toch stemt hij Dit amendement heeft in de Eerste Kamer wrevel gewekt. Zodanig dat daar door de gehele uitbreiding van de kaart was. Maar ook Minister Beel heeft een fout ge maakt. Hij had dit amendement van de heer Andriessen destijds „onaanvaardbaar" moe ten verklaren. Dan was het ingetrokken. En de uitbreiding zou tot stand zijn geko men. Nu heeft men vier jaar moeten wachten. Weer is de regering met het voorstel ge komen om de Tweede Kamer uit te breiden tot 150 leden en de Eerste tot 75. De mo tivering daarvoor is dezelfde als in 1952. In de eerste plaats neemt het internationale werk zodanig toe, dat steeds meer Kamer leden in het buitenland zijn. Het absenteïs me is dan ook duidelijk zichtbaar. Verder is het buiten kijf dat de overheidstaak na de bevrijding steeds omvangrijker is ge worden. Voor een „kleine Kamer" wordt het steeds moeilijker het overheidsbeleid ter dege te volgen. Ook de sociale- en econo mische verhoudingen zijn ingrijpend veran derd, hetgeen ook de nodige studie vergt. Toen men in 1848 het aantal Kamerleden vaststelde, heeft men bepaald, dat er op iedere 45.000 inwoners één Kamerlid zou zijn. Inmiddels is ons bevolkingsaantal ver dubbeld, maar het aantal leden is ongewij zigd gebleven. Er zijn dus wel sterke argu menten die voor de uitbreiding pleiten. Voor psychologische bezwaren is de Ka mer bij de behandeling van dit wetsontwerp niet uit de weg gegaan. Zij zijn er onge twijfeld. De mensen zullen geneigd zijn te spotten over deze uitbreiding, terwijl de Kamer er zelf steeds bij de regering op aan dringt om sober te zijn. Deze spot is niet gerechtvaardigd. De Tweede Kamer heeft haar grote bouwplannen, die noodzakelijk zijn, voorlopig laten varen, want de wo ningbouw gaat voorop. Na veel passen en meten zal men de 150 Kamerleden in de vergaderzaal kunnen bergen, al blijft er dan weinig ruimte meer over. Misschien dat en kele fractiekamers moeten worden vergroot, maar daarvoor heeft men eveneens nood oplossingen gevonden. Men kan dus niet zeggen, dat er geld over de balk wordt gegooid. Het is goed dat ons Parlement in dit opzicht het goede voorbeeld geeft. De heren Burger (soc.), De Graaf (k.v.p.) en Bruins Slot (a.r.) hebben zich dan ook zonder aarzelen achter het wets ontwerp geschaard. Dat was niet het geval bij de heren Oud (v.v.d.) en Tilanus (c.h.) Deze laatste is met een amendement geko men om de uitbreiding te beperken tot 25 hetgeen concreet betekende, dat de Tweede Kamer 125 leden en de Eerste Kamer 63 leden zou tellen. Dit amendement was ech ter van meet af aan kansloos. Volgens de heer Tilanus zou de Kamer het werk met zo'n halve uitbreiding net aan kunnen. En bovendien had hij het bezwaar dat een Eerste Kamer van 75 leden haar eigen ka rakter zou gaan verliezen. Veel dieper gingen de bezwaren van de heer Oud. Zoals ieder ander Kamerlid er gert hij zich er aan, dat onze grondwet tel kens bij stukjes en beetjes wordt herzien. De grote lijn in dit werk ontbreekt. Nog erger vond hij het, dat deze gedeeltelijke behandeling nu ook weer in verscheidene delen wordt gesplitst. Er zijn n.l. nog an dere voorstellen tot wijziging van de grond wet, die eerst later aan de orde zullen ko men. De Kamer heeft echter besloten de uitbreiding nog voor Januari te behandelen, omdat de partijen dan daarmee rekening kunnen houden bij het opstellen van de can- didatenlijsten. Prof. Oud zag de urgentie van dit wetsontwerp niet in. Hij wilde het gehele complex van voorstellen bekijken om dan te kunnen afwegen of grondwetswijzi ging wel noodzakelijk is. Deze critiek was zo fundamenteel, dat de liberale fractie, althans in eerste lezing, wel moest tegen stemmen. Dat de grondwet niet meer in haar geheel herzien wordt komt eigenlijk, aldus de heer Oud, door het missen van een liberale visie. Thorbecke is de vader van de grondwet. En de tweede grote grondwetswijziging is, in 1917, ook door een liberaal tot stand gekomen. Zij behelste de pacificatie van het onderwijs. Over deze gedachtegang werd een interessant principieel debat gevoerd. Zo wees de heer Bruins Slot (a.r.) er op, dat de grondwetswijziging van 1887 de stoot heeft gegeven tot de regeling van de onderwijskwestie. De liberalen hebben ech ter tot 1917 gewacht om deze kwestie royaal in de grondwet te regelen. DRIE MOTIES De afgelopen dagen zijn rijk geweest aan moties. Daar was allereerst de heer Blom (soc.), die een poging deed om het overheidspersoneel verdubbeling van de va- cantietoeslag te geven. Zoals bekend is dat in het algemeen voor het bedrijfsleven in 1956 toegestaan. Deze zaak moet echter in het georganiseerd overleg spelen. Behalve de socialisten en de communisten stond de Kamer op het standpunt, dat eerst het ge sprek tussen de ambtenarenorganisaties en de regeringsdelegatie maar moet worden afgewacht. De heer Scheps heeft een poging ge daan om voortaan de vijfde Mei „algemeen" en „waardig" te vieren. Hij wil op deze dag al het werk stilleggen. De heer Koersen (k.v.p.) had er bezwaren tegen, dat het be drijfsleven werd verplicht het werk te sta ken. Daarom kwam hij met een motie om dit alleen voor het overheidspersoneel toe te staan. De a.r. en c.h. fracties waren bang, dat door de viering van de vijfde Mei de Koninginnedag in gevaar zal komen. Ter wijl minister-president Drees zich beroept op het standpunt van de Stichting van de Arbeid, dat alleen op Koninginnedag vrijaf gegeven moet worden. Het was een zaak waarover men heerlijk van mening kan ver schillen. Dhr. Koopman vraagt hoe het dan moet met het bestaande kippenhok. De voorzitter antwoordt dat aan betrok kene geen toestemming is gegeven om het daar te zetten, zodat b. en w. deze kwestie wel verder zullen behartigen. DENK DAN OM DE BLOEMPOTTEN Dhr. Zwagemaker vindt ook dat B. en W. terzake beslist moeten optreden. Overi gens wou hij maar voorstellen straks als gemeenteraad eens een wandeling te doen door de gemeente en dan speciaal daar naar de nieuwbouwbuurt. Maar wees dan voorzichtig om geen bloempot naar je hoofd te krijgen. De toestand is daar on houdbaar. De voorzitter: Dat heb je als je bouwt. Dhr. Zwagemaker: Maar er gebeurt niets. Het is geen wonder dat er opstand komt in de gemeente, waar er niets wordt uitge voerd. De voorzitter: Dat is onjuist. Er is dit jaar heel wat gebeurd. Het wetsontwerp van het Deltaplan zal ook wel geen van onze lezers zonder meer zijn voorbijgegaan. Het werd enkele dagen geleden door minister Algera aan de Twee de Kamer aangeboden. Een wetsontwerp dat in tien artikelen een enorm programma omvat. Er zijn omvangrijker wetsontwerpen met veel en veel meer artikelen. Maar on danks zijn sobere juridische opzet is dit wetsontwerp van het Deltaplan toch wel uitzonderlijk belangrijk. Oók voor onze om geving. Ja, in directe zin voor onze om geving. Dat wordt men zich bewust, wanneer men kennis neemt van de brede toelichting welke aan het wetsontwerp is toegevoegd, een toelichting, voortreffelijk en gedegen van opzet en zo duidelijk, dat ook de leek haar geboeid lezen gaat en lezen blijft. Dit is wel duidelijk: rondom dit Deltaplan openbaart Nederland zich op zijn breedst. Het water is onze vriend en onze vijand tevens. Ons land is aan de zee ontworsteld, maar op grillige momenten verheffen zich de golven en wanneer winden en vloeden samentreffen, is het gevaar er levensgroot. Vele malen hebben wij dat in de historie van ons land moeten ervaren. Maar heel scherp staat nog in het beeld van onze memorie gegrift de verschrikking van Fe bruari 1953, toen God beschikte over de krachten der natuur en de dijken onder ons wegbrokkelden en verzonken. Het getal der doden werd 1835. Aan tal van menselijke zekerheden werd in die dagen de bodem ingeslagen. Maar terstond ook werd begrepen: het is onze taak, de veiligheid te bevorderen van ons en de onzen. Wij doen dat op allerlei ge bied. Wij doen het ook in ons huiselijk le ven. Wij laten de deur van ons huis niet openstaan. En nu de deuren van ons land niet sterk genoeg zijn gebleken, gaan wij die deuren verstevigen. Dat betekent: afsluiting van openingen, aanleg van nieuwe dijken en verzwaring van reeds bestaande. Dit is het Deltaplan, zoals het ons nu door de minister is voorgelegd. Het is een monumentaal plan in de eenvoud van zijn opzet en in de doorwrochtheid, waarmede, het is uitgewerkt. Maar het is ook een plan met vérstrekkende gevolgen. Er wordt hier zee afgesloten, maar tege lijk wordt er land ontsloten. Geen gering deel van ons vaderland krijgt straks een ander gezicht: het beeld van de bevolking wordt er anders. Dat geldt ook voor onze omgeving. Ook aan dit aspect, zoals aan zovele andere, behoort aandacht te worden gegeven. En al moet het ontwerp nog wet worden, al zullen er nog vele ja ren voorbijgaan, eer alles verwezenlijkt zal zijn, wat men thans van plan is, indien het ooit verwezenlijkt wordt, nochtans dient daarmee reeds thans rekening te worden ge houden. In ons gehele land, maar zéker ook op onze eilanden Tholen en St. Filipsland. Ook in deze kolommen is het laatste woord nog niet gezegd over het Deltaplan. RAADSVERSLAG SINT MAARTENSDIJK. De „begrotingsvergadering" van de ge meente St. Maartensdijk werd Vrijdag 25 Nov. 1955 gehouden des voormiddags om 10 uur, welke door alle leden werd bijgewoond en onder leiding stond van burgemeester D. C. Bouwense met als notulist de gemeentesecretaris Meloen. Na een welkom wijst de voorzitter er op, dat de Engelse jongelui, die ter plaatse aan het Jeugdgebouw werkten bijna allen weer zijn vertrokken en de laatste daarvan dezer dagen weg zal gaan, nu het werk voor hen hier voltooid is. Hij wil nog gaarne in deze openbare raadsvergadering namens het ge meentebestuur deze jongelui zijn erkentelijk heid betuigen voor de door hen geleverde prestaties. Bij de ingekomen stukken waren diverse goedgekeurde raadsbesluiten, welke in vorige verslagen deze kolommen reeds vulden. We noemen er daarom nog slechts van de door de Min. van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen toegekende subsidie voor toren restauratie ad 11.172.terwijl Zijne Excellentie van Binnenlandse Zaken het verzoek om een hogere uitkering uit het gemeentefonds afwees. Met de wijziging in de politieverordening zoals deze door de gemeenteraad is voorgesteld kan Ged. Staten zich niet geheel verenigen. Aan deze wijziging (het gaat over gemeenteveront reiniging of last veroorzaken aan anderen) dient volgens Ged. Staten te worden toe gevoegd: „indien het uiterlijk der gemeente daardoor wordt geschaad." Anders zou het zover kunnen komen, dat men de kans liep op een bekeuring wan neer men een lucifertje weggooide op straat. En dat gaat te ver. Dat vinden de raads leden ook, die zich daarom met deze aan vulling van Ged. Staten kunnen verenigen. Goedgekeurd is ook de verordening op de begrafenisrechten. Dhr. op den Brouw wenst hierover een opmerking te maken. Hem is dezer dagen gebleken, dat werd afgeweken van de volgorde van begraven. Indien dat de be doeling is, moet dit worden vastgesteld, zodat men 2 of 3 klassen krijgt, al voelt hij daarvoor weinig. De voorzitter antwoordt dat reeds is besloten de volgorde niet meer te breken. Voor kennisgeving wordt aangenomen, het bericht van dhr. C. P. Kant, dat hij zijn benoeming als directeur van de Technische School onder dank aanvaardt. In de meerdere kosten van de toren restauratie zal de Provincie 5 of 1730.- bijdragen. Door de heer C. Bijl is de benoeming als klokkenluider aangenomen. Er is ook een schrijven van raadslid op den Brouw ingekomen, waarin hij meedeelt dat hij niet bij de opening der nieuwe kleuterschool tegenwoordig was, omdat hij de opzet daarvan te sober vond voor zo'n geweldig mooi geschenk. Hij hoopt daarin mis te zijn. De voorzitter zegt hierop, dat brief schrijver inderdaad mis was, daar de Zweden de uitdrukkelijke wens te kennen gaven dit op deze sobere manier te doen geschieden. Op zijn verzoek krijgt de heer M. Koop man een stukje grond voor z'n woning van de gemeente (tegen betaling). Over een woning Goedegebuure schrijft opzichter Jasperse dat deze niet voor de geboden prijs aan de gemeente verkocht zal worden, waarna alle leden voor zijn om deze onbewoonbaar te verklaren. Verschillende verzekeringsposten van ge meentelijke gebouwen worden verhoogd ter wijl ook een verzekering voor de kleuter school wordt aangegegaan, zo van rond de 2 Yi ton. Dhr. Koopman is tegen ver zekering. Een tweede brief van districtsopzichter Jasperse handelt over de grond in de buurt van Wed. Larooy en anderen, welke door de gemeente zal worden overgenomen. Er zijn enkele bezwaren aan verbonden door erfafscheiding, waarom dhr. Jasperse dan ook voorstelt om de daar geprojecteerde groenstrook te laten vervallen. Het Deltaplan vérstrekkende gevolgen De uitbreiding van ons parlement Ditmaal staan de papieren gunstig In Smerdiek was de raad ondanks een naderende 5e December nog niet in goedgezinde stemming. Eerst de Veste straten! Over de nieuwe loswal kon in de Scherpenisse raad nog weinig worden meegedeeld. De Eendrachtbodesinterklaas is er met zijn prijs vragen en surprices. Jan Overeenkam kreeg een goede tip Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft. Weth. Hage wijst er op, dat de water gang door de Herverkaveling gedicht zal worden, maar zover is het nog niet. Pre cies, zegt dhr. op den Brouw. Weth. Bout gelooft niet, dat men het zo ernstig moet opnemen als laatstgenoemd raadslid denkt, dat het zal worden. De door dit lid geopperde bezwaren zullen in elk geval aan het Technisch Bureau wor den voorgelegd. Vastgesteld wordt de rekening 1953 van het gemeentelijk woningbedrijf. Punt 3. De rekening 1953 van het ge meentelijk woningbedrijf wordt aan baten en lasten vastgesteld op 25.997,89 met een bijdrage van de gemeente tot het sluitend maken van de rekening van 1737,65, de kapitaaldienst geeft aan inkomsten en uit gaven 18.952,06. De rekening 1953 van het Weezen Alge meen Armbestuur geeft voor de gewone dienst aan inkomsten en uitg. 16.939,85 met een bijdrage van de gemeente tot het sluitend maken van de rekening van 426,37. De rekening 1953 van de gemeente geeft voor de gewone dienst aan inkomsten 407.700,22 en aan uitgaven 379.751,49, alzo een batig slot van 27.948,73. De kapitaaldienst geeft aan inkomsten 1.087.222,25 en aan uitg. 1. 134.920,20, alzo een nadelig slot van 47.697,95. Punt 4. De begroting 1956 voor het ge meentelijk woningbedrijf geeft aan baten en lasten 42.663,68 met een bijdrage van de gemeente tot het sluitend maken van de begroting van 2535,80. De kapitaaldienst geeft aan inkomsten en uitgaven 25.931,67. De begroting 1956 voor het W. A. Arm bestuur geeft aan inkomsten en uitgaven 19.972,68 met een bijdrage van de ge meente tot het sluitend maken van de dienst van 3300, De begroting 1956 voor de gemeente geeft aan inkomsten en uitgaven voor de gewone dienst 321.745,37 met een post voor onvoorzien van 19.282,67. De kapitaaldienst geeft aan inkomsten 853.821,23 en aan uitgaven f 878.857,05 alzo een nadelig slot van 25.035,82. Dhr. Zwagemaker: 28 April 1954 heb ik met U over de riolering daar gesproken en er is nog niet gebeurd. De voorzitter: Ik heb U toen gezegd, welke plannen er te dien aanzien beston den, waarmee U zich kon verenigen. Weth. Bout: Het is daar inderdaad een rommel in de buurt, de zaak is kapotgere- den. Dhr. Zwagemaker: Deze zomer stonden de stekels tot aan het straatnaambordje in de Koningin Wilhelminastraat. De voorzitter dankt vorige spreker vrien delijk voor al deze complimenten en gaat over tot de orde van de dag, nl. de groen strook bij de huizen. Na nog enige discussie wordt besloten deze zaak aan te houden tot het ter plaatse is bekeken. De heer Moerland vraagt reisvergoeding voor zijn dochtertje dat de ULO te Tholen bezoekt, een aanvrage, die naar B. en W. wordt gerenvoyeerd. De heren J. A. Stoutjesdijk, J. C. Ree- ders en I. P. Franke vragen om op de lijst te komen voor gemeente land. Het Kroondomein vraagt een pachtverho- ging van 20%, waarmee men zich kan ver enigen. Een donatieverzoek van het Ned. Ge- sprekscentrum wordt afgewezen. Eenzelfde weg gaat de aanvrage van de Nutsdepar- tementen Tholen en St. Maartensdijk op, die hun nuttig cultureel doel gesteund wil len zien door een gemeentelijke bijdrage. Wel is de raad op voorstel van het dag. bestuur bereid een eenmalige subsidie van 1 cent per inwoner beschikbaar te stellen voor het Nat. Rheumafonds. De heer Koopman zou daarenboven graag zien, dat er ter plaatse bestraling mogelijk was, nu het wijkgebouw daartoe een goede outillage kan bieden. Hoewel dit een chapiter is die tot de competentie van het Groene Kruis behoort kan de voorzitter wel meedelen, dat men terzake diligent is. Op verzoek heeft Opzichter Jasperse ook een eventueel te plaatsen verlichting bij de nieuwe premiewoningen in studie genomen, evenals de waterafvoer van het achterpad bij de Kon. Julianastraat. Wat de verlichting betreft bestaat de mo gelijkheid voorlopig aan het begin en het eind provisorische lichtpunten aan te bren gen, anders zal men voor lichtmasten nog wel een maand of 6 moeten wachten. Dhr. Zwagemaker vindt dat er bij dhr. W. Zwagemaker ook een licht zou moeten staan. Tenslotte zal met dhr. Leenhoutse worden besproken of de door de Opzichter voorgestelde verlichting thans reeds kan worden aangebracht, terwijl intussen de raad het dag. bestuur machtigt een plan te laten maken voor definitieve verlichting. Dhr. op den Brouw vindt de oplossing van Opzichter Jasperse goed. Voorlopig kan men niet anders dan het Achterpad verlichten. Dat vindt dhr. Koopman ook, maar laat het niet te lang meer aanlopen. Neem er dan desnoods 2 man bij voor gemeentewer ken. Vastgesteld wordt vervolgens de schade vergoeding voor gebruikers van gronden, die onteigend zijn voor de Ambachtsschool. In de ."bouwverordening komt de clausule inzake sehuilplaatsenvoorziening bij etage- bouw. RIOLERINGSVRAAGSTUKKEN Bij het te maken rioleringsplan zal ook een ontwerp voor een zuiveringsinstallatie opgenomen moeten worden. Weth. Bout is er zelfs voor eerst die installatie te bouwen en niet zoals bijvoorbeeld in Stavenisse ge beurde, eerst de riolering. Dhr. op den Brouw wijst er op, dat dit alles geruime tijd zal vergen en wil daarom toch wel ernstig waarschuwen, dat men fout kan lopen, wanneer dat alles tijdelijk moet uitmonden in de watergang. Zou de Ge zondheidsdienst dat kunnen toelaten. EN DAN DE BEGROTINGEN 1956 Dhr. op den Brouw vraagt hierover het woord. Hij kon niet precies op het vastge stelde uur, dat voor onderzoek was be paald, aanwezig zijn. Hij arriveerde circa 10 minuten later. Toen bleek de begroting van het woningbedrijf de revue reeds te zijn gepasseerd. Hij kan zich niet indenken, dat er daarover helemaal geen vragen wa ren. Toch meent hij, dat wanneer de raads leden een examen afgenomen zou worden over deze begrotingsposten ze allen zouden zakken. Hij zou bijvoorbeeld wel eens willen we ten, hoeveel per gemeentewoning is begroot voor onderhoud en of dat bedrag ook wordt verwerkt. De mensen doen zelf al veel aan die woningen. Wanneer we daar toe zelf niet bij machte zijn door gebrek aan ambachtslieden, kunnen we die mensen dan geen premie geven op het eigen on derhoud. Het is maar een suggestie. Dhr. op den Brouw zegt verder al dik wijls te hebben gesproken over een vaste ambachtsman in gemeentedienst. Is dat niet mogelijk, zodat we weten wat er uitgevoerd kan worden. Over de bestrating en verlichting in de nieuwbouw hebben we het al gehad, zo vervolgt dit raadslid. We zijn het er al over eens, dat het niet deugt, zoals het gaat. Moet het dezelfde gang op gaan, wanneer de bouw van de chr. school wordt goedgekeurd of is het dag. bestuur van plan daar eerst eens een straat aan te leggen. Hoe zal men er anders het materiaal kunnen brengen. Verder zou spreker graag weten, hoeveel woningen er nog op het nieuwe uitbreidings plan kunnen staan. De voorzitter antwoordt hierop maar di rect: 100. En in de eerste straat 25. GELUKKIG OF ONGELUKKIG Dhr. op den Brouw: Wanneer we eens zo gelukkig of ongelukkig waren als Sint- Annaland en we kregen een toewijzing van 50 woningen, is er dan grond genoeg. Hij is verder blij, dat B. en W. en nu ook de raad zo-even een woning onbewoonbaar verklaarden, maar dok de toestand van de woning H. v. Zetten is onhoudbaar. Ze ligt circa 1J4 meter beneden de straat. Ver der wenst dhr. op den Brouw op te merken,

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1955 | | pagina 1