WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEK EN ST.FILIPSLAND WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Huurverhoging en Huurcommissie Zijt ge ook bereid tot (mede)samenwerking Herverkaveling Tholen zes inplaats van vijl jaar „B.B.-verwachting" in Tholen. De Redactie legt li in deze pagina's voort Van de herverkavellngs- commissie Zeeland. WEERPRAATJE Duitse professor (F, Baur) voorspelt een zachte winter» lie Jaargang No. 51 4 November 1955 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Ring 66, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen of moeten daar binnen zijn Na veel wikken en wegen, zelfs na een kabinetscrisis, is de huur van woonhuizen met ingang van 1 September j.l. verhoogd. Deze huurverhoging is 5 van de huur op 31 Augustus 1955. Zij geldt automatisch voor de volgende woningen: a. Een woning die voor 27 December 1940 is gebouwd. b. Een woning die tussen 27 December 1940 en 5 Mei 1945 is gebouwd en waarvan de huur op grond van het Besluit bijzondere huurprijzen nader is vastgesteld. Voor woningen die na de oorlog zijn ge bouwd, geldt de huurverhoging dus niet automatisch. Ook de huur van gebouwen die geen woonhuizen zijn, gaat niet zonder meer met 5% omhoog. Voor deze gebouwen, dat zijn dus winkelpanden, pakhuizen, werkplaatsen, fabrieken e.d., geldt een maximum huurprijs, die thans 5% hoger is dan de huur per 31 Augustus 1955. De huurder en de verhuurder van een za- kenpand moeten dus bij overeenkomst de nieuwe huur nader vaststellen, waarbij zij de maximum grens van 105% van de vorige huur in acht moeten nemen. Deze nadere overeenkomst kan alleen wor den gemaakt bij afloop van het lopende huurcontract. Heeft dus iemand een winkel pand gehuurd voor de periode 1 Juli 1955 tot 1 Juli 1956, dan kan de verhuurder pas per 1 Juli 1956 een hogere huur vragen. De huurder zal zich immers beroepen op het huurcontract, waarin tot 1 Juli 1956 een zekere huur is overeengekomen. Is er geen huurcontract, dan is het plaatselijk gebruik beslissend. Als het dus in de plaats of in de streek waar het onroerend goed is gele gen, gebruik is dat van Mei tot Mei wordt gehuurd, dan kan de huurder eerst per 1 Mei 1956 de hogere huur vragen. Verder geldt de huurverhoging ook niet voor onbewoonbaar verklaarde woningen. De huurprijs hiervan blijft gelijk aan die per 31 Augustus 1955. Nu kan het voor komen dat in een zekere straat of wijk een rij huizen staat die eigenlijk voor onbewoon baarverklaring in aanmerking zouden ko men. Maar in verband met de bepalingen die daarvoor gelden, is deze onbewoonbaar verklaring niet gewenst. Hoewel de huur der dus een huis bewoont waarop terecht nogal het een en ander aan te merken is, zou hij toch de 5% huurverhoging moeten betalen. Om deze onbillijkheid weg te nemen is in de Huurwet een artikel opgenomen, krach tens hetwelk de minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting de bepaling dat de huur van onbewoonbaar verklaarde wonin gen niet wordt verhoogd, ook van toepas sing kan verklaren voor andere woningen, n.l. als die naar zijn oordeel ongeschikt zijn ter bewoning en niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbare staat kun nen worden gebracht. Dit hetinnert ons aan de verplichting van de verhuurder om het onroerend goed zo danig te onderhouden, dat het geschikt is tot het gebruik waarvoor het verhuurd is. Bij de behandeling in de Tweede Kamer van de laatste huurverhoging, is door som migen gepleit voor het opnemen in de wet van een onderhoudsverplichting voor de verhuurder. Zou de verhuurder deze ver plichting niet nakomen, dan zou hij ook geen recht hebben op de 5% huurverhoging. Aan dit verlangen is echter niet voldaan, omdat in het Burgerlijk Wetboek, dat de overeenkomsten van huur en verhuur regelt, ook reeds is voorgeschreven dat de ver huurder verplicht is het verhuurde te on derhouden. Toch is in de Huurwet thans een bepaling opgenomen die er voor zorgt dat de ver huurder niet kan volstaan met de huurver hogingen te incasseren, zonder iets aan het huis te doen. Deze bepaling geldt alleen voor woningen, dus niet voor zakenpan- den e.d. De huurder van een woning waarvoor de huurverhoging automatisch geldt, kan ver zoeken om te beslissen dat die woning als gevolg van verwaarlozing, welke aan de verhuurder is te wijten, kennelijk niet vol doet aan de eisen, die daaraan in verband met instandhouding en bewoonbaarheid re delijkerwijze kunnen worden gesteld en dat op grond daarvan gedurende de tijd dat de woning in deze toestand verkeert, de huurverhoging van 5% per 1 September 1955 niet zal plaats hebben. Deze beslis sing wordt genomen door burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de wo ning is gelegen. Behalve de huurder, heeft ook degene die krachtens huurbescherming het genot van een woning heeft het recht de hiervoor genoemde beslissing te vragen. In grotere gemeenten, die door de Kroon zijn aangewezen, is er voor deze beslissin gen een speciale commissie in het leven ge roepen, de z.g. huurcommissie. Deze com missies worden door de gemeenteraad inge steld. Zij bestaan uit een voorzitter en een aantal vice-voorzitters en leden. Dit aantal wordt door de gemeenteraad vastgesteld. De commissie heeft verder een secretarie-amb tenaar als secretaris. De voorzitter, vice- voorzitters en de leden worden benoemd door de gemeenteraad. Zij treden om de drie jaar allen tegelijk af en zijn dan ter stond weer benoembaar. Aan de bheandeling van een verzoek be hoeft niet de voltallige commissie te pas ko men: de commissie beraadslaagt over een verzoek n.l. met een voorzitter of een vice- voorzitter en twee leden. Niemand van de commissie mag deelnemen aan de behande ling van verzoeken waarbij zijn onpartijdig heid in het gedrang komen. Dit kan o.a. het geval zijn als het verzoek betrekking heeft op een huis dat aan het commissielid zelf of aan zijn familie of vrienden behoort. Het verzoek om een beslissing moet voor elke woning afzonderlijk in tweevoud bij de gemeente-secretarie worden ingediend. Wordt het door de huurder ingediend, dan moet deze daarvoor van een bepaald formu lier gebruik maken. Bij het indienen van het verzoek moet 5,- worden betaald. Een exemplaar van het verzoek wordt aan de andere partij, dus aan de eigenaar gezon den. Ook hier gebeurt er dus niets achter de rug van de eigenaar om. Deze kan bin nen een maand nadat het afschrift van het verzoek aan hem is gezonden, een verweer schrift indienen bij burgemeester en wethou ders of bij de huurcommissie. Hierin kan hij dus het achterwege blijven van het on derhoud verdedigen. Wordt dit verweer schrift niet op tijd of helemaal niet inge zonden, dan wordt het verzoek van de huur der zonder meer toegewezen. Iemand die een afschrift van een verzoek van zijn huur der ontvangt, kan deze kwestie dus niet op lange baan schuiven. Hij moet direct ant woorden. Als wel tijdig een verweerschrift wordt ingediend, dan wordt door B. en W. of door de huurcommissie een onderzoek inge steld, waarna zo spoedig mogelijk de be slissing volgt. Het is voor de huurder van groot belang te weten, dat het verzoek alleen wordt ingewilligd op de gronden die hij zelf daarvoor heeft aangevoerd. Moti veert hij zijn verzoek dus door te wijzen op een lek dak, maar blijkt bij het onder zoek dat het dak dicht is, dan wordt het verzoek niet toegewezen, zelfs al zou de ambtenaar bij het onderzoek geconstateerd hebben dat de familie bijna door de vloer gaat. Het verzoek moet dus gemotiveerd worden met alle grieven die men heeft. Wordt het verzoek ingewilligd, dan be taalt de huurder dus geen 5% huurverho ging en ontvangt hij ook zijn 5,terug. De beslissing wordt aan beide partijen toegezonden. Bij inwilliging van het ver zoek wordt ook een exemplaar van de be slissing gezonden aan de huuradviescom missie en aan de Inspecteur der Belastingen. Bij het nemen van hun beslissingen moeten burgemeester en wethouders, c.q. de huur- commissies zich houden aan de richtlijnen die door de Minister zijn gegeven. Daarin is o.a. voorgeschreven dat moet worden na gegaan of de algemene toestand, waarin de woning als gevolg van verwaarlozing ver keert, zodanig is, dat de instandhouding en bewoonbaarheid in ernstige mate worden ge schaad. Er zal dus het een en ander aan de woning moeten mankeren voor er kans is dat een verzoek wordt ingewilligd. Dat is trouwens ook de bedoeling, want het gaat om sprekende uitzonderingsgevallen. Verder hebben alleen serieuze huurders kans van slagen, want als de toestand van de woning een gevolg is van ruwe bewo ning, slordigheid, onreinheid enz. van de huurder, wordt het verzoek afgewezen. Heeft de Huurcommissie eenmaal beslist dat de verhuurder geen recht op huurverho ging heeft, dan wil dat niet zeggen dat dit nu altijd zo moet blijven. Als de verhuur der het achterstallige onderhoud alsnog laat uitvoeren en de woning weer normaal voor bewoning geschikt is, kan hij een verzoek indienen om te beslissen dat aan de toe stand van verwaarlozing een einde is ge komen, zodat hij van zijn huurder de ver hoogde huur kan vorderen. De huurcom- missies zullen het ons intussen niet euvel duiden als wij hun weinig werk toewensen, terwijl wij de huurders en verhuurders ad viseren hun onderhoudskwesties zelf op vreedzame wijze te regelen. De huurder zal daarbij rekening moeten houden met het feit dat de „onderhoudszeden" in de jaren na de oorlog sterk veranderd zijn. Hij kan op grond van de huurverhogingen niet van de verhuurder vragen dat deze nu ook op voor oorlogse wijze voor het onderhoud zorgt. Zo is het thans vrijwel overal gebruikelijk, dat het vernieuwen van het behang voor rekening van de huurder komt, terwijl dit vroeger voor rekening van de verhuurder kwam. Deze eenmaal gevormde gewoonte blijft gehandhaafd. Verder mag een huurder nooit op eigen initiatief onderhoudswerk voor rekening van de verhuurder uitvoeren. Daarvoor heeft hij een machtiging nodig van de kantonrechter, die dan bovendien nog uitdrukkelijk moet bepalen welk deel van de gemaakte kosten door de huurder op de huur in mindering mag worden gebracht. (Nadruk verboden). Eén dag nadat ons vorig nummer was uitgekomen, in welk nummer werd herinnerd aan het feit, hoe men in Tholen 10 jaar geleden herdacht dat het eiland één jaar daarvóór bevrijd was, één dag daarna werd de grote demon- stratieve B.B.-oefening „Verwachting" gehouden. Alvorens van die oefening een kort resumé te geven, willen we herinneren aan de gedachten, welke in Tholen tien jaar geleden bij velen opkwamen. De ge dachte namelijk, dat men nü wel bevrijd was, maar dat het zeker geen tien jaar zou duren of men zat weer in een oorlog. Daar zat niet zoveel ongerijmds in. De toestand zag er toen waarlijk niet rooskleurig uit. En menigeen liet het niet bij denken, maar zei ronduit: „Eer we tien jaar verder zijn, hebben we hier de Russen." Gelukkig maar, dat die gedachte geen werkelijkheid is geworden. Des te ongerijmder is het, dat er in Tholen tien jaar later een B.B.-oefening moet worden gehouden onder het motto „Verwachting". Immers, deze „verwachting" slaat op een toename van B.B.-ers, waai er juist in Tholen nog de minste animo blijkt te zijn om zich te voegen bij een organisatie, in het leven geroepen door de Overheid, die ten doel heeft: DE ZELFBE SCHERMING. Hopenlijk wordt de verwachting inzake het thans spontaan toetreden tot deze organisatie minder beschaamd, dan de oefening „Verwachting" misschien de Thole naars beschaamde. EEN VERTRAAGDE FILM Is deze oefening dan misschien niet ge slaagd Of had men er iets anders van verwacht Dit laatste lijkt ons het meest waarschijnlijke. En dan vergeet men het doel. Het doel was voor ditmaal niet zozeer het stond althans niet op de eerste plaats dat de B.B.-ers hier zelf zoveel van zou den leren, maar het „meer bekendheid te ge ven aan de werkwijze van de plaatselijke- en kringorganisatie B.B. Daarom vooral begon Zaterdag 29 October 1955 elf jaar na de bevrijding van Tholen daar een oefening van de Bescherming Bevol king. Een oefening die werd ingeluid met nagebootste bominslagen. Een oefening bo venal, waarbij het demonstratieve karakter voorop stond en waardoor een enigszins oneigenlijk beeld ontstond. Waardoor het ook meer het karakter kreeg van een ver traagde film, opdat de toeschouwers de diensten afzonderlijk aan het werk zouden zien. Daarom waren er in de omgeving Kerkstraat, Markt en Schoolstraat Zaterdag jl. de volgende phasen te zien: 1. het werk van de blokploeg. Omdat er tot dusver in Tholen nog geen blok ploeg gevormd kon worden (en het is juist de enige gemeente op ons eiland, waar er twee moeten zijn) was een be roep gedaan op die van St. Annaland. Onder leiding van het plaatselijk hoofd wijze was het welhaast niet anders mogelijk. En zo hebben Zaterdag jl. heel wat Tho- lenaars met talrijke genodigden, die op een of andere wijze bij de B.B. zijn betrok ken, gezien, wat het werk is van een blokploeg, hoe de brandweer (ook in sa menwerking met een zustercorps) al zoveel sterker staat in haar geoefendheid in verge lijking met vroeger, hoe nuttig het is, wan neer men een E.H.B.O.-cursus heeft gevolgd en hoe er weloverwogen gewerkt moet worden door een opruimings- en reddings ploeg. Heel wat minder in het oog vallend, maar daarom toch niet minder belangrijk was ook tijdens deze oefening het werk van de ver bindingsdienst (VBD) onder leiding van de heer J. A. Sakko, terwijl de deelnemers het aan de lijve of letterlijk gezegd, het in hun magen hebben ondervonden, dat er ook een ploeg is opgetreden van de Dienst Sociale Verzorging (DSV). Bij de verbindingsdienst is ook nu weer gebleken, dat één lijn voor een dergelijke stroom van berichten onvoldoende is. Al was het dan in hoofdzaak demonstra tie, ook van deze oefening is door de deel nemers weer geleerd. Geleerd, hoe een di recte melding, een juiste weergave, een bo venal harmoniërende samenwerking van ge weldig veel belang is. En nu de toeschouwers En nu de „ver wachting" Is het alleen maar gezien als „wat flauwe kul" (Hopenlijk blijft het dat) Alleen maar fouten ontdekt Alleen maar gelachen om een „dwaze vertoning" Al léén maar gedacht aan een luchtbescher mingsdienst in vroeger jaren, die het er niet zo best heeft afgebracht Alléén maar cri- tiek Alléén maar egoïsme Dit laatste beslist niet. Althans niet het goede egoïsme. Want het goede egoïsme zit in de B.B. Daarbij gaat het om zelf bescherming. Om het eigen ik, om dat van II en Uw vrouw, Uw zoontje en Uw doch tertje, om onszelf. Toegegeven, als Nederlanders zijn we dikwijls te nuchter voor een spelletje. En als de nood aan de man komt, zijn er niet zo heel veel die achterblijven. Maar dit is geen spelletje. „Het loopt toch altijd anders uit", zegt U. Dat zal wel. Geloof maar niet dat er door een goede B.B. alles te redden valt bij een Huurverhoging Twee blokploegen zijn in Tholen nodig Duitse Professor voorspelt een zachte winter In de raad Oud-V os semeer wordt een verzoek om schoolbanken afgewezen en vraagt men betere verlichting St. Filipsland gaat in beroep bij de Kroon Verhoogd crediet gevraagd voor thoolse verkaveling Misplaatste ernst is nog onverdragelijker dan misplaatste scherts Capel ramp, bij een oorlog. Maar de middelen moeten wel worden waargenomen. En daar om ook de oefeningen. Wanneer men negatief gaat doorredene ren, waarom dan een leger, dat toch wel onder de voet gelopen zal worden, waarom dan een brandweer, omdat het in-brand ge raakte pand er toch vrijwel altijd aangaat. Waarom dan een dokter, omdat niemand uiteindelijk aan de dood ontkomt. Natuurlijk is dit overdreven. Maar dat is ook een ne gatief blijven tegenover de B.B. Meer respect kan men opbrengen voor iemand die het ons aldus zei: „Ik ben B.B.- er geworden omdat ik vroeger altijd zo'n ontzaglijke critiek heb gehad op de lucht beschermingsdienst. Nu kan ik toch moei lijk achterblijven, wanneer de B.B. een be roep op me doet. Want alleen critiek is negatief". Wanneer men er zo over denkt, heeft men niet de overtuiging, dat de B.B. nu een organisatie is, waarvoor men de duim opsteekt, maar wel dat het een pogen is om iets goeds te bereiken. En met die gedachte zal de uiteindelijke verwachting van de Thoolse B.B.-oefening „Verwachting" niet beschaamd worden. Zelfbescherming aldaar, de heer J. D. Jagt, trad deze bij „Verwachting" in Tholen op. 2. Het werk van het mobiel geneeskundig team (MGT) uit St. Maartensdijk, onder leiding van de heer D. M. Treurniet. Commandant hiervan is dokter A. A. Kugel uit Poortvliet. 3. Het werk van de mobiele reddingsploeg (MRP). Hiervoor was gevraagd de ge oefende ploeg van Bergen op Zoom on der leiding van de heer Lippens. 4. Het werk van de plaatselijke brandweer onder leiding van de heer S. van Dui- vendijk, later geassisteerd door een brandweereenheid uit de Kring, nl. die van Oud-Vossemeer onder commando van de heer T. M. Hage. 5. Het werk van de plaatselijke dienst so ciale verzorging (DSV) onder leiding van mevrouw Looysen. Niet zoals het gewoonlijk bij deze oefenin gen gaat zag men bovengenoemde groepen aan het werk, nl. als een samenvloeien en samengaan van verschillende diensten, maar zoals reeds gezegd als bij een vertraagde film in afzonderlijk verband om later toch nog die samenvloeiing te bereiken. Achteraf beschouwd had het misschien nog meer effect opgeleverd, wanneer de oefening op normale wijze was uitgevoerd, maar voor het demonstreren van de werk Door bijzondere omstandigheden had de Herverkavelingscommissie sedert Juli geen bijeenkomst meer gehad. Voor de October- vergadering lag er dus een grote agenda, waar men zich echter vlot doorwerkte. De vergadering stond onder voorzitterschap van Mr. A. J. v. d. Weel. Blijkens de tot dusverre verkregen gege vens zullen 26 landbouwers uit de Herver- kavelingsgebieden volgend jaar naar de Noordoostpoldet verhuizen en hun gronden achterlaten ten behoeve van de sanering. Tevens is aan een drietal boeren een bedrijf in de Braakmanpolder toegezegd. De Herverkavelingscommissie nam met dankbaarheid kennis van het Ministeriële besluit om ten behoeve van proefnemingen met bulldozeregalisaties 1 millioen gulden extra crediet beschikbaar te stellen. Deze proeven zijn zoals bekend inmiddels begon nen en blijken zeer bevredigende resultaten af te werpen. Behalve een besparing leve ren deze werken ook een tempowinst op. Zoals reeds is bekend geworden zijn aan de Gemeente St. Annaland 50 bouwvolumes toegewezen ten behoeve van de krotoprui ming in herverkavelingverband. Het over leg met de betrokkenen is inmiddels begon nen. Het is niet mogelijk gebleken de toe gezegde bouwvolumes eventueel over te dragen aan andere gemeenten. Het Secreta riaat heeft aan de vergadering de werkplan nen voor 1956 voorgelegd. Op de Rijksbe groting is voor de Herverkaveling Zeeland een bedrag van 40 millioen uitgetrokken. Geleerd door de ervaringen van voorgaan de jaren zal een straffe programmering wor den gevolgd, zodat nu besloten moet wor den hoe de werken zullen worden uitge voerd en de beschikbare gelden zullen wor den verdeeld. Er is een voor 1956 schema opgesteld, waarbij op Schouwen-Duiveland 22 millioen gulden zal worden verwerkt, op Tholen 11 millioen, in Waarde 1 millioen en in de Zak van Zuid-Beveland 6 millioen. Voor wegen en waterlopen zal in totaal 13,5 millioen verwerkt worden en voor complex- werken 14 millioen. De vergadering hechtte haar goedkeuring aan de voorgelegde plan nen. Uiteraard zal bij de uitvoering wel eens moeten worden afgeweken van de aan vankelijk gekoesterde gedachten, doch de grote lijnen zullen, zoals boven omschre ven is, worden gehandhaafd. Voorts werd behandeld een verzoek van het blok Tholen om het crediet voor de uit voering van de Herverkaveling op Tholen te verhogen met 16,9 millioen. De verga dering stemde er mee in, dat dit verzoek aan de Minister zal worden voorgelegd. Indien het wordt goedgekeurd, moet er op worden gerekend, dat de werken op Tho- len, inplaats van in 5 jaar, in 6 jaar zullen worden uitgevoerd en dus omstreeks 1960 pas zullen gereedkomen. Het meerdere cre diet dient o.a. gebruikt te worden voor de uitbreiding van het oorspronkelijk vastge stelde wegenplan. Het is n.l. gebleken, dat door het vele kleinbedrijf op Tholen meer wegaanleg noodzakelijk is dan was voor zien. Het meerdere crediet dient verder groten deels voor meerdere egalisatiewerken. De oorspronkelijke gedachte bijdrage van be langhebbenden in Tholen zal overeenkom stig moeten worden verhoogd. Voor de financiering van erfbeplantingen is thans een regeling goedgekeurd welke in houdt, dat de kosten van planopmaken, enz. voor rekening van de Herverkavelingscom missie komen, alsmede de kosten van toe zicht op uitvoering en onderhoud geduren de twee jaar. Voorts financiert de Herver kavelingscommissie de kosten van aanleg, voorzover het betreft uitbreiding en/of ver betering, echter onder aftrek van een gering bedrag voor de geschatte waardevermeerde ring, die voor rekening van de betrokkene is. Voor nadere bijzonderheden omtrent deze regeling kan men zich tot de Bureaux van Uitvoering wenden. Uitvoerige discussies werden gevoerd over een door het Secretariaat voorgelegde nota over de uitvoering van de sanerings maatregelen. Algemeen leeft de gedachte, dat de sanering in de Herverkaveling Zee land spoedig zal worden uitgevoerd. In de vergadering bleek echter, dat er nog tal van problemen onopgelost zijn, zodat het nog te vroeg is om nadere mededelingen hierover te doen. Aan de Minister van Landbouw zal worden verzocht zijn oordeel over de gedachte uitvoeringswijze kenbaar te maken. Dankzij de gunstige resultaten met de machinale uitvoering heeft het Bureau van Uitvoering Schouwen-Duiveland deze zo mer op een aantal werkzaamheden minder behoeven uit te geven, dan geraamd was. Met behulp van deze besparingen kunnen thans nog een aantal werken worden uitge voerd, die bijzonder dringend zijn. Het be treft hier voornamelijk een aantal kleinere werken die door de Grontmij en de Heide- mij in regie zullen worden uitgevoerd tot een bedrag van 1J^ millioen. Maar het K.N.M.I. denkt er (terecht) het zijne van. (Van onze weerkundige medewerker) Eind vorige week kwam er een berichtje op de telex van de Dag- en Nieuwsbladen, waarin met enkele regels stond vermeld dat professor F. Baur te Bad Homburg (een bekend meteoroloog) voor Duitsland een zachte winter had voorspeld. Hij grondt zijn voorspellingen op het toe nemen van de zonnevlekkenactiviteit in de afgelopen zomermaanden, terwijl de komen de winter tevens een winter is na een elf jarig zonnevlekkenminimum en dergelijke winters, aldus Bauer, zijn in de regel zach ter dan normaaL Nu kunnen wij ons in ons veertiendaags weerpraatje hierop niet al te uitgebreid in gaan, maar het is interessant te lezen hoe o.a. Dr. W. van der Bijl (van het K. N, M. I. te De Bilt) evenals professor Dr. S. W. Visser in het tijdschrift Hemel en Dampkring, deze professor Franz Baur op onjuistheden hebben betrapt, dit resp. in het Septembernummer van 1952 en in het Mei nummer van 1950 van genoemd tijdschrift. Weersverwachtingen op lange termijn, al dus Dr. van der Bijl, zijn zowel belangrijk als moeilijk. Van het eerste is een ieder overtuigd; van het tweede maar weinigen. Niet alleen de leek, maar ook sommige kun dige onderzoekers onderschatten deze moei lijkheden. Tot deze laatsten behoort ook professor Dr. Franz Baur, destijds directeur van een Duits Meteorologisch Instituut, hetwelk zich bezig hield met deze voorspellingen op lan ge termijn. In Mei 1945 verdween dit in stituut, maar professor Baur voelde er niet voor een ondergeschikte baan te krijgen bij het Duitse Meteorologische Instituut te Bad Kissingen, met als gevolg dat hij de laatste jaren „Privatgelehrter" is gebleven. VOORSPELLING NIET OFFICIEEL In dit verband zouden wij er al dadelijk op willen wijzen dat de voorspelling van een zachte winter geheel op naam en ver antwoording van professor Baur komt, en niet is uitgegeven door een Duits weer kundig instituut zoals in ons land het K. N. M. I. te De Bilt. Het zou niet juist zijn alles af te kraken wat professor Baur op het gebied van voor spellingen op langere termijn heeft gedaan. Met succes heeft hij in de oorlogsjaren en kele strenge winters reeds in de herfst we ten aan te kondigen, maar in November 1951 begon Baur al met twee voorspellin gen uit te geven. Zijn laatste voorspelling was dat de winter van 1951-1952 een koude winter moest worden, de herfst voldeed aan alle voorwaarden waarbij in de periode van 1865 tot 1950 een strenge winter was ge volgd. Maar de winter werd zacht De laatste jaren hebben wij maar weinig daverende dingen meer van professor Baur gehoord, althans geen voorspellingen. Plot seling verscheen er nu vorige week dat be richtje over een zachte winter, hetwelk Baur waarschijnlijk aan journalisten zal hebben verstrekt, daar anders „Reuter" dit bericht niet zo maar op het Europese telexnet zou hebben gezet, VERLEDEN JAAR ZONNEVLEKKEN-MINIMUM Zoals wij al schreven, baseert Baur zijn voorspelling op het feit dat de zonnevlek ken-activiteit sterk toeneemt en de winter één jaar na een zonnevlekkenminimum in de regel zacht is. Wanneer wij niet verder van huis gaan, ruim 50 jaar, dan zien wij dat de jaren 1901, 1913, 1923, 1933 en 1944 evenals 1954, een zonnevlekkenminimum te zien ga ven. De winters welke één jaar na deze zon- nevlekkenminima voorkwamen, waren te De Bilt vrijwel alle zachter dan normaal. In afwijking met de normale was de winter van 1902-1903 +0.8 gr C te zacht; de win ter 1914-1915 +1,4 gr C; de winter 1924- 1925 +1,7 gr C; de winter 1934-1935 +2,4 gr C; de winter 1945-1946 0.1 gr C te koud. Dit zijn de afwijkingen van de gemiddel de etmaaltemperaturen te De Bilt gemeten. Hieruit blijkt dat in de meeste gevallen deze winters zacht tot zeer zacht waren, alleen de laatste winter, die van 1945-1946 vrijwel normaal. SOMS OOK STRENG Nu hebben wij voor de aardigheid eens de moeite genomen om nog even verder terug te bladeren en zo blijkt dat ook in de jaren 1843 en 1889 een zonnevlekken-

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1955 | | pagina 1