WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND
Drastische
onderwijshervormingen
op
komst.
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
RAADSVERSLAG ST. ANNALAND
GARANTIE VOOR HET GROENE KRUIS.
OVER OUDE EN NIEUWE STRAATNAMEN.
WAT GAAT ER EIGENLIJK ALLEMAAL GEBEUREN?
De Redactie legt U in deze pagina's voor:
En de overdenking van deze week is, dat er drie
middelen zijn om verstandig te worden: nl. nadenken
het edelste, navolging het gemakkelijkste en ervaring
het bitterste.
RAADSVERSLAG POORTVLIET.
Het Brandweerwezen Ontslag en benoeming
lantaarnopsteker De Paasdijkweg moet ver
beterd worden.
lie Jaargang No. 33
1 Juli 1955
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer ƒ0.05
.Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
(Door een onderwijsdeskundige)
Op het congres van de Nederlandse Chris
telijke Landarbeidersbond, dat enige dagen
geleden werd gehouden te Putten, heeft de
heer Hey uit Ede, secretaris van de C. B.
T. B. een tipje opgelicht van de sluier, die
er momenteel nog hangt over de plannen tot
onderwijshervorming op grote schaal, welke
sedert geruime tijd in studie zijn op het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen. De heer Hey zeide n.l. o.m.
dat naar alle waarschijnlijkheid volgend
jaar de leerplicht met een negende leerjaar
zal worden uitgebreid.
Zijn wij goed ingelicht, dan staan de vol
gende wijzigingen van het lager, middelbaar
en hoger onderwijs op stapel:
1.
6.
7.
8.
Invoering van een negende leerjaar
op de lagere school.
Erkenning en gelijkstelling van het
kleuteronderwijs met het L.O.
Uitbreiding van het V.G.L.O.
Opheffing van de U.L.O.-scholen.
Uniformering van de leerboekjes op de
lagere scholen.
Verlegging van de aanvang van het
schooljaar voor alle categorieën van
onderwijs van de le September naar
de le Januari.
Examens uitsluitend in de maand No
vember.
Instelling van de titel „register-inge-
nier" voor technici, die niet in Delft
of Wageningen afgestudeerd zijn.
Wanneer we puntsgewijs deze hervormin
gen even onder de loupe nemen, dan stellen
we ons voor, dat punt één bij heel wat
ouders bezwaren zal opleveren. Voorname
lijk voor de kinderen, die toch niet verder
leren, heeft nog verdere verlenging van de
leerplichtperiode tot op zekere hoogte wei
nig zin. Wanneer we hier echter tegenover
stellen, dat nog steeds ca 60% van het Ne
derlandse volk geen eenvoudige brief kan
schrijven zonder taaL en/of stijlfouten, dan
moet er toch wel ergens iets haperen aan
het lager onderwijs.
Punt 1 is min of meer gekoppeld aan de
punten 3 en 4. Vooral punt 4 zal nog wel
enige tegenstand ontmoeten in de onderwijs
wereld. De finale opheffing van de U.L.O.-
scholen wil evenwel niet zeggen, dat het
Uitgebreid Lager Onderwijs verdwijnt. In
tegendeel. Volgens de plannen, welke men
thans in Den Haag uitwerkt, wil men het
gewone zesklassige lager onderwijs geheel
handhaven. In de laatste drie leerjaren, 7,
8 en 9, wil men de leerlingen gaan splitsen
naar de begaafdheden en beroepskeuze. Men
stelt zich voor, dat de leerling, die de 6
klassen van de lagere school met goed ge
volg heeft doorlopen, te plaatsen in de 7e
klasse, hetzij voor V.G.L.O., dan wel voor
U.L.O. In de practijk zal dit dus betekenen,
dat op de duur iedere lagere school tevens
een school wordt voor V.G.L.O. en U.L.O.
Het zal ook betekenen, dat men twee zeven
de klassen krijgt op iedere school; hetzelfde
geldt uiteraard voor de achtste en negende
klasse, tenzij een nevenplan zal kunnen
worden verwezenlijkt, dat inhoudt, dat in
een bepaalde gemeente de ene school uit
sluitend V.G.L.O.-onderwijs geeft in de drie
hoogste klassen en de andere school uit
sluitend U.L.O.-onderwijs. Dat dit nog wel
tegenstand zal ontmoeten t.o.v. de religie,
behoeft wel geen betoog.
De invoering van het negende leerjaar
wil evenwel geenszins betekenen, dat alle
kinderen deze negen jaren op de lagere
school in haar nieuwe vorm zullen moeten
uitzitten. Integendeel. Aan het einde van
ieder schooljaar, aanvangende na het 6e,
zullen bepaalde leerlingen in de gelegenheid
worden gesteld om over te gaan naar an
dere onderwijsinrichtingen. We denken in
dit verband aan de Huishoudschool, Lagere
Land- en Tuinbouwschool, Technische
school (Ambachtschool), H.B.S., Gymna
sium, Grafische Vakschool, enz. In dit op
zicht zal er dus weinig veranderen, aange
zien b.v. een meisje, dat de zes klassen van
de lagere school met goed gevolg heeft
doorlopen, onmiddellijk geplaatst zal kun
nen worden op een Huishoudschool. Alleen
zal zij, doordat de leerplicht met één jaar
verlengd wordt, inplaats van twee, drie
jaren moeten doorbrengen op de Huishoud
school, wat o.i. in het geheel geen bezwaar
is. Ook aan de huishoudelijke kennis van
tienduizenden jonge vrouwen mankeert nog
wel het een en ander.
Punt 5 juichen we van harte toe. Zoals
de toestand momenteel is, dat er op de Ne-
derlandsee lagere scholen 1001 leerboekjes
zijn, kunnen we gevoegelijk spreken van een
onzinnige toestand. Uniformering zal b.v.
ten gevolge hebben, dat een vast leerplan
gelijktijdig in alle Nederlandse lagere scho
len gevolgd wordt. Voor een kind, dat b.v.
wegens verhuizing naar een andere plaats,
op een andere school komt, zal dit na de
uniformering der leerboeken geen enkele
moeilijkheid meer opleveren. Momenteel kan
men constateren om maar eens 'n scherp
voorbeeld te stellen -- dat kinderen in een
derde klas van een stadsschool, soms ver
der zijn dan de kinderen in een vierde klas
van een school op het platteland.
Over punt 2 behoeven we weinig te zeg
gen. De erkenning en gelijkstelling van het
kleuteronderwijs met het lager onderwijs is
al geruime tijd in de pen en niemand zal
daartegen een bezwaar kunnen hebben. Is
dit éénmaal een feit, dan zal de kleuter
school voor 100% kunnen dienst doen als
instituut voor voorbereidend lager onder
wijs. Reeds thans zijn er lagere scholen,
waaraan een kleuterschool verbonden is, zo
dat de leerling op 6-jarige leeftijd automa
tisch kan overgaan naar de gewone lagere
school, een en ander met inachtneming van
de wettelijke bepalingen ten aanzien van
de aanvang van het schooljaar. Voor zover
bekend ligt het niet in de bedoeling het kleu
teronderwijs verplicht te stellen.
Wat de aanvang van het schooljaar be
treft, dit heeft in de loop der jaren al heel
wat tongen en pennen in beweging ge
bracht. Op advies van het Ministerie zijn de
laatste scholen in ons land, waarop het cur
susjaar per 1 April begon, overgestapt op
de le September. Dit heeft weliswaar heel
wat voeten in de aarde gehad en met name
op het platteland had men min of meer
steekhoudende bezwaren. Een dezer bezwa
ren tegen verschuiving van 1 Apjril naar
1 September, die veel gehoord werd, kun
nen wij wel onderschrijven: Het kind, dat op
1 April op 6-jarige leeftijd naar school
gaat, acclimatiseert beter gedurende de dan
komende zomermaanden, dan het kind. dat
op 1 September in de bank komt, omdat
deze laatste vrijwel onmiddellijk de koude
Wintermaanden tegemoet gaat. Evenwel, een
algehele uniformiteit was hard nodig, te
meer ook omdat reeds vele, jaren de insti
tuten voor middelbaar onderwijs per 1 Sept.
aanvangen.
Het nieuwe plan aanvang van het
schooljaar gelijk met het kalenderjaar is
in wezen revolutionair. Ook dit plan zal
wel veel tegenstand ontmoeten op de weg
naar de status van wet. Maar er zitten on
tegenzeggelijk vele goede facetten aan.
In de eerste plaats wordt het cursusjaar
door de zomervacantie als het tfrare in twee
stadia gesneden. De leerling heeft dan een
lange periode om uit te blazen, van ont-
ontspanning te genieten en kan dan weer
fris en monter aan de tweede, bovendien
kortere, doch zwaardere periode beginnen
en werken voor de overgang.
In de tweede plaats zal de vacantiesprei-
ding ook beslist een noodzaak voor ons
land gemakkelijker plaats vinden. In ver
band met het feit, dat ook de examens dan
niet meer in de zomer zullen plaats vinden
waarover straks nog een enkel woord
zullen de zomervacanties uitgesmeerd kun
nen worden over de periode 15 Mei15
September.
Of deze verschuiving van de le Septem
ber naar de le Januari op één keer moet
geschieden, is niet bekend. Persoonlijk zou
den we voelen voor een geleidelijke ver
schuiving. Bijv. gedurende 2 of 3 jaren
1 October; daarna 2 of drie jaren 1 Novem
ber, dan nog eens 2 of 3 jaren 1 Dec. en
daarna definitief 1 Januari. Voor de leer
lingen, die gedurende deze verschuivings
periode de diverse scholen bevolken, zal
zulks inhouden, dat zij 14 maanden langer
zullen doen over hun leertijd, doch dit lijkt
ons geen overwegend bezwaar.
In de derde plaats is ook het grote voor
deel van de verschuiving naar 1 Januari,
dat dit ook automatisch een "verschuiving
inhoudt van de examentijd. Reeds vele jaren
zijn er stemmen opgegaan om de examen
periode, die momenteel valt tussen ongeveer
half Mei en eind Juli, naar een andere
periode te verschuiven, omdat de warme
weken van het jaar nu niet bepaald bizonder
geschikt zijn voor de examens. Een ver
schuiving naar de periode 130 November
lijkt ons derhalve zeer aanbevelenswaardig
en wij kunnen ons niet voorstellen, dat hier
tegen veel bezwaar zal zijn.
Ten slotte is ook nog van belang de in
stelling van de titel „Register-ingenieur",
welke titel gevoerd zal mogen worden door
niet-academisch gevormde technici. Zij zul
len echter, ter verkrijging van deze nieuwe
titel, gedurende een bepaalde periode (25
jaar) werkzaam geweest moeten zijn in een
bedrijfstak van middelbaar technisch niveau.
Waarschijnlijk zal bij de invoering een re
delijke overgangstermijn worden gesteld. In
ieder geval zullen zij, die in het bezit zijn
van een einddiploma M.T.S. onmiddellijk de
nieuwe titel kunnen voeren. Zij zullen „ing."
achter hun kwaliteit mogen plaatsen.
Woensdag 29 Juni jl. kwam de voltallige
gemeenteraad te St. Annaland in openbare
vergadering bijeen. De hier meer weinig ter
zake doende ingekomen stukken werden
voor kennisgeving aangenomen.
Ook verschillende nieuwe uniforme sa
lariswijzigingen of regelingen gingen zon
der meer onder de hamer door.
Voorlopig vastgesteld werd het exploi
tatiebedrag openbaar lager onderwijs over
1954. De totale kosten beliepen 4582,66.
Naar een norm van 26,02 per leerling
was er in totaal beschikbaar gesteld een
bedrag van 2662,71, zodat het bedrag
waarmee de beschikbare som was over
schreden 1919,95 bedroeg. Hiervan blijft
een post voor instandhouding gebouwen ad
1801,41 buiten beschouwing, zodat het
eigenlijk overschreden bedrag wordt be
paald op 118,54. Het exploitatiebedrag
1954 wordt met inachtneming van de laatst
genoemde som vastgesteld.
Ook de slotwijziging begroting 1954 en
wijziging begroting 1955 beschouwt de raad
slechts als een formaliteit.
Aan de orde is vervolgens het voorstel
tot waarborging van rente en aflossing
geldlening plaatselijke afdeling Groene
Kruis St. Annaland.
In het prae-advies wordt er op gewezen,
dat een Zwitserse gift van 35.000,voor
het oprichten van een wijkgebouw met zus-
terwoning ten behoeve van de afdeling St.
Annaland was beschikbaar gesteld aan de
algemene Nederlandse vereniging ,,Het
Groene Kruis." Voorwaarde daarbij was,
dat tevens een badhuis zou worden ge
bouwd.
Voor bouwkosten badhuis is geraamd
16.000,verwarmingsinstallatie ƒ9120,
inrichtingskosten 4880,zodat de plaat
selijke afdeling in totaal 30.000,moet
lenen.
Het bestuur vraagt de rente en aflossing
deze geldlening te garanderen.
Dhr. Dorst vraagt of men dan ook zeg
genschap heeft.
De voorzitter antwoordt, dat deze ga
rantie onder verschillende voorwaarden zal
worden verstrekt, zoals de bepaling van
het niet vervreemden, toezending van reke
ning en begroting, het onderwerpen van de
goedkeuring door B. en W. der badhuis
tarieven, dat de eventuele baten moeten
worden aangewend voor aflossing, dat ook
de benoeming badmeester door B. en W.
moet worden goedgekeurd, enz.
Dhr. Dorst is hiermee tevreden en zal
het voorstel goedkeuren.
Dhr. Stols stelt nog een vraag over de
levering van de verwarmingsinstallatie,
waarop de voorzitter antwoordt, dat dit in
handen lag van de architect, die aan een
paar firma's offerte heeft gevraagd, maar
dat geen inschrijving is geschied.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daar
na dit voorstel van B. en W. aangenomen.
ER KOMEN STRAATNAAMBORDEN
5 Maart jl. besloot de raad het bestaand
systeem van huisnummering te veranderen
in een straatgewijze nummering. Daarom is
het noodzakelijk de straten en wegen offi
ciële namen te geven, waarbij het, zoals
aan B. en W. werd geadviseerd, aanbeve
ling verdient de reeds in de volksmond be
staande benamingen over te nemen, indien
hiertegen uit het oogpunt van onwelluidend
heid geen bezwaar bestaat. Waar lange
straatnamen gauw verbasterd worden dient
dit ook zoveel mogelijk te worden verme
den. In verband hiermee besloot de raad
tot onderstaande benaming van de straten,
waarmee, behoudens een kleine wijziging,
het voorstel van het dagelijks bestuur in
deze werd opgevolgd. Ter vergemakkelij
king en vergelijking geven we hierbij ook
de thans bestaande namen:
Bestaande namen Nieuwe namen
9.
10.
11.
Langestraat
Kerkring
Nieuwepad
Bruggetje
Hoenderweg
Oostelijke Ach
terweg
Javadijk
Klippelstraat
Suzannaweg
Molendijk
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
Haven
Noordelijke
Achterweg
(o. d. Molend.)
Westelijke
Achterweg
Julianas traat
Tienhoven
Schermerspad
Dorpsweg
Voorstraat
Ring
Nieuwstraat
Brugstraat
Hoenderweg
Ooststraat
Javadijk
Klippelstraat
Suzannaweg
Molendijk (tot aan de
Voorstraat)
Tonhuisstraat (vanaf
Voorstr. tot Java
dijk)
Havenplein
Noordstraat
Weststraat (tot aan
het postkantoor)
Julianastraat
Tienhoven
Schermerspad
Bierensstraat (vanaf
het postkantoor)
Buiten de bebouwde kom houdt men de
namen aan volgens de wegenlegger.
NIEUWE STRATEN
Voorgesteld werd vervolgens aan de ver
bindingsstraat tussen Ring en Hoenderweg
(deze is nog niet geheel ontsloten) de naam
Cureestraat te verlenen en de nieuwe straat
in het uitbreidingsplan, dat is die tussen
Nieuwstraat en Hoenderweg (woningen
Fase'n) Tuinstraat.
Dhr. Ridderhof vraagt of met boven
staande benaming Tuindorp (eind Hoender
weg) vervalt, wat inderdaad het geval is.
Over de Hoenderweg is men het aanvanke
lijk niet zo eens, maar een betere weet men
ook niet en weth. Moerland vindt ze niet
onpassend, wanneer men weet, dat er daar
momenteel minstens 1000 kippen worden ge
houden.
Voor de nieuwe straat was een prijs
vraag uitgeschreven, waarop talrijke inzen
dingen binnenkwamen. Na loting wordt
mej. Rina Slager (ook een toekomstige be
woonster van de nieuwe straat) winnares
van de beschikbaar gestelde 10,Met
haar hadden nog 7 andere inzenders de
naam Tuinstraat gekozen.
Binnenkort zullen nu de voorgestelde en
aanvaardde nieuwe straatnamen op bordjes
aan het begin van de straten worden aan
geduid. Ook volgt dan nieuwe huisnumme
ring per straat. Steegjes en sloppen zullen
in die straten wel met a, b, c of d num
mering worden aangeduid, dus: een woning
in de Vijf Zinnen wordt dan bijv.: Nieuw
straat 14a.
Alle leden kunnen zich na bespreking met
bovenstaande verenigen.
RONDVRAAG
Dhr. Ridderhof vraagt of er geen ver
zoek is ingekomen van het Comité voor een
reis voor Bejaarden, waarop ontkennend
wordt geantwoord. Dhr. Ridderhof wijst er
dan op, dat hiervoor een inzameling is ge
houden in de gemeente. De uitslag daarvan
is hem nog niet bekend. Mocht het nu ech
ter blijken, dat dit onvoldoende zou zijn
om de voorgestelde reis (naar Arnhem) te
maken, kan de gemeente er dan iets aan bij
dragen. Hij stelt de raad voor in deze een
principebesluit te nemen.
Weth. Moerland acht dit in de eerste
plaats geen gemeentebelang en in de tweede
plaats vindt hij het onjuist, dat, wanneer
de inwoners zelf onvoldoende belangstelling
tonen voor dit doel, door er niet genoeg
voor over te hebben, het zeker niet op de
weg van de gemeente ligt het dan wel te
doen. Hij zal dan ook tegen stemmen.
Dhr. Stols gelooft wel, dat ieder in deze
meeleeft en ook het merendeel wel iets zal
geven, maar dat kan inderdaad onvoldoende
zijn. Dat weinig ophalen is nog geen bewijs,
dat ze niet meeleven.
Weth. Moerland: Dan zouden de scholen
straks evengoed kunnen komen. We geven
op die manier een blanco mandaat. Uit
eindelijk kan men dan wel een reis naar
Zwitserland gaan organiseren, als de ge
meente het tekort maar dekt.
Dhr. Stols: Dat is natuurlijk overdreven.
Het gaat niet om een blanco mandaat, maar
als het nu mocht blijken, dat er iets tekort
is, wel dan zou ik het geen bezwaar vin
den om daarin mee te werken.
Dhr. Dorst: Het schijnt toch dat het
publiek hiervoor onvoldoende belangstelling
heeft en dan voel ik er ook niet voor om
het als gemeente te doen.
Dhr. Stols: Er komen tegenwoordig zoveel
collecten en lijsteninzamelingen, dat je wel
eens moet zeggen: nu stop ik er mee, wat
nog niet betekent, dat je het doel daarvan
niet goed vindt.
Dhr. Dorst: Maar er is toch geen ver
zoek ingekomen van het comité zelf.
Dhr. Stols: Dat is inderdaad het geval
niet, dat was wel beter geweest, want nu
weten we helemaal niet of er te weinig is
opgehaald.
Weth. Goedegebuure: M'n collega Moer
land zegt nu wel, dat dit geen gemeente
belang is, maar was dat het plaatsen van
de banken voor Bejaarden dan wel En
daar heeft hij toch ook voorgestemd.
Nu er echter geen verzoek is van het
comité en men evenmin weet hoeveel er is
opgehaald, wordt op advies van de voor
zitter besloten maar een afwachtende hou
ding in deze aan te nemen.
De volgende vraagsteller bij de rondvraag
is dhr. Stols.
In de eerste plaats informeert hij hoe het
zit met de onteigening van dhr. Iz. Over-
beeke in de Cureelanden. Is het zo, dat er
daar huizen zijn uitgezet, waardoor genoem
de Overbeeke totaal geen grond meer over
houdt?
De voorzitter: Deze zaak is in feite nog
in behandeling en is vrij moeilijk. Reëel en
hard gezegd ligt zijn gehele tuin in het uit
breidingsplan, zou hij dus alles moeten mis
sen. Dat voor hem erg ingrijpend. Nu doet
zich echter ook het geval voor, dat de
P.Z.E.M. een plaatsje zoekt voor een trans
formatorhuisje. Misschien is nu de moeilijk
heid èn voor Overbeeke èn voor de P.Z.E.M.
te ondervangen, wanneer er in die tuin
twee inplaats van drie huizen komen plus
het transformatorhuisje. Dan zou Over
beeke nog wel grond overhouden. Dit moet
evenwel nog doorgepraat worden en Weder-
opbouw moet dat goedkeuren.
DKr. Stols neemt het die man zeker niet
kwalijk, dat hij zich hiertegen verzet, want
zijn huis wordt er waardeloos door. Hij
hoopt dan ook dat het in der minne ge
schikt kan worden.
Komen er weer veranderingen bij het onderwijs
Nieuwe straatnamen in St. Annaland
Wie slaagde er deze week
„Kolpings Zonen" in Oud-Vossemeer
Over de brandweer in Poortvliet's raad
De Uienfederatie geeft voorlichting
Voorts vraagt dhr. Stols hoe dat nu zit
met die erfpachtbetaling, die er op het totaal
bedrag van de vergoeding wordt afgetrokken,
dus ten laste komt van degenen, waarvan
onteigend wordt.
-De voorzitter zet uiteen, dat de erfpachters
geen eigenaars zijn. Nu krijgen de eerst
genoemde in eerste instantie de grond ver
goed als waren ze eigenaar, dus voor een
hogere waarde dan waar ze recht op heb
ben. Maar van de eigenaar zelf moet de
erfpacht worden afgekocht, is meestal 25 x
het jaarlijkse erfpachtbedrag. Dit wordt dus
afgetrokken van het vastgestelde vergoe
dingsbedrag, omdat betrokkene naar een
norm vergoed wordt als zijnde eigenaar, ter
wijl hij dat niet is.
Weth. Moerland nog even terugkomend
op het geval Overbeeke wijst er op dat men
dit eigenlijk had moeten zien, toen het uit
breidingsplan werd vastgesteld. Maar in de
tweede plaats vindt hij het voor een ander,
die daar z'n grond moest missen even hard.
Wat houdt bijv. C. Stols en J. Overbeeke
over
Dhr. Stols vindt dat dit niet zo erg is
dan in genoemd geval.
De voorzitter zegt dat hij vel zoveel
mogelijk is tegemoet wil komen, maar het
uitbreidingsplan ligt er nu eenmaal om te
worden uitgevoerd.
Blijkens een ministerieel schrijven van
21 Juni 1953 bestaat naar de mening van
dhr. Stols de mogelijkheid, dat aan arbeiders
die in de Sociale voorziening werkzaam zijn
dat op hun te laag loon een surplus wordt
verstrekt door het geven van kleding en
schoeisel uit de gemeentekas. Als een zekere
compensatie dus.
Hij vraagt de voorzitter dit te onder
zoeken.
Dhr. Stols vraagt nogmaals naar de ver
bouw keuken postkantoor.
De voorzitter antwoordt, dat de tekening
van het postkantoor zoek was en deze nu
door de kantoorhouder Scherpenisse aan de
P.T.T. was opgevraagd. Er komt nu weer
wat schot in.
Is er al gedacht over de riolering en over
name Suzannaweg, vraagt raadslid Stols.
De voorzitter vindt het niet eenvoudig,
in dit stadium iets te doen, nu een riolerings
plan wordt opgemaakt en de nieuwe haven
plannen een en ander mogelijk kunnen
doorkruisen.
Dhr. Stols: Komt daardoor heel het rio
leringsplan in de knoei
De voorzitter: Nee, maar van de haven
en omgeving wel. Dat moet weer aangepast
worden aan de gewijzigde omstandigheden.
We pogen daarom eerst de nieuwe straat
(Tuinstraat) gerioleerd te krijgen, anders
krijgen we zoveel plannen, die elkaar weer
doorkruisen.
Dhr. Stols is er voor, dat men eerst komt
tot overname van de Suzannaweg van het
Waterschap.
Hij vraagt ook of de grondaankoop voor
rampslachtoffers thans gunstiger ligt door
een nieuw ministerieel besluit, wat inderdaad
het geval blijkt te zijn.
WAT GAAT ER ZOAL GEBEUREN
Tenslotte snijdt de heer Stols nog een
probleem aan. Als raadslid wil hij wel graag
op de hoogte blijven van wat er alzo in de
gemeente gaat (of zei dreigt te gebeuren.
En nu hoort hij hele verhalen over krot
opruimingen, ja over hele straten die zouden
moeten verdwijnen. Hij weet ook, dat er
personen zijn, die huizen en schuren hebben
opgenomen en gelooft wel dat een en ander
in de volksmond overdreven zal zijn, maar
moeten we nu de mensen gaan adviseren,
waar ze geweest zijn voor opname: maak
niet te grote kosten meer aan je woning,
want ze moet toch weg, of wat moeten we
doen. Het rammelt nogal hard in het dorp
en dat doet het toch niet voor niets. Wat
is er zoal aan de hand.
De voorzitter had een dergelijke vraag wel
verwacht. Inderdaad zal het in het dorp wel
overdreven worden, want er is in feite nog
niets definitiefs. Bekend is dat men van
Wederopbouw een mogelijke sanering in de
gemeente zou bekijken. Gelijktijdig is men
echter ook van Herverkavelingszijde het
probleem aan het onderzoeken hoe het met
de sanering moet in deze gemeente van
de kleine boeren. Daarom wordt nu alles
wat daarvoor mogelijk in aanmerking zou
kunnen komen in samenwerking met Weder
opbouw opgenomen, teneinde te bestuderen
welke mogelijkheden er zijn om de kleine
boeren een huis met bedrijfsgebouw bij de
hun toegewezen kavel te geven. Dit zou dus
kunnen betekenen, dat er in het dorp zelf
schuren verdwijnen. De Herverkaveling
registreert dus momenteel de kleine be
drijven en Wederopbouw onderzoekt de
kwaliteit van de woningen in St. Annaland.
Verder weet het gemeentebestuur hier ook
niet veel meer van. Wel dat beide genoem
de instanties deze kwestie met spoed willen
bestuderen om het ontwerp daarvan aan de
Herverkavelingscommissie te kunnen voor
leggen. Natuurlijk gaat het er dan ook om
of het financieel uitvoerbaar en verant
woord kan zijn.
Dhr. Stols: En dan wordt er ook gepraat
over het slopen van gebouwen rond de
haven.
De voorzitter: U weet, dat men tegen
woordig alles in studie neemt. Vandaar dat
ook wordt bekeken op welke manier men
een behoorlijke toegangsweg tot de nieuwe
haven zal krijgen. Daarbij is zelfs de vraag
gerezen of met het ook daarop het her-
verkavelingwegenplan voor St. Annaland
niet moet worden gewijzigd. En meer valt
hierover momenteel niet te zeggen. Daarna
sluiting met ambtsgebed.
(Van een medewerker)
Dinsdag 28 Juni kwam de voltallige ge
meenteraad alhier in openbare vergadering
bijeen. Na opening met ambtsgebed worden
de notulen van de vorige vergadering on
veranderd vastgesteld.
Punt 3. Voorlopige vaststelling gemeen
te-rekening 1952 en vaststelling rekening
Burgerlijk Armbestuur 1953.
De voorzitter verzoekt raadslid van Ast
als rapporteur van de Commissie verslag
uit te brengen.
Dhr. v. Ast rapporteert, dat de commissie
in drie avondvergaderingen de rekeningen
heeft onderzocht.
Ten aanzien van het beleid heeft de com
missie geen opmerkingen. Alleen vestigt de
commissie er de aandacht op om aankopen
die daarvoor in aanmerking komen zoveel
mogelijk bij de plaatselijke handel onder te
brengen.
Daarna wordt de rekening voorlopig vast
gesteld.
Punt 4. Voorstel tot verhoging van het
salaris van de gemeente-geneesheer, ingaan
de 1 Januari 1955.
Burgemeester en Wethouders schrijven
hieromtrent het volgende.
Het college heeft zich tot de Inspecteur
van de Volksgezondheid gewend, met ver
zoek te willen adviseren inzake het salaris
van de gemeente-geneesheer. Dit salaris is
per 1 April 1949 vastgesteld en nadien niet
meer gewijzigd.
De Inspecteur schrijft bij brief van 11
Juni 1955 dat het aanbeveling verdient, ge
zien de algehele salarisverhogingen der laat
ste jaren het salaris te verhogen en zulks
ingaande 1 Januari 1955.
In verband hiermede wordt voorgesteld
het salaris zoals geadviseerd door de inspec
tie vast te stellen.
Dhr. Bijl vraagt of het werk van de ge
meente-geneesheer omvattend is, daar de ar
menverzorging veel terug gelopen is. De
Voorzitter geeft een overzicht van de werk
zaamheden. Naar aanleiding daarvan merkt
dhr. v. Ast op, dat hij liever het salaris
hoger zou gesteld zien, daar een honora
rium als deze, hem nog aan te lage kant
toeschijnt. De voorzitter antwoordt, dat hij
zich met het standpunt van v. Ast kan
verenigen, doch dat het advies van de in
specteur in deze gevolgd dient te worden.
Hij zal informeren of hieromtrent nog verbe
tering kan volgen. Het voorstel van B. en
W. wordt daarna met algemene stemmen
aangenomen.
Punt 5. Voorstel tot het verlenen van
ontslag aan M. v. Tiggele, als lantaarn
aansteker te Strijenham en benoeming van
A. v. Tiggele, als zodanig per 1 Januari
1956.