WEEKBLQD VOOR HET EILAND TNOLEN EN ST.FILIPSLAND Ik wilde een klacht horen.... Het initiatief van de Plattelandsvrouwen Rusthuis „ten anken" Nieuwe rechtsorde werd zichtbaar WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT COMMENTAAR Het Parlementair Overzicht De Redactie legt U in deze pagina's voor t Tweede Kamer aanvaardde eerste Rijkswet* 1 le Jaargang No. 31 17 Juni 1955 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen of moeten daar binnen zijn HET GAAT NIET ZO VLOT Degenen, die met bouw van nieuwe of met verbouw van bestaande huizen te ma ken hebben of de laatste tien jaar te maken hebben gehad, zullen het al bij de aanvang van dit artikel met ons eens zijn, dat het nog veel minder vlot gaat, als 't zelfs voor een buitenstaander lijkt. En nu hebben we niet in de eerste plaats het ergste op het oog, zoals het bijvoorbeeld gaat met de tien woningen in de gemeente St. Maar tensdijk, die tergend langzaam voor betrok kenen en ook voor het gemeentebestuur zijn herrezen en nog tergender en nog langzamer worden afgewerkt. Tenslotte is dit een kwestie die nog meer de aannemer aan gaat, dan de aanbesteedster, in dit geval de gemeente. Alhoewel, men zit er toch maar mee. Het kost voor sommigen bijkans grij ze haren. En zo zijn er ook in andere ge meenten van ons district nog wel bouwwer ken aan te wijzen, voornamelijk dan huizen al komen die ook maar mondjesmaat uit de grond waar het werk zeer stagneert. In feite is het algemeen beeld in Neder land niet anders. Nog immer is er een schreeuwend tekort aan voldoende wonin gen en het lijkt er niet op, dat men in het jaar 1965 dat is dus over tien jaar al zal kunnen spreken van een geheel op gelost probleem. Immers, dan zullen er naar huidige schatting nog tussen de 75.000 en 100.000 woningen in ons landje gebouwd moeten worden per jaar, wil men uit dit probleem raken. Het minimum van 75.000 zullen we alvast dit jaar niet halen, mede door de lange vorstperiode, zo is althans het oordeel van de bouwwereld. Trouwens, de „bouwwereld" is in het algemeen wel minder optimistisch dan onze huidige Minister van Wederopbouw, ir. Witte. Insiders wijzen er daarbij op, dat de nieuwbouw door verschillende factoren onnatuurlijk wordt geremd. Neem in de eerste plaats maar de formulieren-lawine, die er aan te pas komt, eer men zover is, dat de „eerste steen" gelegd kan worden. Dit schrikt heel wat mensen terug en doet degenen, die het meemaakten (inzonderheid bij verbouw, splitsing of uitbreiding) vast stellen: „Dat eens, maar nooit meer." Ten tweede is c!aar de prijzenfactor, die ook geen klein woordje meespreekt. Het is al gemeen bekend, dat nieuwbouw thans niet of nagenoeg niet rendabel is. Het is niet geheel zonder oorzaak geweest, dat we een kabinetscrisis achter de rug hebben, waar bij juist het punt huren in het gedrang kwam. Tenslotte mag ook niet verwaarloosd worden, dat er een belangrijk tekort is aan geschoolde bouwvakarbeiders. Het gaat er in dit commentaar niet om een schuldige te zoeken, al zou men de papierlawine en al zou men het voorzichtige of misschien het tè voorzichtige huurbeleid der regering kun nen becritiseren, maar het gaat er hier wel om, dat we alles bij elkaar eerder naar de mening overhellen van de insiders in de bouwwereld dan naar het optimisme van Minister Witte. Dan komen we niet tot de andere tegenstelling, die der pessimisten, die in het jaar 2000 de woningnood nog niet opgelost zien. Zover durven we zeker niet te kijken. En bij al deze remmende factoren komt er eigenlijk nog een bij, die ook rem mend werkt op de nieuwbouw, nl. de steeds groter schaarste aan bouwgrond. In onze omgeving mogen we dan zonder meer zeg gen: er is nog grond genoeg. Ook dat is niet het geval, maar het grondprobleem is toch nog veel groter in steden als Amster dam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, enz. Maar ook hier speelt de grondfactor mee. Huizen zijn belangrijk, zeer belangrijk zelfs. Maar landbouwgronden moeten we ook hebben en als we' nagaan, dat er jaarlijks in ons kleine land ongeveer 3000 ha grond verloren gaat aan woningbouw, wegen-aan leg, stichting en vestiging van industrie, de fensiebehoefte en recreatiemogelijkheden (als sportvelden e.d.) dan begrijpt iedereen, dat we in dit opzicht een beetje de kip met gou den eieren aan het slachten zijn. Tenzij... we op de een of andere manier weer grond kunnen aanwinnen. Er zijn in dit opzicht nog wel mogelijkheden. Die zijn er zelfs in onze omgeving. De enige mee valler van havendichting op ons eiland, af gezien dan van de veiligheid is dan ook nog de landaanwinst, omdat we ook daar waar een nieuwe haven komt dat van de zee het water gaan afsnoepen. In de laatste 25 jaar kregen we de Wie- ringermeerpolder en de Noord-oostpolder. Momenteel is men bezig met de polder Fle voland en daarna zullen er nog een tweetal polders in de voormalige Zuiderzee tot stand gebracht kunnen worden. Van de Braakman weet men het, verder zijn er nog mogelijkheden in de Waddenzee en de land- aanwinst van het Deltaplan in de toekomst, om van de Biesbos nog maar niet te spre ken. Toch blijft het de vraag of het verlies van 3000 ha cultuurgrond elk jaar gecom penseerd kan worden door de landaanwin ning. Geen wonder dat voornamelijk het ag rarisch deel van ons volk uitziet naar grond winning. Alles bij elkaar zal het woningprobleem, dat in 1940 probleem werd een geslacht lang een probleem blijven, ook al zal de „nood" hievan plaatselijk dan zeer verschillen. si - 11 A A - üviia 5. A P' 1 Waarom eigenlijk Waarom moet er nu persé een klacht in de krant worden uitgepraat en misschien nog wel aangedikt ook, over een inrichting, die nog maar net of nog nauwelijks op toeren is. Nou ja, wanneer alles koek en ei is, lijkt het misschien zo overdreven, lijkt het misschien ook onwaarachtig, vindt men het wellicht alleen maar propaganda. En als je eens gaat vragen in een kamer waar een veertig militairen huizen, dan kun je van tevoren op je vingers natellen, dat er wel meer dan één klacht te horen valt. Zeg nou zelf Waarom zou er dus ook geen enkele klacht zijn in een Tehuis, waar men nog niet eens over de volledige outillage beschikt en waar niet alleen óók minstens veertig personen huizen, maar waar bovendien de bewoners daarvan geen jongens zijn, zoals de militairen in de volle kracht van hun leven, die meer dan één tegenslag, meer dan een ontbering kunnen verdragen, zonder dat het ze iets deert, nee waar bovendien de bewoners mensen zijn, die tot de Bejaarden" gerekend moeten worden. Je zou dus misschien denken ouwe brompotten. En toch kreeg ik vorige week Donderdag in Ten Anker geen enkele klacht te horen van de bewoners. Integendeel, het was lof hier en het was lof daar. Werkelijk, heus, er valt niet te klagen", zeiden de bewoners. Zodat ik niet naders kan schrijven, dan dat ik wel eens een klacht wilde laten horen over „Ten Anker", maar dat ik niet zou weten over welke ik hier moet schrijven, zeker niet van de bejaarden die er sinds I Juni hun intrek hebben genomen. VOLOP VRIJHEID Met een groot aantal andere belangstel lenden nam ik vorige week Donderdag, toen immers die gelegenheid werd geboden, ook een kijkje in „Ten Anker". En het was me evenals die vele andere bezoekers niet alleen te doen om de prachtige en zeer degelijke inrichting op te nemen, niet alleen om ook even in de keurige recreatiezaal te vertoe ven, niet alleen even genieten van het prachtige uitzicht, dat men in de kamers ook aan de achterkant van het gebouw heeft met de wijde blik op de groenende polders, maar ik wilde met al die anderen toch ook wel graag horen, hoe de bewoners het nu, na die paar weken maakten. Immers, het lag voor de hand, dat de overgang toch wel enige moeilijkheden had meegebracht, dat men het nog niet gewend was, dat de ver zorging nog niet zo best liep, dat het eten wat te wenser. overliet, dat men zich te zeer in de vrijheid beknot voelde, kortom, het was helemaal geen wonder geweest, als er nog een en ander aan mankeerde. Ik had het zelfs heel begrijpelijk gevonden en het was alleszins te billijken geweest, wan neer er nog klachten waren. Maar niets van dat alles. Geen enkele van de bewoners die ik sprak had ook maar één klacht. En ik sprak er meer dan een of twee. Noch over het eten, noch over de ver dere verzorging, noch over de saamhorig heid, zeker niet over de vrijheid. Integendeel, vooral daarover was men vol lof. Natuurlijk moet er evenals in een huis houding regel zijn, natuurlijk kan men niet om 3 uur komen eten, als het om kwart over twaalf warm wordt opgediend, natuurlijk moet men weten, wanneer er bezoek komt, die mee blijft eten en moet men ook weten, wanneer men als bewoners zelf een dagje uitgaat. Maar dat is thuis precies eender zo. Dat kun je niet onder een klacht reke nen. Trouwens, er was zelfs in dit opzicht nog grote soepelheid. Om dan iets over die „regelen" te ver tellen. Om 8 uur is er ontbijt en na de koffie om half elf komt het middageten, on geveer kwart over twaalf op tafel. Om 5.30 uur is er avondeten en rond half acht komt er dan nog een kopje thee. Omdat nog niet alles liep zoals het lopen moet met machines en verdere inrichting heeft men tot nu toe het eten, voor zover dat mogelijk was, gezamenlijk gebruikt in de recreatiezaal. Natuurlijk krijgen die men sen, die te gebrekkig zijn of om andere reden moeilijk mee kunnen doen aan de ge zamenlijke maaltijd hun eten nu reeds op de kamer. Maar het was eigenlijk de bedoeling dit overal te doen. En nu dit een paar weken gezamenlijk gaat zijn er zelfs al verschillen den die de directrice hebben voorgesteld het maar zo te blijven doen. Reuze gezellig vinden ze dat gezamenlijk diner. En de directrice heeft er niets op tegen, wanneer men het zo wil volhouden. Zoveel als mogelijk is schikt men zich immers naar de bewoners. De verstandhouding onderling, is ook uit stekend, zo zeiden de „Ankers", kortom het is ons alles reuze meegevallen. TOCH NOG EEN KLACHT En zo hebben we van de bejaarden zelf dus geen enkele klacht vernomen. Dat pleit voor de inrichting van dit gebouw, dat pleit voor de kok en het ander personeel, dat pleit inzonderheid voor de directrice, Mej. Engel vaart, die met al haar personeel deze eerste weken bergen werk heeft moeten verzetten. Eigenlijk meer dan van ieder hunner ge vraagd had kunnen en mogen worden. En dat is dan tenslotte toch nog een reden om een klacht te uiten, een klacht tegenover het dagelijks bestuur, dat hebt U zelf al eens voor zoiets gestaan de laatste weken zich eveneens practisch geheel wijdde aan de laatste loodjes van de vrijwillig genomen opdracht, nl. de inrichting van het gebouw. Een werk dat dit bestuur in feite tevoren onvoldoende heeft overzien en daarom te laat met deze laatste loodjes is begonnen. En zo was men bij de opening nog niet vol ledig klaar, al was het dan voornamelijk slechts dat men nog niet over die middelen beschikte om ieder op eigen kamer te laten eten, wat, na nu achteraf blijkt door de be woners zelf helemaal niet erg wordt ge vonden. Het bestuur kan zich gelukkig prijzen, dat dit de enige klacht is, een klacht die niet eens is geuit, die ik alleen maar kon trek ken uit wat ik terloops zag. En waarmee ik dus ten dele bevredigd ben in mijn ge voel om nu eens een klacht uit „Ten An ker" te horen. Laat nu deze onbevrediging me zoveel voldoening schenken, dat ik van harte instem met één der bewoners die zijn lofuitingen besloot met de besliste conclusie: „Die nog idee heeft in een kamer, ik kan het aanbevelen hoor Een pracht wandkleed voor „Ten Anker" Zodra er sprake was van stichting van een Tehuis voor Bejaarden op het eiland Tholen, zo vlug was er ook het initiatief van de Bond van Plattelandsvrouwen op Tholen en St. Filipsland, om, wanneer dit zou doorgaan er ook iets voor te doen. Die eerste gedachte daartoe, het is eigenlijk al meer dan drie jaar geleden en men wachtte rustig af, toen de plannen, aanvankelijk te groot van opzet, op niets schenen uit te lopen. Toen het zekerheid werd, dat er een Te huis in kleiner omvang zou komen, was er ook nog altijd dat initiatief van de Platte landsvrouwen. Een initiatief Ja, maar nog niet omlijnd. Men zou wel iets doen, dat stond vast, maar wat het nu precies zou zijn, wist men nog niet. Misschien wat tafelkleedjes ma ken, misschien andere nuttige voorwerpen. Het werd uiteindelijk een wandkleed. Een wandkleed dat nu bij het binnengaan van „Ten Anker" direct opvalt. Want het krijgt een plaatsje in de mooie hal van dit Tehuis. Het wérd een wandkleed omdat daarmee tegelijk de idee verwezenlijkt kon worden, dat ieder lid van deze afdelingen Tholen en St. Filipsland hieraan hun steentje zouden kunnen bijdragen. Het plan werd verwezenlijkt. Mevrouw van Gorsel-van Westen te Oud-Vossemeer, de presidente van de afdeling Tholen bracht een bezoek aan de eigenaar van het Wol- huis van de heer C. J. Horsten te Bergen op Zoom en daar werden de plannen uiteen gezet. De heer Horsten maakte een ontwerp en aan de hand daarvan begon het grote werk. In iedere gemeente van ons eiland Tholen en van St. Filipsland werden de leden uit- genodigd om beurten een uur aan het wand kleed te borduren en zo droeg welhaast ieder van de bijna 300 plattelandsvrouwen het hare er toe bij om dit mooie initiatief te verwezenlijken. Het was een reuze kar wei, maar vele handen maakten in deze licht werk. Het kleed is 1.50 m. breed en 2.70 m. lang. Op een fond van grijs met bruine rand staat bovenaan het wapen van Zee De Commissaris opende „Ten Anker" Ik wilde een klacht horen Een treffend cadeau van de Plattelandsvrouwen Zo vlot gaat het niet met de woningbouw De goede opleiding voor het Plattelandsmeisje Over de rondweg van Poortvliet en de gevolgen daarvan, evenals over de nieuwe beplanting leest U in het raadsverslag De voetbalcompetitie is ten einde. land, daaronder de wapens van de 7 ge meenten van het eiland Tholen en het wa pen van St. Filipsland, alles in een smaak volle verdeling opgenomen en alles ook in de authentieke kleuren van die wapens. Het kleed is dus rijk geschakeerd, gebor duurd met kruis- en soedansteek en rouleer de circa drie maanden in de 8 deelnemende gemeenten. Maar het was prachtig op tijd klaar, om het tijdens de officiële opening van het Te huis gisteren aan „Ten Anker" over te dragen. Zodat men nu bij het binnenkomen van het Tehuis direct dit pracht stuk werk ziet, een geschenk waaruit het medeleven met deze instelling spreekt, een geschenk ook als een symbool van wat samenwerking ver mag en een geschenk tenslotte, waaruit op nieuw de activiteit blijkt van de Bond van Plattelandsvrouwen, inzonderheid ook op het Eiland Tholen en St. Filipsland. Dinsdag jl. heeft zich een historische ge beurtenis in de Tweede Kamer voltrokken. Voor de eerste maal werd een Rijkswet aan vaard. En het is begrijpelijk dat dit heuge lijke feit door voorzitter Kortenhorst niet zonder meer kon worden voorbijgegaan. Want de aanvaarding van die Rijkswet was het bewijs, dat in ons Koninkrijk zich grote veranderingen hebben voorgedaan. Na de bekrachtiging van het Statuut met de West door H. M. de Koningin is het Koninkrijk nieuwe stijl een feit geworden. Het bestaat nu uit drie gelijkwaardige partners: Neder land, Suriname en de Nederlandse Antillen. Partners, die over een weer rechten en ver plichtingen hebben. Suriname en de Antillen zijn volkomen baas in eigen huis, maar zij hebben een band met Nederland. Zo wordt er op het gebied van Defensie en Buiten landse Zaken een Koninkrijkspolitiek ge voerd, d.w.z. een politiek, gebaseerd op een harmonieuze samenwerking van de drie partners. Het eerste zichtbare bewijs was daarvan de Tinovereenkomst. Deze heeft ten doel de tinprijzen in de wereld te stabiliseren. Dat is noodzakelijk, omdat er overproductie dreigt. Zij wordt veroorzaakt door de Ver. Staten, die grote voorraden tin inslaan uit strategische overwegingen. Het is dan ook begrijpelijk dat Amerika deze overeenkomst niet heeft getekend. Suriname en de Antillen hebben in Ne derland een gevolmachtigde minister gede tacheerd. Het zijn resp. de heren Pos en Debrot, die de belangen van hun landen bij de Nederlandse regering bepleiten. Zij heb ben een heel eigenaardige positie. Zij ma ken deel uit van het Kabinet als het gaat over zaken die voor heel het Koninkrijk van belang zijn. In de Kamer zitten zij veelal achter de regeringstafel. Maar toch kunnen zij ook optreden als gewoon Kamer lid. Het kan natuurlijk voorkomen dat de Nederlandse ministers een besluit nemen waar de heren Pos en Debrot tegen zijn. Zij hebben dan het recht om hun afwijkende mening in de Kamer kenbaar te maken. Zij kunnen zelfs wijzigingen van de aanhangige wet voorstellen. De Kamer moet dan daar over beslissen met een meerderheid van drie vijfde van het aantal stemmen. De Kamer kan ook nadere inlichtingen vragen aan de gevolmachtigde ministers. Dan zal zij meestal wel antwoord krijgen, maar persé noodzakelijk is dit niet, want de gevolmachtigde ministers hoeven niet op elke vraag te antwoorden. Weliswaar zijn zij rijksministers, maar per slot van rekening zijn zij ook de belangen-vertegenwoordigers van hun landen. Evenals onze ministers en kamerleden spreken zij zonder last of rug gespraak, maar zij zijn in Nederland Ka merlid en Minister tegelijk. Dat is 'n staats rechtelijk nieuwigheidje, waaraan de Ka mer ongetwijfeld nog zal moeten wennen. Dinsdag hebben we dan de primeur ge had. Men heeft kunnen zien dat de nieuwe rechtsorde inderdaad leeft, want de minis ters Pos en Debrot hadden achter de rege ringstafel plaats genomen, naast de minis ters Zijlstra, Kernkamp en Van der Kieft. WIT STRIKJE Aan voorzitter Kortenhorst kan men di rect zien als er een bijzondere gebeurtenis op handen is. Het dagelijkse zwarte strikje van zijn rokcostuum is dan vervangen door een smetteloos wit strikje. Dat betekent een beëdiging van een Kamerlid of een andere plechtigheid. Onze Kamervoorzitter is een man van stijl. Namens de Kamer riep hij de twee gevolmachtigde ministers een hartelijk wel kom toe en hij hoopte dat zij hun bijdrage zouden leveren in de vruchtbare samenwer king tussen de drie rijksdelen. En natuurlijk hoopte hij ook, dat de heren Pos en Debrot niet zullen nalaten op alle vragen, die van de Kamer uit gesteld worden, te beantwoor den. Wat dat betreft, behoeven de Kamer leden geen vrees te hebben. „Ik zal dat zo veel mogelijk doen", zo zeide de heer Pos, „want dat bevordert de goede samenwer king". En de heer Debrot zeide: „er zal nimmer vergeefs een beroep op onze be reidheid worden gedaan". Na de officiële toespraken kon het debat beginnen. Het duurde slechts heel kort. De heren Schmal (c.h.), Nederhorst (arb.) en Ankersmit (v.v.d.) verklaarden zich voor deze overeenkomst. En zelfs de communisten hadden er geen bezwaar tegen. Zo werd de eerste Rijkswet z.h.s. aangenomen. Minister Zijlstra heeft nog een kort debat gevoerd Weet U nog, dat het eerste plan van de Stichting voor een Tehuis voor Bejaarden voor Tholen en St. Filipsland er uitzag als boven staand schema aangeeft. Een gebouw met 100 bedden, een plan dat later te groot van opzet bleek, al is dit nu al niet meer zo zeker en waarom men een nieuw ontwerp maakte, dat in exploitatie de helft kleiner was, een opzet die voorshands als zeer geslaagd genoemd kan worden.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1955 | | pagina 1