WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FILIPSLAND
CADEAU-STELSEL wordt beperkt
Naar PRODUCTIEF VEE
Mosselvisserij op de Wadden
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
Kantongerecht
Waakt voor verkeersovertredingen
lie Jaargang No. 15
25 Februari 1955
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
Met 7111 stemmen heeft de Tweede
Kamer zich deze week accoord verklaard
met het wetsontwerp dat het cadeaustelsel
wil beperken. Tot de tegenstanders behoor
den de heren Weiter en Lemaire (k.n.p.),
de communisten, de heren Gerbrandy (a.r.),
Korthals, Zegering Hadders, Ritmeester en
v. Leeuwen (allen v.v.d.). Uit deze op
somming kan men het hoofdprobleem van
dit debat reeds aanvoelen. Het ging n.l.
om de vraag of de Overheid in deze tijd
wel geroepen is om het cadeaustelsel aan
banden te leggen. De tegenstanders van dit
wetsontwerp wensten dit uiteraard niet.
Maar Minister Zijlstra en staatssecretaris
Veldkamp voldoen ongetwijfeld aan het ver
langen van vele middenstanders. Het ont
werp wil het cadeaustelsel niet afschaffen,
doch slechts beperken. Het zal in de toe
komst verboden zijn om branche-vreemde
artikelen cadeau te geven. Bij de aankoop
van een pendule mag men wel een horloge
geven, maar geen stropdas. Want stropdas
sen zijn voor de horlogemaker nu eenmaal
branche-vreemd, daar heeft hij in zijn zaak
niets mee te maken. Voor de branche-eigen
artikelen wordt het cadeaustelsel toegestaan,
al kunnen de organen van het bedrijfsleven
op dit gebied een regeling treffen. Daarbij
wordt natuurlijk gedacht aan de organen
van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie.
Volgens 't ontwerp mag men dus in de
branche-eigen sfeer geschenken geven. Er is
een andere beperking: deze geschenken
moeten consumptie-verwant zijn. Of anders
gezegd: het cadeau moet iets te maken heb
ben met het gekochte goed. Bij de aankoop
van een costuum zou men een das kunnen
geven, maar bij aankoop van boter geen
kop en schotel. Die kop en scho
tel kan heel goed branche-eigen zijn,
bijv. wanneer de winkelier zowel boter,
koffie als thee verkoopt. Wil hij echter zijn
boterverkoop stimuleren dan ial het bran
che-eigen, consumptie-verwante artikel dat
cadeau kan worden gegeven een boter
vlootje of een botermesje kunnen zijn. Moet
de koffieverkoop toenemen dan zal de mid
denstander zijn toevlucht tot kop en schotels
nemen. Natuurlijk worden er de nodige ui-
zonderingen gemaakt. In ieder geval zijn
„kleinigheden van geringe waarde" vrijge
steld. De winkelier kan het kleine meisje
dus verrassen met een ringetje. Album
plaatjes, ballons en scheermesjes mogen ook
als dit ontwerp van kracht geworden is,
cadeau gegeven worden. Het kortingsstelsel
(10% e.d.) valt geheel buiten deze wet,
evenals het systeem van de zegels. Het ver
richten van diensten bijv. het organiseren
van een reis door derden is toegestaan,
maar het gratis verstrekken van goederen
door derden is verboden. De winkelier kan
zijn cliënt dus niet meer gratis koffie laten
drinken in het nabij gelegen café-estaurant.
Juist het ontbreken van 't kortinsstelsel
was voor de heer Cornelissen (v.v.d.) re
de om tegen deze wet te stemmen. Dit stel
sel noemde hij de bron van alle kwaad. Zijn
partijgenoot Ankersmit had weer andere be
zwaren. Een daarvan was de discriminatie
in de reclame-artikelen. Adverteren mag
wel, cadeau geven is aan voorwaarden ge
bonden. De liberale afgevaardigden waren
het volkomen eens met de heren Gerbrandy
(a.r.) en Weiter (k.n.p.) dat dit ontwerp
overbodig is. Het beperken van 't cadeau
stelsel noemden zij het onmondig verklaren
van de Nederlandse huisvrouw. Zij weet
heus wel wat zij koopt en de verkoper weet
dat hij niet met slechte geschenken moet
komen, want beunhazerij ook op dit ge
bied straft zichzelf. Het overheidsingrij
pen was dan ook naar hun mening on
nodig. Dat moet in hoogst enkele gevallen
geschieden. Dit standpunt werd door de
jeugdige ministed van Economische Zaken
zonder meer 19de eeuws genomd. Waarom
is hij met dit ontwerp gekomen? In de eerste
plaats om uitwassen te voorkomen. Twee
dingen wil de regering tegengaan: de prijs-
versluiering en de schadelijke concurrentie.
Het wetsontwerp heeft tot doel het ordelijk
economisch verkeer te bevorderen. Het is
onjuist om in deze tijd te veronderstellen
dat het vrije bedrijfsleven zijn eigen orde
ning wel zal vinden en dat de taak van de
staat in dit opzicht negatief is. Jarenlang is
aangedrongen op de afschaffing van het
cadeaustelsel. Voor de oorlog heeft het ca
deaustelsel tot allerlei misstanden geleid.
Het is duidelijk dat wij weer zo n situatie
Zouden krijgen als de conjunctuur maar
enigszins omslaat. Dan zijn nu reeds de
voorbereidende maatregelen getroffen om
misstanden te voorkomen. Als het eenmaal
crisistijd is dan is dat veel moeilijker, om
dat men dan de fabrikanten een bepaalde
afzet ontneemt, hetgeen in tijden van werk
loosheid bijna onmogelijk is.
Een amendement van Gerbrandy om de
geschenken aan te bieden zonder reclame-
merk werd met overweldigende meerderheid
verworpen. Behalve voor „kleinigheden van
geringe waarde" moeten op de cadeaux de
naam van de zaak worden vermeld. Dat
vond prof. Gerbrandy de meest sarende be
paling van het wetsontwerp. Alle aardig
heid is dan van het geschenk af, maar aan
dit compromis viel niet te tornen.
Tegen de verwachting in heeft het debat
over het cadeaustelsel de gemoederen danig
bezig gehouden. Dat kwam voornamelijk
door de heren Gerbrandy en Weiter, die
hun woordje voor de tribune kunnen spre
ken en door de tegenargumentatie van mi
nister Zijlstra, die ook niet op zijn mondje
is gevallen. Het was een debat met zware
juridische spitsvondigheden, maar ook een
debat vol humor. De middenstandsspecia
listen, de heren v. Eysden a.r.), Hooy
(k.v.p.) en Peschar (arb.) hebben de mi
nister en de staatssecretaris krachtig ge
steund. Zoals zo vaak voorkomt waren zij
minder spectaculair, maar meer deskundig.
BEGROTING VAN ONDERWIJS
Minister Cals had het ongetwijfeld min
der gezellig in de Tweede Kamer. Zijn be
leid werd becritiseerd. Hem wordt verweten
gebrek aan voortvarendheid te hebben. Eni
ge maanden lang is hij ziek geweest. Het
werk was hem te veel geworden. Daarom
kon zijn begroting afgelopen winter niet
worden behandeld. De Kamer heeft hem ech
ter vrij royaal ontvangen. Natuurlijk bleef
de critiek bestaan, maar de bewindsman
werd gespaard. Er was begrip voor de
vele moeilijkheden op onderwijsgebied en
men begreep ook dat men van een minis
ter niet kan verlangen dat hij daaraan in
enkele jaren tijds een einde maakt. De cri
tiek op minister Cals werd verlegd naar zijn
voorgangers die evenmin vooruit heb
ben gezien en naar het gehele Kabinet,
dat niet bereid schijnt te zijn meer geld
voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen uit te trekken. Wat dat betreft kreeg
de minister wel een steuntje in de rug.
Maar erg gelukkig zal hij zich wel niet
gevoeld hebben, want de problemen die de
Kamer wil veranderen bestrijken zoveel ter
reinen dat men zich afvraagt of er unaniem
werd aangedrongen op de reorganisatie van
het departement, hetgeen een nette omschrij
ving is van de bewering dat de hogere
ambtenaren niet geheel voo hun taak zijn
berekend. Met dit debat zijn vele dagen
gemoeid, zodat er nog alle aanleiding is er
volgende week nog eens op terug te komen.
(Nadruk verboden)
In de zaal van „De Gouden Leeuw" te
Scherpenisse werd Dinsdag jl. de jaarver
gadering gehouden van de vereniging voor
kunstmatige inseminatie „Naar productief
vee op Tholen en St. Filipsland.
Van de 287 leden, die deze vereniging
telt, waren er maar een zestiental aanwezig.
Voorzitter P. J. Goorden te Tholen riep
een bijzonder welkomstwoord tot dr. Groten
huis Adjunct Directeur Gezondheidsdienst
te Goes en dhr. Nienhuis.
„Waarom zijn jullie met een K.I. begon
nen,", zo vroeg mij onlangs iemand, aldus
de voorzitter. „Gaat het enkel om de be
vruchting, om steriliteitsbestrijding
Spreker zegt dat het vooral gaat om de
desinfectie. Het is gebleken, dat de besmet
ting erg doordringt, hetzij dat de koeien,
hetzij dat de stier besmet is. Dit bevordert
de onvruchtbaarheid, waardoor natuurlijke
bevruchting zeer moeilijk wordt. Daarom is
de K.I. gekomen. Misschien dat ze op Tho
len nog 2 jaar te vroeg is opgericht. De
veehouders hier hebben nog niet die ellende
gekend van het werken met besmette stieren.
Aan de andere kant was het net op tijd,
want toen 3 willekeurige stieren werden
onderzocht bleken ze alle drie besmet te zijn.
De K.I. heeft als voornaamste doel ver
betering van het rundvee. Waar goed vee
is, daar vindt men ook stierenverenigingen,
zoals in West-Brabant, W.Z. Vlaanderen
en vroeger in Walcheren. Zo'n vereniging
is voor onze eilanden practisch onmogelijk.
We liggen veel te ver uit elkaar en dit zou
te veel kosten, dus moesten we ons heil
zoeken in de K.I.
Vergeten we niet, dat beter vee niet meer
eet, maar wel meer opbrengt.
Er zullen eerstdaags stemmen opgaan de
rundveestapel op hoger peil te brengen.
Daaraan zullen we allen moeten meewerken,
het zal geen financiële offers vragen, maar
er zal wel voordeel uit voortvloeien.
Uit het jaarverslag bleek, dat het deze
vereniging niet zo erg voor de wind is ge
gaan. Met name met de stieren was men
zeer onfortuinig. Telkens moest veranderd
worden. Over de medewerking van „Vee
export" werd met dankbaarheid gewaagd,
maar uiteindelijk werd toch van eigen geld
een stier aangekocht: „Amadis Hollander"
die op het station te Goes staat. Men heeft
deze niet direct aan gerecommandeerd, maar
de resultaten eens afgewacht. En nog nooit,
zolang de K.I.vereniging alhier bestaat,
boekte men een dergelijk bevruchtingsresul
taat als de laatste 3 maanden. Voor het on
vermoeid streven om tot dit goede resultaat
te komen wordt de directie van de Gezond
heidsdienst en Rijksveeteeltconsulent dank
gebracht.
Na de doorgemaakte kinderzoekten is de
herverkaveling voor de K.I.ver. ook weer
wel een tegenvaller vanwege vertrek naar
de N.O.P. van veehouders en het scheuren
van weiland.
Maar als men nagaat dat er van de 287
leden 768 dieren in het afgelopen jaar wer
den geinsemineerd, dan kan dit er toch ge
makkelijk duizend worden.
De verlies- en winstrekening over het
boekjaar 1953/1954 werd goedgekeurd, nadat
uit de cijfers was gebleken, dat er een ver
lies was van 2336,47 (na aankoop stier
voor 2900,—). Er was voor 9424,
inseminatiegelden geincasseerd.
De conceptbegroting gaf een inseminatie
aan van 900 koeien voor komend jaar. De
rekening was nagezien door de heren C. J.
Gaakeer en P. J. v. d. Slikke. Secretaris
L. J. Vermaas gaf op een en ander nadere
toelichting.
Op het verloop van de inseminatie gaf
dr. Grotenhuis een toelichting. In Zeeland
zijn er 8631 dieren geinsemineerd, waarvan
er 53,4% na de eerste inseminatie drachtig
werden. Op Tholen bedroeg hetzelfde per
centage in het afgelopen jaar 39,1 wat
dus een aanmerkelijk minder resultaat be
tekent. Men heeft op Tholen ongekende
pech gehad. Het schijnt nu te veranderen.
De resultaten over Januari met de stier
Amadis Hollander zijn goed. Na eerste
inseminatie is 68,2 niet teruggekomen.
Laten we hier nog 15% aftrekken in het
ongunstigste geval, dan komen we nog tot
een resultaat van 53%, en vooruitgang dus
van 14%.
Men kan voor de toekomst meer vertrou
wen stellen in de Thoolse K.I., waar er
sinds November met Amadis Hollander 101
dieren werden geinsemineerd en 64 is
weggebleven. Geaccepteerd is nu ook, dat
K.I.schetsen gelden voor stamboekinschrij
ving.
Vervolgens werden verschillende artikelen
der Statuten en in een tweede vergadering
bekrachtigd.
Herkozen werd als bestuurslid dhr. C* van
Putte en in de plaats van de heer A. A.
Goedegebuure Azn. te St. Annaland werd
de heer C. P. Hage benoemd, terwijl als
vertegenwoordiger voor St. Filipsland de
heer C. v. Strien-de Visser werd gekozen.
Het aftredend lid van de controlecommis
sie C. J. Gaakeer was ook niet herkiesbaar.
In deze vacature werd G. de Hond jr. te
Tholen benoemd. Afgevaardigden naar de
Algemene vergadering centraal stieren-
station werden de heren Duynhouwer en
Verduit.
Daarna gaf dr. Grotenhuis toelichting op
de door hem vertoonde filmpjes over het
Stierenstation te Goes en de inseminatie.
In zijn slotwoord wees voorzitter Goorden
er op, dat er vee verkocht wordt voor
600,maar ook voor 900,wat bij
het fokken precies hetzelfde kost.
Er is melk van 16 en van 31 cent de liter
uitbetaald, wat toch wel een groot verschil
is. Spreker wenste hiermee aan te tonen,
dat niet alleen de hoeveelheid voeder een
rol speelt, maar vooral de kwaliteit. Alge
mene veeverbetering ligt ook op het terrein
van de K.I. Laten we bij vee-aankoop ook
onze eisen stellen. Een veedepot op ons
eiland is niet te verwezenlijken, maar we
moeten toch alles doen om tot productiever
vee te komen. Hij hoopte op een gunstig
jaar voor de vereniging en sloot de bijeen
komst onder dank voor de aanwezigheid,
inzonderheid dr. Grotenhuis voor de films en
toelichting.
Vrijdag 18 Febr. jl. was er in de Thoolse
raadszaal zitting van de Kantonrechter.
De eerste zaak was die tegen L. A. V. te
Stavenisse, welke vorig maal was aange
houden. voor het horen van getuigen. Om
de overtreding nog even te releveren: dhr.
V. kwam met z'n auto Stavenisse ingereden
vanaf de Postweg, sloeg daar een straat
rechts in, maar moest toen om die bocht
goed te nemen wat links uitwijken. Dit ver
oorzaakte een botsing met de motorrijder
J. J. dn E. te St. Annaland, die onmiddellijk
achter de auto reed, op het ogenblik van de
bocht. Dhr. V. meende in deze niet anders
te kunnen handelen en kwam daartoe vorig
maal reeds voor de balie.
Nu werden de getuigen Jacob J. den E.
te St. Annaland, dragline machinist en zijn
neef Johs. J. den E. te St. A. (duopassagier
bij de botsing) gehoord. De motorrijder wist
te vertellen, hoe hij rechts wilde passeren,
toen dhr. V. naar links uitweek. Onmiddel
lijk daarna kwam V. met zijn auto weer
rechts en toen zat hij er bovenop. De motor
rijder verklaarde met een gangetje van circa
35 km te hebben gereden.
Zijn neef, de andere getuige Johs. J. den
E„ grondwerker, wonende te St. Annaland
kon hierin verder niet veel licht meer bren
gen.
Dhr. V. wees er op, dat men ter plaatse
niet binnen de 40 meter via de spiegel een
achterrijder kan waarnemen.
De Ambtenaar informeerde of V. dit nu
pas had ontdekt. Hij erkende dat de motor
rijder de hoofdschuldige was bij deze aan
rijding, omdat hij vanwege de voor hem
duidelijke manipulaties met de auto, vaart
had moeten minderen en even afwachten,
wat de voorrijder nu eigenlijk van plan was.
Hij had voorzichtiger moeten zijn. Waar
bovendien is gebleken dat hij nog geen rij
bewijs had. is hij veroordeeld, waarbij hij de
boete schikte.
Maar nu gaat het er om of aan de andere
kant verd. V. juist was. De Ambtenaar ge
looft dit niet. Hij wilde met de auto rechts
afslaan, geeft die richting aan, maar gaat
dan toch eerst links. Wanneer men daar die
bocht niet kan nemen zonder deze uitwij
king, had hij evengoed met aankomend ver
keer rekening moeten houden dan de motor
rijder met zijn voorman. De autorijder zag
niets in de spiegel. Dit neem ik wel aan,
ook dat het op die weg binnen de 40 meter
niet mogelijk is een achterkomend voertuig
te zien. Daarmee had V. dan zeker rekening
moeten houden. Hij achtte het toch een ver
keersovertreding en eiste 15.of 6 d.h.
Dhr. V. wees er op, dat hij deze omstan
digheden niet heeft kunnen voorzien, maar
de Rechter was het toch wel met de Ambte
naar eens en hield het op 10.of 3 d.h.
Voor een verkeersovertreding op het wa
ter legde de wachtmeester bij de Visserij-
politie Vogelaar te Wemelding getuigenis
af. Het ging er over, dat een schipper bij de
Tonnenvlei, stuurboord aanhield inplaats
van bakboord. Men kon deze overtreding
vergelijken met het rechts passeren op de
weg (geen doublure), waarom 15.of
6 d. tegen de voor hier onbekende schipper
werd geëist.
OP DE WADDENZEE
Het toneel In de Thoolse raadszaal werd
voor een ogenblik verplaatst naar de Wad
denzee. De Thoolse vissers J. S. en C. J. S.,
varend met de Th. 25 en Th. 4, waren daar
op de zonnige 7e en 8e December met de
korren bezig om mosselen te vissen. Er was
goed zicht, er stond de eerste dag een
briesje en op de 8ste December was het een
bries (zonder je) in elk geval was het daar
goed vissen. Sinds 1950, toen de zeeuwse
mosselen door een ziekte werden geteisterd,
was men ook in de Wadden overgegaan
tot perceel-verdeling. Beide genoemde
Thoolse „S-en" kregen toegedeeld perceel
41, een afgebakend geheel. En nu had dit
mosselenvissen een staartje gekregen tot en
met deze 18e Februari, toen ze voor de
groene tafel waren gedagvaard, omdat vol
gens procesverbaal beiden ook mosselen
opgehaald zouden hebben van het belendende
perceel, nummer 31, dat aan een zekere
Jumelet was toegewezen.
Beide verdachten ontkenden ten sterkste
dat ze laatstgenoemd perceel mosselen ge
vist hadden. Niet dat ze over dat perceel
gezwenkt hadden tot circa een 25 meter
over de „rooilijp", maar dat wil nog niet
zeggen, dat ze daar ook mosselen ophaalden.
Als je er over vaart met opgetrokken korren
kun je niet vissen.
De getuige de Vlieger, technisch opziener
bij de Visserij in de inspectie Den Helder
dacht er evenwel anders over. Hij had,
om precies te zijn, op een afstand van
664 meter, op de zeedijk, beide vissers
nauwkeurig gadegeslagen en was er van
overtuigd, dat J. S. met de Th. 25 zeker
100150 meter over het perceel Jumelet had
gevaren, waarvan nog een 35 meter getrok
ken met de korren.
C. J. S. zou met zijn Th. 4 wel tot op
de helft op het andere perceel zijn gekomen.
Als verdediger trad op mr. Vlaming. Hij
stelde de verbalisant de vraag of hij had ge
zien of de vissers daar kleine of grote mos
selen ophaalden, omdat de opziener be
weerde dat ze over de lading waren ge
spreid en het daarom kennelijk kleinere mos
selen waren, die door de andere waren
vermengd.
Eerst werd echter nog gehoord de getuige
S. K„ knecht op de Th. 25 bij J. S. en de
tweede getuige M. P. S., knecht op de Th.
4. Beiden erkenden over perceel 31 te zijn
gezwenkt, maar daar niet te hebben gevist.
De Ambtenaar achtte niettemin deze over
treding bewezen. Verdachten, aldus de
Ambtenaar, ontkennen niet dat ze op per
ceel 31 zijn geweest. Wanneer de korren
in het water hangen, is dat volgens de wet
vissen. We mogen aannemen dat getuige
de Vlieger deskundig is op dit gebied. Door
de verklaringen van de getuigen a decharge
wordt het bewijs niet weggenomen. Om
hiervoor echter een strafmaat te bepalen
is geen enkele norm te benaderen. Voor
het blijkbaar opzettelijk vissen op ander
mans perceel eiste de Ambtenaar tegen J. S.
100,boete of 20 dagen en tegen C. J.
5. 2 x 60,of 2 x 12 d. h.
WAAR VISTEN DE KORREN
Mr. Vlaming wees er op, dat een proces
verbaal zonder fouten, juist moet zijn. Hij
twijfelde niet aan de deskundigheid van
getuige de Vlieger, maar meende dat het
zeer moeilijk is op een afstand van 664 m.
te zien of de korren van een mosselvaartuig
over de afbakening nog werkelijk vissen. In
Zeeland wordt een 5 tot 1 meter van de
lijn gezaaid en neemt men dit wat soepeler
op. Op de Wadden is dat nog van jongere
datum. Hij neemt aan, dat verbalisant zag,
hoe er op perceel 31 is gevaren, wat ver
dachten ook niet ontkennen, maar daarmee
is nog niet bewezen, dat geconstateerd kan
worden op die afstand of er ook is gevist.
Hij verzocht vrijspraak van de tenlaste-
'e9ging. De Rechter bepaalde de uitspraak
over 14 dagen.
A. D. te Oud-Vossemeer kwam met zijn
vrachtauto, terwijl hij Onder de Molen al
daar reed naar de Molenstraat te ver van
de rechterweghelft.
Verd. wees er op, dat hij de bocht niet
meer rechts nemen kon, dan hij nu deed.
De Ambtenaar wilde deze zaak wel aan
houden om het via de verkeersinspectie te
bekijken.
H. J. D. te Tholen had de leerplichtwet
overtreden, waar hij 2 kinderen had laten
werken op dagen dat ze in school moesten
zitten. Het bleek dat verd. voor hen 2 we
ken landbouwverlof had gekregen, maar
toen was het bijna altijd regen geweest en
de gladiolen moesten er toch uit, terwijl
geen werkvolk te krijgen was. De kinderen
zitten in de 7e en 8ste klas. Bovendien had
verd. verlof voor hen aangevraagd, wat
door de inspecteur l.o. was geweigerd.
De Ambtenaar zag hierin inderdaad een
zekere overmacht, maar het bleef niettemin
een overtreding. Hij eiste 2 x 3,Uit
spraak conform de eis.
C. M. Q. had met zijn bestelauto een
overtreding begaan bij de splitsing Vosse-
meerse poortDalemsestraat. Het was in
de bietentijd, de weg was zeer glad en Q.
had maar een matig gangetje, toen hij met
een tegenligger in botsing kwam. De schade
was dan ook zeer gering.
De Ambtenaar had uit de schets en ge
maakte foto geconcludeerd dat inderdaad
niet gevaarlijk gereden was, maar een over
treding bleef het. Een tientje boete. De
Rechter wilde inderdaad met die omstandig
heden van gladheid, enz. rekening houden,
anders kwam men er bij een verkeersover
treding niet zo gemakkelijk af. Het bleef
dan ook voor Q. bij een tientje.
J. S. te St. Maartensdijk had op de post
weg Poortvliet-Tholen een dragline gepas
seerd op het moment dat een P.T.T.-auto
van de andere kant kwam aanrijden. Een
botsing was het gevolg. Verd. beweerde dat
hij al vanaf Poortvliet achter die dragline
was blijven rijden met een gangetje van een
20 km. Het was zeer mistig en er kwamen
veel tegenliggers, die echter allemaal goed
te zien waren door hun volle lichten. De
P.T.T.-auto had alleen maar kleine lichten
op en daarom had S. de auto niet zien aan
komen.
De Ambtenaar wees er op, dat volle licht
niet verplicht is bij mist, al is het dan zeer
gewenst, maar verd. had moeten inzien dat
het bij die dikke mist gevaarlijk was te pas
seren en had liever nog maar moeten wach
ten met voorbij de dragline te gaan. Het
kostte 30,of 10 dagen na een eis van
40,of 10 dagen plus de waarschuwing
voortaan met de uiterste voorzichtigheid te
rijden.
GOUD UUT HET WAETER
Dat was de titel van het toneelstuk, op
gevoerd voor de thoolse afdeling van de
Bond van Plattelandsvrouwen, door de
toneelclub van de Zeeuwse vereniging
„Luctor et Emergo" te Dordrecht. Ditmaal
niet alleen een avond voor de leden de
dames zelf, maar ook voor de andere
huisgenoten. Geen wonder dat de grote zaal
van „De Gouden Leeuw" te St. Maartens
dijk haast nog te klein was. Die een plaatsje
achterin de zaal had moest de oren dan ook
goed open zetten om het geheel te volgen.
Mevr. van Gorsel-van Westen opende
met een welkomstwoord. Het deed haar ge
noegen dit welkomstwoord deze avond niet
alleen te moeten richten tot de dames-leden,
maar ook tot talrijke heren.
Het gespeelde toneelstuk was bewerkt
door mevr. L. N. Huysman-Grlep naar de
gelijknamige roman van Kees Heemskerk.
Het eerste bedrijf speelde in de Oesterbeurs
te Yerseke en we zien Joos van de Velde
en Izak Verschure een begin maken met hun
oesterbedijf. Uiteindelijk bestaat er voor
eerstgenoemde niets anders meer op de we
reld dan dit bedrijf op te werken, geld te
verdienen. Zelfs Forre, met wie hij tegen de
zin van haar vader, een landbouwer in
hart en nieren, trouwt, wordt door hem ver
waarloosd. Botsingen volgen tussen de land
bouwer en deze jongere oesterboer. Beiden
zien alleen maar winst in eigen bedrijf en
minachten het andere. Moeilijk is daartussen
de figuur van Forre, welke rol door mej.
Gaanderse voortreffelijk wordt vertolkt. Het
gevoel dat zij en de bejaarde boer in spel
en stem weten te leggen maken, dat de ver
tolking aan diepte inboet, zodra die twee
van het toneel zijn verdwenen.
Maar de moraal van het stuk blijft, de
moraal gedefinieerd door Forre als ze uit
drukt dat het leven niet alleen maar bestaat
uit geld en goederen", de moraal die doet
opmerken, hoe lang het soms bij ons als
mensen kan duren, eer we dót leren. Erg
lang was het stuk niet, zodat men alleen
door langdurige pauze's de bijeenkomst wat
rekte.
Maar het stuk werd door alle aanwezigen
met aandacht gevolgd en het applaus be
loonde de spelers voor hun werk. Die dank
baarheid werd tenslotte ook nog vertolkt
door mevr. Groenewege-Blok, de presidente
van de afdeling St. Maartensdijk, welke
tevens aan ieder lid van het Dordtse gezel
schap een doos Thoolse sloffen overhan
digde. De voorzitter van „Luctor et
Emergo" dankte en verzocht de aanwezigen
twee coupletten te zingen van het Zeeuwse
volkslied. De inzet daarvan bleek vooral
voor de mannelijke aanwezigen ietwat hoog
te zijn, waardoor het geheel aan schoonheid
inboette, wat niet wegneemt dat door de
Plattelandsvrouwen weer een goede avond
was georganiseerd.
VAN HET RODE KRUIS
Het Nederlandsche Roode Kruis zal bin
nenkort het zogenaamde landbouwproject
beëindigen. Zij, die nog een tegoed hebben
van meer dan 50,kunnen hun wensen
kenbaar maken aan het secretariaat van de
Coördinatiecommissie voor de hulpverlening
aan de landbouw Watersnood 1953, Raam-
weg 44, Den Haag. Zij dienen dit te doen
vóór 1 Maart a.s.
Het doel van het landbouwproject was de
hulpverlening aan diegenen in de landbouw,
die door de Februari-ramp van 1953 scha
de geleden hebben. Door geschenkzendingen
van het Rode Kruis in Canada, Zweden,
Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Fran
krijk, Zwitserland en Italië was het Ne
derlandsche Róode Kruis in staat aan de
getroffenen geschenken uit te reiken tot een
waarde van 3J4% van de geleden schade
in de landbouwsector. Voor de practische
uitvoering in Nederland verleende de Coör
dinatie-commissie voor de hulpverlening
aan de landbouw Watersnood 1953 zijn
medewerking: de provinciale en plaatselijke
organisaties van de Stichting voor de Land
bouw gaven adviezen voor de verdeling
van de werktuigen en gereedschappen. Het
project omvat de verdeling van ongeveer
57 landbouwwerktuigen, voornamelijk zijn
ten getale van 100 tot 500 stuks eggen,
handschoffelmachines, rugspuiten, kunst
meststrooiers, zaaimachines, tractoren, bie
tensnijders, giervaten, weegwerktuigen, krui
wagens, grasmaaimachines, ploegen, culti-
vatoren en cambridge-rollen verstrekt.
Een geheel op zichzelf staand onderdeel
van het project was de uitreiking van pak
ketten landbouwgereedschappen aan diege
nen, die op 1 Februari 1953 landarbeider
of kleine boer met een bezit van minder
dan 4 ha grond waren, en die een schade-
van ten minste 50.geleden hebben. Er
zijn ruim 12.000 zgn. gezinspakketten en nog
ruim 3000 aanvullende, pakketten uitgereikt.
De ter beschikking staande fondsen, die
door het Rode Kruis in de genoemde lan
den bijeen gebracht waren, lieten het niet
toe ook de handelaren in het project te be
trekken. Men moest zich beperken tot de
landbouwers en landarbeiders.
DE GEWESTELIJKE RAAD
Dinsdag 1 Febr. is de Gewestelijke Raad
van het Landbouwschap voor Zeeland ge
ïnstalleerd. Deze installatie geschiedde na
mens het bestuur van het Landbouwschap.
De taak van de Gewestelijke Raden is drie
ledig: uitvoerend, adviserend en belangen-
behartigend. De gewestelijke raad heeft tot
taak mede te werken aan de uitvoering van
verordeningen en andere besluiten van het
Landbouwschap. Daarnaast brengt ze ad
viezen uit en geeft inlichtingen aan de lande
lijke organen, adviezen betrekking hebbende
op zuiver gewestelijke aangelegenheden.
Deze raad bestaat uit twaalf vertegen
woordigers van de ondernemers (land
bouwers) en twaalf vertegenwoordigers van
de werkgevers (arbeiders).
Uit onze omgeving hebben in deze raad
zitting ir. M. A. Geuze te Poortvliet met
J. A. Stols te St. Filipsland als plaatsver
vanger en G. I. de Jager te Anna Jacoba-
polder met J. A. v. d. Bijl te Zonnemaire
als plaatsvervanger. Voorlopig secretaris is
mr. J. F. G. Slingemann te Goes.
REGELING POSTDIENST OP DE
BIDDAG VOOR HET GEWAS
Op de a.s. Biddag voor het gewas zal in
Tholen de tweede bestelling niet worden
uitgevoerd.
Gelegenheid tot kosteloos afhalen der
correspondentie van 1717.30 u. Het post
kantoor zal voor de postdienst worden ge-*
sloten om 13 uur. Telegraaf- en telefoon
openstelling normaal; afhalen busrecht even
zo. Kwitanties worden niet aangeboden.
Wat de kantoren op het EILAND be
treft, wordt een-zelfde regeling toegepast
met dien verstande, dat deze kantoren om
12 uur sluiten voor de postdienst, terwijl
het afhalen der correspondentie op deze
kantoren is gesteld op 17.3018 uur.
Zoals wellicht bekend vindt de viering
van de Biddag plaats als volgt: Tholen,
St. Annaland, Poortvliet en Scherpenisse op
Woensdag 2 Maart a.s.; te St. Maartensdijk,
Oud-Vossemeer en Stavenisse op Woens
dag 9 Maart a.s. (de officieel daarvoor
aangewezen dag).
HET JEUGDVERHAAL
De avonturen van Kapitein Klakkebos
behoren weer tot het verleden. Hij heeft
heel wat meegemaakt, dat hebben jullie wel
gezien en gelezen. Een nieuw verhaal is
voor jullie in de maak. Ik denk dat het
volgende week wel klaar zal zijn. En met
dit jeugdverhaal blijven we weer eens in ons
eigen land. „Een avontuurlijke reis door
Nederland van Frits en Johny heet het. Die
reis begint in Volendam, wanneer Johny
daar aankomt. Johny woont namelijk in
Amerika en komt eens kijken bij zijn neefje
Frits in Nederland. Een paar dagen later
gaan de twee neven naar Amsterdam en dan
komt van het een het ander. Ze maken een
reuze tocht door ons land. Dat zullen jullie
wel zien. Tot volgende week met Frits en
Johny.