WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FILIPSLAND CADEAU-STELSEL wordt beperkt Naar PRODUCTIEF VEE Mosselvisserij op de Wadden WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht Kantongerecht Waakt voor verkeersovertredingen lie Jaargang No. 15 25 Februari 1955 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen of moeten daar binnen zijn Met 7111 stemmen heeft de Tweede Kamer zich deze week accoord verklaard met het wetsontwerp dat het cadeaustelsel wil beperken. Tot de tegenstanders behoor den de heren Weiter en Lemaire (k.n.p.), de communisten, de heren Gerbrandy (a.r.), Korthals, Zegering Hadders, Ritmeester en v. Leeuwen (allen v.v.d.). Uit deze op somming kan men het hoofdprobleem van dit debat reeds aanvoelen. Het ging n.l. om de vraag of de Overheid in deze tijd wel geroepen is om het cadeaustelsel aan banden te leggen. De tegenstanders van dit wetsontwerp wensten dit uiteraard niet. Maar Minister Zijlstra en staatssecretaris Veldkamp voldoen ongetwijfeld aan het ver langen van vele middenstanders. Het ont werp wil het cadeaustelsel niet afschaffen, doch slechts beperken. Het zal in de toe komst verboden zijn om branche-vreemde artikelen cadeau te geven. Bij de aankoop van een pendule mag men wel een horloge geven, maar geen stropdas. Want stropdas sen zijn voor de horlogemaker nu eenmaal branche-vreemd, daar heeft hij in zijn zaak niets mee te maken. Voor de branche-eigen artikelen wordt het cadeaustelsel toegestaan, al kunnen de organen van het bedrijfsleven op dit gebied een regeling treffen. Daarbij wordt natuurlijk gedacht aan de organen van de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie. Volgens 't ontwerp mag men dus in de branche-eigen sfeer geschenken geven. Er is een andere beperking: deze geschenken moeten consumptie-verwant zijn. Of anders gezegd: het cadeau moet iets te maken heb ben met het gekochte goed. Bij de aankoop van een costuum zou men een das kunnen geven, maar bij aankoop van boter geen kop en schotel. Die kop en scho tel kan heel goed branche-eigen zijn, bijv. wanneer de winkelier zowel boter, koffie als thee verkoopt. Wil hij echter zijn boterverkoop stimuleren dan ial het bran che-eigen, consumptie-verwante artikel dat cadeau kan worden gegeven een boter vlootje of een botermesje kunnen zijn. Moet de koffieverkoop toenemen dan zal de mid denstander zijn toevlucht tot kop en schotels nemen. Natuurlijk worden er de nodige ui- zonderingen gemaakt. In ieder geval zijn „kleinigheden van geringe waarde" vrijge steld. De winkelier kan het kleine meisje dus verrassen met een ringetje. Album plaatjes, ballons en scheermesjes mogen ook als dit ontwerp van kracht geworden is, cadeau gegeven worden. Het kortingsstelsel (10% e.d.) valt geheel buiten deze wet, evenals het systeem van de zegels. Het ver richten van diensten bijv. het organiseren van een reis door derden is toegestaan, maar het gratis verstrekken van goederen door derden is verboden. De winkelier kan zijn cliënt dus niet meer gratis koffie laten drinken in het nabij gelegen café-estaurant. Juist het ontbreken van 't kortinsstelsel was voor de heer Cornelissen (v.v.d.) re de om tegen deze wet te stemmen. Dit stel sel noemde hij de bron van alle kwaad. Zijn partijgenoot Ankersmit had weer andere be zwaren. Een daarvan was de discriminatie in de reclame-artikelen. Adverteren mag wel, cadeau geven is aan voorwaarden ge bonden. De liberale afgevaardigden waren het volkomen eens met de heren Gerbrandy (a.r.) en Weiter (k.n.p.) dat dit ontwerp overbodig is. Het beperken van 't cadeau stelsel noemden zij het onmondig verklaren van de Nederlandse huisvrouw. Zij weet heus wel wat zij koopt en de verkoper weet dat hij niet met slechte geschenken moet komen, want beunhazerij ook op dit ge bied straft zichzelf. Het overheidsingrij pen was dan ook naar hun mening on nodig. Dat moet in hoogst enkele gevallen geschieden. Dit standpunt werd door de jeugdige ministed van Economische Zaken zonder meer 19de eeuws genomd. Waarom is hij met dit ontwerp gekomen? In de eerste plaats om uitwassen te voorkomen. Twee dingen wil de regering tegengaan: de prijs- versluiering en de schadelijke concurrentie. Het wetsontwerp heeft tot doel het ordelijk economisch verkeer te bevorderen. Het is onjuist om in deze tijd te veronderstellen dat het vrije bedrijfsleven zijn eigen orde ning wel zal vinden en dat de taak van de staat in dit opzicht negatief is. Jarenlang is aangedrongen op de afschaffing van het cadeaustelsel. Voor de oorlog heeft het ca deaustelsel tot allerlei misstanden geleid. Het is duidelijk dat wij weer zo n situatie Zouden krijgen als de conjunctuur maar enigszins omslaat. Dan zijn nu reeds de voorbereidende maatregelen getroffen om misstanden te voorkomen. Als het eenmaal crisistijd is dan is dat veel moeilijker, om dat men dan de fabrikanten een bepaalde afzet ontneemt, hetgeen in tijden van werk loosheid bijna onmogelijk is. Een amendement van Gerbrandy om de geschenken aan te bieden zonder reclame- merk werd met overweldigende meerderheid verworpen. Behalve voor „kleinigheden van geringe waarde" moeten op de cadeaux de naam van de zaak worden vermeld. Dat vond prof. Gerbrandy de meest sarende be paling van het wetsontwerp. Alle aardig heid is dan van het geschenk af, maar aan dit compromis viel niet te tornen. Tegen de verwachting in heeft het debat over het cadeaustelsel de gemoederen danig bezig gehouden. Dat kwam voornamelijk door de heren Gerbrandy en Weiter, die hun woordje voor de tribune kunnen spre ken en door de tegenargumentatie van mi nister Zijlstra, die ook niet op zijn mondje is gevallen. Het was een debat met zware juridische spitsvondigheden, maar ook een debat vol humor. De middenstandsspecia listen, de heren v. Eysden a.r.), Hooy (k.v.p.) en Peschar (arb.) hebben de mi nister en de staatssecretaris krachtig ge steund. Zoals zo vaak voorkomt waren zij minder spectaculair, maar meer deskundig. BEGROTING VAN ONDERWIJS Minister Cals had het ongetwijfeld min der gezellig in de Tweede Kamer. Zijn be leid werd becritiseerd. Hem wordt verweten gebrek aan voortvarendheid te hebben. Eni ge maanden lang is hij ziek geweest. Het werk was hem te veel geworden. Daarom kon zijn begroting afgelopen winter niet worden behandeld. De Kamer heeft hem ech ter vrij royaal ontvangen. Natuurlijk bleef de critiek bestaan, maar de bewindsman werd gespaard. Er was begrip voor de vele moeilijkheden op onderwijsgebied en men begreep ook dat men van een minis ter niet kan verlangen dat hij daaraan in enkele jaren tijds een einde maakt. De cri tiek op minister Cals werd verlegd naar zijn voorgangers die evenmin vooruit heb ben gezien en naar het gehele Kabinet, dat niet bereid schijnt te zijn meer geld voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschap pen uit te trekken. Wat dat betreft kreeg de minister wel een steuntje in de rug. Maar erg gelukkig zal hij zich wel niet gevoeld hebben, want de problemen die de Kamer wil veranderen bestrijken zoveel ter reinen dat men zich afvraagt of er unaniem werd aangedrongen op de reorganisatie van het departement, hetgeen een nette omschrij ving is van de bewering dat de hogere ambtenaren niet geheel voo hun taak zijn berekend. Met dit debat zijn vele dagen gemoeid, zodat er nog alle aanleiding is er volgende week nog eens op terug te komen. (Nadruk verboden) In de zaal van „De Gouden Leeuw" te Scherpenisse werd Dinsdag jl. de jaarver gadering gehouden van de vereniging voor kunstmatige inseminatie „Naar productief vee op Tholen en St. Filipsland. Van de 287 leden, die deze vereniging telt, waren er maar een zestiental aanwezig. Voorzitter P. J. Goorden te Tholen riep een bijzonder welkomstwoord tot dr. Groten huis Adjunct Directeur Gezondheidsdienst te Goes en dhr. Nienhuis. „Waarom zijn jullie met een K.I. begon nen,", zo vroeg mij onlangs iemand, aldus de voorzitter. „Gaat het enkel om de be vruchting, om steriliteitsbestrijding Spreker zegt dat het vooral gaat om de desinfectie. Het is gebleken, dat de besmet ting erg doordringt, hetzij dat de koeien, hetzij dat de stier besmet is. Dit bevordert de onvruchtbaarheid, waardoor natuurlijke bevruchting zeer moeilijk wordt. Daarom is de K.I. gekomen. Misschien dat ze op Tho len nog 2 jaar te vroeg is opgericht. De veehouders hier hebben nog niet die ellende gekend van het werken met besmette stieren. Aan de andere kant was het net op tijd, want toen 3 willekeurige stieren werden onderzocht bleken ze alle drie besmet te zijn. De K.I. heeft als voornaamste doel ver betering van het rundvee. Waar goed vee is, daar vindt men ook stierenverenigingen, zoals in West-Brabant, W.Z. Vlaanderen en vroeger in Walcheren. Zo'n vereniging is voor onze eilanden practisch onmogelijk. We liggen veel te ver uit elkaar en dit zou te veel kosten, dus moesten we ons heil zoeken in de K.I. Vergeten we niet, dat beter vee niet meer eet, maar wel meer opbrengt. Er zullen eerstdaags stemmen opgaan de rundveestapel op hoger peil te brengen. Daaraan zullen we allen moeten meewerken, het zal geen financiële offers vragen, maar er zal wel voordeel uit voortvloeien. Uit het jaarverslag bleek, dat het deze vereniging niet zo erg voor de wind is ge gaan. Met name met de stieren was men zeer onfortuinig. Telkens moest veranderd worden. Over de medewerking van „Vee export" werd met dankbaarheid gewaagd, maar uiteindelijk werd toch van eigen geld een stier aangekocht: „Amadis Hollander" die op het station te Goes staat. Men heeft deze niet direct aan gerecommandeerd, maar de resultaten eens afgewacht. En nog nooit, zolang de K.I.vereniging alhier bestaat, boekte men een dergelijk bevruchtingsresul taat als de laatste 3 maanden. Voor het on vermoeid streven om tot dit goede resultaat te komen wordt de directie van de Gezond heidsdienst en Rijksveeteeltconsulent dank gebracht. Na de doorgemaakte kinderzoekten is de herverkaveling voor de K.I.ver. ook weer wel een tegenvaller vanwege vertrek naar de N.O.P. van veehouders en het scheuren van weiland. Maar als men nagaat dat er van de 287 leden 768 dieren in het afgelopen jaar wer den geinsemineerd, dan kan dit er toch ge makkelijk duizend worden. De verlies- en winstrekening over het boekjaar 1953/1954 werd goedgekeurd, nadat uit de cijfers was gebleken, dat er een ver lies was van 2336,47 (na aankoop stier voor 2900,—). Er was voor 9424, inseminatiegelden geincasseerd. De conceptbegroting gaf een inseminatie aan van 900 koeien voor komend jaar. De rekening was nagezien door de heren C. J. Gaakeer en P. J. v. d. Slikke. Secretaris L. J. Vermaas gaf op een en ander nadere toelichting. Op het verloop van de inseminatie gaf dr. Grotenhuis een toelichting. In Zeeland zijn er 8631 dieren geinsemineerd, waarvan er 53,4% na de eerste inseminatie drachtig werden. Op Tholen bedroeg hetzelfde per centage in het afgelopen jaar 39,1 wat dus een aanmerkelijk minder resultaat be tekent. Men heeft op Tholen ongekende pech gehad. Het schijnt nu te veranderen. De resultaten over Januari met de stier Amadis Hollander zijn goed. Na eerste inseminatie is 68,2 niet teruggekomen. Laten we hier nog 15% aftrekken in het ongunstigste geval, dan komen we nog tot een resultaat van 53%, en vooruitgang dus van 14%. Men kan voor de toekomst meer vertrou wen stellen in de Thoolse K.I., waar er sinds November met Amadis Hollander 101 dieren werden geinsemineerd en 64 is weggebleven. Geaccepteerd is nu ook, dat K.I.schetsen gelden voor stamboekinschrij ving. Vervolgens werden verschillende artikelen der Statuten en in een tweede vergadering bekrachtigd. Herkozen werd als bestuurslid dhr. C* van Putte en in de plaats van de heer A. A. Goedegebuure Azn. te St. Annaland werd de heer C. P. Hage benoemd, terwijl als vertegenwoordiger voor St. Filipsland de heer C. v. Strien-de Visser werd gekozen. Het aftredend lid van de controlecommis sie C. J. Gaakeer was ook niet herkiesbaar. In deze vacature werd G. de Hond jr. te Tholen benoemd. Afgevaardigden naar de Algemene vergadering centraal stieren- station werden de heren Duynhouwer en Verduit. Daarna gaf dr. Grotenhuis toelichting op de door hem vertoonde filmpjes over het Stierenstation te Goes en de inseminatie. In zijn slotwoord wees voorzitter Goorden er op, dat er vee verkocht wordt voor 600,maar ook voor 900,wat bij het fokken precies hetzelfde kost. Er is melk van 16 en van 31 cent de liter uitbetaald, wat toch wel een groot verschil is. Spreker wenste hiermee aan te tonen, dat niet alleen de hoeveelheid voeder een rol speelt, maar vooral de kwaliteit. Alge mene veeverbetering ligt ook op het terrein van de K.I. Laten we bij vee-aankoop ook onze eisen stellen. Een veedepot op ons eiland is niet te verwezenlijken, maar we moeten toch alles doen om tot productiever vee te komen. Hij hoopte op een gunstig jaar voor de vereniging en sloot de bijeen komst onder dank voor de aanwezigheid, inzonderheid dr. Grotenhuis voor de films en toelichting. Vrijdag 18 Febr. jl. was er in de Thoolse raadszaal zitting van de Kantonrechter. De eerste zaak was die tegen L. A. V. te Stavenisse, welke vorig maal was aange houden. voor het horen van getuigen. Om de overtreding nog even te releveren: dhr. V. kwam met z'n auto Stavenisse ingereden vanaf de Postweg, sloeg daar een straat rechts in, maar moest toen om die bocht goed te nemen wat links uitwijken. Dit ver oorzaakte een botsing met de motorrijder J. J. dn E. te St. Annaland, die onmiddellijk achter de auto reed, op het ogenblik van de bocht. Dhr. V. meende in deze niet anders te kunnen handelen en kwam daartoe vorig maal reeds voor de balie. Nu werden de getuigen Jacob J. den E. te St. Annaland, dragline machinist en zijn neef Johs. J. den E. te St. A. (duopassagier bij de botsing) gehoord. De motorrijder wist te vertellen, hoe hij rechts wilde passeren, toen dhr. V. naar links uitweek. Onmiddel lijk daarna kwam V. met zijn auto weer rechts en toen zat hij er bovenop. De motor rijder verklaarde met een gangetje van circa 35 km te hebben gereden. Zijn neef, de andere getuige Johs. J. den E„ grondwerker, wonende te St. Annaland kon hierin verder niet veel licht meer bren gen. Dhr. V. wees er op, dat men ter plaatse niet binnen de 40 meter via de spiegel een achterrijder kan waarnemen. De Ambtenaar informeerde of V. dit nu pas had ontdekt. Hij erkende dat de motor rijder de hoofdschuldige was bij deze aan rijding, omdat hij vanwege de voor hem duidelijke manipulaties met de auto, vaart had moeten minderen en even afwachten, wat de voorrijder nu eigenlijk van plan was. Hij had voorzichtiger moeten zijn. Waar bovendien is gebleken dat hij nog geen rij bewijs had. is hij veroordeeld, waarbij hij de boete schikte. Maar nu gaat het er om of aan de andere kant verd. V. juist was. De Ambtenaar ge looft dit niet. Hij wilde met de auto rechts afslaan, geeft die richting aan, maar gaat dan toch eerst links. Wanneer men daar die bocht niet kan nemen zonder deze uitwij king, had hij evengoed met aankomend ver keer rekening moeten houden dan de motor rijder met zijn voorman. De autorijder zag niets in de spiegel. Dit neem ik wel aan, ook dat het op die weg binnen de 40 meter niet mogelijk is een achterkomend voertuig te zien. Daarmee had V. dan zeker rekening moeten houden. Hij achtte het toch een ver keersovertreding en eiste 15.of 6 d.h. Dhr. V. wees er op, dat hij deze omstan digheden niet heeft kunnen voorzien, maar de Rechter was het toch wel met de Ambte naar eens en hield het op 10.of 3 d.h. Voor een verkeersovertreding op het wa ter legde de wachtmeester bij de Visserij- politie Vogelaar te Wemelding getuigenis af. Het ging er over, dat een schipper bij de Tonnenvlei, stuurboord aanhield inplaats van bakboord. Men kon deze overtreding vergelijken met het rechts passeren op de weg (geen doublure), waarom 15.of 6 d. tegen de voor hier onbekende schipper werd geëist. OP DE WADDENZEE Het toneel In de Thoolse raadszaal werd voor een ogenblik verplaatst naar de Wad denzee. De Thoolse vissers J. S. en C. J. S., varend met de Th. 25 en Th. 4, waren daar op de zonnige 7e en 8e December met de korren bezig om mosselen te vissen. Er was goed zicht, er stond de eerste dag een briesje en op de 8ste December was het een bries (zonder je) in elk geval was het daar goed vissen. Sinds 1950, toen de zeeuwse mosselen door een ziekte werden geteisterd, was men ook in de Wadden overgegaan tot perceel-verdeling. Beide genoemde Thoolse „S-en" kregen toegedeeld perceel 41, een afgebakend geheel. En nu had dit mosselenvissen een staartje gekregen tot en met deze 18e Februari, toen ze voor de groene tafel waren gedagvaard, omdat vol gens procesverbaal beiden ook mosselen opgehaald zouden hebben van het belendende perceel, nummer 31, dat aan een zekere Jumelet was toegewezen. Beide verdachten ontkenden ten sterkste dat ze laatstgenoemd perceel mosselen ge vist hadden. Niet dat ze over dat perceel gezwenkt hadden tot circa een 25 meter over de „rooilijp", maar dat wil nog niet zeggen, dat ze daar ook mosselen ophaalden. Als je er over vaart met opgetrokken korren kun je niet vissen. De getuige de Vlieger, technisch opziener bij de Visserij in de inspectie Den Helder dacht er evenwel anders over. Hij had, om precies te zijn, op een afstand van 664 meter, op de zeedijk, beide vissers nauwkeurig gadegeslagen en was er van overtuigd, dat J. S. met de Th. 25 zeker 100150 meter over het perceel Jumelet had gevaren, waarvan nog een 35 meter getrok ken met de korren. C. J. S. zou met zijn Th. 4 wel tot op de helft op het andere perceel zijn gekomen. Als verdediger trad op mr. Vlaming. Hij stelde de verbalisant de vraag of hij had ge zien of de vissers daar kleine of grote mos selen ophaalden, omdat de opziener be weerde dat ze over de lading waren ge spreid en het daarom kennelijk kleinere mos selen waren, die door de andere waren vermengd. Eerst werd echter nog gehoord de getuige S. K„ knecht op de Th. 25 bij J. S. en de tweede getuige M. P. S., knecht op de Th. 4. Beiden erkenden over perceel 31 te zijn gezwenkt, maar daar niet te hebben gevist. De Ambtenaar achtte niettemin deze over treding bewezen. Verdachten, aldus de Ambtenaar, ontkennen niet dat ze op per ceel 31 zijn geweest. Wanneer de korren in het water hangen, is dat volgens de wet vissen. We mogen aannemen dat getuige de Vlieger deskundig is op dit gebied. Door de verklaringen van de getuigen a decharge wordt het bewijs niet weggenomen. Om hiervoor echter een strafmaat te bepalen is geen enkele norm te benaderen. Voor het blijkbaar opzettelijk vissen op ander mans perceel eiste de Ambtenaar tegen J. S. 100,boete of 20 dagen en tegen C. J. 5. 2 x 60,of 2 x 12 d. h. WAAR VISTEN DE KORREN Mr. Vlaming wees er op, dat een proces verbaal zonder fouten, juist moet zijn. Hij twijfelde niet aan de deskundigheid van getuige de Vlieger, maar meende dat het zeer moeilijk is op een afstand van 664 m. te zien of de korren van een mosselvaartuig over de afbakening nog werkelijk vissen. In Zeeland wordt een 5 tot 1 meter van de lijn gezaaid en neemt men dit wat soepeler op. Op de Wadden is dat nog van jongere datum. Hij neemt aan, dat verbalisant zag, hoe er op perceel 31 is gevaren, wat ver dachten ook niet ontkennen, maar daarmee is nog niet bewezen, dat geconstateerd kan worden op die afstand of er ook is gevist. Hij verzocht vrijspraak van de tenlaste- 'e9ging. De Rechter bepaalde de uitspraak over 14 dagen. A. D. te Oud-Vossemeer kwam met zijn vrachtauto, terwijl hij Onder de Molen al daar reed naar de Molenstraat te ver van de rechterweghelft. Verd. wees er op, dat hij de bocht niet meer rechts nemen kon, dan hij nu deed. De Ambtenaar wilde deze zaak wel aan houden om het via de verkeersinspectie te bekijken. H. J. D. te Tholen had de leerplichtwet overtreden, waar hij 2 kinderen had laten werken op dagen dat ze in school moesten zitten. Het bleek dat verd. voor hen 2 we ken landbouwverlof had gekregen, maar toen was het bijna altijd regen geweest en de gladiolen moesten er toch uit, terwijl geen werkvolk te krijgen was. De kinderen zitten in de 7e en 8ste klas. Bovendien had verd. verlof voor hen aangevraagd, wat door de inspecteur l.o. was geweigerd. De Ambtenaar zag hierin inderdaad een zekere overmacht, maar het bleef niettemin een overtreding. Hij eiste 2 x 3,Uit spraak conform de eis. C. M. Q. had met zijn bestelauto een overtreding begaan bij de splitsing Vosse- meerse poortDalemsestraat. Het was in de bietentijd, de weg was zeer glad en Q. had maar een matig gangetje, toen hij met een tegenligger in botsing kwam. De schade was dan ook zeer gering. De Ambtenaar had uit de schets en ge maakte foto geconcludeerd dat inderdaad niet gevaarlijk gereden was, maar een over treding bleef het. Een tientje boete. De Rechter wilde inderdaad met die omstandig heden van gladheid, enz. rekening houden, anders kwam men er bij een verkeersover treding niet zo gemakkelijk af. Het bleef dan ook voor Q. bij een tientje. J. S. te St. Maartensdijk had op de post weg Poortvliet-Tholen een dragline gepas seerd op het moment dat een P.T.T.-auto van de andere kant kwam aanrijden. Een botsing was het gevolg. Verd. beweerde dat hij al vanaf Poortvliet achter die dragline was blijven rijden met een gangetje van een 20 km. Het was zeer mistig en er kwamen veel tegenliggers, die echter allemaal goed te zien waren door hun volle lichten. De P.T.T.-auto had alleen maar kleine lichten op en daarom had S. de auto niet zien aan komen. De Ambtenaar wees er op, dat volle licht niet verplicht is bij mist, al is het dan zeer gewenst, maar verd. had moeten inzien dat het bij die dikke mist gevaarlijk was te pas seren en had liever nog maar moeten wach ten met voorbij de dragline te gaan. Het kostte 30,of 10 dagen na een eis van 40,of 10 dagen plus de waarschuwing voortaan met de uiterste voorzichtigheid te rijden. GOUD UUT HET WAETER Dat was de titel van het toneelstuk, op gevoerd voor de thoolse afdeling van de Bond van Plattelandsvrouwen, door de toneelclub van de Zeeuwse vereniging „Luctor et Emergo" te Dordrecht. Ditmaal niet alleen een avond voor de leden de dames zelf, maar ook voor de andere huisgenoten. Geen wonder dat de grote zaal van „De Gouden Leeuw" te St. Maartens dijk haast nog te klein was. Die een plaatsje achterin de zaal had moest de oren dan ook goed open zetten om het geheel te volgen. Mevr. van Gorsel-van Westen opende met een welkomstwoord. Het deed haar ge noegen dit welkomstwoord deze avond niet alleen te moeten richten tot de dames-leden, maar ook tot talrijke heren. Het gespeelde toneelstuk was bewerkt door mevr. L. N. Huysman-Grlep naar de gelijknamige roman van Kees Heemskerk. Het eerste bedrijf speelde in de Oesterbeurs te Yerseke en we zien Joos van de Velde en Izak Verschure een begin maken met hun oesterbedijf. Uiteindelijk bestaat er voor eerstgenoemde niets anders meer op de we reld dan dit bedrijf op te werken, geld te verdienen. Zelfs Forre, met wie hij tegen de zin van haar vader, een landbouwer in hart en nieren, trouwt, wordt door hem ver waarloosd. Botsingen volgen tussen de land bouwer en deze jongere oesterboer. Beiden zien alleen maar winst in eigen bedrijf en minachten het andere. Moeilijk is daartussen de figuur van Forre, welke rol door mej. Gaanderse voortreffelijk wordt vertolkt. Het gevoel dat zij en de bejaarde boer in spel en stem weten te leggen maken, dat de ver tolking aan diepte inboet, zodra die twee van het toneel zijn verdwenen. Maar de moraal van het stuk blijft, de moraal gedefinieerd door Forre als ze uit drukt dat het leven niet alleen maar bestaat uit geld en goederen", de moraal die doet opmerken, hoe lang het soms bij ons als mensen kan duren, eer we dót leren. Erg lang was het stuk niet, zodat men alleen door langdurige pauze's de bijeenkomst wat rekte. Maar het stuk werd door alle aanwezigen met aandacht gevolgd en het applaus be loonde de spelers voor hun werk. Die dank baarheid werd tenslotte ook nog vertolkt door mevr. Groenewege-Blok, de presidente van de afdeling St. Maartensdijk, welke tevens aan ieder lid van het Dordtse gezel schap een doos Thoolse sloffen overhan digde. De voorzitter van „Luctor et Emergo" dankte en verzocht de aanwezigen twee coupletten te zingen van het Zeeuwse volkslied. De inzet daarvan bleek vooral voor de mannelijke aanwezigen ietwat hoog te zijn, waardoor het geheel aan schoonheid inboette, wat niet wegneemt dat door de Plattelandsvrouwen weer een goede avond was georganiseerd. VAN HET RODE KRUIS Het Nederlandsche Roode Kruis zal bin nenkort het zogenaamde landbouwproject beëindigen. Zij, die nog een tegoed hebben van meer dan 50,kunnen hun wensen kenbaar maken aan het secretariaat van de Coördinatiecommissie voor de hulpverlening aan de landbouw Watersnood 1953, Raam- weg 44, Den Haag. Zij dienen dit te doen vóór 1 Maart a.s. Het doel van het landbouwproject was de hulpverlening aan diegenen in de landbouw, die door de Februari-ramp van 1953 scha de geleden hebben. Door geschenkzendingen van het Rode Kruis in Canada, Zweden, Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Fran krijk, Zwitserland en Italië was het Ne derlandsche Róode Kruis in staat aan de getroffenen geschenken uit te reiken tot een waarde van 3J4% van de geleden schade in de landbouwsector. Voor de practische uitvoering in Nederland verleende de Coör dinatie-commissie voor de hulpverlening aan de landbouw Watersnood 1953 zijn medewerking: de provinciale en plaatselijke organisaties van de Stichting voor de Land bouw gaven adviezen voor de verdeling van de werktuigen en gereedschappen. Het project omvat de verdeling van ongeveer 57 landbouwwerktuigen, voornamelijk zijn ten getale van 100 tot 500 stuks eggen, handschoffelmachines, rugspuiten, kunst meststrooiers, zaaimachines, tractoren, bie tensnijders, giervaten, weegwerktuigen, krui wagens, grasmaaimachines, ploegen, culti- vatoren en cambridge-rollen verstrekt. Een geheel op zichzelf staand onderdeel van het project was de uitreiking van pak ketten landbouwgereedschappen aan diege nen, die op 1 Februari 1953 landarbeider of kleine boer met een bezit van minder dan 4 ha grond waren, en die een schade- van ten minste 50.geleden hebben. Er zijn ruim 12.000 zgn. gezinspakketten en nog ruim 3000 aanvullende, pakketten uitgereikt. De ter beschikking staande fondsen, die door het Rode Kruis in de genoemde lan den bijeen gebracht waren, lieten het niet toe ook de handelaren in het project te be trekken. Men moest zich beperken tot de landbouwers en landarbeiders. DE GEWESTELIJKE RAAD Dinsdag 1 Febr. is de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap voor Zeeland ge ïnstalleerd. Deze installatie geschiedde na mens het bestuur van het Landbouwschap. De taak van de Gewestelijke Raden is drie ledig: uitvoerend, adviserend en belangen- behartigend. De gewestelijke raad heeft tot taak mede te werken aan de uitvoering van verordeningen en andere besluiten van het Landbouwschap. Daarnaast brengt ze ad viezen uit en geeft inlichtingen aan de lande lijke organen, adviezen betrekking hebbende op zuiver gewestelijke aangelegenheden. Deze raad bestaat uit twaalf vertegen woordigers van de ondernemers (land bouwers) en twaalf vertegenwoordigers van de werkgevers (arbeiders). Uit onze omgeving hebben in deze raad zitting ir. M. A. Geuze te Poortvliet met J. A. Stols te St. Filipsland als plaatsver vanger en G. I. de Jager te Anna Jacoba- polder met J. A. v. d. Bijl te Zonnemaire als plaatsvervanger. Voorlopig secretaris is mr. J. F. G. Slingemann te Goes. REGELING POSTDIENST OP DE BIDDAG VOOR HET GEWAS Op de a.s. Biddag voor het gewas zal in Tholen de tweede bestelling niet worden uitgevoerd. Gelegenheid tot kosteloos afhalen der correspondentie van 1717.30 u. Het post kantoor zal voor de postdienst worden ge-* sloten om 13 uur. Telegraaf- en telefoon openstelling normaal; afhalen busrecht even zo. Kwitanties worden niet aangeboden. Wat de kantoren op het EILAND be treft, wordt een-zelfde regeling toegepast met dien verstande, dat deze kantoren om 12 uur sluiten voor de postdienst, terwijl het afhalen der correspondentie op deze kantoren is gesteld op 17.3018 uur. Zoals wellicht bekend vindt de viering van de Biddag plaats als volgt: Tholen, St. Annaland, Poortvliet en Scherpenisse op Woensdag 2 Maart a.s.; te St. Maartensdijk, Oud-Vossemeer en Stavenisse op Woens dag 9 Maart a.s. (de officieel daarvoor aangewezen dag). HET JEUGDVERHAAL De avonturen van Kapitein Klakkebos behoren weer tot het verleden. Hij heeft heel wat meegemaakt, dat hebben jullie wel gezien en gelezen. Een nieuw verhaal is voor jullie in de maak. Ik denk dat het volgende week wel klaar zal zijn. En met dit jeugdverhaal blijven we weer eens in ons eigen land. „Een avontuurlijke reis door Nederland van Frits en Johny heet het. Die reis begint in Volendam, wanneer Johny daar aankomt. Johny woont namelijk in Amerika en komt eens kijken bij zijn neefje Frits in Nederland. Een paar dagen later gaan de twee neven naar Amsterdam en dan komt van het een het ander. Ze maken een reuze tocht door ons land. Dat zullen jullie wel zien. Tot volgende week met Frits en Johny.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1955 | | pagina 1