WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND
VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG
I I
I I
I
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Toén was daar ook
Adriana Brouw
10e Jaargang No. 40
20 Augustus 1954
Uitgevers Firma C. Dielemajn en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00. elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
DE KONING KWAM!
Wanneer vele jaren verlopen zijn, zal bovenstaande misschien
het resumé, het begin van het verhaal zijn, dat dan al oude
Stavenissers aan hun kleinkinderen vertellen. Het verhaal
over het bezoek van Koning Haakon.
Met het foto-album en het kleinkind op schoot zal dit verhaal
telkens weer boeien, het zal iedere volgende keer opnieuw
kleuriger en spannender worden.
Op den duur zal de eigen belevenis op die grote dag de
boventoon voeren. Van het raadslid dat de Vorstelijke per
sonen de hand mocht drukken, van de dirigent die nader
toelichtte hoe het Noorse volkslied ingestudeerd was, van
dat gezin, waar Koning, Koningin en Prins aan tafel zat.
van het meisje dat bloemen aanbood en het jongentje dat de
cadeaux gaf, die buurvrouw en die oom, die door de radio-
reporters werden geïnterviewd en al die andere Stavenissers,
die op deze grote dag in het ontroerend geheel toch nog een
aparte, een persoonlijke merkwaardigheid beleefden.
Iedere volgende maal zal het verhaal aan de kleinkinderen
verteld mooier worden, het verhaal van die dag, toen Koning
Haakon VII van Noorwegen, Koningin Juliana en Prins
Bernhard in Stavenisse waren.
„Kijk, daar zie je dan de „Piet
Hein' in onze haven wijzen opa
en oma hun kleinkinderen. Daar
zie je de loopplank en daar zie
je de auto's, daar de mensen op
het dijkje en de daken van de
Molendijk, daar was het grote
moment van de aankomst. Wat
een prachtige boot.
De omstanders gingen niet erg te
keer. In Zeeland doen we nu niet
zo vlug de handen in de hoogte.
Bovendien was daar in Stavenisse
nog altijd die achtergrond van dit
bezoek, de oorzaak daarvan. Maar
het was wèl een hartelijke ontvangst.
Kijk nu maar naar de tweede foto.
Daar staat onze Koningin. Ze
had een mooie grijze japon aan
Zee Stegeman, luitenant ter
Zee Eibers en Jonkheer Dedel.
Ja, daar zie je dan ook nog een
gedeelte van de chauffeur, die
het portier vast openhoudt voor
de Koninklijke gasten.
Maar eerst was daar het welkom
op Stavenisse bodem van de Com
missaris, van de Burgemeester en
van de anderen daar tegenwoordig.
En toén was daar ook die Adriana
Brouw, nog maar een meisje van
tien jaar, nog wel ietwat verlegen
op dit grote moment, maar die dan
toch maar tot onze Koningin zei:
„Asjeblieft Majesteit" en haar tege
lijk een prachtig bouquet lila orchi
deeën overhandigde. Dat zal Adri
Brouw ook nooit meer vergeten, nog
minder dat de Koningin in haar
wang kneep en zei: „Dank je wel
hoor."
Het was op een Vrijdag, het was de dertiende Augustus, het
hoge Gezelschap bestond uit dertien personen en het middel
punt in de Koning Haakonstraat was de Noorse woning
nummer... dertien."
TOCD.
En wanneer die kleinkinderen
Piet of Jantje, Nelly of Truusje
het aan oma of opa zullen vragen:
„Vertel nu nog eens van Koning
Haakon", dan zal die opa in het
huisje op de Veerdijk (met de dan
misschien al afgesloten zeearmen)
en oma in de door de tand des tijds
al verweerde noorse woning in de
Haakonstraat zeer bereidwillig het
foto-album halen. De eerste blad
zijde zal omgeslagen worden. Oma
en opa zullen er de bril voor opzet
ten. En dan komt het verhaal, het
verhaal dat met open mond door de
kinderen zal worden aangehoord,
het verhaal van toén... toén Koning
Haakon kwam in Stavenisse.
Zij zullen dan eerst de oorzaak
van het bezoek vertellen, van de be
drijvigheid daarna en hoe men bijna
weer in het oude doen was, toen het
bericht in de gemeente de ronde
deed, dat Koning Haakon zou ko
men. Toén kwam er weer bedrijvig
heid. Dat begon bij de burgemeester,
op de gemeentesecretarie, dat werd
algemeen naarmate die Vrijdag 13
Augustus 1954 naderde. Op die dag
waren de putten uit de straten ge
licht waarlangs het gezelschap zou
rijden, de repetities van de school
kinderen en de muziek voltooid, op
die Vrijdagmorgen werd de laatste
hand gelegd aan de erepoorten, de
vlaggen uitgehangen, de bakkers
hielden „Donderdag" en een uitzon
dering daargelaten was men er vroe
ger bij dan gewoonlijk. En om het
geheel nog aantrekkelijker te ma
ken... kwam daar van achter de
wolken het verwarmende zonlicht.
Een uitzondering op de regel in die
natte zomer, zo zal opa en zo zal
oma er aan toevoegen.
Vroeg in de voormiddag waren de
eerste belangstellenden er al en
naarmate het middaguur naderde
nam het aantal bussen en auto's toe.
Daar kwamen er uit het Goesse
land, daar kwam men van film en
radio en krant. En rond één uur za
ten er al tientallen op de dijk aan
de haven. Aan het eind van de Mo
lendijk zagen ze de versierde molen
van v. d. Slikke. De driekleur en
noorse vlag in top. Van wiek tot
wiek spandoeken met vlaggetjes.
Een mooi gezicht.
Opa en oma zullen ook het beeld
in de Haakonstraat weergeven. De
sparreboompjes, de vlaggen, de ere
poort. Ze zullen vertellen van de po
litie, die de auto's naar de parkeer
plaats dirigeerden, die alles in goede
banen leidde, die eigenlijk niet veel
moeite had, omdat het uiteindelijk
toch niet zo overweldigend druk
werd in de gemeente als was ver
wacht. Ze zullen vertellen hoe op
de Voorstraat de vrijwilligers ston
den van de nationale reserve. En de
kleinkinderen zullen vragen hoe die
drumband er ook weer uitzag, wat
de tamboer-maitre deed. De Natio
nale Reserve, bestaande uit het
thoolse peloton aangevuld met an
dere Zeeuwen tot een groep van 128
man onder leiding van kapitein
Kloosterman en onder bevel van lui
tenant Antheunisse.
Opa zal vertellen hoe om het nóg
eens te repeteren het „presenteert
geweer" nog al eens opklonk, hoe
de trommels roffelden en de hoorns
schetterden om vast wat variatie te
brengen, eer het zover was.
Maar om half drie was het uit
met de voorbereidingen. Omdat toen
burgemeester Verburg in zijn ge
klede jas en zijn ambtsketting om al
voorbij was gegaan en omdat toen
motoren ronkten en auto's kwamen
aangegleden in de richting van de
haven. Zes, zeven, acht prachtige
auto's.
Toen werd het de hoogste tijd.
zal opa zeggen, om naar de haven
te gaan. Ik vroeg me af of er nog
wel een plaatsje te vinden zou zijn.
Maar dat lukte nog wel. Zeker, het
havendijkje stond vol en voor café
Hendrikse was ook alles bezet.
missaris der Koningin in Zee
land, jhr. mr. A. F. C. de Ca-
sembroot gestapt. In vol tenue.
Een paar dagen geleden had
het Z. M. de Koning behaagt
de Commissaris der Koningin te
onderscheiden met het Com
mandeurschap met Ster in de
Orde van Sint Olav en burge
meester Verburg werd Ridder
2e klasse in dezelfde Orde.
Uit een auto was ook de hon. vice
Consul van Noorwegen te Vlissin-
gen, de heer K. van Everdingen ge
stapt en H. M. kamerheer in buiten
gewone dienst, H. A. A. Baron Col-
lot d'Escury uit Kloosterzande.
Maar al die namen interesseren
de kleinkinderen niet zo veel. Alleen
dat smid Gebraad ook op het haven
terrein was om een paar spieën voor
de loopplank te slaan, wanneer
straks de „Piet Hein" zou aanleg-
Sommigen zelfs op het dak, maar
toch was er nog wel ruimte op de
Stoofdijk. En daar was het ook
goed te zien.
Vanaf die tijd wachtte toch
alles in spanning. Uit één van
die mooie auto's was de Com-
gen. Nu was immers alles in af
wachting van de „Piet Hein".
Kwart voor drie was de tijd. Nau
welijks drie minuten later was het
sierlijk Koninklijk Jacht al in 't zicht
en gleed even daarna de haven van
Stavenisse binnen. En toén...
en een grijsrose stola. Koning
Haakon en de Prins in admi
raalsuniform. Naast de Koning
staat de Commissaris, geheel
links mevr. Repelaer van Driel,
de Kamerheer Baron Collot
d'Escury, kapitein-luitenant ter