WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSIAND WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht Suriname en de Antillen gelijkwaardige partners in het Koninkrijk Na spannend debat het statuut aanvaardt De verkaveling en het sportterrein 10e Jaargang No. 36 23 Juli 1954 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen of moeten daar binnen zijn Op 16 Juli jl. heeft voorzitter Kortenhorst de laatste vergadering voor het zomerreces gesloten. Dus nog niet de laatste vergadering van het zittingsjaar, dat op de derde Dins dag in September altijd weer een nieuw begin vindt. Neen, op Veertien September komt de Tweede Kamer nog voor een paar dagen om de Middenstandsnota te behan delen. Dat wordt dus voor onze midden standers een belangrijke dag. De laatste vergaderdagen voor het zomer- recès zijn overigens de spannendste ge weest van het gehele seizoen. Niemand had verwacht, dat de behandeling van het „statuut voor het Koninkrijk der Neder landen" een zo onverwacht verloop zou hebben. Het debat, dat twee dagen duurde, heeft van het begin tot het einde een sen- sationeelkarakter gedragen. In dit belangrijke statuut wordt de ver houding geregeld tussen Nederland, de Nederlandse Antillen en Suriname. De twee laatste gebiedsdelen hebben sinds 1946 met ons onderhandeld om een zelfstandig leven te kunnen leiden. Daarop hadden zij recht. Vanuit Londen was dit beloofd. Maar de situatie in Indonesië bracht een kink in de kabel. De Indonesische politiek slokte de Regering dermate op, dat de West er de dupe van dreigde te worden. Men heeft toen een aantal tussen-regelingen van kracht laten worden, waardoor aan deze gebieds delen toch zelfbestuur werd geschonken. En nu is in dit statuut, waar heel lang over onderhandeld is, dit zelfbestuur definitief geworden. Zowel Suriname als de Antillen is baas geworden in eigen huis. Zij kunnen zelf orde op zaken stellen. Maar op enkele belangrijke punten, b.v. het buitenlands beleid en de defensie, zijn zij niet volledig autonoom en moeten zij met ons samen werken. Zo zijn Suriname en de Neder landse Antillen gelijkwaardige partners in het Koninkrijk geworden. Er is een einde gemaakt aan het historische samengaan. Een vrijwillig samengaan is daarvoor in de plaats gekomen. En het behoeft geen be toog, dat dit vrijwillige samengaan voor ons waardevolle elementen bevat. Nu zijn er wellicht cynische lezers, die menen dat Nederland zijn wil aan de West heeft op gelegd en dat Suriname en de Nederlandse Antillen van meet af aan naar de pijpen van de Nederlandse Regering hebben moe ten dansen. Niets is echter minder waar, de feiten bewijzen dat. In 1946 hebben de gebiedsdelen in de West vrijwillig hun keus mogen bepalen. En die keus was duide lijk. Zij wilden bij Nederland blijven. Hoe wel de onderhandelingen vaak een moeilijk verloop hebben gehad, valt het niet te ontkennen, dat men in de West aan dit uit gangspunt getrouw is gebleven. Ook daar is wel een bewijs voor te leveren. Neder land moet elk jaar aan de Verenigde Naties rapporten over de Antillen en Suriname uit brengen. Het staat nu eenmaal in het Hand vest, dat landen, die niet-zelfbesturende ge bieden besturen, daarover rapporten moeten uitbrengen. Maar zeer terecht hebben wij ons op het standpunt gesteld -toen de interimregelingen van kracht waren gewor den dat men in de West wel degelijk zelfbestuur heeft. De Verenigde Naties bleven echter van mening, dat wij tot rapportage verplicht bleven. Wij weigerden evenwel en de ver tegenwoordigers van de West verdedigden ons standpunt op de Algemene Vergadering. In deze tijd, die voor ons heel moeilijk was, zou de West gemakkelijk het aanvankelijk ingenomen uitgangspunt hebben kunnen prijsgeven door mede te delen, dat men de volledige onafhankelijkheid verkoos boven het gelijkwaardig partnerschap in het Koninkrijk. Dit is niet gebeurd. Wie zo de zaken ziet, zal begrijpen, dat de gehele Kamer, uitgezonderd de com munisten, van harte instemde met de over eenkomsten, die met de West zijn gesloten. Daarover bestond geen enkele twijfel. Wel was reeds gebleken, dat daar de heer Schouten (a.r.bezwaren had tegen het derde lid van artikel 55 van het Statuut, waardoor het Statuut en de Grondwet ge makkelijker gewijzigd kunnen worden. Bij grondwetswijziging heeft men in tweede lezing tweederde van het aantal stemmen nodig. Voor de wijziging van het Statuut, dat boven onze Grondwet uitgaat, heeft men die tweederde meerderheid laten vallen. De Regering meent, dat een enkelvoudige meerderheid voldoende is. De heer Schouten nu was van oordeel, dat daardoor de Grond wet in de toekomst te veel nu was van wet in de toekomst te veel gewijzigd zal worden. Een standpunt, dat hij reeds had ver kondigd op de slotzitting van de R.T.C.- conferentie met de West. Dat was dus niets nieuws. Het eerste nieuwe element, dat in dit debat werd gebracht, was het betoog van Prof. Oud (v.v.d.). Deze zag strijd met de grondwet. In het Statuut wordt ook ge sproken om maar een voorbeeld te noe men over de troonsopvolging. Het Sta tuut gaat boven de Grondwet uit, het Sta tuut kan gemakkelijker gewijzigd worden dan de Grondwet. Dus kan men over troonsopvolging met een gewone meerder heid beslissen. En niet met een tweederde meerderheid zoals de Grondwet bepaalt, ter wijl bovendien in onze hoogste wet staat, dat de bepaling van de troonsopvolging niet gemakkelijk gewijzigd mag worden. Dat was één uitleg. De heren Schouten (a.r.) en Lemaire (k.n.p.) sloten zich daarbij aan. Maar anderzijds steunden Prof. Romme (k.v.p.). mr. Burger (arb.) Minister Kernkamp, die er op wezen, dat volgens de grondwet tijdens de overgang naar de nieuwe rechtsorde niet van de grondwet mag worden afgeweken. Maar nu gaat het niet meer om de overgangsperiode maar om de totstandkoming van de nieuwe rechtsorde zelf. Dus mag er wel worden afgeweken. De troonsopvolging mag in het Statuut in strijd met de Grondwet worden geregeld. Ziehier in het kort de verschilpunten. Het verloop van de strijd was toen duidelijk. De heer Oud (v.v.d.) zeide te moeten kiezen tussen schending van de grondwet (hij heeft de eed daarop afgelegd) en verwerping van het Statuut, wat een ramp zou betekenen. Volgens Minister Kernkamp zou door ver werping sluipend vergif in de samenwerking tussen de gebiedsdelen worden gespoten. Het vertrouwen zou weg zijn. Van schen ding van de grondwet was er naar zijn mening geen sprake. Ook de Ministers heb ben de eed op de grondwet afgelegd. Daar om was de Regering niet bereid om een andere procedure op te stellen, zoals wijzi ging van de grondwet, waardoor verkie zingen nodig zouden zijn. Voor de aanvaarding van het Statuut was tweederde van het aantal uitgebrachte stemmen nodig. Het lot van het ontwerp hing aan een zijden draadje. Zo dacht men althans. Zieke Kamerleden werden haastig opgetrommeld. Vacanties werden plotseling onderbroken. De heer Nederhorst (arb.) spoedde zich per vliegtuig uit Toulon naar het Binnenhof want zijn stem zou de door slag kunnen geven. Maar toen eenmaal die eindstemming werd gehouden, bleek dr. Schouten in zijn fractie geheel alleen te staan. Geen een andere a.r. deelde het grondwettelijk bezwaar. Deze leden zullen wel geredeneerd hebben, dat meer sprake moet zijn van juristerij dan van een ge wetensconflict. De bezwaren van dr. Schou ten tegen het gemakkelijk wijzigen van het Statuut deelden zij wel. Maar deze be zwaren vonden zij niet zo overwegend, dat zij de ramp van de verwerping moesten inhouden. En met deze ommezwaai - die pas bij de stemming bleek was de spanning verdwenen. Het Statuut werd aangenomen met 7519 stemmen. De ba lans was als volgt. Vóór stemden: p.v.d.a., k.v.p., c.h. (met uitzondering van de heer Schmal) a.r. (be halve de heer Schouten) en Mevr. Fortanier- de Wit (v.v.d.) Alle andere Kamerleden stemden tegen. Afwezig waren de heren Koersen en de Graaf (k.v.p.), v. d. Heuvel en Gerbrandy (a.r.), Vorrink (arb.) en De Groot (c.p.n.). Het zal niet veel voorgekomen zijn, dat op de laatste dag voor de zomervacantie 96 kamerleden aanwezig waren. Een bewijs dat het debat een spannend verloop heeft gehad. Opgelucht is de Kamer nu aan haar reces begonnen, zij heeft dat stellig ver diend. Maar de meest opgewekte man, die de Kamer op die 16de Juli heeft verlaten, was ongetwijfeld Minister Kernkamp, die zijn politieke carrière bijna zag mislukken, waardoor het resultaat van een belangrijk stuk levenswerk nog op het laatste moment vernietigd zou worden. (Nadruk verboden) RAADSVERSLAG ST. ANNALAND of van de Hoenderweg naar de Karrevelden. De winkelsluitingswet met uitzonderingen vastgesteld. De muziektent blijft aan de gemeente. Woensdag 21 Juli des vm. om 10 uur kwam de voltallige St. Annalandse ge meenteraad in openbare vergadering bijeen. Na ambtsgebed en een welkomstwoord richtte voorzitter Van den Bos zich tot de eerste wethouder, de heer G. Goedegebuure die juist vandaag zijn 80ste verjaardag vierde. Daarmee wenste hij hem van harte geluk. Er zijn niet veel gemeenten in ons land, aldus de voorzitter, waar een 80-jarige wethouder zitting heeft, noch minder, waar die functie op die leeftijd met zoveel ambitie vervuld wordt. Bovenal is de humor van U tekenend, welke altijd verkwikkelijk aandoet Ik heb al eens gelezen, zo vervolgt de voor zitter, dat humor het enige is, wat de mens als ernst kan opbrengen. Menig jong mens kan dit in U bewonderen. Ik hoop dat U nog vele jaren voor onze gemeente gespaard mag blijven, dat we altijd op uw steun en vriendschap mogen rekenen en dat God U daartoe de kracht mag geven. Namens het gemeentebestuur en personeel bood hij de jarige een kist sigaren aan. Wethouder Goedegebuure antwoordde hierop: Woorden ontbreken me, m'n dank. Na voorlezing der notulen verzocht dhr. den Engelsman of daarop nog een aan vulling kon worden gegeven. Hij had nl. bij het in een vorige raad besprokene rond het zwembad willen aanvoeren, dat hij gaarne de voorwaarde zag gesteld, dat ze op Zon dag gesloten zou zijn. Van deze opmerking zal nota worden genomen. VERZOEK STICHTING Het eerste ingekomen stuk is een verzoek van de stichting 19401945 om een sub sidie. Voorgesteld wordt een bijdrage van 25.per jaar toe te kennen, ingaande 1 Januari 1955. Dhr. Stols zegt hier niet voor te zijn, niet omdat die mensen niet geholpen zouden moeten worden, integendeel, maar het moet niet op deze wijze. Het Rijk moet hiervoor zorgen. Deze weg noch die van een collecte is de juiste. Weth. Moerland merkt op, dat de wet hierin niet voorziet, zodat men door deze bijdrage te onthouden ook z'n steun ont houdt. Dhr. Ridderhof zegt, dat toen die men sen zich destijds vrijwillig gaven voor het verzet, ze ook niet gevraagd hebben of er een Wet is, die daar in voorziet. Ze deden het. Daarom moet het Vaderland voor degenen of hun nabestaanden, die zich ge heel gaven, ook volledig zorg dragen. De Stichting kan dan nog nut hebben om hen een extraatje te bezorgen. De voorzitter wijst er op, hoe de Wet op het buitengewoon pensioen hierin ten dele voorziet, maar van bijzondere dingen zijn die mensen verstoken. Dat kunnen ze van een klein pensioen niet betalen. Met inwil liging van dit verzoek zou men nochtans kunnen aanvoeren, dat de bijdrage slechts noodgedwongen wordt gegeven, daar het naar de mening van de Raad een taak is van de Overheid, waarop ook zal worden aangedrongen. Dhr. Stols vindt dat geen enkele ge meente hierin zou moeten toestemmen. Dan geeft men het Rijk ook geen hou vast, dat ze kunnen zeggen ze worden toch wel geholpen. Weth. Moerland daarentegen is er voor, dat het meergenoemde voorstel zonder meer wordt behandeld. Wethouder Goedegebuure vindt ook, dat men deze 25.maar moet geven, waarbij men dan nog de opmerking kan maken, zo als door de voorzitter geformuleerd. Er wordt over gestemd. Tegen het ver lenen van deze bijdrage zijn de heren Stols, Geluk en Ridderhof. Laatstgenoemde stipu leert nog eens, dat het niet tegen de Stich ting gaat, maar enkel omdat naar zijn me ning hier in op andere wijze moet worden voorzien. Afwijzend wordt beschikt (op voorstel van b. en w.) op het verzoek van de chr. stichting voor school- en beroepskeuze in Zeeland om een subsidie van 10.of meer per geval, waarin voorlichting zal worden gegeven bij de keuze van opleiding en be roep en op een soortgelijk verzoek, even eens dus om een bijdrage van het comité nationaal monument dr. A. Plesman. Voor kennisgeving worden aangenomen het rapport van het verificatiebureau, de goedkeuring van het raadsbesluit door Ge deputeerde Staten van de woningaankoop Kerkring A 566, de aanvaarding van dhr. A. Dorst van zijn benoeming als regent van het Wezen Armbestuur, een begrotings wijzigingsgoedkeuring 1954 en de machtiging van Gedeputeerd Staten om de uitgaaf te doen, die verbonden is aan de aanschaffing van een verplaatsbare muziektent. WINKELSLUITING In het prae-advies dat aan de leden is toegezonden Wordt uitvoerig stilgestaan bij agendapunt 4: Afwijkende regelen winkel sluitingswet 1951. Destijds deed de midden standsvereniging „Activa" het verzoek aan de gemeenteraad om in afwijking van de algemene (nieuwe) winkelsluitingswet rege len te willen bepalen, dat: le. de winkels het gehele jaar tot 19.00 uur 's avond geopend mogen zijn; 2e. de Vrijdagavond als koopavond te willen vaststellen (tot 21 uur) met uitzondering van Goede Vrijdag, Eerste Kerstdag en indien 4 Mei (herdenkingsdag) op Vrijdag valt; 3e. openstelling der kappersbedrijven tot 20.00 uur en op Vrijdag tot 22.00 u. 4e. geen halve dagsluiting in het leven te roepen; 5e. invoering van een 6 daagse vacantie- sluiting in de periode tussen 1 Mei en 30 September; 6e. strafbaarstelling in de politieveror dening van de koper bij overtreding van de winkelsluitingwet. Maar na ingewonnen advies bij de Kamer van Koophandel bleek, dat dit alles niet zou kunnen doorgaan. Daarom is de mening van „Activa" weer gevraagd over de volgende punten: le. openstelling tot 19.00 uur gedurende de maanden April tot en met Oct. (andere maanden moeten de winkels om 18 uur gesloten zijn); 2e. koopavond op Vrijdagavond tot 21.00 uur is toegestaan; 3e. kappersbedrijven tot 20.00 uur in de week en Vrijdags tot 21.00 uur. Het bestuur van „Activa" heeft hierop meegedeeld, dat ze zich bij dit voorstel meent te moeten neerleggen, al doet het dat uiter aard slechts gedwongen en concludeert daaruit, dat de „nieuwe" wet tot een over bodige verordening is geworden en men dit werk evengoed had kunnen sparen en de oude wet handhaven, waar de enige ver andering practisch is de mogelijkheid van de koopavond. Opnieuw advies gevraagd aan de Kamer van Koophandel zal men thans een ver ordening ter goedkeuring aan de Kroon voorleggen, die neerkomt op: le. Van April tot en met September ge durende de eerste vier werkdagen (van Maandag tot en met Donder dag) tot 19.00 uur (7 uur nm), Vrij dags 21,00 uur (9 uur nm), Zater dags het gehele jaar door dus - de winkels om 18.00 uur (6 uur nm) gesloten. Van October tot en met Maart alle dagen om 18.00 uur gesloten, be halve de Vrijdag (koopavond); 2e. Vrijdagavond koopavond behalve be paalde uitzonderingen (Goede Vrij dag, 1ste Kersdag, 4 Mei dan mag Donderdagavond koopavond worden gehouden); 3e. de kapper in de zomermaanden dezelfde sluiting als de winkels en gedurende de wintermaanden (Oct. t.e.m. Maart tot 18.30 uur (half 7); 4e. geen voorstel voor invoering van een 6-daagse vacantiesluiting, omdat de meningen ook van de middenstan ders hieromtrent verdeeld zijn; 5e. geen voorstel om de koper bij over treding van de winkelsluitingswet strafbaar te stellen, omdat een soort gelijk besluit door de Bosse gemeen teraad genomen, door de Kroon nietig werd verklaard. Alles bij elkaar komt er dus wel enige wijziging in de huidige winkelsluitings situatie, waarbij vooral de sluiting Zater dagsavonds om 6 uur (het gehele jaar door) ingrijpt. Dhr. Stols zegt dat hij nog wel graag zou zien, dat de Groente- en Fruithande laren de gelegenheid kregen om ook Zaterdagsavond na 7 uur nog te venten, waar deze vooral in de zomermaanden met het fruit als kersen, aardbeien, enz. nogal in moeilijkheden kunnen komen. De voorzitter zal nog bekijken wat hier aan te doen is. Overigens zal men zich bij de voorgestel de verordening zoals deze door de Kamer van Koophandel is geadviseerd neerleggen, waar anders toch geen goedkeuring van de Kroon te wachten is. Vastgesteld wordt de interimregeling ziektekosten ambtenaren voor 1954. Een ander voorstel betreft de aan- en ver koop van grónd in het wederopbouwplan. DUURDER BOUWGROND 17 Februari jl. besloot de gemeenteraad de gronden (bouwgrond in de Suzannaweg) ter realisering van het wederopbouwplan aan te kopen voor 2.- per m'2 en voor dezelfde prijs weer te verkopen aan hen, die een woning herbouwen. Het prijzenbuerau wilde echter niet ver der gaan dan 1,50 per m2, waartoe even eens werd besloten. Nu deelt de hoofdingenieur-directeur van de wederopbouw, enz. mede, dat door de beoogde verbetering van de Suzannaweg de uitgifte (verkoops) prijzen hoger dienen te liggen dan de inkoop. De werkelijke grond- kosten zullen waarschijnlijk 5.50 per m2 bedragen, terwijl als richtprijs voorhands 4.50 per m2 wordt aangenomen. Dit be tekent dus, dat de van de getroffenen in de Suzannaweg voor 1.50 per m2 aangekochte grond, nu voor f 4.50 moet worden ver kocht, een strop voor de bewoners eigen lijk van 3.per m2 (op hun eigen grond). Wel vestigt de hoofdingenieur er de aan dacht op, dat de mogelijkheid bestaat op schadevergoeding (ingevolge art. 58, lid van de wet op de watersnoodschade 1953). Daarin overweegt de Minister een tegemoet koming te verstrekken in de aankoopkosten van de nieuwe grond. Op verzoek van dhr. Stols wordt een en ander nader toegelicht, waaruit boven staande blijkt en wordt onderstreept. Dhr. Stols loopt hiermee niet weg. Op welke kosten komen die mensen niet Hij voelt er weinig voor. De voorzitter zegt, dat het moeilijk zal kunnen. Dit hangt nu eenmaal samen met een wederopbouwplan. Wij hebben het immers voor dezelfde prijs willen over dragen. Wanneer de meerdere kosten bij het Rampschadebureau gedeclareerd kunnen worden, is het niet zo erg en ik geloof dat dit in orde komt. Maar daar is dhr. Stols niet zo zeker van. De voorzitter zegt, dat hij dan betrokkenen hieromtrent zelf wel wil inlichten en ter zake diligent zal blijven. Dhr. Ridderhof heeft er niet op tegen, mits de mensen de extra kosten maar ver goed krijgen. Dan blijft het hun hetzelfde. Er zit niet anders op, zodat met alge mene stemmen dit raadsbesluit wordt geno men om de voor 1.50 aangekochte grond voor 4.50 per m2 te verkopen. Het bestuur van de chr. kleuterschool verzoekt het besluit tot toekenning van een subsidie van 25.per leerling tot een maximum van 1500.te vervangen door een besluit te nemen van een subsidie per leerling, te verlenen naar het aantal leer lingen dat de school bezoekt, dus zonder maximum bedrag. Het besluit destijds was gebaseerd op 60 leerlingen. Maar dit loopt nu gemiddeld naar de 75. Dhr. Stols vraagt of er volgens de reke ning tekorten zijn, waarop de voorzitter bevestigend antwoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt daar na dit verzoek ingewilligd. Vastgesteld wordt voorlopig de gemeente rekening 1951. Ten behoeve van de aanschaffing van nieuwe leer- en hulpmiddelen voor de school m.d. Bijbel wordt een bedrag van 9050. beschikbaar gesteld en dienovereenkomstig de begroting gewijzigd. HET SPORTTERREIN IN 'T GEDING Van het bureau van uitvoering Tholen van de herverkavelingscommissie Zeeland is een brief ontvangen, waarin werd mee gedeeld, dat volgens de commissie bouw terreinen van de herverkavelingscommissie het zuid-oostelijk gedeelte van het uitbrei dingsplan van deze gemeente voor toepas sing van de compensatieregeling in aan merking komt. Bij bespreking hierover, aldus in dit schrijven, kwam de agrarische subcommissie met betrekking tot de ligging van het sport terrein tot de conclusie dat verplaatsing daarvan mogelijk is naar de Suzannapolder (de karrevelden in het zgn. Nieuwlandje). Hier zal namelijk door de herverkaveling t.z.t. een zanddepöt gespoten worden. Om nu goede cultuurgrond te sparen komt het deze agrarische commissie gewenst voor als plaats van sportterrein te kiezen een vol gespoten stuk van genoemde karrevelden, waardoor het thans voor sportterrein gere serveerde gedeelte op het uitbreidingsplan beschikbaar zou kunnen blijven voor agrarisch gebruik. Nu wordt aan de gemeenteraad gevraagd of met deze suggestie wordt ingestemd. De voorzitter zegt, dat uit bovenstaande de bedoeling dus wel duidelijk is, nl. om agrarische grond te sparen. Dit komt dan ook voort uit de boezem van de agrarische commissie. Het voordeel hiervan is dan ook dat de voor het sportterrein aangewezen agrarische grond wordt bespaard, waar tegenover echter verschillende nadelen zijn, welke geen nadere uitleg behoeven. Het grootste nadeel vindt dhr. Stols o.m. de ligging. Die gratis tribune welke door de zeedijk gevormd zou worden, staat hem niet aan. Dhr. Ridderhof zou er wel voor voelen, wanneer het gunstiger gelegen was, daar een sportveld met een ondergrond van zand een veel betere ontwatering geeft. Dhr. Dorst zegt zelf geen sportman te zijn, maar wanneer er zoiets moet komen, dan moet men ook het gunstigste nemen en dat ziet hij niet op de karrevelden. De voorzitter zegt, dat gevraagd is aan de heren Krijger en Massink van het bureau Uitvoering Herverkaveling Tholen nog een toelichting te geven. Deze heren worden om half twaalf verwacht, waarom hij voor stelt eerst de rondvraag te behandelen. RONDVRAAG De voorzitter deelt nog mede, dat men voor het ontwerpen van een saneringsplan het Technische Adviesbureau van de Ver. van Ned. Gemeenten heeft kunnen krijgen. In dit plan worden dus opgenomen die woningen, schuren en bergplaatsen, die mettertijd dienen te verwijnen. Tenslotte deelt de voorzitter mede, dat als tijdelijk onderwijzeres aan de o.l.school mej. de Rooij is benoemd. Dhr. Dorst stelt daarna voor om de muziektent aan „Accelerando" cadeau te doen. Hiermee bedoelt hij niets ten nadele van de muziekver. of van de tent, die zijns inziens in alle opzichten voldoet. De voor zitter vraagt wat dan wel het argument is om die tent over te doen. Dhr. Dorst zegt: dan zitten wij niet meer met de exploitatie. De voorzitter wijst er op, dat de muziek vereniging geen subsidie krijgt, maar dit zal moeten aanvragen, wanneer ze de tent zelf in onderhoud heeft. Bovendien wil de voorzitter ze toch liever aan de gemeente houden, om ze ook aan een andere vereniging in gebruik af te staan, zoals de zang. Hij neemt aan dat Accele rando dit ook wel zou doen, maar daartoe is ze dan toch niet verplicht. Dhr. Dorst vraagt of de werklieden voor afbreken of opbouwen buiten hun normale werktijd extra uitbetaald krijgen. Dat vindt dhr. Stols wel op zijn plaats. De voorziter zegt dat dit ook al over wogen is en dus wel zal gebeuren. Weth. Moerland wil toch het voorstel van dhr. Dorst steunen om de tent maar cadeau te doen. Dhr. Stols verwacht dan in elk geval subsidie-aanvrage en dan is men nog „net zo nat". Weth. Goedegebuure houdt de tent ook liever zelf. Financieel zal het wel niets uit maken: zelf onderhoud of subsidie geven en dan beschikken we er tenminste zelf over. Het voorstel van dhr. Dorst in stemming gebracht wordt gesteund door de heren Moerland en Den Engelsman. De vier anderen stemmen tegen, zodat de tent eigen dom van de gemeente blijft. Dhr Stols komt nog eens terug op het geen hij in de vergadering van 15 April jl. opmerkte met betrekking tot het gevaar achter het zgn. „tonhuis" Het is een euvel, waarvan we de verantwoordelijkheid niet kunnen dragen. De voorzitter zegt dat dit een polder kwestie is en door omstandigheden met de dijkgraaf moest wachten. Volgende week zal hij het echter in bespreking brengen. Allen zijn het er over eens, dat er voor de winter iets aan zou moeten gebeuren. Dhr. Stols is ook beniewd naar de wo— ningbouwkwestie en hoe het tijdens de Maandag jl. daarover gehouden vergadering is afgelopen. De voorzitter zegt dat zich thans in principe 15 personen geïnteresseerd ver klaarden voor het Spaarkassysteem. Ter zijner tijd zal men hierover meer vernemen. Het zou mooi zijn, wanneer 14 woningen gelijk gebouwd konden worden. Dan zou een eventueel volgende toewijzing bestemd kun nen worden voor woningwetwoningen. Dhr. Stols vraagt verder of de uit b. en w. gevormde werkloosheidscommissie al lichtpunten ziet met betrekking tot werk gelegenheid. Nu heeft alles werk, maar over enkele weken is dat voor velen niet meer het ge val. Is er dan een werkobject De voorzitter zegt, dat de verkaveling nu wel in zo'n stadium is, dat ze wel enig werkvolk zal kunnen gebruiken. Blijkens enkele opgemerkte dingen zou men indijken van het schor nog niet hebben losgelaten. Men zal dit straks nog eens kunnen vragen aan de heren van de herverkaveling. Weth. Moerland gelooft ook niet, dat dit al van de baan is, waar hij zag hoe er grorjdproeven genomen werden en Nieuw- Vossemeer niet deelt in het dijkherstel. Het zou volgens dhr. Stols de oplossing zijn. 2/3 van de arbeiders hier zouden een eigen bestaan kunnen krijgen in zo'n grote polder. En daarmee houdt men de rond vraag voor geëindigd. NOGMAALS HET SPORTTERREIN De heren ir. Krijger en Massink van het bureau Uitvoering herverkaveling zijn in middels gearriveerd en werden door de voorzitter welkom toegeroepen. Het gaat dus weer over verplaatsing sportterrein, waaromtrent hiervoren al een en ander is meegedeeld. Het argument dat tot deze ge dachte in de agrarische commissie leidde, wordt door ir. Krijger nog eens onderstreept, nl. cultuurgrond besparen of aanwinst daar van. Toen het wederopbouwplan in de agrarische commissie werd besproken kwam van daar uit de suggestie of het niet moge lijk was het sportterrein naar de zgn. karrevelden over te brengen, aldus ir. Krijger. Hierdoor zou geen cultuurgrond verloren gaan. Het is dus een zuivere sug gestie onzerzijds. Wel kan er de conse quentie aan vast zitten, dat indien men hierop niet ingaat, de agrarische commissie moet adviseren geen compensatie van de grond te verlenen. Bedoeld werd hiermee door de heer Krijger dit ter toelichting van de lezer dat de mogelijkheid bestaat wanneer het sportterrein volgens het uit breidingsplan wordt aangelegd, dat er voor de grondeigenaar c.q. gebruiker die voor dit terrein grond moet afstaan geen andere grond beschikbaar kan worden gesteld. Het is de voorzitter nu wel duidelijk, dat het de agrarische commissie om grond- besparing gaat. We moeten dus kiezen tus sen deze mogelijke grondaanwinst en een minder geschikte plaats voor het sport terrein. Hij vindt de ligging daar op de karrevelden toch in elk geval minder gun stig, temeer waar er in de toekomst van de huidige plaats iets moois te maken is, nu daar in de buurt de school komt en het speelterrein daar dus dicht bij ligt. Dhr. Massing erkent, dat met deze sug gestie uitsluitend de boerenbelangen wor den behartigd. Ir. Krijger wijst er op, dat het veel een voudiger is om op de karrevelden een sportterrein aan te leggen, waarbij maar heel weinig teelaarde nodig is in vergelijking met een goede weide, waartoe veel mer cultuurgrond nodig is. Weth. Moerland zou het terrein naar de karrevelden overplaatsen, indien dat ten koste van compensatie moest gaan. Dhr. Stols zegt dat het uitbreidingsplan is goedgekeurd. We gaan zelfs huizen af breken om een straat te maken ter ver wezenlijking daarvan. En nu zouden we het op hetzelfde goedgekeurde uitbreidingsplan geprojecteerde sportterrein maar weer op geven en wijzigen. Er komt trouwens geen cultuurgrond minder, daar het huidig ter rein dan vrij komt. Indien de karrevelden nu gunstiger lagen, zou hij er geen bezwaar tegen hebben, maar thans voelt hij er niet voor. Dhr. Massink wijst er op, dat bij aanleg op de karrevelden niet alleen het huidige terrein beschikbaar komt, maar ook die grond waarop het volgens uitbreidingsplan is geprojecteerd. Dhr. Dorst gelooft niet, dat dit allemaal voordeel zal opleveren. Hij zegt, dat er naar het nieuwe sporttrrein op de karrevelden toch ook weer een weg moet worden ge projecteerd, een weg waarover bussen kun nen rijden, dus van een behoorlijke breedte is en waarvoor toch ook weer cultuurgrond worden afgenomen van de mensen in de Suzannapolder. De grondwinst lijkt hem helemaal niet van de moeite, terwijl hét

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1954 | | pagina 1