WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSIAND
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
Suriname en de Antillen gelijkwaardige partners in het Koninkrijk
Na spannend debat het statuut aanvaardt
De verkaveling en het sportterrein
10e Jaargang No. 36
23 Juli 1954
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
Op 16 Juli jl. heeft voorzitter Kortenhorst
de laatste vergadering voor het zomerreces
gesloten. Dus nog niet de laatste vergadering
van het zittingsjaar, dat op de derde Dins
dag in September altijd weer een nieuw
begin vindt. Neen, op Veertien September
komt de Tweede Kamer nog voor een paar
dagen om de Middenstandsnota te behan
delen. Dat wordt dus voor onze midden
standers een belangrijke dag.
De laatste vergaderdagen voor het zomer-
recès zijn overigens de spannendste ge
weest van het gehele seizoen. Niemand had
verwacht, dat de behandeling van het
„statuut voor het Koninkrijk der Neder
landen" een zo onverwacht verloop zou
hebben. Het debat, dat twee dagen duurde,
heeft van het begin tot het einde een sen-
sationeelkarakter gedragen.
In dit belangrijke statuut wordt de ver
houding geregeld tussen Nederland, de
Nederlandse Antillen en Suriname. De
twee laatste gebiedsdelen hebben sinds 1946
met ons onderhandeld om een zelfstandig
leven te kunnen leiden. Daarop hadden zij
recht. Vanuit Londen was dit beloofd. Maar
de situatie in Indonesië bracht een kink in
de kabel. De Indonesische politiek slokte de
Regering dermate op, dat de West er de
dupe van dreigde te worden. Men heeft toen
een aantal tussen-regelingen van kracht
laten worden, waardoor aan deze gebieds
delen toch zelfbestuur werd geschonken. En
nu is in dit statuut, waar heel lang over
onderhandeld is, dit zelfbestuur definitief
geworden. Zowel Suriname als de Antillen
is baas geworden in eigen huis. Zij kunnen
zelf orde op zaken stellen. Maar op enkele
belangrijke punten, b.v. het buitenlands
beleid en de defensie, zijn zij niet volledig
autonoom en moeten zij met ons samen
werken. Zo zijn Suriname en de Neder
landse Antillen gelijkwaardige partners in
het Koninkrijk geworden. Er is een einde
gemaakt aan het historische samengaan. Een
vrijwillig samengaan is daarvoor in de
plaats gekomen. En het behoeft geen be
toog, dat dit vrijwillige samengaan voor
ons waardevolle elementen bevat. Nu zijn
er wellicht cynische lezers, die menen dat
Nederland zijn wil aan de West heeft op
gelegd en dat Suriname en de Nederlandse
Antillen van meet af aan naar de pijpen
van de Nederlandse Regering hebben moe
ten dansen. Niets is echter minder waar, de
feiten bewijzen dat. In 1946 hebben de
gebiedsdelen in de West vrijwillig hun
keus mogen bepalen. En die keus was duide
lijk. Zij wilden bij Nederland blijven. Hoe
wel de onderhandelingen vaak een moeilijk
verloop hebben gehad, valt het niet te
ontkennen, dat men in de West aan dit uit
gangspunt getrouw is gebleven. Ook daar
is wel een bewijs voor te leveren. Neder
land moet elk jaar aan de Verenigde Naties
rapporten over de Antillen en Suriname uit
brengen. Het staat nu eenmaal in het Hand
vest, dat landen, die niet-zelfbesturende ge
bieden besturen, daarover rapporten moeten
uitbrengen. Maar zeer terecht hebben wij
ons op het standpunt gesteld -toen de
interimregelingen van kracht waren gewor
den dat men in de West wel degelijk
zelfbestuur heeft.
De Verenigde Naties bleven echter van
mening, dat wij tot rapportage verplicht
bleven. Wij weigerden evenwel en de ver
tegenwoordigers van de West verdedigden
ons standpunt op de Algemene Vergadering.
In deze tijd, die voor ons heel moeilijk was,
zou de West gemakkelijk het aanvankelijk
ingenomen uitgangspunt hebben kunnen
prijsgeven door mede te delen, dat men de
volledige onafhankelijkheid verkoos boven
het gelijkwaardig partnerschap in het
Koninkrijk. Dit is niet gebeurd.
Wie zo de zaken ziet, zal begrijpen, dat
de gehele Kamer, uitgezonderd de com
munisten, van harte instemde met de over
eenkomsten, die met de West zijn gesloten.
Daarover bestond geen enkele twijfel. Wel
was reeds gebleken, dat daar de heer
Schouten (a.r.bezwaren had tegen het
derde lid van artikel 55 van het Statuut,
waardoor het Statuut en de Grondwet ge
makkelijker gewijzigd kunnen worden. Bij
grondwetswijziging heeft men in tweede
lezing tweederde van het aantal stemmen
nodig. Voor de wijziging van het Statuut,
dat boven onze Grondwet uitgaat, heeft
men die tweederde meerderheid laten vallen.
De Regering meent, dat een enkelvoudige
meerderheid voldoende is. De heer Schouten
nu was van oordeel, dat daardoor de Grond
wet in de toekomst te veel nu was van
wet in de toekomst te veel gewijzigd zal
worden.
Een standpunt, dat hij reeds had ver
kondigd op de slotzitting van de R.T.C.-
conferentie met de West. Dat was dus niets
nieuws. Het eerste nieuwe element, dat in
dit debat werd gebracht, was het betoog
van Prof. Oud (v.v.d.). Deze zag strijd met
de grondwet. In het Statuut wordt ook ge
sproken om maar een voorbeeld te noe
men over de troonsopvolging. Het Sta
tuut gaat boven de Grondwet uit, het Sta
tuut kan gemakkelijker gewijzigd worden
dan de Grondwet. Dus kan men over
troonsopvolging met een gewone meerder
heid beslissen. En niet met een tweederde
meerderheid zoals de Grondwet bepaalt, ter
wijl bovendien in onze hoogste wet staat,
dat de bepaling van de troonsopvolging niet
gemakkelijk gewijzigd mag worden. Dat
was één uitleg. De heren Schouten (a.r.)
en Lemaire (k.n.p.) sloten zich daarbij aan.
Maar anderzijds steunden Prof. Romme
(k.v.p.). mr. Burger (arb.) Minister
Kernkamp, die er op wezen, dat volgens de
grondwet tijdens de overgang naar de
nieuwe rechtsorde niet van de grondwet
mag worden afgeweken. Maar nu gaat het
niet meer om de overgangsperiode maar om
de totstandkoming van de nieuwe rechtsorde
zelf. Dus mag er wel worden afgeweken.
De troonsopvolging mag in het Statuut in
strijd met de Grondwet worden geregeld.
Ziehier in het kort de verschilpunten. Het
verloop van de strijd was toen duidelijk. De
heer Oud (v.v.d.) zeide te moeten kiezen
tussen schending van de grondwet (hij heeft
de eed daarop afgelegd) en verwerping van
het Statuut, wat een ramp zou betekenen.
Volgens Minister Kernkamp zou door ver
werping sluipend vergif in de samenwerking
tussen de gebiedsdelen worden gespoten.
Het vertrouwen zou weg zijn. Van schen
ding van de grondwet was er naar zijn
mening geen sprake. Ook de Ministers heb
ben de eed op de grondwet afgelegd. Daar
om was de Regering niet bereid om een
andere procedure op te stellen, zoals wijzi
ging van de grondwet, waardoor verkie
zingen nodig zouden zijn.
Voor de aanvaarding van het Statuut
was tweederde van het aantal uitgebrachte
stemmen nodig. Het lot van het ontwerp
hing aan een zijden draadje. Zo dacht men
althans. Zieke Kamerleden werden haastig
opgetrommeld. Vacanties werden plotseling
onderbroken. De heer Nederhorst (arb.)
spoedde zich per vliegtuig uit Toulon naar
het Binnenhof want zijn stem zou de door
slag kunnen geven. Maar toen eenmaal die
eindstemming werd gehouden, bleek dr.
Schouten in zijn fractie geheel alleen te
staan. Geen een andere a.r. deelde het
grondwettelijk bezwaar. Deze leden zullen
wel geredeneerd hebben, dat meer sprake
moet zijn van juristerij dan van een ge
wetensconflict. De bezwaren van dr. Schou
ten tegen het gemakkelijk wijzigen van het
Statuut deelden zij wel. Maar deze be
zwaren vonden zij niet zo overwegend, dat
zij de ramp van de verwerping moesten
inhouden. En met deze ommezwaai - die
pas bij de stemming bleek was de
spanning verdwenen. Het Statuut werd
aangenomen met 7519 stemmen. De ba
lans was als volgt.
Vóór stemden: p.v.d.a., k.v.p., c.h. (met
uitzondering van de heer Schmal) a.r. (be
halve de heer Schouten) en Mevr. Fortanier-
de Wit (v.v.d.) Alle andere Kamerleden
stemden tegen. Afwezig waren de heren
Koersen en de Graaf (k.v.p.), v. d. Heuvel
en Gerbrandy (a.r.), Vorrink (arb.) en De
Groot (c.p.n.).
Het zal niet veel voorgekomen zijn, dat
op de laatste dag voor de zomervacantie
96 kamerleden aanwezig waren. Een bewijs
dat het debat een spannend verloop heeft
gehad. Opgelucht is de Kamer nu aan haar
reces begonnen, zij heeft dat stellig ver
diend. Maar de meest opgewekte man, die
de Kamer op die 16de Juli heeft verlaten,
was ongetwijfeld Minister Kernkamp, die
zijn politieke carrière bijna zag mislukken,
waardoor het resultaat van een belangrijk
stuk levenswerk nog op het laatste moment
vernietigd zou worden.
(Nadruk verboden)
RAADSVERSLAG ST. ANNALAND
of van de Hoenderweg naar de Karrevelden.
De winkelsluitingswet met uitzonderingen vastgesteld.
De muziektent blijft aan de gemeente.
Woensdag 21 Juli des vm. om 10 uur
kwam de voltallige St. Annalandse ge
meenteraad in openbare vergadering bijeen.
Na ambtsgebed en een welkomstwoord
richtte voorzitter Van den Bos zich tot de
eerste wethouder, de heer G. Goedegebuure
die juist vandaag zijn 80ste verjaardag
vierde. Daarmee wenste hij hem van harte
geluk. Er zijn niet veel gemeenten in ons
land, aldus de voorzitter, waar een 80-jarige
wethouder zitting heeft, noch minder, waar
die functie op die leeftijd met zoveel ambitie
vervuld wordt. Bovenal is de humor van U
tekenend, welke altijd verkwikkelijk aandoet
Ik heb al eens gelezen, zo vervolgt de voor
zitter, dat humor het enige is, wat de mens
als ernst kan opbrengen. Menig jong mens
kan dit in U bewonderen.
Ik hoop dat U nog vele jaren voor onze
gemeente gespaard mag blijven, dat we
altijd op uw steun en vriendschap mogen
rekenen en dat God U daartoe de kracht
mag geven.
Namens het gemeentebestuur en personeel
bood hij de jarige een kist sigaren aan.
Wethouder Goedegebuure antwoordde
hierop: Woorden ontbreken me, m'n dank.
Na voorlezing der notulen verzocht dhr.
den Engelsman of daarop nog een aan
vulling kon worden gegeven. Hij had nl. bij
het in een vorige raad besprokene rond het
zwembad willen aanvoeren, dat hij gaarne
de voorwaarde zag gesteld, dat ze op Zon
dag gesloten zou zijn. Van deze opmerking
zal nota worden genomen.
VERZOEK STICHTING
Het eerste ingekomen stuk is een verzoek
van de stichting 19401945 om een sub
sidie. Voorgesteld wordt een bijdrage van
25.per jaar toe te kennen, ingaande
1 Januari 1955.
Dhr. Stols zegt hier niet voor te zijn, niet
omdat die mensen niet geholpen zouden
moeten worden, integendeel, maar het moet
niet op deze wijze. Het Rijk moet hiervoor
zorgen. Deze weg noch die van een collecte
is de juiste.
Weth. Moerland merkt op, dat de wet
hierin niet voorziet, zodat men door deze
bijdrage te onthouden ook z'n steun ont
houdt.
Dhr. Ridderhof zegt, dat toen die men
sen zich destijds vrijwillig gaven voor het
verzet, ze ook niet gevraagd hebben of er
een Wet is, die daar in voorziet. Ze deden
het. Daarom moet het Vaderland voor
degenen of hun nabestaanden, die zich ge
heel gaven, ook volledig zorg dragen. De
Stichting kan dan nog nut hebben om hen
een extraatje te bezorgen.
De voorzitter wijst er op, hoe de Wet op
het buitengewoon pensioen hierin ten dele
voorziet, maar van bijzondere dingen zijn
die mensen verstoken. Dat kunnen ze van
een klein pensioen niet betalen. Met inwil
liging van dit verzoek zou men nochtans
kunnen aanvoeren, dat de bijdrage slechts
noodgedwongen wordt gegeven, daar het
naar de mening van de Raad een taak is
van de Overheid, waarop ook zal worden
aangedrongen.
Dhr. Stols vindt dat geen enkele ge
meente hierin zou moeten toestemmen.
Dan geeft men het Rijk ook geen hou
vast, dat ze kunnen zeggen ze worden toch
wel geholpen.
Weth. Moerland daarentegen is er voor,
dat het meergenoemde voorstel zonder meer
wordt behandeld.
Wethouder Goedegebuure vindt ook, dat
men deze 25.maar moet geven, waarbij
men dan nog de opmerking kan maken, zo
als door de voorzitter geformuleerd.
Er wordt over gestemd. Tegen het ver
lenen van deze bijdrage zijn de heren Stols,
Geluk en Ridderhof. Laatstgenoemde stipu
leert nog eens, dat het niet tegen de Stich
ting gaat, maar enkel omdat naar zijn me
ning hier in op andere wijze moet worden
voorzien.
Afwijzend wordt beschikt (op voorstel
van b. en w.) op het verzoek van de chr.
stichting voor school- en beroepskeuze in
Zeeland om een subsidie van 10.of meer
per geval, waarin voorlichting zal worden
gegeven bij de keuze van opleiding en be
roep en op een soortgelijk verzoek, even
eens dus om een bijdrage van het comité
nationaal monument dr. A. Plesman.
Voor kennisgeving worden aangenomen
het rapport van het verificatiebureau, de
goedkeuring van het raadsbesluit door Ge
deputeerde Staten van de woningaankoop
Kerkring A 566, de aanvaarding van dhr.
A. Dorst van zijn benoeming als regent van
het Wezen Armbestuur, een begrotings
wijzigingsgoedkeuring 1954 en de machtiging
van Gedeputeerd Staten om de uitgaaf te
doen, die verbonden is aan de aanschaffing
van een verplaatsbare muziektent.
WINKELSLUITING
In het prae-advies dat aan de leden is
toegezonden Wordt uitvoerig stilgestaan bij
agendapunt 4: Afwijkende regelen winkel
sluitingswet 1951. Destijds deed de midden
standsvereniging „Activa" het verzoek aan
de gemeenteraad om in afwijking van de
algemene (nieuwe) winkelsluitingswet rege
len te willen bepalen, dat:
le. de winkels het gehele jaar tot 19.00
uur 's avond geopend mogen zijn;
2e. de Vrijdagavond als koopavond te
willen vaststellen (tot 21 uur) met
uitzondering van Goede Vrijdag,
Eerste Kerstdag en indien 4 Mei
(herdenkingsdag) op Vrijdag valt;
3e. openstelling der kappersbedrijven tot
20.00 uur en op Vrijdag tot 22.00 u.
4e. geen halve dagsluiting in het leven
te roepen;
5e. invoering van een 6 daagse vacantie-
sluiting in de periode tussen 1 Mei en
30 September;
6e. strafbaarstelling in de politieveror
dening van de koper bij overtreding
van de winkelsluitingwet.
Maar na ingewonnen advies bij de Kamer
van Koophandel bleek, dat dit alles niet zou
kunnen doorgaan. Daarom is de mening van
„Activa" weer gevraagd over de volgende
punten:
le. openstelling tot 19.00 uur gedurende
de maanden April tot en met Oct.
(andere maanden moeten de winkels
om 18 uur gesloten zijn);
2e. koopavond op Vrijdagavond tot 21.00
uur is toegestaan;
3e. kappersbedrijven tot 20.00 uur in de
week en Vrijdags tot 21.00 uur.
Het bestuur van „Activa" heeft hierop
meegedeeld, dat ze zich bij dit voorstel meent
te moeten neerleggen, al doet het dat uiter
aard slechts gedwongen en concludeert
daaruit, dat de „nieuwe" wet tot een over
bodige verordening is geworden en men dit
werk evengoed had kunnen sparen en de
oude wet handhaven, waar de enige ver
andering practisch is de mogelijkheid van
de koopavond.
Opnieuw advies gevraagd aan de Kamer
van Koophandel zal men thans een ver
ordening ter goedkeuring aan de Kroon
voorleggen, die neerkomt op:
le. Van April tot en met September ge
durende de eerste vier werkdagen
(van Maandag tot en met Donder
dag) tot 19.00 uur (7 uur nm), Vrij
dags 21,00 uur (9 uur nm), Zater
dags het gehele jaar door dus -
de winkels om 18.00 uur (6 uur nm)
gesloten.
Van October tot en met Maart alle
dagen om 18.00 uur gesloten, be
halve de Vrijdag (koopavond);
2e. Vrijdagavond koopavond behalve be
paalde uitzonderingen (Goede Vrij
dag, 1ste Kersdag, 4 Mei dan mag
Donderdagavond koopavond worden
gehouden);
3e. de kapper in de zomermaanden
dezelfde sluiting als de winkels en
gedurende de wintermaanden (Oct.
t.e.m. Maart tot 18.30 uur (half 7);
4e. geen voorstel voor invoering van een
6-daagse vacantiesluiting, omdat de
meningen ook van de middenstan
ders hieromtrent verdeeld zijn;
5e. geen voorstel om de koper bij over
treding van de winkelsluitingswet
strafbaar te stellen, omdat een soort
gelijk besluit door de Bosse gemeen
teraad genomen, door de Kroon nietig
werd verklaard.
Alles bij elkaar komt er dus wel enige
wijziging in de huidige winkelsluitings
situatie, waarbij vooral de sluiting Zater
dagsavonds om 6 uur (het gehele jaar door)
ingrijpt.
Dhr. Stols zegt dat hij nog wel graag
zou zien, dat de Groente- en Fruithande
laren de gelegenheid kregen om ook
Zaterdagsavond na 7 uur nog te venten,
waar deze vooral in de zomermaanden met
het fruit als kersen, aardbeien, enz. nogal in
moeilijkheden kunnen komen.
De voorzitter zal nog bekijken wat hier
aan te doen is.
Overigens zal men zich bij de voorgestel
de verordening zoals deze door de Kamer
van Koophandel is geadviseerd neerleggen,
waar anders toch geen goedkeuring van de
Kroon te wachten is.
Vastgesteld wordt de interimregeling
ziektekosten ambtenaren voor 1954.
Een ander voorstel betreft de aan- en ver
koop van grónd in het wederopbouwplan.
DUURDER BOUWGROND
17 Februari jl. besloot de gemeenteraad
de gronden (bouwgrond in de Suzannaweg)
ter realisering van het wederopbouwplan
aan te kopen voor 2.- per m'2 en voor
dezelfde prijs weer te verkopen aan hen,
die een woning herbouwen.
Het prijzenbuerau wilde echter niet ver
der gaan dan 1,50 per m2, waartoe even
eens werd besloten.
Nu deelt de hoofdingenieur-directeur van
de wederopbouw, enz. mede, dat door de
beoogde verbetering van de Suzannaweg de
uitgifte (verkoops) prijzen hoger dienen te
liggen dan de inkoop. De werkelijke grond-
kosten zullen waarschijnlijk 5.50 per m2
bedragen, terwijl als richtprijs voorhands
4.50 per m2 wordt aangenomen. Dit be
tekent dus, dat de van de getroffenen in de
Suzannaweg voor 1.50 per m2 aangekochte
grond, nu voor f 4.50 moet worden ver
kocht, een strop voor de bewoners eigen
lijk van 3.per m2 (op hun eigen grond).
Wel vestigt de hoofdingenieur er de aan
dacht op, dat de mogelijkheid bestaat op
schadevergoeding (ingevolge art. 58, lid van
de wet op de watersnoodschade 1953).
Daarin overweegt de Minister een tegemoet
koming te verstrekken in de aankoopkosten
van de nieuwe grond.
Op verzoek van dhr. Stols wordt een en
ander nader toegelicht, waaruit boven
staande blijkt en wordt onderstreept.
Dhr. Stols loopt hiermee niet weg. Op
welke kosten komen die mensen niet Hij
voelt er weinig voor.
De voorzitter zegt, dat het moeilijk zal
kunnen. Dit hangt nu eenmaal samen met
een wederopbouwplan. Wij hebben het
immers voor dezelfde prijs willen over
dragen. Wanneer de meerdere kosten bij het
Rampschadebureau gedeclareerd kunnen
worden, is het niet zo erg en ik geloof dat
dit in orde komt.
Maar daar is dhr. Stols niet zo zeker van.
De voorzitter zegt, dat hij dan betrokkenen
hieromtrent zelf wel wil inlichten en ter
zake diligent zal blijven.
Dhr. Ridderhof heeft er niet op tegen,
mits de mensen de extra kosten maar ver
goed krijgen. Dan blijft het hun hetzelfde.
Er zit niet anders op, zodat met alge
mene stemmen dit raadsbesluit wordt geno
men om de voor 1.50 aangekochte grond
voor 4.50 per m2 te verkopen.
Het bestuur van de chr. kleuterschool
verzoekt het besluit tot toekenning van een
subsidie van 25.per leerling tot een
maximum van 1500.te vervangen door
een besluit te nemen van een subsidie per
leerling, te verlenen naar het aantal leer
lingen dat de school bezoekt, dus zonder
maximum bedrag.
Het besluit destijds was gebaseerd op
60 leerlingen. Maar dit loopt nu gemiddeld
naar de 75.
Dhr. Stols vraagt of er volgens de reke
ning tekorten zijn, waarop de voorzitter
bevestigend antwoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daar
na dit verzoek ingewilligd.
Vastgesteld wordt voorlopig de gemeente
rekening 1951.
Ten behoeve van de aanschaffing van
nieuwe leer- en hulpmiddelen voor de school
m.d. Bijbel wordt een bedrag van 9050.
beschikbaar gesteld en dienovereenkomstig
de begroting gewijzigd.
HET SPORTTERREIN IN 'T GEDING
Van het bureau van uitvoering Tholen
van de herverkavelingscommissie Zeeland
is een brief ontvangen, waarin werd mee
gedeeld, dat volgens de commissie bouw
terreinen van de herverkavelingscommissie
het zuid-oostelijk gedeelte van het uitbrei
dingsplan van deze gemeente voor toepas
sing van de compensatieregeling in aan
merking komt.
Bij bespreking hierover, aldus in dit
schrijven, kwam de agrarische subcommissie
met betrekking tot de ligging van het sport
terrein tot de conclusie dat verplaatsing
daarvan mogelijk is naar de Suzannapolder
(de karrevelden in het zgn. Nieuwlandje).
Hier zal namelijk door de herverkaveling
t.z.t. een zanddepöt gespoten worden. Om
nu goede cultuurgrond te sparen komt het
deze agrarische commissie gewenst voor als
plaats van sportterrein te kiezen een vol
gespoten stuk van genoemde karrevelden,
waardoor het thans voor sportterrein gere
serveerde gedeelte op het uitbreidingsplan
beschikbaar zou kunnen blijven voor
agrarisch gebruik.
Nu wordt aan de gemeenteraad gevraagd
of met deze suggestie wordt ingestemd.
De voorzitter zegt, dat uit bovenstaande
de bedoeling dus wel duidelijk is, nl. om
agrarische grond te sparen. Dit komt dan
ook voort uit de boezem van de agrarische
commissie. Het voordeel hiervan is dan ook
dat de voor het sportterrein aangewezen
agrarische grond wordt bespaard, waar
tegenover echter verschillende nadelen zijn,
welke geen nadere uitleg behoeven.
Het grootste nadeel vindt dhr. Stols o.m.
de ligging. Die gratis tribune welke door de
zeedijk gevormd zou worden, staat hem
niet aan.
Dhr. Ridderhof zou er wel voor voelen,
wanneer het gunstiger gelegen was, daar
een sportveld met een ondergrond van zand
een veel betere ontwatering geeft.
Dhr. Dorst zegt zelf geen sportman te
zijn, maar wanneer er zoiets moet komen,
dan moet men ook het gunstigste nemen en
dat ziet hij niet op de karrevelden.
De voorzitter zegt, dat gevraagd is aan
de heren Krijger en Massink van het bureau
Uitvoering Herverkaveling Tholen nog een
toelichting te geven. Deze heren worden
om half twaalf verwacht, waarom hij voor
stelt eerst de rondvraag te behandelen.
RONDVRAAG
De voorzitter deelt nog mede, dat men
voor het ontwerpen van een saneringsplan
het Technische Adviesbureau van de Ver.
van Ned. Gemeenten heeft kunnen krijgen.
In dit plan worden dus opgenomen die
woningen, schuren en bergplaatsen, die
mettertijd dienen te verwijnen.
Tenslotte deelt de voorzitter mede, dat als
tijdelijk onderwijzeres aan de o.l.school mej.
de Rooij is benoemd.
Dhr. Dorst stelt daarna voor om de
muziektent aan „Accelerando" cadeau te
doen. Hiermee bedoelt hij niets ten nadele
van de muziekver. of van de tent, die zijns
inziens in alle opzichten voldoet. De voor
zitter vraagt wat dan wel het argument is
om die tent over te doen.
Dhr. Dorst zegt: dan zitten wij niet meer
met de exploitatie.
De voorzitter wijst er op, dat de muziek
vereniging geen subsidie krijgt, maar dit
zal moeten aanvragen, wanneer ze de tent
zelf in onderhoud heeft.
Bovendien wil de voorzitter ze toch liever
aan de gemeente houden, om ze ook aan
een andere vereniging in gebruik af te staan,
zoals de zang. Hij neemt aan dat Accele
rando dit ook wel zou doen, maar daartoe
is ze dan toch niet verplicht.
Dhr. Dorst vraagt of de werklieden voor
afbreken of opbouwen buiten hun normale
werktijd extra uitbetaald krijgen.
Dat vindt dhr. Stols wel op zijn plaats.
De voorziter zegt dat dit ook al over
wogen is en dus wel zal gebeuren.
Weth. Moerland wil toch het voorstel
van dhr. Dorst steunen om de tent maar
cadeau te doen.
Dhr. Stols verwacht dan in elk geval
subsidie-aanvrage en dan is men nog „net
zo nat".
Weth. Goedegebuure houdt de tent ook
liever zelf. Financieel zal het wel niets uit
maken: zelf onderhoud of subsidie geven en
dan beschikken we er tenminste zelf over.
Het voorstel van dhr. Dorst in stemming
gebracht wordt gesteund door de heren
Moerland en Den Engelsman. De vier
anderen stemmen tegen, zodat de tent eigen
dom van de gemeente blijft.
Dhr Stols komt nog eens terug op het
geen hij in de vergadering van 15 April jl.
opmerkte met betrekking tot het gevaar
achter het zgn. „tonhuis" Het is een euvel,
waarvan we de verantwoordelijkheid niet
kunnen dragen.
De voorzitter zegt dat dit een polder
kwestie is en door omstandigheden met de
dijkgraaf moest wachten. Volgende week
zal hij het echter in bespreking brengen.
Allen zijn het er over eens, dat er voor de
winter iets aan zou moeten gebeuren.
Dhr. Stols is ook beniewd naar de wo—
ningbouwkwestie en hoe het tijdens de
Maandag jl. daarover gehouden vergadering
is afgelopen.
De voorzitter zegt dat zich thans in
principe 15 personen geïnteresseerd ver
klaarden voor het Spaarkassysteem. Ter
zijner tijd zal men hierover meer vernemen.
Het zou mooi zijn, wanneer 14 woningen
gelijk gebouwd konden worden. Dan zou een
eventueel volgende toewijzing bestemd kun
nen worden voor woningwetwoningen.
Dhr. Stols vraagt verder of de uit b. en
w. gevormde werkloosheidscommissie al
lichtpunten ziet met betrekking tot werk
gelegenheid.
Nu heeft alles werk, maar over enkele
weken is dat voor velen niet meer het ge
val. Is er dan een werkobject
De voorzitter zegt, dat de verkaveling nu
wel in zo'n stadium is, dat ze wel enig
werkvolk zal kunnen gebruiken. Blijkens
enkele opgemerkte dingen zou men indijken
van het schor nog niet hebben losgelaten.
Men zal dit straks nog eens kunnen vragen
aan de heren van de herverkaveling.
Weth. Moerland gelooft ook niet, dat dit
al van de baan is, waar hij zag hoe er
grorjdproeven genomen werden en Nieuw-
Vossemeer niet deelt in het dijkherstel.
Het zou volgens dhr. Stols de oplossing
zijn. 2/3 van de arbeiders hier zouden een
eigen bestaan kunnen krijgen in zo'n grote
polder. En daarmee houdt men de rond
vraag voor geëindigd.
NOGMAALS HET SPORTTERREIN
De heren ir. Krijger en Massink van het
bureau Uitvoering herverkaveling zijn in
middels gearriveerd en werden door de
voorzitter welkom toegeroepen. Het gaat
dus weer over verplaatsing sportterrein,
waaromtrent hiervoren al een en ander is
meegedeeld. Het argument dat tot deze ge
dachte in de agrarische commissie leidde,
wordt door ir. Krijger nog eens onderstreept,
nl. cultuurgrond besparen of aanwinst daar
van. Toen het wederopbouwplan in de
agrarische commissie werd besproken kwam
van daar uit de suggestie of het niet moge
lijk was het sportterrein naar de zgn.
karrevelden over te brengen, aldus ir.
Krijger. Hierdoor zou geen cultuurgrond
verloren gaan. Het is dus een zuivere sug
gestie onzerzijds. Wel kan er de conse
quentie aan vast zitten, dat indien men
hierop niet ingaat, de agrarische commissie
moet adviseren geen compensatie van de
grond te verlenen. Bedoeld werd hiermee
door de heer Krijger dit ter toelichting
van de lezer dat de mogelijkheid bestaat
wanneer het sportterrein volgens het uit
breidingsplan wordt aangelegd, dat er voor
de grondeigenaar c.q. gebruiker die voor
dit terrein grond moet afstaan geen andere
grond beschikbaar kan worden gesteld.
Het is de voorzitter nu wel duidelijk, dat
het de agrarische commissie om grond-
besparing gaat. We moeten dus kiezen tus
sen deze mogelijke grondaanwinst en een
minder geschikte plaats voor het sport
terrein. Hij vindt de ligging daar op de
karrevelden toch in elk geval minder gun
stig, temeer waar er in de toekomst van de
huidige plaats iets moois te maken is, nu
daar in de buurt de school komt en het
speelterrein daar dus dicht bij ligt.
Dhr. Massing erkent, dat met deze sug
gestie uitsluitend de boerenbelangen wor
den behartigd.
Ir. Krijger wijst er op, dat het veel een
voudiger is om op de karrevelden een
sportterrein aan te leggen, waarbij maar heel
weinig teelaarde nodig is in vergelijking
met een goede weide, waartoe veel mer
cultuurgrond nodig is.
Weth. Moerland zou het terrein naar de
karrevelden overplaatsen, indien dat ten
koste van compensatie moest gaan.
Dhr. Stols zegt dat het uitbreidingsplan
is goedgekeurd. We gaan zelfs huizen af
breken om een straat te maken ter ver
wezenlijking daarvan. En nu zouden we het
op hetzelfde goedgekeurde uitbreidingsplan
geprojecteerde sportterrein maar weer op
geven en wijzigen. Er komt trouwens geen
cultuurgrond minder, daar het huidig ter
rein dan vrij komt. Indien de karrevelden nu
gunstiger lagen, zou hij er geen bezwaar
tegen hebben, maar thans voelt hij er niet
voor.
Dhr. Massink wijst er op, dat bij aanleg
op de karrevelden niet alleen het huidige
terrein beschikbaar komt, maar ook die
grond waarop het volgens uitbreidingsplan
is geprojecteerd.
Dhr. Dorst gelooft niet, dat dit allemaal
voordeel zal opleveren. Hij zegt, dat er naar
het nieuwe sporttrrein op de karrevelden
toch ook weer een weg moet worden ge
projecteerd, een weg waarover bussen kun
nen rijden, dus van een behoorlijke breedte
is en waarvoor toch ook weer cultuurgrond
worden afgenomen van de mensen in de
Suzannapolder. De grondwinst lijkt hem
helemaal niet van de moeite, terwijl hét