WEEKBLQD VOOR HET EILAND THOLEN EK ST.FILIPSLAND WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Raadsverslag Stavenisse COMMENTAAR Premie voor closets en subsidie voor de muziek* Plan voor een brandweergarage Termen in het weeroverzicht Gebrek en Overschot 10e Jaargang No. 30 11 Juni 1954 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 4- incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen of moeten daar binnen zijn De openbare raadsvergadering te Sta venisse op Vrijdag 31 Mei jl. werd door alle leden bijgewoond. Na opening en vaststelling der notulen werd geen be zwaar gemaakt tegen een circulaire van de Minister van Binnenl. Zaken inzake een aanvullingsregeling van de rechtspo sitie toekenning vacantie-uitkering, terwijl aan mej. A. F. Duijnhouwer te Scherpe- nisse eervol ontslag werd verleend als on derwijzeres aan de openbare lag. school, zulks in verband met haar benoeming aan de Prins Mauritsschool te Delft. Dhr. Bos vroeg nog of nu de echtge note van onderwijzer van Bochum in dienst zou komen, waarop de voorzitter antwoordde, dat vanzelfsprekend eerst normaal een oproep geplaatst zou worden. Dhr. Hage vroeg zich af of het wel aan te bevelen was eerstgenoemde deze be trekking te geven. De voorzitter erkende dat het niet aan lokkelijk was, maar vreest dat er geen keus zal overblijven. Men zal dit t.z.t. wel bezien. Goedgekeurd is verder het raadsbesluit tot verhuur van volkstuintjes achter de nieuwe woningen, het rioleringsplan van de Koning Haakonstraat met bestrating en met kennisgeving wordt het rapport van kascontrole op de gem. kassen aangeno men. Waar blijkens een ministeriele beschik king de mogelijkheid bestaat tot verkrij ging van overheidssubsidie op het aan brengen van closets ter vervanging van het tonnenstelsel, wordt een dergelijke aanvrage gedaan door C. Oosdijk, mej. P. Dorst, Wed. J. Hendrikse, Wed. C. v. d. Berg, H. C. de Graaf en W. Priem. In genoemde ministeriele circulaire wor den de totale verbouwingskosten op ƒ.300,- gesteld. Het Rijk en de gemeente komt hierin maximaal 50% tegemoet, waarvan het Rijk voor haar rekening neemt en er dus voor de gemeente nog 37,50 over blijft. Maximaal wordt dus 150,- gesub sidieerd. Voor de betrokkene blijft er nog 150,over, tenzij men zelf meer wilt verbeteren. Dhr. Hage vraagt wanneer deze verzoe ken zijn binnengekomen. De voorzitter ant woordt, dat dit juist was op de dag dat vorige vergadering werd gehouden. Dhr. Tazelaar wijst er op, dat men moge lijk in verwikkeling zal komen met de nieu we riolering. Het merendeel van deze aan vragers zou dan immers (en veel voordeli ger) op het rioleringsstelsel kunnen aanslui ten. Is het niet beter tot zo lang te wachten in het belang van aanvragers. De voorzitter antwoordt dat die moge lijkheid er inderdaad is. Daarom zou hij het verzoek ook maar willen inwilligen voor zover men buiten het nieuwe riolerings stelsel zal vallen, bijvoorbeeld zoals dat voor Oostdijk het geval is. Men besluit het verzoek van dhr. Oost- dijk toe te staan en dat van de anderen in eigen belang aan te houden. Meer formeel is het opnieuw aangaan van een geldlening met de Boerenleenbank. Twee jaar geleden werd 28.0.00,ge leend, een bedrag dat in 1954 in totaal moet worden afgelost, maar opnieuw kan worden geleend. Wat de kasgeldlening voor woningbouw aangaat, zal er nog een 128.000,overblijven. Men kan deze le ning evenwel beter aanhouden, daar het nieuwe riolerings- en bestratingsplan circa 208.000,zal vergen en het geld dus nog wel nodig zal zijn. De Muziekvereniging in „heropbouw" verzoekt een jaarlijkse subsidie om lopende middelen te hebben. Het verzoek is pas in gekomen en weth. Hage zag liever dat het eerst in B. en W. kwam. De andere leden achten dit niet noodzakelijk. Raadslid Hage vraagt of de vereniging nog een rampschade-uitkering krijgt voor het verlies aan instrumenten. De voorzitter kan niet geloven, dat dit veel zal betekenen. Dhr. Tazelaar vindt dat men ze wel op weg kan helpen door de bijdrage voor een jaar te stellen. Om subsidie te geven moet men eigenlijk wel meer gegevens hebben, maar nu ze pas weer beginnen is dit nauwe lijks mogelijk. De voorzitter vraagt wat men denkt van 150,— per jaar, te geven voor 1954 om het daarna opnieuw te bekijken. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen. Als mededeling verklaart de voorzitter dat het dag. bestuur getracht heeft om het stukje grond van Wed. J. Goedegebuure aan te kopen achter de pastorie, maar dat de eigenares hiertegen wel bezwaar heeft, omdat het haar enig stukje grond is voor verbouw van groenten en aardappelen. Men zal nu maar opnieuw trachten om bij de Herv. Kerkvoogdij wat los te krijgen. Deze Kerkvoogdij heeft tegen aankoop van al eerder besproken grond bezwaar ingediend bij Ged. Staten. Het bezwaar, aldus de voorzitter, heeft juridisch geen en kele waarde, al heeft natuurlijk ieder het recht tot zulk een bezwaarschrift. Wanneer de Minister de Kerkvoogdij gelijk geeft, staat ze sterk, maar ook wanneer dat niet het geval is, kan ze weigeren de grond af te staan. De voorzitter zegt dat het hem bitter tegenvalt, deze houding van de Herv. Kerkvoogdij. Het is de enige instantie die tot dusverre tegenwerkt. De vraag is dan ook straks of hieruit onteigening zal moe ten voortvloeien. In het schrijven wat nog Kunt U de weerpraatjes volgen? (Van onze weerkundige medewerker) Degenen, die vrijwel dagelijks de weer- overzichten en 's avonds het weerpraatje van het K.N.M.I. beluisteren, zullen over het algemeen niet veel moeite meer hebben met de verschillende termen, die zo tussen neus en lippen door worden genoemd. Het is mogelijk, dat men van enkele, wel ke niet zo dikwijls voorkomen, geen kaas genoeg heeft gegeten om zich te kunnen voorstellen, wat hiermee wordt bedoeld. Dat een depressie vaak een gebied is met slecht weer waaruit regen valt en soms stormwinden in voorkomen, weet zo lang zamerhand een schoolkind al. Dat hoge- drukgebieden (ook wel eens maxima ge noemd) in de regel voor droog en mooi weer zorgen met weinig wind, zal over het algemeen ook wel bekend zijn. Niet zelden wordt er gesproken van een „rug van hogeluchtdruk". Wanneer men op de weerkaarten een klein hogedrukgebied ziet afgetekend tussen twee depressies in, dan lijkt dit veel op een gebogen rug van een kwade kat. Een rug van hogeluchtdruk komt steeds voor tussen twee depressies in, hetgeen in de practijk op een weersverbete- ring neerkomt, die nog geen dag aanhoudt. Af en toe wordt ook van een „storing" ge sproken, die dikwijls hetzelfde is als een nieuwe depressie. Storingen in het lucht- drukveld bij krachtige winden tussen zuid west en noordwest doen de buiïgheid tijde lijk weer opleven. Wanneer men spreekt van een „golfvormige storing", dan wil dit zeggen, dat men op de weerkaarten in een koufront een in ontwikkeling zijnde nieuwe depressie ontdekt, die binnen 24 uur al tot een vrij actieve depressie kan zijn aange groeid. Op de weerkaarten zien wij dan een golving in het front ontstaan, zodat men dan van een „golfvormige storing" spreekt. Wanneer een depressie is gepasseerd en de regen is opgehouden, dan komt het dik wijls voor, dat na enkele uren opnieuw buien vallen en de wind weer opsteekt. Dit is het gevolg van een z.g. „trog". Een trog is een vernauwing tussen de isobaren ach ter de depressie, die aanleiding geeft tot een weersverslechtering, die meestal niet van lange duur is. Na het passeren van de trog draait dan de wind naar west of noordwest en neemt de buiïgheid en ook de wind weer af. Wanneer er een „warmtefront" wordt verwacht, dan wil dat zeggen (de naam zegt het al) dat wij in een luchtstro ming komen te liggen, die enkele graden warmer is dan de lucht waarin wij ons be vinden. Het overtrekken van een warmtefront gaat meestal met een gelijkmatige regen of motregen gepaard. Wordt een „koufront aangekondigd, dan zullen wij in een lucht stroom komen, die enige graden kouder is dan waarin wij ons bevinden. De weersver- schijnselen langs een koufront zijn dikwijls heftiger. Er vallen enkele buien, de inten siteit van de regen is groter en zodra het front is gepasseerd, ruimt de wind van b.v. zuidwest naar noordwest, waarna de zon doorbreekt. Voornamelijk bij een buiïg weertype wordt er dikwijls over „onstabiele lucht' gesproken. Dat wil zeggen dat de lucht in de hogere luchtlagen veel kouder is dan in de onderste lagen. De temperatuur daalt dus als men zich naar boven beweegt. De hoge stapelwolken kunen nog hoger schieten. Zij komen daarbij in een steeds koudere om geving, waardoor de waterdamp in de voch tige, opstijgende lucht gaat condenseren en als regen naar beneden komt. Wanneer er van onstabiele lucht wordt gesproken, dan wil dat zeggen, dat zich gemakkeliijk buien kunnen ontwikkelen. „Randstoringen" komen voor aan de rand van een om vangrijke depressie, die haar beste dagen heeft gehad en aan het aftakelen is. Deze randstoringen kunnen zeer actief zijn en brengen dikwijls veel regen en in de herfst en winter soms een tweede storm, na een tijdelijke afname van de wind. Wanneer men al deze termen kan thuisbrengen, be ginnen de weeroverzichten meer te leven, daar men na enige tijd zelf al ongeveer kan vaststellen wat het weer in de naaste toe komst zal brengen zonder de eigenlijke ver wachting te hebben gehoord. (Nadruk verboden). dezer dagen van genoemde Kerkvoogdij binnenkwam wordt geen definitief antwoord gegeven op het bekende verzoek. De voorzitter herhaalt dat bovenstaande voorshands niet meer dan een mededeling inhoudt. Hij zegt voorts dat de straatnaamborden zijn gearriveerd en spoedig geplaatst wor den. Met de huisnummering is men bezig. Dit gaat per straat met aan de ene kant de even, aan de overzijde de oneven getallen, dus 1, 3, 5 en aan de andere kant 2, 4, 6 enz. Ook de schuren worden genummerd en met de open ruimten, waar mogelijk nog gebouwd zal worden, moet eveneens reke ning gehouden. Met deze nummering is men circa op de helft. Er is nog een straatje (pad) dat geen naam heeft, wat voor de goede gang van zaken nodig is, al staan er dan ook maar drie huizen ergens tussen havenpad en stoofdijk. Men zal het betitelen als Stoof- pad. Om het schilderwerk van de nieuwe hou ten woningen wat uniform te houden, wordt voorgesteld daartoe enige bepaling op te nemen. Er zijn echter nog meer dingen te bespreken, waarom dhr. Tazelaar adviseert dat met betrokkenen zelf eens te behande len, waarmee de anderen het eens zijn. Voorgesteld wordt over te gaan tot aan koop van een strookje grond in verband met de aanleg riolering en bestrating in een deel van de Prins Bernhardstraat. De eige naren gaan er mee accoord, zodat ook de raad hiertegen geen bezwaar heeft. Voor 1,per m2 zal men het overnemen. Over punt 5: aankoop panden i.v.m. ont sluiting bebouwde kom nabij de toren, zal in besloten zitting worden gediscussieerd. Dit o.a. ook in verband met de daar in te noemen prijzen. BOUW BRAFÏDWEERGARAGE B. en W. vragen machtiging tot het op maken van een plan voor de bouw van een brandweergarage en op dat plan goed keuring te vragen. Het ligt in de bedoeling de garage te doen bouwen aan de toekom stige Prins Bernhardstraat tussen de Oud- Gereformeerde Kerk en de Molendijk. Waar men voornemens is de gemeente secretarie te verbouwen en daarbij een kluis te maken is het nodig dat een andere ruimte wordt gezocht voor opberging materiaal voor de brandweer. Men had eerst gedacht dit in de oude bewaarschool te kunnen doen, maar dit moet volgens het Wederopbouw- plan worden gesloopt. Overigens zou er daar te weinig ruimte overblijven en een moeilijke inrit. In de nieuwe brandweer garage moet dan tevens de gemeentevracht wagen ondergebracht kunnen worden. De bouwkosten zouden buiten het gemeentelijk budget gefinancierd moeten kunnen worden De kosten worden geraamd op 15.000, Dhr. Tazelaar vraagt wat men met de voormalige kleuterschool gaat doen. De voorzitter antwoordt: slopen en de straat daar verbreden. Dhr. Tazelaar vraagt wat er daar na egalisatie nog over zal zijn vanaf het huis van Lemson. Weth. Moerland meent van niet veel, hoogstens 1/3. De heer Tazelaar had namelijk gedacht aan die plaats voor een eventuele muziek tent in de toekomst. De voorzitter vindt het geen beste plaats, maar dit kan men altijd nog eens bekijken. Dhr. Tazelaar vraagt ook of het stukje gemeentegrond naast bakker Westdorp in de Julianastraat niet geschikt is om daar de branweergarage te zetten. De voorzitter wijst er op, dat dit in ge bruik is en dat men met het voorstel van b. en w. (de grond bij de Oud Geref. Kerk) niemand ontrieft. Verkoop die gemeentegrond dan maar in de Julianastraat oppert Tazelaar, maar daar voelt de voorzitter weinig voor. Dhr. Hage vraagt in dit verband nog hoe die vrachtwagen hier is gekomen. De voorzitter antwoordt dat ze na de ramp in gebruik werd genomen en enkele dagen na de 1ste Februari weer had weg- gemoeten, maar men ze niet kon missen en de wagen toen noodwendig aangekocht. Men hoopt van het rampschadebureau een bedrag terug te krijgen. Het zou in elk geval zonde zijn deze wagen, die men goed kan gebruiken, weg te doen. Zonder hoofdelijke stemming wordt aan het dag. bestuur machtiging verleend tot het doen opmaken van een plan voor de bouw van een brandweergarage als hier- voren genoemd. De Ambachtsheerlijkheid Stavenisse heeft de gemeente aangeboden de bermweg in eigendom over te nemen voor de prijs van 1.in totaal en de daarnaast gelegen gedempte sloot van 0.30 per m2. B. en W. menen dat het gewenst is de bermweg over te nemen, maar in aankoop van de gedempte sloot zien zij geen alge meen belang. Dhr. Hage vraagt zich af, wat de Am bachtsheerlijkheid bezielt, dat ze zomaar iets gaat weggeven 1,voor een berm weg is weggeven). Overigens keuren de le den het goed om deze bermweg aan te ko pen. RONDVRAAG Dhr. Bos wijst er op, hoe men tijdens de gehouden Volkshogeschooldag te St. Maar tensdijk kon horen, dat kleine industrie wel als noodzakelijk geacht moet worden. Nu is er een persoon, die in dit opzicht voor Stavenisse geïnteresseerd schijnt te zijn. Is Onderstaand bericht was met vele andere reeds tijdig binnen voor het nummer van vorige week, maar kon met die vele andere ook niet meer worden opgenomen wegens plaatsge brek. Inmiddels is er al zoveel tijd ver streken, dat opgave per omgaande ge wenst is. Mej. Paling zal die opgaven dus graag voor 15 Juni binnen hebben. Neem dus direct een besluit. VACANTIEKAMP VOOR DE JEUGD Voor jonge mensen van 1419 jaar uit de door de ramp getroffen gemeen ten op het eiland Tholen bestaat de gelegenheid dit jaar aan een zomer- kampweek van 'n jeugdorganisatie deel te nemen. De kosten hiervan worden voor de jeugd van Stavenisse geheel vergoed tot een max. van 35,terwijl de kosten voor deelnemers uit de andere door de ramp getroffen plaatsen voor de helft in rekening kunnen worden gebracht. Bijvoorbeeld: wanneer deze kosten, reiskosten inbegrepen 35,bedra gen, wordt ten hoogste 17.50 ver goed. Men kan zich hiervoor opgeven, persoonlijk of in verenigingsverband bij de sociaal werkster, mej. A. Paling, Barak Bos te Stavenisse. Formulieren voor deelname worden dan toegezon den Naast de opgave voor de kampweek van de lagere schooljeugd, die via de schoolhoofden geschiedt, bestaat nog de gelegenheid voor kinderen van 8-14 jaar uit het rampgebied 3 weken va- cantie bij particulieren door te brengen tegen een vergoeding van 5,per kind. Reiskosten moeten zelf worden betaald. Opgave hiervoor zo spoedig moge lijk, eveneens bij me). A. Paling, Sta venisse, waarna formulier ter invulling wordt vertrekt. het niet aan te bevelen dat men hiertoe grond en andere faciliteiten beschikbaar stelt. De voorzitter is het reeds bekend, wie deze gegadigde is en hij vraagt of men dit als een serieus geval mag beschouwen. Het schijnt te lopen over een te stichten beton- fabriekje. Maar wanneer er werkelijk een serieuze reflectant is, die zegt dat hij zich wil vestigen, wanneer de gemeente grond geeft, dan wil de voorzitter met plezier meewerken. Weth. Moerland weet er ook iets van. Men zou de grond voor niets willen heb ben en dat kan toch zeker niet als de zaak op losse schroeven staat. Dhr. Tazelaar vraagt zich af wat er met de haven zal gaan gebeuren. Zover hij weet zal ze gedempt moeten worden en af- gedampt, zoals het er althans nu bij staat. Dat is nieuws voor de voorzitter. Wat de industriële vestiging betreft heeft dhr. Ta zelaar tegen betrokkene gezegd: kom maar eens kijken en zoek maar grond uit, dan kunnen we er over praten. Dhr. Bos vraagt voorts of het al bekend is, wanneer de nieuwe woningen klaar zijn (stenen huizen). De voorzitter meent dat het wat de hui zen betreft gauw genoeg voor elkaar zal zijn, maar de riolering nog niet. Dat wordt zeker wel September, dan moet materiaal- aanvoer niet veel tegenlopen. Weth. Moerland kan dit niet begrijpen. Als het bureau Herverkaveling buizen be stelt zijn ze er de andere dag reeds en de gemeente moet weken wachten. Dhr. Bos vraagt ook nog hoever het staat met de volkstuintjes en varkenshokken, al thans met de grond daarvoor. De voorzitter antwoordt dat dit nog vast zit in verband met de verkaveling. Omtrent huizenbouw zegt de voorzitter nog, dat men in Stavenisse nog wel juist op tijd binnen is, wanneer men bijvoorbeeld kijkt naar Schouwen, waar de aannemings som te hoog ligt om ze te gunnen. Men is het er over eens, dat men het met de we deropbouw nog niet zo slecht heeft getrof fen en dat het nog tamelijk vlot en niet al te kostbaar is verlopen tot op heden. Dhr. D. J. Moerland vraagt hoe het zit met de brandweer. Is er nog enige activi teit De voorzitter antwoordt dat er binnen kort een oefening wordt gehouden. Tot dus ver is dat opgehouden door het ontbreken van costuums en helmen. De pakken zijn er nu en de helmen worden binnenkort ver wacht. De voorzitter wil nog wel een brandblusapparaat gaan plaatsen bij de hou ten woningen. Hij geeft toe, dat het hoog tijd wordt, dat de brandweer gaat oefenen. Dhr. Hage vraagt nog hoeveel mensen gebruik maakten van de Spaarkas N. H. gemeenten. De voorzitter antwoordt dat dit nihil is, wat dhr. Hage plezier doet. Is het lidmaat schap daarvan nog nodig. De voorzitter zegt, dat men kan bedan ken, wanneer het geen zin meer heeft. De heer Tazelaar is van mening, dat het toch zijn nut heeft gedaan, ook al heeft er nie mand direct van geprofiteerd. Daarna gaat men over in besloten zitting. In het vorig nummer heeft men kunnen lezen, hoe tijdens één van de gemeenteraadsvergaderingen een noodkreet werd geslaakt met be trekking tot heersende en te ver wachten werkloosheid. Het lijkt ons toe, dat het geen loos alarm is geweest. Zeker, in onze omgeving zoals in ieder agrarisch gebied wordt gekampt met seizoenwerkloosheid. Dat is altijd zo geweest en daarin zal moei lijk verandering komen. Wanneer die seizoenwerkloosheid zich be perkt tot een paar wintermaanden en een paar zomerweken is dat niet het ergste, is het niet het onoverko- menlijke. Maar de duur wordt lan ger en de perioden groter, boven dien het aantal aanmerkelijk hoger. Aangetoond werd dat zelfs een ramp, noch een herverkaveling hierin grote veranderingen hebben gebracht en brengen. Slechts even was dit probleem op de achtergrond geschoven, maar de terugkeer doet het veel dreigender worden. Zeer moeilijk is het een stabiele werkgelegenheid te scheppen, wat naar onze mening slechts gevonden zou kunnen worden door industrie vestiging. De mogelijkheden en kansen daarvoor maken ons beslist niet optimistisch. Daartoe aan te wenden pogingen moeten nochtans worden toegejuicht. Vergroting van het grondareaal zou ongetwijfeld van betekenis zijn. Het past geheel in het bevolkingskader en het zou de werkgelegenheid, wanneer die grondwinst van enige betekenis kon zijn enigszins op peil kunnen houden. Maar ook niet meer dan dat. De trek uit ons eiland zou nog evengroot moeten zijn dan voor heen. Met andere woorden: voor bevolkingsgroei was er op ons eiland ook na die grondwinst geen plaats, geen werk. Gronduitbreiding is dus in de eerste plaats nodig om ongeveer op peil te kunnen blijven. Industrie daarentegen biedt meer dere mogelijkheden. Daarmee zou bevolkingsaanwas kunnen worden opgevangen. Dat blijkt uit sommige delen van ons land wel heel duide lijk. Wanneer men daar doorheen trekt en hier en daar met werkge vers praat, is het opvallend hoeveel bedrijven moeite hebben om vol doende personeel te krijgen al thans en dit verdient bijzondere aandacht althans voldoende ge schoolde krachten. Tal van onder nemingen hebben orders genoeg, maar komen handen tekort om ze uit te voeren. Algemeen is de klacht dat de arbeidskrachten, die zich aanbieden, onvoldoende geoefend zijn en meestal alleen maar bruik baar voor ongeschoolde arbeid of voor administr. bezigheden, waar aan niet veel behoefte is. De klacht over het dalende peil van de werk nemers wat hun technische presta ties betreft, is moeilijk te beoorde len. Altijd hebben ouderen ge meend, dat ,,de jeugd van tegen woordig" lang niet zo flink en zo ijverig is als vroeger. Dat zal wel een heel gewoon jeugdverschijnsel zijn en wij geloven dan ook dat de jongelui van vandaag, die nu vaak zo onverschillig schijnen, over tien of vijftien jaar een heel andere in druk zullen maken. Dan zullen zij inmiddels wel uit ervaring hebben geleerd om harder aan te pakken en minder luchtig over allerlei vraagstukken te denken. Anderzijds moeten wij ook in aanmerking ne men, dat ouderen met het klimmen van de jaren zwaartillender worden en critischer ten opzichte van de aankomende generatie en dat is re den genoeg om alle klachten over het dalende peil van het arbeids aanbod niet al te zwaarwichtig op te nemen. Niettemin is het duidelijk, dat vele bedrijven niet het personeel kunnen krijgen, dat zij nodig heb ben. Zo kreeg iemand bv. van het Gew. Arbeidsbureau zeven mensen toegestuurd voor de vervulling van twee vacatures. Twee verschenen niet, omdat zij inmiddels ander werk hadden gevonden. Drie bleken niet geschikt en een andere trok zich terug omdat hij kans had op ander, beter betaald werk. Alleen de ze vende werd tenslotte aangenomen, hoewel hij maar half aan de eisen van 't bedrijf voldeed. Dergelijke gevallen zijn er legio. Inzonderheid in de industriële centra. Het feit dat in de bouwbedrijven bijna officieel erkende zwarte lonen worden betaald, bewijst genoeg zaam hoe groot het tekort aan bouwarbeiders is en daar is dan bovendien nog het gevolg van dat uit andere beroepen arbeidskrachten naar het bouwbedrijf worden toege- zogen. Dit maakt de toestand nog moei lijker voor bedrijven, die met hun prijzen op de markt moeten concur reren en die dus geen zwarte lonen kunnen betalen. In de landbouw en aanverwante bedrijven is men bo vendien al heel slecht te spreken over de concurrentie die de D.U.W. (om de vroegere, maar nog steels gebruikte naam te handhaven) aan de normale werkgelegenheid aan doet. In sommige streken van ons land (bijv. Drente) verdienen zij in de D.U.W. meer dan bij de boeren met alle gevolgen van dien. Maar het merendeel van genoem de factoren geldt niet voor deze streek. Zeker, door de omstandigheden mogen er hier in het bouwbedrijf mensen tekort zijn, het lijkt ons slechts van tijdelijke aard. Van lan ger duur zal wel het tekort zijn aan vakmensen in het bouwbedrijf, maar ook in de andere ambachten. Door vestigingseisen, enz. doen weinig buitenstaanders meer de moeite om als knechtje in een smidse of bak kerij te gaan beginnen, zodat die bedrijven gedoemd zijn tot een manszaken van vader op zoon, in dien die mogelijkheid er is. In ons overbevolkt land wordt van arbeidsterokt gesproken. Maar dat is slechts waar voor bepaalde gedeelten van ons land. Wat men in Twente bijvoorbeeld al niet doet om z'n personeel te houden of dat aan te trekken, zou ons verwonderen. Daarom is er aan de ene kant een tekort, aan de andere kant een over schot. Onze streek kan dan ook als enig voordeel t.a.v. industriële vestiging aanbieden: arbeidskracht. Want grond en zélfs gebouwen kan men overal wel krijgen. Arbeidskracht is ons enig wapen. En dat wapen is nog enigszins ouderwets omdat we nog niet eens kunnen spreken van geschoolde arbeidskrachten. Voor het stichten van kleine industrie of nevenbedrij- ven van fabrikanten uit de grote industriële sector zullen door onze bevolking offers gebracht moeten worden, als het ooit zover kan ko men. Offers in de vorm van een .scholing elders, offers ook wanneer straks in St. Maartensdijk de am bachtsschool er staat en de mogelijk heid tot een goede opleiding. Die offers in de vorm van lesgeld en meer schooljaren zullen nodig zijn, wil aan een gedeelte van werkzoe kenden in de toekomst werk gebo den kunnen worden. Het zal gaan om geschoolde krachten, veelal in technisch opzicht en niet in de eerste plaats om een boekhouder of typiste. Het werkloosheidsvraagstuk voor onze omgeving blijft moeilijk op te lossen, maar men doe wat zijn hand in deze vindt om te doen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1954 | | pagina 1