WEEKBLQD VOOR HET EILAND THOLEN EK ST.FILIPSLAND
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Raadsverslag Stavenisse
COMMENTAAR
Premie voor closets en subsidie
voor de muziek*
Plan voor een brandweergarage
Termen in het weeroverzicht
Gebrek en Overschot
10e Jaargang No. 30
11 Juni 1954
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 4- incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
De openbare raadsvergadering te Sta
venisse op Vrijdag 31 Mei jl. werd door
alle leden bijgewoond. Na opening en
vaststelling der notulen werd geen be
zwaar gemaakt tegen een circulaire van
de Minister van Binnenl. Zaken inzake
een aanvullingsregeling van de rechtspo
sitie toekenning vacantie-uitkering, terwijl
aan mej. A. F. Duijnhouwer te Scherpe-
nisse eervol ontslag werd verleend als on
derwijzeres aan de openbare lag. school,
zulks in verband met haar benoeming aan
de Prins Mauritsschool te Delft.
Dhr. Bos vroeg nog of nu de echtge
note van onderwijzer van Bochum in
dienst zou komen, waarop de voorzitter
antwoordde, dat vanzelfsprekend eerst
normaal een oproep geplaatst zou worden.
Dhr. Hage vroeg zich af of het wel aan
te bevelen was eerstgenoemde deze be
trekking te geven.
De voorzitter erkende dat het niet aan
lokkelijk was, maar vreest dat er geen
keus zal overblijven. Men zal dit t.z.t.
wel bezien.
Goedgekeurd is verder het raadsbesluit
tot verhuur van volkstuintjes achter de
nieuwe woningen, het rioleringsplan van
de Koning Haakonstraat met bestrating en
met kennisgeving wordt het rapport van
kascontrole op de gem. kassen aangeno
men.
Waar blijkens een ministeriele beschik
king de mogelijkheid bestaat tot verkrij
ging van overheidssubsidie op het aan
brengen van closets ter vervanging van
het tonnenstelsel, wordt een dergelijke
aanvrage gedaan door C. Oosdijk, mej.
P. Dorst, Wed. J. Hendrikse, Wed. C.
v. d. Berg, H. C. de Graaf en W. Priem.
In genoemde ministeriele circulaire wor
den de totale verbouwingskosten op ƒ.300,-
gesteld. Het Rijk en de gemeente komt
hierin maximaal 50% tegemoet, waarvan
het Rijk voor haar rekening neemt en
er dus voor de gemeente nog 37,50 over
blijft. Maximaal wordt dus 150,- gesub
sidieerd. Voor de betrokkene blijft er nog
150,over, tenzij men zelf meer wilt
verbeteren.
Dhr. Hage vraagt wanneer deze verzoe
ken zijn binnengekomen. De voorzitter ant
woordt, dat dit juist was op de dag dat
vorige vergadering werd gehouden.
Dhr. Tazelaar wijst er op, dat men moge
lijk in verwikkeling zal komen met de nieu
we riolering. Het merendeel van deze aan
vragers zou dan immers (en veel voordeli
ger) op het rioleringsstelsel kunnen aanslui
ten. Is het niet beter tot zo lang te wachten
in het belang van aanvragers.
De voorzitter antwoordt dat die moge
lijkheid er inderdaad is. Daarom zou hij
het verzoek ook maar willen inwilligen voor
zover men buiten het nieuwe riolerings
stelsel zal vallen, bijvoorbeeld zoals dat
voor Oostdijk het geval is.
Men besluit het verzoek van dhr. Oost-
dijk toe te staan en dat van de anderen
in eigen belang aan te houden.
Meer formeel is het opnieuw aangaan
van een geldlening met de Boerenleenbank.
Twee jaar geleden werd 28.0.00,ge
leend, een bedrag dat in 1954 in totaal
moet worden afgelost, maar opnieuw kan
worden geleend. Wat de kasgeldlening voor
woningbouw aangaat, zal er nog een
128.000,overblijven. Men kan deze le
ning evenwel beter aanhouden, daar het
nieuwe riolerings- en bestratingsplan circa
208.000,zal vergen en het geld dus
nog wel nodig zal zijn.
De Muziekvereniging in „heropbouw"
verzoekt een jaarlijkse subsidie om lopende
middelen te hebben. Het verzoek is pas in
gekomen en weth. Hage zag liever dat het
eerst in B. en W. kwam. De andere leden
achten dit niet noodzakelijk.
Raadslid Hage vraagt of de vereniging
nog een rampschade-uitkering krijgt voor
het verlies aan instrumenten.
De voorzitter kan niet geloven, dat dit
veel zal betekenen.
Dhr. Tazelaar vindt dat men ze wel op
weg kan helpen door de bijdrage voor een
jaar te stellen. Om subsidie te geven moet
men eigenlijk wel meer gegevens hebben,
maar nu ze pas weer beginnen is dit nauwe
lijks mogelijk.
De voorzitter vraagt wat men denkt van
150,— per jaar, te geven voor 1954 om
het daarna opnieuw te bekijken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit
voorstel aangenomen.
Als mededeling verklaart de voorzitter
dat het dag. bestuur getracht heeft om het
stukje grond van Wed. J. Goedegebuure
aan te kopen achter de pastorie, maar dat
de eigenares hiertegen wel bezwaar heeft,
omdat het haar enig stukje grond is voor
verbouw van groenten en aardappelen. Men
zal nu maar opnieuw trachten om bij de
Herv. Kerkvoogdij wat los te krijgen.
Deze Kerkvoogdij heeft tegen aankoop
van al eerder besproken grond bezwaar
ingediend bij Ged. Staten. Het bezwaar,
aldus de voorzitter, heeft juridisch geen en
kele waarde, al heeft natuurlijk ieder het
recht tot zulk een bezwaarschrift. Wanneer
de Minister de Kerkvoogdij gelijk geeft,
staat ze sterk, maar ook wanneer dat niet
het geval is, kan ze weigeren de grond af
te staan. De voorzitter zegt dat het hem
bitter tegenvalt, deze houding van de Herv.
Kerkvoogdij. Het is de enige instantie die
tot dusverre tegenwerkt. De vraag is dan
ook straks of hieruit onteigening zal moe
ten voortvloeien. In het schrijven wat nog
Kunt U de weerpraatjes volgen?
(Van onze weerkundige medewerker)
Degenen, die vrijwel dagelijks de weer-
overzichten en 's avonds het weerpraatje
van het K.N.M.I. beluisteren, zullen over
het algemeen niet veel moeite meer hebben
met de verschillende termen, die zo tussen
neus en lippen door worden genoemd.
Het is mogelijk, dat men van enkele, wel
ke niet zo dikwijls voorkomen, geen kaas
genoeg heeft gegeten om zich te kunnen
voorstellen, wat hiermee wordt bedoeld.
Dat een depressie vaak een gebied is met
slecht weer waaruit regen valt en soms
stormwinden in voorkomen, weet zo lang
zamerhand een schoolkind al. Dat hoge-
drukgebieden (ook wel eens maxima ge
noemd) in de regel voor droog en mooi
weer zorgen met weinig wind, zal over het
algemeen ook wel bekend zijn.
Niet zelden wordt er gesproken van een
„rug van hogeluchtdruk". Wanneer men op
de weerkaarten een klein hogedrukgebied
ziet afgetekend tussen twee depressies in,
dan lijkt dit veel op een gebogen rug van
een kwade kat. Een rug van hogeluchtdruk
komt steeds voor tussen twee depressies in,
hetgeen in de practijk op een weersverbete-
ring neerkomt, die nog geen dag aanhoudt.
Af en toe wordt ook van een „storing" ge
sproken, die dikwijls hetzelfde is als een
nieuwe depressie. Storingen in het lucht-
drukveld bij krachtige winden tussen zuid
west en noordwest doen de buiïgheid tijde
lijk weer opleven. Wanneer men spreekt
van een „golfvormige storing", dan wil dit
zeggen, dat men op de weerkaarten in een
koufront een in ontwikkeling zijnde nieuwe
depressie ontdekt, die binnen 24 uur al tot
een vrij actieve depressie kan zijn aange
groeid. Op de weerkaarten zien wij dan een
golving in het front ontstaan, zodat men
dan van een „golfvormige storing" spreekt.
Wanneer een depressie is gepasseerd en
de regen is opgehouden, dan komt het dik
wijls voor, dat na enkele uren opnieuw
buien vallen en de wind weer opsteekt. Dit
is het gevolg van een z.g. „trog". Een trog
is een vernauwing tussen de isobaren ach
ter de depressie, die aanleiding geeft tot een
weersverslechtering, die meestal niet van
lange duur is. Na het passeren van de trog
draait dan de wind naar west of noordwest
en neemt de buiïgheid en ook de wind
weer af. Wanneer er een „warmtefront"
wordt verwacht, dan wil dat zeggen (de
naam zegt het al) dat wij in een luchtstro
ming komen te liggen, die enkele graden
warmer is dan de lucht waarin wij ons be
vinden.
Het overtrekken van een warmtefront
gaat meestal met een gelijkmatige regen of
motregen gepaard. Wordt een „koufront
aangekondigd, dan zullen wij in een lucht
stroom komen, die enige graden kouder is
dan waarin wij ons bevinden. De weersver-
schijnselen langs een koufront zijn dikwijls
heftiger. Er vallen enkele buien, de inten
siteit van de regen is groter en zodra het
front is gepasseerd, ruimt de wind van b.v.
zuidwest naar noordwest, waarna de zon
doorbreekt.
Voornamelijk bij een buiïg weertype
wordt er dikwijls over „onstabiele lucht'
gesproken. Dat wil zeggen dat de lucht in
de hogere luchtlagen veel kouder is dan in
de onderste lagen. De temperatuur daalt dus
als men zich naar boven beweegt. De hoge
stapelwolken kunen nog hoger schieten. Zij
komen daarbij in een steeds koudere om
geving, waardoor de waterdamp in de voch
tige, opstijgende lucht gaat condenseren en
als regen naar beneden komt. Wanneer er
van onstabiele lucht wordt gesproken, dan
wil dat zeggen, dat zich gemakkeliijk
buien kunnen ontwikkelen. „Randstoringen"
komen voor aan de rand van een om
vangrijke depressie, die haar beste dagen
heeft gehad en aan het aftakelen is. Deze
randstoringen kunnen zeer actief zijn en
brengen dikwijls veel regen en in de herfst
en winter soms een tweede storm, na een
tijdelijke afname van de wind. Wanneer
men al deze termen kan thuisbrengen, be
ginnen de weeroverzichten meer te leven,
daar men na enige tijd zelf al ongeveer kan
vaststellen wat het weer in de naaste toe
komst zal brengen zonder de eigenlijke ver
wachting te hebben gehoord.
(Nadruk verboden).
dezer dagen van genoemde Kerkvoogdij
binnenkwam wordt geen definitief antwoord
gegeven op het bekende verzoek.
De voorzitter herhaalt dat bovenstaande
voorshands niet meer dan een mededeling
inhoudt.
Hij zegt voorts dat de straatnaamborden
zijn gearriveerd en spoedig geplaatst wor
den. Met de huisnummering is men bezig.
Dit gaat per straat met aan de ene kant de
even, aan de overzijde de oneven getallen,
dus 1, 3, 5 en aan de andere kant 2, 4, 6 enz.
Ook de schuren worden genummerd en
met de open ruimten, waar mogelijk nog
gebouwd zal worden, moet eveneens reke
ning gehouden.
Met deze nummering is men circa op de
helft. Er is nog een straatje (pad) dat geen
naam heeft, wat voor de goede gang van
zaken nodig is, al staan er dan ook maar
drie huizen ergens tussen havenpad en
stoofdijk. Men zal het betitelen als Stoof-
pad.
Om het schilderwerk van de nieuwe hou
ten woningen wat uniform te houden, wordt
voorgesteld daartoe enige bepaling op te
nemen. Er zijn echter nog meer dingen te
bespreken, waarom dhr. Tazelaar adviseert
dat met betrokkenen zelf eens te behande
len, waarmee de anderen het eens zijn.
Voorgesteld wordt over te gaan tot aan
koop van een strookje grond in verband
met de aanleg riolering en bestrating in een
deel van de Prins Bernhardstraat. De eige
naren gaan er mee accoord, zodat ook de
raad hiertegen geen bezwaar heeft. Voor
1,per m2 zal men het overnemen.
Over punt 5: aankoop panden i.v.m. ont
sluiting bebouwde kom nabij de toren, zal
in besloten zitting worden gediscussieerd.
Dit o.a. ook in verband met de daar in te
noemen prijzen.
BOUW BRAFÏDWEERGARAGE
B. en W. vragen machtiging tot het op
maken van een plan voor de bouw van een
brandweergarage en op dat plan goed
keuring te vragen. Het ligt in de bedoeling
de garage te doen bouwen aan de toekom
stige Prins Bernhardstraat tussen de Oud-
Gereformeerde Kerk en de Molendijk.
Waar men voornemens is de gemeente
secretarie te verbouwen en daarbij een kluis
te maken is het nodig dat een andere ruimte
wordt gezocht voor opberging materiaal
voor de brandweer. Men had eerst gedacht
dit in de oude bewaarschool te kunnen doen,
maar dit moet volgens het Wederopbouw-
plan worden gesloopt. Overigens zou er
daar te weinig ruimte overblijven en een
moeilijke inrit. In de nieuwe brandweer
garage moet dan tevens de gemeentevracht
wagen ondergebracht kunnen worden. De
bouwkosten zouden buiten het gemeentelijk
budget gefinancierd moeten kunnen worden
De kosten worden geraamd op 15.000,
Dhr. Tazelaar vraagt wat men met de
voormalige kleuterschool gaat doen.
De voorzitter antwoordt: slopen en de
straat daar verbreden.
Dhr. Tazelaar vraagt wat er daar na
egalisatie nog over zal zijn vanaf het huis
van Lemson. Weth. Moerland meent van
niet veel, hoogstens 1/3.
De heer Tazelaar had namelijk gedacht
aan die plaats voor een eventuele muziek
tent in de toekomst.
De voorzitter vindt het geen beste plaats,
maar dit kan men altijd nog eens bekijken.
Dhr. Tazelaar vraagt ook of het stukje
gemeentegrond naast bakker Westdorp in
de Julianastraat niet geschikt is om daar de
branweergarage te zetten.
De voorzitter wijst er op, dat dit in ge
bruik is en dat men met het voorstel van
b. en w. (de grond bij de Oud Geref. Kerk)
niemand ontrieft.
Verkoop die gemeentegrond dan maar in
de Julianastraat oppert Tazelaar, maar daar
voelt de voorzitter weinig voor.
Dhr. Hage vraagt in dit verband nog hoe
die vrachtwagen hier is gekomen.
De voorzitter antwoordt dat ze na de
ramp in gebruik werd genomen en enkele
dagen na de 1ste Februari weer had weg-
gemoeten, maar men ze niet kon missen en
de wagen toen noodwendig aangekocht.
Men hoopt van het rampschadebureau een
bedrag terug te krijgen. Het zou in elk
geval zonde zijn deze wagen, die men goed
kan gebruiken, weg te doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aan
het dag. bestuur machtiging verleend tot
het doen opmaken van een plan voor de
bouw van een brandweergarage als hier-
voren genoemd.
De Ambachtsheerlijkheid Stavenisse heeft
de gemeente aangeboden de bermweg in
eigendom over te nemen voor de prijs van
1.in totaal en de daarnaast gelegen
gedempte sloot van 0.30 per m2.
B. en W. menen dat het gewenst is de
bermweg over te nemen, maar in aankoop
van de gedempte sloot zien zij geen alge
meen belang.
Dhr. Hage vraagt zich af, wat de Am
bachtsheerlijkheid bezielt, dat ze zomaar
iets gaat weggeven 1,voor een berm
weg is weggeven). Overigens keuren de le
den het goed om deze bermweg aan te ko
pen.
RONDVRAAG
Dhr. Bos wijst er op, hoe men tijdens de
gehouden Volkshogeschooldag te St. Maar
tensdijk kon horen, dat kleine industrie wel
als noodzakelijk geacht moet worden. Nu
is er een persoon, die in dit opzicht voor
Stavenisse geïnteresseerd schijnt te zijn. Is
Onderstaand bericht was met vele
andere reeds tijdig binnen voor het
nummer van vorige week, maar kon
met die vele andere ook niet meer
worden opgenomen wegens plaatsge
brek. Inmiddels is er al zoveel tijd ver
streken, dat opgave per omgaande ge
wenst is. Mej. Paling zal die opgaven
dus graag voor 15 Juni binnen hebben.
Neem dus direct een besluit.
VACANTIEKAMP
VOOR DE JEUGD
Voor jonge mensen van 1419 jaar
uit de door de ramp getroffen gemeen
ten op het eiland Tholen bestaat de
gelegenheid dit jaar aan een zomer-
kampweek van 'n jeugdorganisatie deel
te nemen.
De kosten hiervan worden voor de
jeugd van Stavenisse geheel vergoed
tot een max. van 35,terwijl de
kosten voor deelnemers uit de andere
door de ramp getroffen plaatsen voor
de helft in rekening kunnen worden
gebracht.
Bijvoorbeeld: wanneer deze kosten,
reiskosten inbegrepen 35,bedra
gen, wordt ten hoogste 17.50 ver
goed.
Men kan zich hiervoor opgeven,
persoonlijk of in verenigingsverband
bij de sociaal werkster, mej. A. Paling,
Barak Bos te Stavenisse. Formulieren
voor deelname worden dan toegezon
den
Naast de opgave voor de kampweek
van de lagere schooljeugd, die via de
schoolhoofden geschiedt, bestaat nog
de gelegenheid voor kinderen van 8-14
jaar uit het rampgebied 3 weken va-
cantie bij particulieren door te brengen
tegen een vergoeding van 5,per
kind. Reiskosten moeten zelf worden
betaald.
Opgave hiervoor zo spoedig moge
lijk, eveneens bij me). A. Paling, Sta
venisse, waarna formulier ter invulling
wordt vertrekt.
het niet aan te bevelen dat men hiertoe
grond en andere faciliteiten beschikbaar
stelt.
De voorzitter is het reeds bekend, wie
deze gegadigde is en hij vraagt of men dit
als een serieus geval mag beschouwen. Het
schijnt te lopen over een te stichten beton-
fabriekje. Maar wanneer er werkelijk een
serieuze reflectant is, die zegt dat hij zich
wil vestigen, wanneer de gemeente grond
geeft, dan wil de voorzitter met plezier
meewerken.
Weth. Moerland weet er ook iets van.
Men zou de grond voor niets willen heb
ben en dat kan toch zeker niet als de zaak
op losse schroeven staat.
Dhr. Tazelaar vraagt zich af wat er met
de haven zal gaan gebeuren. Zover hij
weet zal ze gedempt moeten worden en af-
gedampt, zoals het er althans nu bij staat.
Dat is nieuws voor de voorzitter. Wat de
industriële vestiging betreft heeft dhr. Ta
zelaar tegen betrokkene gezegd: kom maar
eens kijken en zoek maar grond uit, dan
kunnen we er over praten.
Dhr. Bos vraagt voorts of het al bekend
is, wanneer de nieuwe woningen klaar zijn
(stenen huizen).
De voorzitter meent dat het wat de hui
zen betreft gauw genoeg voor elkaar zal
zijn, maar de riolering nog niet. Dat wordt
zeker wel September, dan moet materiaal-
aanvoer niet veel tegenlopen.
Weth. Moerland kan dit niet begrijpen.
Als het bureau Herverkaveling buizen be
stelt zijn ze er de andere dag reeds en de
gemeente moet weken wachten.
Dhr. Bos vraagt ook nog hoever het staat
met de volkstuintjes en varkenshokken, al
thans met de grond daarvoor.
De voorzitter antwoordt dat dit nog vast
zit in verband met de verkaveling.
Omtrent huizenbouw zegt de voorzitter
nog, dat men in Stavenisse nog wel juist op
tijd binnen is, wanneer men bijvoorbeeld
kijkt naar Schouwen, waar de aannemings
som te hoog ligt om ze te gunnen. Men is
het er over eens, dat men het met de we
deropbouw nog niet zo slecht heeft getrof
fen en dat het nog tamelijk vlot en niet al
te kostbaar is verlopen tot op heden.
Dhr. D. J. Moerland vraagt hoe het zit
met de brandweer. Is er nog enige activi
teit
De voorzitter antwoordt dat er binnen
kort een oefening wordt gehouden. Tot dus
ver is dat opgehouden door het ontbreken
van costuums en helmen. De pakken zijn
er nu en de helmen worden binnenkort ver
wacht. De voorzitter wil nog wel een
brandblusapparaat gaan plaatsen bij de hou
ten woningen. Hij geeft toe, dat het hoog
tijd wordt, dat de brandweer gaat oefenen.
Dhr. Hage vraagt nog hoeveel mensen
gebruik maakten van de Spaarkas N. H.
gemeenten.
De voorzitter antwoordt dat dit nihil is,
wat dhr. Hage plezier doet. Is het lidmaat
schap daarvan nog nodig.
De voorzitter zegt, dat men kan bedan
ken, wanneer het geen zin meer heeft. De
heer Tazelaar is van mening, dat het toch
zijn nut heeft gedaan, ook al heeft er nie
mand direct van geprofiteerd.
Daarna gaat men over in besloten zitting.
In het vorig nummer heeft men
kunnen lezen, hoe tijdens één van
de gemeenteraadsvergaderingen een
noodkreet werd geslaakt met be
trekking tot heersende en te ver
wachten werkloosheid.
Het lijkt ons toe, dat het geen
loos alarm is geweest. Zeker, in
onze omgeving zoals in ieder
agrarisch gebied wordt gekampt
met seizoenwerkloosheid. Dat is
altijd zo geweest en daarin zal moei
lijk verandering komen. Wanneer
die seizoenwerkloosheid zich be
perkt tot een paar wintermaanden
en een paar zomerweken is dat niet
het ergste, is het niet het onoverko-
menlijke. Maar de duur wordt lan
ger en de perioden groter, boven
dien het aantal aanmerkelijk hoger.
Aangetoond werd dat zelfs een
ramp, noch een herverkaveling
hierin grote veranderingen hebben
gebracht en brengen. Slechts even
was dit probleem op de achtergrond
geschoven, maar de terugkeer doet
het veel dreigender worden.
Zeer moeilijk is het een stabiele
werkgelegenheid te scheppen, wat
naar onze mening slechts gevonden
zou kunnen worden door industrie
vestiging. De mogelijkheden en
kansen daarvoor maken ons beslist
niet optimistisch. Daartoe aan te
wenden pogingen moeten nochtans
worden toegejuicht. Vergroting van
het grondareaal zou ongetwijfeld
van betekenis zijn. Het past geheel
in het bevolkingskader en het zou
de werkgelegenheid, wanneer die
grondwinst van enige betekenis kon
zijn enigszins op peil kunnen
houden. Maar ook niet meer dan
dat. De trek uit ons eiland zou nog
evengroot moeten zijn dan voor
heen. Met andere woorden: voor
bevolkingsgroei was er op ons
eiland ook na die grondwinst geen
plaats, geen werk.
Gronduitbreiding is dus in de
eerste plaats nodig om ongeveer op
peil te kunnen blijven.
Industrie daarentegen biedt meer
dere mogelijkheden. Daarmee zou
bevolkingsaanwas kunnen worden
opgevangen. Dat blijkt uit sommige
delen van ons land wel heel duide
lijk.
Wanneer men daar doorheen
trekt en hier en daar met werkge
vers praat, is het opvallend hoeveel
bedrijven moeite hebben om vol
doende personeel te krijgen al
thans en dit verdient bijzondere
aandacht althans voldoende ge
schoolde krachten. Tal van onder
nemingen hebben orders genoeg,
maar komen handen tekort om ze
uit te voeren. Algemeen is de klacht
dat de arbeidskrachten, die zich
aanbieden, onvoldoende geoefend
zijn en meestal alleen maar bruik
baar voor ongeschoolde arbeid of
voor administr. bezigheden, waar
aan niet veel behoefte is. De klacht
over het dalende peil van de werk
nemers wat hun technische presta
ties betreft, is moeilijk te beoorde
len. Altijd hebben ouderen ge
meend, dat ,,de jeugd van tegen
woordig" lang niet zo flink en zo
ijverig is als vroeger. Dat zal wel
een heel gewoon jeugdverschijnsel
zijn en wij geloven dan ook dat de
jongelui van vandaag, die nu vaak
zo onverschillig schijnen, over tien
of vijftien jaar een heel andere in
druk zullen maken. Dan zullen zij
inmiddels wel uit ervaring hebben
geleerd om harder aan te pakken
en minder luchtig over allerlei
vraagstukken te denken. Anderzijds
moeten wij ook in aanmerking ne
men, dat ouderen met het klimmen
van de jaren zwaartillender worden
en critischer ten opzichte van de
aankomende generatie en dat is re
den genoeg om alle klachten over
het dalende peil van het arbeids
aanbod niet al te zwaarwichtig op
te nemen.
Niettemin is het duidelijk, dat
vele bedrijven niet het personeel
kunnen krijgen, dat zij nodig heb
ben. Zo kreeg iemand bv. van het
Gew. Arbeidsbureau zeven mensen
toegestuurd voor de vervulling van
twee vacatures. Twee verschenen
niet, omdat zij inmiddels ander werk
hadden gevonden. Drie bleken niet
geschikt en een andere trok zich
terug omdat hij kans had op ander,
beter betaald werk. Alleen de ze
vende werd tenslotte aangenomen,
hoewel hij maar half aan de eisen
van 't bedrijf voldeed. Dergelijke
gevallen zijn er legio. Inzonderheid
in de industriële centra.
Het feit dat in de bouwbedrijven
bijna officieel erkende zwarte lonen
worden betaald, bewijst genoeg
zaam hoe groot het tekort aan
bouwarbeiders is en daar is dan
bovendien nog het gevolg van dat
uit andere beroepen arbeidskrachten
naar het bouwbedrijf worden toege-
zogen.
Dit maakt de toestand nog moei
lijker voor bedrijven, die met hun
prijzen op de markt moeten concur
reren en die dus geen zwarte lonen
kunnen betalen. In de landbouw en
aanverwante bedrijven is men bo
vendien al heel slecht te spreken
over de concurrentie die de D.U.W.
(om de vroegere, maar nog steels
gebruikte naam te handhaven) aan
de normale werkgelegenheid aan
doet. In sommige streken van ons
land (bijv. Drente) verdienen zij in
de D.U.W. meer dan bij de boeren
met alle gevolgen van dien.
Maar het merendeel van genoem
de factoren geldt niet voor deze
streek.
Zeker, door de omstandigheden
mogen er hier in het bouwbedrijf
mensen tekort zijn, het lijkt ons
slechts van tijdelijke aard. Van lan
ger duur zal wel het tekort zijn aan
vakmensen in het bouwbedrijf, maar
ook in de andere ambachten. Door
vestigingseisen, enz. doen weinig
buitenstaanders meer de moeite om
als knechtje in een smidse of bak
kerij te gaan beginnen, zodat die
bedrijven gedoemd zijn tot een
manszaken van vader op zoon, in
dien die mogelijkheid er is.
In ons overbevolkt land wordt
van arbeidsterokt gesproken. Maar
dat is slechts waar voor bepaalde
gedeelten van ons land. Wat men in
Twente bijvoorbeeld al niet doet om
z'n personeel te houden of dat aan
te trekken, zou ons verwonderen.
Daarom is er aan de ene kant een
tekort, aan de andere kant een over
schot.
Onze streek kan dan ook als enig
voordeel t.a.v. industriële vestiging
aanbieden: arbeidskracht. Want
grond en zélfs gebouwen kan men
overal wel krijgen. Arbeidskracht is
ons enig wapen.
En dat wapen is nog enigszins
ouderwets omdat we nog niet eens
kunnen spreken van geschoolde
arbeidskrachten. Voor het stichten
van kleine industrie of nevenbedrij-
ven van fabrikanten uit de grote
industriële sector zullen door onze
bevolking offers gebracht moeten
worden, als het ooit zover kan ko
men. Offers in de vorm van een
.scholing elders, offers ook wanneer
straks in St. Maartensdijk de am
bachtsschool er staat en de mogelijk
heid tot een goede opleiding. Die
offers in de vorm van lesgeld en
meer schooljaren zullen nodig zijn,
wil aan een gedeelte van werkzoe
kenden in de toekomst werk gebo
den kunnen worden. Het zal gaan
om geschoolde krachten, veelal in
technisch opzicht en niet in de eerste
plaats om een boekhouder of typiste.
Het werkloosheidsvraagstuk voor
onze omgeving blijft moeilijk op te
lossen, maar men doe wat zijn hand
in deze vindt om te doen.