WEEKBLAD VOOR NET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLOND
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
MINISTER CALS
Het Parlementair Overzicht
Plaatselijk nieuws
COMMENTAAR
en Staatssecretaris DE WAAL bezochten
nè Schouwen-Duiveiand, ook St. Filipsland
Directe Europese verkiezingen
in het vooruitzicht
STEMMEN VAN LEZERS
ZONDAGSDIENST ARTSEN
THOLEN
10e Jaargang No. 26
14 Mei 1954
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Min_'num ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00. elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 uur in Tholen aangenomen
of moeten daar binnen zijn
Vrijdag 7 Mei besloot de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, mr.
J. M. L. Th. Cals, vergezeld van de Staats
secretaris mej. dr. A. de Waal, zijn twee
daagse trip door het rampgebied met een
bezoek aan de scholen (in aanbouw) te St.
Filipsland om daarna in het gemeentehuis
zijn bevindingen aan de pers mee te delen
en op gestelde vragen daarover te antwoor
den.
Het was voor het eerst dat deze minister
het rampgebied bezocht en Zijn Excellentie
moest erkennen, dat hoeveel hij er ook al
van gezien en over gehoord had, de werke
lijkheid ook nu nog erger was, dan hij zich
had voorgesteld.
Vele ministers brachten reeds kort na de
ramp een bezoek aan dit gebied. Voor zijn
Departement kwamen de zorgen echter eerst
toen de eerste nood overal was opgelost.
Waar hij met de beschikbare tijd het ge
hele rampgebied niet wenste door te vlie
gen, was het zeer verklaarbaar dat de Mi
nister zich voornamelijk tot Schouwen-Dui
veiand beperkte, omdat ieder het wel met
ons zal eens zijn, dat juist daar nog alles
te vinden is wat maar aan de ramp kan
herinneren.
In die verschillende noodgemeenten als
Nieuwerkerk, Ouwerkerk, Oosterland. Sir-
jansland, Dreischor, Noordgouwe, Zonne-
maire, Serooskerke, Zierikzee, enz. werden
de problemen door gemeentebestuurders en
onderwijzend personeel aan hem voorge
legd. Onderwerpen, die varieerden van sub
sidie voor aanschaf van muziekinstrumen
ten tot steun aan jeugdwerk en huishoude
lijke voorlichting. Maar het meest werd toch
geaccentueerd de moeilijkheden in het nood-
gebied met betrekking tot schoolruimte en
onderwijskrachten.
Is misschien het laatste niet de kern van
hèt probleem Zeker, ook in de rest van
Nederland, maar toch inzonderheid op het
platteland en bovenal in de rampgebieden.
Men hoopt daar nu van harte dat de mi
nister meer kan doen, dan diep respect heb
ben voor de onderwijskrachten, die zoals
hun collega's de gelegenheid hebben in de
best geclasseerde gemeenten, in de meest
moderne scholen een betrekking te vinden,
maar hun werk, dag in dag uit, blijven
verrichten in noodgebouwtjes en in zand
woestijnen, in het rampgebied. Het is ge
wenst, zo verklaarde mr. Cals zelf, dat we
wat meer denken aan wat hier gepresteerd
wordt.
Maar wat is hier aan te doen Op deze
vraag kon Zijne Excellentie nog weinig ant
woorden.
Nou ja, daar is de mogelijkheid misschien
om de ramptoelage te verlengen, maar met
de Minister zijn we het eens, dat men zelfs
om een 10% hogere salariëring niet in het
rampgebied zou blijven.
Wat deze ramptoelage betreft voegde de
Commissaris, jhr. mr. A. F. C. de Casem-
broot, die de Minister mede vergezelde, er
nog aan toe, dat Ged. Staten zich ter zake
bij het College van Rijksbemiddelaars had
den gerefereerd. Vandaar dat als gevolg
van het advies van dit college in vele
rampgemeenten al sinds maanden geen
ramptoelage meer wordt uitgekeerd en in
trekking hiervan ook voor Schouwen na
derbij komt. Het schijnt echter dat de Heide
Maatschappij en de Grond Mij nog wel een
ramptoelage op Schouwen mogen uitkeren.
Indien dit met toestemming is van de
Rijksbemiddelaars zou men er ook voor het
onderwijs nog iets aan kunnen doen.
Een belangrijke mededeling voor de
schoolbesturen betrof nog de teldatum voor
het aantal leerlingen, beslissend voor het
aantal leerkrachten. In het rampgebied zal
voor 1954 en voor zover nodig ook in 1955
de laatste teldatum voor de ramp: 15 Jan.
1953 worden aangehouden.
Ook was de Minister geschrokken van de
cijfers van eerste levensbehoeften in de
dorpen van het rampgebied. Prijzen, die bo
ven het landsgemiddelde liggen. Wellicht
dat deze ervaring van belang zal zijn bij
het bepalen van de ramptoelage-verlenging
en van de gemeenteclassificatie.
Behalve St. Filipsland zijn onze gemeen
ten er goed afgekomen voor wat beschadi
ging aan de scholen betreft. Slechts in
eerstgenoemde gemeente zullen nieuwe scho
len gebouwd worden (waarmee reeds een
aanvang werd gemaakt) en in Stavenisse
is de o.l.-school hersteld. De Minister hoop
te dat men bij het begin van de cursus
1955-'56 op Schouwen-Duiveiand, waar
heel wat nieuwe scholen moeten komen
(Scharendijke, Ellemeet, Kerkwerve, Oos
terland, Sirjansland, Dreischor, Noordgou
we, Ouwerkerk en 2 in Nieuwerkerk, enz.)
al een heel eind gevorderd zou zijn.
Natuurlijk komen deze aanvragen boven
aan de urgentielijst. Dit behoeft echter geen
vertraging te betekenen van reeds toegeken
de en goedgekeurde aanvragen als die van
de lag. school te Scherpenisse en de Am
bachtsschool te St. Maartensdijk.
Omdat er (helaas) nog geen wettelijke
regeling is voor het Kleuteronderwijs werd
de voor het onderwijs ontvangen gift spe
ciaal daarvoor bestemd. Hierdoor komt er
o.m. in Stavenisse een nieuwe kleuterschool.
Aspecten van Monumentenzorg, jeugd
werk, natuurbescherming, huishoudelijke
voorlichting, recreatiemogelijkheden en al
die dingen, die ook onder dit Ministerie
thuis hoorden, kwamen bij dit bezoek even
eens ter sprake. Een bezoek dat weliswaar
voornamelijk Schouwen betrof, maar toch
voor het gehele rampgebied van belang kan
zijn voor wat het onderwijs, enz. betreft.
Een bezoek dat niet alleen maar grondig
was voorbereid, maar ook grondig werd
uitgevoerd, zo verklaarde aan het einde van
de persconferentie te St. Filipsland de Com
missaris der Koningin, een bezoek waardoor
de Minister met. elk probleem op zijn ter
rein werd geconfronteerd. De Commissaris
was hiervoor dankbaar en prees voorts de
ijver, waarmee de nieuwe Inspecteur L.O.
mr. Wolff zich in de korte periode na zijn
benoeming in Zeeland had ingewerkt.
Burgemeester de Jonge hoopte tenslotte
dat het bezoek ook voor zijn gemeente,
wat het onderwijs en de scholenbouw be
trof, vruchten zou mogen afwerpen. Die
vruchten zouden tegelijk als antwoord kun
nen dienen op de vraag, die minister Cals
bij zijn bezoek aan de eerste school in het
rampgebied tegenkwam, de vraag: „Wat
kom je hier doen Nee, die vraag was
niet precies aan de Minister gericht, maar
kwam voor in het dictee, dat de leerlingen
daar juist aan het opschrijven waren. De
Minister was evenwel voorzichtig genoeg
om te antwoorden: „Zorgen, dat de proble
men, waarmee hier bij het onderwijs wordt
gekampt, spoedig worden opgelost." Dat
is minder eenvoudig en toch... daar gaat
het juist om.
De ministers Beyen en Luns heb
ben het debat over de begroting van
Buitenlandse Zaken besloten met
enkele interessante mededelingen.
Beiden waren zojuist terugge
keerd van een buitenlandse reis.
Minister Beyen had de vergaderin
gen van de Nato en de O.E.E.C.
bijgewoond, terwijl zijn ambtgenoot
tonder Portefeuille de conferentie te
Genève voor deze vergadering
noest onderbreken. Daardoor was
bij in staat zijn -persoonlijke indruk
ken over deze belangrijke bijeen
komst weer te geven. Volgens zijn
méning bevindt de conferentie van
Genève zich in een gevaarlijk sta
dium. Enerzijds is het noodzakelijk
dat er krachtig weerstand wordt
geboden aan het communistische
gevaar, terwijl anderzijds de kan
sen niet bedorven mogen worden om
de landen in Azië zich achter het
Westen te laten scharen. Deze
overwegingen lijken met elkaar in
strijd. Het gevaar bestaat aldus
Minister Luns dat Amerika te
veel naar de Aziatische landen kijkt.
De spanningen die hierbij optreden,
kunnen een terugslag hebben op de
grondslag van de samenwerking
van de gehele Westelijke wereld.
Als die grondslag in gevaar komt,
wordt ook het Nederlandse belang
geraakt, aldus de bewindsman, die
Indo-China daarom één der gevaar
lijke raakvlakken met de communis
tische wereld noemde. Voor het
eerst na de oorlog treedt het Wes
ten niet als een gesloten groep op.
Directe verkiezingen
Minister Beyeen had een nieuwtje
uit Parijs meegenomen. De Regerin
gen van de zes Schumanlanden
(Benelux, Duitsland, Frankrijk en
Italië) zijn namelijk overeengeko
men om directe verkiezingen te hou
den voor het K.S.G.- en E.D.G.-
Parlement zodra dit laatste verdrag
door de Franse en Italiaanse Parle
menten is aanvaard. Beide gemeen
schappen zullen één controlerend
orgaan hebben. Volgens het KSG-
verdrag staat het de deelnemende
landen vrij hoe zij hun vertegen
woordigers naar dit Europese Par
lement van Kolen en Staal afvaar
digen. De landelijke parlementen
mogen aanwijzen, maar directe ver
kiezingen zijn stellig niet uitgeslo
ten. Tot nu toe heeft geen enkel
land van deze mogelijkheid gebruik
gemaakt. Waarom dit besluit van
de zes Regeringen Het antwoord
is niet moeilijk. Zij hopen dat daar
door de Franse socialisten het E.D.-
G.-verdrag zullen steunen. Deze
staan op het standpunt dat door
rechtstreekse verkiezingen de demo
cratische controle op de Europese
Regeringen beter tot haar recht zal
komen. Of dit geheel juist is, valt te
betwijfelen. Want niet de wijze
waarop het Europese Parlement
wordt gekozen is doorslaggevend
voor de democratische controle,
maar de bevoegdheid die dat Parle
ment heeft. Maar goed, in ieder
geval wordt aan deze democratische
controle gewerkt. Als er nu een
Europese (politieke) Gemeenschap
komt, dan zal deze niet alleen maar
een overkoepeling kunnen zijn van
de K.S.G. en E.D.G. de Neder
landse Regering ziet zo'n overkoe
peling als een lege huls maar
deze nieuwe gemeenschap zal dan
werkelijke inhoud krijgen.
Gesprek met Indonesië
Minister Luns heeft nog uitvoerig
gesproken over onze betrekkingen
met Indonesië. Na het verbieden
van ons volkslied, na de schending
van vele overeenkomsten, na de
Christen-vervolging op Celebes, 'n
bewijs dat de Regering daar geen
gezag heeft, kon hij moeilijk nog
waarderende woorden vinden voor
het beleid van de Indonesische Re
gering. Verscheidene Kamerleden
vonden het niet waardig om met dit
'and te gaan onderhandelen. Maar
de Regering is daartoe op dit ogen
blik nog wel bereid, zo zeide de Mi
nister, want niet confereren zal de
stemming waarlijk niet verbeteren.
Maar hij verzekerde, dat het op
deze conferentie aan duidelijke taal
niet zal ontbreken. In ieder geval is
aan Indonesië duidelijk gemaakt dat
er over de status van Nieuw-Gui-
nea niet te praten valt.
De Nederlandse ambassadeur in
Duitsland heeft opdracht gekregen
het geval Faber in Bonn te bespre
ken. Minister Luns was hoogst ver
baasd, dat deze misdadiger, die
moorden op zijn geweten heeft, nog
deeds de bescherming van de Duit
se Regering geniet wegens zijn ver
diensten aan Hitiers rijk bewezen.
Zo althans kan men in het vonnis
van de Duitse rechtbank lezen, die
deze oorlogsmisdadiger als Duitser
heeft gekenmerkt, waardoor hij niet
aan ons land uitgeleverd behoeft te
worden.
Hondsdolheid
De Tweede Kamer is verleden
week telegrafisch bijeen geroepen
om enkele wetsontwerpen ter be
strijding van de hondsdolheid aan
te nemen. Daar was haast mee,
want deze gevaarlijke ziekte is onze
Oostgrens genaderd. De twee ont
werpen van Minister Mansholt
werden vrij spoedig aanvaard. Toen
voorzitter Gerbrandy de laatste ha-
mertik had gegeven en Minister
Mansholt had gefeliciteerd met het
aannemen van het ontwerp, zeide
hij: ,,het zal niet aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal liggen
wanneer er een Nederlander door
een Duitse dolle hond wordt aebe-
L
ten.
De Eerste Kamer begaf zich deze
week in kalmer vaarwater. Ook zij
behandelde in een recordtempo de
hondsdolheidwetten. En verder gin
gen de Senatoren accoord met de
instelling van een raad voor de
jeugdvorming, werd de maaswijdte
der zeevisnetten opnieuw vastge
steld en kreeg Minister v. d. Kieft
de machtiging om binnekort zilve
ren guldens in te voeren. Als deze
proef lukt, zullèn zilveren rijks
daalders spoedig volgen. Men zal
er weer even aan moeten wennen
om een beurs vol zilver mee te sjou
wen, inplaats van het gemakkelijke
papieren geld. Maar belangrijker is
dat de invoering van de zilveren
munten het bewijs vormt dat ons
geldwezen weer gezond geworden
is. Nog geruime tijd heeft de Eerste
Kamer gesproken over haar eigen
verblijfskostenvergoeding. Deze be
droeg tot nu toe 30,— per dag.
Zij is nu verhoogd tot resp. 40,—
en 50,per dag. Dit is afhanke
lijk van de afstand tussen de woon
plaats en het Binnenhof. Voorzitter
Jonkman krijgt nu 100,per ver
gadering. Verscheidene Kamerle
den zagen dit als zijnde in
strijd met de grondwet, die alleen
maar van verblijfkostenvergoeding
spreekt. Maar met 30,— komt
men best toe. Het opvoeren van dit
bedrag zou dus in strijd zijn met de
prondwet. Maar de meerderheid
van de Kamer voelde niets voor dit
argument. In het verleden heeft men
nimmer zo geredeneerd en het ge
volg zou zijn, dat men met declara
ties moet gaan werken. Bovendien
is deze vergoeding zo gering, dat
men niet kan spreken van een ver-
qoeding voor het vele werk, dat
anze senatoren moeten verrichten.
Met 2842 stemmen kreeg Minis
ter Beel zijn zin. Tot de tegenstan
ders behoorden de v.v.d. en c.p.n.-
fractie, enkele a.r., k.v.p. en Prof
Gerretson (c.h.). Dinsdag a.s. zal
de Eerste Kamer de belangrijke
nieuwe Roode Kruisverdragen be
handelen.
(Nadruk verboden).
Tholen, 8 Mei 1954.
Geachte Redactie,
Met grote belangstelling las ik het com
mentaar van een onderwijsdeskundige over
het Lager Onderwijs en de Hoofdvakken in
het deze week verschenen nummer van dit
blad.
Hoewel ik dit betoog in vele opzichten
kan onderschrijven en waarderen, zou ik
het toch niet graag in zijn geheel voor mijn
rekening willen nemen.
Met verbazing heb ik b.v. gelezen dat in
de eerste klasse van de U.L.O.-scholen het
vak Gonio- en Trigonometrie gedoceerd
wordt. Hoe komt onderwijsdeskundige
daarbij
De opsomming van 20 vakken voor klas
se I van de U.L.O.-scholen is ook overigens
nog wel aanvechtbaar.
Zo noemt onderwijsdeskundige als aparte
vakken o.a. Plantkunde, Dierkunde, Mens
kunde. Als regel worden deze vakken sa
mengevat onder de verzamelnaam „Biolo
gie", voor welk vak gewoonlijk slechts
1 lesuur per week wordt uitgetrokken.
Voorts gaat het m.i. te ver om Declama
tie als een apart vak te vermelden. Het
zal op het overgrote deel van de U.L.O.-
scholen wel een onderdeel zijn van het vak
Nederlands.
Met Meetkunde en Algemene Geschiede
nis wordt op vele U.L.O.-scholen pas in de
tweede klasse begonnen.
Daarentegen worden Algebra en Handels-
rekenen veelal reeds in klasse I onderwe
zen.
Het vak Algebra mis ik trouwens geheel
in de opsomming van onderwijsdeskundige.
Onderwijsdeskundige generaliseert verder
m.l. te veel in zijn critiek op het Lager
Onderwijs.
Mijn persoonlijke ervaring, opgedaan in
verschillende plattelandsstreken van Neder
land, is dat op een groot aantal plattelands-
scholen nog altijd een behoorlijke basis voor
Ned. Taal en Rekenen gelegd wordt en dat
de adviezen van de hoofden van scholen
betreffende het al of niet geschikt zijn van
leerlingen om het U.L.O.-onderwijs te vol
gen, doorgaans wel betrouwbaar zijn.
Met onderwijsdeskundige ben ik het ech
ter volkomen eens dat op de Lagere School
aan Ned. Taal en Rekenen eigenlijk nooit
genoeg tijd besteed kan worden.
U, Redactie, dankend voor de verleende
plaatsruimte, teken ik met de meeste hoog
achting
J. Zwagerman,
Hoofd v. d. U.L.O.-School te Tholen
WEERWOORD VAN
„ONDERWIJSDESKUNDIGE"
Aan mijn geachte collega te Tholen heb
ik een prospectus van een der Nederlandse
Ulo-scholen doen toekomen. Hij zal dan aan
de hand van het daarin vervatte lesrooster
zelf kunnen constateren ,dat althans op de
betrokken school:
a. Gonio- en Trigonometrie wèl in de
le klasse wordt gedoceerd. Ik kan
trouwens meer scholen voor Ulo op
noemen, waar dit het geval is.
b. De opsomming van 20 vakken voor
klasse I niet aanvechtbaar is; er zijn
er daar zelfs 26 I
c. Plantkunde, Dierkunde en Menskunde
aldaar wel degelijk als afzonderlijke
vakken worden gedoceerd. Trouwens
op tal van Ulo-scholen heeft men het
vak „Biologie" als sedert enige jaren
gesplitst.
d. Declamatie er een afzonderlijk vak is.
En waarom ook niet Het is voor de
A-richting een zeer belangrijk vak.
e. Meetkunde en Algemene Geschiedenis
in klasse I worden gedoceerd. Het
spijt me voor mijn geachte collega,
maar dit is op de meeste Ulo-scholen
het geval. Ik blijf dus in dit opzicht
met hem van mening verschillen.
f. Inderdaad. Algebra wordt ook hier in
klas I gedoceerd. Ik heb dit vak ook
in mijn artikel opgesomd. Het moet er
dus tijdens het zetten van de copy
uitgevallen zijn. Handelsrekenen daar
entegen wordt op vele scholen eerst
in klas II als vak op het rooster ge
plaatst. (Vandaar ook, dat gewoon
rekenen in klas II reeds vervalt).
Ten slotte nog een paar woorden over de
hoofdvakken op de lagere school. Misschien
zijn de resultaten in Tholen en omgeving
gunstiger dan in andere delen des lands.
Zoveel te beter. Ik heb trouwens meer ver
nomen, dat de leerstof op de Lagere Scho
len in Zeeland beter is dan elders. Doch
wat dunkt mijn geachte collega van de vol
gende feiten Ik noem er een paar uit de
mij ter beschikking staande gevallen.
1. Gp een lagere school in Gelderland
werd een onderwijzer uit Friesland be
noemd. De betrokkene was zo oer-Fries.
dat hij de Nederlandse taal zelf niet eens
behoorlijk kon spreken. Hoe kan men van
een dergelijke kracht verwachten, dat hij
de onder zijn hoede staande leerlingen be
hoorlijk Nederlands leert
2. Een hoofd van een lagere school in
Overijssel kreeg een sollicitatiebrief van een
22-jarige onderwijzeres. Het betrof een va
cature voor de eerste klasse. Het schrift
was erbarmelijk, met balpunt-pen geschre
ven en de sollicitante deelde mede, dat ze
„onmiddellijk kon kome". Ondertekening.
„Met vele achting". De achting was weder
zijds. Maar ze werd niet benoemd.
3. Een leerling van de 4e klasse lagere
school kwam over uit een stad naar een
plattelandsdorp in de prov. Utrecht. Na
twee weken in de 4e klasse vertoefd te
hebben, ging hij over naar de 5e, want hij
was al verder dan de 5e klassers van deze
dorpsschool. Na 4J4 maand ging hij als
nummer één van zijn klas over naar de 6e.
Twee dagen later werd hij tien jaar Dit
is nu in Juli een jaar geleden. Maar hij zal
niet mee kunnen doen aan het toelatingsexa
men voor de U.L.O., omdat hij niet „de
6 klassen van de lagere school heeft door
lopen". Althans niet volgens de letter van
de L.O.-wet. Men doet thans pogingen om
voor deze, overigens begaafde leerling dis
pensatie te krijgen.
Zo zou ik nog wel enkele tientallen ge
vallen kunnen aanroeren. Doch ik laat het
hierbij. Gaarne neem ik aan, dat in Zee
land de resultaten bevredigend zijn. Maar in
andere provincies van ons land zijn ze dik
wijls zeer bedroevend. En daarom schreef
ik dit artikel. Het gaat ten slotte om de
toekomst van onze jeugd, waarvoor wij, U
en ik, geachte collega, de verantwoording
dragen. En als we ons deze verantwoording
bewust zijn, mogen we niet zwijgen, als er
gesproken dient te worden.
Onderwijsdeskundige.
Voor de gemeenten Tholen, Oud-Vosse-
meer en Poortvliet hebben Zondag 16 Mei
1954 dienst:
Dr. L. D. A. Looijsen te Tholen, tel. 49:
Dr. R. C. Renes, Oud-Vossemeer, tel. 19.
HOOGWATER
In de week van 16 tot en met 22 Mei
1954.
Zondag vm 2.25 nm 14.46 uur
Maandag vm 3.05 nm 15.23 uur
Dinsdag vm 3.40 nm 16.00 uur
Woensdag vm 4.15 nm 16.33 uur
Donderdag vm 4.50 nm 17.07 uur
Vrijdag vm 5.27 nm 17.46 uur
Zaterdag vm 6.05 nm 18.27 uur
Maandag 17 Mei Volle Maan te 10.47 uur.
Laatste Kwartier te 2.49 uur.
BEKENDMAKING
Burgemeester en Wethouders van Tho
len maken bekend, dat gedurende drie
maanden op de secretarie der gemeente,
voor een ieder ter lezing is nedergelegd en
ti gen betaling der kosten algemeen ver
krijgbaar is gesteld, de bij raadsbesluit d.d.
2 November 1953 vastgestelde
GOED OF HELEMAAL NIET
De voorgenomen wettelijke regeling van
het cadeaustelsel brengt nogal wat tongen
in beroering en doet nogal wat stof op
waaien. Men schijnt niet alleen in bedrijfs-
kringen, maar ook van publieke zijde er
grote belangstelling voor te hebben.
Het is voor ons een vraag of deze kwestie
wel in goede banen kan worden geregeld.
Wat het cadeau geven betreft is men zo
goed als aan de vooroorlogse toestand toe.
Nu schijnt men echter verschijnselen te wil
len regelen, waarvan de oorzaken practisch
niet te regelen zijn. Dit betekent dus, dat
men zich wel bemoeit met de gevolgen,
maar niet met de oorzaken van de omstan
digheden, die tot het cadeaustelsel aanleiding
hebben gegeven. Het is immers zo dat
zijn de omstandigheden dat elke fabrikant
of winkelier probeert zoveel mogelijk te ver
kopen en dat hij daarvoor elk middel ge
bruikt dat hem nuttig lijkt. Men kan hierbij
zeker over de vraag twisten of het cadeau
middel in feite nut voor hem afwerpt, omdat
z'n concurrent of collega in deze natuurlijk
ook niet achterblijft en zo gaat dat maar
door. Er zijn ook vele andere middelen en
het geven van grotere of kleinere geschen
ken is daarbij slechts een van de vele. Het
;s maar wat men verstaat onder een
„cadeau".
De ene winkelier geeft kortingen, een
andere fabrikant spreekt van dividend, een
derde geeft zegels, een vierde gratis een
reisje, een vijfde albumplaatjes, een zesde
prentenboeken en ga zo maar door, de
prijsvragen hierbij niet te vergeten.
Thans wil de overheid blijkens het
wetsontwerp regeling cadeaustelsel alleen
het geven van cadeaux toestaan, wanneer
het geschenk verband houdt met het ver
kochte artikel. Bij aankoop van thee dus een
theelepeltje cadeau, bij aankoop van haver
mout een bon voor een paplepel. Een das
bij aankoop van een costuum, enz.
Het lijkt ons maar een zeer matige be
perking van het cadeaustelsel. Toegegeven,
wanneer men alles verbiedt komt de in feite
toch noodzakelijke concurrentie en daarmee
dan in feite ook de vrije economie ernstig
in gevaar.
Maar wanneer men aan de andere kant
een regeling als hierboven genoemd zal wil
len doorvoeren, zullen dikwijls netelige
kwesties ontstaan of een bepaald cadeau
al of niet toelaatbaar mag worden geacht.
Daarnaast bestaat het gevaar van verdere
branche-vervaging, omdat men er artikelen
bij gaat verkopen, opdat men ze ook als
een geschenk bij een ander artikel zal mogen
geven.
Er zullen weliswaar beperkende bepalin
gen komen, maar er zullen evenveel mazen
in zo'n wettelijke regeling worden gevonden.
Daarom moeten we zeer betwijfelen of
een bevredigende regeling voor het cadeau
stelsel te vinden zal zijn, al zal iedere mid
denstander en ook een gezond denkende
buitenstaander moeten toegeven, dat de
huidige ontwikkeling ook aanleiding geeft
tot excessen.
Wanneer een stelsel als het cadeau geven
wordt geregeld, dan volgt daar onvermijde
lijk een hele serie andere regelingen op.
Geen cadeaux, goed dan een verlaagde prijs.
Nee, we durven op een eventueel komen
de regeling van het cadeaustelsel nog geen
tenten, laat staan huizen te bouwen.
Laat men in zijn ijver om bij zaken als
deze in te grijpen bedenken, dat een vol
maakt menselijke samenleving niet bestaat.
We zien er een gevaar in, als in de
winkelsluitingswet. Er kwam een nieuwe,
maar ondanks enkele mutaties vergeleken bij
de oude, is het toch maar een wassen neus.
Plaatselijke ontheffingsmogelijkheden zijn er
bijkans niet, maar wel laat men toe, zoals
het vroeger was, een verschil in zomer- en
wintersluiting op het platteland.
Regeling van het cadeaustelsel. We zien
er maar twee mogelijkheden voor: radicaal
afschaffing tot en met kortingen en zegels
toe of helemaal maar niet ingrijpen, omdat
een tussenweg in feite geen verandering ten
goede zal brengen.
Verordening op de heffing en invorde
ring van havengelden in de gemeente
Tholen,
qoedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 12
April 1954, No. 50.
Tholen, 10 Mei 1954.
Burgemeester en Wethouders voor
noemd,
Ir. DIBBITS KOMT SPREKEN
Op Maandag 27 Mei a.s. zal er te Tho
len in hotel Zeeland een vergadering wor
den gehouden van de A. R. gemeenten- en
provinciebestuurders. Hier zal dan het
hoofd van het Technisch Bureau der Do
meinen te 's-Gravenhage, ir. H. A. M. C.
Dibbits, een causerie houden over 't Delta-
en Drie-eilandenplan. Verder zal de ver
gadering ontvangen worden door de ge
meentebesturen van Tholen en Stavenisse.
Te Tholen zal o.a. een bezoek worden ge
bracht aan de Grote Kerk en te Stavenisse
aan de woningbouw en zo mogelijk aan de
begraafplaats der rampslachtoffers aldaar.
55 JAAR
In alle stilte herdacht Dinsdag 11 Mei jl.
het echtpaar J. C. Schot-de Witte het feit,
dat ze voor 55 jaar in het huwelijk werden
verbonden. Alsnog gefeliciteerd.