Puistjes
teRuq in öe moöóep
D.DJ).
De 50 Woningen verdeeld
IVOROL: Behoud Uwer tanden!
Raadsverslag STAVEN1SSE
Debat rond de Kolentoeslag
Over Volkstuintjes, een Proces en
gepasseerde Ambachtslieden
Bij de te Stavenisse gehouden
openbare raadsvergadering op Vrij
dag 30 Oct. jl. was de heer van
't Veer met kennisgeving afwezig.
Na opening en vaststelling der
notulen werd mededeling gedaan
van enkele binnengekomen goed
gekeurde raadsbesluiten, zoals ver
koop van 2 perceeltjes grond, va-
cantietoeslag voor de ambtenaren,
verpachting grond, verhoging pacht
prijs, wijziging ambtenarenregle
ment, afstand grond door Potappel
en Klippel.
Voorts van de Minister van Bin
nenlandse Zaken de mededeling dat
er bij Koning Haakon van Noor
wegen geen bezwaar was een straat
in Stavenisse naar hem te vernoe
men; dan een mededeling van het
Prov. Bestuur dat er in de verbete
ring weg Stavenisse-St. Annaland
voor zover het een gedeelte Oude-
landse dijk betreft geen verandering
komt en voor Stavenisse dus het
oorspronkelijke plan zal worden
uitgevoerd.
Het rapport van het verificatie
bureau is ook binnen. Hierbij komt
de post ter sprake die moest worden
betaald voor het wnd. ontvanger
schap.
De heer Tazelaar wijst er op, dat
de voorzitter destijds heeft gezegd,
dat dit ambt door een gemeente
ambtenaar gratis zou worden waar
genomen, maar om het onbillijke
hiervan weg te nemen t.z.t. een
voorstel aan de Raad zou worden
gedaan. Dat is beloofd.
De voorzitter kan zich dat niet
herinneren. Het is na te gaan en
dan komt men er wel op terug.
Een bericht van de Minister van
Binnenl. Zaken dat candidaatstelling
voor 3 November a.s. moet geschie
den, waarna de gemeenteraadsver
kiezing dan op 16 December a.s.
kan worden gehouden.
Daarna wordt de heer J. C.
Gabriëlse, ambtenaar ter secretarie
te Middelburg, die hier tijdelijk
werkzaam is, benoemd tot onbezol
digd ambtenaar van de burgerlijke
stand.
Tegen een wijziging in de veror
dening verdeling werkzaamheden
ambtenaren van de burgerlijke stand
is evenmin bezwaar.
Verdeling woningwetwoningen.
Het dag. bestuur stelt voor de
50 woningwetwoningen te verdelen.
Zoals bekend, aldus de voorzitter
zijn er van deze 50 woningen 30
middelmatige en 20 kleinere. Er zijn
36 aanvragen voor een middelmatige
en 11 voor een kleinere woning.
Van de gegadigden zullen er dus 6
genoegen moeten nemen met een
kleinere. Er is een lijst opgemaakt
door B. W„ door welk college
thans wordt voorgesteld volgens
deze ter inzage gelegen lijst te gaan
verdelen, c.q. toe te wijzen.
De heer Hage vraagt of het de
bedoeling is deze nieuwe woningen
toch eerst toe te wijzen aan degenen
wier huizen zijn verwoest.
De voorzitter antwoordt beves
tigend. Het gaat hier trouwens in
zonderheid om hen, die tevoren een
eigen huis hadden, wat verwoest is
en (nog) niet om huurwoningen.
De heer Tazelaar vraagt of be
woners van vervoeste huurwonin
gen toch voorgaan boven woning
zoekenden, die tevoren geen woning
hadden. Ook hierop antwoordt de
voorzitter bevestigend. Er zijn voor
deze 50 woningen, die men kan ver
delen thans 47 aanvragen, allen
eigenaars van vml. woningen, dus
geen bewoners van huurwoningen.
Dat betekent dat er dus 3 overblij
ven. Hiervan zou het dag. bestuur
er 2 willen bestemmen voor de ge
meente, waarna er nog 1 overblijft
voor de niet zo grote categorie van
mensen, die vroeger hier een huur
huis hadden en nu nog elders zijn
geëvacueerd.
Uitvoerig wordt over een en
ander van gedachten gewisseld.
Weth. v. d. Slikke wijst er op,
dat er niet meer dan 125 woningen
gebouwd kunnen worden, daar men
dan aan het normaal bouwvoluwe
zou toezijn (125 zijn er verwoest),
Er zijn 34 gezinnen die de ramp niet
hebben overleefd, zodat men nadat
de 125 zijn gebouwd 34 woningen
meer beschikbaar heeft dan 1 Febr.,
al is men dan nog maar aan een
zelfde aantal woningen dan op die
datum, maar er zijn minder inwo
ners. Dit dan theoretisch bekeken.
De voorzitter merkt op, dat men
de huurders die nog elders verblij
ven niet zo kan laten zitten, zodra
er voor hen mogelijkheid tot een
woning in Stavenisse bestaat.
De heer Tazelaar adviseert
degenen die willen trouwen te pro
beren om een bouwplicht te kopen.
De voorzitter zegt dat de cate
gorie die nog een huurwoning zoekt
niet zo erg groot is, daar er al ver
schillende eigenaren in deze lijst
zitten, die een woning voor een
huurder bestemmen. Toch zal men
trachten ook de nog wachtende
huurders te helpen.
De heer Tazelaar hoopt dat het
dan zonder uitzondering zal gebeu
ren.
De voorzitter antwoordt dat dit
niet altijd meevalt, omdat er zich
nogal eens veranderingen voordoen
door dat sommigen al zijn geholpen,
anderen weer niet meer terugkeren,
enz.
B. en W. hadden ook met een
plannetje willen komen om een rijks
woning te bouwen op grond achter
de pastorie, maar de Kerkvoogdij
heeft daarin nog niet toegestemd.
De heer Hage vraagt hoe men de
verdeling der woningen heeft toe
gepast.
De voorzitter antwoordt dat men
de gegadigden 3 wenswoningen
heeft laten noemen. Wat mogelijk
was werd toegewezen, wanneer er
maar 1 gegadigde voor was; ande
ren moesten loten. Het viel wel mee.
Men gaat accoord dat dhr. Klip-
pel die zijn grond beschikbaar stelde
voor het bouwplan weer op dezelfde
hoek kan bouwen.
Met de verdeling, zoals door het
dag. bestuur voorgesteld, gaat men
overigens accoord.
De straatbelasting zoals deze
voorheen al liep, wordt opnieuw
vastgesteld.
De heer Tazelaar vraagt of er
geen mogelijkheid is van deze be
lasting af te stappen.
De voorzitter zou dat zeker graag
doen als het mogelijk was, maar nu
is het toch beter daaraan niet te
beginnen.
Weth. v. d. Slikke vindt het ook
beter eerst te weten hoe men er nu
eigenlijk financieel bijstaat en dat
is voorshands nog moeilijk precies
na te gaan. De vernieuwde straat-
belastingsverordening wordt daarna
z.h.st. goedgekeurd.
Voorgesteld wordt daarna een
verhoogde subsidie voor de kleuter
school, voornamelijk verband hou
dend met de salariëring van het
personeel. De jaarwedde voor
iemand met akte A zou dan ver
hoogd worden tot 1600.— per
jaar, voor iemand met A en B van
1600,tot 20QP,Komt er een
zonder akte dan geldt de huidige
salariëring. Niemand_ is er tegen.
Geen bezwaar is er ook tegen de
verpachting land van wijlen M. J.
v. Oeveren aan zijn beide zoons. De
heer Hage accentueert dit besluit
door er de nadruk op te leggen dat
dit zeker op z'n plaats is.
Punt 10 van de agenda is bespre
king aankoop woning Voorstraat
A 57. De voorzitter vraagt of men
dit niet beter in besloten zitting kan
bespreken in verband met de cijfers.
De raadsleden hebben de stukken
ingezien, dus achten dit overbodig,
daar de voorzitter het cijfer niet be
hoeft te noemen, daar men dit zelf
wel weet. De voorzitter verduidelijkt
deze zaak door er op te wijzen, dat
dhr. K. Koetsdijk alhier door zijn be
noeming te Oudenbosch met ingang
van 1 Jan. a.s. vertrekt, dat destijds
Weth. v. d. Slikke: Dat kan men
slechts veronderstellen.
De voorzitter vindt dat men zich
daaraan niet moet laten kennen.
Moet de tegemoetkoming groter zijn.
goed, vindt men dit te veel, ook
goed.
Weth. v. d. Slikke: We kunnen in
het antwoord best onder de aan
dacht brengen, dat de raad daar zelf
wel competent voor is.
De heer Hage vindt het zo'n aan
merkelijk verschil, dat hij zich af
vraagt of de aanvragers er wel van
doordrongen zijn, dat het door de
gemeente in de vorm van belasting
moet worden terugbetaald. Hij is er
ook voor dat zoiets uit de Raad
moet voortkomen, zoals bijv. dhr.
van 't Veer dat vorige jaren deed.
Nu zeggen die lui: dat hebben wij
toch maar geflikt.
De voorzitter vindt dat er nu
meer reclame mee wordt gemaakt
dan nodig was.
Dat vindt weth. v. d. Slikke ook,
maar de heer Tazelaar zegt het
anders. Wanneer deze brief niet
zijn woning door de gemeente aan
hem is verkocht onder voorwaarde
dat bij vertrek de gemeente weer
voorkeur had voor terugkoop. B. en
W. en de raadsleden hebben het
bedrag gezien, waarvoor de heer
Koetsdijk zijn pand de gemeente
aanbiedt en vinden het veel te hoog
om daarop in te gaan. Dit kan de
gemeente niet rendabel maken. De
Raad zegt hiermee niet dat er te
veel wordt gevraagd, daar het de
heer Koetsdijk door verbouwing,
enz. wel meer heeft gekost dan dit
bedrag, maar voor de gemeente is
het toch niet geschikt. De eigenaar
is thans dus geheel vrij het pand
publiek te verkopen.
Naar aanleiding van een des
betreffend verzoek door betrokkene
stellen B. en W. voor aan de heer
Koetsdijk eervol ontslag te ver
lenen als onderwijzer aan de o.l.
school alhier. Allen voor.
De heer de Vos vindt het voor
verschillende jongens jammer, maar
tegenhouden gaat niet.
Dat was niet nodig geweest
Er is een schrijven ingekomen van
de Algemene Landarbeiders bond
afd. Stavenisse, waarin wordt ver
zocht degenen die van de noodwet
Drees ondersteuning krijgen ook
nog toeslag te geven van gemeente
wege gedurende de wintermaanden
van 4.50 per week. De voorzitter
heeft uitgerekend dat dit de ge
meente 3000.— zou kosten. Het
standpunt van B. en W. is dat er in
de winter, wanneer die mensen dure
kolen moeten kopen, inderdaad
moeilijkheden zijn, maar vinden het
gevraagde toch te veel. Daarom
wordt voorgesteld per geval 16.
te geven, berekend naar 2 mud
anthraciet.
De heer Tazelaar denkt er heel
anders over. Hij wil dit schrijven
zonder meer voor kennisgeving aan
nemen. De Raad is competent ge
noeg om daarover zelf te beslissen
en zelf een voorstel te doen. Dat is
ook altijd gebeurd, zoals vorige
jaren. Leg die brief dus geheel ter
zijde.
De voorzitter antwoordt, dat ieder
het recht heeft een verzoek te doen,
al hoeft men er niet altijd op in te
gaan.
Zo is het, zegt dhr. Tazelaar en
dan hier ook niet op in gaan.
Weth. v. d. Slikke meent dat men
dit niet maar klakkeloos naast zich
moet neerleggen. Deze bond is van
gedachte dat de vorige jaren ge
geven toelage te gering is, dus komt
met het verzoek meer te doen en dat
houdt een belangrijke verhoging in.
was gekomen, had men er ook niets
over behoeven te zeggen. De men
sen weten niet wat ze vragen.
De heer Tazelaar: het is een
reclamestunt, anders niet.
De voorzitter neemt ook aan, dat
zonder dit verzoek wel gepraat zou
zijn over deze toeslag.
De heer Tazelaar zegt er niet
tegen te zijn iets te geven en kan
dan met het door B. en W. voor
gestelde bedrag ook wel accoord
gaan. Maar is het misschien niet
beter kolen te geven. De anderen
zijn het daar niet mee eens. Geef
een bedrag aan geld. Het was ook
niet de bedoeling anthraciet te ver
strekken, maar het is slechts als
voorbeeld uitgerekend.
De heer Hage heeft er wel be
zwaar tegen, dat men nog niet goed
weet aan wie dit wordt uitgereikt.
Er zijn wel Drees-trekkers die nog
behoorlijk eigendommen hebben.
De voorzitter meent dat dit niet
zo veel zal zijn.
Weth. v. d. Slikke vindt dat men
hierop niet mag ingaan.
Dhr. Hage zou het toch niet gek
vinden ieder geval apart te behan
delen. Er zijn er wel die nog boer
derijtjes hebben met 10 gemeten
land en toch van Drees. De kinde
ren kunnen dan straks de erfenis
verdelen, maar de man krijgt nu van
onze belastingcenten uitgekeerd.
Moeten we die nu ook nog kolen
geven
Weth. v. d. Slikke: Hoe moeten
we dat gaan uitzoeken Dat kan
eenvoudig niet.
Daarom ga ik met die hele Drees-
wet niet accoord antwoordt de heer
Hage.
Weth. v. d. Slikke: Dan zouden
we een andere norm moeten nemen.
De heer Tazelaar zal niet tegen
stemmen, omdat hij er dan ook de
genen mee dupeert die het werke
lijk nodig hebben.
Weth. v. d. Slikke: Provocateurs
staan hier voor eigen rekening.
Daarna wordt het voorstel van het
Dag. Bestuur z.h.st. aangenomen,
waarbij dus per geval 16.— wordt
uitgekeerd. Dit onder voorwaarde
dat men aan de A.N.L.B. kenbaar
zal maken, dat er toch wel een toe
lage zou zijn verstrekt.
Voorgesteld wordt daarna de
aan- en verkoop van enkele per
ceeltjes grond. Zo bijvoorbeeld een
stukje waar voorheen de heer Mol
heeft gewoond en van wijlen dhr.
Leenhouts. De heer Mol vraagt dan
wat grond naast z'n tegenwoordige
woning en bovendien schadever
goeding voor te vroege verwijdering
van z'n loods tot een bedrag van
500. Naast z'n tegenwoordige
woning heeft hij dan 30 m2 nodig
voor het bouwen van een garage.
Dhr. Krijger bouwt daarnaast ook
een garage voor welke grond hij
weer andere (bij de vml. armen
huizen) in ruil aan de gemeente
biedt. De voorzitter zegt dat door
deze transacties een heleboel moei
lijkheden worden voorkomen.
Wat dhr. Krijger dan meer wil
hebben zal ook wat meer kosten
voor het bouwrijp maken, daar hij
er nog 4 woningen bij zal bouwen.
Allen zijn voor deze aan- en ver
koop van grond.
De heer J. J. van 't Hof, wonende
Annavosdijk B41 vraagt voor wo
ningverbetering een premie. Het
dag. bestuur stelt voor hiermee
accoord te gaan met inachtneming
van de bepaalde voorwaarden. Ook
de heer C. Priem vraagt zo'n premie
wat de gemeente 360.zal kosten
Eerst wordt het geval van 't Hof
besproken.
Dhr. Hage vraagt of adressant
z'n financiële positie kenbaar heeft
gemaakt.
De voorzitter antwoordt ontken
nend.
De heer Hage wenst er dan niet
aan mee te werken, omdat het zijns
inziens niet op de weg licht van de
gemeente bij te dragen aan iemand
die het zelf wel 3x zonder bezwaar
kan doen en het nu voor rekening
van de belastingbetalers probeert.
Waar moet dat heen. Hij zal er
nooit voor stemmen.
Er wordt dan maar direct ge
stemd. Alle raadsleden verklaren
zich tegen, behalve beide wethou
ders.
Daarna het geval C. Priem aan
de Stoofdijk. Opnieuw stellen b. en
w. voor de premie te verlenen.
De heer Hage zegt er terstond
voor te zijn, omdat deze man in
buitengewone omstandigheden ver
keert en helpen hier zijns inziens
geboden is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
dit verzoek ingewilligd.
en de huid geneest.
GENEESMIDDEL TEGEN
HUIDAANDOENINGEN
Zuiver en ontsmet uw
huid met de helder
vloeibare D.D.D. De
jeuk bedaart.de ziekte
kiemen worden gedood
Procederen
De heer J. C. Krijger te Goes had
in deze gemeente woningen staan,
die na de ramp gesloopt moesten
worden. Waar de heer Krijger daar
niet voor voelde, heeft de gemeente
het gedaan. De kosten daarvan,
groot 600.weigert de heer
Krijger te betalen. Moet de gemeente
nu procederen, vraagt de voorzitter.
Dhr, Hage vraagt of het niet
meer onderling te regelen is. Is het
zeker dat het werd afgebroken van
wege het gevaar voor het publiek.
De voorzitter: volgens het college
van b. en w. en deskundige wel. De
heer Kloppenburg was destijds op
zichter.
Dan is dat de man, die het zal
moeten verdedigen, zegt de heer
Hage.
De voorzitter merkt nog op, dat
het bedrag door Ged. Staten is
goedgekeurd.
Dhr. Hage verklaart toch erg
bang te zijn om met advocaten te
beginnen, al weet hij ook niet hoe
de centen anders binnen te krijgen.
Weth. v. d. Slikke meent dat de
gemeentezaak er goed voor staat,
tenzij de deskundige van de heer
Krijger kan bewijzen dat het gevaar
er niet was en hoe zal dat na af
braak mogelijk zijn.
De voorzitter vindt toch dat men
zo maar geen 600,— cadeau kan
geven.
De afbraakspullen zijn netjes op
een hoop gelegd, het bedrag is niet
te veel en de huizen leverden gevaar
op en waren onherstelbaar.
Dhr. Hage: Is het nog op bijzon
dere wijze onderstut.
De voorzitter: Er zijn palen
onder gezet.
Weth. v. d. Slikke: Het gaat niet
alleen om de schadepost, maar over
toepassing van het recht. Het was
door Bouw- en Woningtoezicht af
gekeurd en werd niet tijdig afge
broken, dus moest het gemeente
bestuur regelend optreden.
De heer Tazelaar wil het dan
maar op B. en W. verhalen als de
gemeente het zou verliezen, maar
die vlieger zal niet opgaan, want de
voorzitter kan zich niet herinneren
dat er zoiets ergens is bepaald.
Weth. v. d. Slikke vindt dan ook
dat de Raad zich achter het dag.
bestuur moet stellen wanneer die
iets uitvoert op advies van een des
kundige. Besloten wordt te proce
deren om het verschuldigde bedrag
binnen te krijgen.
Een stukje grond op de haven,
waar de woning van Wesdorp heeft
gestaan wenst de Waterstaat over
te nemen om het te bestraten. Men
zal het voor 1.50 per m2 verkopen,
waarmee dhr. Wesdorp accoord
gaat.
De heer de Voogd, wachtmeester
der Rijkspolitie vraagt een stuk
grond te mogen huren in de nabij
heid van zijn woning. Het is onge
veer 50X25 meter.
De heer Tazelaar vraagt of er
toch geen varkenshokken moeten
komen.
De voorzitter antwoordt: zeker
niet daar.
De heer Tazelaar vraagt of het
niet vereeld kan worden voor volks
tuintjes.
De voorzitter denkt dat er wel
een 5 tal kunnen worden aangelegd.
De heer Tazelaar zegt dat het bij
hem hier zeker niet tegen de per
soon van de aanvrager gaat, maar
het lijkt hem toch beter dat hiervan
5 gezinnen profiteren.
Weth. v. d. Slikke voelt wel voor
de mening van Tazelaar. En de
anderen stemmen hiermee ook in.
Liefhebbers dus voor, die een volks
tuintje willen, maar men mag er
geen varkenshokken op plaatsen en
men moet niet reeds elders tuin
grond hebben. Men kan het vanaf
1 Januari in gebruik nemen, geldend
voor 1 jaar en tegen de prijs van
0.05 per m2.
Rondvraag
De heer Potappel ziet de gaten in
de Molendijk waar de huizen zijn
weggeslagen als zeer gevaarlijk.
Kan dat niet spoedig veranderen.
De heer Tazelaar antwoordt dat
er een brief is gekomen van Ged.
Staten aan het Waterschap om deze
kwestie spoedig op te lossen. Het
gaat er over wie het zal moeten be
talen, de mensen of het Waterschap
Dhr. de Vos vestigt de aandacht
op de rioleringsputten, die hopeloos
vol zitten, vooral achter de kerk.
Die zullen leeggemaakt worden.
De heer de Vos vraagt ook of de
reinigingsdienst (ophaaldienst) ver
plicht is wekelijks een heel stel do
zen op te laden, waar bijkans een
uur mee zoekgebracht wordt.
Dat is te gek, vindt de voorzitter.
Men zal hierop attent zijn.
De heer de Vos vraagt of ook de
puinopruiming al geregeld is, daar
dit toch door de gemeente was
overgenomen.
De voorzitter zegt dat het ver
moedelijk door de Ballast Mij zal
gebeuren.
De heer de Vos vindt dat de hui
zenbouw (de stenen woningen)
slecht opschiet.
De voorzitter antwoordt dat het
personeeltekort hieraan schuldig is,
door
HENK VAN HEESWIJK
naar een motief van L. K. v. d. Linden
30
„Zo is het toch altijd, Nol. Haar leven heeft een
groot doel gehad. Ze had in haar eentje een taak te
vervullen en die heeft ze voltooid. Je bent geen kind
meer, Nol. Je kunt nu op eigen benen staan. En... ik
ben er nu toch ook? Je hebt mij toch? Ik zal proberen
een beetje te vergoeden, wat je in je moeder verloren
hebt, jongen..."
Hij streek haar even over de wangen. „Je bent een
schat, Noor..."
Later op de morgen kwamen de buren. De beneden
buurvrouw had voor alles gezorgd en de tafels keurig
gedekt. Ze schonk koffie en toen om twaalf uur de
dominee kwam, zwegen allen.
Vrouw van Veen was niet dikwijls in de kerk ge
weest. Maar dominee de Vries wist veel van haar
leven. In een neerslachtige bui had ze hem eens opge
zocht en haar hart uitgestort. En wat ze nooit geweten
had, was, dat dominee de Vries persoonlijk eens naar
Streefkerk was gereisd en daar de ouders van Elsje
van Veen opgezocht. Maar ook hij was onverrichter
zake teruggekomen. De oude boer bleek onvermurw
baar. Dit had hij zijn gemeentelid nooit verteld; het
zou haar maar nieuw verdriet gedaan hebben.
Behalve de buren en Nora waren er verder geen
gasten. Nol stelde de mensen voor en toen hij eindelijk
bij Nora kwam, aarzelde hij. „Dit is Nora Mansink uit
Papendrecht, dominee, eh..."
Het meisje vulde onmiddellijk de leemte aan, omdat
ze Nol's aarzelen begreep. „Ik ben de aanstaande
vrouw van Nol, dominee," zei ze met vaste stem.
„O, juist ja. Ik wist niet, dat je al zo ver was, Van
Veen."
Nol, dankbaar voor het redden' van de situatie, ant
woordde: „Och, ik ben nog in dienst, dominee, daarom
hebben we het niet aan de grote klok gehangen."
„Natuurlijk, dat begrijp ik. Heel verstandig overi
gens."
Na de rouwdienst, die op de eenvoudige achterbuurt
mensen een diepe indruk maakte, werd de tocht naar
het kerkhof aanvaard. Tot het laatste ogenblik had Nol
nog een stille hoop, dat althans de broer of de zuster
van zijn moeder zou komen. Maar in de twee volgrijtui-
gen gingen alleen maar Nol, Nora, de predikant en de
naaste buren. Na een korte toespraak op het graf dankt
Nol met enkele woorden, die hij er met moeite uit
bracht. Hij had veel steun aan het meisje uit Papen
drecht, dat al die tijd niet van zijn zijde week en hem af
en toe een zachte druk op de arm gaf, als wilde ze hem
op deze wijze in deze zware minuten helpen.
Dominee de Vries vertrok weer spoedig. Een grote
stadspredikant heeft niet veel tijd. Ook de buren ver
trokken na de maaltijd, de een na de ander en ten
slotte bleven Nol en Nora alleen over.
„Tot hoelang heb je verlof, Nol"
„Tot Maandag a.s. Ik heb gelukkig een volle week
gekregen. Ik zou het verschrikkelijk gevonden hebben,
als ik vanavond alweer terug moest keren."
„Dan blijf ik zo lang bij je. Ik zoek wel ergens een
hotel op voor de nacht."
„Zeg... maar de zaak dan, bij je thuis? Kun je zo
lang gemist worden
„O ja, als het moet altijd. Ten slotte is geen mens
onmisbaar. Ik heb vanmorgen gezegd, dat ik niet wist,
wanneer ik weer terug zou komen, dus ze begrijpen
best, dat ik nog een paar dagen bij je blijf. Ik kan je
nu toch niet in de steek laten, wel
Hij nam haar hand en drukte die. „Noor, meid, je
bent een schat. Als ik eerst maar uit die verwenste
dienst was, dan zou ik zeggen; als de rouwtijd voorbij
is, trouwen we. Maar we zullen nog een maand of vier
moeten wachten; dan heb ik de diensttijd er op zitten."
„Dat is niet erg, Nol; we zijn nog jong."
„Meende je het, Noor, toen je vanmiddag tegen de
dominee zei, dat je mijn aanstaande vrouw bent
Ze nam zijn hoofd tussen haar handen en kuste hem.
„Ja, lieve jongen, dat meende ik. Ik weet nu al, dat ik
genoeg van je houdt, om met je te trouwen. Jij bent
de man, die ik hebben wil. Tenzij... tenzij jij natuurlijk
niet wilt."
„Ga nou, je weet wel beter. En, Noor, ik kom ook
niet met lege handen, hoor. In de brief van moeder
stond, dat ze al die jaren het geld, dat ik verdiende,
op een spaarbankboekje heeft gezet. Ik heb ongeveer
zesduizend gulden..."
Ze keek hem aan en schudde niet begrijpend haar
blonde hoofd. „Nol, Nol, wat heb je zelf gezegd? Zou
je met me willen trouwen als ik, bij wijze van spreken
zo arm was als een kerkrat
„Natuurlijk," zei hij volmondig; „dat maakt toch geen
verschil
„Nol, beste jongen, voor mij maakt het evenmin ver
schil, begrijp je Of je nu zes gulden of zesduizend
gulden hebt, doet niets terzake. En of ik nu een krui
denierszaak achter me heb of niet, evenmin. Ik houd
van jou en jij van mij en dat is de hoofdzaak. Al het
andere is van ondergeschikt belang. Als we elkaar
maar hebben."
Opeens schoot hem de levensgeschiedenis van zijn
moeder in de gedachten. „Noor, heb je je vandaag niet
afgevraagd, waarom er alleen maar buren waren en
geen familie
Ze keek hem verbaasd aan. „Nee, daar heb ik hele
maal niet over nagedacht. Ik ging -van de veronder
stelling uit, dat je geen familie meer hebt. Is dat dan
wel zo (Wordt vervolgd)