Puistjes teRuq in öe moöóep D.DJ). De 50 Woningen verdeeld IVOROL: Behoud Uwer tanden! Raadsverslag STAVEN1SSE Debat rond de Kolentoeslag Over Volkstuintjes, een Proces en gepasseerde Ambachtslieden Bij de te Stavenisse gehouden openbare raadsvergadering op Vrij dag 30 Oct. jl. was de heer van 't Veer met kennisgeving afwezig. Na opening en vaststelling der notulen werd mededeling gedaan van enkele binnengekomen goed gekeurde raadsbesluiten, zoals ver koop van 2 perceeltjes grond, va- cantietoeslag voor de ambtenaren, verpachting grond, verhoging pacht prijs, wijziging ambtenarenregle ment, afstand grond door Potappel en Klippel. Voorts van de Minister van Bin nenlandse Zaken de mededeling dat er bij Koning Haakon van Noor wegen geen bezwaar was een straat in Stavenisse naar hem te vernoe men; dan een mededeling van het Prov. Bestuur dat er in de verbete ring weg Stavenisse-St. Annaland voor zover het een gedeelte Oude- landse dijk betreft geen verandering komt en voor Stavenisse dus het oorspronkelijke plan zal worden uitgevoerd. Het rapport van het verificatie bureau is ook binnen. Hierbij komt de post ter sprake die moest worden betaald voor het wnd. ontvanger schap. De heer Tazelaar wijst er op, dat de voorzitter destijds heeft gezegd, dat dit ambt door een gemeente ambtenaar gratis zou worden waar genomen, maar om het onbillijke hiervan weg te nemen t.z.t. een voorstel aan de Raad zou worden gedaan. Dat is beloofd. De voorzitter kan zich dat niet herinneren. Het is na te gaan en dan komt men er wel op terug. Een bericht van de Minister van Binnenl. Zaken dat candidaatstelling voor 3 November a.s. moet geschie den, waarna de gemeenteraadsver kiezing dan op 16 December a.s. kan worden gehouden. Daarna wordt de heer J. C. Gabriëlse, ambtenaar ter secretarie te Middelburg, die hier tijdelijk werkzaam is, benoemd tot onbezol digd ambtenaar van de burgerlijke stand. Tegen een wijziging in de veror dening verdeling werkzaamheden ambtenaren van de burgerlijke stand is evenmin bezwaar. Verdeling woningwetwoningen. Het dag. bestuur stelt voor de 50 woningwetwoningen te verdelen. Zoals bekend, aldus de voorzitter zijn er van deze 50 woningen 30 middelmatige en 20 kleinere. Er zijn 36 aanvragen voor een middelmatige en 11 voor een kleinere woning. Van de gegadigden zullen er dus 6 genoegen moeten nemen met een kleinere. Er is een lijst opgemaakt door B. W„ door welk college thans wordt voorgesteld volgens deze ter inzage gelegen lijst te gaan verdelen, c.q. toe te wijzen. De heer Hage vraagt of het de bedoeling is deze nieuwe woningen toch eerst toe te wijzen aan degenen wier huizen zijn verwoest. De voorzitter antwoordt beves tigend. Het gaat hier trouwens in zonderheid om hen, die tevoren een eigen huis hadden, wat verwoest is en (nog) niet om huurwoningen. De heer Tazelaar vraagt of be woners van vervoeste huurwonin gen toch voorgaan boven woning zoekenden, die tevoren geen woning hadden. Ook hierop antwoordt de voorzitter bevestigend. Er zijn voor deze 50 woningen, die men kan ver delen thans 47 aanvragen, allen eigenaars van vml. woningen, dus geen bewoners van huurwoningen. Dat betekent dat er dus 3 overblij ven. Hiervan zou het dag. bestuur er 2 willen bestemmen voor de ge meente, waarna er nog 1 overblijft voor de niet zo grote categorie van mensen, die vroeger hier een huur huis hadden en nu nog elders zijn geëvacueerd. Uitvoerig wordt over een en ander van gedachten gewisseld. Weth. v. d. Slikke wijst er op, dat er niet meer dan 125 woningen gebouwd kunnen worden, daar men dan aan het normaal bouwvoluwe zou toezijn (125 zijn er verwoest), Er zijn 34 gezinnen die de ramp niet hebben overleefd, zodat men nadat de 125 zijn gebouwd 34 woningen meer beschikbaar heeft dan 1 Febr., al is men dan nog maar aan een zelfde aantal woningen dan op die datum, maar er zijn minder inwo ners. Dit dan theoretisch bekeken. De voorzitter merkt op, dat men de huurders die nog elders verblij ven niet zo kan laten zitten, zodra er voor hen mogelijkheid tot een woning in Stavenisse bestaat. De heer Tazelaar adviseert degenen die willen trouwen te pro beren om een bouwplicht te kopen. De voorzitter zegt dat de cate gorie die nog een huurwoning zoekt niet zo erg groot is, daar er al ver schillende eigenaren in deze lijst zitten, die een woning voor een huurder bestemmen. Toch zal men trachten ook de nog wachtende huurders te helpen. De heer Tazelaar hoopt dat het dan zonder uitzondering zal gebeu ren. De voorzitter antwoordt dat dit niet altijd meevalt, omdat er zich nogal eens veranderingen voordoen door dat sommigen al zijn geholpen, anderen weer niet meer terugkeren, enz. B. en W. hadden ook met een plannetje willen komen om een rijks woning te bouwen op grond achter de pastorie, maar de Kerkvoogdij heeft daarin nog niet toegestemd. De heer Hage vraagt hoe men de verdeling der woningen heeft toe gepast. De voorzitter antwoordt dat men de gegadigden 3 wenswoningen heeft laten noemen. Wat mogelijk was werd toegewezen, wanneer er maar 1 gegadigde voor was; ande ren moesten loten. Het viel wel mee. Men gaat accoord dat dhr. Klip- pel die zijn grond beschikbaar stelde voor het bouwplan weer op dezelfde hoek kan bouwen. Met de verdeling, zoals door het dag. bestuur voorgesteld, gaat men overigens accoord. De straatbelasting zoals deze voorheen al liep, wordt opnieuw vastgesteld. De heer Tazelaar vraagt of er geen mogelijkheid is van deze be lasting af te stappen. De voorzitter zou dat zeker graag doen als het mogelijk was, maar nu is het toch beter daaraan niet te beginnen. Weth. v. d. Slikke vindt het ook beter eerst te weten hoe men er nu eigenlijk financieel bijstaat en dat is voorshands nog moeilijk precies na te gaan. De vernieuwde straat- belastingsverordening wordt daarna z.h.st. goedgekeurd. Voorgesteld wordt daarna een verhoogde subsidie voor de kleuter school, voornamelijk verband hou dend met de salariëring van het personeel. De jaarwedde voor iemand met akte A zou dan ver hoogd worden tot 1600.— per jaar, voor iemand met A en B van 1600,tot 20QP,Komt er een zonder akte dan geldt de huidige salariëring. Niemand_ is er tegen. Geen bezwaar is er ook tegen de verpachting land van wijlen M. J. v. Oeveren aan zijn beide zoons. De heer Hage accentueert dit besluit door er de nadruk op te leggen dat dit zeker op z'n plaats is. Punt 10 van de agenda is bespre king aankoop woning Voorstraat A 57. De voorzitter vraagt of men dit niet beter in besloten zitting kan bespreken in verband met de cijfers. De raadsleden hebben de stukken ingezien, dus achten dit overbodig, daar de voorzitter het cijfer niet be hoeft te noemen, daar men dit zelf wel weet. De voorzitter verduidelijkt deze zaak door er op te wijzen, dat dhr. K. Koetsdijk alhier door zijn be noeming te Oudenbosch met ingang van 1 Jan. a.s. vertrekt, dat destijds Weth. v. d. Slikke: Dat kan men slechts veronderstellen. De voorzitter vindt dat men zich daaraan niet moet laten kennen. Moet de tegemoetkoming groter zijn. goed, vindt men dit te veel, ook goed. Weth. v. d. Slikke: We kunnen in het antwoord best onder de aan dacht brengen, dat de raad daar zelf wel competent voor is. De heer Hage vindt het zo'n aan merkelijk verschil, dat hij zich af vraagt of de aanvragers er wel van doordrongen zijn, dat het door de gemeente in de vorm van belasting moet worden terugbetaald. Hij is er ook voor dat zoiets uit de Raad moet voortkomen, zoals bijv. dhr. van 't Veer dat vorige jaren deed. Nu zeggen die lui: dat hebben wij toch maar geflikt. De voorzitter vindt dat er nu meer reclame mee wordt gemaakt dan nodig was. Dat vindt weth. v. d. Slikke ook, maar de heer Tazelaar zegt het anders. Wanneer deze brief niet zijn woning door de gemeente aan hem is verkocht onder voorwaarde dat bij vertrek de gemeente weer voorkeur had voor terugkoop. B. en W. en de raadsleden hebben het bedrag gezien, waarvoor de heer Koetsdijk zijn pand de gemeente aanbiedt en vinden het veel te hoog om daarop in te gaan. Dit kan de gemeente niet rendabel maken. De Raad zegt hiermee niet dat er te veel wordt gevraagd, daar het de heer Koetsdijk door verbouwing, enz. wel meer heeft gekost dan dit bedrag, maar voor de gemeente is het toch niet geschikt. De eigenaar is thans dus geheel vrij het pand publiek te verkopen. Naar aanleiding van een des betreffend verzoek door betrokkene stellen B. en W. voor aan de heer Koetsdijk eervol ontslag te ver lenen als onderwijzer aan de o.l. school alhier. Allen voor. De heer de Vos vindt het voor verschillende jongens jammer, maar tegenhouden gaat niet. Dat was niet nodig geweest Er is een schrijven ingekomen van de Algemene Landarbeiders bond afd. Stavenisse, waarin wordt ver zocht degenen die van de noodwet Drees ondersteuning krijgen ook nog toeslag te geven van gemeente wege gedurende de wintermaanden van 4.50 per week. De voorzitter heeft uitgerekend dat dit de ge meente 3000.— zou kosten. Het standpunt van B. en W. is dat er in de winter, wanneer die mensen dure kolen moeten kopen, inderdaad moeilijkheden zijn, maar vinden het gevraagde toch te veel. Daarom wordt voorgesteld per geval 16. te geven, berekend naar 2 mud anthraciet. De heer Tazelaar denkt er heel anders over. Hij wil dit schrijven zonder meer voor kennisgeving aan nemen. De Raad is competent ge noeg om daarover zelf te beslissen en zelf een voorstel te doen. Dat is ook altijd gebeurd, zoals vorige jaren. Leg die brief dus geheel ter zijde. De voorzitter antwoordt, dat ieder het recht heeft een verzoek te doen, al hoeft men er niet altijd op in te gaan. Zo is het, zegt dhr. Tazelaar en dan hier ook niet op in gaan. Weth. v. d. Slikke meent dat men dit niet maar klakkeloos naast zich moet neerleggen. Deze bond is van gedachte dat de vorige jaren ge geven toelage te gering is, dus komt met het verzoek meer te doen en dat houdt een belangrijke verhoging in. was gekomen, had men er ook niets over behoeven te zeggen. De men sen weten niet wat ze vragen. De heer Tazelaar: het is een reclamestunt, anders niet. De voorzitter neemt ook aan, dat zonder dit verzoek wel gepraat zou zijn over deze toeslag. De heer Tazelaar zegt er niet tegen te zijn iets te geven en kan dan met het door B. en W. voor gestelde bedrag ook wel accoord gaan. Maar is het misschien niet beter kolen te geven. De anderen zijn het daar niet mee eens. Geef een bedrag aan geld. Het was ook niet de bedoeling anthraciet te ver strekken, maar het is slechts als voorbeeld uitgerekend. De heer Hage heeft er wel be zwaar tegen, dat men nog niet goed weet aan wie dit wordt uitgereikt. Er zijn wel Drees-trekkers die nog behoorlijk eigendommen hebben. De voorzitter meent dat dit niet zo veel zal zijn. Weth. v. d. Slikke vindt dat men hierop niet mag ingaan. Dhr. Hage zou het toch niet gek vinden ieder geval apart te behan delen. Er zijn er wel die nog boer derijtjes hebben met 10 gemeten land en toch van Drees. De kinde ren kunnen dan straks de erfenis verdelen, maar de man krijgt nu van onze belastingcenten uitgekeerd. Moeten we die nu ook nog kolen geven Weth. v. d. Slikke: Hoe moeten we dat gaan uitzoeken Dat kan eenvoudig niet. Daarom ga ik met die hele Drees- wet niet accoord antwoordt de heer Hage. Weth. v. d. Slikke: Dan zouden we een andere norm moeten nemen. De heer Tazelaar zal niet tegen stemmen, omdat hij er dan ook de genen mee dupeert die het werke lijk nodig hebben. Weth. v. d. Slikke: Provocateurs staan hier voor eigen rekening. Daarna wordt het voorstel van het Dag. Bestuur z.h.st. aangenomen, waarbij dus per geval 16.— wordt uitgekeerd. Dit onder voorwaarde dat men aan de A.N.L.B. kenbaar zal maken, dat er toch wel een toe lage zou zijn verstrekt. Voorgesteld wordt daarna de aan- en verkoop van enkele per ceeltjes grond. Zo bijvoorbeeld een stukje waar voorheen de heer Mol heeft gewoond en van wijlen dhr. Leenhouts. De heer Mol vraagt dan wat grond naast z'n tegenwoordige woning en bovendien schadever goeding voor te vroege verwijdering van z'n loods tot een bedrag van 500. Naast z'n tegenwoordige woning heeft hij dan 30 m2 nodig voor het bouwen van een garage. Dhr. Krijger bouwt daarnaast ook een garage voor welke grond hij weer andere (bij de vml. armen huizen) in ruil aan de gemeente biedt. De voorzitter zegt dat door deze transacties een heleboel moei lijkheden worden voorkomen. Wat dhr. Krijger dan meer wil hebben zal ook wat meer kosten voor het bouwrijp maken, daar hij er nog 4 woningen bij zal bouwen. Allen zijn voor deze aan- en ver koop van grond. De heer J. J. van 't Hof, wonende Annavosdijk B41 vraagt voor wo ningverbetering een premie. Het dag. bestuur stelt voor hiermee accoord te gaan met inachtneming van de bepaalde voorwaarden. Ook de heer C. Priem vraagt zo'n premie wat de gemeente 360.zal kosten Eerst wordt het geval van 't Hof besproken. Dhr. Hage vraagt of adressant z'n financiële positie kenbaar heeft gemaakt. De voorzitter antwoordt ontken nend. De heer Hage wenst er dan niet aan mee te werken, omdat het zijns inziens niet op de weg licht van de gemeente bij te dragen aan iemand die het zelf wel 3x zonder bezwaar kan doen en het nu voor rekening van de belastingbetalers probeert. Waar moet dat heen. Hij zal er nooit voor stemmen. Er wordt dan maar direct ge stemd. Alle raadsleden verklaren zich tegen, behalve beide wethou ders. Daarna het geval C. Priem aan de Stoofdijk. Opnieuw stellen b. en w. voor de premie te verlenen. De heer Hage zegt er terstond voor te zijn, omdat deze man in buitengewone omstandigheden ver keert en helpen hier zijns inziens geboden is. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit verzoek ingewilligd. en de huid geneest. GENEESMIDDEL TEGEN HUIDAANDOENINGEN Zuiver en ontsmet uw huid met de helder vloeibare D.D.D. De jeuk bedaart.de ziekte kiemen worden gedood Procederen De heer J. C. Krijger te Goes had in deze gemeente woningen staan, die na de ramp gesloopt moesten worden. Waar de heer Krijger daar niet voor voelde, heeft de gemeente het gedaan. De kosten daarvan, groot 600.weigert de heer Krijger te betalen. Moet de gemeente nu procederen, vraagt de voorzitter. Dhr, Hage vraagt of het niet meer onderling te regelen is. Is het zeker dat het werd afgebroken van wege het gevaar voor het publiek. De voorzitter: volgens het college van b. en w. en deskundige wel. De heer Kloppenburg was destijds op zichter. Dan is dat de man, die het zal moeten verdedigen, zegt de heer Hage. De voorzitter merkt nog op, dat het bedrag door Ged. Staten is goedgekeurd. Dhr. Hage verklaart toch erg bang te zijn om met advocaten te beginnen, al weet hij ook niet hoe de centen anders binnen te krijgen. Weth. v. d. Slikke meent dat de gemeentezaak er goed voor staat, tenzij de deskundige van de heer Krijger kan bewijzen dat het gevaar er niet was en hoe zal dat na af braak mogelijk zijn. De voorzitter vindt toch dat men zo maar geen 600,— cadeau kan geven. De afbraakspullen zijn netjes op een hoop gelegd, het bedrag is niet te veel en de huizen leverden gevaar op en waren onherstelbaar. Dhr. Hage: Is het nog op bijzon dere wijze onderstut. De voorzitter: Er zijn palen onder gezet. Weth. v. d. Slikke: Het gaat niet alleen om de schadepost, maar over toepassing van het recht. Het was door Bouw- en Woningtoezicht af gekeurd en werd niet tijdig afge broken, dus moest het gemeente bestuur regelend optreden. De heer Tazelaar wil het dan maar op B. en W. verhalen als de gemeente het zou verliezen, maar die vlieger zal niet opgaan, want de voorzitter kan zich niet herinneren dat er zoiets ergens is bepaald. Weth. v. d. Slikke vindt dan ook dat de Raad zich achter het dag. bestuur moet stellen wanneer die iets uitvoert op advies van een des kundige. Besloten wordt te proce deren om het verschuldigde bedrag binnen te krijgen. Een stukje grond op de haven, waar de woning van Wesdorp heeft gestaan wenst de Waterstaat over te nemen om het te bestraten. Men zal het voor 1.50 per m2 verkopen, waarmee dhr. Wesdorp accoord gaat. De heer de Voogd, wachtmeester der Rijkspolitie vraagt een stuk grond te mogen huren in de nabij heid van zijn woning. Het is onge veer 50X25 meter. De heer Tazelaar vraagt of er toch geen varkenshokken moeten komen. De voorzitter antwoordt: zeker niet daar. De heer Tazelaar vraagt of het niet vereeld kan worden voor volks tuintjes. De voorzitter denkt dat er wel een 5 tal kunnen worden aangelegd. De heer Tazelaar zegt dat het bij hem hier zeker niet tegen de per soon van de aanvrager gaat, maar het lijkt hem toch beter dat hiervan 5 gezinnen profiteren. Weth. v. d. Slikke voelt wel voor de mening van Tazelaar. En de anderen stemmen hiermee ook in. Liefhebbers dus voor, die een volks tuintje willen, maar men mag er geen varkenshokken op plaatsen en men moet niet reeds elders tuin grond hebben. Men kan het vanaf 1 Januari in gebruik nemen, geldend voor 1 jaar en tegen de prijs van 0.05 per m2. Rondvraag De heer Potappel ziet de gaten in de Molendijk waar de huizen zijn weggeslagen als zeer gevaarlijk. Kan dat niet spoedig veranderen. De heer Tazelaar antwoordt dat er een brief is gekomen van Ged. Staten aan het Waterschap om deze kwestie spoedig op te lossen. Het gaat er over wie het zal moeten be talen, de mensen of het Waterschap Dhr. de Vos vestigt de aandacht op de rioleringsputten, die hopeloos vol zitten, vooral achter de kerk. Die zullen leeggemaakt worden. De heer de Vos vraagt ook of de reinigingsdienst (ophaaldienst) ver plicht is wekelijks een heel stel do zen op te laden, waar bijkans een uur mee zoekgebracht wordt. Dat is te gek, vindt de voorzitter. Men zal hierop attent zijn. De heer de Vos vraagt of ook de puinopruiming al geregeld is, daar dit toch door de gemeente was overgenomen. De voorzitter zegt dat het ver moedelijk door de Ballast Mij zal gebeuren. De heer de Vos vindt dat de hui zenbouw (de stenen woningen) slecht opschiet. De voorzitter antwoordt dat het personeeltekort hieraan schuldig is, door HENK VAN HEESWIJK naar een motief van L. K. v. d. Linden 30 „Zo is het toch altijd, Nol. Haar leven heeft een groot doel gehad. Ze had in haar eentje een taak te vervullen en die heeft ze voltooid. Je bent geen kind meer, Nol. Je kunt nu op eigen benen staan. En... ik ben er nu toch ook? Je hebt mij toch? Ik zal proberen een beetje te vergoeden, wat je in je moeder verloren hebt, jongen..." Hij streek haar even over de wangen. „Je bent een schat, Noor..." Later op de morgen kwamen de buren. De beneden buurvrouw had voor alles gezorgd en de tafels keurig gedekt. Ze schonk koffie en toen om twaalf uur de dominee kwam, zwegen allen. Vrouw van Veen was niet dikwijls in de kerk ge weest. Maar dominee de Vries wist veel van haar leven. In een neerslachtige bui had ze hem eens opge zocht en haar hart uitgestort. En wat ze nooit geweten had, was, dat dominee de Vries persoonlijk eens naar Streefkerk was gereisd en daar de ouders van Elsje van Veen opgezocht. Maar ook hij was onverrichter zake teruggekomen. De oude boer bleek onvermurw baar. Dit had hij zijn gemeentelid nooit verteld; het zou haar maar nieuw verdriet gedaan hebben. Behalve de buren en Nora waren er verder geen gasten. Nol stelde de mensen voor en toen hij eindelijk bij Nora kwam, aarzelde hij. „Dit is Nora Mansink uit Papendrecht, dominee, eh..." Het meisje vulde onmiddellijk de leemte aan, omdat ze Nol's aarzelen begreep. „Ik ben de aanstaande vrouw van Nol, dominee," zei ze met vaste stem. „O, juist ja. Ik wist niet, dat je al zo ver was, Van Veen." Nol, dankbaar voor het redden' van de situatie, ant woordde: „Och, ik ben nog in dienst, dominee, daarom hebben we het niet aan de grote klok gehangen." „Natuurlijk, dat begrijp ik. Heel verstandig overi gens." Na de rouwdienst, die op de eenvoudige achterbuurt mensen een diepe indruk maakte, werd de tocht naar het kerkhof aanvaard. Tot het laatste ogenblik had Nol nog een stille hoop, dat althans de broer of de zuster van zijn moeder zou komen. Maar in de twee volgrijtui- gen gingen alleen maar Nol, Nora, de predikant en de naaste buren. Na een korte toespraak op het graf dankt Nol met enkele woorden, die hij er met moeite uit bracht. Hij had veel steun aan het meisje uit Papen drecht, dat al die tijd niet van zijn zijde week en hem af en toe een zachte druk op de arm gaf, als wilde ze hem op deze wijze in deze zware minuten helpen. Dominee de Vries vertrok weer spoedig. Een grote stadspredikant heeft niet veel tijd. Ook de buren ver trokken na de maaltijd, de een na de ander en ten slotte bleven Nol en Nora alleen over. „Tot hoelang heb je verlof, Nol" „Tot Maandag a.s. Ik heb gelukkig een volle week gekregen. Ik zou het verschrikkelijk gevonden hebben, als ik vanavond alweer terug moest keren." „Dan blijf ik zo lang bij je. Ik zoek wel ergens een hotel op voor de nacht." „Zeg... maar de zaak dan, bij je thuis? Kun je zo lang gemist worden „O ja, als het moet altijd. Ten slotte is geen mens onmisbaar. Ik heb vanmorgen gezegd, dat ik niet wist, wanneer ik weer terug zou komen, dus ze begrijpen best, dat ik nog een paar dagen bij je blijf. Ik kan je nu toch niet in de steek laten, wel Hij nam haar hand en drukte die. „Noor, meid, je bent een schat. Als ik eerst maar uit die verwenste dienst was, dan zou ik zeggen; als de rouwtijd voorbij is, trouwen we. Maar we zullen nog een maand of vier moeten wachten; dan heb ik de diensttijd er op zitten." „Dat is niet erg, Nol; we zijn nog jong." „Meende je het, Noor, toen je vanmiddag tegen de dominee zei, dat je mijn aanstaande vrouw bent Ze nam zijn hoofd tussen haar handen en kuste hem. „Ja, lieve jongen, dat meende ik. Ik weet nu al, dat ik genoeg van je houdt, om met je te trouwen. Jij bent de man, die ik hebben wil. Tenzij... tenzij jij natuurlijk niet wilt." „Ga nou, je weet wel beter. En, Noor, ik kom ook niet met lege handen, hoor. In de brief van moeder stond, dat ze al die jaren het geld, dat ik verdiende, op een spaarbankboekje heeft gezet. Ik heb ongeveer zesduizend gulden..." Ze keek hem aan en schudde niet begrijpend haar blonde hoofd. „Nol, Nol, wat heb je zelf gezegd? Zou je met me willen trouwen als ik, bij wijze van spreken zo arm was als een kerkrat „Natuurlijk," zei hij volmondig; „dat maakt toch geen verschil „Nol, beste jongen, voor mij maakt het evenmin ver schil, begrijp je Of je nu zes gulden of zesduizend gulden hebt, doet niets terzake. En of ik nu een krui denierszaak achter me heb of niet, evenmin. Ik houd van jou en jij van mij en dat is de hoofdzaak. Al het andere is van ondergeschikt belang. Als we elkaar maar hebben." Opeens schoot hem de levensgeschiedenis van zijn moeder in de gedachten. „Noor, heb je je vandaag niet afgevraagd, waarom er alleen maar buren waren en geen familie Ze keek hem verbaasd aan. „Nee, daar heb ik hele maal niet over nagedacht. Ik ging -van de veronder stelling uit, dat je geen familie meer hebt. Is dat dan wel zo (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1953 | | pagina 6