WEEKBLOD VOOR HET EILOND THOLEN EN ST.FILIPSLOND
Plaatselijk Nieuws
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
De vervoerspolitiek der Spoorwegen
Min. Algera ontsnapt aan een motie
De langste dag en het weer
Mevr. Riet-Boogaard
HET PROBLEEM BROMFIETS
THOLEN
OUD-VOSSEMEER
ST. ANNALAND
9e Jaargang No. 30
19 Juni 1953
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 4- incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Minister Algera van Verkeer en Water
staat is deze week in de Eerste Kamer op
het nippertje een nederlaag ontgaan. Het
was niet zo erg, dat zijn ministeriële car
rière op het spel stond, maar hij haalde
toch verlicht adem toen bleek, dat een
motie van Prof. Molenaar (v.v.d.) met 2
stemmen verschil werd verworpen. Het ging
over de vraag of het spoorlijntje Loolaan-
Scheveningen moet worden opgeheven. Een
aardige spoorverbinding. Van een der
Haagse stations rijdt men langs de duinen
voet naar de internationaal bekende bad
plaats. Een mooi uitzicht en van de drukte
zal men geen last hebben, daar het meer
dan eens voorkomt, dat het. aantal passa
giers op de vingers van een hand te tellen
is. De bewindsman had ook een proef ge
nomen en kwam tot de ontdekking dat hij
geen enkele reisgenoot had. Men zal begrij
pen; deze spoorverbinding is niet rendabel.
Jaarlijks moet er ƒ543.000,bij. En daar
om wil de minister deze spoorlijn opheffen.
Het gaat ons nu niet om het locale belang.
Maar welke politiek wordt door de N.S.
gevoerd? Heft zij elke lijn op die niet ren
dabel is en houdt zij dus alleen de winst
gevende lijnen in stand? Deze vraag rees
bij Prof. Molenaar. Hij stond zeer gere
serveerd tegenover de opheffing van niet-
rendabele lijnen, omdat de spoorwegen het
openbaar belang hebben te dienen. Minis
ter Algera ontkende dit niet. Maar primair
moet onze spoorwegmaatschappij een instel
ling zijn met een commerciële inslag, die dus
streeft naar een sluitende begroting. Het is
dus mogelijk dat er niet-rendabele lijnen
worden opgeheven. Maar voordat daartoe
wordt overgegaan, moet er heel wat gebeu
ren. In de eerste plaats zal onomstotelijk
moeten vaststaan, dat de lijn inderdaad niet-
rendabel is. Dit betekent, dat de spoorwe
gen eerst zullen trachten de noodlijdende
lijnen te moderniseren, om zodoende meer
passagiers te trekken. In de tweede plaats
zal moeten blijken, dat ander vervoer ge
garandeerd kan worden. Tussen deze twee
criteria ligt een lange weg. Blijkt dus, dat
na een modernisering de spoorwegverbin
ding noodlijdend blijft en is er een mogelijk
heid voor ander vervoer, dan is opheffing
niet uitgesloten. Prof. Molenaar bleef dit
griezelig vinden, omdat de spoorwegen pri
mair het „openbaar belang" hebben te die
nen. Daarom worden eventuele tekorten
door het Rijk bijgepast. Maar juist dit was
voor Minister Algera een bewijs, dat men
van de spoorwegen een commerciële instel
ling moet maken. Want als het Rijk de te
korten bijpast, dan wordt het particuliere
vervoer benadeeld. Tegen het Rijk kan men
niet concurreren. Een standpunt, dat Prof.
Molenaar goed in de oren klonk, maar
waarmede hij het in dit bijzondere geval
niet eens was.
De meningen bleven dus tegenover elkaar
staan. Het werd niet gemakkelijk voor de
Minister toen ook de socialistische afgevaar
digde Kramer het met de heer Molenaar
eens bleek te zijn. Bovendien liet de frac
tie-voorzitter der c.h.u., de heer Kolff, ook
enige dreigende geluiden horen.
Het debat had een sterk algemeen karak
ter gekregen. Niet het lijntje Loolaan-Sche-
veningen, maar de vervoerspolitiek van de
N.S. werd belangrijk. En Minister Algera
kon-er niet aan ontkomen om toe te zeg
gen, dat dit probleem in het najaar bij de
behandeling van de begroting van Verkeer
en Waterstaat aan de orde zal komen. Ach
teraf bleek, dat deze toezegging niet nodig
was geweest, omdat de stemverhouding
precies goed lag. Dat kon hij nog niet we
ten. Maar hij liet wel blijken, dat het ko
mend debat hem niet bijzonder aangenaam
was. De zaak is uitgepraat, zo zeide hij en
nieuwe argumenten zijn niet meer aan te
voeren. De motie van Prof. Molenaar om
het besluit tot opheffing van het spoorlijn
tje nog eens in overweging te nemen, werd
verworpen met 1517 stemmen. De stem
ming was zeer verdeeld. Alleen de v.v.d.-
fractie was homogeen en de fractie van de
communisten, die echter maar met één man
was opgekomen. Bij de a.r. was het bijv.
Prof. Diepenhorst, die zijn partijgenoot-mi
nister afviel terwijl er verder 5 p.v.d.a., 2
k.v.p. en 2 c.h.u. hun stem aan de motie
gaven.
Daarmede was de middag bijna gevuld.
De Eerste Kamer ging ook accoord met een
verlaging van de vereveningsheffing en met
de verlenging van de noodwet Kinderbijslag
voor kleine zelfstandigen.
De Tweede Kamer rust van een paar
dagen vergaderen uit tot 30 Juni a.s. Ver
scheidene afgevaardigden bevinden zich n.l.
in Straatsburg, waardoor het werk enigszins
wordt lamgelegd. Juist met het oog op de
internationale werkzaamheden valt het nog
altijd te betreuren, dat de uitbreiding van
de Tweede Kamer niet heeft kunnen plaats
vinden. Maar ook de Eerste Kamer gaat
het kalmpjes aandoen. Volgende week zal
zij niet bijeenkomen. Er wordt echter reke
ning gehouden met de mogelijkheid, dat het
verdrag over de Europese Defensie Ge
meenschap nog einde Juli in openbare be
handeling zal komen, zodat de werkelijke
zomervacantie weer kort zal worden.
(Nadruk verboden).
De zon schijnt bijna 1 7 uren van de dag
(Van onze weerkundige medewerker)
A.s. Zondag, 21 Juni, bereikt de zon weer
haar hoogste punt op de Noorderkeerkring,
en wel 's avonds om precies zes uur.
De zon staat dan van 's morgens 4 uur
'en 19 min. tot 's avonds 4 minuten over 9
boven de horizon, dat is 16 uur en drie
kwartier.
Geheel donker wordt het 's nachts niet,
daar de zon slechts 7 uur en 1 kwartier
onder de horizon is en avond- en morgen
schemering rond deze langste dagen van
het jaar vrijwel in elkaar overgaan.
Wanneer zich een periode met regenach
tig weer voordoet, kan men dikwijls horen
zeggen: „dat duurt tot de langste dag
Men wil hiermee aangeven, dat zodra de
langste dag is bereikt, het weer zal verbe
teren. In werkelijkheid zullen wij hen, die
dit altijd hebben gemeend, moeten teleurstel
len, daar het weer zich niets van de datum
21 Juni aantrekt en evenmin van het feit
dat de zon op die dag het hoogste punt op
ons noordelijk halfrond bereikt.
Er is over het algemeen wel een ver
schil tussen het weertype dat in de voorzo
mer voorkomt (dikwijls nog koude winden
uit noordelijke richting) en het weertype
in de nazomer, dat veelal een rustiger, zwoel
en meer zomers karakter heeft. De over
gang voltrekt zich zeer langzaam en is dik
wijls eerst in de Julimaand, die gemiddeld
de warmste is van het gehele jaar, merk
baar.
Begint volgens de kalenderindeling de zo
mer a.s. Zondag, meteorologisch worden de
seizoenen naar de drie volle maanden inge
deeld.
Zo behoren de maanden Juni, Juli en
Augustus tot de zomer. De zomer van
1951 alsook die van 1952 heeft ons flink
teleurgesteld, daar het aantal zomerse da
gen (maximum-temperatuur 25 gr. C of
hoger) in het gehele land beneden normaal
bleef. In de Bilt werden in 1951 en ook in
1952 slechts 14 zomerse dagen gemeten te
gen 23 normaal. Het kan echter nog erger,
want het jaar 1882 bracht er slechts 6.
Op het voorjaar (Maart, April en Mei)
kunnen wij met voldoening terugzien, al
heeft het ook enkele tegenslagen gebracht.
Genoemd mogen worden de zware regens in
de eerste week van April, de zware nacht
vorsten omstreeks 10 Mei, die op tal van
plaatsen zware schade aanrichtten, en een
te droge periode in de Meimaand. Op 10
Mei werden dicht bij de grond temperatu
ren van 6 a 7 gr C onder het vriespunt
gemeten; vooral in de omgeving van de
Betüwe en de Achterhoek is door nachtvorst
veel schade aangericht.
Hier volgen nog enkele cijfers over het
„voorjaar van 1953". De gemiddelde et-
maaltemperatuur, te De Bilt berekend, be
droeg 8.8 tegen normaal 8.6 gr C. De hoog
ste temperatuur, 28.4 gr C, werd op Tweede
Pinksterdag (25 Mei) waargenomen; de
laagste 4.0 gr C op 2 Maart. Het aantal
vorstdagen bedroeg 15 tegen 16 normaal.
April bracht een flink overschot aan uren
zonneschijn, waardoor het voorjaar in zijn
geheel voor De Bilt 520 uren zonneschijn
deed registreren tegen normaal 501 uren.
Het was overal een te droog voorjaar. In
De Bilt viel totaal 94 mm regen tegen nor
maal 149 mm. De warme periode van 15
tot en met 25 Mei was volop zomers met
in De Bilt 6 tegen normaal 3 zomerse da
gen.
De lente wordt hier berekend over de
maanden Maart, April en Mei. De eerste
dagen van Juni waren buitengewoon koud.
Op 2 Juni kwam het kwik in de Bilt niet
hoger dan 9.2 gr C. Een zo laag maximum
werd in Juni in De Bilt in de laatste 100
jaren niet waargenomen. Dit record stond
nog steeds op 12 Juni 1916 met een maxi
mum van 10.8 gr C.
Bij deze zeer koude dagen vergeleken,
hebben wij over het voorjaar van 1953 niet
te klagen gehad, temeer daar juist tijdens
de Pinksterdagen de hoogste temperaturen
werden gemeten.
(Nadruk verboden).
in opspraak
Nadat er in Januari jl. weer enige deining
rond de erfeniskwestie van de Boogaart-
familie was ontstaan, voornamelijk te Rot-
terdajn, wordt mevrouw Riet, die een en
ander aan het rollen heeft gebracht de laatste
maanden nogal aangevallen en hecht men
steeds minder waarde aan de eertijds ge
dachte mogelijkheid hier een millioentje uit
te halen.
Zelf hebben we er ook het stilzwijgen
maar toegedaan. Nadat de opzet aanvanke
lijk zeer serieus leek en mevr. Riet inderdaad
moeite noch kosten spaarde om de geslachts
boom zonder mankeren bij elkaar te krijgen
teneinde de juiste erfgenamen te kunnen aan
wijzen, wanneer we althans niet veronder
stellen dat het uitsluitend een genealogische
hobby was waren haar brieven de laatste
tijd veelal verward, dat we het niet de
moeite waard achten dit onder de aandacht
van de belanghebbenden te brengen via ons
blad.
Sinds onze laatste publicatie had deze
zaak belangrijke afmetingen aangenomen en
zelfs de regering werd er bij betrokken.
Zo meldde het „Algemeen Dagblad" dat
de vice-consul in de U.S.A. een bezoek
bracht bij mrs. Riet en daar „met schimp
scheuten zou zijn ontvangen."
Hoever dit laatste op waarheid berust is
ons niet bekend. Wel schrijft mrs. Riet ook
aan ons over het bezoek van de vice-consul
en wijst er daarbij op dat zijn Excellentie
de Minister van Buitenlandse Zaken via
dhr. B. van Dongen (dat is de vice-consul
in de U.S.A.) op 20 April 1953 een onder
zoek naar deze nalatenschap en haar be
trouwbaarheid liet instellen. En schrijft
mrs. Riet: „Er waren echter geen termen
aanwezig deze zaak te stoppen."
Dat klinkt wel erg vaag vindt U niet.
En deze kwestie wordt nog vager, wanneer
we er acht op slaan, hoe volgens het Alg.
Dagblad men van overheidswege waar
schuwde hiervoor geld te gaan uitgeven.
„Elke cent die de vermeende belanghebbende
er voor zouden uitgeven om een deel van
de erfenis in handen te krijgen, zal wegge
gooid geld zijn," aldus op het Min. v. Bui
tenlandse Zaken tot de verslaggever van
het Alg. Dagblad.
Een week later (4 Juni jl.) kwam er in
dezelfde krant opnieuw een artikeltje over
deze kwestie. Nu naar aanleiding van de
mededeling van mrs. Riet, dat zuster Van
Broekhoven uit de Paulus Bakxstraat te
Bergen op Zoom een handje zou gaan hel
pen in Salt Lake City (waar mevrouw Riet
momenteel woont, na uit Utah te zijn ver
huisd) om de erfeniskwestie op te lossen.
Daarover was zuster van Broekhoven hele
maal niet te spreken, wanneer we het Alge
meen Dagblad mogen geloven. „Hoe komt
dat mens er bij dat ik naar Amerika wil
komen. Ik denk er niet aan een cent uit te
geven om voor die millioenen-erfenis naar
Amerika te gaan en ik zou de andere men
sen aan willen raden er geen kosten voor
te maken, want ik geloof er eigenlijk niets
meer van."
De zuster zou voorts gezegd hebben er
spijt van te hebben ooit aan de Amerikaanse
te hebben geschreven, nadat ze van de
erfenis ook de lucht had gekregen en van
wege het feit dat haar moeder een Bogaart
is.
„Als mevrouw Riet zo door blijft gaan,
waarschuw ik de commissaris van politie",
verklaarde zuster van Broekhoven voorts
aan het Alg. Dagblad. En hoewel ze eerst
wel aan de erfenis geloofde, beschouwt ze
mevrouw Riet nu meer als een fantaste, die
een of ander waandenkbeeld najaagt.
We willen dit zuster van Broekhoven in
geen geval betwisten. Zelf hebben we tegen
over heel deze kwestie vanaf het begin zeer
sceptisch gestaan, wat de lezer in ons com
mentaar na de eerste oproep wel gebleken is.
Maar ondertussen geloven we niet, dat
zuster van Broekhoven helemaal onschuldig
is aan de mededeling van mevr. Riet om
naar U.S.A. te komen. En dat niét, omdat
laatstgenoemde ons dat bericht ook doorgaf
en letterlijk schreef (in een ongedateerd
schrijven, dat ons half Mei jl. bereikte):
„Hedenmorgen mocht ik een schrijven ont
vangen van Zuster Broekhoven Paulus
Bakxstraat 7, Bergen op Z„ waarin zij mij
aanbood mij te hulp te komen in mijn moei
lijke opdracht de mede-erfgenamen te vinden
inzake de millioenen nalatenschap der
Boogaart-familie. Een aanbod wat door mij
met beide handen is aangenomen. Zuster
Broekhoven bood aan als mogelijke mede
erfgenaam de oceaan over te steken. Daar
de staat maar een half jaar toestaat om hier
te vertoeven, zo wil ik haar de volle tijd
disponibel stellen om een volledig onderzoek
in te stellen. Zij zal dan mijn gast zijn, zon
der dat wij er haar ook maar een cent voor
in rekening willen brengen. Wij willen hier
door een blijk geven dat deze zaak werkelijk
het daglicht mag aanschouwen en dat er
onzerzijds geen valse hoop wordt opgewekt
zonder grond."
Aldus mevr. Riet, die wel een bijzondere
fantaste moet zijn, wanneer we thans weer
zuster Broekhoven willen geloven, als laatst
genoemde nimmer een balletje in die richting
heeft opgegooid.
En daaraan veroorloof ons dat zuster
twijfelen we even hard als aan het be
staan van de millioenenerfenis voor de
Boogaarts.
Niet dat we het opgooien van zo'n bal
letje erg vinden, evenmin als we het erg
vinden dat zo niet alle, dan toch nog vele
Boogaarts in hun binnenste hopen, dat mrs.
Riet niet alleen maar een genealogische
hartstocht heeft, niet alleen maar Mormoonse
wil worden, zoals ook wordt beweerd, maar
dat het haar alsnog zal gelukken belang
hebbenden een briefkaartje te sturen, dat het
millioentje gereed ligt.
(Van een verkeersdeskundige)
Het geval „Bromfiets" begint langzamer
hand een vervelende puzzle te worden, niet
alleen in het verkeer, maar ook in de
kamers van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat. Wanneer we vaststellen, dat
de bromfiets de autoriteiten „over het hoofd"
is gegroeid, dan zijn we niet ver bezijden
de waarheid. Want ten deperatemente weet
men eigenlijk niet goed, hoe men dit geval
moet aanpakken en zó verwerken, dat alle
partijen redelijkerwijs tevreden zijn gesteld.
Hetgeen overigens in de practijk onmogelijk
zal blijken.
De eerste officiële sensatie verwekte de
rechter in Rotterdam. Hij besliste, dat de
bromfiets gelijkgesteld dient te worden met
het gewone rijwiel en dus moet de bromfiets
naar het rijwielpad worden verwezen.
Toen kwam er een uitspraak van de
Haagse rechter en deze was precies het
tegenovergestelde: de bromfiets is in wezen
een licht motorrijwiel en hoort deswege niet
op het rijwielpad thuis. Dus op de grote
weg.
En daar zitten we dus met twee uit
spraken, die de chaos nog weer wat groter
hebben gemaakt. Het wordt tijd, dat de
minister ingrijpt en definitief komt met een
wijziging van het motorrijtuigenbesluit, hoe
die dan ook moge uitvallen, want anders zal
de bromfietser genoodzaakt zijn aan de
rand van iedere gemeente eerst te vragen:
Mag ik hier op de rijweg blijven
Laten we eens even kijken, hoe het in
het buitenland is. Wel, dat maakt ons al
niet veel wijzer. Weliswaar is er indertijd
een internationale overeenkomst gemaakt,
die de bromfiets gelijkstelt met het rijwiel,
maar in België bv. moet U op het rijwielpad
rijden (als dit er is), doch in Zwitserland,
waar niet zoveel rijwielpaden zijn, maakt
men zich hierover niet druk, doch eist men
wel nummer- en rijbewijs Men ziet, het
wordt er niet eenvoudiger om. Tot op
heden is men in Duitsland nog vrij om naar
keuze op de grote weg dan wel op het
rijwielpad te brommen, doch ik meen, dat
ook hier een regeling in de maak is, die de
brommer naar het fietspad verwijst.
Hoe moeten we in Nederland aan De
automobilist wil niets liever dan een wette
lijke regeling, die de bromfiets naar het
rijwielpad brengt. Daar is niets op tegen en
ik neem aan, dat de meeste bromfietsers
onder de gegeven omstandigheden het
veilige rijwielpad zullen prefereren boven de
min of meer gevaarlijke autobaan. Maar de
wielrijders beschouwen de brommers op hun
beurt als een gevaar, omdat ze veel te hard
rijden. Geen nood, zegt de A.N.W.B., stel
een maximum snelheid vast van 20 km/uur
voor de bromfiets. Dat is op papier erg
gemakkelijk, maar in de practijk onmogelijk,
want elke bromfiets heeft een gemiddelde
snelheid van max. 20 km/uur Immers geen
één
Momenteel zijn er tussen de 280.000 en de
300.000 bromfietsen in ons land, vertegen
woordigende ca. 50 merken. De rustigste is
ongetwijfeld de Solex met een kruissnelheid
van 2530 km/uur, doch de andere merken
gaan vrijwel alle hoger. De Mosquito draait
met gemak 3040, de Berini en de Moby-
lette komen er nog boven en de jongste
importmerken uit Italië draaien zelfs over
de 50 km/uur. Gestel, dat de minister vast
stelt, dat de maximum snelheid niet meer
dan 20 km/uur mag bedragen, hoe doet men
dan met de 280.000 bromfietsen, die vrijwel
alle een hogere snelheid hebben Moeten
die dan worden bijgesteld Ik vrees, dat
9 van de 10 bezitters van bromfietsen hun
vehikel niet zullen laten steriliseren. Immers,
velen hebben een bromfiets gekocht om zich
met een gemiddelde snelheid van een 30 km
per uur te kunnen verplaatsen. Hoevele
mensen hebben een bromfiets voor hun zaak,
bedrijf, beroep gekocht om zich sneller te
kunnen verplaatsen Moeten al deze men
sen verplicht worden niet harder dan 20
km per uur te rijden Dat is toch onmoge
lijk
Het beroerde voor de bromfietser is, dat
niemand zijn pleitbezorger is. De A.N.W.B.,
die meer denkt aan de belangen van de
automobilisten dan aan het doel, dat de
oprichter indertijd voor ogen had (Algemene
Nederlandse Wielrijders Bond, dus: de be
hartiging van de belangen van wielrijders
beschouwt de brommer als een noodzakelijk
kwaad, maar doet verder geen steek voor
de bromfietser. De fabrikanten, die toch ook
min of meer belanghebbenden zijn, hebben
nog nooit één woord van protest laten
horen. De belastingen incasseren hun 14
gulden per jaar en bemoeien zich er verder
ook niet mee. De bromfietser is in het ver
keer min of meer een vogelvrij-verklaarde,
moet dagelijks er voor zorgen niet het
slachtoffer te worden van onbeschofte auto
mobilisten, die niet de minste consideratie
hebben met alles, wat lichter en zwakker
is dan een wagen, is geen vlees en geen vis,
kortom: het stiefkind van de weg. Ondanks
het feit, dat de fiscus jaarlijks zo'n slordige
3JJ millioen aan wegenbelasting van hem
ontvangt.
Wanneer men aan de bromfietser denkt,
vergeet men verschillende belangrijke fac
toren. In de eerste plaats het grote aantal,
dat er thans in ons land rijdt. Dat ver
schafte en verschaft nog de industrie werk
en werkgelegenheid. In de tweede plaats
is de sprong van de bromfiets naar het
lichte motorrijwiel in prijs te groot, zodat
er een vrij grote categorie mensen is, die
qua hun financiën wèl een bromfiets, maar
niet een licht motorrijwiel kunnen kopen.
Ten derde heeft de bromfietser het recht
op de weg te rijden (we laten nu maar
in het midden, of dit het rijwielpad moet zijn
dan wel de autoweg) omdat hij wegenbelas
ting betaalt. Dit is, o.i. nog altijd een be
langrijk wapen, voor het geval de Hooge
Raad der Nederlanden te zijner tijd een
bromfietsgeval te beoordelen zal krijgen.
Men kan wel betogen, dat een bromfietser
geen rij- en nummerbewijs, geen spiegel en
meer van die dingen nodig heeft, zodat hij
in deze opzichten op één lijn gesteld wordt
met het normale rijwiel, daar is dan toch
altijd nog de wegbelasting, die hij betaalt.
Een oplossing moet er komen. Ons lijkt
ook het beste, dat de bromfiets van de snel
weg verdwijnt. Om zijn eigen bestwil. De
mentaliteit van vele autorijders is heden ten
dage helaas zo, dat men als bromfietser op
de grote weg zijn leven geen ogenblik
zeker is.
Doch géén maximum snelheid. Deze is
een paar jaar geleden voor al het verkeer
afgeschaft en al zijn er wegvlegels, die van
deze vrijheid schandelijk misbruik maken,
dat neemt niet weg, dat we de klok niet
meer moeten gaan terugzetten. Vrijheid
voor auto's en motoren Dan ook vrijheid
voor de bromfietsers. Want het is heden
zijn tijd. Dat is niet prettig voor de wiel
rijder, maar die zal op de lange duur van
de grote rijwielpaden toch wel verdwijnen.
De fabrikanten zijn van oordeel, dat binnen
tien jaar in ons land 1 millioen bromfietsen
zullen zijn. Moet dat millioen dan met een
„snelheid" van 20 km per uur langs 's heren
wegen kruipen
En ten slotte: Wij, Nederlanders, zijn een
gezellig volk. We organiseren ons in aller
lei verenigingen, partijen, clubs, organisaties
en bonden. Waarom steken de bromfietsers
hun hoofden niet bij elkaar en stichten een
vrije, onafhankelijke (onafhankelijk van
iedere verkeersbond) vereniging?
Zij zullen dan in staat zijn om op ge
paste wijze hun belangen te behartigen en
zo nodig te verdedigen. Tot nu toe zijn ze
nog een speelbal van de luimen en grillen
van andere weggebruikers, wetgevers en
rechters.
(Nadruk verboden).
HOOGWATER
in de week van 21 t/m 27 Juni 1953
Zondag
vm 10.18 en
nm 22.50 uur
Maandag
11.27
23.45
Dinsdag
12.35
Woensdag
1.08
13.37
Donderdag
2.00
14.28
Vrijdag
2.50
15.14
Zaterdag
3.36
16.00
Zaterdag 27
Juni Volle Maan te 4.29 uur.
CONCERTEN
Bij gunstig weer zal „Concordia" a.s.
Zaterdagavond om 8 uur weer een zomer-
concert geven op de kiosk, terwijl de daar
opvolgende week het muziekgezelschap uit
Oud-Vossemeer komt concerteren, eveneens
om 8 uur.
TOEZEGGING VAN BENOEMING
De heer H. Rol, hoofd van de chr. nat.
school alhier kreeg toezegging van benoe
ming als Hoofd van de nieuwe 2e chr. nat.
school te Goes.
NAAR ROTTERDAM
Op Vrijdag 12 Juni jl. maakten de leer
lingen van de chr. Nat. school alhier met
2 bussen hun jaarlijks schoolreisje. Het ging
ditmaal naar Rotterdam, daar de 3 daagse
reis naar Schouwen, die men aanvankelijk
had uitgekiend, door de ramp niet kan
doorgaan.
In opgeruimde stemming werd o.l.v. het
onderwijzend personeel en in gezelschap van
enkele ouders in Rotterdam natuurlijk de
diergaarne „Blijdorp" bezocht en van de
bijbehorende speeltuin gebruik gemaakt.
Vanaf het dak van „Het Witte Huis"
werd vervolgens Rotterdam vanuit de hoogte
bekeken. Men had daar een prachtig ver
gezicht over de stad en omgeving. Een
Spido"boot liet de jeugd Rotterdam vanaf
het water zien. Een duidelijke explicatie via
luidsprekers bracht veel nuttige kennis over
het havenwerk.
Door de wandeltunnel ging het weer
richting Tholen, waar het gezelschap na een
prettige onderbreking van de reis in het
Liesbos dankbaail, blij en op het afge
sproken tijdstip arriveerde.
SCHOOLZWEMMEN
Naar aanleiding van een door de Com
missaris der Koningin in de provinciale ver
gadering der Ver. van Ned. Gemeenten
gestelde vraag het schoolzwemmen te be
vorderen wordt er thans in de gemeente
Tholen onderzocht welke leerlingen van de
lagere scholen en ULO-school willen deel
nemen aan het schoolzwemmen. Reeds
enkele jaren werd er te Tholen aan school
zwemmen gedaan, doch daar men aanneemt,
dat er bij de ramp van 1 Febr. jl. meer men
sen gered had kunnen worden, indien zij de
zwemkunst meester waren geweest, wil men
het schoolzwemmen meer bevorderen.
VISSERIJ
Dank zij het warmere weer zijn de be
sommingen van de te Tholen binnen geko
men schippers beter dan de vorige week.
De vangsten van kreeft waren niet hoog,
ook op de weervisserijen in de Ooster
schelde werd maar matig gevangen. Alleen
de Wr. 55 uit Wieringen had een bevredi-
gende vangst, dank zij een nieuw systeem.
Deze werkt nml. met netten inplaats van
met hout, zoals gebruikelijk is.
Bij verschillende oesterkwekerijen is men
thans met man en macht bezig de uit te
zetten pannen voor oesterbroed te witten.
Duizenden pannen staan reeds opgestapeld
om straks bij warmer weer over enkele
weken op de percelen te worden uitgezet.
EEN DAGJE UIT
De kinderen van de hoogste klassen der
O.L.school te Tholen zullen 10 Juli per
autobus een dagje gaan doorbrengen in Til
burg en omgeving. Waarschijnlijk ook gaan
zij een bezoek brengen aan de vennen bij
Oisterwijk.
MOTORSPORT
De Motorclub Eendracht te Tholen orga
niseerde Zaterdag 13 Juni jl. een oriënte-
ringsrit door het eiland Tholen en West
Brabant in de Tholen-West Brabant com
petitie. Deze rit bedroeg 81 km.
De uitslagen luiden:
Soloklasse:
1. J. Grommers, Kruisland 7 strafpunten;
2. Stouthart, Bergen op Zoom 10 str.p.;
3. Jac. Rooms, Kruisland 55 str.p.
Duoklasse:
1. J. Rooms, Kruisland 2 str.p.; 2. J. Rade
maker, Kruisland 2 str.p.; 3. J. Quaak, Tho
len 3 str.p.; 4. A. C. de Hond, Thalen 5
str.p.; 5. J. Blaas, Tholen 6 str.p.; 6. Steen-
dijk, Tholen, 86 str.p.
Autoklasse:
1. J. Beukelaar, Tholen 1 str.p.; 2. J. Bal,
Fijnaart 2 str.p.; 3. G. W. Broertjes, Bergen
op Zoom 3 str.p.; 4. J. Brugman, Bergen op
Zoom 4 str.p.; 5. H. Duine, Tholen 5 str.p.;
6. J. Jochems, Kruisland 18 str.p.; 7. Wie
laard, Tholen 23 str.p.; 8. Oerlemans, Tho
len 89 str.p.; 9. Mevr. de Dreu, Goes, 92
str.p.; JO. J. A. Leys, Kapelle 140 str.p.;
11. J. Wisse, Tholen 224 str.p.
BURGERLIJKE STAND
Geboren:
16 Juni: Janna Christina, dt. van W. L.
Bijl en W. B. Reeders.
16 Juni: Gozina Hendrika, dt. van W. L.
Bijl en W. B. Reeders.
Huwelijken:
11 Juni: Paulus Dorst 28 jr. wonende te
Tholen en Willemtje de Vos, 23 jr. wonende
te Tholen.
Overleden: Geen.
WEDVLUCHT ST. MAXENCE
In concours 160 duiven, afstand 275 km.
A. Douw 1 4 8; A. Rijnberg 2, D. Lind-
hout 3, J. Vermeij 5, 11; D. Vaders 6;
A. Geuze 7; J. Tholenaar 9, 19 20; C. v.
Tilbeurgh 10 13; C. Boogaard 12; A. v.
Treijen 14; Jac. Boogaart 15; A. v. Daalen
16; A. Lindhout 17; G. Hoek 18.
REISLUST
Dat het reisseizoen weer aangebroken is
wisten we al, maar dit wordt nog eens ge
accentueerd door het feit dat in een maand
tijd ter gemeente-secretarie ruim 50 be
wijzen van nederlanderschap voor reizen
naar België en Luxemburg werden afge
geven.
VERGADERING
VEILINGSVERENIGING
In de zaal van dhr. W. Rijnberg werd
Vrijdag 12 Juni de algemene jaarvergadering
gehouden van de „Veiling St. Annaland en
Omstreken,* waarbij 86 leden aanwezig
waren. Om niet in herhaling van het jaar
verslag te vallen wenste de voorzitter, dhr.
J. F. Brooymans zijn openingswoord kort te
houden. Hij herinnerde aan de ramp met
zijn droevige gevolgen, vooral voor onze
naburige gemeente en met zijn materiele ge
volgen ook voor de leden van deze ver
eniging. Spreker hoopte dat de zwaarst ge
troffenen de moed en de kracht mogen ont
vangen om voort te gaan en de nog komende
moeilijkheden te overwinnen.
Hij releveerde op beknopte wijze het ver-
enigings- c.q. het landbouwjaar Hoe bijvoor
beeld de aardappelprijs in het begin goed,
was maar later veel is gezakt. Daaren
tegen is de uienprijs in de loop van het sei
zoen gestegen en was het over het algemeen
een zeer goede prijs, zodat ook degenen die
ze laat leverden zeker him bewaarloon wel
vergoed hebben gekregen.
Nadat de secretaris C. J. J. Kooyman de
notulen had gelezen werd het financiële
gedeelte onder de loupe genomen. Hieruit
bleek o.m. dat een bedrag van 2807,98
gestort kon worden in het fonds „dubieuze