WEEKBLOD VOOR HET EILOND THOLEN EN ST.FILIPSLOND Plaatselijk Nieuws WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht De vervoerspolitiek der Spoorwegen Min. Algera ontsnapt aan een motie De langste dag en het weer Mevr. Riet-Boogaard HET PROBLEEM BROMFIETS THOLEN OUD-VOSSEMEER ST. ANNALAND 9e Jaargang No. 30 19 Juni 1953 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestr. 9, Tholen - Tel. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 4- incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Minister Algera van Verkeer en Water staat is deze week in de Eerste Kamer op het nippertje een nederlaag ontgaan. Het was niet zo erg, dat zijn ministeriële car rière op het spel stond, maar hij haalde toch verlicht adem toen bleek, dat een motie van Prof. Molenaar (v.v.d.) met 2 stemmen verschil werd verworpen. Het ging over de vraag of het spoorlijntje Loolaan- Scheveningen moet worden opgeheven. Een aardige spoorverbinding. Van een der Haagse stations rijdt men langs de duinen voet naar de internationaal bekende bad plaats. Een mooi uitzicht en van de drukte zal men geen last hebben, daar het meer dan eens voorkomt, dat het. aantal passa giers op de vingers van een hand te tellen is. De bewindsman had ook een proef ge nomen en kwam tot de ontdekking dat hij geen enkele reisgenoot had. Men zal begrij pen; deze spoorverbinding is niet rendabel. Jaarlijks moet er ƒ543.000,bij. En daar om wil de minister deze spoorlijn opheffen. Het gaat ons nu niet om het locale belang. Maar welke politiek wordt door de N.S. gevoerd? Heft zij elke lijn op die niet ren dabel is en houdt zij dus alleen de winst gevende lijnen in stand? Deze vraag rees bij Prof. Molenaar. Hij stond zeer gere serveerd tegenover de opheffing van niet- rendabele lijnen, omdat de spoorwegen het openbaar belang hebben te dienen. Minis ter Algera ontkende dit niet. Maar primair moet onze spoorwegmaatschappij een instel ling zijn met een commerciële inslag, die dus streeft naar een sluitende begroting. Het is dus mogelijk dat er niet-rendabele lijnen worden opgeheven. Maar voordat daartoe wordt overgegaan, moet er heel wat gebeu ren. In de eerste plaats zal onomstotelijk moeten vaststaan, dat de lijn inderdaad niet- rendabel is. Dit betekent, dat de spoorwe gen eerst zullen trachten de noodlijdende lijnen te moderniseren, om zodoende meer passagiers te trekken. In de tweede plaats zal moeten blijken, dat ander vervoer ge garandeerd kan worden. Tussen deze twee criteria ligt een lange weg. Blijkt dus, dat na een modernisering de spoorwegverbin ding noodlijdend blijft en is er een mogelijk heid voor ander vervoer, dan is opheffing niet uitgesloten. Prof. Molenaar bleef dit griezelig vinden, omdat de spoorwegen pri mair het „openbaar belang" hebben te die nen. Daarom worden eventuele tekorten door het Rijk bijgepast. Maar juist dit was voor Minister Algera een bewijs, dat men van de spoorwegen een commerciële instel ling moet maken. Want als het Rijk de te korten bijpast, dan wordt het particuliere vervoer benadeeld. Tegen het Rijk kan men niet concurreren. Een standpunt, dat Prof. Molenaar goed in de oren klonk, maar waarmede hij het in dit bijzondere geval niet eens was. De meningen bleven dus tegenover elkaar staan. Het werd niet gemakkelijk voor de Minister toen ook de socialistische afgevaar digde Kramer het met de heer Molenaar eens bleek te zijn. Bovendien liet de frac tie-voorzitter der c.h.u., de heer Kolff, ook enige dreigende geluiden horen. Het debat had een sterk algemeen karak ter gekregen. Niet het lijntje Loolaan-Sche- veningen, maar de vervoerspolitiek van de N.S. werd belangrijk. En Minister Algera kon-er niet aan ontkomen om toe te zeg gen, dat dit probleem in het najaar bij de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat aan de orde zal komen. Ach teraf bleek, dat deze toezegging niet nodig was geweest, omdat de stemverhouding precies goed lag. Dat kon hij nog niet we ten. Maar hij liet wel blijken, dat het ko mend debat hem niet bijzonder aangenaam was. De zaak is uitgepraat, zo zeide hij en nieuwe argumenten zijn niet meer aan te voeren. De motie van Prof. Molenaar om het besluit tot opheffing van het spoorlijn tje nog eens in overweging te nemen, werd verworpen met 1517 stemmen. De stem ming was zeer verdeeld. Alleen de v.v.d.- fractie was homogeen en de fractie van de communisten, die echter maar met één man was opgekomen. Bij de a.r. was het bijv. Prof. Diepenhorst, die zijn partijgenoot-mi nister afviel terwijl er verder 5 p.v.d.a., 2 k.v.p. en 2 c.h.u. hun stem aan de motie gaven. Daarmede was de middag bijna gevuld. De Eerste Kamer ging ook accoord met een verlaging van de vereveningsheffing en met de verlenging van de noodwet Kinderbijslag voor kleine zelfstandigen. De Tweede Kamer rust van een paar dagen vergaderen uit tot 30 Juni a.s. Ver scheidene afgevaardigden bevinden zich n.l. in Straatsburg, waardoor het werk enigszins wordt lamgelegd. Juist met het oog op de internationale werkzaamheden valt het nog altijd te betreuren, dat de uitbreiding van de Tweede Kamer niet heeft kunnen plaats vinden. Maar ook de Eerste Kamer gaat het kalmpjes aandoen. Volgende week zal zij niet bijeenkomen. Er wordt echter reke ning gehouden met de mogelijkheid, dat het verdrag over de Europese Defensie Ge meenschap nog einde Juli in openbare be handeling zal komen, zodat de werkelijke zomervacantie weer kort zal worden. (Nadruk verboden). De zon schijnt bijna 1 7 uren van de dag (Van onze weerkundige medewerker) A.s. Zondag, 21 Juni, bereikt de zon weer haar hoogste punt op de Noorderkeerkring, en wel 's avonds om precies zes uur. De zon staat dan van 's morgens 4 uur 'en 19 min. tot 's avonds 4 minuten over 9 boven de horizon, dat is 16 uur en drie kwartier. Geheel donker wordt het 's nachts niet, daar de zon slechts 7 uur en 1 kwartier onder de horizon is en avond- en morgen schemering rond deze langste dagen van het jaar vrijwel in elkaar overgaan. Wanneer zich een periode met regenach tig weer voordoet, kan men dikwijls horen zeggen: „dat duurt tot de langste dag Men wil hiermee aangeven, dat zodra de langste dag is bereikt, het weer zal verbe teren. In werkelijkheid zullen wij hen, die dit altijd hebben gemeend, moeten teleurstel len, daar het weer zich niets van de datum 21 Juni aantrekt en evenmin van het feit dat de zon op die dag het hoogste punt op ons noordelijk halfrond bereikt. Er is over het algemeen wel een ver schil tussen het weertype dat in de voorzo mer voorkomt (dikwijls nog koude winden uit noordelijke richting) en het weertype in de nazomer, dat veelal een rustiger, zwoel en meer zomers karakter heeft. De over gang voltrekt zich zeer langzaam en is dik wijls eerst in de Julimaand, die gemiddeld de warmste is van het gehele jaar, merk baar. Begint volgens de kalenderindeling de zo mer a.s. Zondag, meteorologisch worden de seizoenen naar de drie volle maanden inge deeld. Zo behoren de maanden Juni, Juli en Augustus tot de zomer. De zomer van 1951 alsook die van 1952 heeft ons flink teleurgesteld, daar het aantal zomerse da gen (maximum-temperatuur 25 gr. C of hoger) in het gehele land beneden normaal bleef. In de Bilt werden in 1951 en ook in 1952 slechts 14 zomerse dagen gemeten te gen 23 normaal. Het kan echter nog erger, want het jaar 1882 bracht er slechts 6. Op het voorjaar (Maart, April en Mei) kunnen wij met voldoening terugzien, al heeft het ook enkele tegenslagen gebracht. Genoemd mogen worden de zware regens in de eerste week van April, de zware nacht vorsten omstreeks 10 Mei, die op tal van plaatsen zware schade aanrichtten, en een te droge periode in de Meimaand. Op 10 Mei werden dicht bij de grond temperatu ren van 6 a 7 gr C onder het vriespunt gemeten; vooral in de omgeving van de Betüwe en de Achterhoek is door nachtvorst veel schade aangericht. Hier volgen nog enkele cijfers over het „voorjaar van 1953". De gemiddelde et- maaltemperatuur, te De Bilt berekend, be droeg 8.8 tegen normaal 8.6 gr C. De hoog ste temperatuur, 28.4 gr C, werd op Tweede Pinksterdag (25 Mei) waargenomen; de laagste 4.0 gr C op 2 Maart. Het aantal vorstdagen bedroeg 15 tegen 16 normaal. April bracht een flink overschot aan uren zonneschijn, waardoor het voorjaar in zijn geheel voor De Bilt 520 uren zonneschijn deed registreren tegen normaal 501 uren. Het was overal een te droog voorjaar. In De Bilt viel totaal 94 mm regen tegen nor maal 149 mm. De warme periode van 15 tot en met 25 Mei was volop zomers met in De Bilt 6 tegen normaal 3 zomerse da gen. De lente wordt hier berekend over de maanden Maart, April en Mei. De eerste dagen van Juni waren buitengewoon koud. Op 2 Juni kwam het kwik in de Bilt niet hoger dan 9.2 gr C. Een zo laag maximum werd in Juni in De Bilt in de laatste 100 jaren niet waargenomen. Dit record stond nog steeds op 12 Juni 1916 met een maxi mum van 10.8 gr C. Bij deze zeer koude dagen vergeleken, hebben wij over het voorjaar van 1953 niet te klagen gehad, temeer daar juist tijdens de Pinksterdagen de hoogste temperaturen werden gemeten. (Nadruk verboden). in opspraak Nadat er in Januari jl. weer enige deining rond de erfeniskwestie van de Boogaart- familie was ontstaan, voornamelijk te Rot- terdajn, wordt mevrouw Riet, die een en ander aan het rollen heeft gebracht de laatste maanden nogal aangevallen en hecht men steeds minder waarde aan de eertijds ge dachte mogelijkheid hier een millioentje uit te halen. Zelf hebben we er ook het stilzwijgen maar toegedaan. Nadat de opzet aanvanke lijk zeer serieus leek en mevr. Riet inderdaad moeite noch kosten spaarde om de geslachts boom zonder mankeren bij elkaar te krijgen teneinde de juiste erfgenamen te kunnen aan wijzen, wanneer we althans niet veronder stellen dat het uitsluitend een genealogische hobby was waren haar brieven de laatste tijd veelal verward, dat we het niet de moeite waard achten dit onder de aandacht van de belanghebbenden te brengen via ons blad. Sinds onze laatste publicatie had deze zaak belangrijke afmetingen aangenomen en zelfs de regering werd er bij betrokken. Zo meldde het „Algemeen Dagblad" dat de vice-consul in de U.S.A. een bezoek bracht bij mrs. Riet en daar „met schimp scheuten zou zijn ontvangen." Hoever dit laatste op waarheid berust is ons niet bekend. Wel schrijft mrs. Riet ook aan ons over het bezoek van de vice-consul en wijst er daarbij op dat zijn Excellentie de Minister van Buitenlandse Zaken via dhr. B. van Dongen (dat is de vice-consul in de U.S.A.) op 20 April 1953 een onder zoek naar deze nalatenschap en haar be trouwbaarheid liet instellen. En schrijft mrs. Riet: „Er waren echter geen termen aanwezig deze zaak te stoppen." Dat klinkt wel erg vaag vindt U niet. En deze kwestie wordt nog vager, wanneer we er acht op slaan, hoe volgens het Alg. Dagblad men van overheidswege waar schuwde hiervoor geld te gaan uitgeven. „Elke cent die de vermeende belanghebbende er voor zouden uitgeven om een deel van de erfenis in handen te krijgen, zal wegge gooid geld zijn," aldus op het Min. v. Bui tenlandse Zaken tot de verslaggever van het Alg. Dagblad. Een week later (4 Juni jl.) kwam er in dezelfde krant opnieuw een artikeltje over deze kwestie. Nu naar aanleiding van de mededeling van mrs. Riet, dat zuster Van Broekhoven uit de Paulus Bakxstraat te Bergen op Zoom een handje zou gaan hel pen in Salt Lake City (waar mevrouw Riet momenteel woont, na uit Utah te zijn ver huisd) om de erfeniskwestie op te lossen. Daarover was zuster van Broekhoven hele maal niet te spreken, wanneer we het Alge meen Dagblad mogen geloven. „Hoe komt dat mens er bij dat ik naar Amerika wil komen. Ik denk er niet aan een cent uit te geven om voor die millioenen-erfenis naar Amerika te gaan en ik zou de andere men sen aan willen raden er geen kosten voor te maken, want ik geloof er eigenlijk niets meer van." De zuster zou voorts gezegd hebben er spijt van te hebben ooit aan de Amerikaanse te hebben geschreven, nadat ze van de erfenis ook de lucht had gekregen en van wege het feit dat haar moeder een Bogaart is. „Als mevrouw Riet zo door blijft gaan, waarschuw ik de commissaris van politie", verklaarde zuster van Broekhoven voorts aan het Alg. Dagblad. En hoewel ze eerst wel aan de erfenis geloofde, beschouwt ze mevrouw Riet nu meer als een fantaste, die een of ander waandenkbeeld najaagt. We willen dit zuster van Broekhoven in geen geval betwisten. Zelf hebben we tegen over heel deze kwestie vanaf het begin zeer sceptisch gestaan, wat de lezer in ons com mentaar na de eerste oproep wel gebleken is. Maar ondertussen geloven we niet, dat zuster van Broekhoven helemaal onschuldig is aan de mededeling van mevr. Riet om naar U.S.A. te komen. En dat niét, omdat laatstgenoemde ons dat bericht ook doorgaf en letterlijk schreef (in een ongedateerd schrijven, dat ons half Mei jl. bereikte): „Hedenmorgen mocht ik een schrijven ont vangen van Zuster Broekhoven Paulus Bakxstraat 7, Bergen op Z„ waarin zij mij aanbood mij te hulp te komen in mijn moei lijke opdracht de mede-erfgenamen te vinden inzake de millioenen nalatenschap der Boogaart-familie. Een aanbod wat door mij met beide handen is aangenomen. Zuster Broekhoven bood aan als mogelijke mede erfgenaam de oceaan over te steken. Daar de staat maar een half jaar toestaat om hier te vertoeven, zo wil ik haar de volle tijd disponibel stellen om een volledig onderzoek in te stellen. Zij zal dan mijn gast zijn, zon der dat wij er haar ook maar een cent voor in rekening willen brengen. Wij willen hier door een blijk geven dat deze zaak werkelijk het daglicht mag aanschouwen en dat er onzerzijds geen valse hoop wordt opgewekt zonder grond." Aldus mevr. Riet, die wel een bijzondere fantaste moet zijn, wanneer we thans weer zuster Broekhoven willen geloven, als laatst genoemde nimmer een balletje in die richting heeft opgegooid. En daaraan veroorloof ons dat zuster twijfelen we even hard als aan het be staan van de millioenenerfenis voor de Boogaarts. Niet dat we het opgooien van zo'n bal letje erg vinden, evenmin als we het erg vinden dat zo niet alle, dan toch nog vele Boogaarts in hun binnenste hopen, dat mrs. Riet niet alleen maar een genealogische hartstocht heeft, niet alleen maar Mormoonse wil worden, zoals ook wordt beweerd, maar dat het haar alsnog zal gelukken belang hebbenden een briefkaartje te sturen, dat het millioentje gereed ligt. (Van een verkeersdeskundige) Het geval „Bromfiets" begint langzamer hand een vervelende puzzle te worden, niet alleen in het verkeer, maar ook in de kamers van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Wanneer we vaststellen, dat de bromfiets de autoriteiten „over het hoofd" is gegroeid, dan zijn we niet ver bezijden de waarheid. Want ten deperatemente weet men eigenlijk niet goed, hoe men dit geval moet aanpakken en zó verwerken, dat alle partijen redelijkerwijs tevreden zijn gesteld. Hetgeen overigens in de practijk onmogelijk zal blijken. De eerste officiële sensatie verwekte de rechter in Rotterdam. Hij besliste, dat de bromfiets gelijkgesteld dient te worden met het gewone rijwiel en dus moet de bromfiets naar het rijwielpad worden verwezen. Toen kwam er een uitspraak van de Haagse rechter en deze was precies het tegenovergestelde: de bromfiets is in wezen een licht motorrijwiel en hoort deswege niet op het rijwielpad thuis. Dus op de grote weg. En daar zitten we dus met twee uit spraken, die de chaos nog weer wat groter hebben gemaakt. Het wordt tijd, dat de minister ingrijpt en definitief komt met een wijziging van het motorrijtuigenbesluit, hoe die dan ook moge uitvallen, want anders zal de bromfietser genoodzaakt zijn aan de rand van iedere gemeente eerst te vragen: Mag ik hier op de rijweg blijven Laten we eens even kijken, hoe het in het buitenland is. Wel, dat maakt ons al niet veel wijzer. Weliswaar is er indertijd een internationale overeenkomst gemaakt, die de bromfiets gelijkstelt met het rijwiel, maar in België bv. moet U op het rijwielpad rijden (als dit er is), doch in Zwitserland, waar niet zoveel rijwielpaden zijn, maakt men zich hierover niet druk, doch eist men wel nummer- en rijbewijs Men ziet, het wordt er niet eenvoudiger om. Tot op heden is men in Duitsland nog vrij om naar keuze op de grote weg dan wel op het rijwielpad te brommen, doch ik meen, dat ook hier een regeling in de maak is, die de brommer naar het fietspad verwijst. Hoe moeten we in Nederland aan De automobilist wil niets liever dan een wette lijke regeling, die de bromfiets naar het rijwielpad brengt. Daar is niets op tegen en ik neem aan, dat de meeste bromfietsers onder de gegeven omstandigheden het veilige rijwielpad zullen prefereren boven de min of meer gevaarlijke autobaan. Maar de wielrijders beschouwen de brommers op hun beurt als een gevaar, omdat ze veel te hard rijden. Geen nood, zegt de A.N.W.B., stel een maximum snelheid vast van 20 km/uur voor de bromfiets. Dat is op papier erg gemakkelijk, maar in de practijk onmogelijk, want elke bromfiets heeft een gemiddelde snelheid van max. 20 km/uur Immers geen één Momenteel zijn er tussen de 280.000 en de 300.000 bromfietsen in ons land, vertegen woordigende ca. 50 merken. De rustigste is ongetwijfeld de Solex met een kruissnelheid van 2530 km/uur, doch de andere merken gaan vrijwel alle hoger. De Mosquito draait met gemak 3040, de Berini en de Moby- lette komen er nog boven en de jongste importmerken uit Italië draaien zelfs over de 50 km/uur. Gestel, dat de minister vast stelt, dat de maximum snelheid niet meer dan 20 km/uur mag bedragen, hoe doet men dan met de 280.000 bromfietsen, die vrijwel alle een hogere snelheid hebben Moeten die dan worden bijgesteld Ik vrees, dat 9 van de 10 bezitters van bromfietsen hun vehikel niet zullen laten steriliseren. Immers, velen hebben een bromfiets gekocht om zich met een gemiddelde snelheid van een 30 km per uur te kunnen verplaatsen. Hoevele mensen hebben een bromfiets voor hun zaak, bedrijf, beroep gekocht om zich sneller te kunnen verplaatsen Moeten al deze men sen verplicht worden niet harder dan 20 km per uur te rijden Dat is toch onmoge lijk Het beroerde voor de bromfietser is, dat niemand zijn pleitbezorger is. De A.N.W.B., die meer denkt aan de belangen van de automobilisten dan aan het doel, dat de oprichter indertijd voor ogen had (Algemene Nederlandse Wielrijders Bond, dus: de be hartiging van de belangen van wielrijders beschouwt de brommer als een noodzakelijk kwaad, maar doet verder geen steek voor de bromfietser. De fabrikanten, die toch ook min of meer belanghebbenden zijn, hebben nog nooit één woord van protest laten horen. De belastingen incasseren hun 14 gulden per jaar en bemoeien zich er verder ook niet mee. De bromfietser is in het ver keer min of meer een vogelvrij-verklaarde, moet dagelijks er voor zorgen niet het slachtoffer te worden van onbeschofte auto mobilisten, die niet de minste consideratie hebben met alles, wat lichter en zwakker is dan een wagen, is geen vlees en geen vis, kortom: het stiefkind van de weg. Ondanks het feit, dat de fiscus jaarlijks zo'n slordige 3JJ millioen aan wegenbelasting van hem ontvangt. Wanneer men aan de bromfietser denkt, vergeet men verschillende belangrijke fac toren. In de eerste plaats het grote aantal, dat er thans in ons land rijdt. Dat ver schafte en verschaft nog de industrie werk en werkgelegenheid. In de tweede plaats is de sprong van de bromfiets naar het lichte motorrijwiel in prijs te groot, zodat er een vrij grote categorie mensen is, die qua hun financiën wèl een bromfiets, maar niet een licht motorrijwiel kunnen kopen. Ten derde heeft de bromfietser het recht op de weg te rijden (we laten nu maar in het midden, of dit het rijwielpad moet zijn dan wel de autoweg) omdat hij wegenbelas ting betaalt. Dit is, o.i. nog altijd een be langrijk wapen, voor het geval de Hooge Raad der Nederlanden te zijner tijd een bromfietsgeval te beoordelen zal krijgen. Men kan wel betogen, dat een bromfietser geen rij- en nummerbewijs, geen spiegel en meer van die dingen nodig heeft, zodat hij in deze opzichten op één lijn gesteld wordt met het normale rijwiel, daar is dan toch altijd nog de wegbelasting, die hij betaalt. Een oplossing moet er komen. Ons lijkt ook het beste, dat de bromfiets van de snel weg verdwijnt. Om zijn eigen bestwil. De mentaliteit van vele autorijders is heden ten dage helaas zo, dat men als bromfietser op de grote weg zijn leven geen ogenblik zeker is. Doch géén maximum snelheid. Deze is een paar jaar geleden voor al het verkeer afgeschaft en al zijn er wegvlegels, die van deze vrijheid schandelijk misbruik maken, dat neemt niet weg, dat we de klok niet meer moeten gaan terugzetten. Vrijheid voor auto's en motoren Dan ook vrijheid voor de bromfietsers. Want het is heden zijn tijd. Dat is niet prettig voor de wiel rijder, maar die zal op de lange duur van de grote rijwielpaden toch wel verdwijnen. De fabrikanten zijn van oordeel, dat binnen tien jaar in ons land 1 millioen bromfietsen zullen zijn. Moet dat millioen dan met een „snelheid" van 20 km per uur langs 's heren wegen kruipen En ten slotte: Wij, Nederlanders, zijn een gezellig volk. We organiseren ons in aller lei verenigingen, partijen, clubs, organisaties en bonden. Waarom steken de bromfietsers hun hoofden niet bij elkaar en stichten een vrije, onafhankelijke (onafhankelijk van iedere verkeersbond) vereniging? Zij zullen dan in staat zijn om op ge paste wijze hun belangen te behartigen en zo nodig te verdedigen. Tot nu toe zijn ze nog een speelbal van de luimen en grillen van andere weggebruikers, wetgevers en rechters. (Nadruk verboden). HOOGWATER in de week van 21 t/m 27 Juni 1953 Zondag vm 10.18 en nm 22.50 uur Maandag 11.27 23.45 Dinsdag 12.35 Woensdag 1.08 13.37 Donderdag 2.00 14.28 Vrijdag 2.50 15.14 Zaterdag 3.36 16.00 Zaterdag 27 Juni Volle Maan te 4.29 uur. CONCERTEN Bij gunstig weer zal „Concordia" a.s. Zaterdagavond om 8 uur weer een zomer- concert geven op de kiosk, terwijl de daar opvolgende week het muziekgezelschap uit Oud-Vossemeer komt concerteren, eveneens om 8 uur. TOEZEGGING VAN BENOEMING De heer H. Rol, hoofd van de chr. nat. school alhier kreeg toezegging van benoe ming als Hoofd van de nieuwe 2e chr. nat. school te Goes. NAAR ROTTERDAM Op Vrijdag 12 Juni jl. maakten de leer lingen van de chr. Nat. school alhier met 2 bussen hun jaarlijks schoolreisje. Het ging ditmaal naar Rotterdam, daar de 3 daagse reis naar Schouwen, die men aanvankelijk had uitgekiend, door de ramp niet kan doorgaan. In opgeruimde stemming werd o.l.v. het onderwijzend personeel en in gezelschap van enkele ouders in Rotterdam natuurlijk de diergaarne „Blijdorp" bezocht en van de bijbehorende speeltuin gebruik gemaakt. Vanaf het dak van „Het Witte Huis" werd vervolgens Rotterdam vanuit de hoogte bekeken. Men had daar een prachtig ver gezicht over de stad en omgeving. Een Spido"boot liet de jeugd Rotterdam vanaf het water zien. Een duidelijke explicatie via luidsprekers bracht veel nuttige kennis over het havenwerk. Door de wandeltunnel ging het weer richting Tholen, waar het gezelschap na een prettige onderbreking van de reis in het Liesbos dankbaail, blij en op het afge sproken tijdstip arriveerde. SCHOOLZWEMMEN Naar aanleiding van een door de Com missaris der Koningin in de provinciale ver gadering der Ver. van Ned. Gemeenten gestelde vraag het schoolzwemmen te be vorderen wordt er thans in de gemeente Tholen onderzocht welke leerlingen van de lagere scholen en ULO-school willen deel nemen aan het schoolzwemmen. Reeds enkele jaren werd er te Tholen aan school zwemmen gedaan, doch daar men aanneemt, dat er bij de ramp van 1 Febr. jl. meer men sen gered had kunnen worden, indien zij de zwemkunst meester waren geweest, wil men het schoolzwemmen meer bevorderen. VISSERIJ Dank zij het warmere weer zijn de be sommingen van de te Tholen binnen geko men schippers beter dan de vorige week. De vangsten van kreeft waren niet hoog, ook op de weervisserijen in de Ooster schelde werd maar matig gevangen. Alleen de Wr. 55 uit Wieringen had een bevredi- gende vangst, dank zij een nieuw systeem. Deze werkt nml. met netten inplaats van met hout, zoals gebruikelijk is. Bij verschillende oesterkwekerijen is men thans met man en macht bezig de uit te zetten pannen voor oesterbroed te witten. Duizenden pannen staan reeds opgestapeld om straks bij warmer weer over enkele weken op de percelen te worden uitgezet. EEN DAGJE UIT De kinderen van de hoogste klassen der O.L.school te Tholen zullen 10 Juli per autobus een dagje gaan doorbrengen in Til burg en omgeving. Waarschijnlijk ook gaan zij een bezoek brengen aan de vennen bij Oisterwijk. MOTORSPORT De Motorclub Eendracht te Tholen orga niseerde Zaterdag 13 Juni jl. een oriënte- ringsrit door het eiland Tholen en West Brabant in de Tholen-West Brabant com petitie. Deze rit bedroeg 81 km. De uitslagen luiden: Soloklasse: 1. J. Grommers, Kruisland 7 strafpunten; 2. Stouthart, Bergen op Zoom 10 str.p.; 3. Jac. Rooms, Kruisland 55 str.p. Duoklasse: 1. J. Rooms, Kruisland 2 str.p.; 2. J. Rade maker, Kruisland 2 str.p.; 3. J. Quaak, Tho len 3 str.p.; 4. A. C. de Hond, Thalen 5 str.p.; 5. J. Blaas, Tholen 6 str.p.; 6. Steen- dijk, Tholen, 86 str.p. Autoklasse: 1. J. Beukelaar, Tholen 1 str.p.; 2. J. Bal, Fijnaart 2 str.p.; 3. G. W. Broertjes, Bergen op Zoom 3 str.p.; 4. J. Brugman, Bergen op Zoom 4 str.p.; 5. H. Duine, Tholen 5 str.p.; 6. J. Jochems, Kruisland 18 str.p.; 7. Wie laard, Tholen 23 str.p.; 8. Oerlemans, Tho len 89 str.p.; 9. Mevr. de Dreu, Goes, 92 str.p.; JO. J. A. Leys, Kapelle 140 str.p.; 11. J. Wisse, Tholen 224 str.p. BURGERLIJKE STAND Geboren: 16 Juni: Janna Christina, dt. van W. L. Bijl en W. B. Reeders. 16 Juni: Gozina Hendrika, dt. van W. L. Bijl en W. B. Reeders. Huwelijken: 11 Juni: Paulus Dorst 28 jr. wonende te Tholen en Willemtje de Vos, 23 jr. wonende te Tholen. Overleden: Geen. WEDVLUCHT ST. MAXENCE In concours 160 duiven, afstand 275 km. A. Douw 1 4 8; A. Rijnberg 2, D. Lind- hout 3, J. Vermeij 5, 11; D. Vaders 6; A. Geuze 7; J. Tholenaar 9, 19 20; C. v. Tilbeurgh 10 13; C. Boogaard 12; A. v. Treijen 14; Jac. Boogaart 15; A. v. Daalen 16; A. Lindhout 17; G. Hoek 18. REISLUST Dat het reisseizoen weer aangebroken is wisten we al, maar dit wordt nog eens ge accentueerd door het feit dat in een maand tijd ter gemeente-secretarie ruim 50 be wijzen van nederlanderschap voor reizen naar België en Luxemburg werden afge geven. VERGADERING VEILINGSVERENIGING In de zaal van dhr. W. Rijnberg werd Vrijdag 12 Juni de algemene jaarvergadering gehouden van de „Veiling St. Annaland en Omstreken,* waarbij 86 leden aanwezig waren. Om niet in herhaling van het jaar verslag te vallen wenste de voorzitter, dhr. J. F. Brooymans zijn openingswoord kort te houden. Hij herinnerde aan de ramp met zijn droevige gevolgen, vooral voor onze naburige gemeente en met zijn materiele ge volgen ook voor de leden van deze ver eniging. Spreker hoopte dat de zwaarst ge troffenen de moed en de kracht mogen ont vangen om voort te gaan en de nog komende moeilijkheden te overwinnen. Hij releveerde op beknopte wijze het ver- enigings- c.q. het landbouwjaar Hoe bijvoor beeld de aardappelprijs in het begin goed, was maar later veel is gezakt. Daaren tegen is de uienprijs in de loop van het sei zoen gestegen en was het over het algemeen een zeer goede prijs, zodat ook degenen die ze laat leverden zeker him bewaarloon wel vergoed hebben gekregen. Nadat de secretaris C. J. J. Kooyman de notulen had gelezen werd het financiële gedeelte onder de loupe genomen. Hieruit bleek o.m. dat een bedrag van 2807,98 gestort kon worden in het fonds „dubieuze

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1953 | | pagina 1