Eendrachtbode teRuq in öe moööep 9e Jaargang No. 27 TWEEDE BLAD 28 Mei 1953 Raadsverlag St. Maartendsdijk Nieuwe Bloemenzeep is de kennismaking waard! Over de straatverlichting, de Centrale en de P.Z.E.M. Het verkeer over de Markt Een suggestie tot het plaatsen van een MONUMENT voor de rampslachtoffers. De voltallige Smerdiekse gemeente raad kwam Vrijdagmorgen 22 Mei in openbare vergadering bijeen onder leiding van burgemeester D. C. Bouwense. Secretaris dhr. Meloen. Bij de ingekomen stukken was een schrijven van dhr. J. P. Koopman, dat hij zijn benoeming als lid van het Wezen Armbestuur aanvaardt. Ged. Staten hebben het raads besluit inzake de interimregeling ziektekosten 1953 goedgekeurd. Het rapport van het Verificatie bureau werd eveneens zonder be zwaar aanvaard. In verband met zijn benoeming te Doorn vraagt dhr. E. Everaers, lste ambtenaar ter secretarie en gemeente-ontvanger als zodanig ontslag. Op voorstel van het dag. bestuur wordt hem dit jaar per 1 Juni a.s. eervol ontslag verleend onder dank voor de goede diensten aan de ge meente bewezen. Met gelijke datum heeft hij ook eervol ontslag als onbezoldigd ambtenaar van de bur- gelijke stand. De voorzitter en de leden hebben er spijt van, maar kunnen begrijpen dat dhr. Everaers dit ontslag vraagt. Eerstgenoemde wijst er op, dat deze ambtenaar ook in de watersnood be wees uit het goede hout te zijn ge sneden en met goed organisatiewerk veel arbeid verzette. Dhr. Koopman vraagt of men al een vervanger zoekt De voorzitter antwoordt bevesti gend. Er zijn reeds sollicitanten op geroepen en brieven ingekomen. Naar aanleiding van een ingeko men schoolverslag vraagt dhr. o.d. Brouw of er nog geen ambitie zou zijn voor avondschoolonderwijs en of men daaraan van gemeentewege niets moet doen. Dan is het nu onge veer tijd en niet wanneer de lange avonden er al zijn. De voorzitter antwoordt dat hier voor geen belangstelling blijkt te zijn Dhr. od. Brouw vraagt of de voorbereiding daartoe wel goed was. Is er animo gekweekt? De voorzitter antwoordt dat de daarvoor in aanmerking komenden persoonlijk werden bezocht. Hij geeft toe dat het wat attractief moet zijn en misschien kan men dit straks bereiken, wanneer er een technische school is. Van de Centr. Kath. Mil. Tehui zen is een verzoek om subsidie dat voor kennisgeving wordt aange nomen. Voor de rijks- en gemeenteambte naren is een regeling gemaakt, waar bij van af 15 Februari tot 20 April een ramptoelage wordt gegeven tot een minimum van 150.-en een maximum van 600.ofwel 20% van het grondsalaris. Allen zijn voor uitkering hiervan. Er is ook geen bezwaar tegen het verzoek van dhr. P. C. v. Splunter die de gemeentewoning wil huren waarin voorheen zijn thans over leden moeder woonde. Wed. J. H. de Viet Heijboer be houdt de landpacht van haar over leden echtgenoot. Dhr. o.d. Brouw wijst er in dit verband op, dat er in het algemeen wel op moet worden toegezien dat het zelf beboerd wordt of dat men het zelf laat beboeren. De voorzitter en ook de andere le den beamen dat hierin lijn moet zit ten en geen onderverhuur mag plaats hebben. Straatverlichting en overname. Met ingang van 1 Januari a.s. loopt de concessie af van de Coöp. Electrische Centrale alhier, die dan zou worden overgenomen door de P.Z.E.M., waartoe laatstgenoemde instantie in de gemeente reeds enige voorbereidingen heeft getroffen. Overigens loopt het wat die overna me betreft nog steeds erg stroef en weten belanghebbenden nog niet erg goed waar ze aan toe zijn. Wel dat het hun geld zal kosten. Vanzelfsprekend is hierbij de ge meente ook betrokken die voor de straatverlichting moet zorgen. In overleg met de P.Z.E.M. komt het dag. bestuur thans met het voor stel ter tafel om in totaal 81 licht masten te doen aanleggen voor de straatverlichting. Dit zal op 33.735 komen. Dhr. Koopman hierover het woord verkrijgend vindt dat de Centrale niet goed behandeld wordt door de P.Z.E.M. Men weet niet wat men straks zal moeten betalen, alleen maar dat er een hoop schuld is. De watervloed was een Natio nale ramp, maar deze stroomover- name wordt voor Smerdiek een plaatselijke ramp. Hij kan zich niet indenken, dat alle mensen hierin 2 of 300 gulden zullen moeten bijbrok- ken. Het gaat hem te ver. Wanneer men als gemeentebe stuur een besluit neemt, moet men toch zeker weten wat de Centrale straks zal krijgen. Ze kunnen ons niet verplichten dit zo maar zonder meer te doen. Dit zaakje gaat ons om en nabij de ton kosten. Dhr. Langejan zegt: Ze willen niet praten. Ze doen maar. Dhr. Koopman: Nou, dan wil ik ook niet praten en doe ik niets. De voorzitter: Dan zitten we straks in het donker. Dhr. Koopman: Dan maar in het donker maar niet zo maar zonder ons over ons beslissen. Dhr. Geluk vindt het verkeerd, dat niet opnieuw concessie is aan gevraagd. Nu doet de P.Z.E.M. wat ze wil, was er verlenging geko men, dan had er gepraat kunnen worden. Weth. Hage wijst er op dat ver lenging niet meer mogelijk was. Dhr. o. d. Brouw is met dhr. Koopman eens, dat de P.Z.E.M. dit vrij ruw aanpakt. Hij zit er zelf niet mee, maar kan zich indenken, dat er verschillende inwoners met be zwaren zullen komen als het zoveel moet gaan kosten. Dhr. Koopman blijft er bij, dat ze het gemeentebestuur moeten zeg gen wat de Centrale straks nog zal krijgen. Hij is geen tegenstander van overname door de P.Z.E.M., integendeel, persoonlijk heeft hij al laten aanleggen, maar ze moeten niet gaan dwingen, want dan zet hij een petroleumlamp en afgelopen. De voorzitter wijst er op, dat de P.Z.E.M, jaren geleden de gelegen heid gaf aan de Centrale deze zaak over te dragen, zij het dan ook dat de voorwaarden niet zo bijster roos kleurig waren. De Coöperatie heeft het toen niet gewild en nu kan de P.Z.E.M. met dat materiaal niets meer doen. Hij kan ook nog niet zeggen, hoe groot het tekort nu eigenlijk is. Dhr. Koopman merkt nog op, dat men niet moet vergeten, dat de Coöperatie een oorlogskindje is. Destijds was men er blij mee en men had er wat voor over, had er ook veel gemak van. Dat het de aandeelhouders wat gaat kosten weet hij ook wel, daaraan zal niet te ontkomen zijn, maar dan moet men ook nu weten waar men aan toe is. De voorzitter lijkt het het beste een beroep te doen op het provin ciaal bestuur. Men weet hoe de vork hier in de steel zit en zal niet onge negen zijn wat te doen. Dhr. Koopman: Het gemeentebe stuur is ook niet ongenegen om deze overname te bevorderen, wanneer tussen de Coöperatie en de P.Z.E.M. overeenstemming is bereikt, maar dat moet dan toch eerst gebeuren. Weth. Bout zegt dat de gemeen te dit alles moeilijk kan blijven aan zien. 1 Januari a.s. moet er ook straatverlichting zijn, dat kunnen wij niet missen. Dhr. Koopman: Dan doen we het maar met butagas. We zijn als raadsleden verplicht voor de belan gen Van onze mensen op te komen en niet maar zonder meer in dit niet beperkt houdt tot de leden van de Coöperatie, maar over de gehele gemeente oplegt. Dhr. o. d. Brouw vindt 81 licht punten voor straatverlichting toch wel erg veel. Hij vond de verlich ting heus niet slecht, hoeveel waren er eingenlijk. De voorzitter antwoordt: om streeks 65. De P.Z.E.M. wou er zelfs 99 aanleggen. Dhr. Geluk begrijpt het maar niet, dat dit alles hier zoveel moet kos ten. In Brabant is dat heel anders. Daar is alles electrisch en met geen of heel weinig kosten. Er wordt nog wat over gediscus sieerd, maar tenslotte zijn allen het er over eens, zoals dhr. Koopman voorstelde, dat men eerst nog maar eens in Middelburg moet horen, hoe de zaken er bij staan. Verkeer over de Markt. Zolang de hoek Kaaistraat niet breder is, achten B. en W. het nodig een maximum snelheid in te stellen voor het verkeer in die straat en over de Markt. In overleg met de Rijkspolitie zou men vanaf de hoek Meulstee tot aan het postkantoor een 15 km snelheid per uur willen toestaan. Dhr. o. d. Brouw acht het dan ook gewenst een waarschuwings bord te doen plaatsen bij de traval- je van dhr. Wolf voor het gevaar lijk kruispunt. Er blijken nog meer moeilijkheden te zijn en dat zou Thans drie soorten Castella! Hebt U al kennis gemaakt met de nieuwe Castella Bloemenzeep Onverpakt, in vier zachte tinten, verkrijgbaar voor slechts 20 centVraag er vandaag nog naar. Omgeef U met de geur van ontluikende rozen. Er is nu keus uit drie verschillende Castella- soorten. Vraagt Uw huid vooral om dik en overvloedig schuim, dan is er Castella Spécial (32 ct) voor U. Voor weer andere dames zal de klassieke Castella Schoon- heidszeep (32 ct) de aangewezen zeep zijn voor een intensieve huidverzorging. Tijdelijk kunt U twee stukken Castella Schoonheidszeep kopen voor slechts 50 cent een uiterst aantrekkelijk aanbod En tenslotte: wilt U voor een klein bedrag toch het genot hebben van een echte, er kende merkzeep dan is er nu dus ook de fijne 20 cent Keus is Castella Bloemenzeep, die U maar kost. er dus voor letterlijk iedere beurs alles te berusten, net of we er niet zijn. De voorzitter vraagt zich af of dit wel de taak van de raad is in dit geval. Ligt het niet meer op de weg van de Centrale? Hij kan de bezwa ren van dhr. Koopman goed begrij pen, maar meent dat men er buiten staat wat betreft de kwestie Cen traleP.Z.E.M. Wal kunnen we als gemeentebe stuur vragen wat er eigenlijk van terecht zal komen en wat de P. Z. E. M. zal of wil doen. Tenslotte moet er geld voor uit de gemeente kas komen en dan willen we weten hoe dat geregeerd wordt. Dhr. Koopman dringt er op aan, dat de voorzitter of B. en W. ge zamenlijk naar Middelburg zullen gaan om deze kwestie te bespreken. Of zouden ze in Middelburg de schuld overnemen en de aanlegkos- ten voor de mensen betalen? De voorzitter wijst er op, dat de P.Z.E.M. een en ander motiveert door te zeggen, dat het stroomver bruik te gering zou zijn om te dure installaties te maken. Dhr. Langejan gelooft toch wel, dat de P.Z.E.M. St. Maartensdijk precies eender zal behandelen als de andere gemeenten. Wethouder Hage: Dat moet nu juist niet, want hier hebben we een Centrale. De voorzitter ziet maar een goede oplossing, nl. dat men de schuld te veel verkeersborden gaan kosten, zodat uiteindelijk maar wordt be sloten een maximum snelheid voor heel de gemeente te bepalen ad 15 km per uur ook al vindt men het een bezwaar dat dit geen 20 of 25 kan zijn. Rondvraag. Dhr. Langejan vraagt hoever het nu staat met de woning van Vinje en de voorzitter moet antwoorden dat men hiermee nog niet verder is gekomen. Hetzelde lid wijst er op, dat de Westvestingang veel te smal is bij pakhuis Kauffman. De voorzittter heeft ook nog een mededeling en een verzoek. Ver schillende rijksdiensten van land- bouwherstel, naar het eiland Tholen gedetacheerd na de ramp, vragen het gemeentebestuur van St. Maar tensdijk een plaats aan te wijzen, waar ze eventueel een barak kun nen plaatsen voor hun administratie ve zetels. De voorzitter meent dat dit voor de gemeente van belang is en had daarom al gedacht aan de gedempte kleine Kaay. Dhr. o. d. Brouw: Men zou toch even moeten weten hoe groot die barak wordt. Is er geen andere plaats aan te wijzen. De kleine Kaay is voor ons een schone plaats, die we moeilijk kunnen missen. Zo denken ook de andere leden er over, die het verder graag aan B. en W. zullen overlaten welke plaats ze daarvoor willen bestem men, als het de Kleine Kaay maar niet is. Dhr. Koopman wijst er op, dat niemand in de gemeente kan zien hoe laat het is door de torenrestau ratie. Hij zou het daarom op prijs stellen wanneer er 's avonds om 8 uur kon worden geluid. De voorzitter vond dit eigenlijk al lang een hiaat in de gemeente en is er voor. Na enig overleg wordt er besloten dat men voortaan des morgens en 's avonds om 8 uur zal luiden. De beide wethouders ver klaren zich hiertegen. Dhr. o. d. Brouw heeft geconsta teerd dat de Markt een mooie ver betering ondergaat. Wat komt er daarna aan de beurt? Het lijkt hem, dat men eerst de Kleine Kaay zal doen en dat ontmoet bij hem wel iswaar geen bezwaar wanneer men toch maar niet vergeet, dat vooral de Vijf Zinnen er chaotisch bij ligt. Weth. Bout zegt dat eerst de Oostvest moet worden aangepakt. De voorzitter merkt op, dat nu de Kleine Kaay is uitgegraven daar eerst zand in gaat en die in orde moet worden gemaakt. Hij erkent ook dat de Vijf Zin nen hard verbetering behoeft. Het is moeilijk geheel volgens plan te werken omdat er telkens iets tus senkomt dat dwingt tot wijziging der plannen. Dhr. o. d. Brouw vindt dat men de gemeentewerkman Knuist beter niet anders kan laten doen dan de straten te maken. Dhr. Langejan laat het aan B. en W. over die toch wel zullen weten wat het meest nodig is. De voorzitter wil niet half her stellen, maar wat gebeurt ook goed doen. Dhr. o. d. Brouw had een gesprek met A. v. d. Hoek over verdeling van goederen voor slachtoffers. Laatstgenoemde is alles kwijtge raakt en heeft zoals hij zelf ver klaarde nog geen ledikant of bed gehad. Hoe komt dat nu, vraagt dhr. o. d. Brouw. De voorzitter moet de bewering van inwoner v. d. Hoek sterk ont kennen. Er is niemand in Zeeland die meer kreeg dan hij, want hij kreeg zelfs twee ledikanten en als „aanvulling" heeft niemand dat ge kregen. Vergeet niet dat dit slechts toegift is en niet bedoelt als in min dering te brengen op de huisraad- schadeuitkering. Zo ook met meu belen. Waar die werden verstrekt zat de bedoeling voorop die zo een voudig mogelijk te houden, opdat men niet genoodzaakt was in een nog niet door en door droog huis direct goede nieuwe meubelen te plaatsen die over enige tijd toch nog uit elkaar zouden vallen door het nog aanwezige vocht. Betrokke ne heeft van de voorzitter persoon lijk een schuimrubber bed gehad, dus kan nooit ontkennen hierin niets te hebben ontvangen. Integendeel, hij kreeg het meeste omdat hij ook het meest was getroffen. Dhr. o. d. Brouw wou alleen maar weten hoe dat nu precies verloopt. Hij komt nogal eens in Stavenisse en ziet daar hoe degenen, die een vergunning krijgen om weer te wo nen direct alles krijgen. Hij dacht dat dit overal eender zou zijn. De voorzitter merkt op dat er toch voor de Stavenissenaars ook wel moeilijkheden zijn. Die bijvoor beeld hier zitten mogen wij niets geven, terwijl de overheid in Stave nisse dat ook niet kan doen. Hij vindt het echter niet fair van v. d. Hoek om iets te gaan vertellen wat onjuist is, terwijl men hem zoveel mogelijk van dienst was. Dhr. o. d. Brouw had zomaar vermoed dat het bedanken van Roode Kruisleden ter plaatse hier op nog van invloed zou kunnen zijn, dat men onvoldoende kreeg, maar de voorzitter wijst er op, dat het Roode Kruis al lang niet meer uit deelt. Er is ook moeilijk een vergelijking te maken tussen de ene en de aïide- re gemeente in het rampgebied me de ook al door adoptie, enz. De raadsleden zijn het er overi gens mee eens, dat gemaakte fouten in de eerste plaats gezocht moeten worden bij de mensen zelf, tenmin ste bij die mensen die op minder eerlijke manier aangifte doen. De voorzitter zet nogmaals uiteen, hoe men ook grote verschillen krijgt door het al zoveel aangevochten uniform verdelingsstelsel. Zoals men weet gaat men hierbij uit van de norm wat nodig is voor een gezin, niet wat door het water verloren ging. Heeft iemand dus alleen maar een „washandje" verloren dan zet hij op het formulier achter de vraag of men textiel kwijt is: Ja. En ver der welke textielgoederen hij bezit. Door het kwijt zijn van het ene washandje als gevolg van de wa tervloed is het mogelijk dat zo'n ge zin het dubbele krijgt aan lakens, slopen, enz. van wat men nooit heeft gehad, juist omdat hun bezit veel lager ligt dan de verdelingsnorm. Met een dergelijk voorbeeld (door ons vrij vertaald red.) maakte de voorzitter deze aangevochten verdelingsnorm, die wel een snelle afhandeling bevordert, duidelijk. Een monument voor de slachtoffers. Dhr. o. d. Brouw brengt daarna iets naar voren wat verband houdt met de herbegrafenis van de tijdens de ramp omgekomenen uit de ge meente Stavenisse. Hierover had hij al eerder gesproken met de burge meester van die gemeente. De fei ten hebben mijn voorstel, dat ik eerst thans in de raad kon brengen, wat achterhaald, zo concludeert dhr. o. d. Brouw vooraf, maar daarmee is alles niet afgedaan en daarom wil ik het alsnog naar vo ren brengen. Spreker wijst er op, dat er thans stappen gedaan worden om te komen tot herbegrafenis van al de slachtoffers waarvan de nabe staanden dit wensen en van dege nen die geen naaste familie achter lieten. Een oproep in Stavenisse om hierbij vrijwillige medewerking te verlenen leverde al direct het resul taat op dat zich daartoe ruim 20 personen aanboden. Spreker zou verder willen gaan. Het was voor alle omgekomenen eens: 1 Februari 1953; 1 rampnacht, 1 watersnood. Bij ons, bij de overgeblevenen is er al gauw onenigheid en verschil. We zien dat reeds bij de goederenver deling. Laten we zo niet staan te genover onze slachtoffers. Onder de nabestaanden zijn er die herbe graving zelf kunnen bekostigen, die kunnen zorgen voor een graf steentje of zoiets. Maar er zijn er ook onder die geen naaste familie hebben. Spreker neemt aan, dat de verschillende gemeentebesturen zul len medewerken, wanneer de bur gemeester van Stavenisse vraagt dit herbegraven mogelijk te maken. Toch ziet hij er enige verwarring van komen, wanneer dat niet gelijk gebeurd. Daarom had hij gedacht om dit door middel van een comité bijvoorbeeld de burgemeesters van het eiland Tholen collectief te doen geschieden. Op één dag op graven, overbrengen en de volgende dag in Stavenisse na een rouw dienst of een andere openbare plechtigheid aldaar herbegraven. Dan gaat het ordelijker, laat het een indruk achter die gewenst is. Dit alles kan kosteloos geschieden, wanneer ieder hieraan meewerkt. Ook zou dan op dat graf iets ge- door HENK VAN HEESWIJK naar een motief van L. K. v. d. Linden 3 3 Op een avond, na de derde mislukte poging, zaten we hier in huis bij elkaar: Arnold en ik. Gedurende al die tijd had hij niet gevaren en hij begon weer naar zee te verlangen. Dat merkte ik al dagen lang. Hij zei: „Elsje, meid, hou je genoeg van me om met me te trouwen, zelfs, als zou dit niet in ons land gebeuren?" Ik antwoordde toen: „Al zou je met me naar het andere eind van de wereld willen gaan, ik ga met je mee." „Best," zei hij, kennelijk opgelucht; „ik heb het je nog niet willen zeggen, maar volgende week Dinsdag vaar ik weer af, vanuit Amsterdam met een boot met stukgoed voor Engeland en Ierland. Je gaat met me mee als mijn vrouw, dat heb ik met de rederij al in orde gemaakt. In Engeland trouwen we en al is een Engels huwelijk van Nederlandse onderdanen in ons land dan niet geldig, we zullen dan ieder geval getrouwd zijn voor een geestelijke en zodra je een en twintig bent, doen we het desnoods in Nederland nog eens over. Afgesproken Ik legde mijn hand in de zijne en zei, dat ik alles goed vond. Zo reisde ik enkele dagen later met hem naar Enge land. De zeereis zelf was voor mij een verkwikking en alle spanningen van de laatste weken vielen van me af, toen ik Nederland achter me liet, want nu pas achtte ik me volledig veilig. In Engeland trouwden we. Daar waren geen be zwaren, omdat ik achttien geweest was. De oude kapi tein, die al zoveel voor ons gedaan had, was een der getuigen, want ook hij maakte deze huwelijksreis mee. Arnold had er veel werk van gemaakt, ondanks het feit, dat we maar tweemaal vier en twintig uur in een Engelse haven lagen en er was zelfs een zangkoortje in de kerk. En of de Nederlandse wet dit huwelijk al of niet erkende, het kon me niet schelen; ik hield van m'n man en we kregen een huwelijkscertificaat van de geestelijke mee. Een maand later waren we weer terug in Amster dam. Vanuit Engeland hadden we een brief geschre ven naar huis, maar uit Streefkerk hebben we nadien nooit meer wat gehoord. Wel is eenmaal een Amster damse politie-agent bij mij op bezoek geweest. Dat was drie maanden na ons huwelijk; ik was net twin tig jaar. Hij was belast met mijn opsporing en toen ik op een avond zat te lezen werd er gebeld. Nadat ik de deur opengetrokken had, kwam die politieman naar boven en vroeg: „Bent U Elsje van Veen Ik antwoordde: „Ik ben juffrouw Elsje van Veen, gehuwd met kapitein Arnold van Veen. Wat komt U doen?" De man schrok, toen hij hoorde, dat ik getrouwd was en verontschuldigde zich. „Ja, U moet me maar niet kwalijk nemen, Juffrouw van Veen, dat ik U kom las tig vallen, maar ik heb opdracht om U terug te bren gen naar de ouderlijke woning. Mag ik Uw trouw boekje even zien Ik liep naar de kast en haalde het Engelse huwe lijkscertificaat voor de dag, maar ik had net zo goed een of ander stuk Chinees boekenblad onder zijn neus kunnen duwen, want de brave man kon natuurlijk geen woord Engels lezen. Hij bekeek het papier eens en zei: „Maar dit is toch geen trouwboekje?" Ik vertelde hem, dat dit het bewijs was, dat ik in Engeland getrouwd was en dat dit papier gelijk stond met een Nederlands trouwboekje. Ik voegde er aan toe: „U kunt doen of laten wat U wilt, maar ik ga natuurlijk niet meer mee terug naar Streefkerk. Hier wonen mijn man en ik en als hij over een poosje van zijn reis terugkomt, moet hij mij kunnen vinden." De man wist klaarblijkelijk niet, hoe hij dit geval moest aanpakken en hij keek maar naar dat papier. Ten slotte zei hij: „Enfin, ik zal er rapport van uitbrengen en dan zullen we wel verder zien." Ik was nu niet zo bang meer als vroeger en dus antwoordde ik: „Dus ik krijg geen boeien aan en hoef ook niet mee naar het bureau De politieman schoot in een lach en zei: „Ik zou niet graag ruzie willen hebben met de kapitein, juffrouw v. Veen. Enfin, ik kom misschien nog wel eens terug." Drie dagen later was hij weer, samen met een me neer in burger, een rechercheur. Hij kon wel Engels lezen en toen ik hem het certificaat liet zien, las hij het op zijn gemak door en knikte. „Inderdaad, juffrouw van Veen, naar de Engelse wetten bent U een ge huwde vrouw. Doch ik weet niet, of het U bekend is, maar in Nederland wordt dit huwelijk niet erkend. Voor ons is het niet wettig," Ik richtte me hoog op en antwoordde, terwijl ik voelde, dat het bloed naar m'n wangen steeg: „Wilt U hiermee zeggen, dat U mij op één lijn stelt met een bepaald soort vrouwen, zoals die in Amsterdam te vinden zijn De man in burger schrok en deed onwillekeurig een paar stappen achteruit. Onee, juffrouw van Veen, wat denkt U wel van me Maar ik ben politieman en ik moet nu eenmaal alles bezien vanuit het oogpunt van de dienst. Ik kom overigens ook om U gerust te stellen, want we hebben uit Streefkerk, van Uw vader be richt gekregen, dat hij geen prijs meer stelt op Uw thuiskomst. We kunnen onze nasporingen dus staken." (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1953 | | pagina 5