WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht De Eendrachtbode Drie ministers in de Kamer. Ruzie tussen minister Kernkamp en prof. Gerritson. Raadsverslag Stavcnisse. Maart bleef een zeer droge maand. Tijd van schadelijke nachtvorsten breekt weer aan. Zeelands meest gelezen Weekblad 9e Jaargang No. 20 10 April 1953 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00. elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Drie ministers achter de regerings tafel bij de behandeling van één be grotingshoofdstuk is een uitzonde ring. Verleden week was dat het geval in de Eerste Kamer toen de begroting van Buitenlandse Zaken aan de orde kwam. Het waren de ministers Beyen van Buitenlandse Zaken, Luns zonder portefeuille doch speciaal voor Buitenlandse Zaken en minister Kernkamp, die zijn beleid met betrekking tot Indo nesië tot 1 Januari j.l. had te ver dedigen. Na die datum heeft men de Indonesische aangelegenheden gebracht waar ze thuis horen, n.l. bij Buitenlandse Zaken. De verhouding met dat land is geregeld in het Unie-Statuut, opgesteld tijdens de R.T.C., die leidde tot de souvereini- teitsoverdracht. Het is een zuiver volkenrechtelijke verhouding tussen twee staten. Daarom is Buitenland se Zaken het aangewezen departe ment om zich met Indonesië bezig te houden. Temeer, daar van het Unie-Statuut niets is terechtgeko men en de verhouding tussen Ne derland en Indonesië op vele pun ten nog wel iets te wensen overlaat. Het was dus voor de laatste maal dat de minister van Overzeese Rijksdelen zich met Indonesië be moeide en daarmede is voorgoed een periode in onze geschiedenis af gesloten. Een periode, waarin er een speciale band tussen beide landen bestond. Een redevoering behoefde minis ter Kernkamp eigenlijk niet te hou den. Hij had zijn beleid een week tevoren reeds verdedigd, zodat de Kamer dan slechts in herhaling zou vallen. Er is echter een kwestie aan de orde gesteld, die niet bepaald fris is. Prof. Gerritson (c.h.), hoog leraar in het Staatsrecht en dichter (als Geerten Gossaert heeft hij gro te bekendheid) had de bewindsman verweten, dat hij „onwaardig" heeft gehandeld. Tijdens de besprekingen in New York over de positie van Suriname en de Antillen, waarbij hij het recht van afscheiding had be loofd, zou hij „staatsverraad" heb ben gepleegd, waarop slechts de „doodstraf" staat. Het is aan geen twijfel onderhevig, dat dergelijke uitdrukkingen niet bepaald op het peil staan van een parlementair de bat. De minister verzette zich zeer waardig. Op besliste toon gaf hij te kennen van zulk een debat niet ge diend te zijn. De heer Gerritson had echter beloofd bij Buitenlandse Za ken op deze kwestie terug te komen. Maar prof. Molenaar (v.v.d.) en Pater Beaufort (k.v.p.) waren hem voor. Een groot deel van hun rede voeringen was gewijd aan het on- oirbare optreden van de c.h.-afge vaardigde tegen zijn partijgenoot, de minister. Deze stelde vast, dat prof. Gerritson zijn beledigingen niet had teruggenomen. En enigszins ontdaan door de grove behandeling zeide hij „we are not on speaking terms". Een uitdrukking, die men het best kan vertalen met „we praten niet meer met elkaar". „Mijn psycholo gische instelling tegenover prof. Gerritson blijft ongewijzigd", zo voegde de minister daar duidelijk heidshalve aan toe. Prof. Gerritson trachtte te bewijzen dat hij niets persoonlijks heeft tegen deze minis ter, „die het ongemak heeft lid van dit Kabinet te zijn". „Ik voer be ginsel- en geen personen-politiek". Maar deze stelling wierp hijzelf weer omver toen hij even later ver klaarde, dat hij wekenlang zijn ont slagbrief als lid der Eerste Kamer op tafel had liggen, want hij zag er tegenop om met zijn oud-collega te debatteren. Maar, aldus had hijzelf geconcludeerd, dit zou een laffe vlucht betekenen. De minister haal de de schouders op en prof. Gerrit son beende heen en weer toen pater Beaufort hem voor de tweede maal zijn jas uitveegde. Het was een on verkwikkelijk debat. Een voorspel daarvan hebben we reeds een jaar geleden gehad toe het Kamerlid v. d. Kieft, nu minister van Financien, zijn verleden had blootgelegd en aangetoond had, dat prof. Gerritson niet vrij is geweest van fascistische smetten. Hoe het zij, zijn optreden is in de altijd zo rustige Senaat geen succes. Als wetenschapsman en als dichter mag hij een groot man zijn, als staatsman faalt hij volkomen. Zijn partijgenoten in de Kamer zijn de eersten, die dat zullen toegeven. Minister Beyen is de man van de grote lijn. De internationale zaken man, die de financiële politiek op zijn duimpje kent. Jarenlang heeft hij in de Ver. Staten gewoond. Hij spreekt gemakkelijk, met de duimen in de vestzakken. Maar in dit debat was het jammer, dat hij de Kamer ontweek. Hij hield een vlakke rede voering over de positie van Europa, en in het bijzonder van Nederland, in de wereld. Nieuwe gezichtspun ten leverde dit echter niet op. Minister Luns is de man van het détail. Een knap diplomaat, een har de werker, die serieus ingaat op al de vragen, die gesteld worden. Geen briljant spreker. Hij weet dat en heeft daar moeite mee. Maar hij kan het oor der Kamer houden door zijn grote kennis. Evenals de heer Beyen is hij een man met humor, al komt dit in de debatten niet tot uitdruk king. Daarvoor zijn zij nog te wei nig in de Kamers geweest. De uit eenzettingen van de Minister zon der Portefeuille over de houding van Rusland waren in hoge mate interessant. We kunnen de vredes pogingen van dat land slechts ge loven, wanneer de oorlog in Korea is geëindigd, wanneer Duitsland weer één is en wanneer het wil pra ten over de positie van de satelliet- landen. Vooral dit laatste was een verklaring, die niet zonder belang is. Het is voor de eerste maal dat deze voorwaarde werd gesteld. En verder blijft de heer Luns nog wel iets zien in de Verenigde Naties, die meer zijn dan een politieke jaar beurs. Ook de Benelux behoort on der het werkterrein van deze be windsman. Hij is er warm voorstan der van, uit economische en politie ke overwegingen. V/ij staan voor de laatste hindernis. De Economi sche Unie zal in de komende jaren zeker haar betekenis houden; ook al zal de integratie van Europa voortschrijden. De Moerdijkcom missie heeft zich nog niet bezigge houden met de kwestie van een ka naal door Limburg. De Commissie zal geen bindende afspraken maken, doch zal de Regeringen adviseren. Het was een lange vergadering van de Senaat. Van 's ochtends half elf tot 's avonds half negen. Maar dat had men er voor over, want een vrije Paasweek was in het vooruit zicht. De begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer is nu bijna vol tooid, hetgeen te danken is aan het straffe regiem van voorzitter Jonk man. (Nadruk verboden). Hoe moet het met het herstel van de beschadigde gebouwen Zullen de gezamenlijke ambachtslieden het doen of moet het naar vrije keus De raadsleden kiezen het laatste. Van Alkmaar krijgt men een renteloze kasgeldlening van 30.000, Het was een moeilijke keuze, waarvoor de raadsleden zich Dinsdag 7 April jl. tijdens de gehouden openbare raadsvergadering in één Her schoollokalen zagen geplaatst. Moeilijk was het om het voorstel van het dagelijks bestuur te aanvaarden, maar voor sommigen haast even moeilijk om het te verwerpen. Dit voorstel behelsde een over- eenkomst aan te gaan met een combinatie van de plaatselijke ambachtslieden om dan aan hen zonder verdere klantenbinding het herstel van de beschadigde gebouwen op te dragen. Tenslotte meenden alle raadsleden, dat men de burgerij hierin toch maar liever vrij liet, op gevaar dat er vreemde kapers op de kust komen, op gevaar ook, dat het niet in zulke geleide banen kan worden gebracht, dan wanneer men het voorstel van het dagelijks bestuur zou steunen. DE ONTWERP-OVEREENKOMST De beide wethouders waren niet aanwe zig, toen burgemeester L. A. Verburg de openbare vergadering opende. Nadat de voorlaatste notulen waren gelezen en on veranderd vastgesteld werd punt 1 van de agenda behandeld, t.w.: Regeling herstel werkzaamheden beschadigde gebouwen in de gemeente Stavenisse. B. en W. hadden dit voorstel als volgt omschreven: U zult vernomen hebben, dat de am bachtslieden uit deze gemeente besloten heb ben tezamen een combinatie te vormen, ten einde te geraken tot een herstel van de be schadigde gebouwen voor 1 October a.s. Het laat zich verstaan, dat met het een voudige besluit om een combinatie van aannemers te vormen, de zaak zelve niet is afgedaan. Het is noodzakelijk, dat de aan nemers zich door middel van een schrifte lijke overeenkomst binden. Nadat terzake enige besprekingen zijn ge voerd hebben wij thans een ontwerp-over- eenkomst gereed. Op grond van besprekingen welke zijn gevoerd met vertegenwoordigers van de adopterende gemeenten uit Noord-Holland stellen wij ons voor, dat de uitvoering van de herstelwerkzaamheden als volgt zal die nen te geschieden: a. de eigenaar van een beschadigd pand, hetwelk voor herstel in aanmerking komt, wendt zich tot het gemeentebe stuur van Stavenisse, met verzoek het pand te doen herstellen. b. het gemeentebestuur van Stavenisse laat de onder a. bedoelde eigenaar een ver klaring tekenen, waarbij deze er zich mede accoord verklaart, dat het gemeen tebestuur van Stavenisse de herstel werkzaamheden van zijn pand opdraagt aan de „combinatie herstel Stavenisse en waarbij hij tevens de uiteindelijk te ontvangen schadevergoeding aan de ge meente Stavenisse cedeert. c. het gemeentebestuur van Stavenisse ver zoekt de aannemers-combinatie te willen opgeven hoe groot de herstelkosten zul len zijn; d. het gemeentebestuur vraagt het bedrag der getaxeerde herstelkosten bij het Rampschadebureau op; e. indien de door de combinatie opgegeven kosten hoger zijn dan de getaxeerde schade, verzoekt het gemeentebestuur de onder a. bedoelde eigenaar het verschil in de kas der gemeente te storten; f. het gemeentebestuur draagt het herstel aan de aannemers-combinatie op; g. de gemeente Stavenisse gaat met de ge meente Alkmaar een renteloze kasgeld lening aan, voorlopig ten bedrage van 30.000,voor de tijd van drie maan den, zulks ter voorlopige financiering van de herstelwerkzaamheden, in af wachting van de ontvangst van de scha devergoedingen; h. de adopterende gemeenten stellen zich jegens de gemeente Stavenisse garant voor de betaling van een eventueel na delig saldo. Van de adopterende gemeenten werd be reids de toezegging ontvangen dat de ge meente Alkmaar de onder g bedoelde kas geldlening zal verstrekken, terwijl de adop terende gemeenten de onder h bedoelde garantie schriftelijk zullen verlenen. Naar onze mening kan met het voren staande worden bereikt, dat de herstelwerk zaamheden op zo snel mogelijke wijze tot stand worden gebracht, terwijl de ambachts lieden vrij staan tegenover de klanten. Aanneming van werk rechtstreeks in op dracht van de klanten is dus uitgesloten. Het is de bedoeling, dat de combinatie van aannemers (timmerlieden en metselaars) de werkzaamheden voor de overige am bachtslieden zoveel mogelijk in onder-aan neming doet geschieden. Op grond van het vorenstaande stellen wij U dan ook voor: a. te besluiten tot het aangaan van een renteloze kasgeldl^ning met de gemeente Alkmaar, zulks ten bedrage van 30.00Q voor de duur van drie maanden; b. te besluiten accoord te gaan met voren- omschreven wijze van herstel der be schadigde gebouwen in deze gemeente. IN DISCUSSIE Op een vraag van de voorzitter of iemand hierover het woord wenst steekt dhr. Ta- zelaar als eerste van wal. Hij is na grondige studie van dit ontwerp en de bijgevoegde (nog geheime) begroting uiteindelijk tot de conclusie gekomen, dat hij tegen dit voorstel zal moeten stemmen. U zult vragen waarom, mijnheer de voor zitter, zo vervolgt dhr. Tazelaar. Ten eerste wil ik de inwoners van Sta venisse niet aan banden leggen wat betreft het kiezen van een vakman. Ieder wil het liefst zijn eigen vakman hebben en wanneer de raad hiertoe besluit, is dat dus niet mo gelijk. De vaklieden mogen door deze ver bintenis geen particulier werk doen, voor zover het in het kader valt van de herstel werkzaamheden door de watervloed. Ten tweede zal daarvan het gevolg zijn, dat het geweldig veel geld gaat kosten, wanneer ik bijvoorbeeld alleen maar zie, dat een uur loon is begroot van 2,voor de aanne mer. Destijds werd er voor 1,gewerkt, dus dit betekent een verhoging van 100%. Persoonlijk sta ik er zo tegenover, dat ik geen 2,per uur ga betalen aan die combinatie, maar zelf zal aanbesteden. Dit loopt over te veel schijven en kost kapitalen. Een weekloon van 100,- of zoals voor de opzichter 150,noem ik nogal bar. Ieder die door het water in de penarie zit, moet extra gaan betalen. En dit komt voor namelijk op de huiseigenaar neer. De voorzitter antwoordt dhr. Tazelaar, dat dit voorstel om twee hoofdredenen is gedaan. 1ste, opdat het herstelwerk wordt uitgevoerd door de plaatselijke aannemers. Vergeet niet, dat de groot-aannemers van buiten maar één telefoontje nodig hebben 5sn ze zijn hier. Ter plaatse is men dan het werk kwijt. 2e opdat dit werk spoedig ge reed kome. Laten we dit terrein vrij, dan wordt het wellicht een chaos, ook voor de plaatselijke aannemers, die met zuchtende klanten zitten. En het opgenomen uurloon is het geldende uurloon voor een aannemer. Het is trouwens niet zozeer te zien als uurloon dan wel als een globale winstbere kening, die misschien nog wel hoger komt. Dhr. Tazelaar: Ja, maar in het vrije werk doen ze het voor 1,en daar is geen kans voor als we deze combinatie aanvaar den. Vreemde aannemers zullen dan zeker niet hoger staan en daarom dienen we dit vrij te laten. De voorzitter: Vindt dhr. Tazelaar het dan geen bezwaar dat vreemde aannemers dit gaan doen Dhr. Tazelaar: Is U dan van mening, dat de 3 plaatselijke timmerlieden dit vlug ge noeg voor elkaar krijgen De voorzitter: Natuurlijk moeten ze er personeel bij nemen. Dhr. Tazelaar: Meen niet, dat het mijn bedoeling is, vreemde aannemers hier naar toe te halen. Maar ik ben er alleen niet voor om de mensen te dwingen. Dhr. de Vos vraagt zich af, of de plaat selijke ambachtslieden die combinatie nu wel zo graag willen. De voorzitter weet dat ook niet, maar meent toch wel, dat men dit als de beste oplossing beschouwde, daar men er anders zeker niet toe was gekomen. Dhr. Tazelaar: Waarom zullen we ons hier eigenlijk aan wagen. De voorzitter: Enkel om op te treden als financieel bemiddelaar. Dhr. de Vos heeft toch ook maar liever zijn eigen aannemer. Het zou hem hard val len er een vreemde bij te moeten halen, maar voor deze combinatie sluiten we de concurrentie toch wel te veel uit en maken het de plaatselijke aannemer wat al te ge makkelijk. De voorzitter: Vergeet niet dat ons doel uitsluitend is bij het voorleggen van dit ont werp om: 1ste zo spoedig mogelijk tot her stel te komen; 2e om dat herstel aan eigen mensen te gunnen. Dhr. van 't Veer heeft dus goed begre pen, dat het uitsluitend om herstelschade gaat en niet om nieuwbouw. Nou, dan kan de plaatselijke combinatie toch maar niet doen, wat ze wil. Het staat toch onder controle van de dienst Noord-Zeeland en ze kan maar niet zomaar een herstelschade opgeven, dat nergens op lijkt. Dhr. Hage zal het maar kort en duidelijk zeggen: Dit voorstel is zijn inziens ondemo cratisch. Er zit zelfs een communistische lijn in. Het wordt dan zo, dat ik Jan wil, maar ik moet Piet nemen. Dat lust ik niet. En de werknemers, die de plaatselijke am bachtslieden moeten aantrekken zullen ons niet kunnen bekoren. Immers, de goede vak man zit op het ogenblik niet zonder werk. Wat er nog op de „beurs" hangt zijn niets- nullen. Wanneer de particulieren gewoon laten aanbesteden, kunnen de plaatselijke aanne mers toch ook inschrijven. Kunnen we dat niet wat regelen De voorzitter: Nee, dan moet iedere par ticulier het apart gaan doen en dan zal dat voor velen grote moeilijkheden ople veren. Dhr. Hage vindt dat men een zekere con currentie toch niet moet tegengaan. Hij is van mening dat de plaatselijke aannemers zeker zullen kunnen concurreren met die van buiten. De voorzitter: Goed, er is nu een lijst van 40 aanvragen voor herstel van gebouwen- schade. Dus nog maar een fractie van wat er zal komen. Al die 40 willen tegelijk ge holpen worden en de timmerman en metse laar weet niet waar eerst te beginnen. Re gelen we het zoals in het voorstel dan gaat het in volgorde met voorrang voor buiten gewone gevallen. Dat zal minder chaos geven en het voor de plaatselijke aannemer gemakkelijker maken. Dhr. Hage vraagt daarop of er een mo gelijkheid is dat de gemeente dit hele her- stelgeval eerst financiert. De voorzitter weet daartoe nog niet pre cies de weg, maar in elk geval moet het huis ook dicht van degene die geen centen heeft. Dhr. Tazelaar: Wie moet dat dan be talen De voorzitter: Dat weet ik ook nog niet. Dhr. Tazelaar: Dan zal dat bezwaarlijk gaan. Maar alle leden zijn het in deze toch met de voorzitter eens, dat die mensen even goed geholpen moeten. De voorzitter vindt het ook erg moeilijk en kan zich indenken, dat de raad ook niet zo gemakkelijk een besluit kan nemen ten opzichte van de combinatie. Toch vreest hij dat, wanneer men het zo maar laat lopen, het een chaos zal worden, ook al is dat voor het gemeentebestuur de gemakkelijkste weg. Dhr. Tazelaar: Moet we hier eigenlijk wel iets aan doen De voorzitter: In elk geval zorgen, dat de woningen voor de winter dicht zijn. Dhr. Tazelaar: Ik kan onmogelijk m'n medemensen dwingen naar die combinatie te gaan. Dhr. de Vos: Toch zou ik nog liever naar de combinatie gaan, dan het werk aan vreemde aannemers te gunnen. Men komt er niet over uitgedokterd. Zelfs niét, nadat nog een toelichting is gegeven in besloten zitting. De voorzitter vindt uit eindelijk dat het voorstel voldoende is be sproken en maar tot stemming moet worden overgegaan. Alle raadsleden verklaren zich daarop tegen het voorstel van B. en W. voor zover het de combinatie-overeenkomst betreft, maar zijn er wel allen voor om een renteloze kasgeldlening aan te gaan van 30.000 met de gemeente Alkmaar ter voorlopige nodige financiering. Daarmee zijn beide agendapunten gelijk afgewerkt. De voorzitter deelt mede, dat spoedig weer een raadsvergadering gehou den moet worden. RONDVRAAG Dhr. Tazelaar zou graag spoedig een uit eenzetting horen over de gemeentefinanciën. Hij weet thans helemaal niet hoe het zaakje reilt en zeilt. De voorzitter antwoordt dat het hem nog onmogelijk is een enigszins globaal overzicht voor te leggen. Er komt gelukkig wel meer zicht in. Zo zal volgende week de Heide Mij. klaar komen met het opruimingswerk, d.w.z. dat het overige door de gemeente werklieden kan worden uitgevoerd. Dhr. Tazelaar vraagt of het ook nog steeds nodig is dat de drie schepen in de haven blijven liggen voor gem. rekening, waarop de voorzitter bevestigend antwoord. Dhr. Tazelaar vraagt wanneer de scholen gaan beginnen. De voorzitter zegt dat men druk doende is met daartoe de nodige voorbereidingen te treffen. Men zal gebruik maken van 2 lo kalen en de onderwijzers brachten al een bezoek bij een schoolmuseum om de nieuwe methode's te bekijken. Dhr. Tazelaar vraagt of de bewaarschool nu gelijk wordt verbouwd. De voorzitter weet nog niet wat de adop terende gemeenten in dit verband zullen doen, zodat men er voorlopig zelf niet te grote onkosten aan gaat maken. Nu men het toch over de Bewaarschool heeft, deelt de voorzitter mede, dat nog een verzoek is ingekomen van de Ned. Herv. Kerk om de bewaarschool na gereinigd te zijn en goed ontsmet te mogen gebruiken om er 's Zondags kerk in te houden. Dit ver zoek zou hij in de volgende vergadering de leden voorleggen, maar hij kan nu wel vragen of men daar in principe bezwaar tegen heeft. Dat is bij geen der leden het geval. Wanneer de Oud Ger. Gemeente er gebruik van wil maken kan dat ook en moet men het onderling maar regelen. Dhr. van 't Veer vraagt of in de toe komst herbegraven van de slachtoffers in deze gemeente mogelijk is. De voorzitter zegt dat er deze week een ambtenaar komt van Maatschappelijke Zorg met wie hij onder meer ook dat zou willen bespreken. Dhr. van 't Veer meent dat verscheidene mensen het op prijs zouden stellen wanneer hun bloedverwanten hier herbegraven zou den kunnen worden, maar dat het allen niet mogelijk zal zijn dat zelf te financieren. De voorzitter zal dit, zoals gezegd, nader bespreken. Daarna sluiting. (Van onze weerkundige medewerker) Hoewel wij over enkele weken uitvoeriger op nachtvorsten, als bestrijding, gunstige en ongunstige streken voor het optreden van nachtvorst enz., willen ingaan, zullen wij in dit artikel reeds enkele waarschuwingen geven, daar de maanden April en Mei de gevaarlijkste zijn wat betreft het nacht vorstgevaar. Het K.N.M.I. zal in de meeste gevallen reeds in de uitzending van 's mid dags half één waarschuwen of er in de komende nacht al of geen kans op nacht vorst bestaat. Lichte nachtvorst zal weinig of geen schade aanrichten. De temperatuur daalt ook dicht bij de grond nog niet of slechts enkele tienden van graden onder het vries punt, terwijl het gras hier en daar wit be vroren kan zijn. Matige nachtvorst kan reeds (vooral op beschutte plaatsen) schade aan gewassen als jonge groenten, aardappelen, aardbeien, enz., veroorzaken. De temperatuur daalt ook even boven de grond beneden het vriespunt, maar op normale waarnemingshoogte (2.20 m boven de grond) blijft het kwik nog boven nul. De temperaturen, alsmede de minimum temperaturen van de afgelopen nacht, die men elke morgen in de uitzendingen van het K.N.M.I. na de nieuwsberichten van acht uur hoort, hebben alle betrekking op normale waarnemingshoogte. Zo kan het wel ge beuren dat verschillende stations een minium-temperatuur geven van 1 a 3 grC, terwijl het die nacht toch gevroren heeft, maar dan alleen op en dicht boven de grond. Zware nachtvorst, Hieronder wordt ver staan een zo lage temperatuur dat ook het kwik in de thermometerhut (normale waar nemingshoogte) nog even beneden het vries punt daalt. Dicht bij de grond (op 10 cm hoogte kan de temperatuur dan tot 3 a 5 grC dalen, soms nog lager. De term „Nachtvorst" is niet juist en in b.v. Engeland gebruikt men dan ook de term „groundfrost" (grondvorst) evenals in Duitsland „Bodemforst". Wanneer het midden in de winter overdag dooit en het vriest 's nacht 3 J 6 graden, kan men spreken van nachtvorst en toch wordt deze term dan niet gebruikt. Nachtvorst in het voorjaar zouden wij dan ook beter bodem- of grondvorst kunnen noemen, dat wil dus zeggen „vorst dicht aan en op de grond". Waarom „op beschutte plaats" wordt er dikwijls gevraagd. Men gaat hierbij dan uit van de veronderstelling, dat, wanneer men toch uit de wind in de luwte (op een beschutte plaats) gaat staan, het daar lang niet zo koud is als in de wind. Overdag kan dit in vele gevallen juist zijn, in ieder geval voor ons gevoel, maar in heldere, vrijwel windstille nachten is dit anders. Zodra de zon ophoudt met schijnen, ontvangt de aarde geen warmte meer en de temperatuur gaat langzaam weer dalen, want de aarde straalt de ontvangen warmte weer af in het heelal. Wanneer het helder weer is bij een rustige atmosfeer, is de uitstraling het sterkst. Deze uitstraling van de warmte gaat door totdat 's morgens de zon weer opkomt en de aarde opnieuw gaat verwarmen. De laagste tempe raturen en, daarmee samenhangend, ook het grootste gevaar voor nachtvorst, komen voor omstreeks zonsopkomst. Waar de at mosfeer het rustigst is, vindt de sterkste uitstraling plaats, want op die plaatsen waar nog een zachte wind voorkomt (dus op de niet-beschutte plaatsen), wordt het onderste laagje lucht dat op de aarde rust, zeer koud, maar gemengd met lucht van iets grotere hoogte, die een hogere temperatuur heeft, dus warmer is. Op de beschutte plaatsen wordt de steeds verder afkoelende luchtlaag niet gemengd met warmere lucht, zodat juist daar de temperatuur het eerst onder het vriespunt kan dalen. Dit klinkt voor velen misschien vreemd, daar men, wanneer men op het gevoel afgaat, zou zeggen dat het juist in de wind het koudst is, hetgeen echter in deze heldere nachten met sterke uitstraling niet opgaat. Na 1929 is Maart niet zo droog geweest, als viel er in het noorden meer regen dan elders in ons land. In De Bilt 15 mm; in deze eeuw waren er slechts twee lentemaan den die droger bleven. In Den Helder viel 17, Leeuwarden 28, Groningen 27, Vlissin- gen 10 en in Maastricht 12 mm. Behalve zeer droog, was het een rustige maand, met in De Bilt 123, tegen normaal 127, uren zonneschijn. 19 van de 31 dagen waren kouder dan normaal. De gemiddelde etmaal- temperatuur bedroeg te De Bilt 4.9, normaal 5.0 gr.C. De luchtdruk was gemiddeld in Maart in De Bilt hoger dan in de laatste 100 jaar is voorgekomen. In de laatste dagen van Maart werd de beruchte staart geroerd, waarbij zandstormen en windstoten tot bo ven de 100 km voorkwamen. Een droge Maart en een natte April, zegt een weer- rijmpje, is naar de boer zijn wil. Goede Vrij dag bracht plaatselijk 20 tot 30 mm regen en ook de Paasdagen verliepen met buiig weer, waarbij plaatselijk onweer werd waarge nomen. Nadruk verboden. J.H.P.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1953 | | pagina 1