Eendrachtbode
«Landbouwbelang»
jHerinneringen
Zestig jaar
te St. Annaland
9c Jaargang No* 10 TWEEDE BLAD 30 Januari 1953
Dat opstijgend brandend
zuur, van Uw maag
tot hoog in de keel
SPORTHOEKJE
door J. M.
Het was in de winter van 18921893 dat er enkele landbouwers
in St. Annaland plannen maakten om te komen tot gezamenlijke
aankoop van kunstmeststoffen en voeder artikelen. Deze plannen
vonden hun oorzaak in het feit, dat er bij de aankopen, die iedere
landbouwer tot nu toe afzonderlijk deed, vaak voor dezelfde artike
len belangrijke prijsverschillen waren, terwijl er ook wel eens twijfel
bestond of de gekochte artikelen aan de gestelde garanties vol
deden.
Kleine oorzaken kunnen grote gevolgen hebben. En deze op zichzelf
misschien kleine oorzaken hadden tot gevolg, dat er op 26 Januari
1893 ten huize van wijlen dhr. C. Goedegebuure een vereniging
werd opgericht, die de naam kreeg van „Landbouwbelang"
Met 57 leden opgericht, groeide deze vereniging uit tot 339 leden,
daarmee de oprichting alleszins rechtvaardigend.
Ter gelegenheid van dit 60-jarig bestaan werd een feestelijke bij
eenkomst georganiseerd in hotel I. Rijnberg op Vrijdag 23 Jan. j.l.
En niemand der aanwezigen had er spijt van daarheen te zijn
gegaan.
EEN TERUGBLIK
De zaal was met haar ruim 180
personen eigenlijk te vol, toen de
voorzitter van „Landbouwbelang",
dhr. C. J. J. Kooijman allen een har
telijk welkom toeriep. Onder hen
bevond zich burgemeester F. M.
Boogaard, dhr. Abr. Groenewege
als vertegenwoordiger van de Z. L.
M. (ir. Geuze was door ziekte ver
hinderd), dhr. J. F. Brooijmans,
voorzitter van de Veilingsvereni
ging te St. Annaland, de heer G. D.
Kloet, voorzitter van de Aardappel-
koelhuisstichting „Eiland Tholen",
dhr. Markusse, Assistent van de
Voorlichtingsdienst, dhr. Slingeman,
Secretaris der Z. L. M„ dhr. Sinke,
Assistent der Z. L. M. en verschil
lende afgevaardigden van besturen
der zusterverenigingen, alsmede
eigen leden en genodigden.
Deze belangstelling verheugde de
voorzitter zeer, inzonderheid ook de
tegenwoordigheid van de burge
meester, op wie, zo verklaarde dhr.
Kooijman, nimmer tevergeefs een
beroep is gedaan, als het gaat om
medewerking voor een bepaald
landbouwbelang in zijn gemeente.
In tegenstelling met het 40- en
50-jarig jubileum vallend respec
tievelijk in de crisisjaren en tijdens
de bezetting kan dit jubileum
onder heel wat gunstiger omstan
digheden worden gevierd.
Vervolgens releveerde de voor
zitter in het kort de geschiedenis
van deze vereniging sinds haar op
richting. Hiervoren merkten we
reeds op door welke omstandighe
den de noodzaak tot gezamenlijke
aankoop als urgent werd beschouwd
en hoe men tot oprichting kwam.
In het bestuur werden op de ver
gadering van 26 Jan. 1893 gekozen
de heren J. Elenbaas, voorz. M.
Gaakeer, vice-voorz. A. Goedege
buure C. J.z secr.penningm. D.
Scherpenisse Johz., A. v. d. Welle
en A. Scherpenisse.
Alle begin is moeilijk en dat was
het ook voor „Landbouwbelang".
Moeilijkheden bij de handelaren,
moeilijkheden soms ook nog bij
eigen leden. Zo bleef het bedrag
waarvoor het eerste jaar door de
vereniging werd aangekocht nog
beneden de 4000,—, terwijl het
in 1952 niet minder dan 241.000
bedroeg.
Nog geen 300 balen kunstmest
werden het eerste jaar via de vere
niging afgeleverd, terwijl dat afge
lopen jaar ruim 12.000 balen be
droeg plus nog vele andere artike
len. Telkens werden nieuwe produc
ten verkocht. Zo bijv. in 1903 de
eerste zaaiwikken, in 1908 de kalk-
salpeter, in 1911 de kopersulfaat.
Het was ook „Landbouwbelang"
die in 1911 de stoot gaf tot oprich
ting van de plaatselijke Boerenleen
bank, terwijl ze in 1916 Koninklijke
goedkeuring op haar statuten ver
kreeg. Men vormt sinds 1918 een
afdeling van de Z.L.M.
Steeds werd met de tijd meege
gaan. In 1918 kwam het eerste nieu
we Fries pootgoed al werd het dat
jaar een grote teleurstelling, later
kwam het er beter in.
In 1929 kwam het grondonder
zoek in bespreking en een jaar la
ter werd door een causerie-avond
de eerste stoot tot oprichting der
veiling gegeven.
Moeilijk waren de dertiger jaren
èn voor de leden èn voor de vereni
ging. Aanvankelijk had men tegen
het Centraal Bureau een vooroor
deel. Langzaam veranderde dit en
toen dhr. Joh. Heijboer zaakvoerder
werd, werd de stemming steeds mil
der en werd de grondslag bij statu
tenwijziging van 29 Januari 1947
coöperatief.
Telkens weer kwamen nieuwe
mogelijkheden. Zo gaf „Landbouw
belang" ook het stootje tot het in
middels verrezen koelhuis te St. An
naland, werd er 5 September 1952
een vergadering belegd, waarbij een
bespreking plaats vond over ruil
verkaveling met name van de Pries-
termeetpolder.
Zo stipte dhr. Kooijman hier en
daar iets aan uit het verleden van
„Landbouwbelang". Moeilijk noem
de hij ook de tijd van de eerste we
reldoorlog, daarbij het verdienste
lijk werk van wijlen A. A. Goede
gebuure Azn en dhr. Iz. Overbeeke
in herinnering brengend. Veel heeft
de vereniging ook te danken aan
wijlen dhr. B. Kodde, die ruim 25
jaar voorzitter was.
Ook de laatste grote wereldbrand
bracht voor deze vereniging en haar
leden inundatie groot ongerief
en verlies.
Dank zij de trouw der leden en
medewerking van de bestuurders
kon de vereniging door alle moei
lijkheden het hoofd boven water
houden en in groei en bloei toene
men. Hij roemde voorts de accura
tesse van de tegenwoordige secr.
penningm. dhr. A. D. Goedegebuu
re. Spreker eindigde zijn overzicht
met de wens dat ook de komende
jaren voor alle leden persoonlijk en
voor de vereniging goede jaren
mochten zijn.
Het was tijd voor een kopje koffie
met gebak en tijd ook om even te
kijken naar de fraaie bloemstukken
die ter gelegenheid van dit jubileum
waren aangeboden door diverse an
dere verenigingen.
Burgemeester Boogaard was de
eerste spreker met het aanbieden
van zijn gelukwensen. Hij verklaar
de dat het hem zeer goed doet het
St. Annalands verenigingsleven van
nabij te kunnen meemaken, omdat
het op hoog peil staat. Dit blijkt
wel uit de vele jubilea die door di
verse verenigingen al gevierd kon
den worden. Hij hoopte dat het
„Landbouwbelang" mocht gaan, zo
als de St. Annalandse spreuk in het
wapen dat zegt: Altyd bet groeien
de."
Dhr. Brooijmans, ook in het St.
Annalands landbouwleven lang
geen vreemdeling, feliciteerde
„Landbouwbelang" met de opwek
king om ook allen lid van de Z. L.
M. te worden, indien dat niet het
geval is.
Verdere sprekers waren nog dhr.
Abr. Groenewege, dhr. G. D. Kloet
en dhr. van 't Hof, laatstgenoemde
namens het Coöperatief Centrum.
Op gezellige manier kon deze
avond verder worden gevuld door
het vertonen van enkele interessan
te filmpjes met toelichting van de
secretaris der Z. L. M. dhr. Slinge
man, die daarbij ook meedeelde, dat
„Landbouwbelang" de grootste bij
de Z. L. M. aangesloten vereniging
is. Onder veel hilariteit werden een
40-tal landbouwgereedschappen
gratis verloot en zorgde men ver
der dat de aangeboden consumpties
niet teloor gingen.
kunt U blussen in een paar minuten, met
één of twee Rennies. Deze smakelijke ta
bletten werken onfeilbaar, ook bij U. Koop
een pak bij Uw apotheker of drogist en
zorg er voor altijd een paar bij de hand
te hebben. Ze zijn hygiënisch verpakt, één
voor één; zo practisch. En onopvallend in
te nemen zonder water of wat ook.
Het was al 12 uur geweest toen
de voorzitter met een woord van
dank de bijeenkomst sloot, maar
geen der leden had zich in al die
uren een ogenblik verveeld. Ook
„Landbouwbelang" koerst weer
verder.
DE VOETBALCOMPETITIE
Bijna een volle ronde werd er
Zaterdag jl. afgedraaid. Alleen de
ontmoeting tussen Heiningen en
Seolto werd in de eerste klasse A
afgelast, waardoor de club uit
Chrislandia nu al 4 wedstrijden
achter is.
Vrederust—Smerdiek 1 1
Dat is voor de thuisclub geen on
verdienstelijk resultaat geworden.
Het schijnt dat Smerdiek haar oude
vorm nog steeds niet terug heeft,
inzonderheid wat de productiviteit
betreft. Nog immer bleken de gas
ten over behoorlijk spelersmateriaal
te beschikken en reeds spoedig werd
Vrederust vrijwel geheel ingesloten
en opereerden de Smerdiekse backs
rustig op het middenveld. Misschien
zelfs iets te rustig, want als uit een
geharrewar voor het Vrederust-doel
de bal bij de linksbuiten komt en
deze direct voorzet, moet Robbe het
duel met Hoogesteger in snelheid
verliezen en weet laatstgenoemde
dan ook te scoren.
In de tweede helft is er niets ver
anderd. Een veel sterker Smerdiek
en slechts sporadische uitvallen van
Vrederust. Maar voor het doel kan
Smerdiek het toch niet ver brengen.
Het is tenslotte Kampman, die nadat
de keeper uit z'n doel is met een
zacht rollertje gelijk maakt. De eind
stand alza: 1 1.
WHS—NAC 6-3
Ondanks de twee invallers, waar
mee de thuisclub deze eerste wed
strijd moest spelen, begon ze met een
vlot spelletje, waartegen de Bredase
ploeg niet bestand was, hoe redicaal
de bekende en goede Bredase backs
soms ook opruimden. Telkens weer
kwam WHS terug en de invaller
van Vossen zorgde al spoedig voor
het eerste doelpunt. Nog voor de
thee werd het 2F door de midvoor
en even na de rust leek het voor
Breda een grote nederlaag te wor
den, toen de stand door Verhoole,
Vermaas en Rijnberg tot 6—0 werd
opgevoerd. Het duurde echter niet
lang meer op WHS kwam uithou
dingsvermogen tekort en het tech
nisch bekwame NAC profiteerde
daar onmiddellijk van. Ze wist hier
door de achterstand zelfs te verklei
nen tot 63 en het was voor WHS
meer dan tijd dat het eindsignaal
klonk. De verdedigingen waren aan
beide kanten goed op dreef, maar
van alle inzinking werd dan ook
direct geprofiteerd.
Kogelvangers—Noordschans 3 11
KogelvangersNoordschans 3—11
Werkelijk, de thuisclub had niets
te vertellen tegen het zo productieve
Noordschans. Tevergeefs trachtte ze
zich tijdens de wedstrijd wat te her
stellen, elke poging leed schipbreuk
en het werd op den duur moed ver
loren, al verloren. Niet minder dan
11 maal moest de Kogelvanger kee
per vissen, waartegenover zijn voor
hoede maar drie maal het net wist te
vinden, hoofdzakelijk door noncha
lance van de Noordschanse ver
dediging. Ongetwijfeld zal Noord
schans uit deze grote overwinning
de nodige moed scheppen om in de
running te blijven.
In de 2e klasse A
kon Chrislandia 2 al even gemakke
lijk winnen van Vrederust 2 en de
50 nederlaag was zeker verdiend.
Ook Smerdiek 2 liet zich op eigen
terrein niet uit het veld slaan en ver
zekerde zich de twee punten door
de stevige 5-3 overwinning op
Seolto II.
De verwachting
Het programma, waarvan de ver-
wachtig in ons nummer van 16 Jan.
werd afgedrukt is naar de a.s. Za
terdag verschoven. Dit betekent dus,
dat Noordschans de club uit de
Stichting „Vrederust", verwacht en
wel kans zal zien ook door deze ont
moeting haar positie te verstevigen,
terwijl WHS naar Christlandia trekt
en daar ook van leer zal moeten
trekken, maar dan toch wel de beste
papieren heeft. Smerdiek krijgt het
ook weer niet zo gemakkkelijk, nu
Seolto op bezoek komt en zal nu
weer haar best moeten doen voor
een gelijk spel.
Tholense Boys zal wel kans zien
om thuis Kogelvangers te verslaan.
In de 2e klasse A
ontmoet WHS 2Vrederust 2 en
dat is de enige kans voor de thuis
club op een puntje.
Kogelvangers 2 zal het toch ook
nog zwaar te verduren krijgen tegen
Noordschans 2 terwijl Seolto 2 gaat
verliezen van Dinteloord 2.
III.
Ja, rust nu als ik.
De Zondag komt. De smid is voorzanger. Hij neemt
plaats naast de koster, de oude metselaar Letzer en leest
de Tien Geboden Zes dagen zult gij arbeiden, maar
de zevende dag is de sabbat des Heren...
Daarna leest hij nog een ander gedeelte uit de Schrift
en als dit gedaan is, keert hij zich om, blikt naar dominé
Scholte, die op de preekstoel eerbiedig staat te wachten
op het einde van de Schriftlezing en knikt plechtig.
Dominé antwoordt op dezelfde wijze Straks zet baas
Kesteloo een psalm in...
„Kees, da's een wonder ee", zegt vrouw Kostense.
„As die uut de kerke komt, menslieve, dan kan 'n d'r
oalles van vertelle, van 't ieeste tot 't leste."
Vrouw Kostense woont met haar man en kinderen
en haar schoonvader in de oude herberg „De gouden
leeuw", en Kees is een van haar zonen.
Wat is die herberg oud Dat kun je zien aan de
kleine ruitjes van de gelagkamer en de huiskamer. Als
je door de kleine ruitjes van de gelagkamer naar bin
nen kijkt, zie je op de tafeltjes gekartelde ludïferspotjes
van wit steen staan, waarin lucifers voor de bezoekers.
Als je een lucifer over de kartels strijkt, begint het eerst
een beetje te roken en gelijk ruikt het naar zwavel,
daarna komt pas een vlammetje. Op dat vlammetje moet
je wachten als je je jijp wilt aansteken, want als je daar
mee te vroeg bent, krijg je een zwavelsmaal in je mond.
In die gelagkamer wordt menig kruikje bier gedron
ken. En ook wel borreltjes.
Boven is een zaal met flinke schuiframen aan de
straat. Met kermis is het daar druk en ook één dag in
het jaar als de tienden worden verhuurd. In die tijd
staat het koren op het land in hopen en om de tien
hopen is er een, waar een wilgentak ingestoken is.
De hopen met zo'n tak erin zijn voor een heer uit
Zierikzee en die laat ze op de dag van tiendenverhuring
verkopen. Hij komt 's morgens met de boot op het dorp
en brengt altijd enige vrienden en kennissen mee, allen
voorname heren uit de stad. Over dag merk je er nog
niet veel van, maar 's avond zoveel te meer. In de
bovenzaal van „De Gouden Leeuw" hebben de heren
dan een feestmaal. Een troepje jongens staat dan be
gerig voor de herberg naar bpven te kijken en op een
afstand staat een kring van grote mensen te wachten
op de dingen, die komen zullen.
Eindelijk, daar worden de ramen opgeschoven. Ru
moer komt uit de eetzaal naar buiten; praten en lachen
en zingen. Het grote ogenblik is daar. De heren komen
voor de open ramen en gooien centen uit het raam.
Wild vliegen de jongens erop af, duwend en stompend
om het geld te pakken te krijgen. En ineens, voordat de
kinderen erop verdacht zijn, keren de heren een paar
volle emmers water om boven de jongens. Gillend stui
ven ze weg, sommigen echter te laat, zodat ze een nat
pak oplopen. De heren gieren van de pret, de kring
van omstanders lacht. De jongens staan gereed om het
nog eens te wagen, want dadelijk komen er weer centen,
misschien wel een stuk gebak, maar zéker emmers
water
De pret is voorbij De feestvierders komen naar
buiten. Omstuwd door de jeugd, die blijft bedelen, wan
delen ze in zeer vrolijke stemming naar de haven.
Een der heren, die bijzonder vrolijk is, heeft vier,
vijf jongens bij zich, die aan zijn armen hangen en aan
de slippen van zijn jas trekken. Hij schatert en begint
te zingen: Laat los, laat los, laat los van al die touwen,
ik kan 't niet langer houwen...
In de haven ligt de hoogaars van schipper Boom
sluiter, die zijn hoge passagiers aan boord helpt. Het
vaartuig wordt losgemaakt en aan een lange lijn trekt
Frits, het oude paard van Kostense, dat op de veerdijk
heeft staan wachten, het scheepje de haven uit. Het
schone feest is afgelopen. De rust op het dorp terug
gekeerd.
i*
Net naast het slop van Kostense is de werkplaats van
de oude Van Dalsen, kuiper en schilder tegelijk. Veel
van ziji\ werk doet hij binnenshuis, maar hij heeft ook
werk dat buiten moet gebeuren. Zo maar in de Voor
straat, een eind van zijn huis af, moet hij soms een
vuurtje stoken. Kijk, hij is bezig een ton in elkaar te
zetten. De duigen heeft hij in de werkplaats gemaakt en
nu worden die losjes tussen een paar ijzeren hoepels in
elkaar gezet. Het lijkt al wat op een ton, maar er zijn
nog grote kieren en de duigen zijn nog recht. Het
verdere werk geschiedt nu op straat. Een hoopje
spaanders wordt in de ton netjes opgestapeld en dan
in brand gestoken. De hitte van het vuur trekt de
vochtige dingen krom en Van Dalsen klopt en hamert
tot de ton een mooi gebogen vorm. heeft en de bodem
goed vastgekneld zit. Straks wordt alles keurig in de
verf gezet en dan is het werk klaar en kan de maker
met voldoening neerzien op de vrucht van de arbeid
zijner handen.
De smid, de kiuper, de timmerman, de wagenmaker
heerlijke en leerzame herinneringen. Bovenal de
wagenmakerDie maakt wagens, karren, sleeën,
ploegen met houten riesters, of eggen, samen met de
smid, kant en klaar.
Hij is aan een wiel bezig. De spaken zitter alle, pre
cies even schuin in de „rongen" en nu drijft hij met een
houten hamer de velgstukken op de spaken. Bij elke
slag die hij doet, komt er uit zijn mond: „ksju" 't Is
of door dat „ksju" elke slag nog harder aankomt.
Voor de werkplaats staat een boerenwagen geheel
gereed en keurig geverfd. Ook dit laatste heeft baas
Serier gedaan. Zelfs de „overloop" die hij bovendien
nog voorzien heeft met de naam van de eigenaar.
Keurige letters zijn hetMet een fijn penseel heeft hij
er ook nog paardjes en enkele fijne roosjes opge
schilderd.
Vlak bij is de Kortegaarde. Daar staat een beetje uit
de wind de oude Piet van Dijk alleen Hij wöont in
de Kortegaerde, want hij is arm. Als van Dijk over het
dorp komt, weet je dat hij het is, ook al zie je hem
niet. Zijn ene been is niet in orde en telkens hoor je een
klap van één klomp op de straatstenen. Klap... klap...
dat is Piet van Dijk. Nu staat hij daar en 't is van hem
dat een kleine jongen zijn eerste les in weerkunde
krijgt.
„Me kriege regen", zegt Piet van Dijk.
„Oe weet je dat vraagt de kleine jongen.
„Noe, kiek's nae de lucht
Piet van Dijk wijst naar de wolken, die donker en
zwaar zijn en legt het uit.
Voor de eerste keer in zijn leven begrijpt het kind
iets van het verband tussen wolken en regen.
Piet van Dijk staat daar zo zielig alleen, 's Avonds is
het gezelliger voor hem. Als 't werk gedaan is komt er
allicht een „krootje" mensen bij de Kortegaerde een
beetje praten, net als bij het slop van Kostense, 't
durps'uus en achter 't pakuus. Waar praten ze over
Over het land en de vruchten; de tarwe die er zo
goed bij staat, de peeën die wel wat meer regen mogen
hebben, de prachtige juun, de beste petaoten. En nooit
hoor je een lelijk woord. Of het moet dan wezen; goster-
nokke of ,,èl iéje vö de waerelt".
Van Dijk praat nog wat met de kleine jongen, bij
gebrek aan beter.
„Me zulle 's een puupje stoppe", zegt hij en uit zijn
blikken tabaksdoos doet hij wat tabak in zijn neus-
warmertje. Een losse lucifer komt uit zijn vestzak te
voorschijn en zijn gebrekkige been optillend, zodat zijn
zijn gelapte broekspijp strak komt te staan, strijkt hij
de lucifel aon op zijn knie. Een paar rookwolken, gauw
het dopje erop en met zijn pijpje dat in zijn mond hand
met de kop naar beneden praat hij verder:
„Hae j'al nae schole „Ja zeker". „Je zit zeker in
d'ieèste klasse, bie mièester Beneker
„Bèl nieent, in d n tweeden, bie mièester van der
Slikke."
„Dan kü je a beter leze in schrieve as ik. Kommende
weke julder fièes ee, as de Burgemieester vuuftig jaar
getrouwd is En zonder op antwoord te wachten:
„Kwah, 'k hae 's tuus kieke."
Piet van Dijk loopt over het straatje klap... klap...
naar zijn huisje toe.
Ja, de volgende week is er feest. Niet voor de eerste
klas, zoals met Sinterklaas, maar voor de hele school
O, Sinterklaas in de eerste klas Je hoort op zolder
boven de klas: Oe... oe... oe En dan komen er uit het
gat in de zolder prenten naar beneden, die aan een
draadje aan elkaar zitten en als je ze pakken wil, gaan
ze weer naar boven, en weer naar beneden en naar
boven, en nogeens en nogeens, en altijd hoor je: „Oe...
oe...oe! Eindelijk haalt de meester de prenten naar
zich toen en deelt ze uit aan een stuk of tien kinderen
en dan buitelen ze allemaal om half vier de schooldeur
uit en en rennen naar huis om alles te vertellen.
Vandaag is de Burgemeester vijftig jaar getrouwd.
Op het schoolplein staan de kinderen netjes in de rij,
de eerste klas vooraan, dan de tweede, de derde, vierde,
vijfde, de zesde. „Vooruit", zegt meester Crucq en daar
gaat het naar de woning van de burgemeester.
Meester Crucq loopt voorop, dan meester Beneker...,
meester van der Slikke... meester Buyze. Jongen, wat
een drukte voor het huis van de Burgemeester. Wat
een mensen Hoe kom je er door
Gelukkig, daar is de Feijter, de veldwachter. Hij is
zo groot dat hij boven alle mensen uitsteekt. „Een bitje
op zie-je in daer 'n bitje achteruut, mensen" zegt hij
vriendelijk en dan staan de kinderen gauw op hun
plaats en de grote mensen er om heen. Daar komt
Kaatje Luuk ook. Ze woont naast de Burgemeester
en daarom is ze niet naar school gegaan zeker. Maar
ze hoort er ook bij. Kaatje komt op school om de
meisjes naaien en breien te leren en daarom behoort ze
bij de meesters.
Net of ze naar school moet, heeft ze een zwarte japon
aan en de lange muts op, en als ze bij de kinderen komt
staan, zeggen die netjes: „Dat Kaatje".
Daar komt het gouden bruidspaar naar buiten. Ja,
dat heeft de meester vertelt: het gouden bruidspaar
En de Burgemeester is de bruigom en zijn vrouw is de
bruid. Nu staan ze op de stoep. De bruigom in Zon
dagspak, de bruid in een zwarte japon, de lange muts
op het hoofd en om de schouders, en getooid met haar
gouden sieraden. Twee vriendelijke, oude mensen, kij
ken glimlachend naar al die grote mensen, rijk en arm.
En naar al die kinderen, kinderen van arbeiders en
boeren en burgers, kinderen van de dominé, het zoontje
van de dokter, kinderen ook uit de Kortegaerde.
De jonge bovenmeester heft zijn dirigeerstokje.
„Stilte", zegt hij en het is dadelijk doodstil.
Nu klinken de kinderstemmen - zacht en langzaam:
Wij kinderen komen ook tot U,
O, achtbre Burgervader
Uw gouden echtfeest viert gij nu
Met heel het dorp tegader.
Wij wensen u en uwe vrouw
Geluk op dezen morgen
Dat God u steeds behoeden mag
Bevrijd van alle zorgen.
Het tweede lied wordt gezongen, luider, sneller, fees
telijker:
Waarom viert Stavenisse feest
Waarom die vlaggen, waarom dat groen
Wat spreekt toch alles van plezier
Wat doen toch al die mensen hier
Komt, zingen wij uit volle borst:
't Is feest voor Burgemeester Dorst.
Maar niet alleen voor hem is 't feest,
Ook voor zijn vrouw, die hem zo trouw
Een halve eeuw terzijde stond
Voor haar ook klinkt de kindermond
Komt, zingen wij uit volle borst,
Ook voor de vrouw van Burgemeester Dorst.
De vrouwe en de Burgemeester knikken, met een
lach om de mond, de kinderen toe om ze te bedanken.
En dan neemt de Burgervader het woord:
„Kinders", zegt hij, „juled mooi gezonge, dank je
wel. En komende weke kom 'k op schole en dan kriege
je van mien een mooi kedootje."
Herinneringen zijn dagdromen, die als alle dromen
een einde nemen. De kleine Zeeuwse jongen uit die
dromen is verdwenen.
En de oude man neemt zijn boek weer op en leest
verder; hij is weer teruggekeerd in de werkelijkheid.