Eendrachtbode «Landbouwbelang» jHerinneringen Zestig jaar te St. Annaland 9c Jaargang No* 10 TWEEDE BLAD 30 Januari 1953 Dat opstijgend brandend zuur, van Uw maag tot hoog in de keel SPORTHOEKJE door J. M. Het was in de winter van 18921893 dat er enkele landbouwers in St. Annaland plannen maakten om te komen tot gezamenlijke aankoop van kunstmeststoffen en voeder artikelen. Deze plannen vonden hun oorzaak in het feit, dat er bij de aankopen, die iedere landbouwer tot nu toe afzonderlijk deed, vaak voor dezelfde artike len belangrijke prijsverschillen waren, terwijl er ook wel eens twijfel bestond of de gekochte artikelen aan de gestelde garanties vol deden. Kleine oorzaken kunnen grote gevolgen hebben. En deze op zichzelf misschien kleine oorzaken hadden tot gevolg, dat er op 26 Januari 1893 ten huize van wijlen dhr. C. Goedegebuure een vereniging werd opgericht, die de naam kreeg van „Landbouwbelang" Met 57 leden opgericht, groeide deze vereniging uit tot 339 leden, daarmee de oprichting alleszins rechtvaardigend. Ter gelegenheid van dit 60-jarig bestaan werd een feestelijke bij eenkomst georganiseerd in hotel I. Rijnberg op Vrijdag 23 Jan. j.l. En niemand der aanwezigen had er spijt van daarheen te zijn gegaan. EEN TERUGBLIK De zaal was met haar ruim 180 personen eigenlijk te vol, toen de voorzitter van „Landbouwbelang", dhr. C. J. J. Kooijman allen een har telijk welkom toeriep. Onder hen bevond zich burgemeester F. M. Boogaard, dhr. Abr. Groenewege als vertegenwoordiger van de Z. L. M. (ir. Geuze was door ziekte ver hinderd), dhr. J. F. Brooijmans, voorzitter van de Veilingsvereni ging te St. Annaland, de heer G. D. Kloet, voorzitter van de Aardappel- koelhuisstichting „Eiland Tholen", dhr. Markusse, Assistent van de Voorlichtingsdienst, dhr. Slingeman, Secretaris der Z. L. M„ dhr. Sinke, Assistent der Z. L. M. en verschil lende afgevaardigden van besturen der zusterverenigingen, alsmede eigen leden en genodigden. Deze belangstelling verheugde de voorzitter zeer, inzonderheid ook de tegenwoordigheid van de burge meester, op wie, zo verklaarde dhr. Kooijman, nimmer tevergeefs een beroep is gedaan, als het gaat om medewerking voor een bepaald landbouwbelang in zijn gemeente. In tegenstelling met het 40- en 50-jarig jubileum vallend respec tievelijk in de crisisjaren en tijdens de bezetting kan dit jubileum onder heel wat gunstiger omstan digheden worden gevierd. Vervolgens releveerde de voor zitter in het kort de geschiedenis van deze vereniging sinds haar op richting. Hiervoren merkten we reeds op door welke omstandighe den de noodzaak tot gezamenlijke aankoop als urgent werd beschouwd en hoe men tot oprichting kwam. In het bestuur werden op de ver gadering van 26 Jan. 1893 gekozen de heren J. Elenbaas, voorz. M. Gaakeer, vice-voorz. A. Goedege buure C. J.z secr.penningm. D. Scherpenisse Johz., A. v. d. Welle en A. Scherpenisse. Alle begin is moeilijk en dat was het ook voor „Landbouwbelang". Moeilijkheden bij de handelaren, moeilijkheden soms ook nog bij eigen leden. Zo bleef het bedrag waarvoor het eerste jaar door de vereniging werd aangekocht nog beneden de 4000,—, terwijl het in 1952 niet minder dan 241.000 bedroeg. Nog geen 300 balen kunstmest werden het eerste jaar via de vere niging afgeleverd, terwijl dat afge lopen jaar ruim 12.000 balen be droeg plus nog vele andere artike len. Telkens werden nieuwe produc ten verkocht. Zo bijv. in 1903 de eerste zaaiwikken, in 1908 de kalk- salpeter, in 1911 de kopersulfaat. Het was ook „Landbouwbelang" die in 1911 de stoot gaf tot oprich ting van de plaatselijke Boerenleen bank, terwijl ze in 1916 Koninklijke goedkeuring op haar statuten ver kreeg. Men vormt sinds 1918 een afdeling van de Z.L.M. Steeds werd met de tijd meege gaan. In 1918 kwam het eerste nieu we Fries pootgoed al werd het dat jaar een grote teleurstelling, later kwam het er beter in. In 1929 kwam het grondonder zoek in bespreking en een jaar la ter werd door een causerie-avond de eerste stoot tot oprichting der veiling gegeven. Moeilijk waren de dertiger jaren èn voor de leden èn voor de vereni ging. Aanvankelijk had men tegen het Centraal Bureau een vooroor deel. Langzaam veranderde dit en toen dhr. Joh. Heijboer zaakvoerder werd, werd de stemming steeds mil der en werd de grondslag bij statu tenwijziging van 29 Januari 1947 coöperatief. Telkens weer kwamen nieuwe mogelijkheden. Zo gaf „Landbouw belang" ook het stootje tot het in middels verrezen koelhuis te St. An naland, werd er 5 September 1952 een vergadering belegd, waarbij een bespreking plaats vond over ruil verkaveling met name van de Pries- termeetpolder. Zo stipte dhr. Kooijman hier en daar iets aan uit het verleden van „Landbouwbelang". Moeilijk noem de hij ook de tijd van de eerste we reldoorlog, daarbij het verdienste lijk werk van wijlen A. A. Goede gebuure Azn en dhr. Iz. Overbeeke in herinnering brengend. Veel heeft de vereniging ook te danken aan wijlen dhr. B. Kodde, die ruim 25 jaar voorzitter was. Ook de laatste grote wereldbrand bracht voor deze vereniging en haar leden inundatie groot ongerief en verlies. Dank zij de trouw der leden en medewerking van de bestuurders kon de vereniging door alle moei lijkheden het hoofd boven water houden en in groei en bloei toene men. Hij roemde voorts de accura tesse van de tegenwoordige secr. penningm. dhr. A. D. Goedegebuu re. Spreker eindigde zijn overzicht met de wens dat ook de komende jaren voor alle leden persoonlijk en voor de vereniging goede jaren mochten zijn. Het was tijd voor een kopje koffie met gebak en tijd ook om even te kijken naar de fraaie bloemstukken die ter gelegenheid van dit jubileum waren aangeboden door diverse an dere verenigingen. Burgemeester Boogaard was de eerste spreker met het aanbieden van zijn gelukwensen. Hij verklaar de dat het hem zeer goed doet het St. Annalands verenigingsleven van nabij te kunnen meemaken, omdat het op hoog peil staat. Dit blijkt wel uit de vele jubilea die door di verse verenigingen al gevierd kon den worden. Hij hoopte dat het „Landbouwbelang" mocht gaan, zo als de St. Annalandse spreuk in het wapen dat zegt: Altyd bet groeien de." Dhr. Brooijmans, ook in het St. Annalands landbouwleven lang geen vreemdeling, feliciteerde „Landbouwbelang" met de opwek king om ook allen lid van de Z. L. M. te worden, indien dat niet het geval is. Verdere sprekers waren nog dhr. Abr. Groenewege, dhr. G. D. Kloet en dhr. van 't Hof, laatstgenoemde namens het Coöperatief Centrum. Op gezellige manier kon deze avond verder worden gevuld door het vertonen van enkele interessan te filmpjes met toelichting van de secretaris der Z. L. M. dhr. Slinge man, die daarbij ook meedeelde, dat „Landbouwbelang" de grootste bij de Z. L. M. aangesloten vereniging is. Onder veel hilariteit werden een 40-tal landbouwgereedschappen gratis verloot en zorgde men ver der dat de aangeboden consumpties niet teloor gingen. kunt U blussen in een paar minuten, met één of twee Rennies. Deze smakelijke ta bletten werken onfeilbaar, ook bij U. Koop een pak bij Uw apotheker of drogist en zorg er voor altijd een paar bij de hand te hebben. Ze zijn hygiënisch verpakt, één voor één; zo practisch. En onopvallend in te nemen zonder water of wat ook. Het was al 12 uur geweest toen de voorzitter met een woord van dank de bijeenkomst sloot, maar geen der leden had zich in al die uren een ogenblik verveeld. Ook „Landbouwbelang" koerst weer verder. DE VOETBALCOMPETITIE Bijna een volle ronde werd er Zaterdag jl. afgedraaid. Alleen de ontmoeting tussen Heiningen en Seolto werd in de eerste klasse A afgelast, waardoor de club uit Chrislandia nu al 4 wedstrijden achter is. Vrederust—Smerdiek 1 1 Dat is voor de thuisclub geen on verdienstelijk resultaat geworden. Het schijnt dat Smerdiek haar oude vorm nog steeds niet terug heeft, inzonderheid wat de productiviteit betreft. Nog immer bleken de gas ten over behoorlijk spelersmateriaal te beschikken en reeds spoedig werd Vrederust vrijwel geheel ingesloten en opereerden de Smerdiekse backs rustig op het middenveld. Misschien zelfs iets te rustig, want als uit een geharrewar voor het Vrederust-doel de bal bij de linksbuiten komt en deze direct voorzet, moet Robbe het duel met Hoogesteger in snelheid verliezen en weet laatstgenoemde dan ook te scoren. In de tweede helft is er niets ver anderd. Een veel sterker Smerdiek en slechts sporadische uitvallen van Vrederust. Maar voor het doel kan Smerdiek het toch niet ver brengen. Het is tenslotte Kampman, die nadat de keeper uit z'n doel is met een zacht rollertje gelijk maakt. De eind stand alza: 1 1. WHS—NAC 6-3 Ondanks de twee invallers, waar mee de thuisclub deze eerste wed strijd moest spelen, begon ze met een vlot spelletje, waartegen de Bredase ploeg niet bestand was, hoe redicaal de bekende en goede Bredase backs soms ook opruimden. Telkens weer kwam WHS terug en de invaller van Vossen zorgde al spoedig voor het eerste doelpunt. Nog voor de thee werd het 2F door de midvoor en even na de rust leek het voor Breda een grote nederlaag te wor den, toen de stand door Verhoole, Vermaas en Rijnberg tot 6—0 werd opgevoerd. Het duurde echter niet lang meer op WHS kwam uithou dingsvermogen tekort en het tech nisch bekwame NAC profiteerde daar onmiddellijk van. Ze wist hier door de achterstand zelfs te verklei nen tot 63 en het was voor WHS meer dan tijd dat het eindsignaal klonk. De verdedigingen waren aan beide kanten goed op dreef, maar van alle inzinking werd dan ook direct geprofiteerd. Kogelvangers—Noordschans 3 11 KogelvangersNoordschans 3—11 Werkelijk, de thuisclub had niets te vertellen tegen het zo productieve Noordschans. Tevergeefs trachtte ze zich tijdens de wedstrijd wat te her stellen, elke poging leed schipbreuk en het werd op den duur moed ver loren, al verloren. Niet minder dan 11 maal moest de Kogelvanger kee per vissen, waartegenover zijn voor hoede maar drie maal het net wist te vinden, hoofdzakelijk door noncha lance van de Noordschanse ver dediging. Ongetwijfeld zal Noord schans uit deze grote overwinning de nodige moed scheppen om in de running te blijven. In de 2e klasse A kon Chrislandia 2 al even gemakke lijk winnen van Vrederust 2 en de 50 nederlaag was zeker verdiend. Ook Smerdiek 2 liet zich op eigen terrein niet uit het veld slaan en ver zekerde zich de twee punten door de stevige 5-3 overwinning op Seolto II. De verwachting Het programma, waarvan de ver- wachtig in ons nummer van 16 Jan. werd afgedrukt is naar de a.s. Za terdag verschoven. Dit betekent dus, dat Noordschans de club uit de Stichting „Vrederust", verwacht en wel kans zal zien ook door deze ont moeting haar positie te verstevigen, terwijl WHS naar Christlandia trekt en daar ook van leer zal moeten trekken, maar dan toch wel de beste papieren heeft. Smerdiek krijgt het ook weer niet zo gemakkkelijk, nu Seolto op bezoek komt en zal nu weer haar best moeten doen voor een gelijk spel. Tholense Boys zal wel kans zien om thuis Kogelvangers te verslaan. In de 2e klasse A ontmoet WHS 2Vrederust 2 en dat is de enige kans voor de thuis club op een puntje. Kogelvangers 2 zal het toch ook nog zwaar te verduren krijgen tegen Noordschans 2 terwijl Seolto 2 gaat verliezen van Dinteloord 2. III. Ja, rust nu als ik. De Zondag komt. De smid is voorzanger. Hij neemt plaats naast de koster, de oude metselaar Letzer en leest de Tien Geboden Zes dagen zult gij arbeiden, maar de zevende dag is de sabbat des Heren... Daarna leest hij nog een ander gedeelte uit de Schrift en als dit gedaan is, keert hij zich om, blikt naar dominé Scholte, die op de preekstoel eerbiedig staat te wachten op het einde van de Schriftlezing en knikt plechtig. Dominé antwoordt op dezelfde wijze Straks zet baas Kesteloo een psalm in... „Kees, da's een wonder ee", zegt vrouw Kostense. „As die uut de kerke komt, menslieve, dan kan 'n d'r oalles van vertelle, van 't ieeste tot 't leste." Vrouw Kostense woont met haar man en kinderen en haar schoonvader in de oude herberg „De gouden leeuw", en Kees is een van haar zonen. Wat is die herberg oud Dat kun je zien aan de kleine ruitjes van de gelagkamer en de huiskamer. Als je door de kleine ruitjes van de gelagkamer naar bin nen kijkt, zie je op de tafeltjes gekartelde ludïferspotjes van wit steen staan, waarin lucifers voor de bezoekers. Als je een lucifer over de kartels strijkt, begint het eerst een beetje te roken en gelijk ruikt het naar zwavel, daarna komt pas een vlammetje. Op dat vlammetje moet je wachten als je je jijp wilt aansteken, want als je daar mee te vroeg bent, krijg je een zwavelsmaal in je mond. In die gelagkamer wordt menig kruikje bier gedron ken. En ook wel borreltjes. Boven is een zaal met flinke schuiframen aan de straat. Met kermis is het daar druk en ook één dag in het jaar als de tienden worden verhuurd. In die tijd staat het koren op het land in hopen en om de tien hopen is er een, waar een wilgentak ingestoken is. De hopen met zo'n tak erin zijn voor een heer uit Zierikzee en die laat ze op de dag van tiendenverhuring verkopen. Hij komt 's morgens met de boot op het dorp en brengt altijd enige vrienden en kennissen mee, allen voorname heren uit de stad. Over dag merk je er nog niet veel van, maar 's avond zoveel te meer. In de bovenzaal van „De Gouden Leeuw" hebben de heren dan een feestmaal. Een troepje jongens staat dan be gerig voor de herberg naar bpven te kijken en op een afstand staat een kring van grote mensen te wachten op de dingen, die komen zullen. Eindelijk, daar worden de ramen opgeschoven. Ru moer komt uit de eetzaal naar buiten; praten en lachen en zingen. Het grote ogenblik is daar. De heren komen voor de open ramen en gooien centen uit het raam. Wild vliegen de jongens erop af, duwend en stompend om het geld te pakken te krijgen. En ineens, voordat de kinderen erop verdacht zijn, keren de heren een paar volle emmers water om boven de jongens. Gillend stui ven ze weg, sommigen echter te laat, zodat ze een nat pak oplopen. De heren gieren van de pret, de kring van omstanders lacht. De jongens staan gereed om het nog eens te wagen, want dadelijk komen er weer centen, misschien wel een stuk gebak, maar zéker emmers water De pret is voorbij De feestvierders komen naar buiten. Omstuwd door de jeugd, die blijft bedelen, wan delen ze in zeer vrolijke stemming naar de haven. Een der heren, die bijzonder vrolijk is, heeft vier, vijf jongens bij zich, die aan zijn armen hangen en aan de slippen van zijn jas trekken. Hij schatert en begint te zingen: Laat los, laat los, laat los van al die touwen, ik kan 't niet langer houwen... In de haven ligt de hoogaars van schipper Boom sluiter, die zijn hoge passagiers aan boord helpt. Het vaartuig wordt losgemaakt en aan een lange lijn trekt Frits, het oude paard van Kostense, dat op de veerdijk heeft staan wachten, het scheepje de haven uit. Het schone feest is afgelopen. De rust op het dorp terug gekeerd. i* Net naast het slop van Kostense is de werkplaats van de oude Van Dalsen, kuiper en schilder tegelijk. Veel van ziji\ werk doet hij binnenshuis, maar hij heeft ook werk dat buiten moet gebeuren. Zo maar in de Voor straat, een eind van zijn huis af, moet hij soms een vuurtje stoken. Kijk, hij is bezig een ton in elkaar te zetten. De duigen heeft hij in de werkplaats gemaakt en nu worden die losjes tussen een paar ijzeren hoepels in elkaar gezet. Het lijkt al wat op een ton, maar er zijn nog grote kieren en de duigen zijn nog recht. Het verdere werk geschiedt nu op straat. Een hoopje spaanders wordt in de ton netjes opgestapeld en dan in brand gestoken. De hitte van het vuur trekt de vochtige dingen krom en Van Dalsen klopt en hamert tot de ton een mooi gebogen vorm. heeft en de bodem goed vastgekneld zit. Straks wordt alles keurig in de verf gezet en dan is het werk klaar en kan de maker met voldoening neerzien op de vrucht van de arbeid zijner handen. De smid, de kiuper, de timmerman, de wagenmaker heerlijke en leerzame herinneringen. Bovenal de wagenmakerDie maakt wagens, karren, sleeën, ploegen met houten riesters, of eggen, samen met de smid, kant en klaar. Hij is aan een wiel bezig. De spaken zitter alle, pre cies even schuin in de „rongen" en nu drijft hij met een houten hamer de velgstukken op de spaken. Bij elke slag die hij doet, komt er uit zijn mond: „ksju" 't Is of door dat „ksju" elke slag nog harder aankomt. Voor de werkplaats staat een boerenwagen geheel gereed en keurig geverfd. Ook dit laatste heeft baas Serier gedaan. Zelfs de „overloop" die hij bovendien nog voorzien heeft met de naam van de eigenaar. Keurige letters zijn hetMet een fijn penseel heeft hij er ook nog paardjes en enkele fijne roosjes opge schilderd. Vlak bij is de Kortegaarde. Daar staat een beetje uit de wind de oude Piet van Dijk alleen Hij wöont in de Kortegaerde, want hij is arm. Als van Dijk over het dorp komt, weet je dat hij het is, ook al zie je hem niet. Zijn ene been is niet in orde en telkens hoor je een klap van één klomp op de straatstenen. Klap... klap... dat is Piet van Dijk. Nu staat hij daar en 't is van hem dat een kleine jongen zijn eerste les in weerkunde krijgt. „Me kriege regen", zegt Piet van Dijk. „Oe weet je dat vraagt de kleine jongen. „Noe, kiek's nae de lucht Piet van Dijk wijst naar de wolken, die donker en zwaar zijn en legt het uit. Voor de eerste keer in zijn leven begrijpt het kind iets van het verband tussen wolken en regen. Piet van Dijk staat daar zo zielig alleen, 's Avonds is het gezelliger voor hem. Als 't werk gedaan is komt er allicht een „krootje" mensen bij de Kortegaerde een beetje praten, net als bij het slop van Kostense, 't durps'uus en achter 't pakuus. Waar praten ze over Over het land en de vruchten; de tarwe die er zo goed bij staat, de peeën die wel wat meer regen mogen hebben, de prachtige juun, de beste petaoten. En nooit hoor je een lelijk woord. Of het moet dan wezen; goster- nokke of ,,èl iéje vö de waerelt". Van Dijk praat nog wat met de kleine jongen, bij gebrek aan beter. „Me zulle 's een puupje stoppe", zegt hij en uit zijn blikken tabaksdoos doet hij wat tabak in zijn neus- warmertje. Een losse lucifer komt uit zijn vestzak te voorschijn en zijn gebrekkige been optillend, zodat zijn zijn gelapte broekspijp strak komt te staan, strijkt hij de lucifel aon op zijn knie. Een paar rookwolken, gauw het dopje erop en met zijn pijpje dat in zijn mond hand met de kop naar beneden praat hij verder: „Hae j'al nae schole „Ja zeker". „Je zit zeker in d'ieèste klasse, bie mièester Beneker „Bèl nieent, in d n tweeden, bie mièester van der Slikke." „Dan kü je a beter leze in schrieve as ik. Kommende weke julder fièes ee, as de Burgemieester vuuftig jaar getrouwd is En zonder op antwoord te wachten: „Kwah, 'k hae 's tuus kieke." Piet van Dijk loopt over het straatje klap... klap... naar zijn huisje toe. Ja, de volgende week is er feest. Niet voor de eerste klas, zoals met Sinterklaas, maar voor de hele school O, Sinterklaas in de eerste klas Je hoort op zolder boven de klas: Oe... oe... oe En dan komen er uit het gat in de zolder prenten naar beneden, die aan een draadje aan elkaar zitten en als je ze pakken wil, gaan ze weer naar boven, en weer naar beneden en naar boven, en nogeens en nogeens, en altijd hoor je: „Oe... oe...oe! Eindelijk haalt de meester de prenten naar zich toen en deelt ze uit aan een stuk of tien kinderen en dan buitelen ze allemaal om half vier de schooldeur uit en en rennen naar huis om alles te vertellen. Vandaag is de Burgemeester vijftig jaar getrouwd. Op het schoolplein staan de kinderen netjes in de rij, de eerste klas vooraan, dan de tweede, de derde, vierde, vijfde, de zesde. „Vooruit", zegt meester Crucq en daar gaat het naar de woning van de burgemeester. Meester Crucq loopt voorop, dan meester Beneker..., meester van der Slikke... meester Buyze. Jongen, wat een drukte voor het huis van de Burgemeester. Wat een mensen Hoe kom je er door Gelukkig, daar is de Feijter, de veldwachter. Hij is zo groot dat hij boven alle mensen uitsteekt. „Een bitje op zie-je in daer 'n bitje achteruut, mensen" zegt hij vriendelijk en dan staan de kinderen gauw op hun plaats en de grote mensen er om heen. Daar komt Kaatje Luuk ook. Ze woont naast de Burgemeester en daarom is ze niet naar school gegaan zeker. Maar ze hoort er ook bij. Kaatje komt op school om de meisjes naaien en breien te leren en daarom behoort ze bij de meesters. Net of ze naar school moet, heeft ze een zwarte japon aan en de lange muts op, en als ze bij de kinderen komt staan, zeggen die netjes: „Dat Kaatje". Daar komt het gouden bruidspaar naar buiten. Ja, dat heeft de meester vertelt: het gouden bruidspaar En de Burgemeester is de bruigom en zijn vrouw is de bruid. Nu staan ze op de stoep. De bruigom in Zon dagspak, de bruid in een zwarte japon, de lange muts op het hoofd en om de schouders, en getooid met haar gouden sieraden. Twee vriendelijke, oude mensen, kij ken glimlachend naar al die grote mensen, rijk en arm. En naar al die kinderen, kinderen van arbeiders en boeren en burgers, kinderen van de dominé, het zoontje van de dokter, kinderen ook uit de Kortegaerde. De jonge bovenmeester heft zijn dirigeerstokje. „Stilte", zegt hij en het is dadelijk doodstil. Nu klinken de kinderstemmen - zacht en langzaam: Wij kinderen komen ook tot U, O, achtbre Burgervader Uw gouden echtfeest viert gij nu Met heel het dorp tegader. Wij wensen u en uwe vrouw Geluk op dezen morgen Dat God u steeds behoeden mag Bevrijd van alle zorgen. Het tweede lied wordt gezongen, luider, sneller, fees telijker: Waarom viert Stavenisse feest Waarom die vlaggen, waarom dat groen Wat spreekt toch alles van plezier Wat doen toch al die mensen hier Komt, zingen wij uit volle borst: 't Is feest voor Burgemeester Dorst. Maar niet alleen voor hem is 't feest, Ook voor zijn vrouw, die hem zo trouw Een halve eeuw terzijde stond Voor haar ook klinkt de kindermond Komt, zingen wij uit volle borst, Ook voor de vrouw van Burgemeester Dorst. De vrouwe en de Burgemeester knikken, met een lach om de mond, de kinderen toe om ze te bedanken. En dan neemt de Burgervader het woord: „Kinders", zegt hij, „juled mooi gezonge, dank je wel. En komende weke kom 'k op schole en dan kriege je van mien een mooi kedootje." Herinneringen zijn dagdromen, die als alle dromen een einde nemen. De kleine Zeeuwse jongen uit die dromen is verdwenen. En de oude man neemt zijn boek weer op en leest verder; hij is weer teruggekeerd in de werkelijkheid.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1953 | | pagina 5