1953
tegemoet
Jan Overeenkam en Kees
op OUDEJAARSAVOND.
9e Jaargang No. 6
31 December 1952
Uitgevers Firma C. Dikleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Zo lang er leven is, is er hoop. Juist in
hachelijke ogenblikken krijgt dit zo bekende
spreekwoord dikwijls een ongekende bete
kenis. Daaraan denken we ook, terwijl we
ons neerzetten achter de machine om aan
het Oudejaars-artikel te beginnen. Heeft
zo'n spreekwoord dan ook iets met een
oudejaarsavond-sfeer te maken Toch wel.
Immers, iedere Nieuwjaarsdag die we zien
naderen, doet ons denken aan het voorbije
en aan het komende.
Is er wel iemand die aan de invloed ont
komt van de laatste avond van het jaar
Zelfs al willen we die invloed ontvluchten.
Al willen we ons onttrekken aan het altijd
pijnlijke van een afscheid, al menen we alles
te verdoezelen onder een sfeer van gezellig
heid in een prettig huiselijk samenzijn, in
oliebollen en chocolade.
De sombere gedachte, dat de tijd vergaat
en dat wij met hem vergaan, laat zich door
al het gezellige niet wegcijferen.
En de gedachte die het meest opkomt is
wel deze: zal het in het volgende jaar beter
gaan We willen altijd maar naar beter.
Het is niet onze bedoeling wat ook in
tegenstelling zou zijn met de aanhef van dit
artikel te gaan schermen met woorden
over angst en spanning, die de laatste jaren
al haast traditioneel gebruikt worden bij
hoogtijdagen als deze.
Zelfs al grijpen de feiten in de wereld
steeds sneller om zich heen, al verandert het
aangezicht der dingen voortdurend, al lijkt
het of het gehele persoonlijk leven van de
mensheid tegenwoordig verdwijnt in de
vloed der gebeurtenissen.
Integendeel, allereerst willen we wijzen
op een gevoel, dat helaas te zelden opkomt
in onze harten. Juist op oudejaarsavond
moeten velen toch ruimte kunnen geven aan
datgene, waarvoor men dankbaar kan zijn.
Al te dikwijls wordt maar vergeten de din
gen, die we het afgelopen jaar weer hebben
gekregen of die we mochten behouden. Dat
we mochten zaaien, dat we ook weer hebben
kunnen oogsten. Of hebben we alleen de te
genslagen onthouden
We ontkennen niet, dat die er ook zijn
geweest. In zaken, in financiën. Het valt niet
mee de eindjes met oneindig veel moeite aan
elkaar te moeten knopen.
Maar oneindig veel dieper gaan toch de
oudejaarsavondgedachten, wanneer we ge
troffen werden door het verliezen van een
onzer dierbaren of vrienden.
Dan is het zeer moeilijk dankbaar te zijn
voor wat nog overbleef.
Zo sluiten wij het oude jaar af en gaan
het nieuwe met een wens in ons hart tege
moet.
Op de Oudejaarsavond, die de gedachte
is aan het verleden, volgt de Nieuwjaars
morgen, die de nieuwe toekomst inluidt.
Telkens weer worden we bij de jaarwis
seling herinnerd aan de afsluiting van het
oude en staan we direct ook weer bij de
voorbereiding van het nieuwe.
We staan nu stil bij wat 1952 ons heeft
gebracht. Ieder in zijn kring, in zijn werk,
zoals ons die ook dezer dagen nog werd
voorgehouden: wie en wat zijn wij
De tijd in zijn gestadige voortgang dringt
zich aan ons op.
We weten wat 1952 ons bracht. 1953 ligt
nog voor ons open en is nog geheel verbor
gen.
Zolang er leven is, is er hoop,
We hebben ondervonden, terugziende op
1952, dat hier alles voorbij gaat, alles in
vergetelheid raakt, hoe bewogen dit jaar
voor ons misschien ook was.
Er zijn evenwel ook onvergetelijke waar
den. Een waarde, niet gebonden aan de tik
van de klok, waarden die niet verdwijnen
door leed of onrust, waarden die geen vraag
tekens inhouden, zoals het jaar 1953 voor
ieder onzer wel doet.
Het bezit van die onvergetelijke, van die
eeuwige waarde berust op een vaste hoop.
Moge die vaste hoop ons in 1953 stil en
gerust doen leven. Dan wordt het een voor
spoedig 1953.
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Jan:
Kees:
Nog een stukje, nog een rukje en het jaar is weer voorbij.
Enkle uren en we turen allemaal op een schone lei.
Een nieuwe reis gaat weer beginnen en we zien de toekomst aan
En we zeggen bij onszelve: hoe zal deze tocht weer gaan
Eer we die drempel overschrijden, eer we luidt roepen: jaar
VAARWEL
Gaan we even nog terugzien, op 's werelds politieke spel.
Zeg asjeblieft, geef geen beschouwing of zoek niet waar de
oorzaak lag,
Voor al het wereldlijke falen, maar kom met feiten voor de dag.
Je wilt dus feiten, goed, hier zijn ze, soms in een blij en vrolijk lied.
Soms ook wanstaltig, miserabel, van wat er alzo is geschied.
Je lijkt me nogal somber jongen, je toon is zo vol somberheid,
Jij bent de man, die ons toch altijd, spreekt van die goeie ouwe tijd
Nou, daar is allereerst Korea, dat is nog steeds gevechtsterrein,
Nog immer duurt de koude oorlog, het rommelt ook nog in Berlijn,
't Is waar, de krant staat vol met koppen, van mensen met een grote bek,
Ze schreeuwen over vred'en vrijheid, bijvoorbeeld zoals Mossadeq.
Men zegt: het1 Oosten gaat ontwaken, dat is de vlag die alles dekt,
Maar blijkbaar wordt dat arme Oosten, door de verkeerde man gewekt.
Nou, ook het Westen bleef onrustig, zodra dit jaar nog maar begon,
Denk maar eens aan het rommelig rommelen, in het oude Duitse
stadje Bonn.
Och hou maar op, de heren hebben, weer allemaal een grote mond,
Er is geen eenheid in Europa, het pluimage is ook al te bont.
En Frankrijk dan, hoe is het daarmee, hoe is het met meneer Pinay
Men tobt in Tunis en Marokko, ik doe het liever maar met Kee.
Je hebt het nieuws al lang vernomen: Ze joegen koning Faroek heen,
Naguib nam de macht daar over, Faroek klaagt nu steen en been.
Bedoel je over zijn millioenen, zijn villa's, zijn tweehonderd pond
Hij wacht nu op het „Thools Tehuisje", is lid van de Bejaarden-bond.
Zeg wat een spanning, moet je horen, hoe Truman zijn veldslag verloor.
Eisenhower zei: hier ben ik. „Ikeriep 't Amerikaanse koor.
Ik hoop het al, 't is niets bijzonders, wat jij nu allemaal vertelt,
Het egoïsme viert nóg hoogtij en steeds nog overheerst 't geweld.
En dan Hoe ging 't ons eigen landje, ons eigen landje aan de zee
Daar bleef de toestand zo hetzelfde, het afgelopen jaar viel mee.
Ja, hier bleef alles nogal rustig, men doet er alles nauwgezet,
Na heel veel heen en weer gedribbel, kwam er zélfs nog een nieuw
KABINET.
Pa Drees (bij wie ik ook terecht kom) kwam weer als kapitein
aan boord,
Minister Lieftinck is verdwenen, is naar Turkije toe gespoord.
Waarachtig hier ook stemverschuiving, in ons „standvastig"
Thoolse land.
Vanwege hm, de ping-ping zeker, sta jij ook aan Drees z'n kant
Hó man, hou jij even je snater, ben jij soms beter, principieel
Steek eens je hand in eigen boezem, het geld verzoent bij velen, veel.
Nou goed, ze moeten 't zeivers weten, dat is niet eens de ergste kwaal,
Weet jij misschien nog iets bijzonders, van 't Amsterdamse Rijnkanaal?
Ja, dat is dit jaar ook geopend, men bracht daarmee in Nederland,
Zoals men dat al haast gewoon is, opnieuw een zeer goed werk tot
stand.
Al zijn we dan soms wat pietluttig, dat moet tot „ezel's" eer gezegd:
Een Nederlander is een bouwer, die kwaliteiten zijn niet slecht.
Hoewel er dit jaar weer veel mensen, aan 't emigreren zijn gegaan,
Is het aantal van de jonggeboornen nog groter, hoe kan dat bestaan
Er kwam dit jaar weer nieuwe haring, de bollen stonden weer in bloei.
Er was, och ja, hoe kan het anders, zo hier en daar weer wat geknoei.
De AVRO ging over de hekel, men vond de knuppel die men zocht,
Meneer de Clercq kreeg last van pekel, al duidde men dat aan
met „Vogt".
Ik heb ook nog een zwarte bladzij en voelde me daarbij gekrenkt,
Wanneer je even weer bijvoorbeeld, aan het proces van Lages denkt.
Maar denk ook eens aan goede dingen, die aan de mensen zijn
gebracht,
Bij voorkeur nu in onze omgeving, wat daar dit jaar werd uitgedacht.
Je weet, het jaar was pas begonnen: toen kwam er al een erfenis,
Van een goede tachtigduizend dollars, de „Boogerts" dachten:
da's nie mis.
Je bedoelt van die Amerikaanse, miss Riet die slooft zich toch wel uit,
Al kon ze dan geen voorschot geven, er is nóg steeds kans op die buit.
Hoe zit het met jouw geslachtsregister, stam jij van „Bogerts" ook
nog af
Dan krijg je nog wel een millioentje, drink er vast op uit deze kraf.
Hou op, dat zijn maar luchtkastelen, kom liever met de werkelijkheid,
Je weet met al die werkelozen, zit ons eiland in de narigheid.
En toch zie ik alweer een lichtpunt: een Commissie werd
geïnstalleerd,
sprak over velerlei problemen, de zorg waar 't eiland in verkeerd.
Ze kwamen hier in Tholen spreken, over ontwikkelingsgebied,
Verbetering wegen, herverkaveling en zie, wat er nu al geschiedt:
Het laatste stukkie van de RONDWEG het eerste was onlangs
al klaar,
Wordt straks voltooid, wel zeven huizen, moeten afgebroken daar.
De Thoolse vissers, 't is hard nodig, dat daarvoor ook iets wordt
gedaan,
Al zwemt een vis niet op het droge, het vissen gaf geen best bestaan.
Nu we het over THOLEN hebben, men kwam daar schoolruimte
tekort,
Regeringsmolens malen langzaam, daarover wordt dan ook gemord.
Ha, in Tholen was er zelfs één molen, die draaide helemaal niet meer
Dat is veranderd, kom maar kijken, de jeugd is er nu in de weer.
„De Waarheid" mag precies zo schrijven, als ze het zeivers verkiest,
Geen mens die er ooit het vertrouwen, in onze thoolse jeugd verliest.
De „oesters" gingen jubileren, bestonden vijf maal vijftien jaar
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Jan:
Jan:
Jan:
Jan:
Kees:
Jan:
Maar het „Tehuis voor de Bejaarden", is nog maar steeds niét
voor mekaar.
Da's hopeloos, snap jij daar iets van, snap jij wat daar weer
achtersteekt
Eerst gaat men van de toren blazen, maar nu lijkt men wel
uitgepreekt.
Kees: Kom, we gaan verder maar naar POORTVLIET, daar zijn we
nog niet uitgepraat,
Men wisselde eerst van Ontvanger, men kreeg er een
„Van Oeverenstraat",
Men kreeg een nieuwe burgemeester, een Vlaming, nou die ken je wel,
Men vlagde, feestte, men versierde, de zon die brandde toen al fel.
Kees: Na zonneschijn komt altijd regen, dit jaar was 't echter hagelval,
Die menig fruitboom fel belaagde, de koeien waren uit de stal.
Jan: SCHERPENISSE wou geen luchtwachttoren, het dorp komt in
gevaar te staan,
Een Landbouwschool is hen veel liever, van dat standpunt werd
uitgegaan.
Kees: Zo af en toe loeit de sirene, gelukkig maar als loos alarm.
De vijfde Scheldetocht liep prachtig, al liep men zich niet al te warm.
SMERDIEK, je zal het zien gebeuren: Victorie kraait daar straks
de haan,
Niet slechts op een vernieuwde toren, want er komt óók
INDUSTRIE te staan.
Een vlasfabriek, niets meer, niets minder, twéé millioen is toch
geen kleinigheid,
Van vlasafval maakt men bouwplaten, dat past precies in onze tijd.
Kees: We hopen dat die goede plannen, door niemand meer worden
verstoord,
Aan 't werk, tweehonderd vijftig mensen, de straatbelasting
overboord.
Hoe slecht Smerdiekse straten bleven, nu zit er toch wel toekomst in.
De Markt vernieuwd, zal 't eerste wezen, een Ambachtsschool
lokt aan de kim.
In ernst willen w'ook even stilstaan, bij één en ander ongeval.
Er was ontzetting in die dagen, 'k hoop dat men zulks begrijpen zal.
Ook een echte dorpsvriend kwam te scheiden, elk kende
dokter Tazelaar,
Hij stond alleen niet voor patiënten, hij stond altijd voor ieder klaar.
Kees: STAVENISSE ging toch ook verbouwen, óók daar ten bate
van de jeugd,
Zo af en toe schoot men een haasje, tot menig jachtopzieners vreugd.
Jan: De „overgang" werd er September, niet meer zoals voorheen April,
De dijk naar Annaland een kwelling, men reed daarom langs
Moggershil.
Kees: Die dijk kwam al in Maart ter sprake bij 't hooggeacht
„gemeen"-bestuur.
Zou dat zó langer moeten blijven, men had geen rust meer op den duur.
Jan: Of dé ontelbre vele klachten, geholpen hebben weet ik niet.
Een feit is dat de aanbesteding van deze weg reeds is geschied.
Kees: ST. ANNALAND zat zonder huizen, een toewijzing kwam er niet voor,
Tenslotte dééd men toch een poging, daar krijgt men nu 3 huizen door.
Jan: De winkelweek, het was de eerste, die slaagde wat een slimmerik,
die d'eerste prijs won van een actie, de actie met een „limmerick".
Kees: De boertjes ploeterden met hun peetjes, een koelhuis kwam er in bedrijf,
De feestcommissie liquideerde, de kas is leeg, nu ik dit schrijf.
Jan: We hobbelen verder via Java en komen in O U D - VOSSEMEER.
De „Kalebuurt" kreeg een nieuw pakje, dat was hard nodig voor
een keer.
Kees: Het gemeentehuis gaat men verbouwen, het pastoorke jubileerde daar,
De pastorie moest men vernieuwen, die is inmiddels ook al klaar.
Jan: Wat denkt U, zou het zover komen, dat achter het Van Haaftenland,
Vlak bij het water nog eens dijken, polders ontstaan door arbeidshand.
Kees: Je bedoelt die grote wijde schorren, zich strekkend tot het Krabbegat
Ingepolderd kunnen worden: wie grond wint, die wint ook een schat.
Jan: Misschien dan ook een brug naar FLIPLAND, waar straks een
Groene Kruisgebouw,
zal verrijzen, dat is nodig, verhoogd is de donatie nou.
Kees: Men heeft daar meerdere grootse plannen, een kleuterschool,
een clublokaal
Eens kijken wat er van terechtkomt, voor mijn part gaat het allemaal.
Jan: Wel Kees, wanneer we alles nagaan, dan is het wel geen koek en ei,
wat twee en vijftig ons gebracht heeft, maar iéts goeds was er
toch wel bij.
Waarover men tevree mag wezen, al liep alles nog lang niet vlot,
denk bijvoorbeeld maar aan d'AVo, waar men tekort komt in de pot.
Zeer jammer, als dat moet verdwijnen, het was altijd zo goed bedoeld
Misschien ziet men nog wel een uitweg, daar ieder er toch wel
voor voelt.
Er was nog meer te wensen over, Schooltandverzorging, woningbouw
Beiden kon het nog wel vlotter, straks wenkt de roep tot burgertrouw.
Bescherming der bevolking zeker Vrijwilligers worden er gevraagd
Opdat ons eiland ook paraat is, wanneer de vrede wordt belaagd.
Kees: Maar ondanks dit, U kon het lezen, zonder lichtpunten was het niet.
We hopen dat men voortbordure op goede plannen in 't verschiet.
Laten we nu afscheid gaan nemen, het leven heeft nog altijd zin,
En met een zegewens besluiten: ten eerste voor de Koningin.
Samen: Nog een stukkie, nog een rukkie en het jaar is weer voorbij
Enkle uren en we turen, allemaal op een schone lei
Kleine mensen, hebben wensen, voor het komend nieuwe jaar
Gaan de heren, confereren, krijgt men alles voor elkaar
Wordt de bede, voor de vrede, in het nieuwe jaar verhoord
Zullen mensen, binnen grenzen, kunnen leven ongestoord
Laat ons hopen, dat er knopen, strakjes worden doorgehakt
Niet meer zeuren, 't kan gebeuren: In 't nieuwe jaar dus aangepakt.
Veel geluk, veel heil, veel zegen, wat voelen we ons dikwijls klein
Als we zien op wat voorbijging, hoe we tekort geschoten zijn.
Blijf niet klagend voorwaarts schuifelen, of men het pad ook
moeilijk vindt
Hou de hoofdweg in de gaten, nu drie en vijftig straks begint.
Nogmaals: d'allerbeste wensen, zij de hele lezersschaar
Even blikten we op 't oude, nu met HOOP NAAR 't NIEUWE JAAR.
Kees:
Jan:
Jan: