Het Parlementair Overzicht COMMENTAAR Genealogi en de naam „Boogaert De Formatie Donker. K.V.P. moest de doorslag geven. VOOR DE MIDDENSTANDER. (Samengesteld door mrs Rief>Boogaert, Ogden, U.S»A») 8e Jaargang No. 40 15 Augustus 1952 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.20 per kwartaal franco p.p. 1.45 incassokosten Prijs per nummer 10 cent Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Ook het pad van formateur Don ker is niet over rozen gegaan. Zijn poging om een Kabinet te formeren muntte uit vergeleken bij de op zet van de heren Drees en Beel door onduidelijkheid. In de eerste plaats kwam hij aan de parlemen taire journalisten vertellen, dat hij niets wilde vertellen. Hij was er van overtuigd dat elke mededeling in het openbaar zijn pogingen zou kunnen schaden. Liever riskeerde hij onjuiste veronderstellingen in de dagbladen dan zijn geheim prijs te geven. Dat is natuurlijk het goed recht van een formateur. Maar het is duidelijk bewezen, dat dit niet be tekent, dat de journalist dan niet meer zal schrijven. Het eigenaar dige is n.l., dat in de loop van deze week in tal van bladen artikelen over de formatie zijn verschenen, die niet ver van de waarheid af wa ren. Neem ons niet kwalijk dat wij daarover verheugd zijn. Een Kabi netsformatie in Amerika of Frankrijk is een openbare zaak. Als in het eerste land een politicus de forma teur heeft bezocht dan geeft hij on middellijk een verklaring uit. Of hij zegt zoals het Parool deze week ook schreef ,,neem me niet kwa lijk, ik kan niets zeggen, want ik heb de ochtendbladen nog niet ge lezen". Het is nu eenmaal ondoen lijk om een publieke zaak geheim te houden. Door het geven van feiten is de berichtgeving over een forma tie te richten. Goede persversla gen zullen ongetwijfeld de pogingen van de formateur eerder doen ge lukken dan mislukken. Maar goed, mr. Donker nam een ander stand punt in. Het zou niet ruiterlijk zijn te ont kennen, dat de fractievoorzitter van de p.v.d.a. alle mogelijke moei te heeft gedaan om zand in de ogen te strooien. De hoeveelheid perso nen die hij op de werkkamer van ex-minister Lieftinck heeft ontvan gen was dermate groot, dat er geen touw aan vast te knopen viel. Al thans niet de eerste dagen. Duidelijk werd het echter, dat hij allereerst koerste in de richting van een re constructie van het oude Kabinet. Drie partijen, de k.v.p., p.v.d.a. en de c.h.u. wilde hij vangen, terwijl dan minister Stikker Buitenlandse Zaken zou mogen blijven beheren als vakminister. Namens de p.v.d.a. mocht hij in geen geval zitting ne men. Dat zal deze bewindsman - die schitterend werk heeft geleverd overigens niet erg betreurd heb ben, daar de samenwerking met zijn partij niet al te best te noemen is. Practisch alle oud-ministers wer den door de formateur ontvangen. De geruchten, die reeds geruime tijd de ronde deden, n.l. dat de he ren Stikker, v. d. Brink en Joekes geen verlenging van hun ministers periode wensten, werden spoedig bewaarheid. Daarmede was de eer ste poging Donker om een gerecon strueerd drie-partijen Kabinet uit de grond te stampen mislukt. Daar na kwamen de pogingen van zijn voorgangers Drees en Beel weer voor de dag. Een vier-partijen Ka binet zou er moeten komen, een sa mengaan dus van de k.v.p., p.v.d.a., a.r. en c.h.u. De heer Drees heeft dit geprobeerd, maar zijn opzet strandde op de houding der a.r., die van mening waren, dat zij te wei nig invloed hadden op het sociaal- economisch beleid. Het aanbod van Justitie en Verkeer en Waterstaat vonden zij te gering. Daarop gaf de heer Drees zijn opdracht terug. Het heeft er alle schijn van, dat mr. Donker hetzelfde heeft beproefd. De bekwame en jeugdige prof. Donner (a.r.) werd aangezocht voor Justitie, terwijl er berichten circuleerden dat dr. v. Gunsteren, een bekend reder in Rotterdam, Verkeer en Water staat zou mogen beheren. Aan deze eis konden de a.r. natuurlijk even min voldoen. Het plan Beel was door de a.r. partij echter aanvaard. Daarin kregen zij Economische Za ken en het nieuwe departement „Maatschappelijke Zorg en Volks gezondheid". Destijds gooide de p.v.d.a. roet in het eten, omdat zij de splitsing Sociale Zaken en het afstaan Ivan de minister-president een te grote aderlating vond. Het was de kunst voor mr. Donker om een tussenweg te vinden tussen de 2 plannen. Bij al de personen die hij ontving sprong er na enige dagen één uit, n.l. prof. dr. J. Zijlstra, een der hoogleraren aan de Vrije Uni versiteit te Amsterdam. De a.r. kre gen dus weer Economische Zaken. Prof. Zijlstra is nog een jaar jonger dan prof. Donner. Nu is hij 33 jaar en reeds enige jaren terug was hij hoogleraar aan de Economische Ho geschool te Rotterdam. In hem vond de formateur een zeer knap en mo dern econoom. Daarna werd mr. J. Algera, het lid der a.r. Tweede Kamer fractie, gepolst voor Verkeer en Waterstaat. De a.r. kwamen dus wel aan hun trek. Hun wensen invloed op het sociaaLeconomisch beleid waren door het aanbod van mr. Donker geheel vervuld. De c.h.u. wist het na de poging van dr. Drees reeds zeker: zij zouden krij gen Oorlog en Marine, Staf, en Overzeese Rijksdelen, waarvoor prof. Kernkamp werd aangetrokken. De p.v.d.a. behield wat zij bezat, n.l. Financiën, Wederopbouw, Land bouw en Sociale Zaken. De enige strijd kon eigenlijk nog maar ge voerd worden met de k.v.p. Het af staan van Economische Zaken moest gecompenseerd worden. Zij vroegen daarvoor o.a. het volledige departement van Buitenlandse Za ken, dus niet één van de twee mi nisters op het Plein, zoals prof. Beel had gewild. Binnenlandse Zaken en Onderwijs zou vast in k.v.p.- handen blijven, zodat er slechts twee geschilpunten overbleven: de minis ter-president: Beel of Drees en het departement van Justitie. Zou de ene partij de premier leveren, dan kreeg de ander Justitie. Uiteraard is daarover nog al wat te doen ge weest, want voor de k.v.p. was het premierschap de enige mogelijkheid om een stem te hebben in de Raad voor Economische Aangelegenhe den uit de ministerraad, die juist be last is met de sociaal-economische vraagstukken. (Nadruk verboden) Men mag het geloven of niet, een feit is dat vele middenstanders het vandaag aan de dag niet zo gemak kelijk hebben. De hoogconjuctuur van de oorlogsjaren behoort lang tot het verleden en de nagekomen belastingaanslagen over die jaren hebben menige breuk bezorgd in de kas van de ogenschijnlijk goed ge situeerde middenstander. Er is afge lost, er is vernieuwd, maar nog zwaardere lasten keren terug. Dit geldt in het bijzonder voor de be drijven waar de personeelsonkosten een grote rol spelen. Het is momen teel niet eenvoudig er een knecht op na te houden. Men kan deze categorie voor de voeten schuiven, dat die aanslagen voorzien hadden moeten worden, maar niemand die er in zat, hoe dik wijls het hij misschien zelf gezegd heeft, vermoedde dat de belasting- percentage's zo'n omvang zouden nemen. En soms is er ook maar raak gebouwd, ingekocht, heeft men de tijdelijke weelde niet kunnen dragen. Het grote aanbod, de toene mende concurrentie dreigt dezulken tot de ondergang. Temeer ook waar de politiek van de laatste jaren zich niet persé ten voordele van deze categorie ontwikkelde. Maar, wanneer de middenstander dit laatste vaststelt, mag hij er on middellijk ook wel de vraag aan vastknopen of hij daaraan zelf ook niet schuldig is. Een middenstander is gelijk aan de klein-landbouwer in onze omge ving. Hij is wars van organisatie, zodra hij er tevoren iets voor dient te offeren. Dit symptoom stamt wel licht nog uit de tijd van de „vrijen" en de „slaven". Én als hij nog iets organiseert, is zijn doortastendheid zo gering dat het meestal nog ten voordele is van een ander. Neem bijvoorbeeld de vestigings wet. Ze is ontstaan door toedoen van de middenstand. En hoevelen zouden die wet thans niet ongedaan willen zien Inzonderheid is dat wel het geval op het platteland. Daar staan de middenstanders voor de moeilijkheid hoe ze aan hun zoon of dochter het na noeste arbeid gevestigde bedrijf ooit kunnen overdoen. In de stad kan een schoenhan delaar best een goed bestaan heb ben, wanneer hij alleen schoenen verkoopt. Maar in gemeenten als Stavenisse, Poortvliet, Scherpenisse, kortom alle eilandgemeenten, zou men maar een sober bestaan hebben als men daar ook de reparatie niet bij had. Ja, zelfs al was men geheel alleen. En voor hoeveel andere tak ken geldt niet hetzelfde. Er zou een arm drukkersbestaan overblijven, als iedere gemeente op onze eilan den een middenstander rijk was, die uitsluitend deze branche uitoefende. Laat een rijwielreparateur zich eens alleen moeten houden bij reparatie, een smid alleen bij hoefbeslag, enz. Dus krijgen we, zoals zelfs ook nog in vele grotere plaatsen: een schoenhandelaar-reparateur, een hoef- kachelsmid en loodgieter, een rijwielhandelaar en reparateur, een drukker, boek- en/of kantoorboek handelaar, een tabak- en sigaren- handel plus kruidenier, enz. En de vestigingswet eist, dat voor iedere tak apart het diploma van vakbekwaamheid wordt behaald. Daarbij komt dat sommige cursus sen uitsluitend mondelinge lessen vergen en dan mag men van geluk spreken, wanneer men niet verder hoeft dan Bergen op Zoom als we bij onze omgeving blijven. Voelt U het verschil tussen de schoenhan delaar in de stad, die een omzet kan bereiken van een 30.000 en wiens zoon in dezelfde plaats die ene vak cursus behoeft te volgen om een goede boterham te hebben, terwijl de plattelandsschoen winkelier-repa rateur voor een minder goede bo terham twee vakdiploma's dient te behalen en daartoe enige jaren el ders een heel eind uit de buurt op cursus dient te gaan. Zo moet het voor een ieder wel duidelijk zijn, dat de Vestigingswet voor het plat teland heel wat minder voordelen bracht dan voor de stad. Ja, dat die voordelen zo dubieus zijn, mede ook omdat er nog een behoorlijk aantal hiaten in voorkomen, dat de meeste plattelandse middenstanders de hele vestigingswet als een on tijdig geborene bestempelen en de zij het misschien wat armoediger vrijheid de voorkeur geven. Te meer, omdat hier nog iets bijkomt. Het zijn niet alleen de meerdere cursussen die gevolgd moeten wor den, maar het zijn ook meer kwitan ties, die door de vakgroepen, hetzij van de tijdens de bezetting ontstane Woltersom-organisatie, hetzij door de vrije vakverenigingen, worden aangeboden. De schoenhandelaar- reparateur betaalt zowel aan zijn „schoenhandel" als aan zijn „repa- rateur"-organisatie. En dat wordt ontstellend als een bedrijf zo ge mengd is, dat men met een vak groep of drie - vier te maken heeft. Weer een nadeel ten opzichte van de eenzijdige branchegenoot in de stad. En nu is dan een nieuwe Vesti gingswet ingediend bij de Tweede Kamer. De bevoegdheid voor een en ander wordt daarbij meer over geschakeld naar de komende be drijfschappen. Of het voor de plat telandse middenstander een verbe tering wordt, wagen we vooralsnog te betwijfelen. Over die nieuwe ves tigingswet in een volgend commen taar. VAN DE POLITIE: DE MAN MET DE WISSELTRUC Sinds meer dan drie jaren tracht een persoon, speciaal bij oudere boe ren, door middel van een wissel truc geld te bemachtigen. Deze man, die reeds op verschillende plaatsen in het land is opgetreden, geeft zich uit als vertegenwoordiger van de een of andere instelling (b.v. belas tingen, verzekeringen, steun kleine boeren enz.) en hij vertelt voor deze instellingen geld te komen brengen. Hij heeft dat geld echter nimmer gepast bij zich. Hij beweegt zijn slachtoffers hem geld te geven, op dat hij het „grote" geld ergens kan wisselen. Hij komt echter nooit te rug. Deze man heeft zijn practijken tot op heden ongeveer 40 maal in verschillende gemeenten uitge oefend en op deze wijze goedgelo vige mensen reeds voor een aan zienlijk bedrag opgelicht. Zijn signalement luidt: bleek smal gelaat, met enigszins uitstekende jukbeenderen, 30 a 40 jaar oud, vrij klein, tenger postuur, donkerblond haar. Hij is de laatste tijd gekleed in een bruin costuum, mogelijk ook in een grijs- met dito hoed; ook wel blootshoofds. Hij berijdt een oud he renrijwiel. Men kan op verschillende manie ren medewerken om deze parasiet onschadelijk te maken, bijvoorbeeld: le. aanhouden en naar de politie overbrengen; 2e. een der huisgenoten kan de politie of het politiebureau waarschuwen, terwijl men de man aan de praat tracht te houden; 3e. hem laten vertrekken en on opvallend trachten te volgen, totdat men hulp van politie of burgers heeft om hem in te re kenen; 4e. zijn rijwiel verstoppen, zodat hij zich slechts te voet kan verplaatsen en men tijd heeft om maatregelen tegen hem te nemen. Laat een ieder in eigen en eens an der belang medewerken om deze rotte plek in de samenleving zo spoedig mogelijk te verwijderen. Wacht niet tot het nemien van maatregelen, doch handel direct. EEN COMMISSIE VOOR THOOLSE BELANGEN Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben besloten een commissie in te stellen, die tot taak heeft een on derzoek in te stellen naar de mo gelijkheden en voorwaarden om het eiland Tholen tot ontwikkelingsge bied aangewezen te krijgen en tot industrialisatie te geraken. Tot voorzitter van die commissie hebben Gedeputeerde Staten aange wezen de heer A. L. S. Loockefeer, lid van voornoemd college, terwijl het secretariaat zal worden vervuld door het Economisch Technologisch Instituut voor Zeeland te Middel burg. tt slot Bij de beschrijving van de stamboom Boogaert en aanverwante namen waren we gekomen tot aan Boudewijn de Negende, die bekend is uit de tijd van de Kruistochten. Toen deze Boudewijn naar het Heilige Land trok om Palestina vrij te maken van de druk der Arabieren, gaf hij zijn twee dochtertjes, Margaretha en Johanna onder de hoede van zijn broer, Philippus van Namen. Deze leverde de kinderen om politieke redenen uit aan het Hof van Frankrijk. In 1212 sneuvelde Boudewijn de Negende, nadat hij als Keizer van Bezantine, ook ge naamd Keizer van het Oost Romeinse Rijk met als hoofdstad Constantinopel was ge kroond. Zijn kinderen krijgen de erfenis, waardoor zijn oudste dochter Margaretha, Vlaanderen in bezit krijgt en Johanna wordt Gravin van Henegouwen. Margaretha huwt met Bouchard van Avenes en uit dit huwelijk komen verschil lende kinderen zonen voort. Bouchard van Avenes was een katholiek geestelijk, die trouw aan de kerk van Rome had beloofd. Maar hij overtreedt zijn belofte en huwt. Als de kerk er achter komt, wordt dit huwelijk ongeldig verklaard en de kinderen bastaards genoemd. Bouchard van Avenes moet vertrekken met achterlating van zijn vrouw en kinderen. Maar de kinderen mo gen ook niet bij zijn vrouw hun moeder blijven. Zij worden door anderen opge voed, zeer waarschijnlijk in een klooster. Hun moeder, Margaretha van Vlaanderen wordt uitgehuwelijkt aan Guilliam de Dampierre. Ook uit dit huwelijk komen ver schillende zonen voort. Een daarvan, Guil liam Jr. doet van zich spreken als de Graaf van Vlaanderen. Maar Jan van Avenes, een zoon uit het eerste huwelijk met Bouchard van Avenes meende als eerstgeborene recht te hebben op de graventitel. Dit is evenwel niet naar de wens van Guilliam Jr. en zo maakt Margaretha het mee, dat haar beide zoons uit beide huwelijken tegen elkander ten strijde trokken. Verschillende graafschappen zijn in deze strijd betrokken. Het duurt zo lang, tot Philips, Koning van Spanje hierover rechtspreekt en beslist dat Guilliam de Dampiere in Vlaanderen opvolger is en Jan van Avenes in Hene gouwen. Toch bleven deze geschillen nog vele jaren aanleiding tot twisting tussen deze graafschappen tot de tijd dat Koning Willem II de zaak oplost door zijn zuster uit te huwelijken aan Jan van Avenes. En nu komt een belangrijke uiteenzetting. Van de andere kinderen van Margaretha's eerste huwelijk met Bouchard van Avenes is alleen te vinden Pieter B o u g a r d, zoon van Guilliam of Willem, die in de Gulden Sporenslag in 1346 sneuvelde. Margaretha was dus de grootmoeder van Pieter Bougard, die voortaan het „Avenes" van zijn naam wegliet. Hij blijft in de adel, maar bezit geen titel meer. Jan van Avenes krijgt een heel nageslacht en zo ook Pieter Bougard. Het nageslacht van de laatste is verspreid over de Zeeuwse eilanden en ook over België, Limburg en Brabant. Pieter, die zich de wapenspreuk koos: „Aan de vruchten zult gij de boom kennen" moge hierbij nog even door zijn nageslacht herdacht worden. Hij immers was het die door het levenslot naast zijn geboorterecht en naam kwam te staan en die als achter naam de voornaam van zijn vader koos: Bougard. daarna Bougart, daarna Boem- gaart, enz. tot we heden geslachten vinden met de namen van Boogaard, Boogert, van den Boogaard, enz.. Wat de achternaam Uitenboogaart en Bongaerts betreft zou men zich moeten wen den tot Belgische en Duitse instanties. Dit was dus bij elkaar een lang verhaal en een uitgebreid geslachts-register, die uit eindelijk op de naam Boogaert, enz. terecht kwam. Thans is een uitgebreid onderzoek gaande inzake de reeds eerder vermelde erfenis kwestie. Sinds dat testament loopt zijn er verschillende mede-aanspraak makende families bijgekomen, die verwant zijn aan de Boogaerts. Dit zijn namen als: Van Oeveren, de Brabe, Overweel, de Gruiter, Roodsant, Zeedijk, Roovart, Van Kasteel, Moraal, Franke, Wachtendonk, Noordijk, Van Guilik Van Schouwen, Van Prooyen, Van Duuren. Soms met nog enige verschillen in de spel ling. Het gaat echter om de juiste familie(s), die recht hebben op het testament. Daartoe zijn goede informaties nodig. Naschrift red. Sinds de eerste oproep van mrs. Riet- Boogaert in ons blad verscheen, is de be langstelling voor deze kwestie enorm toe genomen. Dat is ook oorzaak, dat er van alle kanten families, die dezelfde of een soortgelijk naam dragen als schrijfster van bovenstaande, ons verzoeken het nummer waarin de oproep voorkwam aan hen op te zenden. De hoeveelheid aanvragen was zodanig, dat we die wensen niet meer kon den inwilligen en daarom een uittreksel heb ben gestencild om hen op die manier nog tegemoet te kunnen komen. De interesse voor deze kwestie vermeer derde, nadat hierover publicaties verschenen in Amerikaanse bladen, evenals in Neder landse dagbladen. Sommige van deze kran ten verwijzen naar ons blad, met gevolg dat we met correspondentie worden over stroomd, die moeilijk per omgaande be antwoord kan worden. Bovendien heeft het ook niet zo veel zin, omdat we hen toch niet meer nieuws kunnen vertellen, dan wat hierover via ons blad is meegedeeld. Daar om is het de eenvoudigste oplossing, dat we dit via ons blad blijven doen, zodat on nodige correspondentie vermeden kan wor den. Sinds 30 Mei jl. kregen we van Mrs. Boogaert-Riet geen nader bericht. Ook de geïnteresseerden dienen dus op eventueel „nieuws" te wachten. We laten hieronder het artikel nog volgen, dat in „Het Parool" van Dinsdag 24 Juni 1952 was afgedrukt. Boven dat artikel stond: „Nederlandse in V.S. beweert: Erfenis van 23 millioen dollar in het verschiet. Erfgenamen in Nederland Daarna het volgende: „De enkele jaren geleden geëmigreerde mevrouw Boogaert-Riet te Ogden (Utah, V.S.) heeft bij het nasporen van de stam boom van haar geslacht ontdekt, dat een harer voorouders erfgenaam was van een erfenis van ongeveer 23 millioen dollar. Sindsdien stelt zij alles in het werk om allen die de naam Boogert, Boogaert, Van den Boogert of van den Boogaart dragen voor deze erfenis te interesseren, aangezien het heel goed mogelijk is dat zij, die zo heten, genealogisch beschouwd bij deze erfenis zijn betrokken. Het schijnt dat de overgrootvader van Mevrouw Boogaert-Riet, een zekere Michael Boogert, erfgenaam was van de tabaks plantage, die zijn broer in Indonesië heeft gehad. Aan een oproep in de Staatscourant van jaren geleden hebben de overgroot ouders van mevr. Boogaert-Riet destijds geen gehoor gegeven. Volgens de betrok ken minister zou door deze actie op de zaak worden vooruitgelopen. In de „Eendrachtbode" van het eiland Tholen (in deze streek komt de naam Boogert zeer veelvuldig voor) werd een ingezonden stuk opgenomen, waarin allen die deze naam dragen, werden opgeroepen zich met mevrouw Boogaert-Riet in ver binding te stellen. De reflectanten moesten een stamboom kunnen tonen van tenminste enkele generaties, dus van hun voorvaderen met vrouwen en kinderen, de huwelijks- en overlijdensdata, de plaats van geboorte en huwelijk, enz. FAMILIETRUST Het ligt in de bedoeling eerst een familie trust te vormen van de daarvoor in aan merking komende Boogaerts. Zodra enig inzicht is verkregen omtrent het aantal erf genamen zal tot afhandeling van zaak wor den besloten. Het ligt uiteraard aan de nakomelingen hoe lang dit zal duren. Voor Zeeland sloot de termijn van inzending op 1 Mei jl. Op veler verzoek is deze termijn voor onbepaalde tijd verlengd aangezien het voor velen onmogelijk was de stam boom op tijd klaar te krijgen. Op de vraag ^van „The Ogden Standard- Examiner", waarom zij niet zelf naar Hol land terugging om de erfenis verder te regelen, antwoordde mevrouw Boogaert- Riet dat de erfenis haar persoonlijk niet interesseerde. Bovendien bleef zij liever in Amerika. Belangstelling voor haar voor geslacht had haar tot de hier vermelde actie gedreven. De burgemeester van Sint Annaland ver telde ons, dat de belangstelling van de Boogaerts, Boogerts, c.s. niet zo groot is. Hun afstamming moet worden nagegaan in Middelburg en dat kost geld. Zij willen dat best laten doen als er uit Amerika vast een voorschot zou worden gestuurd." Tot zover „Het Parool" van Dinsdag 24 Juni jl. over deze kwestie. Verder hebben in die commissie zitting de heren mr. A. J. van der Hoeven te Tholen, L. A. Verburg te Stavenisse, D. C. Bouwense te St. Maartensdijk, W. L. Blinden- bach te St. Maartensdijk, ir. M. A. Geuze te Poortvliet, J. H. Bal te Tholen en A. P. Bil te St. Annaland. SCHELDE-RIJNVERBINDING Gedeputeerde Staten van Zee land zijn voornemens een commissie in te stellen, die tot taak zal hebben om, uitgaande van de verschillende naar voren gekomen tracé's de ge volgen voor Zeeland van een kor tere Schelde-Rijnverbinding te be studeren. Zij beraden zich thans over de personen, die in aanmerking zou den komen in deze commissie zit ting te nemen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1952 | | pagina 1