Het Parlementair Overzicht
COMMENTAAR
Genealogi en de naam „Boogaert
De Formatie Donker.
K.V.P. moest de doorslag geven.
VOOR DE MIDDENSTANDER.
(Samengesteld door mrs Rief>Boogaert, Ogden, U.S»A»)
8e Jaargang No. 40
15 Augustus 1952
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per kwartaal
franco p.p. 1.45 incassokosten
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Ook het pad van formateur Don
ker is niet over rozen gegaan. Zijn
poging om een Kabinet te formeren
muntte uit vergeleken bij de op
zet van de heren Drees en Beel
door onduidelijkheid. In de eerste
plaats kwam hij aan de parlemen
taire journalisten vertellen, dat hij
niets wilde vertellen. Hij was er
van overtuigd dat elke mededeling
in het openbaar zijn pogingen zou
kunnen schaden. Liever riskeerde
hij onjuiste veronderstellingen in de
dagbladen dan zijn geheim prijs te
geven. Dat is natuurlijk het goed
recht van een formateur. Maar het
is duidelijk bewezen, dat dit niet be
tekent, dat de journalist dan niet
meer zal schrijven. Het eigenaar
dige is n.l., dat in de loop van deze
week in tal van bladen artikelen
over de formatie zijn verschenen,
die niet ver van de waarheid af wa
ren.
Neem ons niet kwalijk dat wij
daarover verheugd zijn. Een Kabi
netsformatie in Amerika of Frankrijk
is een openbare zaak. Als in het
eerste land een politicus de forma
teur heeft bezocht dan geeft hij on
middellijk een verklaring uit. Of hij
zegt zoals het Parool deze week
ook schreef ,,neem me niet kwa
lijk, ik kan niets zeggen, want ik
heb de ochtendbladen nog niet ge
lezen". Het is nu eenmaal ondoen
lijk om een publieke zaak geheim te
houden. Door het geven van feiten
is de berichtgeving over een forma
tie te richten. Goede persversla
gen zullen ongetwijfeld de pogingen
van de formateur eerder doen ge
lukken dan mislukken. Maar goed,
mr. Donker nam een ander stand
punt in.
Het zou niet ruiterlijk zijn te ont
kennen, dat de fractievoorzitter
van de p.v.d.a. alle mogelijke moei
te heeft gedaan om zand in de ogen
te strooien. De hoeveelheid perso
nen die hij op de werkkamer van
ex-minister Lieftinck heeft ontvan
gen was dermate groot, dat er geen
touw aan vast te knopen viel. Al
thans niet de eerste dagen. Duidelijk
werd het echter, dat hij allereerst
koerste in de richting van een re
constructie van het oude Kabinet.
Drie partijen, de k.v.p., p.v.d.a. en
de c.h.u. wilde hij vangen, terwijl
dan minister Stikker Buitenlandse
Zaken zou mogen blijven beheren
als vakminister. Namens de p.v.d.a.
mocht hij in geen geval zitting ne
men. Dat zal deze bewindsman -
die schitterend werk heeft geleverd
overigens niet erg betreurd heb
ben, daar de samenwerking met zijn
partij niet al te best te noemen is.
Practisch alle oud-ministers wer
den door de formateur ontvangen.
De geruchten, die reeds geruime
tijd de ronde deden, n.l. dat de he
ren Stikker, v. d. Brink en Joekes
geen verlenging van hun ministers
periode wensten, werden spoedig
bewaarheid. Daarmede was de eer
ste poging Donker om een gerecon
strueerd drie-partijen Kabinet uit
de grond te stampen mislukt. Daar
na kwamen de pogingen van zijn
voorgangers Drees en Beel weer
voor de dag. Een vier-partijen Ka
binet zou er moeten komen, een sa
mengaan dus van de k.v.p., p.v.d.a.,
a.r. en c.h.u. De heer Drees heeft
dit geprobeerd, maar zijn opzet
strandde op de houding der a.r., die
van mening waren, dat zij te wei
nig invloed hadden op het sociaal-
economisch beleid. Het aanbod van
Justitie en Verkeer en Waterstaat
vonden zij te gering. Daarop gaf
de heer Drees zijn opdracht terug.
Het heeft er alle schijn van, dat mr.
Donker hetzelfde heeft beproefd. De
bekwame en jeugdige prof. Donner
(a.r.) werd aangezocht voor Justitie,
terwijl er berichten circuleerden dat
dr. v. Gunsteren, een bekend reder
in Rotterdam, Verkeer en Water
staat zou mogen beheren. Aan deze
eis konden de a.r. natuurlijk even
min voldoen. Het plan Beel was
door de a.r. partij echter aanvaard.
Daarin kregen zij Economische Za
ken en het nieuwe departement
„Maatschappelijke Zorg en Volks
gezondheid". Destijds gooide de
p.v.d.a. roet in het eten, omdat zij
de splitsing Sociale Zaken en het
afstaan Ivan de minister-president
een te grote aderlating vond. Het
was de kunst voor mr. Donker om
een tussenweg te vinden tussen de
2 plannen. Bij al de personen die hij
ontving sprong er na enige dagen
één uit, n.l. prof. dr. J. Zijlstra, een
der hoogleraren aan de Vrije Uni
versiteit te Amsterdam. De a.r. kre
gen dus weer Economische Zaken.
Prof. Zijlstra is nog een jaar jonger
dan prof. Donner. Nu is hij 33 jaar
en reeds enige jaren terug was hij
hoogleraar aan de Economische Ho
geschool te Rotterdam. In hem vond
de formateur een zeer knap en mo
dern econoom. Daarna werd mr. J.
Algera, het lid der a.r. Tweede
Kamer fractie, gepolst voor Verkeer
en Waterstaat. De a.r. kwamen dus
wel aan hun trek. Hun wensen
invloed op het sociaaLeconomisch
beleid waren door het aanbod
van mr. Donker geheel vervuld. De
c.h.u. wist het na de poging van dr.
Drees reeds zeker: zij zouden krij
gen Oorlog en Marine, Staf, en
Overzeese Rijksdelen, waarvoor
prof. Kernkamp werd aangetrokken.
De p.v.d.a. behield wat zij bezat, n.l.
Financiën, Wederopbouw, Land
bouw en Sociale Zaken. De enige
strijd kon eigenlijk nog maar ge
voerd worden met de k.v.p. Het af
staan van Economische Zaken
moest gecompenseerd worden. Zij
vroegen daarvoor o.a. het volledige
departement van Buitenlandse Za
ken, dus niet één van de twee mi
nisters op het Plein, zoals prof. Beel
had gewild. Binnenlandse Zaken
en Onderwijs zou vast in k.v.p.-
handen blijven, zodat er slechts twee
geschilpunten overbleven: de minis
ter-president: Beel of Drees en het
departement van Justitie. Zou de
ene partij de premier leveren, dan
kreeg de ander Justitie. Uiteraard is
daarover nog al wat te doen ge
weest, want voor de k.v.p. was het
premierschap de enige mogelijkheid
om een stem te hebben in de Raad
voor Economische Aangelegenhe
den uit de ministerraad, die juist be
last is met de sociaal-economische
vraagstukken.
(Nadruk verboden)
Men mag het geloven of niet, een
feit is dat vele middenstanders het
vandaag aan de dag niet zo gemak
kelijk hebben. De hoogconjuctuur
van de oorlogsjaren behoort lang
tot het verleden en de nagekomen
belastingaanslagen over die jaren
hebben menige breuk bezorgd in de
kas van de ogenschijnlijk goed ge
situeerde middenstander. Er is afge
lost, er is vernieuwd, maar nog
zwaardere lasten keren terug. Dit
geldt in het bijzonder voor de be
drijven waar de personeelsonkosten
een grote rol spelen. Het is momen
teel niet eenvoudig er een knecht
op na te houden.
Men kan deze categorie voor de
voeten schuiven, dat die aanslagen
voorzien hadden moeten worden,
maar niemand die er in zat, hoe dik
wijls het hij misschien zelf gezegd
heeft, vermoedde dat de belasting-
percentage's zo'n omvang zouden
nemen. En soms is er ook maar
raak gebouwd, ingekocht, heeft men
de tijdelijke weelde niet kunnen
dragen. Het grote aanbod, de toene
mende concurrentie dreigt dezulken
tot de ondergang. Temeer ook
waar de politiek van de laatste jaren
zich niet persé ten voordele van
deze categorie ontwikkelde.
Maar, wanneer de middenstander
dit laatste vaststelt, mag hij er on
middellijk ook wel de vraag aan
vastknopen of hij daaraan zelf ook
niet schuldig is.
Een middenstander is gelijk aan
de klein-landbouwer in onze omge
ving. Hij is wars van organisatie,
zodra hij er tevoren iets voor dient
te offeren. Dit symptoom stamt wel
licht nog uit de tijd van de „vrijen"
en de „slaven". Én als hij nog iets
organiseert, is zijn doortastendheid
zo gering dat het meestal nog ten
voordele is van een ander.
Neem bijvoorbeeld de vestigings
wet. Ze is ontstaan door toedoen
van de middenstand. En hoevelen
zouden die wet thans niet ongedaan
willen zien
Inzonderheid is dat wel het geval
op het platteland. Daar staan de
middenstanders voor de moeilijkheid
hoe ze aan hun zoon of dochter het
na noeste arbeid gevestigde bedrijf
ooit kunnen overdoen.
In de stad kan een schoenhan
delaar best een goed bestaan heb
ben, wanneer hij alleen schoenen
verkoopt. Maar in gemeenten als
Stavenisse, Poortvliet, Scherpenisse,
kortom alle eilandgemeenten, zou
men maar een sober bestaan hebben
als men daar ook de reparatie niet
bij had. Ja, zelfs al was men geheel
alleen. En voor hoeveel andere tak
ken geldt niet hetzelfde. Er zou een
arm drukkersbestaan overblijven,
als iedere gemeente op onze eilan
den een middenstander rijk was, die
uitsluitend deze branche uitoefende.
Laat een rijwielreparateur zich eens
alleen moeten houden bij reparatie,
een smid alleen bij hoefbeslag, enz.
Dus krijgen we, zoals zelfs ook
nog in vele grotere plaatsen: een
schoenhandelaar-reparateur, een
hoef- kachelsmid en loodgieter, een
rijwielhandelaar en reparateur, een
drukker, boek- en/of kantoorboek
handelaar, een tabak- en sigaren-
handel plus kruidenier, enz.
En de vestigingswet eist, dat voor
iedere tak apart het diploma van
vakbekwaamheid wordt behaald.
Daarbij komt dat sommige cursus
sen uitsluitend mondelinge lessen
vergen en dan mag men van geluk
spreken, wanneer men niet verder
hoeft dan Bergen op Zoom als
we bij onze omgeving blijven. Voelt
U het verschil tussen de schoenhan
delaar in de stad, die een omzet kan
bereiken van een 30.000 en wiens
zoon in dezelfde plaats die ene vak
cursus behoeft te volgen om een
goede boterham te hebben, terwijl
de plattelandsschoen winkelier-repa
rateur voor een minder goede bo
terham twee vakdiploma's dient te
behalen en daartoe enige jaren el
ders een heel eind uit de buurt
op cursus dient te gaan. Zo moet
het voor een ieder wel duidelijk zijn,
dat de Vestigingswet voor het plat
teland heel wat minder voordelen
bracht dan voor de stad. Ja, dat die
voordelen zo dubieus zijn, mede
ook omdat er nog een behoorlijk
aantal hiaten in voorkomen, dat de
meeste plattelandse middenstanders
de hele vestigingswet als een on
tijdig geborene bestempelen en de
zij het misschien wat armoediger
vrijheid de voorkeur geven. Te
meer, omdat hier nog iets bijkomt.
Het zijn niet alleen de meerdere
cursussen die gevolgd moeten wor
den, maar het zijn ook meer kwitan
ties, die door de vakgroepen, hetzij
van de tijdens de bezetting ontstane
Woltersom-organisatie, hetzij door
de vrije vakverenigingen, worden
aangeboden. De schoenhandelaar-
reparateur betaalt zowel aan zijn
„schoenhandel" als aan zijn „repa-
rateur"-organisatie. En dat wordt
ontstellend als een bedrijf zo ge
mengd is, dat men met een vak
groep of drie - vier te maken heeft.
Weer een nadeel ten opzichte van
de eenzijdige branchegenoot in de
stad.
En nu is dan een nieuwe Vesti
gingswet ingediend bij de Tweede
Kamer. De bevoegdheid voor een
en ander wordt daarbij meer over
geschakeld naar de komende be
drijfschappen. Of het voor de plat
telandse middenstander een verbe
tering wordt, wagen we vooralsnog
te betwijfelen. Over die nieuwe ves
tigingswet in een volgend commen
taar.
VAN DE POLITIE:
DE MAN MET DE
WISSELTRUC
Sinds meer dan drie jaren tracht
een persoon, speciaal bij oudere boe
ren, door middel van een wissel
truc geld te bemachtigen. Deze man,
die reeds op verschillende plaatsen
in het land is opgetreden, geeft zich
uit als vertegenwoordiger van de
een of andere instelling (b.v. belas
tingen, verzekeringen, steun kleine
boeren enz.) en hij vertelt voor deze
instellingen geld te komen brengen.
Hij heeft dat geld echter nimmer
gepast bij zich. Hij beweegt zijn
slachtoffers hem geld te geven, op
dat hij het „grote" geld ergens kan
wisselen. Hij komt echter nooit te
rug. Deze man heeft zijn practijken
tot op heden ongeveer 40 maal in
verschillende gemeenten uitge
oefend en op deze wijze goedgelo
vige mensen reeds voor een aan
zienlijk bedrag opgelicht.
Zijn signalement luidt: bleek smal
gelaat, met enigszins uitstekende
jukbeenderen, 30 a 40 jaar oud, vrij
klein, tenger postuur, donkerblond
haar. Hij is de laatste tijd gekleed
in een bruin costuum, mogelijk ook
in een grijs- met dito hoed; ook wel
blootshoofds. Hij berijdt een oud he
renrijwiel.
Men kan op verschillende manie
ren medewerken om deze parasiet
onschadelijk te maken, bijvoorbeeld:
le. aanhouden en naar de politie
overbrengen;
2e. een der huisgenoten kan de
politie of het politiebureau
waarschuwen, terwijl men de
man aan de praat tracht te
houden;
3e. hem laten vertrekken en on
opvallend trachten te volgen,
totdat men hulp van politie of
burgers heeft om hem in te re
kenen;
4e. zijn rijwiel verstoppen, zodat
hij zich slechts te voet kan
verplaatsen en men tijd heeft
om maatregelen tegen hem te
nemen.
Laat een ieder in eigen en eens an
der belang medewerken om deze
rotte plek in de samenleving zo
spoedig mogelijk te verwijderen.
Wacht niet tot het nemien van
maatregelen, doch handel direct.
EEN COMMISSIE VOOR
THOOLSE BELANGEN
Gedeputeerde Staten van Zeeland
hebben besloten een commissie in
te stellen, die tot taak heeft een on
derzoek in te stellen naar de mo
gelijkheden en voorwaarden om het
eiland Tholen tot ontwikkelingsge
bied aangewezen te krijgen en tot
industrialisatie te geraken.
Tot voorzitter van die commissie
hebben Gedeputeerde Staten aange
wezen de heer A. L. S. Loockefeer,
lid van voornoemd college, terwijl
het secretariaat zal worden vervuld
door het Economisch Technologisch
Instituut voor Zeeland te Middel
burg.
tt
slot
Bij de beschrijving van de stamboom
Boogaert en aanverwante namen waren we
gekomen tot aan Boudewijn de Negende, die
bekend is uit de tijd van de Kruistochten.
Toen deze Boudewijn naar het Heilige
Land trok om Palestina vrij te maken van
de druk der Arabieren, gaf hij zijn twee
dochtertjes, Margaretha en Johanna onder
de hoede van zijn broer, Philippus van
Namen.
Deze leverde de kinderen om politieke
redenen uit aan het Hof van Frankrijk. In
1212 sneuvelde Boudewijn de Negende,
nadat hij als Keizer van Bezantine, ook ge
naamd Keizer van het Oost Romeinse Rijk
met als hoofdstad Constantinopel was ge
kroond. Zijn kinderen krijgen de erfenis,
waardoor zijn oudste dochter Margaretha,
Vlaanderen in bezit krijgt en Johanna wordt
Gravin van Henegouwen.
Margaretha huwt met Bouchard van
Avenes en uit dit huwelijk komen verschil
lende kinderen zonen voort. Bouchard
van Avenes was een katholiek geestelijk, die
trouw aan de kerk van Rome had beloofd.
Maar hij overtreedt zijn belofte en huwt.
Als de kerk er achter komt, wordt dit
huwelijk ongeldig verklaard en de kinderen
bastaards genoemd. Bouchard van Avenes
moet vertrekken met achterlating van zijn
vrouw en kinderen. Maar de kinderen mo
gen ook niet bij zijn vrouw hun moeder
blijven. Zij worden door anderen opge
voed, zeer waarschijnlijk in een klooster.
Hun moeder, Margaretha van Vlaanderen
wordt uitgehuwelijkt aan Guilliam de
Dampierre. Ook uit dit huwelijk komen ver
schillende zonen voort. Een daarvan, Guil
liam Jr. doet van zich spreken als de
Graaf van Vlaanderen.
Maar Jan van Avenes, een zoon uit het
eerste huwelijk met Bouchard van Avenes
meende als eerstgeborene recht te hebben
op de graventitel. Dit is evenwel niet naar
de wens van Guilliam Jr. en zo maakt
Margaretha het mee, dat haar beide zoons
uit beide huwelijken tegen elkander ten
strijde trokken. Verschillende graafschappen
zijn in deze strijd betrokken.
Het duurt zo lang, tot Philips, Koning
van Spanje hierover rechtspreekt en beslist
dat Guilliam de Dampiere in Vlaanderen
opvolger is en Jan van Avenes in Hene
gouwen. Toch bleven deze geschillen nog
vele jaren aanleiding tot twisting tussen
deze graafschappen tot de tijd dat Koning
Willem II de zaak oplost door zijn zuster
uit te huwelijken aan Jan van Avenes.
En nu komt een belangrijke uiteenzetting.
Van de andere kinderen van Margaretha's
eerste huwelijk met Bouchard van Avenes
is alleen te vinden Pieter B o u g a r d, zoon
van Guilliam of Willem, die in de Gulden
Sporenslag in 1346 sneuvelde. Margaretha
was dus de grootmoeder van Pieter Bougard,
die voortaan het „Avenes" van zijn naam
wegliet. Hij blijft in de adel, maar bezit
geen titel meer.
Jan van Avenes krijgt een heel nageslacht
en zo ook Pieter Bougard. Het nageslacht
van de laatste is verspreid over de Zeeuwse
eilanden en ook over België, Limburg en
Brabant.
Pieter, die zich de wapenspreuk koos:
„Aan de vruchten zult gij de boom kennen"
moge hierbij nog even door zijn nageslacht
herdacht worden. Hij immers was het die
door het levenslot naast zijn geboorterecht
en naam kwam te staan en die als achter
naam de voornaam van zijn vader koos:
Bougard. daarna Bougart, daarna Boem-
gaart, enz. tot we heden geslachten vinden
met de namen van Boogaard, Boogert, van
den Boogaard, enz..
Wat de achternaam Uitenboogaart en
Bongaerts betreft zou men zich moeten wen
den tot Belgische en Duitse instanties.
Dit was dus bij elkaar een lang verhaal
en een uitgebreid geslachts-register, die uit
eindelijk op de naam Boogaert, enz. terecht
kwam.
Thans is een uitgebreid onderzoek gaande
inzake de reeds eerder vermelde erfenis
kwestie. Sinds dat testament loopt zijn er
verschillende mede-aanspraak makende
families bijgekomen, die verwant zijn aan de
Boogaerts.
Dit zijn namen als: Van Oeveren, de
Brabe, Overweel, de Gruiter, Roodsant,
Zeedijk, Roovart, Van Kasteel, Moraal,
Franke, Wachtendonk, Noordijk, Van Guilik
Van Schouwen, Van Prooyen, Van Duuren.
Soms met nog enige verschillen in de spel
ling. Het gaat echter om de juiste familie(s),
die recht hebben op het testament. Daartoe
zijn goede informaties nodig.
Naschrift red.
Sinds de eerste oproep van mrs. Riet-
Boogaert in ons blad verscheen, is de be
langstelling voor deze kwestie enorm toe
genomen. Dat is ook oorzaak, dat er van
alle kanten families, die dezelfde of een
soortgelijk naam dragen als schrijfster van
bovenstaande, ons verzoeken het nummer
waarin de oproep voorkwam aan hen op
te zenden. De hoeveelheid aanvragen was
zodanig, dat we die wensen niet meer kon
den inwilligen en daarom een uittreksel heb
ben gestencild om hen op die manier nog
tegemoet te kunnen komen.
De interesse voor deze kwestie vermeer
derde, nadat hierover publicaties verschenen
in Amerikaanse bladen, evenals in Neder
landse dagbladen. Sommige van deze kran
ten verwijzen naar ons blad, met gevolg
dat we met correspondentie worden over
stroomd, die moeilijk per omgaande be
antwoord kan worden. Bovendien heeft het
ook niet zo veel zin, omdat we hen toch
niet meer nieuws kunnen vertellen, dan wat
hierover via ons blad is meegedeeld. Daar
om is het de eenvoudigste oplossing, dat we
dit via ons blad blijven doen, zodat on
nodige correspondentie vermeden kan wor
den. Sinds 30 Mei jl. kregen we van Mrs.
Boogaert-Riet geen nader bericht. Ook de
geïnteresseerden dienen dus op eventueel
„nieuws" te wachten. We laten hieronder
het artikel nog volgen, dat in „Het Parool"
van Dinsdag 24 Juni 1952 was afgedrukt.
Boven dat artikel stond:
„Nederlandse in V.S. beweert: Erfenis
van 23 millioen dollar in het verschiet.
Erfgenamen in Nederland Daarna het
volgende:
„De enkele jaren geleden geëmigreerde
mevrouw Boogaert-Riet te Ogden (Utah,
V.S.) heeft bij het nasporen van de stam
boom van haar geslacht ontdekt, dat een
harer voorouders erfgenaam was van een
erfenis van ongeveer 23 millioen dollar.
Sindsdien stelt zij alles in het werk om
allen die de naam Boogert, Boogaert, Van
den Boogert of van den Boogaart dragen
voor deze erfenis te interesseren, aangezien
het heel goed mogelijk is dat zij, die zo
heten, genealogisch beschouwd bij deze
erfenis zijn betrokken.
Het schijnt dat de overgrootvader van
Mevrouw Boogaert-Riet, een zekere Michael
Boogert, erfgenaam was van de tabaks
plantage, die zijn broer in Indonesië heeft
gehad. Aan een oproep in de Staatscourant
van jaren geleden hebben de overgroot
ouders van mevr. Boogaert-Riet destijds
geen gehoor gegeven. Volgens de betrok
ken minister zou door deze actie op de zaak
worden vooruitgelopen.
In de „Eendrachtbode" van het eiland
Tholen (in deze streek komt de naam
Boogert zeer veelvuldig voor) werd een
ingezonden stuk opgenomen, waarin allen
die deze naam dragen, werden opgeroepen
zich met mevrouw Boogaert-Riet in ver
binding te stellen. De reflectanten moesten
een stamboom kunnen tonen van tenminste
enkele generaties, dus van hun voorvaderen
met vrouwen en kinderen, de huwelijks- en
overlijdensdata, de plaats van geboorte en
huwelijk, enz.
FAMILIETRUST
Het ligt in de bedoeling eerst een familie
trust te vormen van de daarvoor in aan
merking komende Boogaerts. Zodra enig
inzicht is verkregen omtrent het aantal erf
genamen zal tot afhandeling van zaak wor
den besloten. Het ligt uiteraard aan de
nakomelingen hoe lang dit zal duren. Voor
Zeeland sloot de termijn van inzending op
1 Mei jl. Op veler verzoek is deze termijn
voor onbepaalde tijd verlengd aangezien
het voor velen onmogelijk was de stam
boom op tijd klaar te krijgen.
Op de vraag ^van „The Ogden Standard-
Examiner", waarom zij niet zelf naar Hol
land terugging om de erfenis verder te
regelen, antwoordde mevrouw Boogaert-
Riet dat de erfenis haar persoonlijk niet
interesseerde. Bovendien bleef zij liever in
Amerika. Belangstelling voor haar voor
geslacht had haar tot de hier vermelde
actie gedreven.
De burgemeester van Sint Annaland ver
telde ons, dat de belangstelling van de
Boogaerts, Boogerts, c.s. niet zo groot is.
Hun afstamming moet worden nagegaan in
Middelburg en dat kost geld. Zij willen dat
best laten doen als er uit Amerika vast
een voorschot zou worden gestuurd."
Tot zover „Het Parool" van Dinsdag
24 Juni jl. over deze kwestie.
Verder hebben in die commissie
zitting de heren mr. A. J. van der
Hoeven te Tholen, L. A. Verburg
te Stavenisse, D. C. Bouwense te
St. Maartensdijk, W. L. Blinden-
bach te St. Maartensdijk, ir. M. A.
Geuze te Poortvliet, J. H. Bal te
Tholen en A. P. Bil te St. Annaland.
SCHELDE-RIJNVERBINDING
Gedeputeerde Staten van Zee
land zijn voornemens een commissie
in te stellen, die tot taak zal hebben
om, uitgaande van de verschillende
naar voren gekomen tracé's de ge
volgen voor Zeeland van een kor
tere Schelde-Rijnverbinding te be
studeren.
Zij beraden zich thans over de
personen, die in aanmerking zou
den komen in deze commissie zit
ting te nemen.