Eendrachtbode
VOORTREFFELIJK MIDDEL VOOR
MODERNE M0NDVERZ0RGING
Vogelvrij
HET ROODE KRUIS
PUROL
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
heeft het Platteland nodig!
Nijverheidsonderwijs
8c Jaargang No» 27 TWEEDE BLAD 16 Mei 1952
Luitenant-Generaal van Oyen:
Jaarverslag van de Melkcontröle Vereniging
Frans- en Max-sfam te St. Annaland
gehouden op 29 April 1952
Tot ieders verbazing reeds
wittere tanden na eenmaal
poetsen
ST. MAARTENSDIJK
Historisch verhaal
uit de Drents-Friese Grensstreek
Een speciale verslaggever heeft een onderhoud gehad met Luitenant-
Generaal van Oyen, commandant van het Roode Kruis Korps, over het
aandeel van „het platteland" in het Roode Kruis werk, speciaal in het
kader van de actie Bescherming Burgerbevolking.
Generaal van Oyen heeft zij werkkamer
in één van de reeks gebouwen aan de
Prinsessegracht te Den Haag, die tezamen
vormen het hoofdkwartier van het Neder-
landsche Roode Kruis. De organisatie van
het Roode Kruis moge dan uiterlijk, voor
wat betreft namen van onderdelen, rangen
uniformen en commandovoering, wel enigs
zins overeenkomst vertonen met een mili
taire organisatie, de sfeer op de Prinsesse
gracht is nóch militaristisch, nóch ambte
lijk. Loopt U maar door, de naam staat
daarbuiten, in de kleinere gemeenten, op
het platteland
Het gaat niet alleen om het direct drei
gend gevaar voor de mensen zélf ant
woordt onze gastheer. Is het noodsignaal
gegeven, dan wordt z.n. direct een beroep
gedaan op de hulp-organisaties buiten de
getroffen sector. Heel het land is in krin
gen verdeeld en er zal een regeling wor
den getroffen zodanig ,dat bepaalde aan
gewezen kringen een naburige stad, die ge
troffen is, te hulp snellen. Wanneer men
op de deur zegt de portier in de hal
en even weinig ceremonieel is de ontvangst
door de Commandant van het Roode Kruis
Korps, die desgevraagd gaarne zijn mening
geeft over wat hij ziet als de taak van het
Roode Kruis, speciaal wat betreft „de pro
vincie": Nederland buiten de grote be
volkingscentra. Juist in deze tijd
meent Generaal van Oyen is dat een
actueel onderwerp. De kranten staan vol
over Burgerbescherming. Ten behoeve van
de Bescherming Burgerbevolking zullen bin
nenkort overal vrijwilligers opgeroepen
worden. De bevolking wordt voorgelicht op
allerlei wijze.
Het Roode Kruis heeft bij de bescher
ming der Burgerbevolking in oorlogstijd
een heel belangrijke taak. Natuurlijk niet
alleen dan. Ook zónder dat hadden en
hebben onze afdelingen (de colonnes,
bloedtransfusie- en plasmadiensten, welfare-
werk, om er maar enkele te noemen) ge
noeg te doen. Maar in de bescherming der
burgerbevolking is het Roode Kruis Korps
belast met de vorming en de opleiding van
mobiele medische formaties, welke buiten
de grote steden geneeskundige teams wor
den genoemd. Deze teams hebben te zor
gen voor de eerste-hulpverlening en het
transport van zieken en gewonden naar
ziekenhuizen en noodziekenhuizen. Deze
laatste zullen z.n. ten plattelande vooral
worden ingericht. In deze ziekeninrichtin-
gen vervullen de helpsters van het Roode
Kruis Korps een zeer belangrijke rol als
verpleeghulp. Het Roode Kruis heeft al
tientallen jaren met dat bijltje gehakt en
in de laatste wereldoorlog kostbare erva
ring opgedaan. Wat is méér vanzelfspre
kend, dan dat men bij het BB-werk een
instantie inschakelt met een compleet en
beproefd apparaat en een perfecte organi
satie
In de grote steden merken wij op
zal de noodzaak van een beschermings
organisatie de bevolking wellicht duidelijker
toespreken; die vormen de kwetsbare pun
ten. Maar hoe staat het met de mensen
om niet minder, juist méér geneigd, de
zelf buiten schot is gebleven, is men daar-
slachtoffers in de getroffen sectoren te
hulp te komen. Dat heeft de ervaring be
wezen; Nederlanders hebben, spontaan of
georganiseerd, altijd en terstond klaar ge
staan om hulp te bieden waar die nodig
was, niet alleen landelijk, maar internatio
naal ik noem slechts enkele gevallen
waarbij het Roode Kruis direct betrokken
was. Abessynië, Finland en (zeer recent)
Italië bij de grote watersnood 1 We maken
ons dus niet zo benauwd over gebrek aan
medewerking. Maar wanneer die eerst ge
boden wordt als de nood aan de man is,
dan zouden we moeten werken met onge
schoold en onervaren mensenmateriaal. Het
is beter wanneer men nu reeds zich de
nodige kennis en (door oefening) ervaring
eigen maakt.
Waarom legt U daarbij juist de nadruk
op het Roode Kruis werk vragen wij.
Behalve omdat ik toevallig commandant
van het Roode Kruis Korps ben glim
lacht de generaal is dat, omdat het
Roode Kruiswerk bij de mensen bekend is
bekend als vredeswerk. Het Roode Kruis
geniet gelukkig vertrouwen, dat merken we
steeds wéér.
Daarbij komt, dat veel mensen zeggen:
als ik me dan toch opgeef om, in geval
van nood, m'n steentje bij te dragen tot
bescherming van onze burgerbevolking,
van weerlozen, vrouwen, kinderen, zieken,
ouden van dagen, dan doe ik dat graag
in de vorm waarin het Roode Kruis deze
taak verricht. In oorlogstijd verrichten juist
velen gaarne vredeswerk. Het symbool van
het Roode Kruis waarborgt hun de taak
die ze graag willen vervullen
- U denkt dus dat he Roode Kruis
werk van alle takken van „beschermings-
werk" wel zeer bijzonder aan de mensen
appelleert
Ja, en inzonderheid ook aan de vrou
wen en meisjes. Ook daaronder zijn er wier
voorliefde uitgaat naar een taak buiten
het Roode Kruiswerk, bij de luchtbescher
ming of andere diensten. Maar de grote
meerderheid van onze vrouwen en meisjes
zal zich toch het meest aangetrokken voe
len tot deze specifiek-vrouwelijke taak: de
zorg voor mensen, door oorlogsgeweld ge
troffen. De verpleging van gewonden en
zieken, de verzorging van mensen, die van
huis en haard zijn verdreven. Men kan
zich op deze taak als het ware thuis, in
de eigen woonplaats of streek voorberei
den. En wat men zodoende leert is, als
men het hopenlijk 1 nimmer in prak
tijk behoeft te brengen, toch nooit weg.
Generaal van Oyen verwacht buiten de
grote steden belangstelling, meeleven en
meewerken met het Roode Kruis, want al
zou men verwachten dat in de grote stad
meer interesse (uit welbegrepen eigenbe
lang) zou bestaan voor alles wat met de
bescherming samenhangt, „de provincie"
biedt wellicht practisch meer mogelijkhe
den. En ze heeft zeer beslist een taak 1
Op de Prinsessegracht in Den Haag be
schouwt men „het platteland" niet als een
grootheid van de tweede rang. Integendeel.
Bij het afscheid herhaalt Generaal van
Oyen, blij te zijn met deze gelegenheid,
óók de Nederlanders buiten de grote ste
den, via hun krant, te kunnen opwekken,
hun taak in het kader der burgerbescher
ming te vervullen, door zich te melden bij
de plaatselijke afdelingsbesturen van het
Roode Kruis I
(Nadruk verboden)
Ik.
1 tot 2-jarige melkkoeien, met een opbrengst van
Naam Opbr. p. Totale °/o Boter- Aantal Eigenaar
dag in kg opbr, vet vet dagen
in kg
Bella 1253 4235 328 138.9 342 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
Renske 1001 3083 366 112.8 308 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
1 Gezina
2 Bertha
3 Coba
4. Mientje
5 Roza
6 Trees
7 Betsie
8 Nellie
9 Ida
10 Bles
11 Bontje
12 Snoeper
13 Mina
14 Emma
15 Fientje
16 Leida
17 Vesta
18 Nora
19 Elsje
20 Wiepje
21 Kaptein
22 Dora
1 Coba
2 Bontje
3 Willy
4 Cato
5 Janny
6 Mina
7 Bontje 2
8 Mina
9 Mientje
10 Lena
11 Emma
12 Bertha
13 Mina
14 Emma
1 Doortje
2 Corrie
3 Mina
4 Mina
5 Plaske
6 Elsje
7 Doetje
8 Pronke
9 Betsie
10 Son ja
11 Bles
12 Marie
13 Dora
1 Emma
2 Marijke
3 Yda
4 Aaltje
5 Corrie
6 Lotje
1 Fransje
2 Roza
3 Jikkemien
4 Corrie
5 Mina 1
6 Mina
7 Sientje
tot 3-jarige met een
1834 5714 320
1283 4991 360
1202 4820 361
1541 4669 355
1365 4614 415
1501 4533 375
1355 4417 344
1379 4358 374
1087 4261 344
1182 4232 332
1236 4141 404
1448 3939 397
1378 3831 389
1259 3802 428
1329 3761 387
1303 3753 340
1159 3740 345
1315 3735 359
1231 3668 332
1147 3647 396
1288 3606 360
1435 3588 414
opbr. van meer dan 3500 kg melk
182.5 311 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
179.7 389 A. A. Goedegebuure, St. Annaland
174 401 P. A. Fase, St. Annaland
165.7 303 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
191.5 338 C. L. Geluk, St. Maartensdijk
170 302 Andr. Breure, St. Maartensdijk
151.9 326 J. P. Kloet, St. Maartensdijk
163 316 A. P. Geluk, St. Maartensdijk
146.6 392 G. D. Kloet, St. Maartensdijk
140.5 358 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk
167.3 335 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk
156.4 272 Gerard Dorst, St. Maartensdijk
149 278 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk
162.7 302 Gerard Dorst, St. Maartensdijk
145.6 283 Andr. Breure, St. Maartensdijk
127.6 288 C. Steendijk Lz., Stavenisse
129 313 M. Anthonisse, Poortvliet
134.1 284 A. A. Goedegebuure, St. Annaland
121.8 298 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
144.4 318 J. Moerland, St. Annaland
120.8 280 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk
148.5 250 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk
3 tot 4-jarige met een opbrengst van meer dan 4000 kg
I.948 6428 367 330 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer
1546 5998 392 388 Gegr. van Engelen, Oud-Vossemeer
17,6 5421 404 308 Andr. Breure, St. Maartensdijk
1611 5059 407 314 G. D. Dorst, St. Maartensdijk
15,4 5051 4 328 A. P. Geluk, St. Maartensdijk
II,8 è873 360 413 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk
1469 4862 317 331 G. D. Kloet, St. Maartensdijk
1424 4685 421 329 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer
1945 4532 353 233 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
1412 4518 356 320 P. A. Fase, St. Annaland
1447 4312 334 298 P. J. v. d. Slikke, St. Maartensdijk
1697 4310 4 254 A. P. Gluk, St. Maartensdijk
1386 4186 386 302 C. J. Gaakeer, St. Maartensdijk
1392 4009 374 280 P. J. v. d. Slikke, St. Maartensdijk
5-jarige met een opbrengst van meer dan 4500 kg
6500 384 249.6 325 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer
5842 365 213.2 364 J. Moerland, St. Annaland
5698 402 229.1 321 G. D. Kloet, St. Maartensdijk
5097 405 206.4 317 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer
5004 318 159.1 304 J. Moerland, St. Aannland
4952 375 185.7 331 M. Anthonisse, Poortvliet
4931 367 181 375 P. J. v. d. Slikke, St. Maartensdijk
4866 351 170.8 298 C. Steendijk Lz., Stavenisse
4820 408 196.7 297 Andr. Breure, St. Maartensdijk
4809 350 168.3 333 A. A. Goedegebuure, St. Annaland
4775 366 174.8 273 C. J. Gaakeer, St. Maartensdijk
4708 425 200.1 302 J. A. v. d. Vate, St. Maartensdijk
4632 361 167.2 299 A. A. Goedegebuur, St. Annalanl
4 tot
20..
1605
1775
1608
1646
1496
1315
1633
1623
1444
1749
1559
1549
5 tot
1616
1836
1752
1764
1476
1641
6-Jarige met een opbrengst van meer dan 5000 kg
6480 363 235.2 401 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk
5875 346 203 3 319 Gerard Dorst, St. Maartsendijk
5501 349 192 314 A. A. Goedegebuure, St. Annaland
5274 336 177.2 299 C. Steendijk Lz., Stavenisse
5210 398 207.4 353 M. Anthonisse, Poortvliet
5005 388 194.2 305 M. Anthonisse, Poortvliet
Oudere koeien met een opbrengst van meer dan 5500 kg
1795 8724 373 325.4 486
2327 7034 318 223.7 301
1741 6981 381 266 401
1875 6525 422 275.4 348
2425 6499 368 230.2 268
2257 6094 331 201.7 270
1873 5750 313 180 307
C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
M. Anthonisse, Poortvliet
C. Steendijk Lz., Stavenisse
C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
C. J. B. Gaakeer, Stavenisse
C. Steendijk Lz., Stavenisse
(Advertentie)
Zolang geen knagende kiespijn de mens
plaagt, besteedt hij doorgaans weinig
aandacht aan zijn gebit. Als het echter
eenmaal zo ver is gekomen, ja, dan is geen
tandarts goed genoeg om het onheil weer
zo snel mogelijk te herstellen. Doordat ons
voedsel niet die kwaliteiten bezit, waardoor
bijvoorbeeld in het wild levende volksstam
men tot op vrij hoge leeftijd 'n gaaf gebit
behouden, wordt er in de beschaafde lan
den al het mogelijke gedaan om de verzor
ging van de tanden en kiezen op hoog peil
te brengen. Deze verzorging begint met
het geregeld, ja dagelijks poetsen met een
goede tandpasta. Onder de vele middelen
die voor dit doel worden gebruikt, valt
Castella Tandpasta onmiddellijk op. Reeds
na één keer borstelen is het verrassend te
zien hoe blinkend wit en glanzend deze
Castella Tandpasta Uw gebit maakt. Daar
bij bevat Castella Tandpasta het element
fluor, dat tandbederf (caries) tegengaat.
Daarom is het niet alleen voor U, maar in
het bijzonder ook voor Uw kinderen van
het grootste belang de dag met Castella
Tandpasta te beginnen en te eindigen.
Een vooropleiding voor lerares N.O. (Nijverheidsonderwijs)
aan de Chr. Landbouwhuishoudschool in Middelburg.
Bij voldoende deelname zal per 1 Sept.
a.s. aan de Chr. Landbouwhuishoudschool
in Middelburg de mogelijkheid worden
opengesteld een vooropleiding te volgen
voor leerares bij het Nijverheidsonderwijs.
Tot dusver moest men om de opleiding
tot lerares N.O. te gaan volgen in het
bezit zijn van een diploma U.L.O., H.B.S.
en dergelijke.
Sedert enige tijd worden er nu aan en
kele huishoudscholen in Nederland proe
ven genomen met deze vooropleiding en tot
dusver zijn leerkrachten en leerlingen hier
over zeer enthousiast. In de kringen van het
Nijverheidsonderwijs bestaat de mening,
dat de U.L.O.-opleiding niet steeds de
ideale vooropleiding is, men vindt deze
opleiding onnodig zwaar, de manuale vak
ken als naaldvakken, tekenen, stofversie-
ren, strijken, zorg en bereiding van de
maaltijd, kinderverzorging en opvoedkunde
ontbreken helemaal, terwijl niet altijd blijkt
dat de van de U.L.O. school afkomstige
leraressen altijd de meest geschikte krach
ten zijn. Bovendien komt er als bezwaar
voor het platteland nog bij dat vele meis
jes niet naar de U.L.O. gaan en dus van
verdere opleiding tot lerares N.O. versto
ken blijven.
De proef bestaat uit een 3-jarige voor
opleiding, met als basis 2 jaar primaire op
leiding aan een huishoud- of landbouw
huishoudschool.
De vooropleiding borduurt verder op de
2-jarige primaire opleiding.
De gang van zaken wordt dan als volgt:
2 jaar primaire opleiding aan een huis
houd- of landbouwhuishoudschool; 3 jaar
algemeen vormende vooropleiding; 3 jaar
leraresopleiding, Yl jaar practijk, na 8J^
jaar Lerares N.O. Tot dusver was dit:
4 jaar U.L.O. plus 1 jaar vormingsklas,
plus 3 jaar leraresopleiding plus J2 jaar
practijk 8J2 jaar.
Het voordeel van bovengenoemde op
leiding is nu: men blijft in de sfeer van
het huishoudonderwijs (niet uitsluitend
verstandelijke ontwikkeling) een samengaan
van practische en theoretische arbeid. De
onderwijsvernieuwing komt in deze voor
opleiding tot uitdrukking, de leerstof is be
perkt. Bij deze vooropleiding zal de alge
mene vorming gezocht worden in de ont
wikkeling van hart, hoofd en hand. Het
zelfstandig doen zal bij de vooropleiding
meer tot zijn recht komen, er wordt bijv.
met „taken" gewerkt.
In aanmerking komen begaafde meisjes
die hiervoor ambitie hebben.
Uitgangspunt is: getuigschrift 2-jarige in
dustrie/huishoud- of landbouwhuishoud
school.
Is deze vooropleiding alleen bedoeld voor
meisjes uit de omgeving van Middelburg 1
Zeker niet. Voor geheel Zeeland, ja zelfs
voor het Zuid-Westelijk deel van Neder
land. Zo worden ook meisjes verwacht uit
West-Brabant, Zuid-Hollandse eilanden
enz.
Dit houdt in dat een gedeelte der leer
lingen intern zal zijn. Er wordt voor ge
zorgd, dat deze leerlingen ondergebracht
worden in gezinnen tegen een gereduceerd
kostgeld.
Het schoolgeld wordt geheven volgens
progressieve regeling (maximum 150,
per jaar).
Er worden reeds proeven genomen op een
school in Rotterdam, Den Haag, Amster
dam, Assen, Eindhoven en Steenwijkerwold.
Ook in Utrecht zal per 1 September a.s.
met deze proef begonnen worden.
Middelburg vormt een mooi centrum, bo
vendien is het geen grote stad met alle ge
varen en bezwaren daaraan verbonden.
Een Nijverheidsacte is een kostelijk be
zit, de vooropleiding in Middelburg legt de
loopplank uit ter verkrijging van dit bezit.
Begaafde meisjes die hiervoor ambitie
hebben worden verzocht zich spoedig te
melden aan het Bestuur der School, Boude-
wijn de Wittestraat 11 te Goes (tel. 2574)
of bij de Directrice, Noordbolwerk 35 te
Middelburg (tel. 3674).
Op deze adressen worden gaarne nadere
inlichtingen verstrekt terwijl ook de Direc
trices van de Industrie- Huishoud- en Land-
bouwhuishoudscholen U inlichtingen kunnen
verschaffen.
BURGERLIJKE STAND
over de maand Februari 1952
Geboren:
1 Febr.: Catharina Huberdina, dt. van
F. D. van der Klooster en N. A. Scherpe-
nisse.
4 Febr.: Pieter Jacob, zn. van A. J.
Groenewege en C. A. Blok.
6 Febr.: Laura Megaliena, dt. van A. J.
van Riet en A. Hgrtgg.
8 Febr.: Maria Tona, dt. van A. D. Dane
en H. W. Kwaak.
9 Febr.: Jacob, zn. van P. A. Moerland
en J. M. van den Berge.
8 Febr.: Cornelis Pieter zn. van A. A.
op den Brouw eó M. Hartog.
2.0 Febr.: Adriana Neeltje, dt. van J. de
Jonge en E. H. de Haan.
27 Febr.: Maria Johanna, dt. van P. Over-
beeke en E. N. van Zetten.
Ondertrouwd:
21 Febr.: P. Suurland, 23 jr. wonende te
Scherpenisse en C. L. Pot., 17 jr. wonende
alhier.
Huwelijken: Geen.
Overleden:
2eFebr.: Pieter de Zwarte, 72 jr. echt
genoot van P. Oudesuijs.
10 Febr,: Andries van den Hoek, 82 jr.
weouwnaar van J. Kloet.
22 Febr.: Jacob Andreas Scherpenisse,
70 jr. weduwnaar van A. Kloet.
De EDELE
huidgenezer
geneest en veredelt de huid
over de maand Maart 1952
Geboren:
2 Maart: Jozina Pieternella, dt. van H. P.
Praat en J. C. Poot.
4 Maart: Cornelia Pieternella, dt. van P.
van 't Hof en van J. van Burgh.
6 Maart: Tanna Adriana Johanna, dt. van
J. M. van der Rhee en J. A. Soeters.
13 Maart: Willem Marius, zn. van D. A.
Dane en M. Leendertse.
14 Maart: Gerard, zn. van D. C. Kaas
hoek en D. M. van Zetten.
22 Maart: Leendert Cornelis, zn. van C.
Menheere en M. Zwagemaker.
Ondertrouwd:
12 Maart: J. Nelisse, 23 jr. en C. A.
Oudesluijs, 37 jr. beide wonende alhier.
20 Maart: M. Janse, 45 jr. en A. M.
Bentschap Knook, 38 jr. beide won. alhier.
20 Maart: D. F. Bentschap Knook, 24 jr.
en H. C. A. Voshol, 20 jr. beide wonende
alhier.
20 Maart: J. Vroegop, 24 jr. wonende te
Scherpenisse en M. op den Brouw, 23 jr.
wonende alhier.
6 Maart: P. Suurland, 23 jr. wonende te
Scherpenisse en C. L. Pot, 17 jr. wonende
alhier.
27 Maart: J. Nelisse, 23 jr. en C. A.
Oudesluijs, 37 jr. beide wonende alhier.
Overleden:
21 Maart: Jacob van Dijke, 75 jr. echt
genoot van A. C. Coomans.
26 Maart: Adriaan Lindhout, 82 jr. zn.
van C. Lindhout en van C. van Iwaarden.
over de maand April 1952
Geboren:
6 April: Leendert, zn. van G. H. Polder
man en K. Slager.
8 April:- Christiaan Cornelis, zn. van P.
Kaat en M. J. Bijl.
10 April: Cornelis, zn. van A. Oostdijk
en H. van Iwaarden.
22 April: Leendert Hendrik, zn. van P. J.
Andriesse en M. Stouten.
24 April: Adriaan Jan, zn. van A. J. van
IJsseldijk en J. Goudzwaard.
28 April: Maatje Willemina, dt. van C.
A. Slager en P. H. Lindhout.
Ondertrouwd:
12 April: D. Jeroense, 21 jr. wonende te
Poortvliet en A. J. Bos, 21 jr. won. alhier.
17 April: A. J. Kruf, 24 jr. wonende te
Halsteren en C. M. Huiszoon, 21 jr. won.
alhier.
17 April: C. -J. de Graaf, 26 jr. en W.
van Hemert, 27 jr. beide won. alhier.
17 April: E. M. Snoep, 22 jr. wonende te
St. Annaland en J. W. Reeders, 21 jr.
wonende alhier.
18 April: A. Geldhof, 29 jr. en C. J.
Polderman,' 25 jr. beide wonende alhier.
24 April: J. L. Koopman, 33 jr. en W.
Quaak, 29 jr. beide wonende alhier.
24 April: W. J. Poot, 27 jr. wonende te
St. Annaland en H. J. Lindhout 21 jr.
wonende alhier.
Huwelijken:
3 April: D. F. Bentschap Knook, 24 jr. en
H. C. A. Voshol, 20 jr. beide wondende
alhier.
3 April: M. Janse, 45 jr. en A. M. Bent
schap Knook, 38 jr. beide wonende alhier.
10 April: J. Vroepop, 24 jr. wonende te
Scherpenisse en M. op den Brouw, 23 jr.
wonende alhier.
Overleden:
10 April: Dingenus Willem Kloet, 19 jr.
zn. van J. P. Kloet en G. M. C. Dorst.
12 April: Adriana Plona Blok, 91 jr.
weduwe van N. J. Bierens.
U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
Elke dag moet uw lever een liter gal in uw
ingewanden doen stromen, anders verteert uw
voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt,
wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige
CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter
gal op te wekken en uw spijsvertering en stoel
gang op natuurlijke wijze te regelen. Een
plantaardig zacht middel, onovertroffen om de
gal te doen stromen. Eist Carter's Leverpilletjes.
door H. VAN NORG (18)
Een aantal van de huurlingen drong de woning
binnen. Ze vonden echter tot hun verbazing de ver
trekken doods en verlaten. En zware stappen klonken
hol in de van meubels ontblootte woonkamer. Ook de
stal vonden ze leeg. Zelfs geen hoen scharrelde meer
in de mest of op het erf. Alleen een paar opgeschrikte
ratten repten zich om hun beschermende holen op te
zoeken.
De hoofdman van de troep was razend. Er was
natuurlijk verraad gepleegd, meende hij. Hij vermoedde,
dat de inventaris van de boerderij bij de boeren was
ondergebracht, maar ze bij dezen op te vorderen dorst
hij toch niet. Hij wist, wat het betekende, als een heel
dorp zich tegen een requirerende troep keerde. Boven
dien had hij voor een dergelijke handeling geen vol
machten. Hij zou Rooie Willem wel op een andere
wijze gevoelig straffen.
Nogmaals werd de woning, en nu in alle hoeken
en gaten onderzocht. Het resultaat bleef hetzelfde;
nergens een spoor van de vroegere bewoners. En er
was ook niets meer te roven. Zelfs geen kip.
De bevelhebber beval thans om de hoeve van twee
kanten tegelijk in brand te steken. Zijn mannen be
ijverden zich om stro aan te dragen.
Het duurde slechts enkele minuten of de vlammen
lekten reeds aan de naald van het dak. Het vuur vond
prachtig voedsel in het droge riet van het dak, het
opgetaste stro, de oude in-droge balken, de zolder
betimmering, het bintwerk en de schuttingen van de
binnenbetimmering. Na een kwartier was de hoeve
één vuurzee geworden. Brokken brandend dak stortten
naar beneden, grote massa's vonken de lucht in
jagende.
Op de weg, op een eerbiedige afstand, stonden grote
groepen van dorpelingen het toneel der vernietiging te
aanschouwen. Na een goed half uur was er van de
hoeve niets meer over dan een rokende en smeulende
ruïne. En de huurlingen verlieten slechts half voldaan
het terrein der verwoesting.
Troepjes boeren dwaalden later om en door de puin
hopen, met ernstige gezichten het geval besprekend.
Ze begrepen nu, dat Hanna wel had geweten, wat er
had gedreigd.
Hoofdstuk 10
In Pakkeveen en Haule
Folkert waagde het om het ouderlijk huis eens op te
zoeken. Hij wilde zijn vader en moeder, zijn broers en
zusters niet langer in ongerustheid laten en zijn ver
langen naar hen was tevens groot.
Moeder viel hem schreiend om de hals, toen hij de
drempel overschreed. „Folkert, mijn jongen, wat heb
ben we een angst om je uitgestaan. We vreesden al,
dat je verongelukt was."
Op zijn vader en zijn oudste broer na waren de leden
der familie in of bij het kleine huis aanwezig. De jon
geren, die buiten waren, snelden direct juichend naar
binnen, toen ze Folkert gewaar werden.
„Folkert, mijn jongen, hoe is het toch Heb je
misschien honger vroeg moeder bezorgd.
De jongeman lachte. „Ik heb het nog nooit zo goed
gehad. We eten en drinken, wat ons hart begeert."
De jongste spruiten zagen hun oudere broer aan, alsof
hij een wondermens was geworden. Moeder zette een
dochtertje voor elk der ramen. Ze moesten uitkijken,
of er ook onraad was. Want reeds tweemaal waren er
soldaten geweest om naar Folkert te zoeken.
„Waar zijn vader en Johannes, moeder?" vroeg de
jonge scheper.
„Ze hoeden nu de schapen in jouw plaats."
Folkert zette een van biezen gevlochten tas op de
tafel. Ze was gevuld met veldeieren. „Voor mijn kleine
broertjes en zusjes," zei hij.
De kleinsten bepaalden hun aandacht nu meer aan
de eieren. Deze werden voorzichtig op de tafel gelegd
en al gauw begon er een gekibbel over de verdeling.
Moeder zei: „En Folkert, jongen, vertel nu eens, hoe
het gegaan is."
De jonge scheper vertelde nu omstandig, hoe hij
schapen naar Norg moest drijven voor de Geldersen;
hoe hij één van hen had gedood en hoe hij Rooie
Willem had gevonden.
„Dus jij hebt die soldaat doodgeslagen, Folkert
Verschrikkelijk," meende Anna, zijn oudste zuster.
„We hebben nog gedacht, dat Rooie Willem het ge
daan had. Je moest je schamen."
„Moeten we ons dan alles laten welgevallen Die
rovers hebben in Friesland niets te maken," zeide
Folkert nijdig.
„Was die vent goed dood, Folkert?" vroeg een der
jongste broertjes belangstellend.
„Stil, kinderen, over dergelijke dingen mogen jullie
niet spreken," berispte moeder."
„Ik blijf het vreselijk vinden," zei Anna vinnig; „mijn
broer een moordenaar
(Wordt vervolgd)