Eendrachtbode VOORTREFFELIJK MIDDEL VOOR MODERNE M0NDVERZ0RGING Vogelvrij HET ROODE KRUIS PUROL WEK DE GAL IN UW LEVER OP heeft het Platteland nodig! Nijverheidsonderwijs 8c Jaargang No» 27 TWEEDE BLAD 16 Mei 1952 Luitenant-Generaal van Oyen: Jaarverslag van de Melkcontröle Vereniging Frans- en Max-sfam te St. Annaland gehouden op 29 April 1952 Tot ieders verbazing reeds wittere tanden na eenmaal poetsen ST. MAARTENSDIJK Historisch verhaal uit de Drents-Friese Grensstreek Een speciale verslaggever heeft een onderhoud gehad met Luitenant- Generaal van Oyen, commandant van het Roode Kruis Korps, over het aandeel van „het platteland" in het Roode Kruis werk, speciaal in het kader van de actie Bescherming Burgerbevolking. Generaal van Oyen heeft zij werkkamer in één van de reeks gebouwen aan de Prinsessegracht te Den Haag, die tezamen vormen het hoofdkwartier van het Neder- landsche Roode Kruis. De organisatie van het Roode Kruis moge dan uiterlijk, voor wat betreft namen van onderdelen, rangen uniformen en commandovoering, wel enigs zins overeenkomst vertonen met een mili taire organisatie, de sfeer op de Prinsesse gracht is nóch militaristisch, nóch ambte lijk. Loopt U maar door, de naam staat daarbuiten, in de kleinere gemeenten, op het platteland Het gaat niet alleen om het direct drei gend gevaar voor de mensen zélf ant woordt onze gastheer. Is het noodsignaal gegeven, dan wordt z.n. direct een beroep gedaan op de hulp-organisaties buiten de getroffen sector. Heel het land is in krin gen verdeeld en er zal een regeling wor den getroffen zodanig ,dat bepaalde aan gewezen kringen een naburige stad, die ge troffen is, te hulp snellen. Wanneer men op de deur zegt de portier in de hal en even weinig ceremonieel is de ontvangst door de Commandant van het Roode Kruis Korps, die desgevraagd gaarne zijn mening geeft over wat hij ziet als de taak van het Roode Kruis, speciaal wat betreft „de pro vincie": Nederland buiten de grote be volkingscentra. Juist in deze tijd meent Generaal van Oyen is dat een actueel onderwerp. De kranten staan vol over Burgerbescherming. Ten behoeve van de Bescherming Burgerbevolking zullen bin nenkort overal vrijwilligers opgeroepen worden. De bevolking wordt voorgelicht op allerlei wijze. Het Roode Kruis heeft bij de bescher ming der Burgerbevolking in oorlogstijd een heel belangrijke taak. Natuurlijk niet alleen dan. Ook zónder dat hadden en hebben onze afdelingen (de colonnes, bloedtransfusie- en plasmadiensten, welfare- werk, om er maar enkele te noemen) ge noeg te doen. Maar in de bescherming der burgerbevolking is het Roode Kruis Korps belast met de vorming en de opleiding van mobiele medische formaties, welke buiten de grote steden geneeskundige teams wor den genoemd. Deze teams hebben te zor gen voor de eerste-hulpverlening en het transport van zieken en gewonden naar ziekenhuizen en noodziekenhuizen. Deze laatste zullen z.n. ten plattelande vooral worden ingericht. In deze ziekeninrichtin- gen vervullen de helpsters van het Roode Kruis Korps een zeer belangrijke rol als verpleeghulp. Het Roode Kruis heeft al tientallen jaren met dat bijltje gehakt en in de laatste wereldoorlog kostbare erva ring opgedaan. Wat is méér vanzelfspre kend, dan dat men bij het BB-werk een instantie inschakelt met een compleet en beproefd apparaat en een perfecte organi satie In de grote steden merken wij op zal de noodzaak van een beschermings organisatie de bevolking wellicht duidelijker toespreken; die vormen de kwetsbare pun ten. Maar hoe staat het met de mensen om niet minder, juist méér geneigd, de zelf buiten schot is gebleven, is men daar- slachtoffers in de getroffen sectoren te hulp te komen. Dat heeft de ervaring be wezen; Nederlanders hebben, spontaan of georganiseerd, altijd en terstond klaar ge staan om hulp te bieden waar die nodig was, niet alleen landelijk, maar internatio naal ik noem slechts enkele gevallen waarbij het Roode Kruis direct betrokken was. Abessynië, Finland en (zeer recent) Italië bij de grote watersnood 1 We maken ons dus niet zo benauwd over gebrek aan medewerking. Maar wanneer die eerst ge boden wordt als de nood aan de man is, dan zouden we moeten werken met onge schoold en onervaren mensenmateriaal. Het is beter wanneer men nu reeds zich de nodige kennis en (door oefening) ervaring eigen maakt. Waarom legt U daarbij juist de nadruk op het Roode Kruis werk vragen wij. Behalve omdat ik toevallig commandant van het Roode Kruis Korps ben glim lacht de generaal is dat, omdat het Roode Kruiswerk bij de mensen bekend is bekend als vredeswerk. Het Roode Kruis geniet gelukkig vertrouwen, dat merken we steeds wéér. Daarbij komt, dat veel mensen zeggen: als ik me dan toch opgeef om, in geval van nood, m'n steentje bij te dragen tot bescherming van onze burgerbevolking, van weerlozen, vrouwen, kinderen, zieken, ouden van dagen, dan doe ik dat graag in de vorm waarin het Roode Kruis deze taak verricht. In oorlogstijd verrichten juist velen gaarne vredeswerk. Het symbool van het Roode Kruis waarborgt hun de taak die ze graag willen vervullen - U denkt dus dat he Roode Kruis werk van alle takken van „beschermings- werk" wel zeer bijzonder aan de mensen appelleert Ja, en inzonderheid ook aan de vrou wen en meisjes. Ook daaronder zijn er wier voorliefde uitgaat naar een taak buiten het Roode Kruiswerk, bij de luchtbescher ming of andere diensten. Maar de grote meerderheid van onze vrouwen en meisjes zal zich toch het meest aangetrokken voe len tot deze specifiek-vrouwelijke taak: de zorg voor mensen, door oorlogsgeweld ge troffen. De verpleging van gewonden en zieken, de verzorging van mensen, die van huis en haard zijn verdreven. Men kan zich op deze taak als het ware thuis, in de eigen woonplaats of streek voorberei den. En wat men zodoende leert is, als men het hopenlijk 1 nimmer in prak tijk behoeft te brengen, toch nooit weg. Generaal van Oyen verwacht buiten de grote steden belangstelling, meeleven en meewerken met het Roode Kruis, want al zou men verwachten dat in de grote stad meer interesse (uit welbegrepen eigenbe lang) zou bestaan voor alles wat met de bescherming samenhangt, „de provincie" biedt wellicht practisch meer mogelijkhe den. En ze heeft zeer beslist een taak 1 Op de Prinsessegracht in Den Haag be schouwt men „het platteland" niet als een grootheid van de tweede rang. Integendeel. Bij het afscheid herhaalt Generaal van Oyen, blij te zijn met deze gelegenheid, óók de Nederlanders buiten de grote ste den, via hun krant, te kunnen opwekken, hun taak in het kader der burgerbescher ming te vervullen, door zich te melden bij de plaatselijke afdelingsbesturen van het Roode Kruis I (Nadruk verboden) Ik. 1 tot 2-jarige melkkoeien, met een opbrengst van Naam Opbr. p. Totale °/o Boter- Aantal Eigenaar dag in kg opbr, vet vet dagen in kg Bella 1253 4235 328 138.9 342 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse Renske 1001 3083 366 112.8 308 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse 1 Gezina 2 Bertha 3 Coba 4. Mientje 5 Roza 6 Trees 7 Betsie 8 Nellie 9 Ida 10 Bles 11 Bontje 12 Snoeper 13 Mina 14 Emma 15 Fientje 16 Leida 17 Vesta 18 Nora 19 Elsje 20 Wiepje 21 Kaptein 22 Dora 1 Coba 2 Bontje 3 Willy 4 Cato 5 Janny 6 Mina 7 Bontje 2 8 Mina 9 Mientje 10 Lena 11 Emma 12 Bertha 13 Mina 14 Emma 1 Doortje 2 Corrie 3 Mina 4 Mina 5 Plaske 6 Elsje 7 Doetje 8 Pronke 9 Betsie 10 Son ja 11 Bles 12 Marie 13 Dora 1 Emma 2 Marijke 3 Yda 4 Aaltje 5 Corrie 6 Lotje 1 Fransje 2 Roza 3 Jikkemien 4 Corrie 5 Mina 1 6 Mina 7 Sientje tot 3-jarige met een 1834 5714 320 1283 4991 360 1202 4820 361 1541 4669 355 1365 4614 415 1501 4533 375 1355 4417 344 1379 4358 374 1087 4261 344 1182 4232 332 1236 4141 404 1448 3939 397 1378 3831 389 1259 3802 428 1329 3761 387 1303 3753 340 1159 3740 345 1315 3735 359 1231 3668 332 1147 3647 396 1288 3606 360 1435 3588 414 opbr. van meer dan 3500 kg melk 182.5 311 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse 179.7 389 A. A. Goedegebuure, St. Annaland 174 401 P. A. Fase, St. Annaland 165.7 303 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse 191.5 338 C. L. Geluk, St. Maartensdijk 170 302 Andr. Breure, St. Maartensdijk 151.9 326 J. P. Kloet, St. Maartensdijk 163 316 A. P. Geluk, St. Maartensdijk 146.6 392 G. D. Kloet, St. Maartensdijk 140.5 358 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk 167.3 335 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk 156.4 272 Gerard Dorst, St. Maartensdijk 149 278 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk 162.7 302 Gerard Dorst, St. Maartensdijk 145.6 283 Andr. Breure, St. Maartensdijk 127.6 288 C. Steendijk Lz., Stavenisse 129 313 M. Anthonisse, Poortvliet 134.1 284 A. A. Goedegebuure, St. Annaland 121.8 298 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse 144.4 318 J. Moerland, St. Annaland 120.8 280 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk 148.5 250 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk 3 tot 4-jarige met een opbrengst van meer dan 4000 kg I.948 6428 367 330 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer 1546 5998 392 388 Gegr. van Engelen, Oud-Vossemeer 17,6 5421 404 308 Andr. Breure, St. Maartensdijk 1611 5059 407 314 G. D. Dorst, St. Maartensdijk 15,4 5051 4 328 A. P. Geluk, St. Maartensdijk II,8 è873 360 413 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk 1469 4862 317 331 G. D. Kloet, St. Maartensdijk 1424 4685 421 329 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer 1945 4532 353 233 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse 1412 4518 356 320 P. A. Fase, St. Annaland 1447 4312 334 298 P. J. v. d. Slikke, St. Maartensdijk 1697 4310 4 254 A. P. Gluk, St. Maartensdijk 1386 4186 386 302 C. J. Gaakeer, St. Maartensdijk 1392 4009 374 280 P. J. v. d. Slikke, St. Maartensdijk 5-jarige met een opbrengst van meer dan 4500 kg 6500 384 249.6 325 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer 5842 365 213.2 364 J. Moerland, St. Annaland 5698 402 229.1 321 G. D. Kloet, St. Maartensdijk 5097 405 206.4 317 Gebr. van Engelen, Oud-Vossemeer 5004 318 159.1 304 J. Moerland, St. Aannland 4952 375 185.7 331 M. Anthonisse, Poortvliet 4931 367 181 375 P. J. v. d. Slikke, St. Maartensdijk 4866 351 170.8 298 C. Steendijk Lz., Stavenisse 4820 408 196.7 297 Andr. Breure, St. Maartensdijk 4809 350 168.3 333 A. A. Goedegebuure, St. Annaland 4775 366 174.8 273 C. J. Gaakeer, St. Maartensdijk 4708 425 200.1 302 J. A. v. d. Vate, St. Maartensdijk 4632 361 167.2 299 A. A. Goedegebuur, St. Annalanl 4 tot 20.. 1605 1775 1608 1646 1496 1315 1633 1623 1444 1749 1559 1549 5 tot 1616 1836 1752 1764 1476 1641 6-Jarige met een opbrengst van meer dan 5000 kg 6480 363 235.2 401 Gebr. v. d. Vate, St. Maartensdijk 5875 346 203 3 319 Gerard Dorst, St. Maartsendijk 5501 349 192 314 A. A. Goedegebuure, St. Annaland 5274 336 177.2 299 C. Steendijk Lz., Stavenisse 5210 398 207.4 353 M. Anthonisse, Poortvliet 5005 388 194.2 305 M. Anthonisse, Poortvliet Oudere koeien met een opbrengst van meer dan 5500 kg 1795 8724 373 325.4 486 2327 7034 318 223.7 301 1741 6981 381 266 401 1875 6525 422 275.4 348 2425 6499 368 230.2 268 2257 6094 331 201.7 270 1873 5750 313 180 307 C. J. B. Gaakeer, Stavenisse C. J. B. Gaakeer, Stavenisse M. Anthonisse, Poortvliet C. Steendijk Lz., Stavenisse C. J. B. Gaakeer, Stavenisse C. J. B. Gaakeer, Stavenisse C. Steendijk Lz., Stavenisse (Advertentie) Zolang geen knagende kiespijn de mens plaagt, besteedt hij doorgaans weinig aandacht aan zijn gebit. Als het echter eenmaal zo ver is gekomen, ja, dan is geen tandarts goed genoeg om het onheil weer zo snel mogelijk te herstellen. Doordat ons voedsel niet die kwaliteiten bezit, waardoor bijvoorbeeld in het wild levende volksstam men tot op vrij hoge leeftijd 'n gaaf gebit behouden, wordt er in de beschaafde lan den al het mogelijke gedaan om de verzor ging van de tanden en kiezen op hoog peil te brengen. Deze verzorging begint met het geregeld, ja dagelijks poetsen met een goede tandpasta. Onder de vele middelen die voor dit doel worden gebruikt, valt Castella Tandpasta onmiddellijk op. Reeds na één keer borstelen is het verrassend te zien hoe blinkend wit en glanzend deze Castella Tandpasta Uw gebit maakt. Daar bij bevat Castella Tandpasta het element fluor, dat tandbederf (caries) tegengaat. Daarom is het niet alleen voor U, maar in het bijzonder ook voor Uw kinderen van het grootste belang de dag met Castella Tandpasta te beginnen en te eindigen. Een vooropleiding voor lerares N.O. (Nijverheidsonderwijs) aan de Chr. Landbouwhuishoudschool in Middelburg. Bij voldoende deelname zal per 1 Sept. a.s. aan de Chr. Landbouwhuishoudschool in Middelburg de mogelijkheid worden opengesteld een vooropleiding te volgen voor leerares bij het Nijverheidsonderwijs. Tot dusver moest men om de opleiding tot lerares N.O. te gaan volgen in het bezit zijn van een diploma U.L.O., H.B.S. en dergelijke. Sedert enige tijd worden er nu aan en kele huishoudscholen in Nederland proe ven genomen met deze vooropleiding en tot dusver zijn leerkrachten en leerlingen hier over zeer enthousiast. In de kringen van het Nijverheidsonderwijs bestaat de mening, dat de U.L.O.-opleiding niet steeds de ideale vooropleiding is, men vindt deze opleiding onnodig zwaar, de manuale vak ken als naaldvakken, tekenen, stofversie- ren, strijken, zorg en bereiding van de maaltijd, kinderverzorging en opvoedkunde ontbreken helemaal, terwijl niet altijd blijkt dat de van de U.L.O. school afkomstige leraressen altijd de meest geschikte krach ten zijn. Bovendien komt er als bezwaar voor het platteland nog bij dat vele meis jes niet naar de U.L.O. gaan en dus van verdere opleiding tot lerares N.O. versto ken blijven. De proef bestaat uit een 3-jarige voor opleiding, met als basis 2 jaar primaire op leiding aan een huishoud- of landbouw huishoudschool. De vooropleiding borduurt verder op de 2-jarige primaire opleiding. De gang van zaken wordt dan als volgt: 2 jaar primaire opleiding aan een huis houd- of landbouwhuishoudschool; 3 jaar algemeen vormende vooropleiding; 3 jaar leraresopleiding, Yl jaar practijk, na 8J^ jaar Lerares N.O. Tot dusver was dit: 4 jaar U.L.O. plus 1 jaar vormingsklas, plus 3 jaar leraresopleiding plus J2 jaar practijk 8J2 jaar. Het voordeel van bovengenoemde op leiding is nu: men blijft in de sfeer van het huishoudonderwijs (niet uitsluitend verstandelijke ontwikkeling) een samengaan van practische en theoretische arbeid. De onderwijsvernieuwing komt in deze voor opleiding tot uitdrukking, de leerstof is be perkt. Bij deze vooropleiding zal de alge mene vorming gezocht worden in de ont wikkeling van hart, hoofd en hand. Het zelfstandig doen zal bij de vooropleiding meer tot zijn recht komen, er wordt bijv. met „taken" gewerkt. In aanmerking komen begaafde meisjes die hiervoor ambitie hebben. Uitgangspunt is: getuigschrift 2-jarige in dustrie/huishoud- of landbouwhuishoud school. Is deze vooropleiding alleen bedoeld voor meisjes uit de omgeving van Middelburg 1 Zeker niet. Voor geheel Zeeland, ja zelfs voor het Zuid-Westelijk deel van Neder land. Zo worden ook meisjes verwacht uit West-Brabant, Zuid-Hollandse eilanden enz. Dit houdt in dat een gedeelte der leer lingen intern zal zijn. Er wordt voor ge zorgd, dat deze leerlingen ondergebracht worden in gezinnen tegen een gereduceerd kostgeld. Het schoolgeld wordt geheven volgens progressieve regeling (maximum 150, per jaar). Er worden reeds proeven genomen op een school in Rotterdam, Den Haag, Amster dam, Assen, Eindhoven en Steenwijkerwold. Ook in Utrecht zal per 1 September a.s. met deze proef begonnen worden. Middelburg vormt een mooi centrum, bo vendien is het geen grote stad met alle ge varen en bezwaren daaraan verbonden. Een Nijverheidsacte is een kostelijk be zit, de vooropleiding in Middelburg legt de loopplank uit ter verkrijging van dit bezit. Begaafde meisjes die hiervoor ambitie hebben worden verzocht zich spoedig te melden aan het Bestuur der School, Boude- wijn de Wittestraat 11 te Goes (tel. 2574) of bij de Directrice, Noordbolwerk 35 te Middelburg (tel. 3674). Op deze adressen worden gaarne nadere inlichtingen verstrekt terwijl ook de Direc trices van de Industrie- Huishoud- en Land- bouwhuishoudscholen U inlichtingen kunnen verschaffen. BURGERLIJKE STAND over de maand Februari 1952 Geboren: 1 Febr.: Catharina Huberdina, dt. van F. D. van der Klooster en N. A. Scherpe- nisse. 4 Febr.: Pieter Jacob, zn. van A. J. Groenewege en C. A. Blok. 6 Febr.: Laura Megaliena, dt. van A. J. van Riet en A. Hgrtgg. 8 Febr.: Maria Tona, dt. van A. D. Dane en H. W. Kwaak. 9 Febr.: Jacob, zn. van P. A. Moerland en J. M. van den Berge. 8 Febr.: Cornelis Pieter zn. van A. A. op den Brouw eó M. Hartog. 2.0 Febr.: Adriana Neeltje, dt. van J. de Jonge en E. H. de Haan. 27 Febr.: Maria Johanna, dt. van P. Over- beeke en E. N. van Zetten. Ondertrouwd: 21 Febr.: P. Suurland, 23 jr. wonende te Scherpenisse en C. L. Pot., 17 jr. wonende alhier. Huwelijken: Geen. Overleden: 2eFebr.: Pieter de Zwarte, 72 jr. echt genoot van P. Oudesuijs. 10 Febr,: Andries van den Hoek, 82 jr. weouwnaar van J. Kloet. 22 Febr.: Jacob Andreas Scherpenisse, 70 jr. weduwnaar van A. Kloet. De EDELE huidgenezer geneest en veredelt de huid over de maand Maart 1952 Geboren: 2 Maart: Jozina Pieternella, dt. van H. P. Praat en J. C. Poot. 4 Maart: Cornelia Pieternella, dt. van P. van 't Hof en van J. van Burgh. 6 Maart: Tanna Adriana Johanna, dt. van J. M. van der Rhee en J. A. Soeters. 13 Maart: Willem Marius, zn. van D. A. Dane en M. Leendertse. 14 Maart: Gerard, zn. van D. C. Kaas hoek en D. M. van Zetten. 22 Maart: Leendert Cornelis, zn. van C. Menheere en M. Zwagemaker. Ondertrouwd: 12 Maart: J. Nelisse, 23 jr. en C. A. Oudesluijs, 37 jr. beide wonende alhier. 20 Maart: M. Janse, 45 jr. en A. M. Bentschap Knook, 38 jr. beide won. alhier. 20 Maart: D. F. Bentschap Knook, 24 jr. en H. C. A. Voshol, 20 jr. beide wonende alhier. 20 Maart: J. Vroegop, 24 jr. wonende te Scherpenisse en M. op den Brouw, 23 jr. wonende alhier. 6 Maart: P. Suurland, 23 jr. wonende te Scherpenisse en C. L. Pot, 17 jr. wonende alhier. 27 Maart: J. Nelisse, 23 jr. en C. A. Oudesluijs, 37 jr. beide wonende alhier. Overleden: 21 Maart: Jacob van Dijke, 75 jr. echt genoot van A. C. Coomans. 26 Maart: Adriaan Lindhout, 82 jr. zn. van C. Lindhout en van C. van Iwaarden. over de maand April 1952 Geboren: 6 April: Leendert, zn. van G. H. Polder man en K. Slager. 8 April:- Christiaan Cornelis, zn. van P. Kaat en M. J. Bijl. 10 April: Cornelis, zn. van A. Oostdijk en H. van Iwaarden. 22 April: Leendert Hendrik, zn. van P. J. Andriesse en M. Stouten. 24 April: Adriaan Jan, zn. van A. J. van IJsseldijk en J. Goudzwaard. 28 April: Maatje Willemina, dt. van C. A. Slager en P. H. Lindhout. Ondertrouwd: 12 April: D. Jeroense, 21 jr. wonende te Poortvliet en A. J. Bos, 21 jr. won. alhier. 17 April: A. J. Kruf, 24 jr. wonende te Halsteren en C. M. Huiszoon, 21 jr. won. alhier. 17 April: C. -J. de Graaf, 26 jr. en W. van Hemert, 27 jr. beide won. alhier. 17 April: E. M. Snoep, 22 jr. wonende te St. Annaland en J. W. Reeders, 21 jr. wonende alhier. 18 April: A. Geldhof, 29 jr. en C. J. Polderman,' 25 jr. beide wonende alhier. 24 April: J. L. Koopman, 33 jr. en W. Quaak, 29 jr. beide wonende alhier. 24 April: W. J. Poot, 27 jr. wonende te St. Annaland en H. J. Lindhout 21 jr. wonende alhier. Huwelijken: 3 April: D. F. Bentschap Knook, 24 jr. en H. C. A. Voshol, 20 jr. beide wondende alhier. 3 April: M. Janse, 45 jr. en A. M. Bent schap Knook, 38 jr. beide wonende alhier. 10 April: J. Vroepop, 24 jr. wonende te Scherpenisse en M. op den Brouw, 23 jr. wonende alhier. Overleden: 10 April: Dingenus Willem Kloet, 19 jr. zn. van J. P. Kloet en G. M. C. Dorst. 12 April: Adriana Plona Blok, 91 jr. weduwe van N. J. Bierens. U zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. Elke dag moet uw lever een liter gal in uw ingewanden doen stromen, anders verteert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPILLETJES om die liter gal op te wekken en uw spijsvertering en stoel gang op natuurlijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht middel, onovertroffen om de gal te doen stromen. Eist Carter's Leverpilletjes. door H. VAN NORG (18) Een aantal van de huurlingen drong de woning binnen. Ze vonden echter tot hun verbazing de ver trekken doods en verlaten. En zware stappen klonken hol in de van meubels ontblootte woonkamer. Ook de stal vonden ze leeg. Zelfs geen hoen scharrelde meer in de mest of op het erf. Alleen een paar opgeschrikte ratten repten zich om hun beschermende holen op te zoeken. De hoofdman van de troep was razend. Er was natuurlijk verraad gepleegd, meende hij. Hij vermoedde, dat de inventaris van de boerderij bij de boeren was ondergebracht, maar ze bij dezen op te vorderen dorst hij toch niet. Hij wist, wat het betekende, als een heel dorp zich tegen een requirerende troep keerde. Boven dien had hij voor een dergelijke handeling geen vol machten. Hij zou Rooie Willem wel op een andere wijze gevoelig straffen. Nogmaals werd de woning, en nu in alle hoeken en gaten onderzocht. Het resultaat bleef hetzelfde; nergens een spoor van de vroegere bewoners. En er was ook niets meer te roven. Zelfs geen kip. De bevelhebber beval thans om de hoeve van twee kanten tegelijk in brand te steken. Zijn mannen be ijverden zich om stro aan te dragen. Het duurde slechts enkele minuten of de vlammen lekten reeds aan de naald van het dak. Het vuur vond prachtig voedsel in het droge riet van het dak, het opgetaste stro, de oude in-droge balken, de zolder betimmering, het bintwerk en de schuttingen van de binnenbetimmering. Na een kwartier was de hoeve één vuurzee geworden. Brokken brandend dak stortten naar beneden, grote massa's vonken de lucht in jagende. Op de weg, op een eerbiedige afstand, stonden grote groepen van dorpelingen het toneel der vernietiging te aanschouwen. Na een goed half uur was er van de hoeve niets meer over dan een rokende en smeulende ruïne. En de huurlingen verlieten slechts half voldaan het terrein der verwoesting. Troepjes boeren dwaalden later om en door de puin hopen, met ernstige gezichten het geval besprekend. Ze begrepen nu, dat Hanna wel had geweten, wat er had gedreigd. Hoofdstuk 10 In Pakkeveen en Haule Folkert waagde het om het ouderlijk huis eens op te zoeken. Hij wilde zijn vader en moeder, zijn broers en zusters niet langer in ongerustheid laten en zijn ver langen naar hen was tevens groot. Moeder viel hem schreiend om de hals, toen hij de drempel overschreed. „Folkert, mijn jongen, wat heb ben we een angst om je uitgestaan. We vreesden al, dat je verongelukt was." Op zijn vader en zijn oudste broer na waren de leden der familie in of bij het kleine huis aanwezig. De jon geren, die buiten waren, snelden direct juichend naar binnen, toen ze Folkert gewaar werden. „Folkert, mijn jongen, hoe is het toch Heb je misschien honger vroeg moeder bezorgd. De jongeman lachte. „Ik heb het nog nooit zo goed gehad. We eten en drinken, wat ons hart begeert." De jongste spruiten zagen hun oudere broer aan, alsof hij een wondermens was geworden. Moeder zette een dochtertje voor elk der ramen. Ze moesten uitkijken, of er ook onraad was. Want reeds tweemaal waren er soldaten geweest om naar Folkert te zoeken. „Waar zijn vader en Johannes, moeder?" vroeg de jonge scheper. „Ze hoeden nu de schapen in jouw plaats." Folkert zette een van biezen gevlochten tas op de tafel. Ze was gevuld met veldeieren. „Voor mijn kleine broertjes en zusjes," zei hij. De kleinsten bepaalden hun aandacht nu meer aan de eieren. Deze werden voorzichtig op de tafel gelegd en al gauw begon er een gekibbel over de verdeling. Moeder zei: „En Folkert, jongen, vertel nu eens, hoe het gegaan is." De jonge scheper vertelde nu omstandig, hoe hij schapen naar Norg moest drijven voor de Geldersen; hoe hij één van hen had gedood en hoe hij Rooie Willem had gevonden. „Dus jij hebt die soldaat doodgeslagen, Folkert Verschrikkelijk," meende Anna, zijn oudste zuster. „We hebben nog gedacht, dat Rooie Willem het ge daan had. Je moest je schamen." „Moeten we ons dan alles laten welgevallen Die rovers hebben in Friesland niets te maken," zeide Folkert nijdig. „Was die vent goed dood, Folkert?" vroeg een der jongste broertjes belangstellend. „Stil, kinderen, over dergelijke dingen mogen jullie niet spreken," berispte moeder." „Ik blijf het vreselijk vinden," zei Anna vinnig; „mijn broer een moordenaar (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1952 | | pagina 5