WEEKBLAD VOOR HET EILOND THOLEN EN ST. FILIPSLflHO
Burgerlijke Verdediging*
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
COMMENTAAR.
Het Parlementair Overzicht
Grondwet in de branding.
Minister Beel kreeg het zwaar te verduren.
UITBREIDING
TWEEDE KAMER
De Internationale Weerberichtendienst.
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
8e Jaargang No. 15
22 Februari 1952
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.20 per
kwartaal franco p.p. ƒ1.45
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter -Minimum ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Bijna een hele week heeft de
Tweede Kamer zich bezig gehouden
met de voorstellen van de Regering'
om de grondwet te wijzigen. Een
grondwetswijziging is altijd een tere
zaak in ons Parlement, omdat het
hier gaat om onze hoogste nationale
wet. Die wet kan men niet zomaar
veranderen; daarvoor is een aparte
procedure nodig. Zij wordt twee
maal besproken. Eerst een keer door
de Tweede en Eerste Kamer, die de
veranderingen kunnen aanbrengen
met gewone meerderheid van stem
men en dan later nog een maal, maar
dan is tweederde van het aantal uit
gebrachte stemmen nodig. Intussen
zijn echter de beide Kamers ont
bonden en is meestal een nieuw
Kabinet geformeerd, dat dan de
tweede lezing van de wijzigingen
moet verdedigen. Men ziet, onze
Grondwet wordt wel als zeer ge
wichtig beschouwd.
Men zal dus begrijpen, dat er niet
gemakkelijk veranderingen in zijn
aan te brengen. Dat heeft de huidige
Regering weer ondervonden. Het
eerste voorstel werd nl. direct ver
worpen. Dit bepaalde, dat de
tweede lezing niet meer zou ge
schieden door de Tweede en de
Eerste Kamer, maar door een speci
aal in te stellen grondwetskamer.
De Regering hoopte, dat hierdoor de
belangstelling van het volk voor
deze wijzigingen vergroot zou wor
den. Want die grondwetskamer
wordt alleen ingesteld om de grond
wet in tweede instantie te beoor
delen, waarna zij weer wordt ont
bonden. Het is duidelijk, dat dan de
aard van de wijzigingen in het mid
delpunt der belangstelling staat.
Zullen de meeste mensen echter
anders gaan stemmen dan bij nor
male verkiezingen Dat was de
grote vraag, die het debat beheerste.
De tegenstanders, de a.r., c.h. en een
groot deel van de p.v.d.a., alsmede
de communisten, waren deze mening
niet toegedaan. Zij stonden op het
standpunt, dat men meestal een
partij kiest. En de partijen zullen de
verkiezingsstrijd om de grondwets-
Jkamer beheersen. Trouwens vele
Kamerleden zullen ook in die Kamer
zitting krijgen. Zij waren dus van
oordeel, dat er niet al te veel zal
veranderen. Een overtuigd a.r.
om maar een voorbeeld te noemen;
voor andere partijen gaat dit ook
op zal toch op zijn partij blijven
stemmen. Ook al is hij het misschien
op een bepaald punt niet eens met
de zienswijze van de fractie. Er
werden verschillende amendementen
ingediend om iets aan de situatie te
veranderen. De Heer Tilanus (c.h.)
wenste bijv. de grondwetskamer af
te schaffen. Daarvoor in de plaats
wilde hij de tweede lezing opdragen
aan de verenigde vergadering van
de Staten-Generaal. Dit amende
ment sneuvelde echter, zoals alle
andere amendementen. Het belang
rijkste werd ingediend door de soci
alisten. Zij wilden beide mogelijk
heden openhouden. Ten eerste: de
huidige methode en ten tweede; het
voorstel van de Regering.
Dit zou betekenen, dat bij iedere
grondwetswijziging een debat zou
moeten worden gevoerd of de twee
de lezing door de Staten-Generaal
zal geschieden of door de grond
wetskamer. Toen dit amendement
werd verworpen, stemden de soci-
listen tegen het wetsontwerp, waar
door het reeds in eerste instantie
van de baan was. Slechts de soci
alisten v. d. Goes van Naters en
Goedhart, alsmede de k.v.p. en de
v.v.d. bleken de bezwaren van het
merendeel der Kamer niet te onder
schrijven. De Regering had nog een
belangrijk argument voor dit ont
werp, nl. dat de grondwet nu ge
wijzigd kon worden zonder dat er
een ontbinding van de Kamers zou
plaats vinden. Nu wacht men meestal
op het einde van een parlementaire
periode. Dan moeten er toch ver
kiezingen worden gehouden, maar
dat zou niet meer nodig zijn. De
Kamer ging voor dit zwaarwichtige
argument niet opzij. Liever had zij
een tijssentijdse ontbinding, dan
onmondig te worden verklaard als
het gaat om grondwetswijzigingen.
Dit eerste voorstel was dus reeds
een pijnlijke nederlaag voor de
Regering.
Het tweede wetsontwerp was niet
veel beter. Weliswaar werd in
eerste lezing een meerderheid be
haald doch het stond vast, dat de
Regering in tweede instantie niet de
vereiste tweederde zou halen. Dit
ging over ,,de nieuwe Rechtsorde".
De bedoeling was om onze ver
houding met Indonesië aan te pas
sen aan de huidige ontwikkeling en
dus alle verouderde passages uit de
grondwet te verwijderen. Er ont
brandde een hevige strijd, zoals we
die zo vaak gezien hebben bij de
Indonesische kwestie. Het is nl. zo,
dat in onze huidige grondwet ver
schillende bepalingen staan, die aan
geven aan welke voorwaarden de
Republiek Indonesië moet voldoen.
Bepalingen, die later zijn overge
nomen in het Unie-Statuut. De Re
gering wilde deze omschrijvingen nu
laten vallen, omdat het Unie-Statuut
wel voldoende is. Men wilde dus,
zoals de Heer Gerbrandy (a.r.) het
uitdrukte, de grondwet onder het
Unie-Statuut uittrekken. Daartegen
had hij ernstig bezwaar omdat aan
verschillende voorwaarden nog niet
is voldaan, b.v. wat de opbouw van
de Indonesische staat en het zelf
beschikkingsrecht betreft. Die be
palingen zijn nog niet uitgewerkt.
De Heer Oud (v.v.d.) en ook de
Heer Tilanus (c.h.) konden deze
inzichten wel delen. En zo kon het
gebeuren, dat de Regering weer
steunde op de oude Rooms-rode
coalitie, een meerderheid, die echter
in tweede lezing niet tweederde van
het aantal stemmen zal behalen. In
de nieuwe grondwet wordt ook ge
sproken over „Nederlands-Nieuw-
Guinea". Daartegen hadden de soci
alisten ernstig bezwaar omdat we
daardoor boven op de gevoelige
tenen van de Indonesiërs staan. Zij
zochten en vonden dan ook een
vagere omschrijving, die echter reso
luut door de rest van de Kamer
werd afgewezen.
De c.h.u. en een deel van de v.v.d.
hadden er bezwaar tegen om de
Tweede Kamer uit te breiden van
100 tot 150 man, en de Eerste met
25 tot 75 man. Eerstgenoemde frac
tie was van oordeel, dat dit te veel
geld zou kosten en bovendien, dat
de Kamer het werk nog wel afkon.
De overige fracties dachten daar
anders over. Vooral zij, die vele
afgevaardigden moeten leveren voor
internationaal werk. De grote frac
ties in de Kamer stelden zich op het
standpunt, dat zij de kleinere moes
ten helpen. Zij waren dus voor het
ontwerp van de Regering. Een ding
stond vast. Zowel voor- als tegen
standers waren van oordeel, dat ons
Parlement niet bevolkt moet worden
door beroepspolitici, maar door
mensen, die nog midden in het
maatschappelijk leven staan. Daar
door wordt de band met het volk
het best bewaard. Wat de uitbrei
ding van de Eerste Kamer betreft,
was het alleen de c.h.u., die daar
tegen grote bezwaren had. Een deel
der v.v.d. zou ook niet voorstemmen
omdat dit de uitbreiding van de
Tweede Kamer persé wenste te
koppelen aan die der Eerste-Kamer.
Een mening, die door de anderen
niet werd gedeeld. Zowel de k.v.p.
als de p.v.d.a. zullen in eerste in
stantie voorstemmen, omdat zij het
oordeel van de Eerste Kamer zelf
willen horen. Dat kan natuurlijk niet
als zij het wetsontwerp verwerpen.
Zij gaven zich dus nog niet bloot
hoe zij in tweede lezing hun stem
zullen uitbrengen.
De verlaging van het passief kies
recht tot 23 jaar ontmoette tegen
stand bij de c.h., a.r., en de Heer
Weiter. Zij vonden mensen van 23
te jong om lid te kunnen zijn van
Gemeenteraad, Prov. Staten en
Tweede Kamer. Voor de Eerste
Kamer blijft de leeftijd van 30 jaar
gehandhaafd. De andere partijen
deelden dit standpunt niet. Zij wa
ren onder de indruk van het élan
der jeugd en zij wezen er op, dat het
in de geschiedenis is voorgekomen
dat een Engelsman reeds op 25-
jarige leeftijd Minister-President
was. En dat was nog een goede ook!
Daarom waren zij van mening, dat
men niet moet vasthouden aan de
leeftijd van 30 jaar voor de Tweede
Kamer. De partijbesturen zullen al
tijd in de gelegenheid blijven om te
bekijken of een jongmens van 23
inderdaad geschikt is om het eer
biedwaardige armbt van Kamerlid
te vervullen.
Op deze debatten, die we helaas
in grote trekken hebben moeten
weergeven, komen we later nog wel
eens terug. Intussen is de Kamer
weer met haar normale werkzaam
heden verder gegaan. Zo stonden
deze week o.a. nog op het program
ma twee interpellaties over de werk-
gelegenheidspolitiek, waarbij alle
vraagstukken ter sprake kwamen,
die verband houden met het werk
loosheidsprobleem.
(Nadruk verboden).
WANNEER NAAR SCHOOL
De Thoolse vereniging van Bur
gemeesters, Secretarissen en Ont
vangers beter bekend als „B. S.
6 O." beperkte haar activiteit
niet tot de ongetwijfeld zeer nutti
ge besprekingen over de gezamenlij
ke administratieve problemen. Een
en andermaal plaats.te deze vereni
ging zich in het middelpunt van de
belangstelling. In de eerste plaats
haar stimulans tot invoering van de
Zondagsbusdienst en daarna de
gemeenschappelijke regeling school-
tandverzorging.
Men kan tegen deze vereniging
een vooroordeel hebben en het
vooral met de wijze hoe een en an
der tot stand is gekomen niet eens
zijn, vast staat dat de activiteit naar
buiten nut heeft afgeworpen. Zo
heeft de zondagsbusdienst vele
stemmen in beroering gebracht,
maar nü moet voor- en tegenstan
der erkennen, dat daarvan veel ge
bruik wordt gemaakt. De Thoolse
patiënt is dankbaar, dat er voor zijn
vrouw, oude vader of moeder ge
legenheid is op een voor ieder be
reikbare gelegenheid naar het zie
kenhuis te komen. Voorheen wa
ren die mensen, die niet meer per
fiets kunnen, op een taxi aangewe
zen of konden thuisblijven. En over
dat laatste kan men makkelijk pra
ten, wanneer men nooit in een zie
kenhuis lag. Uitsluitend voor zie
kenbezoek en dat was toch de
opzet heeft deze busdienst veler
sympathie.
De gemeenschappelijk schooltand-
verzorging, die overigens wat stroef
loopt, daar men om financiële rede
nen moest beginnen met alleen de
eerste klas in te schakelen, is even
eens een nuttige instelling. Wel
blijft het voor ons een vraag of bei
de kwesties met de nodige zorg
en bij bevoegde instanties zijn voor
bereid. De o.i. in de eerste plaats in
aanmerking komende instanties
werden gepasseerd en direct maar
van bovenaf een regeling gemaakt,
die men kon accepteren of niet. Zo
leverde het ontwerp gemeenschap
pelijke schooltandverzorging nogal
moeilijkheden op. Ingrijpende amen
dementen, zoals in Poortvliet en
Oud-Vossemeer naar voren kwa
men, werden practisch terzijde ge
legd.
In deze laatste mening worden
we versterkt, nu B. S. O. opnieuw
een voorstel heeft gedaan, dat niet
als een interne kwestie kan worden
beschouwd. Wanneer we dat voor
stel becritiseren doen we dat niet
met een vooroordeel tegenover die
vereniging, wat uit bovenstaande
inleiding wel blijkt.
Wel is ons eerste bezwaar hier
weer, dat ,,B. S. O." niet eerst
voeling hield met de terzake prac
tisch" deskundigen, maar weer aan
stuurt op een regeling, die van bo
ven af zal worden opgelegd. Laten
we die kwestie uit de doeken doen.
Wij vernemen dat B. S. O. een
voorstel heeft ingediend bij de In
specteur van het Lager Onderwijs
om de toelating tot de lagere
scholen van April naar September
te verschuiven in die gemeenten op
ons eiland waar dat nog niet het ge
val is. (Alleen Tholen heeft Sep
tember). De Inspecteur schijnt hier
voor te voelen. De gemeentebestu
ren polsen nu op hun beurt weer de
hoofdonderwijzers.
Geen wonder dus, dat dit feitelijk
in besloten zitting gedaan voorstel
van B. S. O., nadat het zoveel
kennissen kreeg, ook de redactie ter
ore kwam. In feite is deze kwestie
dus niet openbaar en geven we dit
commentaar slechts aarzelend, daar
we de beweegredenen, die tot dit
voorstel hebben geleid nu slechts
kunnen vermoeden. Aan de andere
kant is het echter zo, dat het mos
terd na de maaltijd is, wanneer we
zo'n regeling gaan becritiseren,
wanneer die al tot stand is geko
men.
En het door B. S. O. gedane
voorstel brengt ons inziens meer na-
dan voordelen.
We vermoeden, dat die vereni
ging het als een groot voordeel ziet,
dat het einde van de lagere school-
cursus voor degenen, die de studie
voortzetten, zodanig valt, dat direct
op die voortgezette studie kan wor
den overgeschakeld. Dus in Septem
ber van de lagere school en bijna
direct over naar U.L.O. of H.B.S.
Dat betekent een jaar winst, zegt
B. S. O. zeer waarschijnlijk.
Maar is dat werkelijk zo in de
practijk. Wanneer men vanaf de 6e
klas rechtstreeks naar het voortge
zet onderwijs gaat is het de normale
leerling niet mogelijk om zich naast
datgene wat hem in de zesde klas
wordt bijgebracht ook nog te gaan
voorbereiden voor het uitgebreid
of hoger onderwijs. En juist zo'n
voorbereiding, thans mogelijk van
April tot eind Juli, (daarna begint
de vacantie) is van zoveel beteke
nis, dat het wel eens een jaar winst
kon betekenen inplaats van verlies.
Zo menen wij dus, dat het voordeel
de winst voor de verder stu
derenden door overgang in Septem
ber maar zeer dubieus is. En daar
tegenover staat een groot nadeel.
Niet in de eerste plaats omdat de
thans op school gaande leerlingen
5 maanden langer op school moeten
blijven, maar bovendien heeft B. S.
6 O. ons inziens alleen rekening ge
houden met die 10% en dat is
ruim genomen -die verder stu
deert. En de 90 leerlingen, die
dat niet doen, zijn schijnbaar ver
geten. Immers, van deze negentig
procent gaat het grootste gedeelte
in de landbouw. En die zullen dan
in September van school komen. De
tijd dat het werk van dat jaar op
het land naar het eind spoedt en
men zeker geen kans krijgt nog
werk te vinden bij een boer. Die ne
gentig procent kan beginnen met
leeglopen tot het voorjaar, derft een
half jaar loon en zal er, moreel ze
ker niet op vooruit gaan, wanneer
ze direct tot niets doen is gedoemd.
Daarom vragen wij ons af B. S.
O.: weegt U het dubieuze voor
deel van overgang in September
eens af tegen dat grote nadeel. Een
nadeel dat er juist aan verbonden
is voor de grootste categorie van
onze agrarische bevolking.
Misschien ziet U meer voordelen.
Prachtig. We staren ons niet blind
op de door ons gelanceerde mening.
En zijn vatbaar voor overtuiging,
als onze mening verkeerd is.
Wel menen we vast te kunnen
houden aan ons bezwaar, dat dit
voorstel beter eerst met de „prac
tisch deskundigen" en dat zijn naar
onze mening hoofdonderwijzers, be
sproken had kunnen worden.
In de Thoolse Raadszaal werd Vrijdag
jl. de eerste openbare bijeenkomst gehou
den door de Kringraad Z 5 der Burgerlijke
Verdediging Eiland Tholen. De begroting
werd vastgesteld op een totaal bedrag van
f7861,waarin een tekort van f875,
De instructie werd vastgesteld voor het
Hoofd van deze dienst. Als zodanig werd
benoemd de heer F. J. v. d. Peijl te Tho
len, terwijl als wnd. hoofd zal optreden de
heer A. F. Goedemondt. Daarmee was deze
openbare bijeenkomst geëindigd.
In het kort willen we echter nog wijzen
op de aard en het doel der burgerlijke
verdediging.
Vóór onze tijd werd de vreedzame burger
niet bij het oorlogsgeweld betrokken of het
moest zijn, dat hij juist op of om het ge
vechtsterrein woonde. Burgers achter de
frontlijnen wisten haast niet dat het oorlog
was. Dat is met de intrede van het vlieg
tuig als oorlogswapen evenwel radicaal ver
anderd. Door bom-aanvallen kan dood en
verderf gezaaid worden achter de frontlij
nen. De laatste wereldoorlog heeft zulks
smartelijk bewezen.
Zo dreigen er in de moderne oorlog dus
twee gevaren, waarmee de burger te maken
heeft. Ten eerste het gevaar voor de bur
ger zelf door bomaanvallen en ten tweede
het gevaar van een ontwricht economisch
leven, waardoor het de eigen partij aan het
front onmogelijk wordt gemaakt de oorlog
voort te zetten.
Een leger kan nu eenmaal niet strijden
zonder aanvoer van het nodige materiaal,
voedsel, enz. En daarom blijft het in de
huidige tijd niet tot de noodzakelijke vor
ming van Land- Zee- en Luchtmacht, maar
moet men het even noodzakelijke „thuis
front" inschakelen.
Dit thuisfront heeft 2 taken: een mili
taire en een burgerlijke. De eerste taak om
vat de garantie voor het strijdende leger,
dat de rust in het achterland en de bevei
liging der verbindingswegen bewaart blij
ven. Denk aan de Nat. Reserve.
De burgerlijke taak is bestemd voor de
Burgerlijke Verdediging, nl. om de bevol
king te beschermen tegen morele, materiële
en lichamelijke dreigingen van het oorlogs
geweld. Dit komt in hoofdzaak neer op be
scherming tegen luchtaanvallen, dus zeker
een snelle hulpverlening (brandweer, rode
kruis, enz.)
Begrijpelijk moet daartoe een organisatie
wórden opgebouwd, die deze hulpverle
ningsdiensten omvat op elk gebied; zoals
genoemd: brandweer, geneeskundige hulp,
vluchtelingenzorg, wederopbouw, enz.
Eén vrijwillige dienst, omdat beroepsper-
soneel ons land schatten geld zou kosten.
Wanneer men dus straks een beroep op
U doet werk dan mee om... Uzelf te be
schermen.
Ook weerberichten van achter het IJzeren Gordijn.
(Van onze weerkundige medewerker)
In dit artikel willen wij een tipje van de
sluier der Internationale Weerberichten-
dienst oplichten, om te zien hoe men op het
K.N.M.I. te De Bilt aan al de weerberichten
komt, zowel uit Europa als uit Amerika en
Noord-Afrika. Het stelsel der weerbericht-
geving omvat eigenlijk de gehele wereld,
maar wij willen ons beperken bij die ge
bieden, welke voor ons van belang zijn.
Behalve in ons land worden er ook in alle
andere landen op hetzelfde tijdstip waar-
Dr. R. C. Renes, Oud-Vossemeer,
Tel 19
Dr. H. Menger, St. Filipsland,
Tel. 20
nemingen van de weerstoestand gedaan, zo
dat men als het ware ieder ogenblik een
momentopname van het weersverloop krijgt.
Nu heeft het vanzelfsprekend geen zin, dat
men b.v. van Engeland een weerbericht
krijgt, zoals aldaar de toestand enkele uren
terug was, daar een snelle regenstoring
dan nog eerder ons land zou hebben be
reikt dan het weerbericht, dat door wind
richting, barometerstand enz. deze verslech
tering moet aankondigen. Er heeft dan ook
dag en nacht een internationale uitwisse
ling van weerberichten plaats. Elk land ver
zamelt eerst de berichten van zijn eigen
gebied in ons land De Bilt in België
te Ukkel, in Denemarken te Kopenhagen
enz. Wanneer de hoofdstations van elk land
hun berichten binnen hebben (dit binnen 10
minuten na de waarneming) worden ze
in de meeste gevallen per telex doorge
geven aan een Centraal Station. Voor N.
W. Europa is het Dunstable in Engeland,
waar men al de berichten verzamelt van
Engeland, Ierland, Noorwegen, Zweden,
IJsland, Groenland, alsmede een serie be
richten uit Noord-Amerika en van schepen,
die waarnemingen doen op de oceaan. In
morse worden deze berichten dan weer uit
gezonden, zodat een ieder die er belang
bij heeft, deze kan opnemen, al is hiervoor
behalve kennis van het nemen der morse
tekens, ook kennis nodig van de uitgezon
den weercodes, welke allemaal uit cijfers
bestaan. Het K.N.M.I. te De Bilt is be
halve met Engeland, ook met Parijs, Brus
sel en Frankfort aangesloten op een telex-
net. Een aantal telexmachines staat in De
Bilt dan ook uur in uur uit, dag in dag
uit te ratelen en spuwt als het ware weer
berichten, zodat men steeds actueel van het
weersverloop op de hoogte blijft. Deze
berichten worden dan in weerkaarten ge
tekend. Elk bericht begint met drie cijfers,
die de plaats aanduiden, b.v. 077 is Stock
holm, 180 Kopenhagen, 147 Hamburg enz.
Via de draadloze telegrafie worden de
berichten van ons land, Duitsland enz. ver
zameld door Parijs en uitgezonden via de
zender (FRE oproepletters, Parijs-Eiffel-
toren). Om de drie uur, nl. om 3, 6, 9,
12, 15, 18, 21 en 's nachts 12 uur, wor
den er van deze berichten in De Bilt weer
kaarten getekend. Wanneer U nu b.v. van
één dag alle kaarten op een rij ziet lig
gen (totaal 8 stuks) dan krijgt U juist als
met een filmband een verloop te zien, waar
uit men dan na diverse berekeningen, ver
gelijkingen enz. uiteindelijk een weersver
wachting kan opstellen.
Hoewel Rusland het „IJzeren Gordijn zo
veel mogelijk gesloten tracht te houden, zal
het U verwonderen, dat men voor de uit
wisseling van weerberichten toch nog een
kiertje heeft opengelaten, want ook het K.
N. M. I. ontvangt vrij regelmatig alle be
richten aangaande het weer van Leningrad,
Moskou tot van achter de Oeral toe. Het is
Moskou dat deze berichten verzamelt, ook
die van Finland, Europees Rusland, Polen
en de andere Balkan-landen.
Deze berichten zendt Moskou uit (roep
letters RAN). In De Bilt stromen de weer
berichten van achter het IJzeren Gordijn
via de telex binnen, welke is aangesloten op
het verzamelstation Rhein-Main te Frank
fort.
Dat Rusland hieraan blijft meedoen, is
voor een groot deel eigen belang, want daar
het ook alle berichten van Europa, de
oceaan enz. terug ontvangt, kan het ook
tijdig vanuit het westen een depressie zien
aankomen. Vooral in de winter zijn de be
richten uit Rusland voor de West-Europese
Meteorologen van groot belang, daar men
anders een grote kans liep door een flinke
vorstperiode te worden overvallen, terwijl
men die nu al vanaf Siberië kan volgen en
hiervoor nu tijdig kan waarschuwen.
Alle stations, ook in ons land, zijn dus
een onderdeel van één der grootste interna
tionale organisaties, want met berichten al
leen uit eigen land zou het opstellen van een
weersverwachting, die 24 uur geldig is, on
mogelijk zijn.
(Nadruk verboden). JHP.
PAK EVEN UW ZAKBOEKJE
In deze rubriek worden bijeenkomsten
gratis aangekondigd, met het doel om de
verenigingen in de gelegenheid te stellen
haar bijeenkomsten zo vast te stellen, dat
men geen of zo weinig mogelijk „last" van
elkander heeft.
Men make ze dus zo vroegtijdig mogelijk
bekend, eventueel aan onze correspondenten
zodat deze rubriek aan zijn doel kan be
antwoorden.
THOLEN:
28 Febr.: Ned. Christ. Landarbeidersbond
20-jarig bestaan.
29 Febr.: Verg. Chr. Kleuterschool.
OUD-VOSSEMEER
1 Maart: Jaarvergadering Ver. v. Zieken-
huisverpleging „Tholen en St.
Filipsland.
19 Juli: Wielerronde voor amateurs en
nieuwelingen.