WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND
Electriciteit wordt te duur
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
Land- Tuinbouw en Veeteelt
Vaagheid van Minister Peters
Kinderbijslag kleine zelfstandigen
is geen succes
Verhoging met een kwart niet noodzakelijk
8e Jaargang No. 5
14 December 1951
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.10 per
kwartaal franco p.p. 1.35
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden ƒ1.00, elk woord meer ƒ0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Minister Peters heeft in de Tweede
Kamer niet willen verklaren, dat de
Regering onder alle omstandigheden
de - souvereiniteit over Nieuw-
Guinea zal handhaven. Op zo'n ver
klaring hadden vooral de Heren
v. d. Wetering (c.h.), Meijerink
(a.r.), Vonk (v.v.d.) en Weiter
aangedrongen. Tevergeefs dus.
De bewindsman sprak in raadse
len. Hij vertelde, dat de Regering
haar oorspronkelijk standpunt nog
handhaaft, maar dat zij dit nu niet
wilde herhalen, want dat zou de
conferentie met de Indonesische de
legatie bemoeilijken. Eén ding stond
voor de Minister vast, nl. dat het
gesprek over de wijziging van het
Uniestatuut niet gekoppeld mag
worden aan besprekingen omtrent
de status van Nieuw-Guinea. Op
de te houden conferentie zullen
beide problemen ter sprake worden
gebracht, maar zij worden dus apart
behandeld, omdat zij volgens Neder
land geen verband met elkaar hou
den. Wij geloven vooralsnog niet,
dat de vaagheid van de Regering
een reden is om aan te nemen, dat zij
niet meer zo veel prijs stelt op
Nieuw-Guinea. Zij zit echter weer
eens in een moeilijk parket. Zegt de
Regering zonder meer dat er over
deze kwestie niet valt te praten dan
is de kans groot, dat Indonesië het
hele probleem in de internationale
sfeer brengt, door bv. een beroep te
doen op de Veiligheidsraad. Daar
mee zijn wij niet gebaat. Maar men
kan niet een gesprek toestaan en
gelijk bekend maken, dat de bespre
king slechts een gebaar is, omdat
Nederland niet bereid is iets toe te
geven. De regering wil dus praten,
maar wij geloven dat zij die gelegen
heid zal waarnemen om nog eens
onomwonden van haar standpunt te
doen blijken. Dan heeft zij in ieder
geval haar best gedaan. De Indo
nesiërs hebben een zet gedaan, die
de Nederlandse Ministers met de
handen naar het hoofd doet grijpen.
Op een goede dag landde op Schip
hol een vliegtuig, waarin de Indo
nesische delegatie zat, die over het
Uniestatuut en Nieuw-Guinea wilde
'praten. Minister Peters en al zijn
collega's -waren daarover zo ont
stemd, dat hij in de Tweede Kamer
tegen deze aankomst vrij fel van
leer trok. Wij wisten niet wanneer
de delegatie zou aankomen, hoe zij
was samengesteld en welke punten
zij wenste te bespreken, zo zeide hij.
Van al die dingen hebben wij ken
nis genomen uit persberichten. De
Regering is daarom niet bereid om
direct met deze delegatie te gaan
praten. Er zijn onderhandelingen
aan de gang met de Indonesische
Regering om dit onelegante gebaar
weer tot de ware proporties terug
te brengen. Is dit gelukt, dan kan
het gesprek beginnen. Of Nederland
ook een delegatie zal samenstellen,
is nog niet zeker. Ook over een
ander vraagstuk zijn onze Ministers
boos. Er zitten in Indonesië veel
Nederlandse arrestanten. Sommigen
van hen worden reeds 20 maanden
vastgehouden en anderen een
veel groter aantal langer dan
10 maanden, zonder dat er intensief
aan hun zaken wordt gewerkt.
Daarover heeft de Regering een
brief geschreven. En in het Indo
nesische antwoord stond vermeld,
dat onze diplomatieke vertegen
woordigers deze arrestanten niet
mogen bezoeken voordat het voor
onderzoek is geëindigd. Dat is in
strijd met de internationale gebrui
ken. Een Nederlander, die in een
vreemd land gevangen zit, mag
altijd de hulp inroepen van zijn ge
zantschap. En omgekeerd mogen de
leden van het gezantschap zich altijd
met de arrestant bemoeien. Geen
wonder, dat wij hebben geprotes
teerd. De Nederlandse Regering
heeft verklaard voor deze arrestan
ten geen bevoorrechte positie te
verlangen, wel dat zij moeten wor
den behandeld op een wijze die niet
in flagrante strijd is met de inter
nationale gewoonten.
DE OORLOGSSCHADE
Minister Lieftinck heeft mede
gedeeld, dat eind 1958 alle oorlogs
schade-aanspraken kunnen zijn uit
gekeerd. Tenminste als men het
huidige tempo kan volhouden. Een
bespoediging van de uitkering is
echter niet te verwachten. Van de
660.000 gevallen van huisraadscha-
de zijn er nu 400.000 afgewerkt. De
eerste termijn zal eind 1952 zijn uit
betaald. Zij, die pas begin 1953 aan
bod komen kunnen er op rekenen,
dat zij hun uitkeringen in drie- in-
plaats van vier jaar zullen ontvan
gen.
SOCIALE ZAKEN
De begroting van Sociale Zaken
trok dit jaar minder belangstellen
den dan vorige jaren en ook de
critiek op het beleid van minister
Joekes was stukken gematigder. Hij
is een bewindsman die het vaak met
de verschillende fracties te stellen
heeft. Zelfs zijn partijgenoten spaar
den hem lang niet altijd. De grote
kwesties in dit debat waren wel de
loon- en werkgelegenheidspolitiek.
Wat dit eerste betreft, waren de
meeste Kamerleden van oordeel, dat
een geleide loonpolitiek in deze tijd
noodzakelijk is, maar dat de Rege
ring de teugels wel iets te strak in
handen houdt. Het bedrijfsleven
moet voor iedere afwijking van de
loonbepalingen toestemming vragen.
Het mag een extra prestatie niet
extra belonen.
Geef iets meer speelruimte, zo
vroegen de Kamerleden, maar de
Minister wilde er niet veel van
weten, want hij vreesde de conse
quenties. De werkloosheid stijgt de
laatste weken onrustbarend. Zie dat
vraagstuk als een zedelijk probleem,
aldus de socialist Nederhorst en de
Minister was bereid dit te doen.
Algemeen was men van oordeel dat
de Regering niet een afwachtende
houding moet aannemen t.o.v. de
verdere ontwikkeling, maar dat zij
paraat moet zijn en een einde moet
maken aan al het getheoretiseer.
Het is nu tijd voor daden Het ant
woord van de Minister was nogal
teleurstellend. Hij zei er niet veel
over en meende te kunnen volstaan
met de mededeling dat de Regering
wel degelijk rekening houdt met de
bestrijding van de werkloosheid,
zoals wel blijkt uit haar industriali
satie- en emigratieprogramma.
Interessant waren de mededelin
gen van de Minister, dat het slecht
gaat met de noodregeling inzake de
kinderbijslag voor kleine zelfstan
digen. In financieel opzicht is ,,dit
slecht gaan" voor het Rijk een mee
valler. Maar dat is niet de bedoeling
van de noodwet geweest. Er zijn tot
op heden 18.205 aanvragen voor
kinderbijslag ingediend, waarvan er
3565 werden afgewezen of inge
trokken. Van de overblijvende
14.640 gevallen zijn er 8156 afge
handeld en de rest is in bewerking.
In totaal is tot nu toe kinderbijslag
verleend voor 17.481. De kosten
daarvan bedragen ongeveer ander
half millioen gulden. Heeft men aan
alle aanvragen voldaan dan beloopt
het totaal bedrag 3.000.000. En
dan te weten, dat oorspronkelijk
werd gedacht dat deze noodregeling
ruim 10.000.000 zou kosten
Minister Joekes wijt dit aan het feit,
dat de noodwet nog niet voldoende
bekend is. Maar ook zal wel een
factor van betekenis zijn, .dat ver
schillende partijen zich tegen deze
regeling hebben verzet, omdat zij
van mening waren, dat de zelf
standigen „zelfstandig" moeten blij
ven. Tot slot de begroting van
Wederopbouw. Ook hier critiek op
de Minister en weer van alle zijden,
maar het minst van de socialisten.
Hem werd verweten, dat de bouw-
politiek van de Regering niet deugt,
evenmin als het huurbeleid. Vooral
het feit, dat er waarschijnlijk in het
volgend jaar geen 50.000 woningen
zullen worden gebouwd, heeft nogal
kwaad bloed gezet. Op deze begro
ting komen wij volgende week nog
nader terug.
(Nadruk verboden)
(Van onze soc.-econ. medew.)
HET IS EEN OUDE waarheid dat men de tering naar de nering
moet zetten. In Nederland heeft men na de oorlog dit gezegde in
het boek der vergetelheid trachten te schuiven maar de practische
waarde van dit woord is zo groot, dat men er eenvoudig niet
buiten kan. Ons nog steeds te grote verbruik tegenover de onvol
doend gestegen productie, onze wankele begrotingen, zij eisen
zonder meer een gelijkheid van tering en nering. Wij hebben ons
echter jarenlang al gepijnigd met deze evenwichtsproblematiek
zonder voorshands voldoend succes te boeken. De regering moet
en zal echter haar zin moeten krijgen en de nieuwste poging om
de consumptie te drukken, wordt gevonden in de verhoging der
electriciteitstarieven, die per 1 Januari a.s. zal ingaan.
Onze tarieven inzake de levering
van electriciteit zijn aan de lage
kant. Men heeft er naar gestreefd
na de oorlog om deze zo laag moge
lijk te houden en men moet zeggen
dat dit op de duur onverantwoord
is. Zoals op elk terrein van het
economisch leven is het ook voor
een electriciteitsmaatschappij grote
onzin om zich te willen vasthouden
aan de historische prijzen, want prij
zen in het verleden hebben geen
enkele betekenis meer voor het
heden.
Men ziet dat duidelijk op het ter
rein van de huren. De huren van
1940 zijn zelfs geen tegemoetkoming
meer voor de bouwprijzen van
thans. Evenmin vormen de huidige
tarieven van de electriciteit een vol
doende tegenprestatie voor de bouw
van centrales en de daarmee plaats
hebbende productie. Zo lang de
oude centrales nog dienst doen, die
dus tegen zeer lage prijzen zijn ge
bouwd, kan men het aantal voor
heen geinvesteerde guldens nog
terugkrijgen zonder tariefsverho
ging.
Men dient echter verder te zien.
Als de oude centrales versleten zijn
moeten er nieuwe gebouwd worden,
die veel duurder zijn. Dan moet er
dus geld geleend worden, waardoor
de schuld van die maatschappijen
aan het publiek veel groter wordt.
Dit is op zichzelf geen bezwaar
wanneer het publiek dan maar be
reid is van dat moment af een hoger
tarief te betalen en dit vol te houden
zolang die dure centrale daar staat.
Bij hernieuwde vervanging kan men
dan verder zien.
Veel juister is een prijspolitiek,
die gebaseerd is op de vervanging,
zodat de prijs op en neer gaat met
het algemeen prijsverloop op de
markt. Dit heeft men in Nederland
niet gedaan, zodat men nu opeens
een grote verhoging moet toepassen.
Immers nu komt men tot de ont
dekking dat de bouw van nieuwe
lichtbronnen zo kostbaar is, dat zij
door de huidige tarieven niet wor
den terugbetaald. Waar er talrijke
nieuwe centrales moeten worden ge
bouwd, ook op plaatsen waar er tot
op heden geen was, zou men on
mogelijk voor de nieuwe kracht
bronnen een hoger tarief kunnen be
rekenen dan voor de oude. Vanzelf
sprekend moeten ook de gestegen
kolenprijzen en de hoger geworden
lonen in de prijs voor een kwh
stroom worden verdisconteerd.
MET 25
Dit is dus de reden waarom de
stroomtarieven moeten stijgen. Een
andere vraag is of die tarieven nu
met een vierde gedeelte verhoogd
moeten worden. Dit nu menen wij te
moeten betwijfelen. De grond voor
deze twijfel vinden wij in de aan
kondiging dat de electriciteitsbe-
drijven door interne financiering de
expansie van centrales moeten be
kostigen.
Voor vervanging van het be
staande moeten de huidige ver
bruikers zorgen. Dat is economische
noodzaak. Voor uitbreiding mag
men echter rustig nieuw vermogen
op de kapitaalmarkt aanvragen. Een
dergelijke volkomen gezonde poli
tiek past echter niet in de econo-
misch-politieke plannen van de
regering. De overheid weet dat de
kapitaalmarkt in de komende jaren
door de hoge belastingen zeer krap
zal zijn. Zij weet evenzeer dat het
beschikbaar komende vermogen
noodzakelijk is voor de financiering
van het particuliere bedrijfsleven.
Om de vermogensmarkt niet te ont
wrichten wil men voorkomen dat de
gemeenschapsbedrijven daar ver
schijnen.
Electriciteitsbedrijven zijn alle ge
richt op het verlenen van diensten.
De bedoeling is dus dat de stroom
zonder of met geringe winst aan de
bevolking wordt geleverd. Zij zijn
monopolistisch van karakter, het
geen inhoudt dat zij geen concur
rentie ondervinden van andere be
drijven. Men kan derhalve eenzijdig
de prijs vaststellen zonder dat de
consument daar de geringste in
vloed, op kan uitoefenen. Dat be
tekent ook dat men straffeloos een
behoorlijke winst kan incalculeren.
Hoewel het dus de bedoeling is om
de verbruikers door middel van een
monopoliebedrijf in bezit van een
kleinere gemeenschap -hetzij ge
meente, hetzij provincie -zo goed
koop mogelijk stroom te leveren,
gaat men nu die bedrijven gebruiken
om de consumptie van electriciteit
te beperken. Bovendien gaat men
langs deze weg geld inzamelen om
uitbreiding te financieren. Hiertegen
zijn grote bezwaren in te brengen.
EEN NIEUWE BELASTING
Het maken van winst voor expan
siefinanciering ligt niet in de lijn van
een electriciteitsbedrijf. Het gaat bij
dit soort bedrijven om een zo goed
koop mogelijke leverantie terwijl
men nu misbruik gaat maken van de
monopoliepositie en de prijs gaat
verhogen tot ver boven de kostprijs.
Dat is niets anders dan heffen van
belasting op het verbruik van elec
triciteit. Wij menen dat een ver
bruiksbelasting in de vorm, waarin
ze ons is aangekondigd niet kan
worden getolereerd omdat het recht
tot die heffing alleen is gereserveerd
voor onze volksvertegenwoordiging.
Electriciteit is een goed dat be
hoort tot de eerste levensbehoeften.
Niemand in de moderne wereld kan
zonder stroom op behoorlijke wijze
leven. Die wetenschap heeft ertoe
geleid dat wij de levering van elec
triciteit opdroegen aan bedrijven,
die hun diensten zo goedkoop moge
lijk, dus zonder extra heffing, leve
ren. Hadden wij die garantie niet,
dan zou er alles voor te zeggen zijn
om concurrentie op dit terrein door
particuliere bedrijven mogelijk te
maken.
De plannen van overheidswege
met de electricitet menen wij te
moeten verwerpen. Dit is een
nieuwe last op een reeds overbelast
volk en de overheid weet van die
overbelasting. Vandaar deze ver
kapte vorm van consumptiebeper
king, die niet past in ons rechts
systeem en evenmin in de democra
tie. Wij noemen een tariefsverho
ging met een kwart a-sociaal omdat
er geen bewijs is geleverd voor de
noodzakelijkheid ervan. Wil men
verhoging, dan moet men ons voor
rekenen hoeveel die noodzakelijk
moet bedragen. De niet-doorbere-
kening voor een gering aantal kwh
van 240 per jaar dient nergen anders
voor dan om zich een middel te ver
schaffen de critiek de mond te
snoeren.
De belangstelling voor de selec
ties grassen en klavers wordt zo
wel bij de handel als bij de land
bouwers jaarlijks groter.
De subsidie-regeling voor kleine
bedrijven heeft in dit opzicht stimu
lerend gewerkt. Werd aanvankelijk
uitsluitend een selectie van Engels
raai weidetype voorgeschreven, om
dat van andere selecties onvoldoen
de zaaizaad voorhanden, was, bij de
regeling voor het seizoen 1951/1952
moet voor mengsels voor blijvend
grasland een selectie verwerkt wor
den van Engels raai weidetype en
hooitype, Beemdlangbloem en witte
weideklaver.
Wanneer zo veel mogelijk selec
ties worden verwerkt, krijgt men
vanzelfsprekend een zeer hoog
waardig mengsel en dergelijke
mengsels zijn niet alleen van belang
voor bedrijven, welke onder de sub
sidieregeling vallen, maar ieder
mengsel, dat de handel aanbiedt of
dat de landbouwer vraagt, moet aan
de hoogste eisen voldoen, ook al
zal daardoor de prijs hoger komen
te liggen.
De selecties kenmerken zich in de
eerste plaats door grotere produc
ties en een productieve grasmat le
vert bij practisch dezelfde kosten,
jaarlijks meer veevoeder. Wie met
een slecht of minder goed mengsel
begint, zal nooit de hoogste pro
ductie halen en een besparing op de
inzaai door goedkopere mengsels
met zaad van onbekende herkomst
te nemen kan jarenlang een mindere
productie tot gevolg hebben.
Iedere zaadhandel van standing
zal aan de afnemers propageren het'
beste wat er is, dus mengsels leve
ren onder N.A.K.-plombe met zo
veel mogelijk in de Rassenlijst opge
nomen selecties, terwijl iedere land
bouwer, die zijn belangen begrijpt
en behartigt de beste mengsels zal
vragen.
Dit jaar zijn voorhanden selecties
van Engels raai weidetype en hooi
type, evenals selecties van Beemd
langbloem en Timothee.
Ook bij de klavers zijn de selec-
KOUDE(RE) OORLOG
IN KOREA?
't Kan vriezen, 't kan dooien,
Wij blijven gooien
ties van bijzondere betekenis. Het
verschil tussen witte weide-klaver
en witte cultuurklaver wordt door
menigeen niet of nauwelijks gekend.
De witte weideklaver, waarvan een
selectie thans is voorgeschreven
voor subsidiemengsels en N.A.K.-
volledig geplombeerde mengsels,
stoelt sterk uit en houdt zichzelf
in stand. Voor blijvend grasland is
deze klaver juist zeer aanbevelens
waardig, ook al is de prijs hoog. De
witte cultuurklaver groeit hoger op,
stoelt minder uit en heeft een kor
tere levensduur.
De Nederlandse Rassenlijst geeft
alle aanwijzingen omtrent selecties
en mengsels.
SPORENELEMENTEN
Het is geen toeval dat de laatste
tijd in vele land- en tuinbouwbla
den meer aandacht wordt gevraagd
voor de betekenis van de sporen
elementen.
Door te eenzijdig gebruik van
kunstmeststoffen, met name van de
meer zuivere meststoffen, zijn in de
loop der tijden belangrijke hoeveel
heden van deze elementen uit de
grond verdwenen.
Alhoewel sporenelementen slechts
in zeer kleine hoeveelheden (spo
ren) nodig zijn voor plant en dier,
zijn ze toch beslist onmisbaar voor
een ongestoorde groei en ontwik
keling hiervan.
Meestal wordt volstaan met de
gedachte: „Als ik maar zorg dat de
grond voldoende stikstof, fosfor-
zuur, kali en kalk krijgt, is de be
mesting in orde." Deze gedachten-
gang is echter misleidend.
In de eerste plaats willen wij er
op wijzen dat b.v. de magnesium
voorziening van heel wat gronden
te wensen overlaat. Herhaaldelijk
is reeds gewezen op de belangrijke
functie van magnesium, waarvan
tamelijk grote hoeveelheden nodig
zijn voor een goede ontwikkeling
der gewassen. Magnesium moet
men dan ook niet zien als een spo
renelement, zoals nog vaak ten on
rechte wordt verondersteld.
Belangrijke sporenelementen zijn
o.a. koper, borium, mangaan, co-
balt, jodium, zink en vele andere.
Al deze elementen zijn onmisbaar
voor een optimale groei van de ge
wassen en voor een gezonde ont
wikkeling van ons vee. Bij verwaar
lozing hiervan zullen de nadelige
financiële gevolgen zeker niet uit
blijven.
Naast het gebruik van organische
meststoffen als stalmest, compost,
beer, bagger e.d. is het daarom
sterk aan te raden de stikstof-, fos-
forzuur-, kali- en kalkmeststoffen
te geven in die vorm, waarbij naast
de hoofdelementen, verschillende
nevenbestanddelen voorkomen.
Hierbij denken we b.v. aan Chili-
salpeter, Thomasslakkenmeel, laag
procentige kalizouten en ook aan
koperslakkenbloem. Grondonder
zoek zal uitwijzen hoe in verschil
lende gevallen moet worden gehan
deld.