WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FILIPSLAND
Raadsverslag Stavenisse
A. V. O.
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
Staatssecretaris Götzen is zijn belofte
niet nagekomen* Kamer gaf hem een lesje
NU OOK BRANDWEER BELASTING
Wie voelt er voor Adviescommissie-lid
'n Tekort van ongeveer 5000.— op de begroting 1952
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
7e Jaargang No. 49
19 October 1951
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.10 per
kwartaal franco p.p. 1.35
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
De eerste maal dat de Kamer
weer bijeqji kwam in een openbare
vergadering was het direct raak.
Drie weken lang hadden de heren
van honderd geen kans gehad om
in 's lands vergaderzaal te debatte
ren. Nu deze belemmering was
weggenomen bleek, dat zij niets
van hun oude streken hadden ver
loren. Politiek is toch eigenlijk
maar een wonderlijk vak. Het be
gon niet ongezellig. Op de commu
nistische banken lagen drie grote
bossen bloemen te wachten op het
nieuwe Kamerlid Mevrouw Lips-
Odinot. Dat was gezellig. Maar
Mevrouw Lips stond niet alleen.
Ook de p.v.d.a.-fractie bracht een
vrouwelijke afgevaardigde in de po
litieke arena. Het was Mevrouw
Ploeg-Ploeg, die Prof; Schermer-
horn kwam vervangen. Deze heeft
n.l. de rumoerige Tweede Kamer
verwisseld voor de rustige Eerste
Kamer. Wij hebben dus twee vrou
wen meer in de Tweede Kamer,
waardoor het totaal aantal tot ze
ven is gestegen. Zo'n beëdiging is
altijd een plechtige zaak. Iedere
aanwezige verheft zich van zijn ze
tel als Voorzitter Kortenhorst de
eed laat zweren of de belofte laat
afleggen. Hijzelf draagt op die
plechtige momenten een witte strik.
Is er niets bijzonders aan de hand
dan siert een zwarte strik zijn smo
king. Zo kan de ingewijde altijd
zien of er iets plechtigs op komst
is. Beide nieuwe Kamerleden wer
den hartelijk ontvangen, zowel door
de mannelijke als vrouwelijke volks
vertegenwoordigers. De goede
stemming sloeg echter spoedig om
toen Staatssecretaris Götzen achter
de regeringstafel verscheen. Hij had
een wetsontwerp te verdedigen, dat
een bijslag toekende aan een be
paalde groep Indische gepension-
neerden. Dat was natuurlijk niet on
redelijk. Het gold hier mensen, die
gedurende de jaren 19341949 met
pensioen waren gegaan. Ook voor
hen zijn de kosten van levensonder
houd zeer gestegen. Daaraan is geen
twijfel mogelijk. Het pleit voor onze
Kamerleden, dat zij deze kwestie
altijd zo goed voor ogen hebben ge
houden. Nooit hebben zij eenzijdig
gepleit voor de Nederlandse, maar
ook voor de Indonesische pensi
oenen. Daarover zijn interpellaties
gehouden in de Kamer en meer dan
eens heeft men schriftelijke vragen
gesteld om de Regering toch maar
te bewegen om iets voor deze men
sen te doen.
Het pensioenvraagstuk is niet al
tijd even vlot door de Regering be
handeld. Maar verleden jaar zag
het er toch naar uit, dat voor deze
mensen iets zou gebeuren. Staats
secretaris Götzen beloofde nl. dat er
een bijslag zou worden gegeven op
alle Indische pensioenen beneden de
4800.
Na deze mededeling werd de zaak
stil. Men vertrouwde op de toezeg
ging. Tot het wetsontwerp kwam.
Daarin bleek maar al te duidelijk,
dat er slechts een bepaalde groep
zou worden geholpen en dan nog op
zeer schriele wijze. De bedragen
waren niet groot. Van een leniging
van de sociale nood kon dan ook
geen sprake zijn. Daarover was de
Kamer zeer ontstemd. Van alle
fracties, variërend van de a.r. tot de
communisten, werd de Staatssecre
taris verweten, dat hij zijn woord
niet had gehouden. En gezamenlijk
diende men daarom een aantal
amendementen in om de wet te ver
beteren. Het zag er dus lelijk uit
voor de Staatssecretaris. De Kamer
was werkelijk boos. Het was duide
lijk, dat hij het pleit zou verliezen.
Een Kamerlid is niet gauw bang,
maar een Minister of Staatssecreta
ris mag dat ook niet zijn. De heer
Götzen koos echter de weg van de
minste weerstand. Toen alle rede
voeringen waren uitgesproken,
kreeg hij het woord. En in plaats
van een felle verdediging kwam
alleen de mededeling, dat het mis
schien beter was om nog eens bin
nenskamers te overleggen. Het was
dus duidelijk, dat hij zijn nederlaag
erkende. Er zat voor de Kamerleden
niets anders op dan in dit voorstel
te berusten. Men kan verwachten,
dat deze kwestie nog wel eens aan
de orde zal komen, want men is niet
van plan over zich te laten lopen.
De Kamer deed geen pogingen
om later in de week een mildere
houding aan te nemen. Er lag nog
een moeilijke aangelegenheid, die
alle fracties bezig hield. Dat was nl.
de financiële verhouding tussen Rijk
en Gemeenten. Nu de specifieke
gemeentebelastingen niet meer wor
den geheven, moeten de gemeenten
toch geld hebben om te kunnen
leven. Zij krijgen daarom een be
paald percentage uit de Rijksbelas
tingen. Men begrijpt al wat een van
de vraagstukken was: hoe groot
moet dit percentage zijn En hoe
veel moet iedere gemeente verhou
dingsgewijs ontvangen Een andere
kwestie, hiermede nauw verbonden,
was de afgeschafte ondernemings
belasting. Deze bestaat niet meer,
maar dat is voor de gemeenten een
strop, omdat zij een deel van de op
brengst van deze belasting kregen.
Hoe moeten zij daarvoor gecompen
seerd worden Dat was een andere
vraag, welke in het middelpunt der
belangstelling stond.
De gemeentebesturen zijn in de
Kamer best vertegenwoordigd. Het
is dus te begrijpen, dat de hele poli
tiek van de regering ten opzichte
van de gemeenten ter sprake kwam.
Zijn de gemeenten nog wel zelf
standig Men was het er algemeen
over eens, dat zij steeds meer aan
zelfstandigheid inboeten en dat zij
in feite van Den Haag uit worden
geregeerd. Een groot debat was
daarvan het gevolg. Zoiets kan men
echter best aan de Ministers Lief-
tinck en Van Maarsseveen over
laten. Wellicht zijn wij in staat om
volgende week te vertellen, welke
resultaten dit vinnige gevecht heeft
opgeleverd. (Nadruk verboden)
Vereniging zullen opgeven, om al
dus gemeenschappelijk het nijpende
probleem van de minder-valide ar
beidskrachten hier op het eiland te
bestuderen en zo mogelijk op te
lossen.
Als eerste vrucht van de A.V.O.-
activiteit is hier sedert kort een
werkplaats voor minder-validen op
gericht. Deze werkplaats mag niet
slechts zijn een aangelegenheid van
de gemeente-besturen, maar moet
worden een rijk-sociaal bezit van
iedere eilandbewoner, die het wel
zijn van zijn naaste ter harte gaat.
Meldt U dus aan voor het A.V.O.-
lidmaatschap bij de heer J. A. Gel
derblom, Oudelandsestraat 5, Tho
len en doe daadwerkelijk mede met
de geestelijke en maatschappelijke
verheffing van Uw medemens.
De zaak, waar U zich dan aan
geven zal is een zeer ernstige zaak,
die de inzet van alle beschikbare
krachten noodzakelijk maakt.
A. L. A. Borst,
Inspecteur A.V.O.-Zeeland
INGEZONDEN
Het ligt in de bedoeling om op het
eiland Tholen een eigen afdeling
van de Nederlandse Vereniging
Sociale Zorg voor minder Validen,
A.V.O. op te richten.
In dit verband lijkt het mij zeer
gewenst het een en ander van de
doelstelling van de A.V.O. uiteen te
zettén.
Het probleem van de in zijn
lichamelijke of geestelijke vermo
gens gehandicapte mens is een pro
bleem van sociale, psychologische
en economische aard.
De invalide wordt nl. maar al te
vaak niet tot het arbeidsproces toe
gelaten of bij plotselinge invalidi
teit als een non-valeur uit het ar
beidsproces verwijderd.
Hij (of zij) is dan verder aange
wezen op uitkeringen welke op
grond van de sociale verzekerings
wetten hem toekomen of hij vervalt
in de gewone armenzorg.
Wat dit betekent voor een mens,
die aan de oorzaak van zijn invali
diteit altijd onschuldig is, laat zich
niet beschrijven.
Medisch gezien is het heel ern
stig, wanneer men bepaalde licha
melijke of geestelijke functie's moet
missen, maar de gevolgen op psy
chologisch moreel en maatschappe
lijk gebied van dit zuiver medische
feit zijn oneindig veel ernstiger.
Het is de natuurlijke taak van de
mens om door arbeid in zijn behoef
te te voorzien en wanneer hij dan
door omstandigheden buiten zijn
wil om, van deze natuurlijke taak
wordt afgesneden, dan heeft dit een
bijna funeste invloed op de psyche
van deze mens.
Mijn practijkervaring heeft mij
geleerd, dat een lang, gedwongen
en onverdiend niets-doen, zelfs van
die man of vrouw, die vroeger uit
muntte door grote geestelijke veer
kracht, weinig meer overlaat dan
een willoos en apathisch wezen, dat
zich tegen het onmachtige volkomen
kapot heeft gevochten en geestelijk
leeg achterblijft.
Het is natuurlijk prachtig, dat
onze sociale wetten en instellingen
deze mensen via uitkeringen bij
springen, maar dit doet niets aan
het feit, dat iedere uitkering, hoe
gering ook, ten koste gaat van het
moreel van hen, die deze uitkering
ontvangen.
Alles wat de mens zonder moeite
en arbeid verkrijgt, krijgt hij toch
niet voor niets, want zij betaalt dit
met een behoorlijk deel van zijn
geestelijke weerbaarheid.
De A.V.O. nu zoekt de oplos
sing van dit menselijke en tragi
sche probleem in die mogelijkheden
tot arbeid, die ook de invalide nog
bezit.
Via aanpassing en omscholing is
het in de meeste gevallen mogelijk
gebleken een invalide aan werk te
helpen, dat hij aan kan en waarmede
hij zelf weer in zijn onderhoud kan
voorzien.
Door de invalide als een non-va
leur (met uitkering) te beschouwen,
gaat deze zichzelf ook als een non-
valeur zien, maar de gezond-ma-
kende invloed van de arbeid zal
hem weer gevoel voor eigenwaarde
en voor menselijke waardigheid
schenken. De geestelijke en morele
winst is duidelijk.
Economisch echter is de A.V.O.-
oplossing van dit probleem even
eens volkomen verantwoord.
De arbeidsproductiviteit van de
invalide wordt benut en komt de
arbeidsproductiviteit van het Ne
derlandse volk in zijn geheel ten
goede. Wanneer bovendien een
invalide geheel of gedeeltelijk in
eigen onderhoud kan voorzien, dan
bespaart dit de staat per geval een
groot bedrag aan uitkering.
De gemeenschap mist dus: 1ste
's mans arbeidsproductiviteit en 2e
legt per jaar nog een bedrag toe.
Dat er aan uitkeringen aan invali
den niet met duizenden, maar met
millioenen gerekend wordt, zal U
dan ook duidelijk maken, hoe nij
pend deze questie van economisch
standpunt bezien thans wel is.
Het A.V.O. werk is wel degelijk
sociaal werk, maar bovendien eco
nomisch meer dan verantwoord.
Het helpen van een mens in
maatschappelijke en geestelijke nood
verkerend, mogen wij niet aan de
staat alleen overlaten.
Naastenliefde kan niet alleen be
dreven worden via onze belasting
centen, maar zal van mens tot mens
van hart tot hart moeten worden
beoefend en gedragen moeten wor
den door een groot gevoel van me
de-verantwoordelijkheid voor onze
naaste.
Daarom ook begint de A.V.O.
hier een eigen afdeling op te rich
ten en verwachten wij ook, dat vele
Tholenaars zich als lid van deze
Vrijdag 12 October werd te Stavenisse
een voltallige openbare raadsvergadering
gehouden onder voorzitterschap van de
heer L. A. Verburg. Na voorlezing der no
tulen, deelde de voorzitter mede, dat het
nog niet zo bar vlot met het plaatsen van
een geldlening ad 50.000. Men heeft
thans 20.000 kunnen krijgen, behoudens
goedkeuring Ged. Staten en nu zal men
voor de andere 30.000 obligaties trachten
uit te geven.
Dhr. Hage vraagt of het geld tegen de
lopende rentevoet wordt geleend, wat be
vestigend wordt beantwoord. Dat kan of
liever mag niet anders.
Weth. v. d. Slikke vindt het raadselach
tig, dat de Boerenleenbank het geld niet
kon lenen. Wellicht is de periode van le
ning te lang, meent hij, anders zou het toch
voor de cliënten van de Bank van belang
zijn, dat ze het geld tegen 4 kunnen
plaatsen. In elk geval zal de Bank deze
onthouding wel kunnen motiveren.
Dhr. Hage begrijpt wel, dat de Bank het
niet deed en geeft daarvoor een verklaring.
Hij acht het gegronde redenen.
INGEKOMEN STUKKEN
Een ontwerp verkeersverordening zal bij
de leden circuleren. Goedgekeurd is de
gunning verkoop voormalige gemeentewo
ningen aan dhr. Krijger te Poortvliet, voor
6200,—.
Tot de beide Kerkgenootschappen ter
plaatse is een verzoek gericht te willen bij
dragen in de kosten voor krankzinnigen
verpleging. Zoals bekend zijn de kosten
daarvoor ook al enorm gestegen, zodat het
voor de gemeente een zware, ja te zware
last betekent.
Van de Ned. Herv. Kerk is hierop nog
geen antwoord ontvangen. De Oud Geref.
Gemeente heeft dit verzoek afgewezen, me
nende, dat het Rijk in het tekort hiervoor
wel bijdraagt.
De voorzitter merkt op, dat de laatste
mening onjuist is, hij vindt de beslissing van
de Oud Geref. Gem. te betreuren.
Dhr. Hage vraagt of er ook niets wordt
uitgekeerd volgens de ziektewet.
Weth. v. d. Slikke meent, dat die zieken
niet in aanmerking komen voor ziekte
uitkering.
De voorzitter wijst er op, dat het per
patiënt 5,per dag kost en de provincie
niet meer bijdraagt dan maximaal 100,
per jaar.
Dhr. Hage: En krijgt niemand van de
Noodwet Drees Twee patiënten, ant
woordt de voorzitter, die in totaal 1000,
krijgen. Maar het kost de gemeente toch
altijd nog een 5000,
Dhr. Vos meent, dat nu de Oud Geref.
Gem. een verkeerde mening had, men dit
nog wel eens onder haar aandacht kon
brengen. Wellicht dat dan ten gunste wordt
beslist.
Daartoe wordt besloten, nadat ook het
antwoord binnen zal zijn van de Ned. Herv.
Kerk.
Voor kennisgeving aangenomen wordt
het jaarverslag van de Waterleiding Mij
Tholen over 1950.
Het verificatiebureau heeft de kas gecon
troleerd van de gemeenteontvanger over het
3e kwartaal 1951. Door de controleur is ge
bleken dat er nog enkele posten openstaan
van achterstallige belasting.
De gemeente-ontvanger is het daarmee
echter niet eens. In een bijgevoegd rapportje
beweert hij anders en het blijkt volgens de
raadsleden, dat laatstgenoemde juist is. De
Raad neemt het beweerde op feiten ge
gronde rapport van de gemeente-ontvanger
dan ook volledig over.
Dhr. Hage vraagt zich in verband met
bovenstaande af, of men nu wel iets aan
zo'n verificatiebureau heeft. In dit geval
bleek immers van niet.
Dhr. Tazelaar vindt het zeer flink van
de gemeente-ontvanger om die kwestie zo
te weerleggen. Daaruit blijkt dat hij de zaak
goed door heeft. Hij vindt dat zo'n abuis
door het verificatie-hureau niet meer moet
voorkomen, anders kan men beter veran
deren.
De voorzitter wijst er op dat hierbij tal
loze gemeenten zijn aangesloten en men nu
toch wel even dient af te wachten of dat
weer vogrkomt. Bij een abuis kan men toch
eigenlijk niet direct gaan opzeggen. Daar
toe wordt besloten.
Ter inzage is aangeboden een gemeen
schappelijke regeling voor de burgerlijke
verdediging voor het eiland Tholen. Dit
ontwerp zal ter goedkeuring aan de Com
missaris worden gezonden.
Dhr. Hage meent dat men hier buiten
staat. De voorzitter antwoordt: ja maar het
zal straks toch om een dubbeltje per inwo
ner gaan.
Dan zien we weer, antwoordt dhr. Hage.
Het Prov. Bestuur verzoekt een kleine
wijziging aan te brengen in de gratificatie
regeling voor gemeente-personeel, daar in
het ontwerp ook het onderwijzend personeel
was genoemd en G. S. daarmee niet ac-
coord kan gaan. Er wordt toe besloten.
De pl. kinderbijslagverordening voor het
gemeentepersoneel moet worden aangepast
aan de gewijzigde rijksvoorschriften, waar
tegen niemand bezwaar heeft.
Meegedeeld wordt dat het Waterschap
„Stavenisse" wil bijdragen aan de onder
houdskosten oprit Molendijk, mits zij op
haar beurt 1/3 krijgt van de opbrengst
precario-rechtën van bietenopslag. Het Dag.
Bestuur stelt voor hierop in te gaan onder
de gevraagde voorwaarde. En met dit laatste
ingekomen stuk kan de Raad zich eveneens
verenigen.
NIET HERKIESBAAR
Aan de orde is dan het herbenoemen van
de commissie woonruimtewet 1947, die dan
weer tot 30 September 1952 zitting zal
hebben.
Dhr. Hage wijst er in dit verband op,
dat de raadsleden destijds een persoonlijk
schrijven hebben gehad van de voorzitter,
waaruit in feite bleek, dat de raadsleden in
deze commissie niet thuishoren.
De voorzitter: Wettelijk zou het beter
zijn, wanneer er een jaar anderen zitting in
hadden, maar dat is moeilijk op te lossen,
dus moest het wel zo als het is gegaan.
Dhr. Hage: Naar aanleiding daarvan wens
ik me dan toch niet meer herkiesbaar te
stellen.
De voorzitter vindt dit onjuist, daar vorige
spreker er destijds zelf voor was om het
onderling maar te regelen.
Dhr. Hage: Die brief van U heeft me dan
van mening doen veranderen. Bovendien,
elders kan het toch ook met andere mensen
en hier draaien wij alleen voor de moeilijke
gevallen op. Er gaat totaal niets van ons uit.
Dhr. Vos zegt, dat hij ook niet meer in
aanmerking wenst te komen. Het wordt een
moeilijk probleem. Andere gegadigden, die
een eventuele benoeming ook zouden aan
vaarden, weet men niet, een, twee, drie, op
te noemen. Ook dhr. Hage niet.
Daarom juist vindt weth. v. d. Slikke,
dat dhr. Hage zich niet moet terugtrekken,
men moet het als een plicht zien.
Dhr. Hage: Ik ben van mening, dat er
geen enkele adviescommissie zo weinig te
vertellen heeft als die van Stavenisse.
De voorzitter antwoordt hierop, dat deze
commissie alleen adviserend kan werken,
zo zegt de wet het immers. Er volgt stem
men en de uitslag is, dat er 5 stemmen zijn
uitgebracht op de heren Tazelaar, van 't
Veer en Potappel, allen raadsleden, 1 stem
op dhr. Nortier, 1 op dhr. C. Moerland Mzn
en twee blanco.
Eerstgenoemde drie raadsleden zijn dus
herbenoemd. Twee vacatures blijven open
en daar komt een derde bij, want ook dhr.
Tazelaar bedankt voor de eer. De nu ont
stane 3 vacatures zal men nog eens nader
onder de loupe nemen.
Over een volgend punt: wijziging van de
verordening ambtenaren en bedienden ter
secretarie is men het vlugger eens. Na enige
toelichting wordt deze z.h.st. aanvaard.
Aangeboden wordt vervolgens de ge
meenterekening 1949 en de gemeentebegro
ting 1952 ter onderzoek. Op de begroting
1952 is er een tekort van 5117,69. De
voorzitter noemt enige posten in deze be
groting, die belangrijk zijn gestegen, zoals
die van druk- en bindwerk, straatverlichting,
extra kosten voor de komende verkiezingen,
aanzienlijke verhogingen voor huisvesting
armlastigen, ondersteuning behoeftigen ver
pleging krankzinnigen, en ook de te betalen
rente.
Dokter P. J. Duinker te Tholen,
tel. 40.
Dokter J. Vermet te Nieuw-Vos-
semeer, tel. 10.
De voorzitter meent dan ook dat het nodig
is een nieuwe inkomstenbron aan te boren
en vandaar dat besproken is een heffing
brandweerbelasting.
BRANDWEERBELASTING
GAAT DOOR
Reeds in Maart is hierover gesproken,
aldus de voorzitter, in verband met h*t
advies tot aankoop van een trekker. Er is
toen evenwel niet verder op aangedrongen.
Graag doet hij het ook niet, maar ik meen
toch dat het thans nodig is een brandweer
belasting te heffen. Van de panden, die niet
zijn verzekerd, zou men het bijv. kunnen
schatten. Het kan ook volgens kadastrale
gegevens worden berekend. Geraamd wordt
hiervan een opbrengst ad 1200.
Dhr. Hage is de eerste die hierover het
woord krijgt. Hij zegt dat hij altijd tegen
niet verantwoorde posten heeft gestemd,
omdat hij er een komende nieuwe belasting
in ziet. Daarom valt dit voorstel hem niet
vreemd, maar, zo besluit hij, ik ben er tegen.
Tegenover een bron van uitgaven moet
een bron van inkomsten staan en verschil
lende uitgaven zijn mijns inziens niet ver
antwoord.
De voorzitter: Maar dan heeft de raad
die toch aanvaard.
Dhr. Hage: Maar daarmee ik persoonlijk
nog niet.
Dhr. Tazelaar en dhr. de Vos stellen zich
in deze geheel achter dhr. Hage.
De voorzitter vindt, dat het wèl billijk is.
Meen niet, dat B. en W. onverantwoorde
uitgaven maar doorzetten.
Dhr. Hage zegt hierop, dat het lasten op
lasten zijn. Er komt geen eind aan, maar
dat gaat niet.
Dhr. Vos: We zitten 'm nu bijv. te knij
pen, of de sloot bij de school niet gaat uit
zakken en daarna ook het schoolgebouw.
En dan is het toch eigen schuld.
Dat vindt dhr. van 't Veer niet. Des
kundigen weten toch wel of het gaat of niet.
Dhr. Tazelaar wil ook wel een punt noe
men, dat niet van bezuiniging getuigt twee
volontairs, bijv. die wettelijk niet zijn voor
geschreven. Dan hebben we de 1200,
van de brandweerbelastipg al.
De voorzitter: Maar heeft er toch zelf
voor gestemd
Dhr. Tazelaar: Omdat ik meende, dat het
moest, die gedachte is door Middelburg ook
gewekt. Later bleek me, dat het helemaal
niet verplicht is.
De voorzitter wijst er met nadruk op, dat
B. en W. in deze niets hebben achtergehou
den. De betreffende stukken dienaangaande
heeft ieder raadslid kunnen lezen. Trouwens,
de voorzitter kan ook wel een post aan
wijzen, nl. dat men zo maar 10.000.zou
hebben uitgegeven voor krotten.
Dhr. Hage briest: Dat wordea we nu
op ons dak geschoven, wanneer we de
woningnood willen lenigen.
Er volgt nog enige discussie en het blijkt,
dat deze heffing ongeveer de helft zal be-
dragen van de straatbelasting (ieder kan het
nu dus gemakkelijk nagaan - red.) en dat
met ingang van 1 Januari 1951.
Bij stemming zijn de beide wethouders en
de leden Potappel en van 't Veer voor, de
drie anderen, Hage, de Vos en Tazelaar
stemmen tegen.
De voorzitter merkt op, dat men het
overige tekort zal trachten te krijgen door
middel van een Rijksbijdrage. Anders zullen
nog meer bezuinigingen moeten volgen, bijv.
straatverlichting. De op de begroting 1952
hiervoor geraamde post bedraagt ook niet
minder dan 900.Men zal dit echter
moeten afwachten tot men iets van de Rijks
uitkering afweet.
Aan de agenda wordt daarna een punt
toegevoegd, nl.
VERHUUR ARRESTANTENLOKAAL
Deze lokaliteit is nl. niet meer geschikt
voor het doel, waarvoor ze staat en een
grote behoefte is er overigens niet aan.
Vandaar dat B. en W. vragen haar te
machtigen dat gebouwtje te verhuren aan
particulieren bij inschrijving en tot weder
opzegging.
De heer de Vos vindt het een behoorlijk
schuurtje, waarvoor zeker liefhebbers te
vinden zijn.
B. en W. krijgen dan ook de machtiging
tot verhuur.
De instructie van de gemeente-ontvanger
wordt opnieuw vastgesteld. Ingevoerd is een
kasopnemingsboek, waardoor een en ander
zeer gemakkelijk controleerbaar is. Allen
gaan daarmee accoord.
RONDVRAAG
De heer I. de Vos informeert of de
havenbeschoeiing toch de aandacht heeft.
De voorzitter antwoordt, dat aan aan
nemer Van Prooyen is opgedragen daarmee
te beginnen, wat voor a.s. Donderdag zal
gebeuren.
Dhr. de Vos stelt ook voor het onkruid
in het Bos te verdelgen met bijv. sproeimid
delen, wanneer dat tenminste goedkoper is.
Dhr. Potappel zag de gemeente-werklieden
bezig met het verplaatsen van Groene Kruis-
tenten. Behoort dat nu wel tot hun werk
zaamheden, als er zoveel andere nodige