WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FILIPSLAND Raadsverslag Stavenisse A. V. O. WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht Staatssecretaris Götzen is zijn belofte niet nagekomen* Kamer gaf hem een lesje NU OOK BRANDWEER BELASTING Wie voelt er voor Adviescommissie-lid 'n Tekort van ongeveer 5000.— op de begroting 1952 ZONDAGSDIENST ARTSEN 7e Jaargang No. 49 19 October 1951 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.10 per kwartaal franco p.p. 1.35 Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen De eerste maal dat de Kamer weer bijeqji kwam in een openbare vergadering was het direct raak. Drie weken lang hadden de heren van honderd geen kans gehad om in 's lands vergaderzaal te debatte ren. Nu deze belemmering was weggenomen bleek, dat zij niets van hun oude streken hadden ver loren. Politiek is toch eigenlijk maar een wonderlijk vak. Het be gon niet ongezellig. Op de commu nistische banken lagen drie grote bossen bloemen te wachten op het nieuwe Kamerlid Mevrouw Lips- Odinot. Dat was gezellig. Maar Mevrouw Lips stond niet alleen. Ook de p.v.d.a.-fractie bracht een vrouwelijke afgevaardigde in de po litieke arena. Het was Mevrouw Ploeg-Ploeg, die Prof; Schermer- horn kwam vervangen. Deze heeft n.l. de rumoerige Tweede Kamer verwisseld voor de rustige Eerste Kamer. Wij hebben dus twee vrou wen meer in de Tweede Kamer, waardoor het totaal aantal tot ze ven is gestegen. Zo'n beëdiging is altijd een plechtige zaak. Iedere aanwezige verheft zich van zijn ze tel als Voorzitter Kortenhorst de eed laat zweren of de belofte laat afleggen. Hijzelf draagt op die plechtige momenten een witte strik. Is er niets bijzonders aan de hand dan siert een zwarte strik zijn smo king. Zo kan de ingewijde altijd zien of er iets plechtigs op komst is. Beide nieuwe Kamerleden wer den hartelijk ontvangen, zowel door de mannelijke als vrouwelijke volks vertegenwoordigers. De goede stemming sloeg echter spoedig om toen Staatssecretaris Götzen achter de regeringstafel verscheen. Hij had een wetsontwerp te verdedigen, dat een bijslag toekende aan een be paalde groep Indische gepension- neerden. Dat was natuurlijk niet on redelijk. Het gold hier mensen, die gedurende de jaren 19341949 met pensioen waren gegaan. Ook voor hen zijn de kosten van levensonder houd zeer gestegen. Daaraan is geen twijfel mogelijk. Het pleit voor onze Kamerleden, dat zij deze kwestie altijd zo goed voor ogen hebben ge houden. Nooit hebben zij eenzijdig gepleit voor de Nederlandse, maar ook voor de Indonesische pensi oenen. Daarover zijn interpellaties gehouden in de Kamer en meer dan eens heeft men schriftelijke vragen gesteld om de Regering toch maar te bewegen om iets voor deze men sen te doen. Het pensioenvraagstuk is niet al tijd even vlot door de Regering be handeld. Maar verleden jaar zag het er toch naar uit, dat voor deze mensen iets zou gebeuren. Staats secretaris Götzen beloofde nl. dat er een bijslag zou worden gegeven op alle Indische pensioenen beneden de 4800. Na deze mededeling werd de zaak stil. Men vertrouwde op de toezeg ging. Tot het wetsontwerp kwam. Daarin bleek maar al te duidelijk, dat er slechts een bepaalde groep zou worden geholpen en dan nog op zeer schriele wijze. De bedragen waren niet groot. Van een leniging van de sociale nood kon dan ook geen sprake zijn. Daarover was de Kamer zeer ontstemd. Van alle fracties, variërend van de a.r. tot de communisten, werd de Staatssecre taris verweten, dat hij zijn woord niet had gehouden. En gezamenlijk diende men daarom een aantal amendementen in om de wet te ver beteren. Het zag er dus lelijk uit voor de Staatssecretaris. De Kamer was werkelijk boos. Het was duide lijk, dat hij het pleit zou verliezen. Een Kamerlid is niet gauw bang, maar een Minister of Staatssecreta ris mag dat ook niet zijn. De heer Götzen koos echter de weg van de minste weerstand. Toen alle rede voeringen waren uitgesproken, kreeg hij het woord. En in plaats van een felle verdediging kwam alleen de mededeling, dat het mis schien beter was om nog eens bin nenskamers te overleggen. Het was dus duidelijk, dat hij zijn nederlaag erkende. Er zat voor de Kamerleden niets anders op dan in dit voorstel te berusten. Men kan verwachten, dat deze kwestie nog wel eens aan de orde zal komen, want men is niet van plan over zich te laten lopen. De Kamer deed geen pogingen om later in de week een mildere houding aan te nemen. Er lag nog een moeilijke aangelegenheid, die alle fracties bezig hield. Dat was nl. de financiële verhouding tussen Rijk en Gemeenten. Nu de specifieke gemeentebelastingen niet meer wor den geheven, moeten de gemeenten toch geld hebben om te kunnen leven. Zij krijgen daarom een be paald percentage uit de Rijksbelas tingen. Men begrijpt al wat een van de vraagstukken was: hoe groot moet dit percentage zijn En hoe veel moet iedere gemeente verhou dingsgewijs ontvangen Een andere kwestie, hiermede nauw verbonden, was de afgeschafte ondernemings belasting. Deze bestaat niet meer, maar dat is voor de gemeenten een strop, omdat zij een deel van de op brengst van deze belasting kregen. Hoe moeten zij daarvoor gecompen seerd worden Dat was een andere vraag, welke in het middelpunt der belangstelling stond. De gemeentebesturen zijn in de Kamer best vertegenwoordigd. Het is dus te begrijpen, dat de hele poli tiek van de regering ten opzichte van de gemeenten ter sprake kwam. Zijn de gemeenten nog wel zelf standig Men was het er algemeen over eens, dat zij steeds meer aan zelfstandigheid inboeten en dat zij in feite van Den Haag uit worden geregeerd. Een groot debat was daarvan het gevolg. Zoiets kan men echter best aan de Ministers Lief- tinck en Van Maarsseveen over laten. Wellicht zijn wij in staat om volgende week te vertellen, welke resultaten dit vinnige gevecht heeft opgeleverd. (Nadruk verboden) Vereniging zullen opgeven, om al dus gemeenschappelijk het nijpende probleem van de minder-valide ar beidskrachten hier op het eiland te bestuderen en zo mogelijk op te lossen. Als eerste vrucht van de A.V.O.- activiteit is hier sedert kort een werkplaats voor minder-validen op gericht. Deze werkplaats mag niet slechts zijn een aangelegenheid van de gemeente-besturen, maar moet worden een rijk-sociaal bezit van iedere eilandbewoner, die het wel zijn van zijn naaste ter harte gaat. Meldt U dus aan voor het A.V.O.- lidmaatschap bij de heer J. A. Gel derblom, Oudelandsestraat 5, Tho len en doe daadwerkelijk mede met de geestelijke en maatschappelijke verheffing van Uw medemens. De zaak, waar U zich dan aan geven zal is een zeer ernstige zaak, die de inzet van alle beschikbare krachten noodzakelijk maakt. A. L. A. Borst, Inspecteur A.V.O.-Zeeland INGEZONDEN Het ligt in de bedoeling om op het eiland Tholen een eigen afdeling van de Nederlandse Vereniging Sociale Zorg voor minder Validen, A.V.O. op te richten. In dit verband lijkt het mij zeer gewenst het een en ander van de doelstelling van de A.V.O. uiteen te zettén. Het probleem van de in zijn lichamelijke of geestelijke vermo gens gehandicapte mens is een pro bleem van sociale, psychologische en economische aard. De invalide wordt nl. maar al te vaak niet tot het arbeidsproces toe gelaten of bij plotselinge invalidi teit als een non-valeur uit het ar beidsproces verwijderd. Hij (of zij) is dan verder aange wezen op uitkeringen welke op grond van de sociale verzekerings wetten hem toekomen of hij vervalt in de gewone armenzorg. Wat dit betekent voor een mens, die aan de oorzaak van zijn invali diteit altijd onschuldig is, laat zich niet beschrijven. Medisch gezien is het heel ern stig, wanneer men bepaalde licha melijke of geestelijke functie's moet missen, maar de gevolgen op psy chologisch moreel en maatschappe lijk gebied van dit zuiver medische feit zijn oneindig veel ernstiger. Het is de natuurlijke taak van de mens om door arbeid in zijn behoef te te voorzien en wanneer hij dan door omstandigheden buiten zijn wil om, van deze natuurlijke taak wordt afgesneden, dan heeft dit een bijna funeste invloed op de psyche van deze mens. Mijn practijkervaring heeft mij geleerd, dat een lang, gedwongen en onverdiend niets-doen, zelfs van die man of vrouw, die vroeger uit muntte door grote geestelijke veer kracht, weinig meer overlaat dan een willoos en apathisch wezen, dat zich tegen het onmachtige volkomen kapot heeft gevochten en geestelijk leeg achterblijft. Het is natuurlijk prachtig, dat onze sociale wetten en instellingen deze mensen via uitkeringen bij springen, maar dit doet niets aan het feit, dat iedere uitkering, hoe gering ook, ten koste gaat van het moreel van hen, die deze uitkering ontvangen. Alles wat de mens zonder moeite en arbeid verkrijgt, krijgt hij toch niet voor niets, want zij betaalt dit met een behoorlijk deel van zijn geestelijke weerbaarheid. De A.V.O. nu zoekt de oplos sing van dit menselijke en tragi sche probleem in die mogelijkheden tot arbeid, die ook de invalide nog bezit. Via aanpassing en omscholing is het in de meeste gevallen mogelijk gebleken een invalide aan werk te helpen, dat hij aan kan en waarmede hij zelf weer in zijn onderhoud kan voorzien. Door de invalide als een non-va leur (met uitkering) te beschouwen, gaat deze zichzelf ook als een non- valeur zien, maar de gezond-ma- kende invloed van de arbeid zal hem weer gevoel voor eigenwaarde en voor menselijke waardigheid schenken. De geestelijke en morele winst is duidelijk. Economisch echter is de A.V.O.- oplossing van dit probleem even eens volkomen verantwoord. De arbeidsproductiviteit van de invalide wordt benut en komt de arbeidsproductiviteit van het Ne derlandse volk in zijn geheel ten goede. Wanneer bovendien een invalide geheel of gedeeltelijk in eigen onderhoud kan voorzien, dan bespaart dit de staat per geval een groot bedrag aan uitkering. De gemeenschap mist dus: 1ste 's mans arbeidsproductiviteit en 2e legt per jaar nog een bedrag toe. Dat er aan uitkeringen aan invali den niet met duizenden, maar met millioenen gerekend wordt, zal U dan ook duidelijk maken, hoe nij pend deze questie van economisch standpunt bezien thans wel is. Het A.V.O. werk is wel degelijk sociaal werk, maar bovendien eco nomisch meer dan verantwoord. Het helpen van een mens in maatschappelijke en geestelijke nood verkerend, mogen wij niet aan de staat alleen overlaten. Naastenliefde kan niet alleen be dreven worden via onze belasting centen, maar zal van mens tot mens van hart tot hart moeten worden beoefend en gedragen moeten wor den door een groot gevoel van me de-verantwoordelijkheid voor onze naaste. Daarom ook begint de A.V.O. hier een eigen afdeling op te rich ten en verwachten wij ook, dat vele Tholenaars zich als lid van deze Vrijdag 12 October werd te Stavenisse een voltallige openbare raadsvergadering gehouden onder voorzitterschap van de heer L. A. Verburg. Na voorlezing der no tulen, deelde de voorzitter mede, dat het nog niet zo bar vlot met het plaatsen van een geldlening ad 50.000. Men heeft thans 20.000 kunnen krijgen, behoudens goedkeuring Ged. Staten en nu zal men voor de andere 30.000 obligaties trachten uit te geven. Dhr. Hage vraagt of het geld tegen de lopende rentevoet wordt geleend, wat be vestigend wordt beantwoord. Dat kan of liever mag niet anders. Weth. v. d. Slikke vindt het raadselach tig, dat de Boerenleenbank het geld niet kon lenen. Wellicht is de periode van le ning te lang, meent hij, anders zou het toch voor de cliënten van de Bank van belang zijn, dat ze het geld tegen 4 kunnen plaatsen. In elk geval zal de Bank deze onthouding wel kunnen motiveren. Dhr. Hage begrijpt wel, dat de Bank het niet deed en geeft daarvoor een verklaring. Hij acht het gegronde redenen. INGEKOMEN STUKKEN Een ontwerp verkeersverordening zal bij de leden circuleren. Goedgekeurd is de gunning verkoop voormalige gemeentewo ningen aan dhr. Krijger te Poortvliet, voor 6200,—. Tot de beide Kerkgenootschappen ter plaatse is een verzoek gericht te willen bij dragen in de kosten voor krankzinnigen verpleging. Zoals bekend zijn de kosten daarvoor ook al enorm gestegen, zodat het voor de gemeente een zware, ja te zware last betekent. Van de Ned. Herv. Kerk is hierop nog geen antwoord ontvangen. De Oud Geref. Gemeente heeft dit verzoek afgewezen, me nende, dat het Rijk in het tekort hiervoor wel bijdraagt. De voorzitter merkt op, dat de laatste mening onjuist is, hij vindt de beslissing van de Oud Geref. Gem. te betreuren. Dhr. Hage vraagt of er ook niets wordt uitgekeerd volgens de ziektewet. Weth. v. d. Slikke meent, dat die zieken niet in aanmerking komen voor ziekte uitkering. De voorzitter wijst er op, dat het per patiënt 5,per dag kost en de provincie niet meer bijdraagt dan maximaal 100, per jaar. Dhr. Hage: En krijgt niemand van de Noodwet Drees Twee patiënten, ant woordt de voorzitter, die in totaal 1000, krijgen. Maar het kost de gemeente toch altijd nog een 5000, Dhr. Vos meent, dat nu de Oud Geref. Gem. een verkeerde mening had, men dit nog wel eens onder haar aandacht kon brengen. Wellicht dat dan ten gunste wordt beslist. Daartoe wordt besloten, nadat ook het antwoord binnen zal zijn van de Ned. Herv. Kerk. Voor kennisgeving aangenomen wordt het jaarverslag van de Waterleiding Mij Tholen over 1950. Het verificatiebureau heeft de kas gecon troleerd van de gemeenteontvanger over het 3e kwartaal 1951. Door de controleur is ge bleken dat er nog enkele posten openstaan van achterstallige belasting. De gemeente-ontvanger is het daarmee echter niet eens. In een bijgevoegd rapportje beweert hij anders en het blijkt volgens de raadsleden, dat laatstgenoemde juist is. De Raad neemt het beweerde op feiten ge gronde rapport van de gemeente-ontvanger dan ook volledig over. Dhr. Hage vraagt zich in verband met bovenstaande af, of men nu wel iets aan zo'n verificatiebureau heeft. In dit geval bleek immers van niet. Dhr. Tazelaar vindt het zeer flink van de gemeente-ontvanger om die kwestie zo te weerleggen. Daaruit blijkt dat hij de zaak goed door heeft. Hij vindt dat zo'n abuis door het verificatie-hureau niet meer moet voorkomen, anders kan men beter veran deren. De voorzitter wijst er op dat hierbij tal loze gemeenten zijn aangesloten en men nu toch wel even dient af te wachten of dat weer vogrkomt. Bij een abuis kan men toch eigenlijk niet direct gaan opzeggen. Daar toe wordt besloten. Ter inzage is aangeboden een gemeen schappelijke regeling voor de burgerlijke verdediging voor het eiland Tholen. Dit ontwerp zal ter goedkeuring aan de Com missaris worden gezonden. Dhr. Hage meent dat men hier buiten staat. De voorzitter antwoordt: ja maar het zal straks toch om een dubbeltje per inwo ner gaan. Dan zien we weer, antwoordt dhr. Hage. Het Prov. Bestuur verzoekt een kleine wijziging aan te brengen in de gratificatie regeling voor gemeente-personeel, daar in het ontwerp ook het onderwijzend personeel was genoemd en G. S. daarmee niet ac- coord kan gaan. Er wordt toe besloten. De pl. kinderbijslagverordening voor het gemeentepersoneel moet worden aangepast aan de gewijzigde rijksvoorschriften, waar tegen niemand bezwaar heeft. Meegedeeld wordt dat het Waterschap „Stavenisse" wil bijdragen aan de onder houdskosten oprit Molendijk, mits zij op haar beurt 1/3 krijgt van de opbrengst precario-rechtën van bietenopslag. Het Dag. Bestuur stelt voor hierop in te gaan onder de gevraagde voorwaarde. En met dit laatste ingekomen stuk kan de Raad zich eveneens verenigen. NIET HERKIESBAAR Aan de orde is dan het herbenoemen van de commissie woonruimtewet 1947, die dan weer tot 30 September 1952 zitting zal hebben. Dhr. Hage wijst er in dit verband op, dat de raadsleden destijds een persoonlijk schrijven hebben gehad van de voorzitter, waaruit in feite bleek, dat de raadsleden in deze commissie niet thuishoren. De voorzitter: Wettelijk zou het beter zijn, wanneer er een jaar anderen zitting in hadden, maar dat is moeilijk op te lossen, dus moest het wel zo als het is gegaan. Dhr. Hage: Naar aanleiding daarvan wens ik me dan toch niet meer herkiesbaar te stellen. De voorzitter vindt dit onjuist, daar vorige spreker er destijds zelf voor was om het onderling maar te regelen. Dhr. Hage: Die brief van U heeft me dan van mening doen veranderen. Bovendien, elders kan het toch ook met andere mensen en hier draaien wij alleen voor de moeilijke gevallen op. Er gaat totaal niets van ons uit. Dhr. Vos zegt, dat hij ook niet meer in aanmerking wenst te komen. Het wordt een moeilijk probleem. Andere gegadigden, die een eventuele benoeming ook zouden aan vaarden, weet men niet, een, twee, drie, op te noemen. Ook dhr. Hage niet. Daarom juist vindt weth. v. d. Slikke, dat dhr. Hage zich niet moet terugtrekken, men moet het als een plicht zien. Dhr. Hage: Ik ben van mening, dat er geen enkele adviescommissie zo weinig te vertellen heeft als die van Stavenisse. De voorzitter antwoordt hierop, dat deze commissie alleen adviserend kan werken, zo zegt de wet het immers. Er volgt stem men en de uitslag is, dat er 5 stemmen zijn uitgebracht op de heren Tazelaar, van 't Veer en Potappel, allen raadsleden, 1 stem op dhr. Nortier, 1 op dhr. C. Moerland Mzn en twee blanco. Eerstgenoemde drie raadsleden zijn dus herbenoemd. Twee vacatures blijven open en daar komt een derde bij, want ook dhr. Tazelaar bedankt voor de eer. De nu ont stane 3 vacatures zal men nog eens nader onder de loupe nemen. Over een volgend punt: wijziging van de verordening ambtenaren en bedienden ter secretarie is men het vlugger eens. Na enige toelichting wordt deze z.h.st. aanvaard. Aangeboden wordt vervolgens de ge meenterekening 1949 en de gemeentebegro ting 1952 ter onderzoek. Op de begroting 1952 is er een tekort van 5117,69. De voorzitter noemt enige posten in deze be groting, die belangrijk zijn gestegen, zoals die van druk- en bindwerk, straatverlichting, extra kosten voor de komende verkiezingen, aanzienlijke verhogingen voor huisvesting armlastigen, ondersteuning behoeftigen ver pleging krankzinnigen, en ook de te betalen rente. Dokter P. J. Duinker te Tholen, tel. 40. Dokter J. Vermet te Nieuw-Vos- semeer, tel. 10. De voorzitter meent dan ook dat het nodig is een nieuwe inkomstenbron aan te boren en vandaar dat besproken is een heffing brandweerbelasting. BRANDWEERBELASTING GAAT DOOR Reeds in Maart is hierover gesproken, aldus de voorzitter, in verband met h*t advies tot aankoop van een trekker. Er is toen evenwel niet verder op aangedrongen. Graag doet hij het ook niet, maar ik meen toch dat het thans nodig is een brandweer belasting te heffen. Van de panden, die niet zijn verzekerd, zou men het bijv. kunnen schatten. Het kan ook volgens kadastrale gegevens worden berekend. Geraamd wordt hiervan een opbrengst ad 1200. Dhr. Hage is de eerste die hierover het woord krijgt. Hij zegt dat hij altijd tegen niet verantwoorde posten heeft gestemd, omdat hij er een komende nieuwe belasting in ziet. Daarom valt dit voorstel hem niet vreemd, maar, zo besluit hij, ik ben er tegen. Tegenover een bron van uitgaven moet een bron van inkomsten staan en verschil lende uitgaven zijn mijns inziens niet ver antwoord. De voorzitter: Maar dan heeft de raad die toch aanvaard. Dhr. Hage: Maar daarmee ik persoonlijk nog niet. Dhr. Tazelaar en dhr. de Vos stellen zich in deze geheel achter dhr. Hage. De voorzitter vindt, dat het wèl billijk is. Meen niet, dat B. en W. onverantwoorde uitgaven maar doorzetten. Dhr. Hage zegt hierop, dat het lasten op lasten zijn. Er komt geen eind aan, maar dat gaat niet. Dhr. Vos: We zitten 'm nu bijv. te knij pen, of de sloot bij de school niet gaat uit zakken en daarna ook het schoolgebouw. En dan is het toch eigen schuld. Dat vindt dhr. van 't Veer niet. Des kundigen weten toch wel of het gaat of niet. Dhr. Tazelaar wil ook wel een punt noe men, dat niet van bezuiniging getuigt twee volontairs, bijv. die wettelijk niet zijn voor geschreven. Dan hebben we de 1200, van de brandweerbelastipg al. De voorzitter: Maar heeft er toch zelf voor gestemd Dhr. Tazelaar: Omdat ik meende, dat het moest, die gedachte is door Middelburg ook gewekt. Later bleek me, dat het helemaal niet verplicht is. De voorzitter wijst er met nadruk op, dat B. en W. in deze niets hebben achtergehou den. De betreffende stukken dienaangaande heeft ieder raadslid kunnen lezen. Trouwens, de voorzitter kan ook wel een post aan wijzen, nl. dat men zo maar 10.000.zou hebben uitgegeven voor krotten. Dhr. Hage briest: Dat wordea we nu op ons dak geschoven, wanneer we de woningnood willen lenigen. Er volgt nog enige discussie en het blijkt, dat deze heffing ongeveer de helft zal be- dragen van de straatbelasting (ieder kan het nu dus gemakkelijk nagaan - red.) en dat met ingang van 1 Januari 1951. Bij stemming zijn de beide wethouders en de leden Potappel en van 't Veer voor, de drie anderen, Hage, de Vos en Tazelaar stemmen tegen. De voorzitter merkt op, dat men het overige tekort zal trachten te krijgen door middel van een Rijksbijdrage. Anders zullen nog meer bezuinigingen moeten volgen, bijv. straatverlichting. De op de begroting 1952 hiervoor geraamde post bedraagt ook niet minder dan 900.Men zal dit echter moeten afwachten tot men iets van de Rijks uitkering afweet. Aan de agenda wordt daarna een punt toegevoegd, nl. VERHUUR ARRESTANTENLOKAAL Deze lokaliteit is nl. niet meer geschikt voor het doel, waarvoor ze staat en een grote behoefte is er overigens niet aan. Vandaar dat B. en W. vragen haar te machtigen dat gebouwtje te verhuren aan particulieren bij inschrijving en tot weder opzegging. De heer de Vos vindt het een behoorlijk schuurtje, waarvoor zeker liefhebbers te vinden zijn. B. en W. krijgen dan ook de machtiging tot verhuur. De instructie van de gemeente-ontvanger wordt opnieuw vastgesteld. Ingevoerd is een kasopnemingsboek, waardoor een en ander zeer gemakkelijk controleerbaar is. Allen gaan daarmee accoord. RONDVRAAG De heer I. de Vos informeert of de havenbeschoeiing toch de aandacht heeft. De voorzitter antwoordt, dat aan aan nemer Van Prooyen is opgedragen daarmee te beginnen, wat voor a.s. Donderdag zal gebeuren. Dhr. de Vos stelt ook voor het onkruid in het Bos te verdelgen met bijv. sproeimid delen, wanneer dat tenminste goedkoper is. Dhr. Potappel zag de gemeente-werklieden bezig met het verplaatsen van Groene Kruis- tenten. Behoort dat nu wel tot hun werk zaamheden, als er zoveel andere nodige

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 1