WEEKBLAD VOOR HET EILAHD THOLEN EN ST.FILIPSLOND Plaatselijk Nieuws WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementair Overzicht Commentaar Emigratie - Allerlei OOGSTTIJ D. Minister Staf welwillend ontvangen Eerste Kamer vergadert nog steeds ZONDAGSDIENST ARTSEN THOLEN OUD-VOSSEMEER 7c Jaargang No. 39 10 Augustus 1951 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.10 per kwartaal franco p.p. ƒ1.35 Prijs per nummer 10 cent Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Al geniet de Tweede Kamer van een welverdiende rust, dat betekent nog niet, dat haar oudere collega aan de overzijde van het Binnenhof eveneens met vacantie is gegaan. Onze Senaat verkeert nu eenmaal altijd in de positie dat zij achter de Tweede Kamer aanloopt. En daar om is zij thans nog bezig met de begrotingsbehandeling. Het is half Augustus eer zij daarmee klaar is dus een paar weken voordat Minis ter Lieftinck op de Derde Dinsdag van September de begrotingen voor het volgende dienstjaar zal indienen. Het feit dat de Tweede Kamer er niet meer in slaagt om de begroting voor Kerstmis af te handelen en de Kabinetscrisis zijn hiervan de oor zaak. Zo was men dezer dagen bezig met de behandeling van de begrotingen van Oorlog en Marine. De vele vacantiegangers, die in deze maanden eens een kijkje. nemen op het historisch Binnenhof schijnen zelfs bij de Kamerleden een min zame stemming teweeg te brengen. Het is tenminste zelden voorgeko men, dat een minister op een zo har telijke wijze werd begroet en dat hij door alle fracties uitgezonderd de communisten luidde werd gepre zen om zijn organisatorische talen ten. Dat is wel eens anders geweest. De Ministers Meynen thans directeur van de A.K.U. en Fie- vez waren ontegenzeggelijk ook organisators. Vooral wat de eerste heeft gepresteerd grenst haast aan het ongelooflijke. In een paar maan den tijd had hij na de bevrijding onze jongens naar Indonesië. Wijlen Minister Fievez werd algemeen ge roemd om zijn persoonlijkheid en zijn grote kennis van zaken. Het lot van de heren Schokking en 's Jacob was minder gelukkig. Zij werden het slachtoffer van de politiek. De ene was een rasechte c.h.u.-er en de ander was de beginselen dier partij toegedaan. Maar het was de heer Romme (k.v.p.) die, om de politieke samenstelling van het Kabinet te handhaven, weer een lid van de c.h.u. in het Ministerie wenste te zien opgenomen. Dit werd Minister Staf. Het is te begrijpen dat zijn partijgenoot Vixseboxse er in zijn rede op wees, dat het voor een Minister van Oorlog en Marine een hopeloze taak is als hij ook nog rekening moet houden met de „poli tiek". De technische en organisato rische kwesties zijn al zwaar genoeg. Naar zijn mening moeten politieke beoordelaars dan ook niet in die problemen treden. Het debat zelf leverde niet veel op. Dat zijn we ook niet gewend bij deze begrotingen. Dit komt doordat we nu eindelijk eens een militair plan hebben vijf divisies -en dat de organisatie gericht is op de uitvoering van dit plan. Het gebrek aan visie was juist datgene wat ons Parlement de laatst jaren zo heeft gehinderd. Men begreep echter, dat men daarom de bewindsman een royale kans moest geven. Natuurlijk had men nog al enige wensen, maar over de gehele linie bestond er eigenlijk geen critiek meer. Eén van de punten waarover nog al werd gesproken was de Nationale Reserve. De oprichting daarvan verloopt niet vlot. De aanmeldingen komen schaars binnen, hetgeen voor een deel te wijten is aan het feit dat de doelstelling nooit hele maal duidelijk was. Minister Staf dacht er niet over om deze Reserve op te heffen. Integendeel, er zullen aanlokkelijke voorwaarden in uit zicht worden gesteld en men zal de vrijwilligers die zich aanmelden niet nodeloos laten wachten. Daar tegenover staat echter, dat men zich voor een langere periode zal moeten binden, n.l. voor twee jaar. Voor een verplichtstelling voelde de Mi nister niets. De samenwerking met Spanje Verschillende afgevaardigden hadden ook de kwestie Spanje ter sprake gebracht. Men weet dat Amerika bezig is in dit land, waar de dictator Franco de scepter zwaait, steunpunten te zoeken. Is dit een bewijs dat de belangstelling voor de Noordzee aan het verflau wen is en dat de Middellandse Zee nu bij de Amerikanen favoriet is Dan zou West-Europa er niet best op staan. En kan een land als Spanje wel in het bondgenootschap der verschillende landen worden opgenomen Men was daar huive rig voor. Maar de Minister meende dat er weinig aan te doen is als Amerika dit doet op eigen houtje, buiten het Noord-Atlantisch Pact om. Overigens werd er op gewezen dat we niet voor alles „dankje" tegen Amerika behoeven te zeggen. Natuurlijk doet dit land veel voor West-Europa, maar aan de andere kant is de wapenleverantie een ge volg van een verdrag. Ook de Ver. Staten hebben dus verplichtingen, net zo goed als wij die hebben. De perscampagne tegen ons land, die men regelmatig kan aantreffen in Amerikaanse bladen, was, vol gens de Minister, een gevolg van het feit dat de Amerikanen van de Europese verhoudingen niet veel snappen. Natuurlijk gaat het niet aan om te zeggen dat wij niet ge noeg presteren de offers zijn zwaar genoeg en als de berich ten al te onredelijk zijn onderneemt onze Regering dan ook stappen om de zaak weer recht te zetten. Dat hier van opzet sprake was wilde de Minister echter niet geloven. Zo praatte men nog een tijdje door met het gevolg dat de begro tingen z.h.s. werden aangenomen. Der traditie getrouw waren de communisten tegen. (Nadruk verboden) UITKIJKEN Wanneer we voor ditmaal de overigens in deze tijd benarde ren teniers en renteniertjes buiten be schouwing laten, mag men met re den vaststellen, dat vrijwel iedereen wel eens een extra drukke tijd heeft gedurende een periode op een jaar. Terwijl de ene helft van Nederland en daarmee dus ook een gedeelte van onze eilandenbewoners vacan tie had, heeft of krijgt, staat het andere gedeelte, en dat is in onze omgeving wel de grootste helft, voor een drukke tijd; de oogsttijd. Maar vóór deze vacanties hadden de scholieren het weer bovenmatig druk om de in het verschiet liggen de examens tot een goed einde te brengen. De boekhouder, de ac countant zit er op het jaareinde tot over z'n oren in en de huisvrouwen zijn tweemaal per jaar niet te ge naken als het schoonmaakmonster als een epidemie de woningen teis tert. Zo krijgt dus vrijwel iedere ca tegorie een tijd in een jaar, die z'n bijzondere aandacht, een bijzondere inspanning vraagt. Anders is dat gesteld met de op- ruimingstijd, een episode, die nu weer juist achter ons ligt en waar op we in dit commentaar even wil len terugblikken. De tweemaal per jaar gehouden opruiming vraagt niet om aandacht, maar wordt zon der meer aan ons opgedrongen. En dat door geweldige reclamemidde len. De advertentiecampagne's voor de laatste opruiming zullen hierbij ongetwijfeld een record hebben ge slagen. Het kwam in sommige stre ken, voornamelijk dan in de grote stadscentra -zelfs zover, dat het normale leven er door werd verstoord. En wanneer men dat la ter overdenkt, moet men toch con cluderen, dat zulks ongerijmd is. Er is toch bij een opruiming in feite niets bijzonders aan de hand. Het is toch enkel maar een zuivering der goederenkanalen, die van pro ducent naar verbruiker stromen. Immers, niet alle gemaakte goede ren gaan zonder hapering en even vlot van de hand. De fabrikant heeft „misgewassen", bij de grossier blijven partijen hangen en ook de winkelier ontdekt soms plotseling, dat hij zich bij zijn inkoop-politiek enigszins heeft vergist. Zo blijven er de onverkochte voorraden, waar aan het publiek niet de verwachte aandacht heeft besteed. En juist deze incourante voorra den kunnen inkoop van nieuwe, moderner, meer gevraagde artikelen remmen. Er zit geld in, er is ruimte voor nodig, er is het gevaar van bederving, slijtage of andere scha de. En dus moet ook de winkelier op zijn tijd eens gaan opruimen. In ons land is aan de opruiming ja ren geleden paal en perk gesteld, omdat sommige kooplieden schijn baar een geheel jaar door opruim den en dit tot ongewenste en vaak ook oneerlijke concurrentie aanlei ding gaf. Daarom zijn wettelijk be paalde weken van het jaar aange wezen, waarin ieder zijn uitver koop- en kooplust kan botvieren. In de loop der jaren is het al zo geworden, dat het gedeelte van het publiek met een smalle beurs juist in die tijd haar inkopen doet. Dat de winkelier dit heeft opgemerkt spreekt vanzelf en daarom wordt door middel van reclame het uiter ste gedaan om de aandacht te trek ken. Lokmiddelen Bijvoorbeeld: de geëtaleerde goederen vèr beneden de kostprijs, wat dus in feite bete kent: een meevaller voor een enke ling, die de tijd en moeite en daar mee toch ook weer de onkosten er voor heeft genomen om er tijdens de etalage-verkoop bij te zijn. Een dergelijk lokmiddel is intussen geen zuivere uitverkoop en daartoe gaat men dan ook alleen over, wanneer men door de nood gedrongen wordt. Een andere attractie is een zekere korting, die in vele gevallen ook een truc verbergen, al lijkt ons dit in elk geval bonafider. Maar, men zou er ook uit kunnen conclu deren, dat de normale winstmarge te hoog is of dat die winkelier nu uitverkoopt tegen te lage prijzen, zodat dit ook alweer drukt op zijn bedrijfsresultaten, wat de bedoeling niet is van uitverkoop. En het kan bovendien voor een gehele bedrijfs tak prijsbederf meebrengen. En aangezien de handelaar dit zelf ook wel aanvoelt komt een uitverkoop van overigens eveneens vlot ver koopbare artikelen dan ook prac tised neer op „nepmiddelen". Men gaat dikwijls eerst de prijzen ver hogen en geeft daarop een zekere korting. Dat lijkt aantrekkelijk, maar men betaalt toch evenveel dan voor de uitverkoop. Het publiek weet dat echter ook vlug genoeg en Jiierdoor is aan de eigenlijke uit verkopen in het verleden al heel wat schade toegebracht. Dat is trou wens ook tijdens de laatste uitver koop duidelijk gebleken. Er werd door grote zaken enorm van de to ren geblazen: Oorlog in de prijzen voor de helft wij geven alles voor niets enz., waren de leuzen van de dag. De oorzaken voor deze slechts ogenschijnlijke prijsverlagin gen lagen voor de hand. Er liepen vredesgeruchten er was een prijscritisch publiek, er waren in sommige bedrijven enorme voorra den er was geen dringende be hoefte bij de afnemer. En ondanks die geweldige leuzen schijnt de uitverkoop over het alge meen weinig meer resultaat te heb ben opgeleverd dan in andere jaren. Omdat het publiek veelal door had dat vele lokmiddelen slechts „nep middelen" waren. En men uitein delijk concludeerde, dat men toch maar het beste bij zijn eigen bona fide winkelier kon blijven, die z'n normale gezonde opruiming hield. Een opruiming moet niet meer zijn, dan zoals hiervoor reeds is opge merkt: het tegen verlaagde prijs verkopen van die artikelen, die uit de mode zijn, die niet of slecht ver kocht worden. En als daarvoor pu bliek gevonden wordt, dat er mede gediend is, dan is het èn voor de zakenman èn voor dat publiek vol komen verantwoord. Daarom ook is uit de laatste uitverkoop weer ge bleken, dat èn die zakenman èn het publiek degelijk moet uitkijken, om te voorkomen, dat ze beiden van het kantje in de sloot raken. Hoe staat het op dit ogenblik met de emigratie van Nederlanders naar Australië Nieuw-Zeeland, Canada, Zuid-Afrika en Brazilië Op deze vraag heeft de Commissaris voor de Emigratie, mr. ir. B. W. Haveman op een persconferentie in Den Haag antwoord gegeven. Het aantal Nederlanders, dat het land verlaat om elders in de wereld een nieuwe toekomst op te bouwen, beweegt zich nog steeds in stijgende lijn. In de eerste 4 maan den van 1951 werd een totaal bereikt van 14.000 emigranten, dat is evenveel als het totale aantal in 1949. Op 1 Juli jl. was het aantal van 21.000 overschreden. De grootste moeilijkheden werden de laatste tijd ondervonden met betrekking tot de emigranten naar AUSTRALIË. Omstreeks 1 Mei is Australië nl. begonnen met het invoeren van een veel strengere selectie. Toegelaten werden toen alleen vakbekwame werkkrachten. Van de 7000 liefhebbers voor emigratie naar dit land, die op dat ogen blik stonden ingeschreven werden er slechts 700 toegelaten. Op het ogenblik zijn er echter aanwijzingen dat ook weer onge schoolden in grotere getale zullen worden toegelaten. Momenteel blijkt de grootste belang stelling van de emigranten uit te gaan naar NIEUW-ZEELAND. Juist vorige week is men met de Nieuw-Zeelandse regering tot overeenstemming gekomen over het emi greren van Nederlanders uit alle beroepen behalve voor administratief personeel en intellectuelen, terwijl ook een voorbehoud wordt gemaakt ten aanzien van gehuwden. Wel is er thans de mogelijkheid zgn. „pre fabricated'' huizen mee te nemen. Nieuw- Zeeland verleent daarbij veel medewerking, zoals vrijstelling van invoerrechten, terwijl ook door de regering daar credieten worden verstrekt voor het aankopen van grond en het bestrijden van de bouwkosten. Daarvan kunnen echter alleen die bevoorrechten profiteren, die in staat zijn zelf de aan schaffing van een dergelijke montagewoning te bekostigen. De regering bestudeert de mogelijkheid om deze huizen in grotere aan tallen naar Nieuw-Zeeland te verschepen. Wat CANADA betreft, in het eerste halfjaar van 1951 vertrokken naar dit land 9.000 emigranten, terwijl er nog 4.000 wach ten op vervoer. Alle vliegtuigen en schepen zijn volgeboekt. De oorzaak van dit wach ten op vervoer moet voor een groot deel worden gezocht in het feit dat men zich te laat aanmeldt. Wie van plan is het volgend jaar naar Canada te vertrekken doet er goed aan zich nu reeds te melden opdat men tijdig een overzicht heeft van de behoeften aan vervoersmogelijkheden. Met de Minister van Arbeid van Zuid- Afrika heeft de Nederlandse regering kort geleden besprekingen gevoerd. Zuid-Afrika wenst hoofdzakelijk geschoolde werk krachten. De regering zal echter de moge lijkheden onderzoeken voor emigratie van andere groepen arbeidskrachten. De kans bestaat, dat de Nederlands-Zuid-Afrikaanse vereniging met haar voorschotbank weer een bemiddelende rol krijgt toebedeeld, evenals dat voor de oorlog het geval was. De Zuid-Afrikaanse Minister toonde tijdens zijn bezoek veel belangstelling voor de op leiding door de Nederlandse Rijkswerkplaat sen. Hij heeft beloofd met zijn regering overleg te plegen over het opnemen in Zuid- Afrika van Nederlanders, die in deze werk plaatsen zijn opgeleid. Over Brazilië tenslotte kon de heer Haveman goed nieuws mededelen. De Nederlandse regering heeft nl. dezer dagen haar goedkeuring gehecht aan het plan van de Christelijke Emigratie Centrale tot het vormen van een Nederlandse kolonie in dit land. Een 50-tal Nederlandse families, voornamelijk uit de ontginningsgebieden in het oosten, zullen naar Brazilië kunnen vertrekken. De heer Haveman vertelde tenslotte iets over de subsidieregeling. In beginsel kan iedereen, die wenst te emigreren, recht doen gelden op subsidie, mits hij krachtens zijn persoonlijke welstand daarvoor in aan merking komt en mits er een voor de Nederlandse regering aanvaardbare regeling bestaat met het betreffende land over het opnemen van ongeschoolden naast de vak bekwame arbeidskrachten. De laatste tijd is gebleken, dat van de subsidieregeling in verschillende gevallen en op vaak zeer geraffineerde wijze misbruik wordt gemaakt door mensen, die zelf over voldoende middelen beschikken. Er zijn zeer strenge controle-maatregelen genomen om aan die misbruiken een einde te maken. De heer Haveman is inmiddels naar Ca nada vertrokken om zich nader te informe ren over de mogelijkheden tot het opnemen van niet-agrarische arbeidskrachten in dat land. (Nadruk verboden) Als variatie op het welbekende „sikkels klinken, sikkels blinken", zouden we nu kunnen schrijven: machines maaien, hoor ze draaien, ruisend valt het graan...". Het is weer oogsttijd. Vorige week was reeds hier en daar een akker gerst gemaaid, deze week ziet men het reeds overal. En vrijwel gelijk met de gerst is ook de tarwe rijp. Er was al wat meer leven in de land- bouwbrouwerij gekomen. De zilveruienoogst is immers al een paar weken aan de gang en verschaft ook op onze eilanden of mis schien wel juist op onze eilanden (Tholen en St. Filipsland) aan vele handen werk. Deze oogst wordt niet overweldigend ge noemd, maar over het algemeen toch zeer behoorlijk. En de prijzen zijn daaraan ge lijk. Ook de arbeider kan hieruit een goed loon halen. Niet overweldigend, zoals het in sommige jaren wel eens is geweest, te meer nu we de dure tijdsomstandigheden in aanmerking moeten nemen, maar daarom toch nog een zeer goed loon op de meeste percelen, toch altijd nog weer een mee vallertje, deze zilveruienoogst. Het einde hiervan ligt inmiddels weer al in het ver schiet. Dat dus in tegenstelling met de graan oogst, waarvan men nog aan het begin staat. Ook de opbrengst hiervan lijkt geen record-jaar te zullen worden, maar de ge middelde stand over geheel Nederland van de wintergranen ziet er nog iets gunstiger uit dan het gemiddelde over de laatste 10 jaar. De opbrengstverwachtingen voor de zomertarwe en gerst mag over het alge meen niet zo hoog gespannen zijn. Ditzelfde geldt voor peulvruchten. Gezien de late poot is het aardappelge was voortreffelijk gegroeid, voor zover het loof betreft. Dan mogen we vooral niet vergeten, dat onze eilanden daarbij niet van achter komen. In Juni reeds was dat te zien, toen het aardappelgewas hier over het algemeen vlugger was dan in andere stre ken. En in het blad is dat zo gebleven. Ongekend loofrijk zijn sommige percelen. We zagen laatst aardappelloof van 11/£ meter lengte. Maar daarmee is de oogst van aardappelen niet even groot. Integendeel, de knollengroei blijft toch aan de late kant, evenmin als de opbrengst van vroeg ge rooid pootgoed groot was. De laatste 14 dagen waren de weersomstandigheden voor de aardappelen bovendien niet gunstig en het „kwaad" neemt toe. De stand van de suikerbieten lag in Nederland ook boven het gemiddelde van de laatste 10 jaar, even als die van de uien, al heerst er in ver schillende percelen ziekte onder. Zo heeft men alles bij elkaar ook dit jaar, ondanks de late zaai, nog geen reden tot klagen. We staan pas aan het begin van de oogst. Vele invloeden kunnen die oogst nog doen mee- en tegenvallen. Met allen die bij deze oogstwerkzaamheden direct betrok ken zijn hopen we op het eerste, al kunnen we niet meer dan wensen dat het goed oogstweer mag worden, goede prijzen en daardoor een goede beloning voor werk gever en werknemer. Dokter P. J. Duinker te Tholen, tel. 40. Dokter J. Vermet te Nieuw-Vos- semeer, tel 10. KAMPWEEK C.J.M.V. Maandag 30 Juli jl. vertrok de Chr. Jon gensclub uit Tholen per fiets naar Amers foort om een kampweek door te brengen in het C.J.M.V.-kamp Oud-Leusden. De tocht ging per fiets naar Willemstad, waar werd overgestapt op een gehuurde boot, die het gezelschap naar Gorkum bracht. Vandaar ging het weer per fiets over Leerdam, Cuilenburg en Doorn naar het Kamp. De jongens hadden op de Leusder Hei een pracht week. De kampleiding had ge zorgd voor een uitgebreid programma, dat nagenoeg geheel werd afgewerkt. Twee grote spelen in de bossen, een grote fiets tocht naar Lage Vuursche en Soestdijk, een nachtelijke sluiptocht, voetbal en volleybal wedstrijden, enz. Behoudens een paar onweersbuitjes viel het weer erg mee; droog en zonnig. Ér werd in tenten geslapen. Een grote 'kampkeuken zorgde voor eten en drinken. Tot slot van de kampweek werd Vrijdag avond een groot kampvuur ontstoken, waar bij gezongen en een spannend verhaal ver teld werd. De terugreis verliep erg vlot. Om zes uur Zaterdagmorgen vertrok de groep uit het Kamp om via Utrecht naar Gorkum te fietsen. Ondanks wat regen onderweg, bleef de stemming best. Om half 11 vertrok de boot naar Willemstad, aankomst half 2, zodat om half vier de groep vermoeid, doch zeer voldaan weer in Tholen aankwam. De groep bestond uit 1 Hoofdleider (dhr. v. Elsacker) 3 ass. leiders en 25 jongens. GESLAAGD Bij het te Breda gehouden examen van ENSAID slaagde voor Costumière: Leni v. d. Berge Ad„ Nellie de Hond, Nellie Ver- kerke, allen te Tholen en H. v. d. Male te Nieuw-Vossemeer. GESLAAGD Te Middelburg slaagde voor het examen vakkennis melkhandelaar de heer S. Pot ter alhier. BENOEMING Met ingang van 1 September a.s. is de heer O. J. Contant Pzn. benoemd tot on derwijzer aan de School voor Bijzonder La ger Onderwijs te Klundert. DE THOOLSE COURSE Het wielercomité voor de eerste Ronde van Tholen gaat nu merken, dat 1 Septem ber nadert. Er komt steeds meer belangstel ling van de zijde der inwoners en ook ko men regelmatig aanmeldingen binnen. Wel had het comité de tegenslag dat op de zelfde datum ook de wereldkampioenschap pen worden verreden, waar natuurlijk al de Tour de France-rijders heen moeten en men deze renners dus in Tholen niet kan zien starten. Daar staat evenwel tegenover, dat verder allen, die tot de beste profs ge rekend kunnen worden hebben ingeschre ven. Uit de grote lijst van deelnemers noe men we: Lakeman, Rocks, Everts, Bak ker, de Vries, van Gelderen, Braspenning, van Gerwen, Schellingerhout, Witteveen, van As, Buuron, de Hoog, van der Zande, Mangelaars. U zult het met ons eens zijn, dat van dergelijke renners een rondje fietsen te ver wachten is. Bovendien is deelname van en kele zeer bekende Belgische renners toege zegd, zodat de strijd om de eerste plaatsen zeker spannend kan worden. VOOR HET ROODE KRUIS Het verslag van de voetbalwedstrijd tus sen een Veteranen en een Jeugdelftal van Tholense Boys moest door omstandigheden beperkt blijven tot enkel de uitslag. Daarom willen we thans nog vermelden, dat deze wedstrijd ten bate van het Ned. Roode Kruis werd gespeeld en aan de afd. Tho len ruim 35,kon worden afgedragen. Tijdens deze ontmoeting waren bestuursle den van de Thoolse afdeling op het veld en verleende de harmonie „Concordia" haar medewerking. GESLAAGD Voor het vakexamen melkhandelaar slaagde te Middelburg de heer J. Istha al hier. SPORTMIDDAG De Ruitervereniging „Eendrachtruiters" zal op 8 September een sportmiddag hou den, waaraan allen kunnen deelnemen, die met paarden omgaan. GESLAAGD Te Breda slaagde voor de Hoofdakte B de heer J. J. van Veenendaal, onderwijzer aan de Openbare Lagere School, alhier. BURGERLIJKE STAND over de maand Juli 1951 Geboren: 6 Juli: Everhardus Johannes Dirk, zn. van Dirk Dignus de Wilde en Betty Jacoba Evans. 12 Juli: Adriana Veronica, dt. van Johan nes Petrus Havermans en Cornelia Christina Johanna Verhees. 17 Juli: Jan Machiel, zn. van Hendrik Adriaan Guiljam en Maria Janna Quaak. 19 Juli: Sara Cornelia, dt. van Abraham Johannes Ligtendag en Catharina Jacoba Minheere. 21 Juli: Maatje Rachel, dt. van Gerrit

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 1