WEEKBLAD VOOR HET EILAHD THOLEN EN ST.FILIPSLOND
Plaatselijk Nieuws
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Het Parlementair Overzicht
Commentaar
Emigratie - Allerlei
OOGSTTIJ D.
Minister Staf welwillend ontvangen
Eerste Kamer vergadert nog steeds
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
THOLEN
OUD-VOSSEMEER
7c Jaargang No. 39
10 Augustus 1951
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.10 per
kwartaal franco p.p. ƒ1.35
Prijs per nummer 10 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Al geniet de Tweede Kamer van
een welverdiende rust, dat betekent
nog niet, dat haar oudere collega
aan de overzijde van het Binnenhof
eveneens met vacantie is gegaan.
Onze Senaat verkeert nu eenmaal
altijd in de positie dat zij achter de
Tweede Kamer aanloopt. En daar
om is zij thans nog bezig met de
begrotingsbehandeling. Het is half
Augustus eer zij daarmee klaar is
dus een paar weken voordat Minis
ter Lieftinck op de Derde Dinsdag
van September de begrotingen voor
het volgende dienstjaar zal indienen.
Het feit dat de Tweede Kamer er
niet meer in slaagt om de begroting
voor Kerstmis af te handelen en de
Kabinetscrisis zijn hiervan de oor
zaak. Zo was men dezer dagen
bezig met de behandeling van de
begrotingen van Oorlog en Marine.
De vele vacantiegangers, die in deze
maanden eens een kijkje. nemen op
het historisch Binnenhof schijnen
zelfs bij de Kamerleden een min
zame stemming teweeg te brengen.
Het is tenminste zelden voorgeko
men, dat een minister op een zo har
telijke wijze werd begroet en dat hij
door alle fracties uitgezonderd de
communisten luidde werd gepre
zen om zijn organisatorische talen
ten. Dat is wel eens anders geweest.
De Ministers Meynen thans
directeur van de A.K.U. en Fie-
vez waren ontegenzeggelijk ook
organisators. Vooral wat de eerste
heeft gepresteerd grenst haast aan
het ongelooflijke. In een paar maan
den tijd had hij na de bevrijding
onze jongens naar Indonesië. Wijlen
Minister Fievez werd algemeen ge
roemd om zijn persoonlijkheid en
zijn grote kennis van zaken. Het lot
van de heren Schokking en 's Jacob
was minder gelukkig. Zij werden
het slachtoffer van de politiek. De
ene was een rasechte c.h.u.-er en de
ander was de beginselen dier partij
toegedaan. Maar het was de heer
Romme (k.v.p.) die, om de politieke
samenstelling van het Kabinet te
handhaven, weer een lid van de
c.h.u. in het Ministerie wenste te
zien opgenomen. Dit werd Minister
Staf. Het is te begrijpen dat zijn
partijgenoot Vixseboxse er in zijn
rede op wees, dat het voor een
Minister van Oorlog en Marine een
hopeloze taak is als hij ook nog
rekening moet houden met de „poli
tiek". De technische en organisato
rische kwesties zijn al zwaar genoeg.
Naar zijn mening moeten politieke
beoordelaars dan ook niet in die
problemen treden.
Het debat zelf leverde niet veel
op. Dat zijn we ook niet gewend bij
deze begrotingen. Dit komt doordat
we nu eindelijk eens een militair
plan hebben vijf divisies -en
dat de organisatie gericht is op de
uitvoering van dit plan. Het gebrek
aan visie was juist datgene wat ons
Parlement de laatst jaren zo heeft
gehinderd. Men begreep echter, dat
men daarom de bewindsman een
royale kans moest geven. Natuurlijk
had men nog al enige wensen, maar
over de gehele linie bestond er
eigenlijk geen critiek meer.
Eén van de punten waarover nog
al werd gesproken was de Nationale
Reserve. De oprichting daarvan
verloopt niet vlot. De aanmeldingen
komen schaars binnen, hetgeen
voor een deel te wijten is aan het
feit dat de doelstelling nooit hele
maal duidelijk was. Minister Staf
dacht er niet over om deze Reserve
op te heffen. Integendeel, er zullen
aanlokkelijke voorwaarden in uit
zicht worden gesteld en men zal de
vrijwilligers die zich aanmelden niet
nodeloos laten wachten. Daar
tegenover staat echter, dat men zich
voor een langere periode zal moeten
binden, n.l. voor twee jaar. Voor
een verplichtstelling voelde de Mi
nister niets.
De samenwerking met Spanje
Verschillende afgevaardigden
hadden ook de kwestie Spanje ter
sprake gebracht. Men weet dat
Amerika bezig is in dit land, waar
de dictator Franco de scepter
zwaait, steunpunten te zoeken. Is dit
een bewijs dat de belangstelling
voor de Noordzee aan het verflau
wen is en dat de Middellandse Zee
nu bij de Amerikanen favoriet is
Dan zou West-Europa er niet best
op staan. En kan een land als
Spanje wel in het bondgenootschap
der verschillende landen worden
opgenomen Men was daar huive
rig voor. Maar de Minister meende
dat er weinig aan te doen is als
Amerika dit doet op eigen houtje,
buiten het Noord-Atlantisch Pact
om.
Overigens werd er op gewezen
dat we niet voor alles „dankje"
tegen Amerika behoeven te zeggen.
Natuurlijk doet dit land veel voor
West-Europa, maar aan de andere
kant is de wapenleverantie een ge
volg van een verdrag. Ook de Ver.
Staten hebben dus verplichtingen,
net zo goed als wij die hebben.
De perscampagne tegen ons land,
die men regelmatig kan aantreffen
in Amerikaanse bladen, was, vol
gens de Minister, een gevolg van
het feit dat de Amerikanen van de
Europese verhoudingen niet veel
snappen. Natuurlijk gaat het niet
aan om te zeggen dat wij niet ge
noeg presteren de offers zijn
zwaar genoeg en als de berich
ten al te onredelijk zijn onderneemt
onze Regering dan ook stappen om
de zaak weer recht te zetten. Dat
hier van opzet sprake was wilde de
Minister echter niet geloven.
Zo praatte men nog een tijdje
door met het gevolg dat de begro
tingen z.h.s. werden aangenomen.
Der traditie getrouw waren de
communisten tegen.
(Nadruk verboden)
UITKIJKEN
Wanneer we voor ditmaal de
overigens in deze tijd benarde ren
teniers en renteniertjes buiten be
schouwing laten, mag men met re
den vaststellen, dat vrijwel iedereen
wel eens een extra drukke tijd heeft
gedurende een periode op een jaar.
Terwijl de ene helft van Nederland
en daarmee dus ook een gedeelte
van onze eilandenbewoners vacan
tie had, heeft of krijgt, staat het
andere gedeelte, en dat is in onze
omgeving wel de grootste helft,
voor een drukke tijd; de oogsttijd.
Maar vóór deze vacanties hadden
de scholieren het weer bovenmatig
druk om de in het verschiet liggen
de examens tot een goed einde te
brengen. De boekhouder, de ac
countant zit er op het jaareinde tot
over z'n oren in en de huisvrouwen
zijn tweemaal per jaar niet te ge
naken als het schoonmaakmonster
als een epidemie de woningen teis
tert. Zo krijgt dus vrijwel iedere ca
tegorie een tijd in een jaar, die z'n
bijzondere aandacht, een bijzondere
inspanning vraagt.
Anders is dat gesteld met de op-
ruimingstijd, een episode, die nu
weer juist achter ons ligt en waar
op we in dit commentaar even wil
len terugblikken. De tweemaal per
jaar gehouden opruiming vraagt
niet om aandacht, maar wordt zon
der meer aan ons opgedrongen. En
dat door geweldige reclamemidde
len. De advertentiecampagne's voor
de laatste opruiming zullen hierbij
ongetwijfeld een record hebben ge
slagen. Het kwam in sommige stre
ken, voornamelijk dan in de
grote stadscentra -zelfs zover, dat
het normale leven er door werd
verstoord. En wanneer men dat la
ter overdenkt, moet men toch con
cluderen, dat zulks ongerijmd is. Er
is toch bij een opruiming in feite
niets bijzonders aan de hand. Het
is toch enkel maar een zuivering
der goederenkanalen, die van pro
ducent naar verbruiker stromen.
Immers, niet alle gemaakte goede
ren gaan zonder hapering en even
vlot van de hand. De fabrikant
heeft „misgewassen", bij de grossier
blijven partijen hangen en ook de
winkelier ontdekt soms plotseling,
dat hij zich bij zijn inkoop-politiek
enigszins heeft vergist. Zo blijven
er de onverkochte voorraden, waar
aan het publiek niet de verwachte
aandacht heeft besteed.
En juist deze incourante voorra
den kunnen inkoop van nieuwe,
moderner, meer gevraagde artikelen
remmen. Er zit geld in, er is ruimte
voor nodig, er is het gevaar van
bederving, slijtage of andere scha
de. En dus moet ook de winkelier
op zijn tijd eens gaan opruimen. In
ons land is aan de opruiming ja
ren geleden paal en perk gesteld,
omdat sommige kooplieden schijn
baar een geheel jaar door opruim
den en dit tot ongewenste en vaak
ook oneerlijke concurrentie aanlei
ding gaf. Daarom zijn wettelijk be
paalde weken van het jaar aange
wezen, waarin ieder zijn uitver
koop- en kooplust kan botvieren.
In de loop der jaren is het al zo
geworden, dat het gedeelte van het
publiek met een smalle beurs juist
in die tijd haar inkopen doet. Dat
de winkelier dit heeft opgemerkt
spreekt vanzelf en daarom wordt
door middel van reclame het uiter
ste gedaan om de aandacht te trek
ken. Lokmiddelen Bijvoorbeeld: de
geëtaleerde goederen vèr beneden
de kostprijs, wat dus in feite bete
kent: een meevaller voor een enke
ling, die de tijd en moeite en daar
mee toch ook weer de onkosten er
voor heeft genomen om er tijdens
de etalage-verkoop bij te zijn. Een
dergelijk lokmiddel is intussen geen
zuivere uitverkoop en daartoe gaat
men dan ook alleen over, wanneer
men door de nood gedrongen
wordt. Een andere attractie is een
zekere korting, die in vele gevallen
ook een truc verbergen, al lijkt ons
dit in elk geval bonafider. Maar,
men zou er ook uit kunnen conclu
deren, dat de normale winstmarge
te hoog is of dat die winkelier nu
uitverkoopt tegen te lage prijzen,
zodat dit ook alweer drukt op zijn
bedrijfsresultaten, wat de bedoeling
niet is van uitverkoop. En het kan
bovendien voor een gehele bedrijfs
tak prijsbederf meebrengen. En
aangezien de handelaar dit zelf ook
wel aanvoelt komt een uitverkoop
van overigens eveneens vlot ver
koopbare artikelen dan ook prac
tised neer op „nepmiddelen". Men
gaat dikwijls eerst de prijzen ver
hogen en geeft daarop een zekere
korting. Dat lijkt aantrekkelijk,
maar men betaalt toch evenveel dan
voor de uitverkoop. Het publiek
weet dat echter ook vlug genoeg
en Jiierdoor is aan de eigenlijke uit
verkopen in het verleden al heel
wat schade toegebracht. Dat is trou
wens ook tijdens de laatste uitver
koop duidelijk gebleken. Er werd
door grote zaken enorm van de to
ren geblazen: Oorlog in de prijzen
voor de helft wij geven alles
voor niets enz., waren de leuzen
van de dag. De oorzaken voor deze
slechts ogenschijnlijke prijsverlagin
gen lagen voor de hand. Er liepen
vredesgeruchten er was een
prijscritisch publiek, er waren in
sommige bedrijven enorme voorra
den er was geen dringende be
hoefte bij de afnemer.
En ondanks die geweldige leuzen
schijnt de uitverkoop over het alge
meen weinig meer resultaat te heb
ben opgeleverd dan in andere jaren.
Omdat het publiek veelal door had
dat vele lokmiddelen slechts „nep
middelen" waren. En men uitein
delijk concludeerde, dat men toch
maar het beste bij zijn eigen bona
fide winkelier kon blijven, die z'n
normale gezonde opruiming hield.
Een opruiming moet niet meer zijn,
dan zoals hiervoor reeds is opge
merkt: het tegen verlaagde prijs
verkopen van die artikelen, die uit
de mode zijn, die niet of slecht ver
kocht worden. En als daarvoor pu
bliek gevonden wordt, dat er mede
gediend is, dan is het èn voor de
zakenman èn voor dat publiek vol
komen verantwoord. Daarom ook
is uit de laatste uitverkoop weer ge
bleken, dat èn die zakenman èn het
publiek degelijk moet uitkijken, om
te voorkomen, dat ze beiden van het
kantje in de sloot raken.
Hoe staat het op dit ogenblik met de
emigratie van Nederlanders naar Australië
Nieuw-Zeeland, Canada, Zuid-Afrika en
Brazilië
Op deze vraag heeft de Commissaris voor
de Emigratie, mr. ir. B. W. Haveman op
een persconferentie in Den Haag antwoord
gegeven.
Het aantal Nederlanders, dat het land
verlaat om elders in de wereld een nieuwe
toekomst op te bouwen, beweegt zich nog
steeds in stijgende lijn. In de eerste 4 maan
den van 1951 werd een totaal bereikt van
14.000 emigranten, dat is evenveel als het
totale aantal in 1949. Op 1 Juli jl. was het
aantal van 21.000 overschreden.
De grootste moeilijkheden werden de
laatste tijd ondervonden met betrekking tot de
emigranten naar AUSTRALIË. Omstreeks
1 Mei is Australië nl. begonnen met het
invoeren van een veel strengere selectie.
Toegelaten werden toen alleen vakbekwame
werkkrachten. Van de 7000 liefhebbers voor
emigratie naar dit land, die op dat ogen
blik stonden ingeschreven werden er slechts
700 toegelaten. Op het ogenblik zijn er
echter aanwijzingen dat ook weer onge
schoolden in grotere getale zullen worden
toegelaten.
Momenteel blijkt de grootste belang
stelling van de emigranten uit te gaan naar
NIEUW-ZEELAND. Juist vorige week is
men met de Nieuw-Zeelandse regering tot
overeenstemming gekomen over het emi
greren van Nederlanders uit alle beroepen
behalve voor administratief personeel en
intellectuelen, terwijl ook een voorbehoud
wordt gemaakt ten aanzien van gehuwden.
Wel is er thans de mogelijkheid zgn. „pre
fabricated'' huizen mee te nemen. Nieuw-
Zeeland verleent daarbij veel medewerking,
zoals vrijstelling van invoerrechten, terwijl
ook door de regering daar credieten worden
verstrekt voor het aankopen van grond en
het bestrijden van de bouwkosten. Daarvan
kunnen echter alleen die bevoorrechten
profiteren, die in staat zijn zelf de aan
schaffing van een dergelijke montagewoning
te bekostigen. De regering bestudeert de
mogelijkheid om deze huizen in grotere aan
tallen naar Nieuw-Zeeland te verschepen.
Wat CANADA betreft, in het eerste
halfjaar van 1951 vertrokken naar dit land
9.000 emigranten, terwijl er nog 4.000 wach
ten op vervoer. Alle vliegtuigen en schepen
zijn volgeboekt. De oorzaak van dit wach
ten op vervoer moet voor een groot deel
worden gezocht in het feit dat men zich te
laat aanmeldt. Wie van plan is het volgend
jaar naar Canada te vertrekken doet er goed
aan zich nu reeds te melden opdat men tijdig
een overzicht heeft van de behoeften aan
vervoersmogelijkheden.
Met de Minister van Arbeid van Zuid-
Afrika heeft de Nederlandse regering kort
geleden besprekingen gevoerd. Zuid-Afrika
wenst hoofdzakelijk geschoolde werk
krachten. De regering zal echter de moge
lijkheden onderzoeken voor emigratie van
andere groepen arbeidskrachten. De kans
bestaat, dat de Nederlands-Zuid-Afrikaanse
vereniging met haar voorschotbank weer een
bemiddelende rol krijgt toebedeeld, evenals
dat voor de oorlog het geval was. De
Zuid-Afrikaanse Minister toonde tijdens zijn
bezoek veel belangstelling voor de op
leiding door de Nederlandse Rijkswerkplaat
sen. Hij heeft beloofd met zijn regering
overleg te plegen over het opnemen in Zuid-
Afrika van Nederlanders, die in deze werk
plaatsen zijn opgeleid.
Over Brazilië tenslotte kon de heer
Haveman goed nieuws mededelen. De
Nederlandse regering heeft nl. dezer dagen
haar goedkeuring gehecht aan het plan van
de Christelijke Emigratie Centrale tot het
vormen van een Nederlandse kolonie in dit
land. Een 50-tal Nederlandse families,
voornamelijk uit de ontginningsgebieden in
het oosten, zullen naar Brazilië kunnen
vertrekken.
De heer Haveman vertelde tenslotte iets
over de subsidieregeling. In beginsel kan
iedereen, die wenst te emigreren, recht doen
gelden op subsidie, mits hij krachtens zijn
persoonlijke welstand daarvoor in aan
merking komt en mits er een voor de
Nederlandse regering aanvaardbare regeling
bestaat met het betreffende land over het
opnemen van ongeschoolden naast de vak
bekwame arbeidskrachten.
De laatste tijd is gebleken, dat van de
subsidieregeling in verschillende gevallen en
op vaak zeer geraffineerde wijze misbruik
wordt gemaakt door mensen, die zelf over
voldoende middelen beschikken. Er zijn zeer
strenge controle-maatregelen genomen om
aan die misbruiken een einde te maken.
De heer Haveman is inmiddels naar Ca
nada vertrokken om zich nader te informe
ren over de mogelijkheden tot het opnemen
van niet-agrarische arbeidskrachten in dat
land. (Nadruk verboden)
Als variatie op het welbekende „sikkels
klinken, sikkels blinken", zouden we nu
kunnen schrijven: machines maaien, hoor
ze draaien, ruisend valt het graan...".
Het is weer oogsttijd. Vorige week was
reeds hier en daar een akker gerst gemaaid,
deze week ziet men het reeds overal. En
vrijwel gelijk met de gerst is ook de tarwe
rijp. Er was al wat meer leven in de land-
bouwbrouwerij gekomen. De zilveruienoogst
is immers al een paar weken aan de gang
en verschaft ook op onze eilanden of mis
schien wel juist op onze eilanden (Tholen
en St. Filipsland) aan vele handen werk.
Deze oogst wordt niet overweldigend ge
noemd, maar over het algemeen toch zeer
behoorlijk. En de prijzen zijn daaraan ge
lijk. Ook de arbeider kan hieruit een goed
loon halen. Niet overweldigend, zoals het
in sommige jaren wel eens is geweest, te
meer nu we de dure tijdsomstandigheden
in aanmerking moeten nemen, maar daarom
toch nog een zeer goed loon op de meeste
percelen, toch altijd nog weer een mee
vallertje, deze zilveruienoogst. Het einde
hiervan ligt inmiddels weer al in het ver
schiet.
Dat dus in tegenstelling met de graan
oogst, waarvan men nog aan het begin
staat. Ook de opbrengst hiervan lijkt geen
record-jaar te zullen worden, maar de ge
middelde stand over geheel Nederland van
de wintergranen ziet er nog iets gunstiger
uit dan het gemiddelde over de laatste 10
jaar. De opbrengstverwachtingen voor de
zomertarwe en gerst mag over het alge
meen niet zo hoog gespannen zijn. Ditzelfde
geldt voor peulvruchten.
Gezien de late poot is het aardappelge
was voortreffelijk gegroeid, voor zover het
loof betreft. Dan mogen we vooral niet
vergeten, dat onze eilanden daarbij niet van
achter komen. In Juni reeds was dat te
zien, toen het aardappelgewas hier over het
algemeen vlugger was dan in andere stre
ken. En in het blad is dat zo gebleven.
Ongekend loofrijk zijn sommige percelen.
We zagen laatst aardappelloof van 11/£
meter lengte. Maar daarmee is de oogst van
aardappelen niet even groot. Integendeel,
de knollengroei blijft toch aan de late kant,
evenmin als de opbrengst van vroeg ge
rooid pootgoed groot was. De laatste 14
dagen waren de weersomstandigheden voor
de aardappelen bovendien niet gunstig en
het „kwaad" neemt toe. De stand van de
suikerbieten lag in Nederland ook boven
het gemiddelde van de laatste 10 jaar, even
als die van de uien, al heerst er in ver
schillende percelen ziekte onder. Zo heeft
men alles bij elkaar ook dit jaar, ondanks
de late zaai, nog geen reden tot klagen.
We staan pas aan het begin van de
oogst. Vele invloeden kunnen die oogst nog
doen mee- en tegenvallen. Met allen die
bij deze oogstwerkzaamheden direct betrok
ken zijn hopen we op het eerste, al kunnen
we niet meer dan wensen dat het goed
oogstweer mag worden, goede prijzen en
daardoor een goede beloning voor werk
gever en werknemer.
Dokter P. J. Duinker te Tholen,
tel. 40.
Dokter J. Vermet te Nieuw-Vos-
semeer, tel 10.
KAMPWEEK C.J.M.V.
Maandag 30 Juli jl. vertrok de Chr. Jon
gensclub uit Tholen per fiets naar Amers
foort om een kampweek door te brengen
in het C.J.M.V.-kamp Oud-Leusden.
De tocht ging per fiets naar Willemstad,
waar werd overgestapt op een gehuurde
boot, die het gezelschap naar Gorkum
bracht. Vandaar ging het weer per fiets
over Leerdam, Cuilenburg en Doorn naar
het Kamp.
De jongens hadden op de Leusder Hei
een pracht week. De kampleiding had ge
zorgd voor een uitgebreid programma, dat
nagenoeg geheel werd afgewerkt. Twee
grote spelen in de bossen, een grote fiets
tocht naar Lage Vuursche en Soestdijk, een
nachtelijke sluiptocht, voetbal en volleybal
wedstrijden, enz. Behoudens een paar
onweersbuitjes viel het weer erg mee; droog
en zonnig. Ér werd in tenten geslapen. Een
grote 'kampkeuken zorgde voor eten en
drinken.
Tot slot van de kampweek werd Vrijdag
avond een groot kampvuur ontstoken, waar
bij gezongen en een spannend verhaal ver
teld werd.
De terugreis verliep erg vlot. Om zes
uur Zaterdagmorgen vertrok de groep uit
het Kamp om via Utrecht naar Gorkum te
fietsen. Ondanks wat regen onderweg, bleef
de stemming best. Om half 11 vertrok de
boot naar Willemstad, aankomst half 2,
zodat om half vier de groep vermoeid, doch
zeer voldaan weer in Tholen aankwam.
De groep bestond uit 1 Hoofdleider (dhr.
v. Elsacker) 3 ass. leiders en 25 jongens.
GESLAAGD
Bij het te Breda gehouden examen van
ENSAID slaagde voor Costumière: Leni v.
d. Berge Ad„ Nellie de Hond, Nellie Ver-
kerke, allen te Tholen en H. v. d. Male
te Nieuw-Vossemeer.
GESLAAGD
Te Middelburg slaagde voor het examen
vakkennis melkhandelaar de heer S. Pot
ter alhier.
BENOEMING
Met ingang van 1 September a.s. is de
heer O. J. Contant Pzn. benoemd tot on
derwijzer aan de School voor Bijzonder La
ger Onderwijs te Klundert.
DE THOOLSE COURSE
Het wielercomité voor de eerste Ronde
van Tholen gaat nu merken, dat 1 Septem
ber nadert. Er komt steeds meer belangstel
ling van de zijde der inwoners en ook ko
men regelmatig aanmeldingen binnen. Wel
had het comité de tegenslag dat op de
zelfde datum ook de wereldkampioenschap
pen worden verreden, waar natuurlijk al
de Tour de France-rijders heen moeten en
men deze renners dus in Tholen niet kan
zien starten. Daar staat evenwel tegenover,
dat verder allen, die tot de beste profs ge
rekend kunnen worden hebben ingeschre
ven. Uit de grote lijst van deelnemers noe
men we: Lakeman, Rocks, Everts, Bak
ker, de Vries, van Gelderen, Braspenning,
van Gerwen, Schellingerhout, Witteveen,
van As, Buuron, de Hoog, van der Zande,
Mangelaars.
U zult het met ons eens zijn, dat van
dergelijke renners een rondje fietsen te ver
wachten is. Bovendien is deelname van en
kele zeer bekende Belgische renners toege
zegd, zodat de strijd om de eerste plaatsen
zeker spannend kan worden.
VOOR HET ROODE KRUIS
Het verslag van de voetbalwedstrijd tus
sen een Veteranen en een Jeugdelftal van
Tholense Boys moest door omstandigheden
beperkt blijven tot enkel de uitslag. Daarom
willen we thans nog vermelden, dat deze
wedstrijd ten bate van het Ned. Roode
Kruis werd gespeeld en aan de afd. Tho
len ruim 35,kon worden afgedragen.
Tijdens deze ontmoeting waren bestuursle
den van de Thoolse afdeling op het veld
en verleende de harmonie „Concordia"
haar medewerking.
GESLAAGD
Voor het vakexamen melkhandelaar
slaagde te Middelburg de heer J. Istha al
hier.
SPORTMIDDAG
De Ruitervereniging „Eendrachtruiters"
zal op 8 September een sportmiddag hou
den, waaraan allen kunnen deelnemen, die
met paarden omgaan.
GESLAAGD
Te Breda slaagde voor de Hoofdakte B
de heer J. J. van Veenendaal, onderwijzer
aan de Openbare Lagere School, alhier.
BURGERLIJKE STAND
over de maand Juli 1951
Geboren:
6 Juli: Everhardus Johannes Dirk, zn. van
Dirk Dignus de Wilde en Betty Jacoba
Evans.
12 Juli: Adriana Veronica, dt. van Johan
nes Petrus Havermans en Cornelia Christina
Johanna Verhees.
17 Juli: Jan Machiel, zn. van Hendrik
Adriaan Guiljam en Maria Janna Quaak.
19 Juli: Sara Cornelia, dt. van Abraham
Johannes Ligtendag en Catharina Jacoba
Minheere.
21 Juli: Maatje Rachel, dt. van Gerrit