Hoe staat't met uw stamboom? Plaatselijk Nieuws Het Parlementair Overzicht Land- Tuinbouw en Veeteelt Huishoudelijke wenken* De Werkloosheid- en Wachtgeldverzekering Zal bij invoering der wet grotere werkloosheid ontstaan ZONDAGSDIENST ARTSEN 7e Jaargang No. 38 3 Augustus 1951 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.10 per kwartaal franco p.p. 1.35 Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Ruim twee jaar geleden, om pre cies te zijn op 1 Juli 1949 aan vaardde de Tweede Kamer het wetsontwerp inzake de werkloos heid- en wachtgeldverzekering en enige tijd daarna volgde de Eerste Kamer dit voorbeeld. Nu kon er een Algemeen Werkloosheidsfonds worden opgericht en de werkne mers kunnen gedurende 78 dagen per jaar een uitkering krijgen als zij buiten hun schuld zonder werk zijn In geval van tijdelijke werkloosheid krijgen zij maximaal 48 dagen wachtgeld; tenzij de bedrijfsvereni ging van oordeel is, dat deze ter mijn moet worden verlengd. Dit was dus een zeer belangrijke sociale maatregel, welke door ieder een met groot enthousiasme werd begroet. Zij, die een vlotte invoe ring van deze wet verwachtten zul len wel danig zijn teleurgesteld. Tot op de dag van vandaag is de wet nog niet in werking getreden, een bewijs, dat ons sociaal gebouw slechts kan rusten op een goede economische fundering. En daar ontbrak het juist aanDe moeilijk heden van de laatste jaren behoe ven we niet op te sommen. Maar het is een feit, dat de invoering van de Werkloosheidswet de dupe daarvan is geworden. Het is n.l. de bedoeling dat de premie voor de Werkloosheidsverzekering 2,8 /c van het loon zal bedragen. De helft hiervan - 1,4% betaald door het bedrijfsleven. De gemid delde premie voor de wachtgeldver zekering wordt geschat op 2,6 Als deze cijfers op dit moment nog juist zijn zij worden in studie genomen - betekent de invoering van de wachtgeld- en werkloos heidverzekering een totale last voor het bedrijfsleven van 1,4% plus 2,6% =4%, waarvan werkgevers en werknemers elk 2 zullen be- 13 Het probleem zal nu wel duide lijk zijn geworden. Mogen de werk gevers de 2 in de prijzen door berekenen? En kan het loon van de werknemers met 2 worden in gekort Deze laatste vraag is eigen lijk geen probleem meer. Een der gelijke korting zonder enige com pensatie zal niet mogelijk zijn, nu de Regering met alle mogelijke mid delen probeert het loon en de stij gende kosten van levensonderhoud zoveel mogelijk in evenwicht te houden. Van de zijde der vakver enigingen is er bij de Regering her haaldelijk op aangedrongen om deze wet vlot in te voeren. Onder „vlot" moet men dan verstaan over een half jaar, want men heeft een administratieve voorbereiding van een half jaar nodig voordat de ^aak kan draaien. Steeds weer werd de datum uitgesteld en ten slotte hoopt men op 1 April 1952. De gevolgen van de invoering van deze wet op het loon- en prijs peil en op onze economische positie zijn door een commissie uit deze Raad aandachtig bestudeerd. Het is begrijpelijk dat de Regering be hoefte heeft aan een dergelijk ad vies, want er zijn berekeningen, welke er op neerkomen dat de in voering van de Werkloosheidswet werkloosheid ten gevolge zal heb ben. De prijzen zullen hoger wor den, de export daardoor geringer, hetgeen een daling van de produc tie ten gevolge moet hebben, waar door men met minder arbeiders kan volstaan. Deze commissie is het op alle punten eens geworden, behalve over het vraagstuk der compensa tie. De werknemersvertegenwoordi gers wensen de 2 volledig te compenseren. Zij menen, dat een loonsverlaging van 2 niet te dragen is. De werkgevers daaren tegen wensen alleen de prijsstijgin gen te compenseren die een gevolg zullen zijn van de invoering van deze wet. Nu de commissie niet éénstemmig was zal de volledige Sociaal-Economische Raad de Re gering van advies moeten dienen. Aan het verzoek van de Regering om dit te doen voor 1 Aug. kon echter, door de onenigheid in de commissie niet worden voldaan. „De Werkgever" gaf dezer da gen enige interessante cijfers die we onze lezers niet willen onthou den. Wanneer het totale loon van de verzekeringsplichtigen op 5,25 milliard per jaar wordt gesteld, zal door het bedrijfsleven per jaar 210 millioen gulden premie worden op gebracht. Het Rijk neemt de helft van de aan de werkloosheidsverze kering verbonden kosten voor zijn rekening, dus 1,4;% van de verze- keringsplichtige loonsom, zijnde 70 millioen. Aldus wordt de totale premie-opbrengst op 280 millioen geschat. Van de totale premie opbrengst van 280 millioen moet 20 dus 56 millioen worden gereserveerd, zodat jaarlijks ge middeld 224 millioen voor uitkering disponibel zou zijn. Hiervan zouden jaarlijks 112.000 werkloze arbeiders een uitkering van 37.50 per week kunnen krijgen, hetgeen betekent 4 van de totale loontrekkende beroepsbevolking. Indien bij optre dende werkloosheid 28.000 werklo zen in de D.U.W. plaatsing zou den kunnen vinden (d.w.z. 1 van de totale loontrekkende beroepsbe volking), kan worden geconclu deerd dat bij 5 werkloosheid de premie-opbrengst, na aftrek van de verplichte reservering, juist vol doende is om de uitkeringen te dek ken. Indien de werkloosheid zou stijgen tot een aantal van 100.000, waarvan 60.000 voor een uitkering van gemiddeld 37.50 in aanmer king komen, dan zou de totale uit kering 120 millioen bedragen. Er zou dan een bedrag van 100 mil lioen overblijven voor fondsvor ming. Hiervan moeten echter wor den afgetrokken de administratie kosten, welke op 25 millioen zijn geraamd. Deze laatste cijfers zijn een bewijs dat bij een grotere werk loosheid dan nu het geval is, spoe dig een tekort zal ontstaan. Dat men steeds verder zal interen. Nu zal men ook begrijpen dat de stel ling, dat deze wet werkloosheid te weeg brengt, geducht bekeken moet worden. De invoering van deze wet is echter van eminent belang. Een ieder, die het werkloosheidsspook aan de lijve heeft gevoeld, zal dit zonder meer toegeven en daarom is het te hopen dat de Regering kans ziet om deze wet zo spoedig moge lijk te doen invoeren. (Nadruk verboden) De verplichting, gewoonte en traditie bestaat nog niet zovele eeuwen, dat men bij de geboorte van een kind naar het gemeentehuis moet om het in de registers te laten inschrijven. Vroeger registreerde men niet zo graag. De behoefte daaraan was ook minder groot. Dat is tegenwoordig wel anders. Zelfs de biggetjes komen er niet onderuit. En waar heeft men tegenwoordig geen statistieken van Voor de inlijving van ons land bij Frankrijk in 1810 werden familie- registers slechts door de kerkge nootschappen bijgehouden. En van de „burgerlijke stand" was nog geen sprake. En nu zal menigeen zich wel eens afgevraagd hebben, hoe hij toch aan zijn familienaam komt. Dat kunnen we U misschien ook niet vertellen. Maar wel kunnen we enkele namen eens nader bekijken en bijvoorbeeld ook enige streeknamen opnoemen. Familienamen dus, die in een be paalde streek schering en inslag zijn. Het is nu iedereen bekend, dat wanneer er in een familie een kind wordt geboren, de vader daarvan naar het gemeentehuis gaat om het in de registers van de burgerlijke stand te laten inschrijven. De vader van het kind kan niet volstaan met het opgeven van een of meerdere voornamen. Het kind moet ook een familienaam hebben en het krijgt de familienaam van zijn vader. De „van" van het kind. De eenvoudigste voorbeelden van een „van" zijn de namen Jansen, Pietersen, Willemsen, Hendriksen, enzovoorts. Pietersen komt oorspronkelijk van Pieterszoon. Jan Pietersen van heden was voorheen dus Jan Pie terszoon en Klaas de zoon van Wil lem, werd Klaas Willemszoon om uiteindelijk te ontaarden in Klaas Willemsen. U begrijpt dus dat hieruit lang zamerhand de namen Pietersen, Willemsen, Hendriksen en Jansen tot stand kwamen. Toen nog niet iedereen de schrijf kunst meester was, werden de na men wel eens verhaspeld. Men hoort daarom nu niet alleen van de Jansens, maar ook van Janse, Jansse en Janssen. Weer andere „vannen" duiden aan van welke plaats de familie oorspronkelijk afkomstig was: de namen van Hattem, van Putten, van Wijngaarden, van Brummen, van Zoelen, van Utrecht en van Poort vliet zijn daarvan een paar voor beelden. Dan zijn er nog de namen waar het water of de rivier waarbij of waaraan men woonde een rol speel de, zoals Maas, van Amstel, van Rijn, van der Lek, van Vliet, van der Plas, van der Poel, van de Merwe, van Beek, van Oeveren, enz. De jaargetijden zijn ook present, waarvan we dan kennen: de Win ter, Herfst, Zomer (Somers). Achternamen als De Zeeuw, de Brabander en de Hollander duiden er weer op, uit welke provincies families oorspronkelijk kwamen. Andere „vannen" zijn weer ge kleurd: de Groen, de Bruin, de Wit, de Blauwen, de Zwart. Menige dierennaam is omgezet in een familienaam: de Haas, de Haan, de Vos of van Vossen, de Wolf, de Hond, de Leeuw, Muys, Mol, waarbij ook de vogels de rij passe ren, als Mees, Mus, de Lijster, Uil, Valk of van den Valk, Vink, den Arend, Zwaan, Kievit, Gans. Ook de vissen zijn van de partij: Baars, Steur, den Haring, Zalm, Spiering en dat alles omvattend: Vis. Namen van bomen of wat daar mee in verband staat komen we weliswaar minder tegen, maar er bestaan er toch ook onder onze in woners. Neem de verzameling vruchtbomen bij elkaar en je krijgt Boogaard of de verbasteringen daarvan: Bogert, van den Boogaard. Voorts van Eik, van der Linde. Men behoeft er niet aan te twij felen, welk vak de voorvaders van de volgende familienamen hebben uitgeoefend: Molenaar, Bakker, de Kok, Kousemaker, Timmerman, Kleerekoper, Koopman, de Boer, Visser, Kuiper, de Knegt, Karre- man, Slager, Boomsluiter, Wagen maker. Voorwerpen kunnen we ook al in de familienamen terugvinden: De Hamer, Tolhout, Bout, Stoel, Schot, Tang(e). Iemand die den Brave heet moet natuurlijk altijd trachten zijn naam eer aan te doen, evenals Den Deugd. Een gezellige naam is de Vreugd of Vrolijk. Beide „vannen" komen voor. Aardig is ook er op te letten, hoe de afmetingen van de mens een rol gespeeld hebben: de „korte" Piet werd tenslotte: Piet de Korte. En de „lange" Dirkjes van vroeger heten nu: Dirk de Lange. De Jong, de Jonge, de Jongste, Oud, den Ouden, den Oudsten, den Dikken, den Dunnen, Mager, Groot, de Groot en zelfs Reus zijn in onze ogen heel gewone familienamen. De Kromme zal zeer zeker wel een scheldnaam geweest zijn. Nu is het ook een achternaam. Achternamen zijn ook Vader, Zoon, Almekinders, de Neef, Ooms. Sommige streken hebben hun eigen typische namen: Rijstenbil, Suikerbuyck, Schietekatte, Naakt geboren, Niemantsverdriet, van 't Zelfde, Vroegindewey, Zilver schoon zijn er een paar van. Dit alles is nog slechts een greep uit de vele bestaande familienamen. Vult U er zelf maar de nodige bij. Bij iedere opgesomde groep bijvoor beeld. Er blijven nog genoeg achter namen over, waarvan de oorsprong niet zo maar na te speuren is. Dat vereist weer een bijzondere studie. Het is heus wel een gezellig tijdver drijf daar eens bijzondere aandacht aan te besteden. KARNEMELK-KUUR VOOR DE ZINKEN AFWASTEIL Zinken teilen en emmers, die er niet meer zo mooi uitzien, kunnen weer als nieuw en glanzend worden, als U, wan neer U eens wat karnemelk over hebt, de teil of emmer daarmee zorgvuldig afbor stelt. Herhaal dit enige keren en was ver volgens de karnemelk met heet sodawater af. Daarna droog wrijven met een doek. ZOMER-UITSLAG Zomer-uitslag op de lippen kan erg hin derlijk zijn en er is haast niet van af te komen. Een middel dat aanbeveling verdient is, de lippen te poederen met boraxpoeder. Dit geneest en geeft tevens bescherming tegen de zonnestralen. HET VERWARMEN VAN POTERBEWAARPLAATSEN MET RUBBER VERWARMINGSKABEL Kunstmatige verwarming speelt reeds reeds eeuwenlang een zeer belangrijke rol in de tuinbouw. We komen hem voor 't eerst tegen in de 16e eeuw, waarbij schu ren, voor de overwintering van planten werden verwarmd, d.m.v. vuurtesten. In de 17e eeuw werden de z.g. „orangerieën" met metalen kachels verwarmd en in de 18e eeuw gaat men een verwarming toe passen met behulp van rookkanalen. In de 19e eeuw ontwikkelt zich hieruit de warm water- en de stoomverwarming. De 20e eeuw echter is de eeuw van de electriciteit geworden ook voor de land- en tuinbouw en de electrische verwarming is te beschou wen als de nieuwste faze in de ontwikke ling van de kunstmatige verwarming. Deze electrische verwarming is in het bijzonder op grote schaal mogelijk geworden door de toepassing van rubberverwarmingskabel. Hierbij heeft men te maken met een ver warmingselement in langgerekte vorm, dat dus de moeilijk te verkrijgen eigenschap heeft om de ontwikkelde warmte over grote oppervlakten gelijkmatig te verdelen. Als eerste belangrijke toepassing hiervan noemen wij de bodemverwarming waarbij de kabel in evenwijdige windingen onder de wortels van de planten wordt gelegd. Groei en ontwikkeling van de betreffende plant wordt aldus uitermate gunstig ge stimuleerd. Vanzelfsprekend vervalt boven dien elk bevriezingsgevaar. Geleidelijk hebben zich echter ook an dere toepassingsmogelijkheden ontwikkeld, één daarvan is het vorstvrijhouden van be waarplaatsen voor pootaardappelen. In een economisch werkende poterbe waarplaats moet de temperatuur zo gelijk matig mogelijk en bovendien op een ver antwoord minimum gehouden worden. Tem peraturen onder het vriespunt moeten na tuurlijk worden vermeden. Het probleem is dus om bij een strenge vorstperiode de juiste hoeveelheid warmte in de ruimte te voeren teneinde deze toch vorstvrij te houden. Bij een goed gebouwde bewaarplaats met behoorlijk geïsoleerde wanden zal de benodigde warmtehoeveelheid niet groot behoeven te zijn. Een dure installatie zal gauw veel te zwaar op de exploitatiereke ning gaan drukken, terwijl een gewone ka chel of petroleumkachel te veel plaatselijke warmte zou geven. Een zeer goede en in het gebruik zui nige oplossing geeft electrische verwarming met de Ozuriet rubberverwarmingskabel. Niet alleen dat op deze wijze een gelijk matige warmteverdeling plaats heeft, maar de electrische verwarming is automatisch regelbaar met een temperatuurschakelaar, zodat de installatie pas in werking treedt als de temperatuur tot 0 gr. C is gedaald en zichzelf weer uitschakelt als de tempera tuur 1 a 2 gr C boven het vriespunt is gestegen. Ongetwijfeld zal voor deze Nederlandse verwarmingsmethode steeds meer belang stelling komen, omdat hier, door middel van een betrekkelijk eenvoudige en zeer over zichtelijke installatie, op economisch ver antwoorde wijze een resultaat wordt ver kregen dat de kwaliteit van de opgeslagen goederen ten goede moet komen. WENKEN VOOR HET GEBRUIK VAN LUCHTBANDEN Gedurende de laatste jaren voor de oor log nam het gebruik van luchtbanden in de landbouw belangrijk toe. De oorlog zelf veroorzaakte, als op ieder ander terrein, ook hier moeilijkheden, maar nu is de si tuatie zó, dat de luchtbandenwagen op vrij wel iedere boerderij te vinden is. De luchtband heeft immers zeer vele voordelen boven het ijzeren wiel. Op onef fen terrein springt de luchtband door zijn elasticiteit niet omhoog en hij spoort niet zo diep. Door zijn breed en soepel contact- vlak maakt hij een breed, ondiep spoor en vormt geen stootkuilen. Wij willen hier echter enkele wenken geven. Allereerst over de hardheid van de band. Een goede asfaltweg eist een harde band, maar op de klinkerweg en vele polderwe gen heeft een soepele band een geringere trekkracht nodig dan een hardgepompte band. Doordat luchtbandenwagens veel lichter trekken dan wagens met ijzeren wie len, kan men met dezelfde bespanning een grotere vracht opnemen. Na de oorlog zijn ook vele duizenden trekkers op luchtbanden ingevoerd, die grote achter- en kleine voorwielen hebben. De achterwielen worden aangedreven door de motor. De aandrijving der wielen ver eist vrij hoge schuinstaande nokken op de banden. Ook hier moet de band soepel zijn, anders gaat de klevende grond teveel vast zitten tussen de nokken, waardoor het wiel zou kunnen gaan doordraaien. De trekkracht kan worden vergroot door hoge en brede wielen toe te passen. Een andere manier hiertoe is het verzwaren van het achtereinde van de trekker, maar men kan hetzelfde effect ook bereiken door een paar zakken aarde, vloeistof in de banden, door wielgewrichten, (zware ijzeren schijven, die naast de luchtband worde geschroefd), of door het achtergehangen werktuig zo aan de trekker te koppelen, dat de trekkracht naar beneden is gericht. Draaien de luchtbanden te hinderlijk door, dan kunnen kooiwielen of kettingen uitkomst brengen, de luchtband heeft het ijzeren wiel reeds verdrongen, doch door een juist gebruik van de luchtbanden zullen de voordelen nog beter tot hun recht komen en slijtage tot een minimum beperkt blijven. Dokter P. J. Duinker te Tholen, tel. 40 Dokter H. Menger, St. Filipsland, tel. 20. GESLAAGD Te Bergen op Zoom slaagden voor het Middenstandsdiploma C. W. Gebraad, C. Quist Jzn, T. Duine en J. Jansen Izn. alhier. HET THOOLSE ZOMERAVOND PROGRAMMA Enige wijziging moest het comité „Tho len Vooruit" weer aanbrengen in het zo meravondprogramma. Zaterdag a.s. zal nu op het speelterrein een korfbalwedstrijd worden gespeeld tussen Eendracht en K.I.K. uit Steenbergen. Voor deze ontmoeting is een medaille beschikbaar gesteld. De Motorbehendigheids- en snelheids wedstrijden worden nu op Zaterdag 11 Aug. a.s. op de Schietbaan verreden. Op Zaterdag 18 Augustus zal men dan bij gunstig weer opnieuw zwemwedstrij den houden. Dan tussen leden van de Goesse en Thoolse zwemclub. COLLECTE De gehouden collecte ten bate van de Stichting Chr. Blindenhulp Dr. Takkels te Bergen op Zoom bracht 62,27 op. SLEUTELBEEN GEBROKEN Vrijdagavond jl. trachtte de 79-jarige )ac. Schot van de zolder te komen in zijn woning en viel daarbij de trap af. Dokter Duinker constateerde even later een gebro ken sleutelbeen en gekwetste arm. PUTTEN EN SCHERVEN Burgemeester en Wethouders van Tho len maken bekend, dat door de Reinigings dienst scherven zullen worden opgehaald op Dinsdag, 7 Augustus a.s., het eerste gedeelte en op Vrijdag, 10 Augustus d.a.v., het andere gedeelte. Tegen Donderdag, 9 Augustus 1951, be staat gelegenheid tot aangifte voor ruiming van privaatputten. Tholen, 1 Augustus 1951. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris. DE TROUWE DUIF De P.D.V. „De Trouwe Duif" te Tho len hield een wedvlucht van Bordeaux. In concours waren 56 duiven, die Vrijdagmor gen jl. te 6.30 uur met een Z.-W.-wind werden gelost. De eerste duif kwam binnen Vrijdag avond te 7.54 en was van de heer J. Deur- loo. De volgende duiven kwamen Zater dag 28 Juli binnen waarvan de uitslagen luiden:

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 1