Voorstel van Malik ppins BepnhARöveeRtiq jaaR WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Commentaar Ook daar alleen door aanpakken wekte sceptisch optimimisme Peking voelt zich sterk ooo ooo 7e Jaargang No. 33 29 Juni 1951 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen ƒ1.10 per kwartaal franco p.p. 1.35 Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Toen Zaterdagavond Malik in zijn radio rede te New York te kennen gaf dat Mos kou de tijd gekomen achtte om te gaan praten over een staken van het vuren in Korea was men zowel verheugd als wan trouwend. Was het louter propaganda? Want Malik viel de „agressie" van de Amerikanen weer zo fel aan, en insinueerde zozeer dat het atlantische pact de vrede in gevaar bracht, dat hij meer scheen te eisen dat de Amerikanen zich uit Korea zouden terug trekken dan dat de V.N. tot een voor allen bevredigende regeling zouden komen. Hij wilde dan wel een staken van het vuren doen overwegen bij de 38ste breedtegraad en een neutrale zone scheppen, maar verder Natuurlijk zou Peking aan tafel moeten aanzitten en wat zou dat eisen Men weet dat het er de rode Chinezen om te doen is, erkend te worden als vertegenwoor digers van China, om niet alleen een zetel te verwerven in de V.N., maar ook om Formosa dan terug te krijgen. Voor beide eisen is thans in de Ver. Staten geen meer derheid te vinden. Toch was het opvallend dat Malik zelf géén voorwaarden formuleer de, al nam hij de V.S. weer kwalijk, dat zij Peking uit de V.N. hielden en dat zij Formosa hadden geneutraliseerd. Het was dus wel zo dat Malik kennelijk opdracht had een een staken van het vuren aanhangig te maken, maar ook zijn vingers niet wilde branden ten aanzien van Peking. Dit moest niet de indruk krijgen dat Mos kou graag de gevechten zag staken, zelfs zonder dat aan de verlangens van rood China zou zijn voldaan. Hier raken wij de tere verhouding tussen Moskou en Peking. Men kan aannemen, dat de Russen geen lust hebben in een grote oorlog te worden verwikkeld terwille van Korea, of eigenlijk van China. Zulk een oorlog moeten zij tegen de V.S. verliezen. Maar kennelijk heeft Moskou wel de Noord-Koreanen tot hun avontuur geinspireerd en het daarna aan de Chinezen overgelaten, de kastanjes uit het vuur te halen. Zou het nu Peking niet verder steunen, dan verliest het Mao als bondgenoot. Anderzijds wil het uitbreiding van het conflict voorkomen. Ook als het komt tot een conferentie over het staken van het vuren, is men er dus nog niet. Als Peking weet dat zowel Moskou als Washington de affaire graag willen liquideren, zal het veel eisend zijn en misschien pogen, de een tegen de ander uit te spelen. Toch kan men hoop putten uit de overweging, dat China zonder strijdbereidheid van Moskou ook wel zal berusten in een wapenstilstand welke voorlopig de oude grensherstelt. EEN JAAR KOREA Maliks rede kwam aan de vboravond van de eerste verjaardag der koreaanse cam pagne. Deze is inderdaad in een impasse gekomen. Noch de V.N. noch Peking kun nen haar winnen. Komt een staken van het vuren tot stand, dan hebben de V.N. de voldoening dat de agressie niets heeft op geleverd (al is helaas Korea zelf de dupe geworden met zijn drie millioen doden en millioenen daklozen en hongerenden) en Noord-Korea kan zich troosten dat het niet van de kaart is weggevaagd. Een liquidatie van het conflict zou daarom gewenst zijn, omdat het tenslotte wel tot een wereldoorlog zou moeten leiden, welke in feite ieder zou verliezen, al zouden militair de V.S. hem winnen. Maar Europa zou waarschijnlijk worden verwoest en Azië een chaos wor den. Misschien dus dat een staken van het vuren een blijk van communistische bezin ning zal zijn, waarna andere accoorden ge sloten zouden worden. Terecht heeft de nederlandse regering verklaard, aan zulk een regeling gaarne te willen medewerken. DE GROTE VIER Maliks rede kwam twee dagen nadat de plaatsvervangers, die te Parijs de agenda moesten opstellen voor een conferentie van de Grote Vier, onverrichterzake waren uit eengegaan. Formeel omdat Moskou op de agenda wilde hebben het atlantisch pact, en het Westen dit weigerde. Maar het atlan tisch pact zou natuurlijk toch wel ter sprake zijn gekomen. De ware reden was, dat Moskou alleen de herbewapening van West-Duitsland had willen verhinderen. Het Westen eiste daarop, dat de oorzaak der westelijke defensie, namelijk internationale spanning, moest worden behandeld en de russische schuld daaraan. Het Kremlin kwam toen met het atlantisch pact ter tafel als oorzaak van spanning, ook al omdat de duitse herbewapening niet urgent bleek te zijn. Zo zou de conferentie geheel van ka rakter veranderen, alleen een aanval van Moskou op het Westen mogelijk maken en dus bij voorbaat tot een mislukking zijn gedoemd. Vandaar het afbreken der voor besprekingen. Maar mocht men een schik king vinden voor de koreaanse kwestie dan zal later toch een bespreking van de euro- pese geschillen gemakkelijker zijn. PERZISCHE OLIE In Perzie waren in het begin van deze week de moeilijkheden nog toegenomen, doordat de perzische regering de olie maatschappij beschouwde als reeds gena tionaliseerd. Zij nam het bedrijf over, eiste alle gelden op, wilde dat de kapiteins van de tankboten de olie kochten van de staat en daaraan zouden betalen. Er ontstond dus een impasse. De britse onderhandelaars wa ren al teruggekeerd, want Teheran wilde niet onderhandelen. Overigens was er onzekerheid over het engelse, personeel, dat immers behoorde tot de Anglo-Iranian. De Britten hielden vlieg tuigen en schepen met soldaten gereed om de 3000 engelse onderdanen te evacueren in geval van gevaar. De oliemaatschappijen konden in deze onzekere toestand geen pe troleum verschepen. Londen speelde als troef uit dat de Per zen niets beginnen als zij hun olie niet kun nen verkopen. De Perzen hopen dat zij genoeg buitenlandse deskundigen kunnen werven en dat Europa, Afrika en Voor- Indië de perzische olie zozeer nodig hebben, dat zij die wel zullen komen halen en be talen. Vooral de Amerikanen hopen, dat een regeling niet onmogelijk zal zijn, omdat alleen de Russen zouden profiteren van een botsing tussen Perzië en het Westen. Maar de Perzen gaan zo wild te werk dat het moeilijk schijnt ongelukken te vermijden. Van verschillende onzer lezers kreeg onze briefschrijfster uit Ogden in de staat Utah sympathiebetuigingen en ook vra gen. In de tweede brief beantwoordt mrs. Riet-Boogaert die vragen, welke we hier onder in het kort hebben samengevat. Met aandacht, zo blijkt uit haar schrij ven, wordt door haar de Eendrachtbode gelezen, inzonderheid het plaatselijk nieuws. Zij las van de opening van de verbouwde slagerij Van Oeffelen in Tholen, waar, zo verzekert ze, ik bij m'n komst in Neder land, zeker een stukje vlees ga halen. De Amerikanen weten niet wat het zeggen wil een koe op de juiste manier te verwerken. Vlees van de schouder, die in Holland voor baklapjes verkocht worden, verkoopt men hier voor biefstuk. Dat is geen biefstuk, daar moeten zelfs de vette randjes zijn afgesneden, niet? Hier (in Ogden dus) koopt de slager de koe die hem lijkt, deelt hem daarna in stukken op dezelfde ma nier, als de timmerman het bij jullie zou doen. Mooie doorgezaagde stukken. Zoek maar uit wat je wenst. Niet alleen voor deze verbouwde slagerij, maar ook verschillende andere kleine ge beurtenissen op ons eiland worden daar in Amerika door bekenden met aandacht ge volgd. Bovenal ook emigratieberichten. Ook daarover werden vragen gesteld. En de briefschrijfster vestigt er dan meteen de aandacht maar op, dat men, om in een vreemd land vooruit te komen moet be ginne om een paar goede handen mee te brengen. Dat is overal zo. Canada, Ame rika, Nieuw Zeeland, Australië of Frankrijk, wanneer men denkt dat men het zonder moeite voor het opscheppen heeft, kan men beter thuis blijven. Dus zijn om te beginnen een paar goede handen een grote vereiste. Met het voldoende doorzettings vermogen om alles aan te pakken wat men tegenkomt. Ook al staat het feitelijk hele maal buiten het beroep, dat men vroeger heeft gedaan of dat men in het nieuwe va derland dacht te zullen doen. Verwacht niet, dat men in Amerika zegt: „Morgen komt mijnheer A. uit Europa, laten we zorgen dat hij niet omkomt van gebrek." Nee, in Amerika zorgt ieder voor zichzelf. Steun van Staat of stad is er niet. Pak aan wat er is, later kan je eisen stellen. Wie eisen stelt, moet eerst plichten ken nen en zijn vak verstaan. Zelfs degenen die er al jaren wonen, moeten nog wel eens een baan nemen, die geheel buiten hun lijn ligt. Om een voorbeeld te noemen. Een jongeman had voor auto-monteur ge studeerd. Tenslotte kwam hij in een bak kerij terecht. Zo op het oog een zeer groot verschil. En toch had hij veel gemak van het geleerde. Omdat ook in de bakkerij alles machinaal gaat. Verschillende steden worden vanuit een fabriek bediend. Het brood is van een maaksel, dat het 4 dagen absoluut vers blijft en heeft een bijzon dere verpakking, gemaakt van beschuit deeg. Alles machinaal. Men moet daar dus alleen leren om de machine te bedienen, de juiste verhoudingen in de mixer te gooien, waarvoor ook weer handige appa raten staan opgesteld. Met bovenstaande wordt geen somber beeld voor ogen gesteld. Alleen maar wer kelijkheid, nl. dat aanpakken overal een vereiste is. Overigens is de levensstandaard in Amerika goed, natuurlijk ook nog met verschil in diverse staten. Men doet er meer met een dollar dan in Nederland met een gulden. Wanneer men in Nederland 1.50 per uur verdient en in Amerika 1 dollar 50, dan is er het grote verschil, dat de suiker maar 1 dollar de 10 pond kost, een ei 5 cent, vlees 80 cent per pond en brood 18 cent, een pond margarine 48 cent en roomboter 82 cent. Melk scheelt niet zo veel, dat is nl. 18 dollarcent de liter. 50 pond uien krijgt men daar voor 90 cent. HULP VOOR ANDEREN Op alle levensmiddelen betaalt men 2 cent belasting van de dollar. Deze belas ting is ingevoerd om de noodlijdende lan den bij te staan. Landen waar oorlog was en landen die momenteel nog hongersnood hebben. Meer en meer wordt er ook in Een brief uit Utah. II. Amerika op aangedrongen zuiniger te le ven. Ten bate van een ander werelddeel. Van wat er jaarlijks in Amerika wordt weggegooid zou heel Europa zo ongeveer kunnen leven. De Amerikanen zijn wat dat betreft zo makkelijk. Gooi maar weg en koop nieuw Dat is dan ook de reden dat een Nederlander, die over het alge meen nogal zuinig is en op zijn geld weet te passen, daar wel vooruit kan komen. De eerste jaren zijn voor de meesten ech ter moeilijk. Er zijn hier zo veel luxe din gen en je bent zo gauw je geld kwijt, soms voor je er erg in hebt. Maar later leert men dat wel. En aanpassen hebben de Nederlanders zich over het algemeen wel aangeleerd. Hoe wordt de Zondag doorgebracht in Uw omgeving, vroeg een briefschrijver van het eiland aan onze correspondente in Utah. Er is overal kaf onder het koren, als ik het zo eens mag noemen, antwoordt ze hierop. Hier zitten we in een Mormonen- staat, die scherp contrasteert met het chris telijk geloof. Wat dit aangaat zou men beter in Grand Rapids en omgeving zit ten dan in Utah. Belangstellenden kunnen wel nadere inlichtingen krijgen, wanneer ze schrijven aan Ds. M. H. A. v. d. Valk, Ned. Herv. Predikant te Hillegersberg. Een boek over het geloof in Amerika is des tijds van zijn hand verschenen. In Ogden wordt door de meeste inwoners de Zondag nog wel als zodanig in ere ge houden, ieder dan naar de wijze van zijn of haar geloof. Nieuwe gebruiken, stro mingen, invloeden door toenemende zgn. „beschaving" hebben ook hier, evenals overal ter wereld hun weerslag op het le ven, soms ook op het geloofsleven, en dat lang niet altijd ten gunste, wat ieder in eigen kring ook zal kunnen constateren. Vragen over de vroegere Indiaanse be woners in Utah hopen we in een volgende brief te beantwoorden, via de gegevens van onze briefschrijfster uit Ogden. REACTIE Men behoeft geen econoom te zijn om thans verschijnselen te constateren, die er op wijzen, dat zich momenteel moeilijkheden voor doen in handel en industrie. Moei lijkheden dus ook bij onze midden stand. Allerwegen in de handel kan men dezelfde klank beluisteren: een slappe tijd, een gering omzet. Een stille periode is in de han del voor deze tijd van het jaar niets ongewoons. Dat is vrij nor maal. Gewoonlijk komt het al spoe dig na de intrede van het nieuwe jaar. Dat is ditmaal wat langer aan gelopen door omstandigheden. Die omstandigheden waren er trouwens oorzaak van, dat de omzet nog toe nam in het eerste kwartaal van dit jaar, in tegenstelling dus met nor male jaren in dezelfde periode. Voor deze extra stille tijd in de handel zijn overigens de oorzaken wel aan te wijzen. Reeds maanden lang worstelt het gehele bedrijfsle ven met een tekort aan liquide mid delen, dat zich echter nog niet zo zeer openbaarde, zolang de goede ren nog regelmatig naar de consu menten doorstroomden. Daarin is echter verandering gekomen. De geweldige prijsstijgingen van de laatste jaren beginnen thans effec tief hun invloed te doen gelden. Laat men niet vergeten, dat het indexcijfer voor het gezinsverbruik met liefst 22 is gestegen, waar- Het was in feite eerst in de na oorlogse jaren, dat Prins Bernhard een belangrijke figuur werd in ons land. De populariteit te winnen van een nuchter Nederlands volk is voor een vreemdeling niet zo eenvoudig. Zeker, het enthousiasme bij de verloving en bij het huwelijk was zeer groot. Maar eerlijkheids halve zal ons volk moeten beken nen, dat dit toen nog alleen uitging naar onze Koningin Juliana. En de belangstelling voor de Prins was in hoofdzaak nieuwsgierigheid. Het was immers nog een onbekende vreemdeling. Dat is wel veranderd. Gedurende de oorlog en onmiddellijk na de bevrijding heeft Z. K. H. Prins Bernhard inzonderheid persoonlijke goodwill gekweekt bij de strijd krachten. En het brute schelden van de vijand op „onze Prins" heeft er toe bijgedragen om hem als een der onzen te gaan beschouwen. Zo tegenover maar een gedeeltelijke compensatie staat van loonsverho gingen. De strijd op Korea heeft echter nog lange tijd een vermindering der kooplust tegengehouden. Maar naarmate de oorlog in Korea langer duurt, keert de hoop tot behoud van de wereldvrede terug. Dat lijkt mis schien vreemd, maar is toch zo. Het publiek verzwakte in kooplust en de geweldige voorraden, door handel en industrie gevormd in bepaalde artikelen, zijn niet naar verwachting afgenomen. De consumenten gaan nu zelfs het „appeltje voor de dorst", dat ze indertijd als een extra voorraadje hebben ingeslagen, opeten. Toen er tenslotte nog de gedachte bijkwam, dat er misschien rond de achten dertigste breedtegraad vrede geslo ten zou worden daalden de con sumptieve aankopen nog meer. In ons land kregen we daarvan tot op heden nog niet zoveel voor beelden. Maar in de Verenigde Staten werd een prijzenoorlog ont ketend om de aankoop van con sumptiemiddelen te stimuleren. Vele handelaren hadden hun voorraden Ov.*0 keerde hij als een geliefd vriend in het bevrijde Nederland terug. Hij begreep en begrijpt zijn tijd volkomen. En iedereen heeft in deze na-oorlogse jaren wel oog moeten krijgen voor de werkkracht en de capaciteiten van de prins gemaal. Van hoog tot laag. Een militair, een organisator, ook een handelsman. Door dat alles is de bekendheid van Prins Bernhard in de na-oor- logse jaren bij ons volk zeer toe genomen. Maar dan ook alleen be kend uit de jongste tijd. Wat weet men in ons land van het leven van Prins Bernhard, van zijn jeugd, zijn afkomst, zijn opvoeding, zijn positie, kortom van alles voor dat hij in ons land kwam Over het algemeen heel weinig, hoegenaamd niets. Welnu, in het thans verschenen boek bij de uitgeversmaatschappij Gebr. Zomer 6 Keuning te Wa- teveel opgevoerd. De prijzen daal den en iedereen probeerde zijn duurgekochte goederen nog zo gauw mogelijk kwijt te raken. Op de actie door grote aankoop ont stond de reactie door de prijsdaling. In mindere mate is hetzelfde ver schijnsel naar Nederland overge waaid. Veel handelaren zitten met grote voorraden, die zij tengevolge van verminderde oorlogsdreiging en consumptiebeperking niet direct kunnen verkopen. Men raakt dan in financiële moeilijkheden en men krijgt prijs forcering. De vermindere kooplust doet zich direct gevoelen bij de duurzame consumptiegoederen, zoals textiel en schoenen. De vraag hiernaar lag de laatste jaren ver boven normaal. Dit kwam door de achterstand en door de lust tot voorraadvorming bij het publiek. Het is dus nu een „slappe" tijd in de handel. Maar o.i. mag ongetwijfeld na verloop van tijd weer op een herleving worden gehoopt. Na de eerste schrik van de zeer hoge prijzen zal het publiek zijn aankopen weer hervatten, daar toe aangemoedigd door de kleine prijsinzinking, die thans zichtbaar geningen, getiteld „Onze Prins in het publiek en binnenskamers" en geschreven door Prof. Dr. J. Wa terink kan iedere Nederlander ve lerlei merkwaardige bijzonderheden vinden. Bekend is wel, dat de Prins een zoon is van de vroegere vorst Zur Lippe-Biesterfeld, dat hij evenwel in Jena, gelegen in Thüringen ge boren werd, dat hij voor een be langrijk deel een Engelse opvoeding kreeg, dat hij in zijn jeugd drie maal zeer ernstig ziek is geweest en geopereerd, enz. dat alles zal men niet weten. Het is slechts een korte opsomming. In genoemd boek wordt het uitvoerig verhaald. Zo ook over zijn studietijd. Tij dens zijn gymnasiale studiën, in 1929, toen hij 17 jaar was, werd hij wederom overvallen door een zware ziekte, zo ernstig, dat de Prins wekenlang aan de rand van het graf verkeerde. Weer moest een zware operatie volgen. En in 1932 verkeerde de Prins wederom tus sen leven en dood. Hij studeerde in Lausanne, inzon derheid om zijn kennis van de Franse taal te verrijken, te Mün- chen en te Berlijn rechten en eco nomie en behaalde op 23-jarige leeftijd een graad, die in ons land te vergelijken is met doctoraal- rechten. Evenals zijn andere fa milie dweepte hij niet met het na- tionaal-socialisme. Integendeel. Hij was dan ook blij in de kritieke ja ren een kans te krijgen om naar het buitenland te gaan en kwam in Pa rijs om in de verkoop-organisatie van de wereldbekende Maatschap pij, de I. G. Farben Fabriek te gaan werken. Hij begon daar met het meest eenvoudige werk om tenslot te tot onderdirecteur te worden be noemd. Professor Waterink wijst er in zijn boek inzonderheid op, dat de Prins, voordat hij met een Konings dochter verloofde, duidelijk bewe zen had een man van ongewone capaciteiten te zijn. Daarom ook kon Koningin Wil- helmina op de middag van de 9e September 1936 voor de radio zeg gen bij gelegenheid van de verlo ving van Haar dochter: „Het is mij een voldoening te kunnen zeggen, dat ik de keus van mijn dochter van harte toejuich en alleszins ver standig acht, gezien de goede eigen schappen, die mijn aanstaande schoonzoon bezit". En dat heeft onze Prins ook aan het Nederlandse volk bewezen. Hierop wensten we juist vandaag inzonderheid de aandacht te vesti gen. Het is slechts een korte sa menvatting van boek, dat menig een graag zal bezitten. is. Toch geloven we niet, dat bij de voortdurende „normale" omstandig heden het oude aankoopniveau zal worden bereikt. Maar vergeten we toch ook niet, dat gezaghebbende kringen in de Verenigde Staten menen dat dd defensie-machine eerst tegen het einde van het jaar op volle toeren kan draaien. Ook in Nederland zal daardoor de activiteit in het zakenleven stel lig toenemen. Van een crisis in het zakenleven kan dus o.i. nog niet worden ge sproken. Evenmin van een stabiele prijsdaling. En waar het „appeltje voor de dorst", zoals hierboven ge noemd uiteindelijk toch ook weer tot een heel klein stukje resteert, kan in de komende maanden zoals gewoonlijk voor de handel weer een vrij normale opleving worden ver wacht. Bijzondere omstandigheden buiten beschouwing gelaten, die zich ook beter niet kunnen voordoen of het moest ten gunste zijn voor de wereldvrede. Al zou het dan die opleving schadelijk beinvloeden

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 1