WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND Raadsverslag Oud-Vossemecr VERSCHIJ NT IEDERE VRIJDAG WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementaire Overzicht I I I Moderne instrumenten GETROEFD door zeemanschap Drie moties tegen minister Staf verworpen Mag pokkeninenting verplicht worden gesteld? Van een slingerende vloot en een zeeziek journalist 1 m HET KOST DE GEMEENTE GELD, de vele sub sidie-aanvragen. Maar zowel een GELDSCHOP als een ONTVANGKAMERTJE acht men overbodig 7e Jaargang No. 30 8 Juni 1951 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.10 per kwartaal franco p.p. 1.35 Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Het zijn zware dagen geweest voor Mi nister Staf in de Tweede Kamer. En het debat over de begrotingen van Oorlog en Marine is hem eigenlijk wel een beetje te gengevallen. Enthousiast werd hij door de Kamer begroet. Eindelijk had men een or ganisator gevonden. De vele redevoeringen waren een weerspiegeling van deze blijd schap. Maar zie, de Kamer had het ant woord van deze Minister nog niet gehoord of de stemming sloeg om. Nu wel niet zo, dat het er somber uitzag voor het minis teriële leven van de heer Staf, maar toch was men enigszins teleurgesteld. Dat kwam allereerst doordat de Minister niet wilde ingaan op die betogen, welke de tegen stelling Oost-West schril hadden getekend en oplossingen aan de hand deden voor het vraagstuk hoe wij de oorlog het beste kunnen keren. Praat deze kwestie maar uit met de Minister van Buitenlandse Za ken, zo repliceerde de voormalige direc teur-generaal voor de Landbouw. Dat was natuurlijk niet aardig. Want al gaat het hier om problemen, die nauw samenhangen met het federalisme, als men de grondslag aan het debat ontneemt, houdt men slechts detailwerk over. En dat was dan ook in sterke mate het geval. Het voert te ver om al die punten op te sommen. Laten we er één nemen. De k.v.p.-afge- vaardigde Fens had een eerste diensttijd bepleit van twintig maanden. Op dit mo ment zijn de militairen in ons land „maar" twaalf maanden onder dienst, een periode, die echter wordt verlengd tot zestien maan den. Oud-opperofficier Fens had daartegen grote bezwaren. Stelt men de dienstplicht op 20 maanden, dan kan men een hele divisie opleiden. Dat is een gevechtseen heid. In zestien maanden komt men echter niet verder dan tweederde divisie. Dat is dus geen volledige gevechtseenheid. Minis ter Staf wilde echter voorlopig als over gangsmaatregel de zestien maanden aan houden. Het zal echter van materiaal en uitrusting afhangen of deze tijd kan wor den verlengd tot 20 maanden. De a.s. re- cruten kunnen dus gerust zijn. DE POKKEN-INENTING Het grote vraagstuk in dit debat lag niet op militair technisch terrein, maar op een zuiver menselijk vlak, nl. de verplichte in enting voor militairen tegen pokken. Toen deze gevreesde ziekte uitbrak, heeft Ge neraal Hasselman als Chef van de Gene rale Staf een order uitgevaardigd, dat alle militairen ingeënt moesten worden. Zij, die niet wilden, mochten het kamp niet uit. Er zijn in ons volk grote groepen, die tegen de inenting gewetensbezwaren hebben. Men vindt ze het meest in de gelederen van de S.g.p. Herhaaldelijk strijdt Ds. Zandt in de Kamer tegen een verplichte inenting, omdat hij vindt, dat niemand zijn leven in gevaar mag brengen. Dat inenting voor rijpere per sonen gevaarlijk is, is wel gebleken. De Minister gaf dit ruiterlijk toe. Er zijn onder de militairen helaas verschillende slacht offers gevallen. Ds. Zandt vertelde ver schrikkelijke verhalen, die door de Minis ter echter ontkend werden. In het was lokaal werden de militairen onverhoeds bij de blote arm gepakt en plotseling ingeënt. Ook deed men dit volgens de dominé in de slaap. Een dergelijk optreden zou natuurlijk af te keuren zijn. De Minis ter wees er op, dat hij slechts had te kiezen tussen de mogelijkheid van een pok kenepidemie onder de militairen of een ver plichte inenting. Zijn geneeskundige advi seurs vonden het ontoelaatbaar om nog langer te wachten. Het gevaar was te groot De voorzitter van de tweemans s.g.p.-frac- tie diende echter een motie in om ook in de toekomst te voorkomen, dat dwangmaat regelen zouden worden genomen. Hij is nu eenmaal tegen iedere inenting. Deze motie werd echter verworpen met alleen de stem men van de s.g.p. en de a.r. voor, met uitzondering van de heer Bruins Slot. Deze had echter ook wel bezwaren tegen de manier, waarop de inenting was bevolen, maar die waren niet van principiële, doch van juridische aard. Een verplichte vacci natie kan alleen maar krachtens een wet geschieden, zo stelde hij zeer terecht. En nu heeft men dat gedaan door een order van Generaal Hasselman. Noch een Chef Staf, noch een Minister mag zoiets beve len. In theorie is dit een zeer juist stand punt. De minister zat echter met de moei lijkheid, dat hij het pokkengevaar moest bezweren. Op een wet wachten duurde hem te lang. Dan zou de ramp intussen mis schien reeds zijn uitgebroken. Toch zag hij de redelijkheid van het betoog van de hee Bruins Slot (a.r.) in. Want hij ver klaarde, dat er een commissie zou worden benoemd om te onderzoeken of de ver plichte inenting inderdaad bij wet moet ge schieden of dat het ook op een andere manier kan gebeuren. Daardoor werd de motie van de a.r. afgevaardigde met een slag kansloos. Wie gedacht zou hebben, dat hij dit voorstel zou intrekken, had het echter mis. Want op de vraag of de Mi nister op het standpunt stond, dat een ver plichte inenting dus alleen maar via een wet kan gebeuren, antwoordde hij, dat hij eventueel morgen weer een zelfde maat regel zou nemen. Zonder wet dus. Hij kan niet wachten totdat de Kamer zich daarover heeft gesproken. Ook de heer uruins Slot kreeg zijn zin niet. Behalve de a.r., S.g.p., c.p.n. en de heren Schmal (c.h.), Weiter (k.n.p.) en Verhoeven (k.v.p.) gaven alle andere afgevaardigden dé Minister gelijk. Zo was ook de motie Bruins Slot van de baan. Intussen was er reeds een motie van de communisten verworpen en één was er ingetrokken. Op een gegeven moment had de Minister dus vier moties op tafel liggen. Daar schrok hij een beetje van. „Ik dacht", zo zeide hij, „dat ik met zoveel vertrou wen werd begroet en nu word ik over stroomd met moties". Zo erg was dit van de Kamer ook weer niet bedoeld. Want per slot van rekening betekent het indie nen van een motie heus niet, dat men een Minister wil kraken. Zij kan ook wel eens ?en steuntje in zijn rug zijn. WAT KOMT ER VAN DE NED.-IND. UNIE TERECHT 1 Laten we nog iets vertellen van de be groting van Unie Zaken en Overzeese Rijksdelen. Dit is de laatste begroting, wel ke de Tweede Kamer behandelt. Het wordt wel tijd, want het is een vreemde zaak om midden in een jaar tegen de regering te zeggen, dat zij voor hetzelfde jaar zoveel gulden mag uitgeven. In September a.s. op Prinsjesdag worden de begrotingen voor 1952 weer ingediend Nu Indonesië souverein is, bleef er van deze begroting niet veel meer over. Een interessant punt diende zich echter al direct aan en dat was de verhouding tussen Nederland en Indo nesië. Men weet, de souvereiniteit over dit land is ter Ronde Tafel Conferentie over gedragen. Op die conferentie was deze ten minste overeengekomen. Er werd echter een Unie gevormd, die een band zou vormen tussen beide landen. Weliswaar was deze Unie „vederlicht". Ook is zij wel een „pluisje" genoemd. Maar toch knellen deze zeer lichte banden. De nieuwe Minister- President in Indonesië heeft nl. medegedeeld, dat het Unie Statuut zal worden herzien en dat het omgezet moet worden in een nor maal vriendschapsverdrag. Volgens Neder landse begrippen is deze Unie echter niet eenzijdig opzegbaar. Zij is de tol, welke Indonesië voor de souvereiniteit heeft moe ten betalen. Dat de Unie reeds na 1J4 ïaar overboord wordt geworpen, is natuurlijk voor de Regering niet prettig. De opposi tie, bijv. van de a.r. afgevaardigde Meye- rink, zeide dit reeds voorspeld te hebben. De regeringspolitiek heeft gefaald. Zij speel de op de korte baan en dat deed zij ook nog halfslachtig. De heer v. d. Wetering (c.h.) betreurde het, dat de Unie „geen wortel heeft geschoten" en hij bepleitte een redelijke oplossing van dit moeilijke pro bleem. De regeringspartijen pur sang zei den niet veel over dit hachelijke vraagstuk. Laten we maar eens kijken waartoe het Indonesisch initiatief leidt, zo redeneerde Prof. Schermerhorn (arb.) en de k.v.p.- afgevaardigde De Graaf was van mening, dat de Unie geen waarde heeft als beide partijen haar geen inhoud geven. Hoe men het draait of keert, deze kwestie is niet prettig. De regering heeft de overdracht van de souvereiniteit bepleit omdat we toch een Unie zouden krijgen. En nu valt ook de laatste schakel tussen beide landen uit. Op de rest van de behandeling zullen we volgende week terugkomen. (Nadruk verboden) Vrijdagavond begonnen in het Oostelijk deel van de Atlantische Oceaan oefeningen van de zeestrijdkrachten der landen van het Atlantisch pact. De fiere Nederlandse Marine, die bij vorige internationale manaeuvres zo'n uit stekende indruk maakte, is ook weer van de partij met een flotille. Aan boord van een der Nederlandse bodems, Hr. Ms. Dubois, bevindt zich een speciale verslaggever, die voor ons blad onderstaand artikel schreef. De van Amerika overgenomen fregatten zijn slingerbakken. Daarover is iedereen aan boord van de „Dubois" en de „Van Ewijck" het eens. De gasten aan boord wel in de eerste plaats. Die hebben het een paar dagen tijdens de marine manoeuvres kwaad te verduren gehad, want zij hadden geen sterkere zeebenen dan zij tijdens de vorige manoeuvres hadden kunnen verwerven. Toen waren evenwel deze moderne Amerikaanse fregatten nog niet in dienst. Het moet tot zijn eer gezegd worden, dat een Limburgs journalist zich door alle slingeringen niet van de wijs heeft laten brengen, maar daarmede maakte hij dan ook een uitstekend figuur. Onder de lang bevaren bemanning waren er die nu en dan ijlings naar de railing moesten snellen en de specialisten van de radio- en radarkamer hadden een emmertje opgesteld tussen hun ingewikkelde instrumenten. Maar golven en slingeringen ten spijt, de dienst ging door. De kok had behalve hek jes op zijn fornuis om de pannen in toom te houden, ook in zijn kombuis stellages opgetrokken om zichzelf te vrijwaren voor botsingen met het hete fornuis. Als in een van de verblijven iemand een asbakje vroeg, behoefde een ander dat maar op de grond te zetten. Met de volgende slingering slierde het ding naar de andere zijde om even later weer terug te komen. Het is op een onderzeeboot wel eens voor gekomen, dat iemand uit zijn kooi geslingerd werd, maar dat verhaal daarover wordt min of meer als een legende beschouwd. Hier op de „Dubois" is elk bed voorzien van riemen om de slaper zodanig vast te snoeren dat hij niet op de ijzeren platen wordt ge kwakt. Toch is slingeren of de golven klieven gelijk een strijkijzer slechts een onbelangrijk verschil. Niet zozeer voor het leven aan boord als wel voor de manoeuvres. Aange zien de schout bij nacht niet anders ver wacht of het Nederlandse smaldeel zal de orders nauwkeurig uitvoeren, moeten de seiners aan de vlaggekast van de Tromp (het Nederlandse vlaggeschip) zich maar op de een of andere wijze schrap zetten en even zo hun collega's op de andere schepen. Zij lezen die vlaggeseinen en wankelen zwaai end naar hun commandant; die zich ergens schoor gezet heeft op de brug, om hem het briefje met de boodschap te brengen. Uit dat bevel destilleert die commandant de noodzakelijke orders voor zijn eigen be manning. De koers wordt gewijzigd en het toerental der machines en nu gaan enige schepen zich afzonderen om in de mistige kim te verdwijnen. Zij zullen pogen de rest van het eskader te ontlopen en zo bij het vallen van de duisternis een klein zeeslagje ensceneren. Zwaaiend en stampend en op volle vaart lopen de „Dubois" en de „Van Ewijck" weg, dwars door de golf van Biscaje en juist op dat moment ontfermt de scheepsarts zich over de journalist, die reeds gedurende enige uren niet tot enige zelf standige beweging in staat, onder een kanon ligt, uitgestrekt op een paar kisten munitie, die o zo aangenaam liggen kunnen, wanneer de frisse zeebries een soort medi cijn moet zijn. De arts heeft meer met dat bijltje gehakt. Hij weet de slappe passagier aan boord van dit vaartuig te bewegen op te staan en onder zijn leiding een pilletje in te nemen. Dan mag hij weer een kwartier liggen, maar dan moet het ook afgelopen zijn. Een bordje Indische rijst doet dan de rest en maakt de verzwakte journalist weer waarlijk iets dat op een menselijk creatuur gelijkt. Hij is dan in staat om, zich stijf vastklemmend in een hoekje van de com mandobrug het nachtelijk gevecht te volgen en hij vergeet zijn narigheid geheel wan neer zich dat gaat ontwikkelen. Hoe weinig heeft overigens, met de mo derne middelen, die duisternis invloed op de gevechten. Op de radarschermpjes zien vriend en vijand elkaar 's nacht even duide lijk als overdag. In deze volle vredestijd is de enige moeilijkheid om niet een paar koopvaarders van de „vijand" te verslijten. Want de radar is nog niet zo geperfection- neerd, dat ook dat onderscheid te zien zou zijn. Ondanks alle verfijnde moderne instru menten brengt toch ook in dit nachtelijk ge vecht de fijne toets van zeemanschap het verschil tussen nederlaag en overwinning. Wat de instrumenten betreft, zijn de partijen vrijwel gelijkwaardig. Zij kunnen elkaar ongeveer op hetzelfde ogenblik waarnemen zonder elkaar te zien, maar de „vijand" is verre overmachtig wat geschutkracht betreft. Het komt er dus op aan zo te manoeuvre ren, dat ook de lichte eenheden hun kanons kunnen laten spreken zonder dat zij (the oretisch) al in de grond worden geboord. Het gaat allemaal erg rustig, tenminste zonder zichtbare opwinding, die voorbe reiding tot een listig gevecht, maar het is een ingespannen samenwerken van een stel specialisten en over die troep heerst de grote, zekere commandant. Een man van weinig woorden is hij en slechts uit een halve zin en de veelkleurige lintjes op zijn Zondagse uniform hebben wij opgemaakt, dat hij een fraaie staat van dienst uit de oorlogsjaren achter zich heeft. Maar met die zekere aanwijzingen en die korte be velen leidt hij zijn schip en het kleine flot- tille zo, dat straks de vijand weinig kans zal hebben Hij past zowaar het oude gebaar toe van de natte vinger in de lucht om de windrichting ten opzichte van het schip te leren kennen. Daaruit volgt weer een koerswijziging en dan worden de seiners weer aan het werk gezet om een boodschap naar het andere schip over te brengen. Er zal met het speciale nevelapparaat een rook gordijn worden gelegd. Vette kwalmen grijze rook slierten over het water. Het hoofd van de machinekamer staat met een bezorgd gelaat bij die nevelsproeier, die nog nooit in Nederlandse dienst gewerkt heeft. Het ding staat rood gloeiend en vlak daarnaast liggen de dieptebommen opgetast. Er worden brandslangen gereed gehouden. Als de krijgslist wil gelukken, moet dit rookgordijn groot en effectief zijn. Het wordt gelegd en op het moment, dat de „vijand" het vuur wil openen om de prooi, die hij op zijn radarinstrumenten zo duidelijk kan zien, te beschieten, blijkt hoe zorgvuldig overwogen dat plan waarvan slechts enkele woorden op de brug merkbaar werden, is geweest. Die vijand jaagt de ene lichtgranaat na de andere de lucht in. Hij denkt niet anders dan op die manier de gezochte schepen in een fel licht te zetten, zodat zij beschoten kunnen worden. Maar de felle lichtgranaten onthullen niet anders dan de rookwalm, waarachter de twee schepen ergens verbor gen zijn. De wind is tot bondgenoot ge maakt. Die twee kleine schepen zouden nu de mogelijkheid hebben om in het rookgor dijn nader te sluipen en dan zelf het vuur te gaan openen op de aanvallers. Zover wordt het spel niet gespeeld. De schepen zoeken elkaar wel op maar om vreedzaam een gezamenlijke line te vormen die op- stoomt naar een Franse haven. De zeezieke journalist is door het span nend gemanoeuvreer gedurende enige uren, weer geheel fit geworden. (Nadruk verboden). Ronde van Nederland Dinsdag 5 Juni op de Dam te Amster dam voor het Koninklijk Paleis symbolisch gestart. De renners verlaten de Dam en rijden het Damrak op in de richting van het Y naar Volendam. Openbare raadsvergadering te Oud-Vos- semeer gehouden op Vrijdag 1 Juni des avonds om 7.30 uur. Voorzitter de burgemeester, aanwezig alle leden met uitzondering van dhr. Istha, die wegens ziekte afwezig is. De voorzitter spreekt bij het openen der vergadering de oprechte wens uit dat dhr. Istha weer spoedig hersteld mag zijn. Na voorlezing der notulen en goedkeuring hiervan wordt overgegaan tot behandeling van de ingekomen reclame schoolgeld van Wed. Voshol. Er is omtrent de schoolgeldmaatstaf over leg gepleegd met de inspecteur der belas tingen. Deze acht de opgelegde maatstf evenredig met de verdiensten. B. en V/. stellen voor in dit verband geen ontheffing te verlenen. Allen zijn het er over eens dat bij regelmatige verdiensten geen ontheffing nodig is, waartoe wordt besloten. Aan de orde is benoeming lid Commis sie tot Wering van Schoolverzuim ten gevolge van het vertrek van dhr. Melisse. Dhr. Melisse had zitting als hoofd van de School m. d. Bijbel. Uit het dubbeltal G. v. Dalen en P. Lobbezoo wordt de heer van Dalen met algemene stemmen benoemd. Punt 4 van de agenda bevat de benoe ming van een derde ambtenaar van de burgerlijke stand. Naast de bezoldigd amb tenaar burg. stand zijn nog 2 onbezol- digden gewenst. Uit het dubbeltal M. J. Daane en M. A. v. Poortvliet wordt dhr. M. A. v. Poort vliet met algemene stemmen gekozen als onbezoldigd ambtenaar van de burg. stand. Vervolgens komt ter tafel een voorstel tot tegemoetkoming in ziekenhuispremie van de gemeentewerkman. De gemeentewerkman Roggeband is niet verplicht verzekerd omdat hij bij de ge meente werkzaam is, hetgeen in het vrije bedrijf wel het geval is. Het verzoek hier toe richt zich op gelijkstelling met de werkers in het vrije bedrijf, dus tegemoet koming in de helft van de premie. Opgemerkt wordt dat in de toekomst ook voor gemeentepersoneel deze regeling alge meen zal worden doorgevoerd, en dat het wel billijk is om ze gelijk te stellen met anderen. Dhr. v. d. Klooster vraagt of het salaris van Roggeband niet hoger is dan van een gewoon werkman. Is dat niet zo dan is hij voor verlening van tegemoetkoming. Daar alle leden het billijk achten, wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen. SUBSIDIE GYMNASTIEK VERENIGING Als zesde agendapunt volgt een voor stel tot subsidieverlening aan de gymnas tiekvereniging „Spido" van 140,voor 1951. Door de vereniging is dit verzoek gedaan wegens een tekort van het ge noemde bedrag op de begroting 1951. De voorzitter licht toe dat een samen- spreking heeft plaats gehad. Nadere inlich tingen betreffende de financiële toestand van de vereniging zijn verkregen, waarbij bleek dat de uitgaven aan de lage kant waren, terwijl de ledencontributies zeker niet laag te noemen zijn ad 0.50 per lid per week. Burgemeester en wethouders zijn overtuigd van het belang der vereniging en doen op grond hiervan dit voorstel. Dhr. Mees voert aan dat de bespreking in de beste verstandhouding is gehouden. Het bleek dat het onmogelijk is de con tributies te verhogen, daar anders alleen gegoeden lid zouden kunnen zijn, hetgeen niet de opzet is. Ook de vergoeding van de directeur is niet te verlagen. Begonnen is met kinderen vanaf 7 jaar. Men moet nu éénmaal met de jongstenbeginnen, de oudere groepen worden dan gevormd door opschuiven der jongeren, zodat de ver eniging in de toekomst wel sterker zal wor den. Dhr. van der Klooster verklaart geen voorstander van subsidie te zijn, doch in dit geval kan hij zijn stem wel geven, de jeugd blijft er meer door van straat. Als men, aldus dhr. v. d. Klooster, de ver eniging geen subsidie geeft, zou die ook weer te gronde gaan. Dhr. v. Gorsel is er voor dat de vereni ging zal trachten zonder subsidie te wer ken. Hij is er niet tegen, doch vindt sub sidie op den duur uit den boze. Dhr. van Driel kan zich volkomen bij het gesprokenen neerleggen. Hij hoopt dat de vereniging er in de toekomst zonder subsidie kan komen. Aldus wordt besloten de gevraagde subsidie voor het jaar 1951 te verlenen. NIET TE HARD STOKEN! Vervolgens komt aan de orde de voor lopige vaststelling van de gemeenterekening 1949, en goedkeuring van de rekeningen van de Wezen- en Algemene Armen en het Fonds Huijsse van Kattendijke. Hierover is door de Commissie tot nazien der rekening een rapport uitgebracht. Een opmerking wordt in dit rapport ge maakt over het feit dat soms 's morgens nog straatlantaarns branden. Gevraagd wordt of de gemeente de hieruit voort vloeiende kosten van meerdere stroomle- vering moet betalen. Dit blijkt het geval te zijn. De oorzaak van dit te late branden der lantaarns ligt, zo deelde de voorzit ter mede, in het feit dat de klok die de lantaarns aan- en uit moet schakelen, enige tijd niet goed heeft gewerkt. Hierin is verbetering gebracht. In het rapport wordt eveneens geïnfor meerd naar het resultaat van het doorha len van de riolering in de Kalisbuurt. De voorzitter deelt mede dat tot nog toe de resultaten goed zijn geweest. Vervolgens wijst het rapport op het grote brandstofverbruik in de Openbare Lagere School. Stroom en brandstof wordt ver bruikt voor de landbouwcursus en door verenigingen die gebruik maken van het gymnastieklokaal. Deze kosten drukken op de exploitatiekosten van het onderwijs. Ge vraagd wordt of de mogelijkheid van split sing van het verbruik bestaat. De voorzitter deelt mede dat al getracht is hiervoor verschillende electriciteitsméters te krijgen. Dat gaat echter slecht, daar er bijna geen meters zijn. De enige over blijvende mogelijkheid zal zijn de kosten van het door de verenigingen die buiten het lager onderwijs staan veroorzaakte stroom en brandstofverbruik, te ramen. Ingekomen is een verzoek om premie wo ningsplitsing betreffende de woning Dorps weg A 138. De totaal kosten hiervan bedragen 5400.—. De premie wordt echter verleend naar een maximumbedrag van 4200,Het Bouw- en Woningtoezicht adviseert de subsidie te verlenen naar de bekende 15%. B. en W. stellen voor het verzoek in te willigen. De raad besluit z.h.s. tot subsidieverle ning naar 15% van ƒ4200.over te gaan. VERBETERING SCHOLEN Punt 9 bevat een aanvraag ex. art. 72 L. O.-wet 1920 van de school m. d. Bijbel nopens bouw ontvangkamertje, fietsenberg plaats, vernieuwing vloeren, schilderwerk, enz. Medegedeeld wordt dat hiertoe destijds een verzoek is ingediend. De Raad is hier toen in principe mede accoord gegaan. Overleg tussen B. en W„ het Schoolbestuur en de Inspecteur is toen gehouden. Gedurende dit overleg bracht het School bestuur meerdere wensen naar voren, o.a. het verbouwen van een bergplaats tot ont vangkamertje schilderen van gangen en lo kalen, het maken van een fietsenbergplaats, e.d. De begroting beloopt ƒ4150, Opgemerkt wordt dat het vernieuwen van de vloeren tot gewoon onderhoud be hoort, dit moet dus door het schoolbestuur worden betaald en uit de gewone vergoe ding worden bekostigd. De Inspecteur van het Onderwijs deel de echter mede, dat door het schoolbestuur verhoging van het vergoedingsbedrag bij de minister kan worden gevraagd, hetgeen het schoolbestuur volgens de Inspecteur kan krijgen. Naar aanleiding hiervan adviseerde de Inspecteur om het dus maar zo te geven. De voorzitter merkt op dat dit een ge vaarlijk standpunt is. Men mag nu een maal niet uit art. 72 geven als het een uitgaaf is die onder art. 101 valt. Dan moeten ze maar verhoging van de onder houdskosten bij de minister vragen. Dhr. v. Gorsel vraagt of de fietsenberg plaats van vrijkomend materiaal wordt ge maakt. Het bedoelde ontvangkamertje zou van een bergplaats gemaakt kunnen worden. Het is bedoeld voor bestuursvergaderingen, ontvangen van bezoekers, enz. De voorzitter deelt mede dat wat be treft dit punt in de vergadering van Bur gemeester en Wethouders was, waarom het aan de raad wordt overgelaten. De Inspec teur vond het geen overbodige luxe. Dhr. v. Gorsel kan het er ook mee eens zijn dat het geen overbodige luxe is, doch vindt dat de kosten ook nog meespreken, terwijl men ook in een lokaal kan vergade ren, zoals dit ook voorheen gebeurde. Dhr. Daane merkt op dat hij het wel luxe vindt. Vroeger is er ook al eens over gesproken, ook toen werd het overbodig geacht. Er is zelfs nog een lokaal dat re gelmatig leeg staat, hetgeen voor een verga dering geschikter is dan het kleine hokje waarvan men het ontvangkamertje wil ma ken. De andere scholen hebben het, aldus spreker, ook niet. Maar als men A zegt, moet men ook B zeggen, met als gevolg dat het duizenden gaat kosten. En zo goed zit de gemeente er niet voor. Met het plan tot het maken van de fietsenbergplaats gaat hij direct accoord, evenals met de meeste van de andere kos ten, met uitzondering van de vernieuwing van de vloeren. Men moet zoveel mogelijk de wettelijke weg bewandelen. Men heeft, volgens dhr. Daane, evenmin een ontvang kamertje nodig als ik een geldschop. Voor de enkele malen dat men het nodig heeft kan men het lege lokaal gebruiken. Dhr. v. Driel gaat volledig accoord met het door dhr. Daane gesprokene; het lege lokaal is voor dit doel geschikt. Dhr. van Driel verklaart ook mee ge-

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 1