WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST.FILIPSLAND Paasov er denking. Plaatselijk Nieuws WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Het Parlementaire Overzicht Commentaar Het debat over de Regeringsverklaring* Steun aan Kabinet viel niet mee. Ook van mij gezien ZONDAGSDIENST ARTSEN THOLEN 7e Jaargang No. 19 23 Maart 1951 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen ƒ1.10 per kwartaal franco p.p. 1.35 Prijs per nummer 10 cent Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Zo hebben we dan de debatten over de regeringsverklaring achter de rug. Zoals wij reeds verschillen de malen hebben medegedeeld, zou deze verklaring een hard stuk zijn, waaruit duidelijk zou spreken de moeilijke tijd die wij beleven. Nog nauwelijks was de verklaring uit gesproken of de eerste berichten over officiële prijsstijgingen werden bekendgemaakt. Er worden offers gevraagd van heel het volk, terwille van de vrijheid. Maar de regering heeft zich op het standpunt gesteld, dat de sociale rechtvaardigheid niet uit het oog mag worden verloren. Dat is een winstpunt. Het zal echter moeilijk zijn om de zware lasten zo te verdelen, dat de minst draag- krachtigen daarvan geen nadeel ondervinden. De verklaring was natuurlijk een vaag stuk. Slechts de algemene lijnen werden besproken. De uitwerking daarvan komt later wel. Al liggen er nu reeds twee belastingontwerpen op behandeling te wachten. Uit de loop van het debat over zo'n verklaring moet het Kabinet opmaken of het voldoende steun ondervindt om verder te gaan met zijn werkzaamheden. Daarom is zulk een behandeling belangrijk. Temeer, omdat dan ook wordt vast gesteld hoe de verschillende fracties tegenover het Ministerie staan. Nu, dat zal niemand zijn meegevallen. Na zeven weken crisis is Romme mcT* een Kabinet voor de dag ge komen, dat geen haar beter of slech ter is dan het vorige. Dat was zijn schuld niet, want er waren nu een maal geen betere mogelijkheden. In dien men althans de brede basis begeert en men het niet aanstuurt op een rooms-rode samenwerking. Laten we beginnen met de heer Burger, die namens de socialisten sprak. Zijn toetreding tot het Kabi net is vast niet van heler harte ge weest. Hij verweet de heer Romme die het beter vond de debatten maar niet bij te wonen, omdat hij (in)formateur is geweest dat deze een „brede basis hobby poli tiek" bedreef. Alleen daardoor kon de kleine v.v.d. fractie in de Tweede Kamer een Kabinetscrisis forceren. Moest er een brede basis komen, omdat de roomse Minister v. d. Brink (Economische Zaken) een minder progressieve politiek wilde voeren Neen, de socialisten wilden npt al te veel met dit Kabinet te maken hebben. Natuurlijk, zij zou den het steunen waar dat mogelijk was. Maar zij beschouwden het Ministerie als extra-parlementair. D.w.z. dat zij géén binding wilden tussen de Kamerfractie en het Kabi net. Slechts een losse band zou er zijn. De heer Oud (v.v.d.), die ont zettend veel critiek te horen kreeg, liet practisch hetzelfde geluid horen. Maar de socialisten namen dit niet van hem, omdat zij vreesden, dat hij dan t.z.t. weer een crisis zou uit lokken. De twist tussen deze beide Kamerleden liep vrij hoog. In het nette dan natuurlijk, zoals dat in een volksvertegenwoordiging betaamt. „Is er nu reeds ruzie in de familie?" zo interrumpeerde dr. Schouten (a.r.) „Neen", zo repliceerde mr. Oud, „maar als men samen op reis wil, moet men eerst behoorlijk overleg plegen". „Dat moet U doen voordat U in de boot stapt", merkte de doorgewinterde parlementariër sne dig op. Inderdaad, hiermede was de kern van de zaak wel geraakt. De houding van de k.v.p., bij monde iin het regeringsprogram dat dit Kabinet was gevormd. Maar, zo zeide de heer Tilanus, we wach ten op de daden De heer Stokman betreurde het, dat de a.r. niet mee deed in het Kabinet, want juist deze principiële partij kanmen in ons land zo goed gebruiken. Hij zeide dit echter niet, dan nadat hij eerst talloze opmerkingen van minder vleiende aard aan het a.r. adres had gemaakt. DE POSITIE DER A.R. Het was logisch, dat de houding van de a.r. druk werd besproken. Zij hadden een goede kans om in het Kabinet te komen en nóg deden zij het niet. Alleen niet, omdat zij geen twee politiek en parlementair ervaren personen mochten leveren. Twee a.r. buitenstaanders tegen tien oude ministers vond de heer Schou ten wel iets te gortig. Hierover bleek echter nogal misverstand te bestaan. Minister-President Drees verklaarde nl. dat Prof. Romme aan hem had gevraagd of hij ermede accoord zou gaan als er tenminste één parlemen tair ervaren a.r. in het Kabinet zou worden opgenomen. Dr. Drees vond dat best. Hij had er helemaal geen bezwaar tegen, dat de oude opposi tie thans zou gaan meewerken. Deze uitlating riep natuurlijk tal van vra gen op. Waarom deden de a.r. het niet Het bleek echter, dat Dr. Schouten van deze mogelijkheid niets afwist. En dat Prof. Romme deze kwestie alleen maar met Dr. Drees had besproken. Helemaal uit de doeken kwam deze zaak niet, want de heer Schouten achtte zich niet geroepen om mededelingen te doen over de gesprekken met Prof. Romme, zonder dat deze laatste zijn toestemming heeft gegeven. Er zijn drie kwesties, die het de regering in de toekomst moeilijk kunnen maken. DRIE PROBLEMEN VOOR HET KABINET Natuurlijk in de eerste plaats de verschillende financiële, econo mische en sociale problemen. Hier ligt de p.v.d.a. als een waakhond op de loer. En zij zullen heus niet alles slikken. In de tweede plaats blijft er de kwestie Nieuw-Guinea. Zolang Indonesië daar niet in roert, zal er niets gebeuren. Maar wie garandeert dat? Juist het aftreden van het Kabinet Natsir zou voor ons land nog wel eens moeilijkheden kunnen opleveren. Natsir en zijn mannen waren gematigd. Toch bleef de verhouding moeilijk. Hoe zal het gaan als er extrëme figuren in Indonesië aan de macht komen Hoe het zij: komt Nieuw-Guinea weer aan de orde dan is de Kamer en volgens Minister Drees ook het Kabinet weer verdeeld. Dat is dus niet zo fraai. Ten derde komt de Antwerpen-Rijnverbinding om de hoek kijken. De Belgen willen dit kanaal graag. Dat is een oude kwestie, die reeds eerder in ons land een Kabinet heeft doen vallen. Eerst een Kanaal en dan een Economische Unie met de andere Beneluxlanden, zo redeneren verschillende Belgen. Maar daar voelen vele Nederlan ders niets voor. Deze aangelegen heden moeten los van elkaar staan. |Dat zeiden de heren Oud en Schou- jten bijv. heel duidelijk. Als puntje 'bij paaltje komt, willen zij helemaal geen kanaal. Men wil niet toegeven aan deze Belgische eis. Nu staat er in de van mg. Stokman en van de c.h.u. wier woordvoerder de heer Tilanus was, was beslist iets milder. In grote lijnen gingen zij er wel mee accoord, regeringsverklaring werd er met geen woord over gesproken dat Nederland bereid is om over deze kwestie te praten, mits men ook van Belgische zijde genegen is het rap port van de gemengde commissie over dit probleem te publiceren. Uit het debat bleek wel, dat Nederland zijn huid duur zal verkopen, maar dat de Nederlandse regering toch niet zonder meer op het standpunt staat, dat er nooit een kanaal zal komen. Wij zullen daarop thans niet verder ingaan. De ruimte ontbreekt ons daarvoor. Het is echter duide lijk, dat dit een kwestie is, die de hartstochten even hoog zal doen opwaaien als de kwestie Nieuw- Guinea. En als de regering inder daad gaat toegeven, zal zij harde noten te kraken hebben. Ook dan zullen Parlement en Kabinet het waarschijnlijk weer heerlijk oneens zijn. Met alle gevolgen van dien. Als we nu in het kort moeten zeg gen hoe het Kabinet er op staat, moeten wij er van uitgaan, dat het hoogstens veertien maanden kan zitten. Als het meeloopt, kan het deze tijd uitzingen. Natuurlijk zullen de spaanders eraf vliegen. Dat bleek reeds uit dit eerste debat. Maar het zal vaak op een meerderheid kunnen rekenen. Want zouden de socialis ten niet meedoen dan vallen de a.r. in. Het moet een winstpunt zijn voor dit Ministerie, dat de heer Schouten zo mild was. Natuurlijk had hij cri tiek, maar het beleid zou hij punt voor punt principiëel en zakelijk be oordelen. Geen oppositie dus ter- wille van de oppositie. Nu gaan we met de heer Tilanus wachten op de daden van dit Kabi net, waaraan zeven weken van crisis zijn verspeeld. Laten vooral de grote gezinnen dit doen. Minister President Drees heeft nl. verklaard, dat bij de loonbesprekingen steeds de kwestie van de kinderbijslag zou worden betrokken. Dat is de enige manier om deze grote gezinnen te helpen. En verder zullen we allemaal de grote gezinnen inbegrepen - offers moeten brengen. Een harde zaak. Maar de vrijheid is dit waard. Men zal nimmer moeten ver geten, dat wij het slachtoffer zijn van de agressieve houding van Rusland. (Nadruk verboden) En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene gezien. De apostel Paulus legt de na druk op de opstanding van Chris tus. Zij is voor hem een historisch feit, dat noodzakelijk was tot ver lossing van zondaars. Voor hem staat het vast, dat de Heere Jezus uit de doden verrezen is en hij noemt zelfs een reeks van getuigen, die zelve Hem na Zijne verrijzenis aanschouwd hebben. Ja, ook hem zelf was het vergund geweest de Heere Jezus te zien als de Levens- vorst. En het is met grote ootmoed, dat hij uitroept: „En ten laatste van allen is Hij óók van mij, als van een ontijdig geborene gezien." Paulus geeft, als hij daarvan ver haalt, geen vleiend beeld van zich zelf. Hij noemt zichzelf, aan wie Christus verscheen, een ontijdig ge borene. Dit woord wprdt wel eens ver keerd verstaan. Sommigen vatten het zo op, alsof de apostel bedoelt, dat hij, zoals de andere apostelen, die ouder waren dan hij, iets éér der geboren had moeten zijn. Pau lus was nog slechts een jongeling na Christus hemelvaart, toen de eerste Christen-gemeente reeds ge sticht was en de eerste bloedgetuige Stefanus gestenigd werd. Toen be waarde hij de klederen der getui gen, die het vonnis wegens gods lastering aan de godvruchtige dia ken voltrokken. En men denkt dan, dat de apostel bedoelt, ik ben eigen lijk te laat geboren. Ware ik eer der geboren geweest, dan had ook ik Christus kunnen leren kennen bij Zijne omwandeling op aarde en Hem na Zijne opstanding, evenals de andere apostelen gezien. Maar al was Paulus nog jong, toen de Heere optrad onder het volk, dat had op zichzelf beschouwd nog geen verhindering behoeven te zijn om Hem te kennen en Hem te geloven. Waarde lezer (es), wij behoeven nog niet volwassen te zijn om Christus als onze Zaligmaker aan te nemen. De Heere is, wat Zijn genadegaven betreft, aan geen be paalde leeftijd gebonden. Of gij jong zijt of oud, het doet er niet toe. Christus is gekomen om zon daars, van welke leeftijd ook, za lig te maken. Als Paulus zich een ontijdig geborene noemt, dan wil hij daarmede niet zeggen, dat hij eigenlijk op een verkeerde tijd, in dit geval dus te laat, was geboren. Trouwens de uitdrukking ontijdig 1 Corinthe 15:8 geboren betekent niet te laat, maar te vroég geboren. De letterlijke betekenis van dit woord is een misdracht, een onvol dragen kind. Met afschuw denkt de apostel aan zijn vroegere staat. Toen Christus aan hem verscheen, was hij geen levendgeborene, zoals hij zich verbeeldde in zijn eigenge rechtigheid. Al zijn ijveren voor God was slechts schijn. Het was alles slechts vorm, zonder waar achtig leven. Het was gelijk aan een misgeboorte. Het kon zijn ont binding, zijn verderf en ondergang niet tegenhouden. Wat was hij een vijand der gemeente GodsDat openbaarde zich in zijn afschuwe lijk gedrag ten opzichte van Jezus Christus en Zijn kerk. In het volgende vers geeft hij een nadere verklaring, waarom hij zich zelf als een ontijdig geborene beschouwde. Want, zo zegt hij, ik ben de minste der apostelen, die niet waardig ben een apostel ge naamd te worden, daarom, dat ik de gemeente Gods vervolgd heb. O, die deugdzame Saulus was toch eigenlijk zo goddeloos, zon der dat hij het wist. Maar ziet, Jezus Christus kwam hem tegen op zijn eigenwillige weg en hij werd een arme zondaar voor God. Maar o, welk een genade, na bange wor steling en strijd mocht hij het ge loven, dat de Heere Jezus ook voor zijn zonden gestorven was en op gewekt en tot zijn rechtvaardigma- king. Waarde lezer(es), het is een hard oordeel, dat Paulus bij een terugblik over zich zelf vellen moet, maar het is een oordeel, dat ieder mens, hoe godsdienstig ook, over zichzelf moet leren uitspreken. Ach laten wij ons toch niet te vreden stellen met een uiterlijke ge daante van godzaligheid zonder het leven te kennen in Christus Je zus Hoevele deugdzame Christe nen, althans in eigen oog, gaan maar voort op een weg, die naar hun mening ter ere Gods is, maar die daarentegen steeds verder van God afvoert. Er zijn er zovelen, die menen, door een plichtmatig leven wel za lig te zullen worden en die niets willen weten van de verzoening door Jezus Christus aangebracht. Anderen vertrouwen tot zaligheid op het Verbond, zonder dat zij hun ne ellende kennen en zonder een persoonlijke betrekking tot Chris tus, ja zonder waarachtig geloof in Hem als hun Verlosser. Ook zijn er, die feitelijk een grond maken van hun zondekennis, van hun ge bed en hun tranen en die niet we ten, wat het zeggen wil, slechts te roemen in Christus en Dien ge kruist. Gelukkig als alles, door de ont dekkende werkzaamheid des Hei ligen Geestes, wat eerst gewin was, ons schade en drek wordt om Chris tus Jezus' wil. Verstaat het toch, dat Hij in de wereld gekomen is om te zoeken en zalig te maken, datgene, dat verloren was. Zalig dan gij, die door schuldbesef ge troffen en verslagen voor Hem neervalt in het stof. Wie in het stof ligt neergebogen, wordt door Hem weer opgericht. Het Paasevangelie, heilbegerige zielen, verkondigt het dat Jezus Christus. Die voor u stierf aan het kruis, is opgestaan en dat Hij de sleutels heeft van dood en van hel. Kunt ook gij zeggen: „Hij is ook van mij gezien" Staar Hem met aanbidding aan. Waarlijk, Hij is opgestaan Stavenisse. G. Enkelaar. KOMT ER VERANDERING Kortgeleden heeft de Duitse mi nister van Economische Zaken Er- hard een merkwaardige kijk op de naaste toekomst gegeven. In een toelichting op de maatregelen van de West-Duitse bondsrepubliek om de invoer te beperken, zei hij nl. van mening te zijn, dat er binnen drie maanden een radicale omslag in de economische toestand zal op treden. Op het ogenblik stijgen nog alle goederen in prijs en kan niet worden voldaan aan de vraag, doch aangezien een groot deel van deze goederen wordt opgeslagen als re serve voor geval van oorlog en dus niet wordt verbruikt, kan dit z.i. niet lang voortduren. Onvermijde lijk zal binnen betrekkelijk korte tijd de abnormale vraag verzadigd zijn en daarna zal het aanbod over heersen. Dit komt eigenlijk hier op neer, dat prof. Erhard het zeer onwaarschijnlijk acht, dat er een oorlog zou uitbreken en dat integen deel de hangende conflicten in de komende maanden hun scherpte zullen verliezen. Zo spoedig de ontspanning in de politieke toestand voelbaar wordt, zal de hamsterpo- litiek van de grote staten een einde nemen. Men moet hierbij tevens in aanmerking nemen, dat men in Amerika niet meer zo sterk ver vuld is van de gedachte aan een derde Wereldoorlog als tot voor kort het geval was. Het vorige jaar nam men nog dikwijls aan, dat een Derde Wereldoorlog niet te vermij den zou zijn en toen het aanvanke lijk scheen alsof Korea een „zacht eitje" voor het Amerikaanse leger was, ontstond er een gevaarlijke stemming om er nu maar eens op los te hakken, voordat de Russen al te sterk werden. De geweldige tegenslag in Korea heeft niet alleen de Amerikanen heel wat nuchterder gemaakt, doch naar het zich laat aanzien ook de Russen. Nu blijkt, welke ongehoorde hoeveelheden militaire goederen en welke ver schrikkelijke verliezen aan mensen ook door een oorlog op beperkte schaal worden opgeeist, begint men Dokter P. J. Duinker te Tholen, tel. 40. Dokter J. Vermet te Nieuw-Vos- semeer, tel. 10. gelukkig te beseffen, dat een werke lijke wereldoorlog ook voor de rijkste en machtigste staten niet te dragen zou zijn. Vandaar dat men op het ogenblik werkelijk tracht de conflicten zoveel mogelijk te be slechten of ze althans van hun ge vaarlijkste kanten te ontdoen. Daar bij zal de versterking van de mili taire paraatheid van Amerika en West-Europa zonder twijfel wor den voortgezet, doch daarin gaan lang niet zulke geweldige goede renmassa's zitten als in een open conflict. Het is dus zeker niet onwaar schijnlijk, dat de koopwoede die sinds enige tijd de wereldmarkten teistert, binnen enkele maanden zal luwen, terwijl intussen de produc tie der fabrieken is vergroot. Van daar dat prof. Erhard spoedig een aanbod verwacht, dat groter zal zijn dan de vraag. Het laat zich aanzien, dat deze ontwikkeling nog wordt versterkt door de vermindering van de koop kracht van de burgerij. Het stijgen van de prijzen leidt onvermijdelijk tot een kleiner gebruik, waardoor dit terug zal vallen tot beneden normaal. Aanvankelijk was dit niet het geval, omdat de mensen hun spaargelden aanspraken, doch ook daaraan komt een eind en dan is men wel gedwongen zijn aankopen te matigen. Wanneer door het af lopen van de Marshall-hulp en de verminderingen van de subsidies op eerste levensbehoeften de kosten van levensonderhoud nog sterker zullen stijgen, zal dit proces nog veel sneller verlopen. De grote vraag is nu maar, wanneer het cri- tieke moment zal aanbreken, waar op de markt omslaat. Bij een be zoek aan België vernamen wij de zer dagen, dat men daar de indruk heeft, dat de speculatie zich reeds overkocht heeft. De prijzen zijn daar evenals bij ons enorm geste gen, vooral voor wollen goederen, waardoor er practisch een stilstand in zaken is gekomen. In de wollen stoffen meent men een lichte daling in de prijzen te kunnen waarnemen, waarschijnlijk een gevolg van de noodzaak der opkopers om hun voorraden van de hand te doen. Ook wanneer dit verschijnsel op reële feiten berust, is het niet meer dan een eerste symptoom. Het zal bijv. nog wel geruime tijd duren, voordat rubber, papier, wol, e.d. goedkoper worden, maar het feit, dat men in Amerika de tinaankopen heeft stopgezet om de prijs te druk ken, is toch kenmerkend. Dit in aanmerking nemend, is het zeker niet onwaarschijnlijk, dat de ge wiekste Duitse tacticus, die prof. Er hard is, het bij het rechte eind heeft en dat de periode der stijgende prij zen zijn einde nadert. De gehele we reld ziet daar reikhalzend naar uit. Ontspanning in de politieke sfeer en de daarmee gepaard gaande ontspanning op economisch terrein zou tot in de verste uithoeken een zucht van verlichting doen opgaan. Als nu maar geen nieuw conflict roet in het eten komt gooien TWEE BROMFIETSRIJDERS AANGEREDEN Woensdag jl. werden op de postweg tussen de Tol en het Stenen Kruis de land bouwer Abr. Elenbaas en zijn echtgenote, beiden op een Solex, aangereden door een luxe auto, die door dhr. M. v. Engelen te Oud-Vossemeer werd bestuurd. De auto kwam uit de richting Tholen. Plotseling zwenkte de wagen naar de linkerkant van de weg en kwam op het fietspad terecht met bovengenoemde gevolgen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 1