70.000
Het Parlementaire Overzicht
Commentaar
Herhalingsoefeningen voor
militai
ren.
Na zeven weken crisis een Kabinet»
Er is niet veel veranderd»
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
7 e Jaargang No. 18
16 Maart 1951
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen ƒ1.10 per
kwartaal franco p.p. 1.35
Prijs per nummer 10 cent
Adyertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Na veel wikken en wegen is er
dan eindelijk een Kabinet uit de bus
gekomen. En zo op het eerste ge
zicht is het succes, dat de heer
Romme behaald heeft, niet onge
slaagd. Vier partijen steunen offici
eel de Ministers die in dit Kabinet
zitten, zodat men kan spreken van
een parlementair Kabinet. Alleen de
a.r. staan dus buiten schot. De reden
waarom dit geschied is, hebben wij
verleden week uitvoerig uiteengezet,
zodat we ons daarvan thans ont
slagen kunnen achten.
De zetelverdeling in dit Mi
nisterie is als volgt: zes k.v.p.,
vijf p.v.d.a., twee c.h.u., één v.v.d.
en één Minister (Wemmers), die
men kan rekenen tot de partijlozen,
hoewel hij niet ongevoelig schijnt te
zijn voor de idee van de derde
macht het samengaan van de
v.v.d. met de a.r. en de c.h.u. een
idee, die echter niet verwezenlijkt
kan worden, omdat de beide protes
tants-christelijke partijen er niet veel
voor voelen.
De volgende personen hebben in
dit Kabinet zitting genomen:
Minister-President: Dr. W. Drees
(p.v.d.a,).
Vice-premier en minster zonder
portefeuille belast met de burgerlijke
verdediging en de binnenlandse vei
ligheidsdienst: Mr. F. G. C. J. M.
Teulings (k.v.p.).
Financiën: Prof. P. Lieftinck
(p.v.d.a.).
Economische Zaken: Prof. Dr. J.
R. M. van den Brink (k.v.p.).
Buitenlandse Zaken: Mr. D. U.
Stikker (v.v.d.).
Sociale Zaken: Mr. A. M. Joekes
(p.v.d.a.).
Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen: Prof. F. J. Th. Rutten
(k.v.p.).
Wederopbouw en Volkshuisves
ting: Mr. J. in 't Veld (p.v.d.a.).
Binnenlandse Zaken: Mr. J. H.
van MaarseVeen (k.v.p.).
Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening: S. L. Mansholt
(p.v.d.a.).
Oorlog en Marine: Ir. C. Staf
(c.h.u.).
Justitie: Mr. H. Mulderije (c.h.u.).
Unie Zaken: Ir. L. A. H. Peters
(k.v.p.).
Productie-verhoging: Prof. A. H.
M. Albregts (k.v.p.).
Verkeer en Waterstaat: H. H.
Wemmers (partijloos).
De vijf laatstgenoemden zijn nieuwe
figuren. De rest een tiental
heeft reeds zitting gehad in het
Kabinet Drees-van Schaik.
Dit Kabinet verdween, omdat
door het aftreden van Minister Stik
ker de politieke grondslag eraan
ontnomen werd. Het steunde nl. ook
op vier partijen. Men kan zich voor
stellen, dat velen zich zullen af
vragen: waarvoor is deze crisis no
dig geweest Is er nu zoveel ver
anderd Die vraag kan ongetwij
feld ontkennend beantwoord wor
den.
Het oude Kabinet is teruggekeerd,
versierd met een beetje franje. De
enige partij, die qua zetelverdeling
er op vooruit is gegaan, is de c.h.u.
De onechte c.h.u.-er 's Jacob is ver
vangen door het partijlid Staf en
daarnaast heeft deze Unie de niet
onbelangrijke zetel van Justitie er
bij gekregen. De capaciteiten van
de heer Staf moeten nog blijken.
Hij is een goed organisator, maar
als directeur-generaal van de land
bouw zal hij toch geruime tijd no
dig hebben om zich in deze moei
lijke problemen in te werken. De
stichter van het kwaad der crisis
(Oud) is er niet beter op gewor
den. De man, die namens de v.v.d.
in het Kabinet zat, Stikker, is er
in gebleven. Verder is er voor deze
partij niets veranderd. Nu had de
heer Oud tijdens het Nieuw-Guinea-
debat de zaak zó gesteld, dat Mr.
Stikker alleen in een nieuw Kabi
net mocht terugkeren als dit sterker
zou zijn dan het Ministerie Drees-
Van Schaik. Is dit werkelijk het
geval Ongetwijfeld zal de heer
Oud daarvoor argumenten kunnen
aanvoeren. Daar is hij politicus ge
noeg voor. Uit het debat dat
Maandag a.s. begint zal men
moeten afwachten of deze doorslag
gevend zijn. Vast staat, dat de an
dere fracties, vnl. de p.v.d.a., hem
geen enkele winst gegund hebben.
En dat is bijna gelukt.
Een andere reden voor Mr. Oud
om toch mee te doen, was gelegen
in partij-politieke overwegingen. Hij
achtte zich niet gerechtigd om de
crisis nog langer te laten slepen.
Bovendien had hij de zekerheid, dat
de kwestie Nieuw-Guinea direct in
de Kamer zal worden gebracht als
er iets gaat gebeuren. Dit was in
overeenstemming met de motie, die
door de voorzitter van de v.v.d.-
fractie tijdens het Nieuw-Guinea-
debat was ingediend.
Dat Minister van Maarseveen
verhuisd is van Minuor naar Bin
nenlandse Zaken, is stellig een
winstpunt voor de v.v.d. Op dit de
partement zal hij zich mede moe
ten bezighouden met de grondwets
wijziging, die op stapel staat. Zijn
opvolger op Unie Zaken en Over
zeese Rijksdelen is Ir. Peters, die
thans gouverneur is van de Neder
landse Antillen. De heer Wemmers
(Verkeer en Waterstaat) is direc
teur van de Staatsmijnen en voor
heen directeur van het Rijkskolen-
bureau. Mr. Mulderije (Justitie) is
advocaat te Amsterdam.
De ministers Götzen (zonder por
tefeuille), Spitzen (Verkeer en Wa
terstaat), Struycken (Justitie),
's Jacob (Oorlog en Marine) en
Van Schaik (vice-premier), zijn dus
de politieke woestijn ingestuurd. De
laatste echter op eigen verzoek,
vanwege zijn hoge leeftijd. De nieu
we vice-premier Teulings gaat zit
ting nemen in de Raad voor Eco
nomische Aangelegenheden uit de
Ministerraad. Voor de k.v.p. bete
kent dit een aanzienlijke verbete
ring, daar de heer Teulings veel
meer een financieel, economisch
deskundige is dan Mr. Van Schaik.
Het nieuwe Kabinet zal hoog
stens tot omstreeks Mei kunnen zit
ten. Dan worden er weer verkie
zingen gehouden. Gezien het par
lementair karakter zulke Kabi
netten zijn echter meestal niet de
sterkste kan men verwachten,
dat het deze tijd wel uit zal zin
gen. Dan moeten er geen grote pro
blemen aan de orde komen, zoals
de kwesties Nieuw-Guinea en het
Moerdijk Kanaal. De lopende za
ken zal het kunnen afdoen. En bo
vendien hebben we thans ook de
gelegenheid om de maatregelen te
nemen, die vereist worden door de
verhoging van onze militaire in
spanning. Dat zal nog heel wat te
weeg brengen De belastingmaat
regelen, die op stapel staan, zien er
niet prettig uit. Maar het moet voor
het Kabinet een hele troost zijn,
dat het daarbij kan rekenen op de
steun van de a.r. Deze partij, die
niet deelneemt aan dit Kabinet,
heeft zich tijdens de onderhande
lingen met de heer Romme voor een
goed deel accoord verklaard met
In Engeland werken de vrouwen weer op de scheepswerven. Door een tekort
aan arbeidskrachten zijn de Engelse vrouwen wederom ingeschakeld voor het
lichte werk op de Koninklijke Engelse werven.
Photo: Een vrolijk groepje vrouwen op weg naar hun werk in de
Chatham werven (Kent).
zijn program. Waarom zal zij dan
thans niet meehelpen om dit loyaal
uit te voeren
Het wachten is nu maar op het
debat in de Kamer. Dan zal onge
twijfeld de hele zaak uit de doeken
gedaan worden. En dan zullen de
verschillende fracties tevens een
hartig woordje met elkaar wisse
len
(Nadruk verboden)
In een periode van 6 maanden, te
beginnen op 27 Maart a.s. zullen
ongeveer 70.000 Nederlandse jonge
mannen van de lichtingen 1945 t/m
1948 worden opgeroepen voor het
volbrengen van herhalingsoefenin
gen van gemiddeld 4 weken in de
oefenkampen in Millingen en in
Oirschot. Deze grootscheepse her
halingsoefeningen betekenen de
eerste grote stap in de richting van
het opbouwen van een Nederlandse
strijdmacht, die nodig is om een aan
deel te leveren in de versterking
van de West-Europese defensie.
De Minister van Oorlog, Z.E. Mr.
H. L. s'Jacob heeft over deze her
halingsoefeningen op een perscon
ferentie in Den Haag enkele mede
delingen gedaan.
Er wordt vaak de vraag gesteld
waarom de Nederlandse militairen,
die drie jaar hun plicht hebben ge
daan in Indonesië, nu weer worden
opgeroepen voor herhalingsoefenin
gen. De Minister heeft de noodzaak
daarvan aangekondigd. In de afge
lopen na-oorlogse jaren heeft Ne
derland practisch geen aandacht
kunnen schenken aan de opbouw
van een leger, dat berekend was
voor de taak, die het in oorlogstijd
in Nederland wachten zou. Bij de
bevrijding was van het vooroorlogse
leger practisch niets meer over. En
reeds vrij spoedig na de bevrijding
moest er een leger worden gereed
gemaakt voor Indonesië. Er werd
een opleidingsapparaat in het leven
geroepen, dat gericht was op het
afleveren van soldaten „aan de
lopende band Tijd om de soldaten
te laten oefenen in grote eenheden
als bijvoorbeeld brigades, regimen
ten en divisies was er niet. Voor de
militaire taak in Indonesië was dat
ook niet nodig omdat daar moest
worden opgetreden met kleinere
eenheden.
Eind 1949 beschikte Nederland in
Indonesië over een groot aantal
ervaren soldaten. Zij waren de
enige geoefende soldaten waarover
Nederland toen kon beschikken.
De gebeurtenissen in Korea nood
zaakten de landen van het At
lantisch Pact, dus ook Nederland,
in versneld tempo een strijdmacht
op te bouwen, die in staat zou zijn
een eventuele aanval af te schrik
ken of zo nodig te weerstaan. Het
ligt dus voor de hand, dat Neder
land, wilde het kunnen voldoen aan
de internationale verplichtingen, wel
gebruik moet maken van de ge
oefende soldaten, die beschikbaar
zijn. De eenheden die uit Indonesië
terugkeerden, waren echter in de
eerste plaats sterk onvolledig ge
worden en bovendien opgebouwd
volgens de z.g. Engelse organisatie.
Nu is de keuze gevallen op de
modernere Amerikaanse wijze van
legerorganisatie, waarin o.m. de
lagere rangen, zoals de soldaten,
korporaals en sergeants, een grotere
verantwoordelijkheid te dragen
krijgen. Doordat de uit Indonesië
teruggekeerde militairen over het
algemeen al weer een jaar terug
zijn in de burgermaatschappij is hun
vaardigheid in het gebruiken van de
wapens achteruitgegaan. En boven
dien missen deze militairen, zoals
hierboven reeds werd opgemerkt, de
nodige ervaring in het optreden in
grotere eenheden.
Vandaar dat de Nederlandse re
gering besloten heeft de Indonesië-
eenheden te reorganiseren volgens
de Amerikaanse indeling. Dat ge
beurt bij de a.s. herhalingsoefenin
gen.
Men is er bij deze reorganisatie
vanuitgegaan, dat zoveel mogelijk
oude verbanden moesten worden
gehandhaafd. Dat wil dus zeggen,
dat de meeste militairen als zij
straks voor hun herhalingsoefenin
gen opkomen, dezelfde kameraden
zullen ontmoeten als in Indonesië.
De regering en de legerleiding
achten dit een factor van grote
psychische betekenis. Het zal boven
dien de herhalingsoefeningen ver
aangenamen.
In de periode van 6 maanden
zullen in totaal 5 brigades, ofwel
met een modern woord „regiments
gevechtsgroepen" en 27 bataljons
worden geoefend. De brigades zul
len deel uitmaken van het veldleger,
de bataljons zijn bestemd voor de
z.g. territoriale troepen die in oor
logstijd vliegvelden, verkeersknoop
punten, industrie-centra etc. bewa
ken tegen aanvallen van bijvoor
beeld parachutisten.
De doeleinden die de Regering
en de legerleiding met deze her
halingsoefeningen hopen te bereiken
zijn: de beoefening van demobilisa
tie, opkomst, in oorlogstijd, het
oefenen van de vaardigheid in het
gebruik van de wapens, het oefenen
in compagnies-, bataljons- en regi-
mentsverband en de oefening van
de hogere staven tezamen met de
troepen.
Het materieel, dat voor de her
halingsoefeningen wordt gebruikt is
hoofdzakelijk nog het Engelse mate
riaal, waaronder begrepen is de van
Canada ontvangen bewapening. De
Regering had liever gezien, dat met
een geoefend kon worden met het
Amerikaanse materiaal. Maar dat
zal niet eerder dan eind 1951 en
begin 1952 in ons land arriveren.
Er moet op het ogenblik geroeid
worden met de riemen, die er zijn.
Het welslagen van deze oefenin
gen wordt door Regering en leger
leiding van zeer groot belang geacht
voor de verdere opbouw van het
Nederlandse leger. Met deze oefe
ningen wordt nationaal het bewijs
geleverd, dat Nederland werkelijk
aanpakt, wat de versterking van de
West-Europese defensie betreft.
Vandaar dan ook, dat de Neder
landse regering een beroep doet op
het Nederlandse bedrijfsleven, om
zoveel mogelijk medewerking te ver
lenen aan de jongemannen, die voor
de herhalingsoefeningen zijn of wor
den opgeroepen. Om het bedrijfs
leven tegemoet te komen, zal ernaar
worden gestreefd nog vóór 1 April
alle militairen, die herhalingsoefe
ningen moeten volbrengen bericht
te sturen wanneer en voor welke
duur zij moeten opkomen. Iedere
werkgever weet dus vóór 1 April
wanneer hij zijn dienstplichtig per
soneel zal moeten missen en hij kan
daarmee rekening houden bij de
organisatie van de arbeid.
Voor studerende dienstplichtigen
worden zoveel mogelijk maatregelen
genomen, opdat zij van de herha
lingsoefeningen geen schade onder
vinden. Ondanks alle voorzieningen
zullen echter ongetwijfeld toch of
fers moeten worden gebracht. Het
zijn echter offers voor een goede
zaak: het versterken van de defensie
van de Westerse landen en uitein
delijk: de middelen te betrachten tot
het voorkomen van een nieuwe
wereldoorlog, die onnoemelijk gro
tere en zwaardere offers zou vragen.
(Nadruk verboden)
I. HERDENKING
De Commissie Nationale. Her
denking heeft, evenals in vorige
jaren richtlijnen ontworpen voor de
nationale herdenkingsavond op
Vrijdag 4 Mei. Van 6 uur af zullen
de vlaggen halfstok worden gehan
gen. Om half acht begint een stille
tocht en van kwart voor acht tot
dertig seconden voor achten zullen
de klokken van alle kerken luiden.
Om acht uur vangen de twee minu
ten stilte aan. Er worden geen toe
spraken gehouden en de weg naar
de herdenkingsplaats wordt in alle
stilte zonder vlag of vaandel af
gelegd.
Voorts zullen in kerken e.d. her
denkingsbijeenkomsten worden be
legd.
Verzocht wordt na 6 uur geen
openbare vermakelijkheden te bie
den en verkooplokaliteiten te sluiten.
Op de scholen zullen de laatste uren
gewijd worden aan de geschiedenis
van de strijd voor Nederlands vrij
heid.
Tot zover de richtlijnen van ge
noemde Commissie. We willen daar
iets aan toevoegen. Geen verdere
richtlijnen, o nee. Maar wel het ver
zoek om ook de richtlijnen in onze
omgeving zoveel mogelijk na te
komen. We hebben daar tot op
heden iedere 4e Mei na de bevrij
ding over het algemeen weinig van
gemerkt in onze gemeenten, een
enkele uitgezonderd.
Zeker, franje ligt niet in onze
aard. En we zijn vrij spoedig ge
neigd zelfs dit als een zekere franje
te beschouwen. Dat is het niet. Het
is goed nog eenmaal per jaar nati
onaal, aan wat geleden en gestreden
is, aan wat verloren ging tijdens 5
bange jaren, terug te denken. Daar
om is het ook goed, dat ook onze
gemeenten de gegeven richtlijnen
zoveel mogelijk nakomen. Een stille
omgang of tocht naar begraven
militairen is niet in iedere gemeente
mogelijk.
Maar wel kan iedere gemeente
zich houden aan het klokgelui en
de daarna in acht te nemen stilte.
Dat zal iedereen aan die tijd doen
terug denken. En ook kan op de
scholen de laatste uren van de
schooldag op 4 Mei aan de geschie-
nis van de strijd voor Nederlands
vrijheid worden gewijd.
We hopen dat deze 4e Mei ook
in onze gemeenten niet zonder meer
voorbij zal gaan.
II. ZUINIG
Ieder weldenkend vaderlander zal
de overheidsmaatregel om het elec-
triciteits verbruik zoveel mogelijk te
beperken, waaronder ook etalage
verlichting valt (na half negen 's
av.) zeker niet afkeuren. Het is nu
eenmaal een noodzakelijke maat
regel in verband met het brandstof-
fengebrek in de wereld en omdat
onze deviezenschuld niet bepaald
Dokter P. J. Duinker te Tholen,
tel. 40.
Dokter H. Menger te St. Filips-
land, tel. 20.
gering is. Zij, die al lang op be
zuiniging aandringen zullen hieraan
zeker niets willen afdoen.
Dat de politie op dit verbod let is
een plicht, waarvan de nakoming
eveneens moet worden toegejuicht,
opdat de een zich evenmin aan die
maatregel zal onttrekken als de
ander.
Wat ons echter hierbij weer wel
opvalt, is het grote verschil tussen
stad en platteland. Zeker, voor de
stad geldt de maatregel evenzeer.
Maar als we zien, hoe sober onze
dorpsstraten er na half negen, zon
der enige winkelverlichting, met
een spaarzaam-hoekstraatlantaarn-
lichtje uitzien, dan valt daarmee de
„soberheid" in de stad niet te ver
gelijken.
En daarom vragen we ons af, wat
deze „dorpszuinigheid" over het ge
heel wel uitmaakt. Temeer, omdat
we na bovengenoemd verbod een
kijkje namen op klaarlichte dag in
een groot warenhuis in Den Haag.
In dat warenhuis kan men ook over
dag niet zonder kunstlicht. Maar
overbodig is de zee van licht, die
daar wordt gebruikt, ja in onze
omstandigheden bezien, wordt mis
bruikt. Niet alleen het inwendige
van het gebouw een overtollige ver
lichting, maar ook de etalage's, waar
het daglicht evengoed z'n nut doet,
waren voorzien van grote daglicht
lampen om de verschillende artike
len extra te doen uitkomen.
Genoemd verbod geldt overdag
niet. Het is enkel 's avonds na half
negen van kracht en dan moeten
onze dorpswinkeltjes, die over het
algemeen uit eigen belang toch al
zuinig genoeg zijn, verduisteren en
daarmee verduistert ook het dorp.
Hoeveel dorpswinkels zouden hun
etalagelampen kunnen laten bran
den tot bijv. 11 uur, wanneer één
zo'n warenhuis 3/4 van de huidige
stroom verbruikte, wat nog uit
stekende verlichting zou geven
Ja, en inmiddels is het verbod in
zoverre al weer opgeheven, dat een
belangrijk deel van de lichtreclame
alweer mag branden, nl. welke
naam en/of bedrijf inhoudt van
hotels, theathers, enz., zolang dat
bedrijf open is.
Maar onze dorpsstraten blijven
verduisterd, want na half negen
moet het etalagelicht van onze win
kels uit. We willen gaarne zuinig
heid helpen bevorderen. We zouden
niet graag opwekken het verbod te
ontduiken. Maar ongemak door een
kleine bezuiniging aan de ene kant
en overbodige luxe aan de andere
kant, waar beperking niet eens on
gemak zou geven, wil er toch niet in.