Eendrachtbode Waar blijft het geld van de verplichte Luisterbijdragen Raadsverslag Stavenisse. Land- Tuinbouw en Veeteelt 7 e Jaargang No» 17 TWEEDE BLAD 9 Maart 1951 Brand weervoorstellen. Benoeming Handwerkonderwijzeres. Vereniging „Comité Radioluisteraars" treedt op tegen het huidige radiobestel De voltallige gemeenteraad kwam Vrij dag 2 Maart in openbare vergadering bij een. De voorzitter gaf na een welkomst woord een kort overzicht over de gebeur tenissen in het afgelopen jaar, in verband met de eerste openbare vergadering in 1951. Hij wees daarbij op de donkere internatio nale toestand. In het gehele verre Oosten neemt de opstand nog toe. Spreker her dacht de in Korea gesneuvelde Vaderlan ders en degenen die daar nog steeds hun plicht doen. Ook in het Westen wordt steeds meer op bewapening aangedrongen. Als gevolg van deze spanning stijgen de prijzen op verontrustende wijze. De beta lingsbalans laat een grote debetpost zien, Spreker hoopt dat de kabinetscrisis spoedig mag zijn opgelost. Verschillende militairen in deze gemeente keerden uit Indonesië terug. Nog één hoopt er binnenkort terug te komen, terwijl één nimmermeer zal weerkeren. Voor die ge sneuvelde hoopt spreker binnenkort in het gem.huis een gedenksteentje te onthullen, waarbij de teruggekeerden zullen worden uitgenodigd. Verschillende maatregelen tot wederop bouw van het vaderland zijn ook in het afgelopen jaar genomen. De burgerlijke en militaire weerbaarheid zal dit jaar nog meer vergen. In verband hiermede zal ter plaatse aanvulling van het brandweerma teriaal eveneens noodzakelijk zijn. Dat alles zal van ieder onzer meer offers vragen. Met ongeduld wordt gewacht op het in dustrieplan voor het eiland Tholen van het E.T.I. In de plannen voor het toekomstig Tehuis voor Ouden van Dagen kwam meer beweging en wellicht komt er nog een ge deelte in dit jaar gereed. Na het bevolkingsoverzicht 1950 wijst de voorzitter er op, dat de begroting 1951 aanvankelijk sluitend kon worden gemaakt. Gaat de verbetering Oudel. dijk en ver bouw school evenwel door, dan zal een aan vullende rijksuitkering noodzakelijk zijn. In 1950 werden op de haven 23.604.000 kg producten verhandeld. In 1949 was het ruim 25}4 millioen kg en in 1947 ruim YlYl millioen. Opbrengst havengeld bedroeg f 1620,46 en kadegeld 3503, Spreker dankte allen die in 1950 in enig dienstverband hun medewerking hadden verleend en wees er voorts op, dat de ver bouw der lag. school en de verbetering van de Oudel.dijk zeer dringend om uitvoe ring roepen. De burgerlijke verdediging spreker wees er al eerder op zal ook hier offers eisen. Zeer binnenkort gaat de voorzitter persoonlijk een cursus „burger lijke weerbaarheid" volgen. Hij roept aller medewerking in om dan onder biddend op zien tot Hem die alles, ook de gemeente Stavenisse regeert onder Gods zegen tot nut der gemeente te mogen werken. Na dit openingswoord deelt de voor zitter mede, dat grond voor het speelterrein beschikbaar komt voor de prijs van 1, per m2. Wanneer de goedkeuring er is, zal het desbetreffend voorstel in de Raad ko men. Dhr. Hage vraagt of men dat ook voor het onrendabele (niet te gebruiken) gedeelte zal moeten betalen, wat bevesti gend wordt beantwoord. Overigens vinden de leden het een voordelig aanbod. INGEKOMEN STUKKEN Goedkeuring gewijzigde heffing secretarie leges en de bouwverordening wijziging. Een verslag vap de Waterleiding Mij Tholen over 1949. Dhr. Tazelaar merkt op, dat de financiële toestand van deze maatschappij niet roos kleurig is. Dhr. Hage vraagt of men als aandeelhou der nog voor bezwarende omstandigheden kan komen te staan. De voorzitter meent, dat die mogelijkheid er is. Mededeling van het Prov. Bestuur om trent het woningcontingent voor Stavenisse. Tot en met 1953 moet de gemeente niet op enige woningtoewijzing rekenen. Dat spijt de Raad, temeer omdat er particuliere animo is. De voorzitter zegt, dat er nog enige hoop mag zijn voor één woning. Een vereniging voor verzekering van Suikerzieken vraagt subsidie voor uitge zonden patiënten. B. en W. kunnen geen vrijmoedigheid vinden daartoe een voorstel te doen. Het wordt voor kennisgeving aangenomen. De toeslagen ad 5 worden in 't grond- salaris opgenomen, waartegen geen be zwaar is. Voorgesteld wordt geen bezwaar te maken tegen de voorgelegde salarisver hoging voor de wethouders ad 10%. Dhr. Hage vraagt of bezwaren maken zin zal hebben. De voorzitter meent van niet. Hij acht trouwens het protesteren of het zelf niet accepteren meer propaganda, daar indien het straks één regeling wordt, men het toch zal aanpakken. Dan is het een beetje naar de mond van het publiek spreken, wanneer men een groots gebaar maakt, vindt dhr. Hage. Daar komt het op neer, meent de voorzit ter, tenzij men die verhoging in de ge meentekas terugstort. Er is overigens geen bezwaar tegen. De Oudercommissie heeft een verzoek ingediend om het bedrag voor leermiddelen te verhogen. Dat was tot op heden nog steeds gelijk aan de vooroorlogse bedra gen, terwijl de prijsstijgingen nadien enorm zijn geweest. Gevraagd wordt dat bedrag te herzien, al begrijpt men ook de gem. financiële moeilijkheden. B. en W. gaan daarmee accoord en stellen voor dit bedrag op de gem. begr. 1951 met 500,— te ver hogen. Dhr. Tazelaar is daar voor, maar vindt de manier van indiening niet juist. Dat be hoort tot het Hoofd der School, die iets dergelijks bij het Dag. bestuur indient. De voorzitter zegt, dat dit door dhr. Gideonse al eerder is gedaan en hij er nu buiten staat. Dhr. Hage merkt op, dat dhr. Gideonse destijds verhoging toch niet nood zakelijk achtte. De voorzitter antwoordt, dat het toen ging over aanschaffing van nieuwe metho den. Dhr. Hage vraagt of dit bedrag ook geldt voor V.G.L.O. De voorzitter antwoordt dat daarvoor een aparte financiering is. Het voorstel wordt aangenomen, waarvoor dhr. van 't Veer als voorzitter der Oudercommissie zijn dank betuigt. Er is door G. S. bezwaar gemaakt tegen de heffing leges voor afgifte rijbewijsformu lieren, enz. Het College acht de verhoging onjuist, daar de gemeente er niet meer werk door heeft gekregen. De voorzitter vindt het jammer. Het is nu voor 5 jaar geldig, dus had men het dienovereenkomstig verhoogd, daar men er tenslotte toch maar evenveel voor betaalt. Dhr. Hage vindt het argument van Ged. Staten niet steekhoudend. Immers, de sa larissen zijn wel verhoogd en waarom mocht de andere leges wel worden verhoogd. Daarmee is dhr. van 't Veer het eens, die er wel degelijk een verhogingsmotief in ziet. Besloten wordt het er niet bij te laten zitten en Ged. Staten op een en ander nader te wijzen, daar de Raad de verhoging billijk acht. Een wijziging van de gemeente-begroting 1949 gaat onder de hamer door. In verband met plaatsing van de sirene wordt de alg. pol. verordening gewijzigd. Wanneer de secretarie open is, dient men bij brand het personeel te waarschuwen, die voor alarm zal zorg dragen. Alleen wanneer daar niemand is, mag men zelf het alarmsysteem in werking brengen. Bij het indrukken van het ruitje en de knop, blijft de sirene 1 minuut automatisch loeien. HANDWERKONDERWIJZERES B. en W. stellen voor een onderwijzeres te benoemen in de vrouwelijke handwerken voor de hoogste klassen der O. L. school. Per week moet 6 uur worden lesgegeven. Tot op heden werd dat gedaan door de aanwezige onderwijzeressen, maar leverde door de wisseling der klassen, enz. veel ongemak op en is bovendien schadelijk voor het onderwijs. Daarom wordt een aparte kracht nodig geacht, voorlopig te proberen voor 1 jaar, te benoemen met ingang van 1 April a.s. Uit de binnengekomen sollicitaties is na rijp beraad door B. en W. een voordracht gemaakt, nl.: Mevr. v. d. Jagt-de Groen te Scherpenisse. Het hieraan verbonden sa laris bedraagt 500,per jaar. Opgemerkt werd dat de meeste sollicitanten te jeugdig waren, terwijl men anderzijds huiverig was voor onvoldoende overwicht op die rijpere leerlingen. Dhr. Hage merkt op, dat er uit Sta venisse ook inwoonsters zijn, die gesollici teerd hebben. Hij deelt het argument van het Dag. Bestuur, dat men hiervoor te jeugdig kan zijn. Toch betreurt hij het, dat men het nu weer buiten de gemeente gaat zoeken. „Er komt weer een buspassagier bij, die we moeten subsidiëren." De voorzitter antwoordt dat dit hiervoor niet het geval zal zijn. Hij vindt, dat ken nis van zaken hierbij wel een grote rol speelt, evenals het nodige overwicht. Dhr. Hage vindt het toch beter iemand uit eigen gemeente te nemen. De practijk moet het voor iedereen uitmaken. Dhr. van 't Veer heeft begrepen, dat het voornamelijk om practisch werk gaat en dan durft hij wel te garanderen, dat de sollicitante uit eigen gemeente daar goed voor is. Ook hij zou haar een kans willen geven. De voorzitter juicht het toe, dat men eigen inwoners verdedigt. Maar hij durft de verantwoording niet te aanvaarden. Hij meent dat het overwicht onvoldoende zal zijn. Dhr. van 't Veer: Dat is mogelijk. De voorzitter: En het gaat om de be langen van de school. Dhr. van 't Veer is het er mee eens, dat men in de eerste plaats de 500, zo productief mogelijk moet maken en niet allereerst de persoon in aanmerking nemen. Weth. v. d. Slikke zegt, dat de opzeg gingstermijn alleen hierop slaat (1 maand) dat die onderwijzeres bij tegenvallen ont slagen kan worden, maar niet om iets te benoemen, waaraan toch wordt getwijfeld, waar het het overwicht betreft. Dhr. Hage: De eigen sollicitante is ons bekend, van de andere moeten we het af wachten. Weth. v. d. Slikke: Maar daar van zijn de gegevens aanwezig. Dhr. Vos meent, dat men niet altijd op diploma's moet letten. Dat kan ook wel eens tegenvallen. Dhr. Tazelaar zegt, dat hij B. en W. had kunnen steunen, wanneer niemand uit eigen gemeente had gesolliciteerd. En nu gaat het niet om de persoon, maar ik meen, dat ze voldoende capaciteiten heeft. Lukt het niet, dan valt dat tegen. Weth. v. d. Slikke meent, dat het een groter teleurstelling is, wanneer men een maal benoemd, ontslagen moet worden, dan wanneer er helemaal geen benoeming is gevolgd. Er wordt gestemd: 3 stemmen komen uit de bus voor Mevr. v. d. Jagt-de Groen te Scherpenisse, 4 stemmen voor Mej. A. S. de Graaf, alhier, zodat laatstgenoemde is gekozen. De voorzitter hoopt, dat zij, on danks de mening van B. en W„ de volle vruchten zal afwerpen. EEN BRANDWEERJEEP Voorgesteld wordt gelden beschikbaar te stellen voor aankoop van een jeep als brandweertrekker. Kosten worden geraamd op 2500,af te schrijven in 5 jaar. In aansluiting hierop wordt tevens voorge steld door geringe verb, van de gem. wo ningen A 297 en A 298 deze als brandweer kazerne in te richten. Dat zou 1000, kosten. Dit laatste bedrag zou in minde ring komen op het voor de verbouw van de gem. woningen bestemde bedrag ad 10.000,—. De jaarlijkse kosten zullen totaal bedra gen 700,—. Tot dusver was als trekker een of andere beschikbare vracht auto in geschakeld. Maar het is geen uitzondering, dat een dergelijke auto niet beschikbaar was en is. Met het oog op de burgerlijke weerbaarheid acht het dag. bestuur een dergelijke trekker nodig, ook al om de na burige gemeenten zo weinig mogelijk nodig te hebben. Weth. v. d. Slikke meent dat de af schrijvingstermijn verhoogd kan worden, ge zien de geringe slijtage van een brandweer- trekker door het weinig gebruik. Dhr. Potappel zou het jammer vinden, dat voor een brandweerkazerne in deze tijd 2 woningen gebruikt zouden worden. Er is nog best iets van te maken. Hij is daar tegen. Dhr. Tazelaar acht het materiaal momen teel voldoende. Er is alles bij elkaar een 5000,onkosten gemaakt, er moet nog kleding komen en hij acht het tijd er voor lopig een punt achter te zetten. De belas ting moet er maar door worden verhoogd. De voorzitter merkt op, dat hij verant woordelijk is voor de materialen en die acht hij thans nog onvoldoende. Wanneer de Raad de verantwoordelijkheid op zich neemt dat af te wijzen, wil hij het recht behouden zijn mening hogerop te verde digen. Dhr. Hage: Staan we niet aan het top punt van de belastingen De voorzitter: Het een slaat op het an der. Van straatbelasting worden de stra ten gemaakt, enz. Dhr. Hage: Er is toch een auto. De voor zitter: Maar zelden direct beschikbaar. Dhr. Tazelaar vindt, dat de voorzitter het te luxe gaat aanpakken. De voorzitter ziet het anders, nl. dat er voorheen een niet verantwoorde zuinig heid is betracht, zie de Oudel.dijk, de school, enz. Weth. v. d. Slikke meent, dat wanneer er offers gevraagd zullen worden voor de burg. weerbaarheid, dit niet anders dan voor de brandweer kan zijn. De voorzitter zegt, dat er reeds een plan is voor de bevolking van het eiland Tho len. Dan zal ook Stavenisse meer mate riaal moeten aanschaffen. Juist omdat men hier weinig verzekerd is, wil hij zoveel mo gelijk paraat zijn. De brandweer moet di rect kunnen uitrukken. Dhr. v. 't Veer zegt dat men allemaal wel overtuigd is, dat het een nuttig voor stel is, wanneer de kosten niet te zwaar wogen. Kan het niet gecombineerd worden, door bijv. de trekker ook voor de reini gingsdienst te gebruiken. Maar daar voelt men niets voor. Dhr. van 't Veer: Is er kans dat het van overheidswege wordt opgelegd De voorzitter: Er is een plan ter goed keuring ingezonden en dat zal een aanmer kelijke uitbreiding van het materiaal mee brengen. Dan kunnen we 't beter nu doen, meent dhr. van 'tVeer. Bij stemming is deze en de wethouders voor. De heren Potappel, Vos, Hage en Tazelaar zijn tegen. Een zelfde uitslag geeft het voorstel om brandweerbelasting te heffen (25 ct per 1000,— inkomen). Geadviseerd wordt over te gaan tot be noeming van een pl. commissie, die de be langen van de georganiseerde gem. ambte naren kan behartigen. Nadat is gebleken, dat zulks geen kos ten mee brengt is er tegen de daarvoor opgemaakte verordening geen bezwaar. De commissie zal samengesteld worden als volgt: 1 vertegenwoordiger uit het gemeente bestuur en 2 uit de afdelingen. Enige raadsleden stellen voor de preca riorechten te wijzigen de 3 toeslag voor opmeting suikerbieten. In overleg met dhr. M. Hout stellen B. en W. voor deze voor het jaar 1950 een gratificatie van 60.- te geven voor opmeting suikerbieten en het van jaar tot jaar vast te stellen. De voorzitter vindt het door de raadsleden ge dane voorstel een teken van besluiteloosheid. Dhr. van 't Veer vraagt of men nog niet verder „van de pad af is" en of men dat niet zal kunnen ondervangen. Hij kan niet bewijzen dat er 75 uur gerekend moet wor den. Dhr. Hage vraagt of men de fabrieken niet een gedeelte kan toewijzen en aan de hand daarvan de heffing. Tenslotte zijn allen voor intrekking van het raadsbesluit en het toekennen van de 60.aan M. Hout. RONDVRAAG Op verzoek van dhr. Potappel zal de Kerkweg verbeterd worden. Deze vraagt ook de 2 achterste gem. huizen zo spoedig mogelijk op te knappen. De voorzitter antwoordt, dat eerst goed keuring moet komen en twijfelt daar zeer aan. Dhr. van 't Veer zag de verkeersregels gaarne aangevuld met het plaatsen van een „doorgaand verkeer" bij dhr. Gideonse. Het zal worden bekeken. Dhr. van 't Veer vraagt ook of het de voorzitter bekend is, dat de brandspuit als gemeengoed wordt gebruikt. De voorzitter: Dat is mij bekend en alleen onder mijn goedkeuring gebeurd. Weth. v. d. Slikke hoorde klachten over het zware verkeer door de Kerkweg, in zonderheid veroorzaakt de melkwagen hef tige trillingen door het snelle rijden. De voorzitter meent, dat daar niet veel aan te doen is. Als de veiligheid maar niet in gevaar komt. Dhr. Hage vraagt of de grond waarop de mestvaalt staat eigendom van de gemeente is en daarnaast ook. Het zal worden onder zocht. Na nog enige vragen volgt om 1 uur sluiting. Ruim 1.900.000 luisteraars naar de radio moeten thans 12,— per jaar betalen, alleen al om het en kele feit, dat zij hun toestel bij de P.T.T. hebben aangegeven en dus ongeacht of zij de muziek, het ge sproken woord en wat dies meer wordt geboden, op prijs stellen. Als eerste „bijdrage" ontvangen de verschillende omroepverenigin gen voor een jaar tezamen uit de „pot" 20 millioen gulden) der verplichte luisterbijdragen een be drag van 14.000.000. De kosten van de zender komen niet (zoals voor de oorlog) te hunnen laste. Daarvoor krijgt de P.T.T. een aan deel uit de totale „pot". Met Indo nesië en de Wereldomroep behoe ven zij zich ook niet in te laten. Voor deze uitzendingen treedt de Stichting Radio-Nederland Wereld omroep op als zelfstandige organi satorische eenheid. Uiteraard zijn de lonen en verdere exploitatiekosten sedert 1940 aan merkelijk hoger geworden, maar wettigt dit het feit, dat een eerste „bijdrage" van 14.000.000 in het jaarlijkse omroephuishouden mo menteel niet eens voldoende is voor verzorging van de zuiver binnen landse uitzendingen, terwijl voor de oorlog gewerkt werd met een totaal inkomen uit de vrijwillige bijdragen der luisteraars van ten hoogste 2.500.000? „Waar blijft dan het geld. Uw geld, ons geld, luisteraars, en wat kunnen wij doen om daarop invloed uit te oefenen waren de twee vragen, die de Vereniging „Comité Radioluisteraars" tijdens een pers conferentie te Amsterdam stelde. In een lang, doch niettemin boei end betoog, zette de rechtskundig adviseur van de Vereniging, mr. A. A. M. Enserinck, de doelstelling uit een. De vereniging richt zich in de eerste plaats tot de ruim 1 millioen radioluisteraars, die niet door het nemen van een abonnement op een der programmabladen der omroep verenigingen bij deze zijn aangeslo ten. Zij richt zich ook tot die luiste raars, die (om het programma te weten) in arren moede maar een programmablad hebben genomen. De vereniging is niet gekant tegen de omroepvereniging zelf, maar wel tegen het door haar "gevoerde beleid. Men is verplicht te betalen, maar zeggenschap over de door de om roep geleverde contraprestatie heeft men niet, zeide de heer Enserinck. Toch is het dringend nodig, dat de niet-tevreden luisteraars van hun harten geen moordkuilen maken, want er staat een wetsontwerp om trent de uiteindelijke regeling van de radio-omroep op stapel en er kan zoals de kaarten thans liggen worden aangenomen, dat deze rege ling zal neerkomen op een besten diging van de huidige toestand. Het kenmerk van de radio voor de oorlog was, dat er op basis van vrijwilligheid bijdragen binnen kwa men. Men is echter nooit in staat geweest meer dan een derde van de luisteraars op basis van vrijwillig heid te binden. In de laatste jaren voor de oorlog liepen de vrijwillige bijdragen zelfs achteruit en toen er nieuwe taken kwamen voor de om roep Wereldomroep, Indië-om- roep, Televisie kwam er van de zijde van wijlen de heer H. van Boeijen, oud-minister van Binnen landse Zaken, een wetsontwerp om tot een verplichte heffing over te gaan, die deze in eerste instantie niet hoger wilde zien gesteld dan 6.per jaar. Dit wetsontwerp kon door de inval van de Duitsers niet meer in behandeling worden genomen, het rust tot op de dag van heden nog in de Departementale archieven en men kan zich afvragen: „Waarom is dit wetsontwerp na de bevrijding niet te voorschijn gekomen?" Maar, zal men zeggen, zo ver volgde mr. Enserinck, er is toch een Nederlandse Radio Unie, waarin de omroepverenigingen samenwer ken Och, arme, alle luisteraars weten, dat men weinig meer van een gezamenlijk programma hoort. Ja, in de ochtenduren, als moeder de vrouw de stofzuiger laat razen, kan men soms de mooiste concerten horen in dit gezamenlijk programma, maar als de luisterdichtheid het grootst is, verzorgen de omroep verenigingen programma's met „eigen etiket". Programma's, die het genieten misschien nog wel waard waren als er niet zo'n afschuwelijke propa ganda werd gevoerd voor „eigen standje" de tournee's, de bridge drives, de spreekbeurten, de pro grammabladen, enz. De programmabladen zijn het troetelkind van de omroepvereni gingen. Wil men iets weten van de programma's dan moet men zich abonneren op deze bladen a raison van 10.per jaar 6.voor de oorlog). Dat wordt dus met de luis terbijdrage 22.per jaar. Het is te gek, evenals de propaganda om zich maar te abonneren. Tot in het oneindige wordt het op verschillende manieren herhaald. De verkorte programma's, zoals de dagbladen die opnemen, zijn een doorn in het oog van de omroep verenigingen. Zij hebben het weten te bewerkstelligen, dat de nieuws bladen van deze programma's zelfs reeds verstoken zijn, door een ieder tot bloedens toe in rechten te ver volgen. Heeft hij voor de 12. dan geen recht op kennisneming van het programma, dat z ij n om roep (want hij betaalt er toch voor zal uitzenden? Is het wonder, dat de meerder heid der luisteraars, een 1.200.000 niet van zins is nog verder het melk koetje van de omroepverenigingen te worden Men zou het zo zachtjes aan verkapte dictatuur kunnen noe men, een zekere vorm van dwang. Wil men weten, wat de Neder landse zenders geven, dan is men verplicht om abonné te worden op een der programmabladen. Ook zijn de omroepverenigingen de laatste jaren inpopulair gewor den omdat ze geen critiek meer dul den op de samenstelling der pro gramma's. Tal van geschreven brieven wor den beantwoord met „er zal aan dacht geschonken worden aan Uw wensen en grieven", maar ver anderen deed er niets. De vereniging „Comité Radioluisteraars" is van oordeel, dat iedere radioluisteraar, die de verplichtte luisterbijdrage be taalt, recht heeft zonder extra be taling te weten welke programma's te beluisteren zijn. Is de verplichtte luisterbijdrage on toereikend, dan dient een dergelijk programmablad tegen kostprijs be schikbaar te worden gesteld. De propaganda door de omroep verenigingen van de laatste tijd om abonné te worden (leden worden ze genoemd) heeft een diepere oorzaak. Het bepaalt immers hun bestaan als straks de nieuwe Radiowet er zal zijn, zo zegt men van omroep-zijde. Nu kan men, al of niet uit principiële overwegingen, achter een bepaalde omroepvereniging staan. Uitstekend. Maar we moeten niet vergeten, dat de situatie in 1951 anders is dan in 1939. Nu is iedere luisteraar ver plicht radiobelasting te betalen. En daarom wil genoemd comité o.i. terecht, dat die radiobelasting betalers zonder of met zo min moge lijk kosten inzage krijgen van de programma's. Het is jammer dat de strijd hier moest ontbranden. Maar is het niet de schuld van de omroepverenigin gen zelf, dat de fiolen der luiste raars-toorn over hun hoofden wordt uitgestort Niet goedschiks, dan kwaadschiks. Dan radio-oorlog. De Vereniging „Comité Radioluiste raars" groeit. Zij hoopt zelfs op een of andere manier een radioblad uit te geven tegen kostprijs. Hoe ze dat doen zonder in conflict te komen met de auteurswet weten we ook niet. Wel, dat de vereniging hoopt, dat een ieder, die met haar doel stelling sympathiseert, zich op basis van vrijwillige bijdragen zal melden als lid aan het secretariaat Nic. Witsenkade 26, Amsterdam. EN NU MAAR VARKENS MESTEN Onze landbouwk. medewerker schrijft: Het bekend maken van de varkensprijs, heeft de melkprijskwestie geheel op de achtergrond gedrongen. En terecht, want bij de varkens gaat het, anders dan bij de melk, om een werkelijk voor de regering te betalen prijs voor de door haar aan Engeland te leveren varkens. De prijs, waarvoor het geslachte varken aan de ha ven ter verscheping naar Engeland wordt afgeleverd, komt ongeveer op 2.66 per kg, hetgeen het mogelijk maakt aan de leveranciers van de varkens 2.06 per kg geslacht gewicht te betalen. Het nieuwe contract voorziet in de levering van 35.000 ton bacon, waarbij nog komt 4000 ton voor achterstand bij het oude contract. In het vorige jaar leverden we in totaal 21.000 ton, maar dat zal nu in 1951 39.000 moeten worden. Er zullen dus heel wat var kens aan de markt moeten komen om deze verplichtingen na te komen. Daarbij moeten we dan nog rekening houden met de be hoefte van de binnenlandse markt en de export naar Duitsland, waarvoor zwaar dere varkens geleverd kunnen worden en bovendien moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid, dat ten behoeve van het Europese leger voorraden zullen moe ten worden gevormd. Afzetgebied dus ge noeg voor onze krulstaarten. De Stichting voor de Landbouw en de Minister waren het deze keer dus eens over de prijs. De regering ging accoord met de verlangens van de boerenorganisa- ties van wier voorstellen wij begin Januari mededeling deden. Hiermee is de Minister voor zijn doen royaal geweest, want deze prijs komt overeen met de berekende kost prijs bij toepassing van het duurste rantsoen, nl. wanneer men per baconvarken 200 kg meel voert, aangevuld met gestoomde aardappelen. De kostprijs van een bacon varken van tegen de 90 kg komt dan op 1.72 per kg. Telt men daar 20% on- dernemersloon bij, dan moet de verkoops prijs 2.06 worden. Vergelijkende bereke ningen hadden aangetoond, dat het mesten met meel en graan of met kernvoeder, aardappelen en graan goedkoper kwam, nl. op resp. 1.97 en ƒ2,per kg. DRIEJARENPLAN AARDAPPELTEELT Als nadere toelichting op het bericht aangaande het telen van aardappelen op bedrijven met een kleinere oppervlakte dan 1 ha en in particuliere en volkstuinen, deelt het Ministerie van Landbouw, Vis serij en Voedselvoorziening mede: Vele telers van aardappelen in volks- en particuliere tuinen en op kleine land bouwbedrijf jes zijn, ondanks de Wet Be strijding Aardappelmoeheid, in de jaren 1949 en 1950 voortgegaan met méér dan een derde deel van hun bouwland met aardappelen te betelen. Dikwijls geschiedde dit uit onwetendheid. Soms ook besefte men onvoldoende de grote belangen, die daardoor in de waagschaal werden gesteld. In feite is het echter zo, dat door deze handelwijze vele telers, die maar over een geringe oppervlakte grond beschikken, in 1951 en zelfs ook in 1952 in het geheel geen aardappelen zouden kunnen verbou wen. Deze telers hebben het aan zichzelve te wijten, dat zij thans in een noodtoestand verkeren: de vruchtwisseling van 1 3, dus na één jaar aardappelen twee jaren andere gewassen, moet gehandhaafd worden, om de teelt in grote gebieden van ons land mo gelijk te blijven maken. Ondanks de gevaren aan afwijking van 1 3 wisselteelt verbonden, heeft de Mi nister van Landbouw, Visserij en Voedsel voorziening toch gemeend, aan deze moei lijkheden tegemoet te moeten komen. Aan alle telers, die over minder dan 1 ha bouwland in totaal beschikken, zal het in 1951 zijn toegestaan tot een derde deel van hun bouwland of tuin met aardappelen te betelen. Men dient dan in de eerste plaats grond te gebruiken, waarop in 1950 geen aardappelen stonden. Pas als men op die wijze niet een derde deel met aardappelen kan beplanten, zal men ook grond mogen gebruiken, waarop in 1950 reeds aardappe len stonden. Dit is zuiver eigen belang: hoe langer men wacht met op dezelfde grond met aardappelen terug te komen, hoe min der kans dat de aardappelmoeheid zal gaan optreden. De teelt in tuinen en op kleine bedrijfjes wordt dus zó, dat elk jaar een derde deel beteeld mag worden met aardap pelen. In 1951 zoveel mogelijk op grond, waarop in 1950 geen aardappelen stonden; in 1952 beslist niet op grond waarop reeds in 1951 aardappelen stonden en in 1953 alléén op grond, waarop in 1951 én in 1952 geen aardappelen werden verbouwd. Op deze wijze wordt bereikt, dat men de Wet niet overtreedt en tot in lengte van dagen elk jaar aardappelen kan telen. Wijkt men van dit schema af en wordt de ziekte waargenomen, dan is het voor vele jaren uit met de aarappelteelt op het gehele ter rein. Op besmette percelen mogen in het geheel geen aardappelen worden verbouwd! Iedere teler make dus een driejarenplan voor de aardappelteelt. Verdeelt zo moge lijk uw terrein door greppels of paden eens en vooral in drie gelijke delen en verbouwt op deze delen afwisselend aardappelen: Met één op drie, houden we de aardappel moeheid onder de knie Maar nogmaals zij herhaald, dat boven staande ontheffing niet geldt voor besmette terreinen. Het teeltverbod op besmet ter rein blijft gehandhaafd. DE BETEKENIS VAN DE ZOETE GELE LUPINE De zoete lupine staat de laatste jaren in de zandgebieden in het middelpunt van de belangstelling. Het gewas kan op arme zandgronden zowel in de vorm van groen voer als in de vorm van zaad een behoor lijke hoeveelheid eiwit produceren, terwijl practisch geen stikstof behoeft te worden gegeven. Daarnaast brengt het als vlinder bloemige nog stikstof in de grond en ver betert de bodemstructuur: ook haalt het voor andere planten onbereikbaar gewor den voedsel uit diepere lagen naar boven. Op de proefboerderij te Heino heeft men door het uitzoeken van de juiste combinaties van gewassen opbrengsten verkregen, die voor het gemengde zandbedrijf ruime pers pectieven openen. Met de combinatie snij- rogge, zoete lupine en stoppelknol verkreeg men op lichte, hoge esgrond ruweiwit- opbrengsten van 1800 kg/ha, voorkomende in 100.000 kg groene massa. De boeren op de beste kleigronden van Nederland kun nen hier jaloers op zijn. En voor deze grote eiwitopbrengsten heeft men zelfs op lichte grond slechts 5 baal kalkammonsalpeter nodig met daarnaast voldoende fosforzuur en kali. Op de betere graslanden kon men een dergelijke productie van eiwit slechts bereiken door het geven van 18 baal kalk ammonsalpeter. Met dit voorbeeld is het belang van de zoete lupine zeker wel aan getoond. Het verdient alle aanbeveling de zaad teelt van dit gewas uit te breiden. Men ga hierbij uit van zo goed mogelijk bitterstofvrij zaaizaad. Hiervoor is de beste garantie origineel of gekeurd zaaizaad te gebruiken. Gelukkig kan men dit in ons land vol doende krijgen, wij denken aan de originele selectie „Neven" lupine. Het grote voordeel van deze lupine is, en hier dient wel de aandacht op te wor den gevestigd, op de grote zuiverheid be treffende het aantal bittere planten, welke factor bij de zoete-voederlupine een zo belangrijke rol speelt, want practisch bit- terstofvrije voederlupinen zijn voor de vee voeding van grote economische betekenis. Geen enkele andere plant en geen enkel ander krachtvoer kan het verteerbaar eiwit zo goedkoop leveren als de gele zoete lu pine. Het winnen van de zoete lupine ge schiedt met een minimum aan onkosten. Ze kan geteeld worden zonder een stik stofbemesting, brengt integendeel stikstof in de grond, door de werking van de stikstof bacteriën, die aanwezig zijn in de stikstof knolletjes aan de wortels. Een goed gewas lupinen is in staat 80 120 kg zuivere stikstof per ha aan de lucht

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 5