Eendrachtbode
Waar blijft het geld van de verplichte
Luisterbijdragen
Raadsverslag Stavenisse.
Land- Tuinbouw en Veeteelt
7 e Jaargang No» 17 TWEEDE BLAD 9 Maart 1951
Brand weervoorstellen.
Benoeming Handwerkonderwijzeres.
Vereniging „Comité Radioluisteraars"
treedt op tegen het huidige radiobestel
De voltallige gemeenteraad kwam Vrij
dag 2 Maart in openbare vergadering bij
een. De voorzitter gaf na een welkomst
woord een kort overzicht over de gebeur
tenissen in het afgelopen jaar, in verband
met de eerste openbare vergadering in 1951.
Hij wees daarbij op de donkere internatio
nale toestand. In het gehele verre Oosten
neemt de opstand nog toe. Spreker her
dacht de in Korea gesneuvelde Vaderlan
ders en degenen die daar nog steeds hun
plicht doen. Ook in het Westen wordt
steeds meer op bewapening aangedrongen.
Als gevolg van deze spanning stijgen de
prijzen op verontrustende wijze. De beta
lingsbalans laat een grote debetpost zien,
Spreker hoopt dat de kabinetscrisis spoedig
mag zijn opgelost.
Verschillende militairen in deze gemeente
keerden uit Indonesië terug. Nog één hoopt
er binnenkort terug te komen, terwijl één
nimmermeer zal weerkeren. Voor die ge
sneuvelde hoopt spreker binnenkort in het
gem.huis een gedenksteentje te onthullen,
waarbij de teruggekeerden zullen worden
uitgenodigd.
Verschillende maatregelen tot wederop
bouw van het vaderland zijn ook in het
afgelopen jaar genomen. De burgerlijke en
militaire weerbaarheid zal dit jaar nog
meer vergen. In verband hiermede zal ter
plaatse aanvulling van het brandweerma
teriaal eveneens noodzakelijk zijn. Dat alles
zal van ieder onzer meer offers vragen.
Met ongeduld wordt gewacht op het in
dustrieplan voor het eiland Tholen van het
E.T.I. In de plannen voor het toekomstig
Tehuis voor Ouden van Dagen kwam meer
beweging en wellicht komt er nog een ge
deelte in dit jaar gereed.
Na het bevolkingsoverzicht 1950 wijst
de voorzitter er op, dat de begroting 1951
aanvankelijk sluitend kon worden gemaakt.
Gaat de verbetering Oudel. dijk en ver
bouw school evenwel door, dan zal een aan
vullende rijksuitkering noodzakelijk zijn.
In 1950 werden op de haven 23.604.000
kg producten verhandeld. In 1949 was het
ruim 25}4 millioen kg en in 1947 ruim
YlYl millioen.
Opbrengst havengeld bedroeg f 1620,46
en kadegeld 3503,
Spreker dankte allen die in 1950 in enig
dienstverband hun medewerking hadden
verleend en wees er voorts op, dat de ver
bouw der lag. school en de verbetering
van de Oudel.dijk zeer dringend om uitvoe
ring roepen. De burgerlijke verdediging
spreker wees er al eerder op zal ook
hier offers eisen. Zeer binnenkort gaat de
voorzitter persoonlijk een cursus „burger
lijke weerbaarheid" volgen. Hij roept aller
medewerking in om dan onder biddend op
zien tot Hem die alles, ook de gemeente
Stavenisse regeert onder Gods zegen tot
nut der gemeente te mogen werken.
Na dit openingswoord deelt de voor
zitter mede, dat grond voor het speelterrein
beschikbaar komt voor de prijs van 1,
per m2. Wanneer de goedkeuring er is, zal
het desbetreffend voorstel in de Raad ko
men. Dhr. Hage vraagt of men dat ook
voor het onrendabele (niet te gebruiken)
gedeelte zal moeten betalen, wat bevesti
gend wordt beantwoord. Overigens vinden
de leden het een voordelig aanbod.
INGEKOMEN STUKKEN
Goedkeuring gewijzigde heffing secretarie
leges en de bouwverordening wijziging. Een
verslag vap de Waterleiding Mij Tholen
over 1949.
Dhr. Tazelaar merkt op, dat de financiële
toestand van deze maatschappij niet roos
kleurig is.
Dhr. Hage vraagt of men als aandeelhou
der nog voor bezwarende omstandigheden
kan komen te staan. De voorzitter meent,
dat die mogelijkheid er is.
Mededeling van het Prov. Bestuur om
trent het woningcontingent voor Stavenisse.
Tot en met 1953 moet de gemeente niet op
enige woningtoewijzing rekenen. Dat spijt
de Raad, temeer omdat er particuliere
animo is.
De voorzitter zegt, dat er nog enige
hoop mag zijn voor één woning.
Een vereniging voor verzekering van
Suikerzieken vraagt subsidie voor uitge
zonden patiënten.
B. en W. kunnen geen vrijmoedigheid
vinden daartoe een voorstel te doen. Het
wordt voor kennisgeving aangenomen.
De toeslagen ad 5 worden in 't grond-
salaris opgenomen, waartegen geen be
zwaar is. Voorgesteld wordt geen bezwaar
te maken tegen de voorgelegde salarisver
hoging voor de wethouders ad 10%.
Dhr. Hage vraagt of bezwaren maken
zin zal hebben. De voorzitter meent van
niet. Hij acht trouwens het protesteren of
het zelf niet accepteren meer propaganda,
daar indien het straks één regeling wordt,
men het toch zal aanpakken.
Dan is het een beetje naar de mond van
het publiek spreken, wanneer men een
groots gebaar maakt, vindt dhr. Hage.
Daar komt het op neer, meent de voorzit
ter, tenzij men die verhoging in de ge
meentekas terugstort. Er is overigens geen
bezwaar tegen.
De Oudercommissie heeft een verzoek
ingediend om het bedrag voor leermiddelen
te verhogen. Dat was tot op heden nog
steeds gelijk aan de vooroorlogse bedra
gen, terwijl de prijsstijgingen nadien enorm
zijn geweest. Gevraagd wordt dat bedrag
te herzien, al begrijpt men ook de gem.
financiële moeilijkheden. B. en W. gaan
daarmee accoord en stellen voor dit bedrag
op de gem. begr. 1951 met 500,— te ver
hogen.
Dhr. Tazelaar is daar voor, maar vindt
de manier van indiening niet juist. Dat be
hoort tot het Hoofd der School, die iets
dergelijks bij het Dag. bestuur indient.
De voorzitter zegt, dat dit door dhr.
Gideonse al eerder is gedaan en hij er nu
buiten staat. Dhr. Hage merkt op, dat dhr.
Gideonse destijds verhoging toch niet nood
zakelijk achtte.
De voorzitter antwoordt, dat het toen
ging over aanschaffing van nieuwe metho
den. Dhr. Hage vraagt of dit bedrag ook
geldt voor V.G.L.O.
De voorzitter antwoordt dat daarvoor een
aparte financiering is. Het voorstel wordt
aangenomen, waarvoor dhr. van 't Veer
als voorzitter der Oudercommissie zijn dank
betuigt.
Er is door G. S. bezwaar gemaakt tegen
de heffing leges voor afgifte rijbewijsformu
lieren, enz. Het College acht de verhoging
onjuist, daar de gemeente er niet meer
werk door heeft gekregen.
De voorzitter vindt het jammer. Het is
nu voor 5 jaar geldig, dus had men het
dienovereenkomstig verhoogd, daar men er
tenslotte toch maar evenveel voor betaalt.
Dhr. Hage vindt het argument van Ged.
Staten niet steekhoudend. Immers, de sa
larissen zijn wel verhoogd en waarom mocht
de andere leges wel worden verhoogd.
Daarmee is dhr. van 't Veer het eens, die
er wel degelijk een verhogingsmotief in ziet.
Besloten wordt het er niet bij te laten
zitten en Ged. Staten op een en ander
nader te wijzen, daar de Raad de verhoging
billijk acht.
Een wijziging van de gemeente-begroting
1949 gaat onder de hamer door.
In verband met plaatsing van de sirene
wordt de alg. pol. verordening gewijzigd.
Wanneer de secretarie open is, dient men
bij brand het personeel te waarschuwen,
die voor alarm zal zorg dragen. Alleen
wanneer daar niemand is, mag men zelf
het alarmsysteem in werking brengen. Bij
het indrukken van het ruitje en de knop,
blijft de sirene 1 minuut automatisch loeien.
HANDWERKONDERWIJZERES
B. en W. stellen voor een onderwijzeres
te benoemen in de vrouwelijke handwerken
voor de hoogste klassen der O. L. school.
Per week moet 6 uur worden lesgegeven.
Tot op heden werd dat gedaan door de
aanwezige onderwijzeressen, maar leverde
door de wisseling der klassen, enz. veel
ongemak op en is bovendien schadelijk
voor het onderwijs.
Daarom wordt een aparte kracht nodig
geacht, voorlopig te proberen voor 1 jaar,
te benoemen met ingang van 1 April a.s.
Uit de binnengekomen sollicitaties is na
rijp beraad door B. en W. een voordracht
gemaakt, nl.: Mevr. v. d. Jagt-de Groen
te Scherpenisse. Het hieraan verbonden sa
laris bedraagt 500,per jaar. Opgemerkt
werd dat de meeste sollicitanten te jeugdig
waren, terwijl men anderzijds huiverig was
voor onvoldoende overwicht op die rijpere
leerlingen.
Dhr. Hage merkt op, dat er uit Sta
venisse ook inwoonsters zijn, die gesollici
teerd hebben. Hij deelt het argument van
het Dag. Bestuur, dat men hiervoor te
jeugdig kan zijn. Toch betreurt hij het, dat
men het nu weer buiten de gemeente gaat
zoeken. „Er komt weer een buspassagier
bij, die we moeten subsidiëren."
De voorzitter antwoordt dat dit hiervoor
niet het geval zal zijn. Hij vindt, dat ken
nis van zaken hierbij wel een grote rol
speelt, evenals het nodige overwicht.
Dhr. Hage vindt het toch beter iemand
uit eigen gemeente te nemen. De practijk
moet het voor iedereen uitmaken.
Dhr. van 't Veer heeft begrepen, dat het
voornamelijk om practisch werk gaat en
dan durft hij wel te garanderen, dat de
sollicitante uit eigen gemeente daar goed
voor is. Ook hij zou haar een kans willen
geven.
De voorzitter juicht het toe, dat men
eigen inwoners verdedigt. Maar hij durft
de verantwoording niet te aanvaarden. Hij
meent dat het overwicht onvoldoende zal
zijn. Dhr. van 't Veer: Dat is mogelijk.
De voorzitter: En het gaat om de be
langen van de school.
Dhr. van 't Veer is het er mee eens,
dat men in de eerste plaats de 500,
zo productief mogelijk moet maken en niet
allereerst de persoon in aanmerking nemen.
Weth. v. d. Slikke zegt, dat de opzeg
gingstermijn alleen hierop slaat (1 maand)
dat die onderwijzeres bij tegenvallen ont
slagen kan worden, maar niet om iets te
benoemen, waaraan toch wordt getwijfeld,
waar het het overwicht betreft.
Dhr. Hage: De eigen sollicitante is ons
bekend, van de andere moeten we het af
wachten. Weth. v. d. Slikke: Maar daar
van zijn de gegevens aanwezig.
Dhr. Vos meent, dat men niet altijd op
diploma's moet letten. Dat kan ook wel
eens tegenvallen.
Dhr. Tazelaar zegt, dat hij B. en W. had
kunnen steunen, wanneer niemand uit eigen
gemeente had gesolliciteerd. En nu gaat
het niet om de persoon, maar ik meen, dat
ze voldoende capaciteiten heeft. Lukt het
niet, dan valt dat tegen.
Weth. v. d. Slikke meent, dat het een
groter teleurstelling is, wanneer men een
maal benoemd, ontslagen moet worden, dan
wanneer er helemaal geen benoeming is
gevolgd.
Er wordt gestemd: 3 stemmen komen uit
de bus voor Mevr. v. d. Jagt-de Groen te
Scherpenisse, 4 stemmen voor Mej. A. S.
de Graaf, alhier, zodat laatstgenoemde is
gekozen. De voorzitter hoopt, dat zij, on
danks de mening van B. en W„ de volle
vruchten zal afwerpen.
EEN BRANDWEERJEEP
Voorgesteld wordt gelden beschikbaar te
stellen voor aankoop van een jeep als
brandweertrekker. Kosten worden geraamd
op 2500,af te schrijven in 5 jaar. In
aansluiting hierop wordt tevens voorge
steld door geringe verb, van de gem. wo
ningen A 297 en A 298 deze als brandweer
kazerne in te richten. Dat zou 1000,
kosten. Dit laatste bedrag zou in minde
ring komen op het voor de verbouw van
de gem. woningen bestemde bedrag ad
10.000,—.
De jaarlijkse kosten zullen totaal bedra
gen 700,—. Tot dusver was als trekker
een of andere beschikbare vracht auto in
geschakeld. Maar het is geen uitzondering,
dat een dergelijke auto niet beschikbaar
was en is. Met het oog op de burgerlijke
weerbaarheid acht het dag. bestuur een
dergelijke trekker nodig, ook al om de na
burige gemeenten zo weinig mogelijk nodig
te hebben.
Weth. v. d. Slikke meent dat de af
schrijvingstermijn verhoogd kan worden, ge
zien de geringe slijtage van een brandweer-
trekker door het weinig gebruik.
Dhr. Potappel zou het jammer vinden,
dat voor een brandweerkazerne in deze tijd
2 woningen gebruikt zouden worden. Er is
nog best iets van te maken. Hij is daar
tegen.
Dhr. Tazelaar acht het materiaal momen
teel voldoende. Er is alles bij elkaar een
5000,onkosten gemaakt, er moet nog
kleding komen en hij acht het tijd er voor
lopig een punt achter te zetten. De belas
ting moet er maar door worden verhoogd.
De voorzitter merkt op, dat hij verant
woordelijk is voor de materialen en die
acht hij thans nog onvoldoende. Wanneer
de Raad de verantwoordelijkheid op zich
neemt dat af te wijzen, wil hij het recht
behouden zijn mening hogerop te verde
digen.
Dhr. Hage: Staan we niet aan het top
punt van de belastingen
De voorzitter: Het een slaat op het an
der. Van straatbelasting worden de stra
ten gemaakt, enz.
Dhr. Hage: Er is toch een auto. De voor
zitter: Maar zelden direct beschikbaar.
Dhr. Tazelaar vindt, dat de voorzitter
het te luxe gaat aanpakken.
De voorzitter ziet het anders, nl. dat
er voorheen een niet verantwoorde zuinig
heid is betracht, zie de Oudel.dijk, de school,
enz.
Weth. v. d. Slikke meent, dat wanneer
er offers gevraagd zullen worden voor de
burg. weerbaarheid, dit niet anders dan
voor de brandweer kan zijn.
De voorzitter zegt, dat er reeds een plan
is voor de bevolking van het eiland Tho
len. Dan zal ook Stavenisse meer mate
riaal moeten aanschaffen. Juist omdat men
hier weinig verzekerd is, wil hij zoveel mo
gelijk paraat zijn. De brandweer moet di
rect kunnen uitrukken.
Dhr. v. 't Veer zegt dat men allemaal
wel overtuigd is, dat het een nuttig voor
stel is, wanneer de kosten niet te zwaar
wogen. Kan het niet gecombineerd worden,
door bijv. de trekker ook voor de reini
gingsdienst te gebruiken. Maar daar voelt
men niets voor.
Dhr. van 't Veer: Is er kans dat het
van overheidswege wordt opgelegd
De voorzitter: Er is een plan ter goed
keuring ingezonden en dat zal een aanmer
kelijke uitbreiding van het materiaal mee
brengen.
Dan kunnen we 't beter nu doen, meent
dhr. van 'tVeer.
Bij stemming is deze en de wethouders
voor. De heren Potappel, Vos, Hage en
Tazelaar zijn tegen. Een zelfde uitslag
geeft het voorstel om brandweerbelasting
te heffen (25 ct per 1000,— inkomen).
Geadviseerd wordt over te gaan tot be
noeming van een pl. commissie, die de be
langen van de georganiseerde gem. ambte
naren kan behartigen.
Nadat is gebleken, dat zulks geen kos
ten mee brengt is er tegen de daarvoor
opgemaakte verordening geen bezwaar. De
commissie zal samengesteld worden als
volgt: 1 vertegenwoordiger uit het gemeente
bestuur en 2 uit de afdelingen.
Enige raadsleden stellen voor de preca
riorechten te wijzigen de 3 toeslag
voor opmeting suikerbieten. In overleg met
dhr. M. Hout stellen B. en W. voor deze
voor het jaar 1950 een gratificatie van 60.-
te geven voor opmeting suikerbieten en
het van jaar tot jaar vast te stellen. De
voorzitter vindt het door de raadsleden ge
dane voorstel een teken van besluiteloosheid.
Dhr. van 't Veer vraagt of men nog niet
verder „van de pad af is" en of men dat
niet zal kunnen ondervangen. Hij kan niet
bewijzen dat er 75 uur gerekend moet wor
den. Dhr. Hage vraagt of men de fabrieken
niet een gedeelte kan toewijzen en aan de
hand daarvan de heffing. Tenslotte zijn
allen voor intrekking van het raadsbesluit
en het toekennen van de 60.aan
M. Hout.
RONDVRAAG
Op verzoek van dhr. Potappel zal de
Kerkweg verbeterd worden.
Deze vraagt ook de 2 achterste gem.
huizen zo spoedig mogelijk op te knappen.
De voorzitter antwoordt, dat eerst goed
keuring moet komen en twijfelt daar zeer
aan.
Dhr. van 't Veer zag de verkeersregels
gaarne aangevuld met het plaatsen van een
„doorgaand verkeer" bij dhr. Gideonse. Het
zal worden bekeken.
Dhr. van 't Veer vraagt ook of het de
voorzitter bekend is, dat de brandspuit als
gemeengoed wordt gebruikt. De voorzitter:
Dat is mij bekend en alleen onder mijn
goedkeuring gebeurd.
Weth. v. d. Slikke hoorde klachten over
het zware verkeer door de Kerkweg, in
zonderheid veroorzaakt de melkwagen hef
tige trillingen door het snelle rijden. De
voorzitter meent, dat daar niet veel aan te
doen is. Als de veiligheid maar niet in
gevaar komt.
Dhr. Hage vraagt of de grond waarop de
mestvaalt staat eigendom van de gemeente
is en daarnaast ook. Het zal worden onder
zocht. Na nog enige vragen volgt om 1 uur
sluiting.
Ruim 1.900.000 luisteraars naar
de radio moeten thans 12,— per
jaar betalen, alleen al om het en
kele feit, dat zij hun toestel bij de
P.T.T. hebben aangegeven en dus
ongeacht of zij de muziek, het ge
sproken woord en wat dies meer
wordt geboden, op prijs stellen.
Als eerste „bijdrage" ontvangen
de verschillende omroepverenigin
gen voor een jaar tezamen uit de
„pot" 20 millioen gulden) der
verplichte luisterbijdragen een be
drag van 14.000.000. De kosten
van de zender komen niet (zoals
voor de oorlog) te hunnen laste.
Daarvoor krijgt de P.T.T. een aan
deel uit de totale „pot". Met Indo
nesië en de Wereldomroep behoe
ven zij zich ook niet in te laten.
Voor deze uitzendingen treedt de
Stichting Radio-Nederland Wereld
omroep op als zelfstandige organi
satorische eenheid.
Uiteraard zijn de lonen en verdere
exploitatiekosten sedert 1940 aan
merkelijk hoger geworden, maar
wettigt dit het feit, dat een eerste
„bijdrage" van 14.000.000 in het
jaarlijkse omroephuishouden mo
menteel niet eens voldoende is voor
verzorging van de zuiver binnen
landse uitzendingen, terwijl voor de
oorlog gewerkt werd met een totaal
inkomen uit de vrijwillige bijdragen
der luisteraars van ten hoogste
2.500.000?
„Waar blijft dan het geld. Uw
geld, ons geld, luisteraars, en wat
kunnen wij doen om daarop invloed
uit te oefenen waren de twee
vragen, die de Vereniging „Comité
Radioluisteraars" tijdens een pers
conferentie te Amsterdam stelde.
In een lang, doch niettemin boei
end betoog, zette de rechtskundig
adviseur van de Vereniging, mr. A.
A. M. Enserinck, de doelstelling uit
een. De vereniging richt zich in de
eerste plaats tot de ruim 1 millioen
radioluisteraars, die niet door het
nemen van een abonnement op een
der programmabladen der omroep
verenigingen bij deze zijn aangeslo
ten. Zij richt zich ook tot die luiste
raars, die (om het programma te
weten) in arren moede maar een
programmablad hebben genomen.
De vereniging is niet gekant tegen
de omroepvereniging zelf, maar wel
tegen het door haar "gevoerde beleid.
Men is verplicht te betalen, maar
zeggenschap over de door de om
roep geleverde contraprestatie heeft
men niet, zeide de heer Enserinck.
Toch is het dringend nodig, dat de
niet-tevreden luisteraars van hun
harten geen moordkuilen maken,
want er staat een wetsontwerp om
trent de uiteindelijke regeling van
de radio-omroep op stapel en er kan
zoals de kaarten thans liggen
worden aangenomen, dat deze rege
ling zal neerkomen op een besten
diging van de huidige toestand.
Het kenmerk van de radio voor
de oorlog was, dat er op basis van
vrijwilligheid bijdragen binnen kwa
men. Men is echter nooit in staat
geweest meer dan een derde van de
luisteraars op basis van vrijwillig
heid te binden. In de laatste jaren
voor de oorlog liepen de vrijwillige
bijdragen zelfs achteruit en toen er
nieuwe taken kwamen voor de om
roep Wereldomroep, Indië-om-
roep, Televisie kwam er van de
zijde van wijlen de heer H. van
Boeijen, oud-minister van Binnen
landse Zaken, een wetsontwerp om
tot een verplichte heffing over te
gaan, die deze in eerste instantie
niet hoger wilde zien gesteld dan
6.per jaar.
Dit wetsontwerp kon door de
inval van de Duitsers niet meer in
behandeling worden genomen, het
rust tot op de dag van heden nog in
de Departementale archieven en
men kan zich afvragen: „Waarom
is dit wetsontwerp na de bevrijding
niet te voorschijn gekomen?"
Maar, zal men zeggen, zo ver
volgde mr. Enserinck, er is toch een
Nederlandse Radio Unie, waarin
de omroepverenigingen samenwer
ken Och, arme, alle luisteraars
weten, dat men weinig meer van
een gezamenlijk programma hoort.
Ja, in de ochtenduren, als moeder
de vrouw de stofzuiger laat razen,
kan men soms de mooiste concerten
horen in dit gezamenlijk programma,
maar als de luisterdichtheid het
grootst is, verzorgen de omroep
verenigingen programma's met
„eigen etiket".
Programma's, die het genieten
misschien nog wel waard waren als
er niet zo'n afschuwelijke propa
ganda werd gevoerd voor „eigen
standje" de tournee's, de bridge
drives, de spreekbeurten, de pro
grammabladen, enz.
De programmabladen zijn het
troetelkind van de omroepvereni
gingen. Wil men iets weten van de
programma's dan moet men zich
abonneren op deze bladen a raison
van 10.per jaar 6.voor de
oorlog). Dat wordt dus met de luis
terbijdrage 22.per jaar. Het is
te gek, evenals de propaganda om
zich maar te abonneren. Tot in het
oneindige wordt het op verschillende
manieren herhaald.
De verkorte programma's, zoals
de dagbladen die opnemen, zijn een
doorn in het oog van de omroep
verenigingen. Zij hebben het weten
te bewerkstelligen, dat de nieuws
bladen van deze programma's zelfs
reeds verstoken zijn, door een ieder
tot bloedens toe in rechten te ver
volgen. Heeft hij voor de 12.
dan geen recht op kennisneming
van het programma, dat z ij n om
roep (want hij betaalt er toch voor
zal uitzenden?
Is het wonder, dat de meerder
heid der luisteraars, een 1.200.000
niet van zins is nog verder het melk
koetje van de omroepverenigingen
te worden Men zou het zo zachtjes
aan verkapte dictatuur kunnen noe
men, een zekere vorm van dwang.
Wil men weten, wat de Neder
landse zenders geven, dan is men
verplicht om abonné te worden op
een der programmabladen.
Ook zijn de omroepverenigingen
de laatste jaren inpopulair gewor
den omdat ze geen critiek meer dul
den op de samenstelling der pro
gramma's.
Tal van geschreven brieven wor
den beantwoord met „er zal aan
dacht geschonken worden aan Uw
wensen en grieven", maar ver
anderen deed er niets. De vereniging
„Comité Radioluisteraars" is van
oordeel, dat iedere radioluisteraar,
die de verplichtte luisterbijdrage be
taalt, recht heeft zonder extra be
taling te weten welke programma's
te beluisteren zijn.
Is de verplichtte luisterbijdrage on
toereikend, dan dient een dergelijk
programmablad tegen kostprijs be
schikbaar te worden gesteld.
De propaganda door de omroep
verenigingen van de laatste tijd om
abonné te worden (leden worden ze
genoemd) heeft een diepere oorzaak.
Het bepaalt immers hun bestaan als
straks de nieuwe Radiowet er zal
zijn, zo zegt men van omroep-zijde.
Nu kan men, al of niet uit principiële
overwegingen, achter een bepaalde
omroepvereniging staan. Uitstekend.
Maar we moeten niet vergeten, dat
de situatie in 1951 anders is dan in
1939. Nu is iedere luisteraar ver
plicht radiobelasting te betalen.
En daarom wil genoemd comité
o.i. terecht, dat die radiobelasting
betalers zonder of met zo min moge
lijk kosten inzage krijgen van de
programma's.
Het is jammer dat de strijd hier
moest ontbranden. Maar is het niet
de schuld van de omroepverenigin
gen zelf, dat de fiolen der luiste
raars-toorn over hun hoofden wordt
uitgestort Niet goedschiks, dan
kwaadschiks. Dan radio-oorlog. De
Vereniging „Comité Radioluiste
raars" groeit. Zij hoopt zelfs op een
of andere manier een radioblad uit
te geven tegen kostprijs. Hoe ze dat
doen zonder in conflict te komen
met de auteurswet weten we ook
niet. Wel, dat de vereniging hoopt,
dat een ieder, die met haar doel
stelling sympathiseert, zich op basis
van vrijwillige bijdragen zal melden
als lid aan het secretariaat Nic.
Witsenkade 26, Amsterdam.
EN NU MAAR VARKENS
MESTEN
Onze landbouwk. medewerker schrijft:
Het bekend maken van de varkensprijs,
heeft de melkprijskwestie geheel op de
achtergrond gedrongen. En terecht, want
bij de varkens gaat het, anders dan bij de
melk, om een werkelijk voor de regering
te betalen prijs voor de door haar aan
Engeland te leveren varkens. De prijs,
waarvoor het geslachte varken aan de ha
ven ter verscheping naar Engeland wordt
afgeleverd, komt ongeveer op 2.66 per
kg, hetgeen het mogelijk maakt aan de
leveranciers van de varkens 2.06 per kg
geslacht gewicht te betalen. Het nieuwe
contract voorziet in de levering van 35.000
ton bacon, waarbij nog komt 4000 ton
voor achterstand bij het oude contract. In
het vorige jaar leverden we in totaal
21.000 ton, maar dat zal nu in 1951 39.000
moeten worden. Er zullen dus heel wat var
kens aan de markt moeten komen om deze
verplichtingen na te komen. Daarbij moeten
we dan nog rekening houden met de be
hoefte van de binnenlandse markt en de
export naar Duitsland, waarvoor zwaar
dere varkens geleverd kunnen worden en
bovendien moet rekening gehouden worden
met de mogelijkheid, dat ten behoeve van
het Europese leger voorraden zullen moe
ten worden gevormd. Afzetgebied dus ge
noeg voor onze krulstaarten.
De Stichting voor de Landbouw en de
Minister waren het deze keer dus eens
over de prijs. De regering ging accoord
met de verlangens van de boerenorganisa-
ties van wier voorstellen wij begin Januari
mededeling deden. Hiermee is de Minister
voor zijn doen royaal geweest, want deze
prijs komt overeen met de berekende kost
prijs bij toepassing van het duurste rantsoen,
nl. wanneer men per baconvarken 200 kg
meel voert, aangevuld met gestoomde
aardappelen. De kostprijs van een bacon
varken van tegen de 90 kg komt dan op
1.72 per kg. Telt men daar 20% on-
dernemersloon bij, dan moet de verkoops
prijs 2.06 worden. Vergelijkende bereke
ningen hadden aangetoond, dat het mesten
met meel en graan of met kernvoeder,
aardappelen en graan goedkoper kwam, nl.
op resp. 1.97 en ƒ2,per kg.
DRIEJARENPLAN AARDAPPELTEELT
Als nadere toelichting op het bericht
aangaande het telen van aardappelen op
bedrijven met een kleinere oppervlakte dan
1 ha en in particuliere en volkstuinen,
deelt het Ministerie van Landbouw, Vis
serij en Voedselvoorziening mede:
Vele telers van aardappelen in volks-
en particuliere tuinen en op kleine land
bouwbedrijf jes zijn, ondanks de Wet Be
strijding Aardappelmoeheid, in de jaren
1949 en 1950 voortgegaan met méér dan
een derde deel van hun bouwland met
aardappelen te betelen. Dikwijls geschiedde
dit uit onwetendheid. Soms ook besefte
men onvoldoende de grote belangen, die
daardoor in de waagschaal werden gesteld.
In feite is het echter zo, dat door deze
handelwijze vele telers, die maar over een
geringe oppervlakte grond beschikken, in
1951 en zelfs ook in 1952 in het geheel
geen aardappelen zouden kunnen verbou
wen. Deze telers hebben het aan zichzelve
te wijten, dat zij thans in een noodtoestand
verkeren: de vruchtwisseling van 1 3, dus
na één jaar aardappelen twee jaren andere
gewassen, moet gehandhaafd worden, om
de teelt in grote gebieden van ons land mo
gelijk te blijven maken.
Ondanks de gevaren aan afwijking van
1 3 wisselteelt verbonden, heeft de Mi
nister van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening toch gemeend, aan deze moei
lijkheden tegemoet te moeten komen. Aan
alle telers, die over minder dan 1 ha
bouwland in totaal beschikken, zal het in
1951 zijn toegestaan tot een derde deel van
hun bouwland of tuin met aardappelen te
betelen. Men dient dan in de eerste plaats
grond te gebruiken, waarop in 1950 geen
aardappelen stonden. Pas als men op die
wijze niet een derde deel met aardappelen
kan beplanten, zal men ook grond mogen
gebruiken, waarop in 1950 reeds aardappe
len stonden. Dit is zuiver eigen belang: hoe
langer men wacht met op dezelfde grond
met aardappelen terug te komen, hoe min
der kans dat de aardappelmoeheid zal gaan
optreden. De teelt in tuinen en op kleine
bedrijfjes wordt dus zó, dat elk jaar een
derde deel beteeld mag worden met aardap
pelen. In 1951 zoveel mogelijk op grond,
waarop in 1950 geen aardappelen stonden;
in 1952 beslist niet op grond waarop reeds
in 1951 aardappelen stonden en in 1953
alléén op grond, waarop in 1951 én in
1952 geen aardappelen werden verbouwd.
Op deze wijze wordt bereikt, dat men de
Wet niet overtreedt en tot in lengte van
dagen elk jaar aardappelen kan telen. Wijkt
men van dit schema af en wordt de ziekte
waargenomen, dan is het voor vele jaren
uit met de aarappelteelt op het gehele ter
rein. Op besmette percelen mogen in het
geheel geen aardappelen worden verbouwd!
Iedere teler make dus een driejarenplan
voor de aardappelteelt. Verdeelt zo moge
lijk uw terrein door greppels of paden eens
en vooral in drie gelijke delen en verbouwt
op deze delen afwisselend aardappelen:
Met één op drie, houden we de aardappel
moeheid onder de knie
Maar nogmaals zij herhaald, dat boven
staande ontheffing niet geldt voor besmette
terreinen. Het teeltverbod op besmet ter
rein blijft gehandhaafd.
DE BETEKENIS VAN DE
ZOETE GELE LUPINE
De zoete lupine staat de laatste jaren in
de zandgebieden in het middelpunt van de
belangstelling. Het gewas kan op arme
zandgronden zowel in de vorm van groen
voer als in de vorm van zaad een behoor
lijke hoeveelheid eiwit produceren, terwijl
practisch geen stikstof behoeft te worden
gegeven. Daarnaast brengt het als vlinder
bloemige nog stikstof in de grond en ver
betert de bodemstructuur: ook haalt het
voor andere planten onbereikbaar gewor
den voedsel uit diepere lagen naar boven.
Op de proefboerderij te Heino heeft men
door het uitzoeken van de juiste combinaties
van gewassen opbrengsten verkregen, die
voor het gemengde zandbedrijf ruime pers
pectieven openen. Met de combinatie snij-
rogge, zoete lupine en stoppelknol verkreeg
men op lichte, hoge esgrond ruweiwit-
opbrengsten van 1800 kg/ha, voorkomende
in 100.000 kg groene massa. De boeren op
de beste kleigronden van Nederland kun
nen hier jaloers op zijn. En voor deze grote
eiwitopbrengsten heeft men zelfs op lichte
grond slechts 5 baal kalkammonsalpeter
nodig met daarnaast voldoende fosforzuur
en kali. Op de betere graslanden kon men
een dergelijke productie van eiwit slechts
bereiken door het geven van 18 baal kalk
ammonsalpeter. Met dit voorbeeld is het
belang van de zoete lupine zeker wel aan
getoond.
Het verdient alle aanbeveling de zaad
teelt van dit gewas uit te breiden.
Men ga hierbij uit van zo goed mogelijk
bitterstofvrij zaaizaad.
Hiervoor is de beste garantie origineel
of gekeurd zaaizaad te gebruiken.
Gelukkig kan men dit in ons land vol
doende krijgen, wij denken aan de originele
selectie „Neven" lupine.
Het grote voordeel van deze lupine is,
en hier dient wel de aandacht op te wor
den gevestigd, op de grote zuiverheid be
treffende het aantal bittere planten, welke
factor bij de zoete-voederlupine een zo
belangrijke rol speelt, want practisch bit-
terstofvrije voederlupinen zijn voor de vee
voeding van grote economische betekenis.
Geen enkele andere plant en geen enkel
ander krachtvoer kan het verteerbaar eiwit
zo goedkoop leveren als de gele zoete lu
pine. Het winnen van de zoete lupine ge
schiedt met een minimum aan onkosten.
Ze kan geteeld worden zonder een stik
stofbemesting, brengt integendeel stikstof in
de grond, door de werking van de stikstof
bacteriën, die aanwezig zijn in de stikstof
knolletjes aan de wortels.
Een goed gewas lupinen is in staat 80
120 kg zuivere stikstof per ha aan de lucht