Wie moet hoger huur betalen
Hoe moet die Nieuw-Guinea-kwestie
worden opgelost
DE NIEUWE HUURWET
Maar er blijft veel te wensen
Oolc positie onderverhuurder geregeld.
Twee derde meerderheid een groot probleem
ZOND AGSDIENST
ARTSEN
7e Jaargang No. 9
12 Januari 1951
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.— per
kwartaal franco p.p. 1.25
Prijs per nummer 8 cent
Advertentiën ƒ0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Het Nederlandse Kabinet zit weer
eens met grote moeilijkheden. Dat is
nu eenmaal het lot van Drees en zijn
mannen. Zij hebben het roer van
staat in handen in uiterst bewogen
tijd en het is te hopen, dat dit roer
niet los zal slaan. Het heeft eerst de
resten van het Indonesisch conflict
mogen opruimen, waar niet veel
meer aan goed was te maken en het
is tevens verward geraakt in alle
mogelijke financiële en economische
situaties, veroorzaakt door omstan
digheden van buitenlandse aard.
Niet te ontkennen valt echter dat
ons Kabinet gedurende zijn bewind
nog wel eens van koers is veran
derd. We willen thans niet ingaan
op de vraag hoe dit komt en of dit
ook anders kon, maar we willen wel
constateren, dat deze koerswijzigin
gen hinderlijk zijn voor het begrij
pen van de Regeringsdaden. Als het
goed is, moet het zó zijn, dat de
daden van de Regering het volk
inspireren. Er moet kracht van uit
gaan en aan heel het volk moet het
duidelijk zijn wat de Regering pre
cies wil en waartoe zij in staat is.
Dat is niet alleen maar schone
theorie. Neen, door een vast beleid
vergroot men de belangstelling voor
het wel en wee van de Staat, waar
in men woont. En per slot van
rekening zijn we allemaal burgers
van een Staat, van een gemeen
schap. Dat betekent natuurlijk niet,
dat iedereen het volledig eens moet
zijn met het Regeringsbeleid. Dat
vraagt de democratie niet. Zij zou
dan veranderen in dictatuur. Maar
een vast beleid is ook van groot
belang voor de oppositie. Zij zal
dan in staat zijn constructieve critiek
te spuien en zij zal niet nalaten
voortdurend te wijzen op de fouten
der Regering. Want ook de opposi
tie is een verschijnsel dat wij maar
al te graag zien in een democratische
staat. Zij zal een regering remmen
in een al te grote ijver, in een al te
veel doorzetten van haar eigen zin
nen, van welke kleur het Kabinet
dan ook moge zijn.
DE NIEUW-GUINEA
KWESTIE
Een van de zaken waarin de
koerswijziging van de Regering
weer zeer duidelijk blijkt, is de
kwestie NieuwGuinea. Op een vroe
ger tijdstip hebben wij al eens ge
schreven, dat bij de Ronde Tafel
Conferentie werd besloten, dat vóór
27 December 1950 moest worden
uitgemaakt welke status dit gebieds
deel zou moeten krijgen. Of het bij
Nederland zal blijven of dat de
souvereiniteit zal worden overge
dragen aan Indonesië. Dit besluit
was reeds een compromis. Het pro
bleem bleek ter R.T.C. al onoplos
baar en men hoopte dat een uitstel
van een jaar wel raaa zou verschaf
fen. Niets is echter minder waar ge
bleken dan deze veronderstelling
Nauwelijks was de Indonesische
delegatie thuis gekomen of de pre
sident van de Republiek Indonesia,
Soekarno, blies hoog van de toren
dat Nieuw-Guinea nog vóór het
einde van 1950 bij Indonesië zou
behoren. Commissies zijn aan het
werk geweest, er is veel over ge
sproken, maar tot een oplossing
kwam men niet. De meningen ble
ven onverzoenlijk tegenover elkan
der staan.
Nederland wilde geen afstand
doen en Nieuw Guinea en Indonesië
wilde het persé hebben. Wat het
Nederlandse standpunt betreft:
daarvan was een ieder zeker. Had
de Regering niet verschillende ma
len in de Kamer gezegd, dat wij
geen afstand zouden doen van de
souvereiniteit? Deze mededelingen
werden dermate zelfbewust uitge
sproken, dat er geen twijfel mogelijk
mocht zijn. Dat is -naar nu wel
blijkt een grote fout geweest.
De sfeer waarin de onlangs gehou
den Nieuw-Guinea conferentie ge
houden moest worden, was dus niet
al te best. De leider van de Indone
sische delegatie, de Minister van
Buitenlandse Zaken Moh. Roem,
moest nog eens naar zijn land vlie
gen om nadere instructies te halen.
Men kwam er niet uit. En hoe lan
ger de onzekerheid duurde, des te
sterker werden de uitingen in In
donesië. Geen overdracht van de
souvereiniteit? Goed, maar dan
zeggen wij de Unie opHet is
juist dit argument dat de Neder
landse Regering ontzag heeft inge
boezemd. Zoveel, dat zij met de
tussenoplossing kwam om de sou
vereiniteit aan de Unie tussen Ne
derland en Indonesië op te dragen,
een Unie aan het hoofd waarvan
onze Koningin staat. Dit voorstel
werd door de Indonesiërs niet aan
vaard. Het was in hun ogen nog
niet voldoende. Alles of niets, zo
luidde hun parool. En zo kon het
gebeuren, dat de conferentie uiteen
ging, zonder dat men tot resultaat
was gekomen.
WAT MOET ER GEBEUREN?
Dit alles is reeds -zij het jonge
geschiedenis. De aandachtige le
zer was hiermede reeds bekend.
Maar nu dringt de vraag: wat moet
er gebeuren En deze kwestie is
moeilijker. De toezegging van de
Regering heeft haar verdere on
derhandelingspositie natuurlijk zeer
verzwakt. Daarover is geen twijfel
mogelijk. Want behoudens het
voorstel om de souvereiniteit op te
dragen aan de Unie heeft de Re
gering nog een andere suggestie
gedaan, nl.: om deze zaak nog eens
te bepraten in aanwezigheid van
buitenlanders. Dit voorstel is blij
ven liggen. En nu is het duidelijk,
dat een eventuele volgende confe
rentie als uitgangspunt zal hebben:
overdracht aan de Unie. Dat is de
oplossing die we nog bereiken kun
nen. Als dit tenminste nog lukt
Het is begrijpelijk, dat dit voor de
oppositie moeilijk te verteren is. Zij
heeft zich vastgeklemd aan de be
wering dat Nieuw-Guinea behou
den zal blijven. En zij dacht dat dit
mogelijk zou zijn, gezien de mede
werking van verschillende buiten
landse regeringen.
Voor iedere wijziging van de
status van dit gebiedsdeel heeft de
Regering twee-derde van het aan
tal stemmen nodig, omdat de grond
wet er mede gemoeid is. De Katho
lieken en de Socialisten, die de Re
gering in dit opzicht wel willen
steunen al schijnt er bij de
P.v.d.A. een tendens te bestaan om
de souvereiniteit maar alleen aan
Indonesië over te dragen kun
nen samen die twee derde meerder
heid niet opbrengen. De A.R. zullen
zich verzetten tegen ieder voorstel
om aan de souvereiniteit te tornen
en de Communisten zullen dit ook
wel doen.
Wat de C.H. doet, is moeilijk te
zeggen. De heer Tilanus heeft op de
laatstgehouden partij-vergadering
een motie overgenomen van een
C.H. kiesvereniging om Nieuw-
Guinea te behouden. Nu is het
staatsrechtelijk wel zó, dat een
fractie niet aan een partij-daad is
gebonden, maar zulk een daad is
toch veelbetekenend. Gevoegelijk
kan men echter aannemen, dat die
C.H.U.-ers in de Tweede Kamer
die tegen de overdracht van de
souvereiniteit hebben gestemd wat
Indonesië betrof, ook nu wel weer
hun stem zullen verheffen. De
S.G.P. zal zich achter de A.R. scha
ren, wat waarschijnlijk ook wel het
geval zal zijn met de heer Oud.
Deze leeft in onmin (politiek ge
sproken) met Minister van Maar-
seveen en het aftreden van Mi
nister Schokking is ook in niet on
belangrijke mate aan zijn optreden
te danken. Van de kant van de
V.V.D. is dus ook niet op veel
steun te rekenen. De K.V.P. en de
P.v.d.A. hebben slechts 59 leden,
terwijl de twee derde meerderheid
66 stemmen moet halen. Van de
één of andere zijde zullen er dus
zeven stemmen moeten komen. Ligt
er een Kabinetscrisis in het ver
schiet? Of zal er nog een fractie
zijn, die van standpunt verandert
De moeilijkheid is echter, dat het
niet makkelijk zal zijn om een nieuw
Kabinet te formeren, dat deze kwes
tie kan oplossen. Het is niet in te
denken, dat bijv. de K.V.P.,
P.v.d.A. en A.R. dit gezamenlijk
zouden gaan doen. Daarvoor be
staat er teveel verschil van mening.
Men kan alle mogelijke combina
ties maken, maar het is moeilijk er
een te vinden, die kan rekenen op
twee derde meerderheid. Mocht het
zover komen, dan zou Kameront
binding wel eens de enige mogelijk
heid blijken te zijn. Nieuwe verkie
zingen dus en dan maar afwachten
of ons volk zich duidelijk in een
bepaalde richting zal willen uitspre
ken. Dat is dan noodzakelijk, daar
er anders nog niet veel te verande
ren valt. De kwestie ligt dus wel
erg moeilijk. Laten we hopen, dat
de beste oplossing gevonden wordt.
Dat zou zijn: deze kwestie voorlo
pig op te schorten. Maar daar voelt
Indonesië niets voor Dan komt on
getwijfeld de opzegging van de
Unie en van verschillende bepalin
gen van de R.T.C.-overeenkomst.
Hoe het ook zij, binnenkort horen
we meer. Dan gaat de Kamer deze
aangelegenheid bespreken. En dat
zal ongetwijfeld de zaak duidelijker
maken.
(Nadruk verboden)
(Van onze soc.-econ. medewerker)
Nu het na lange jaren van discussie zover is gekomen dat
per 1 Januari 1951 over het algemeen een verhoging van de
huurprijs met vijftien procent is toegestaan, zullen velen
onder onze lezers zich afvragen hoe de voornaamste bepa
lingen van de huurwet luiden. Wij zullen trachten in kort
bestek een overzicht te geven van de voornaamste bepalin
gen. Wij moeten de nieuwe wet niet alleen zien als een
proclamatie van huurverhoging. De regering heeft de ge
legenheid aangegrepen om tevens meer regelend op te
treden in de verhouding tussen huurder en verhuurder. Ook
de inwonenden ofwel onderhuurders zijn daarin betrokken.
Men hoopt met deze poging bij te dragen tot vermindering
Van de spanningen, die er in zoveel volgepropte huizen
bestaan.
De hoofdmoot van de wet heeft
echter betrekking op de huurprijs,
die al sinds 1940 bevroren is ge
weest en dus nauwelijks meer een
prijs genoemd kan worden maar
meer een tegemoetkoming van de
bewoner aan de eigenaar van het
perceel. Zo lang heeft men ge
wacht met de aanpassing van de
huren aan het gestegen prijspijl,
dat zelfs een verhoging van vijf
tien procent niet zal leiden tot her
stel van rendement voor de eige
naar. Men moet dan ook niet ver
wachten, dat de huiseigenaren door
de ontvangst van deze verhoogde
huur bereid zullen zijn allerlei wen
sen van huurders terstond in te
willigen. Men kan hoogstens een
soepeler houding van de huizenbe
zitters verwachten.
Wie moet er nu meer huur be
talen? Dat zijn zij, die een huis be
wonen of voor bedrijfsdoeleinden
in gebruik hebben, dat vóór 27 De
cember 1940 is gereedgekomen.
Zelfs wanneer men een contract
heeft, waarin de huurprijs is vast
gelegd, ontkomt men niet aan de
verhoging, die vijftien procent be
draagt. De nieuwe huurprijs wordt
naar boven afgerond op een veel
voud van vijf cent. Is er in de oude
huur een bedrag opgenomen voor
electriciteit, gas, water, vergoeding
voor stoffering etc., dan moet men
dit bedrag eerst van de oude huur
aftrekken alvorens men de verho
ging uitrekent. Is het perceel na of
op 27 December 1940 gereed geko
men, dan blijft de oude huurprijs
gehandhaafd.
Nu zijn er ook woningen en be
drijfsruimten, die op of na 5 Mei
1945 zijn gereedgekomen, zonder
financiële steun van de overheid.
Voor deze percelen en ook voor
toekomstige gelijksoortige panden
geldt de prijs, die door partijen is
Men mag hier dus vragen en bie
den wat men wil. Er is voor deze
categorie volkomen vrijheid.
Als het te veel wordt
Beschikt men over een bedrijfs
ruimte, waarvan de huur reeds
hoog is door stand en (of) gunstige
ligging van het pand, dan kan men
door middel van 'een request aan de
minister van wederopbouw om een
geringere verhoging dan vijftien
procent verzoeken.
Worden er in de toekomst ver
beteringen aangebracht in of aan
een perceel, die een grotere ge
bruikswaarde tengevolge hebben,
dan mag men de huur verhogen met
tien procent per jaar van de rede
lijke kosten der verbetering.
Alle geschillen over huurkwes-
ties kan men voorleggen aan een
huuradvies-commissie, die tegen be
taling van 2.50 per advies een uit
spraak doet. Wenst men zich aan
die uitspraak niet te onderwerpen,
dan heeft de kantonrechter het laat
ste woord. De prijzenbureaux voor
onroerende goederen worden opge
heven. Het toezicht op de verkoop
prijzen van onroerende goederen
wordt overgenomen door de hoof
den van de provinciale directies
van wederopbouw.
Er is ook verandering gekomen
in de prijsvorming bij onderhuur.
De verhuurder mocht tot op heden
de huurprijs verhogen met vijf. tot
dertig procent al naar het aantal
personen, dat bij een huurder in
woonde. In de toekomst mag de
verhuurder de nieuwe huurprijs
met 4 procent verhogen indien er
vier of vijf personen bij de huurder
inwonen, met 8J^ procent indien
er zes of zeven personen inwonen
en met 13 procent indien er acht of
meer personen bij de hoofdbewoner
minder dan vier personen naast de
hoofdbewoner dan wordt er voor
deze mensen geen extra verhoging
toegestaan. Alleen pensionhouders
en kamerverhuurders mogen steeds
een toeslag van dertien procent
heffen. Is de hoofdbewoner geen
huurder maar eigenaar, dan geldt
dezelfde regeling als in het voor
gaande uiteengezet.
Gestoffeerd en gemeubileerd
Is er sprake van gebruik van
meubelen of stoffering dan mag
daarvoor twintig procent van de
verkoopwaarde op het ogenblik
van ingebruikneming in rekening
worden gebracht, dus niet van de
aankoopprijs. Voor gas, electrici
teit enz. worden slechts de werke
lijke kosten betaald. Ontstaat er
een conflict met de verhuurder dan
betaalt de huurder de oude huur
prijs totdat de huuradvies-commis
sie een beslissing heeft genomen.
Vanzelfsprekend betaalt men daar
na de nieuwe huur van 1 Januari
1951 af.
Naast dit alles verdienen nog
vermelding de bepalingen betref
fende huurbescherming. Tot op he
den had de verhuurder na afloop
van contractuele verplichtingen drie
mogelijkheden om de huurder te
dwingen het pand te verlaten. In
de eerste plaats bij wangedrag te
genover de verhuurder of wanbe
taling, vervolgens wegens economi
sche belangen van de verhuurder
en tenslotte kon er een wettelijk
voorschrift zijn, dat de verhuurder
de beschikking over zijn woning
teruggaf. Nu komen hier nog enkele
mogelijkheden bij.
Bij wangedrag jegens medebe
woners kan men gedwongen wor-
Dr. P. J. Duinker Tholen, Tel. 40
Dr. J. Vermet Nieuw-Vossemeer,
Tel. 10
den het huis te verlaten. Kan de
verhuurder een soortgelijke woning
elders aanbieden, dan krijgt hij de
beschikking over zijn eigendom te
rug en moet de huurder dus even
eens vertrekken. Bij weigering van
de huurder om een redelijke huur
overeenkomst aan te gaan wordt
hij tenslotte ook met een gedwon
gen vertrek bedreigd.
Recht voor onderhuurders
Een zeer nuttige bepaling is nog
dat ook onderhuurders enige rech
ten krijgen. Deze tot op heden on
geveer rechteloze groep ongelukki-
gen bij de huizendistributie, kan in
de toekomst met hulp van de rech
ter blijven wonen wanneer de
hoofdbewoners worden gedwongen
te vertrekken.
Hier ligt ongetwijfeld een bron
van veel discussie en gerechtelijke
tussenkomst, want er bestaat over
het algemeen een nauwere band
tussen huurder en onderhuurder
dan tussen onderhuurder en eige
naar. Erg bezwaarlijk is dit niet,
want men zal toch nooit een huur
wet kunnen samenstellen, die alle
ongerief bij de huur en verhuur van
huizen wegneemt.
De eigenaar zal ook in de toe
komst elke wettelijke maatregel als
een inbreuk op het eigendomsrecht
blijven beschouwen. Voorlopig
blijft dat eigendomsrecht nog zeer
aan beperkingen gebonden. Dit
blijkt wel in het bijzonder uit de
bepaling, dat de koper van een huis,
dat verhuurd is pas na drie jaar mag
vorderen dat de huurder zijn huis
verlaat om er zelf in te gaan wo
nen.
De wet in zijn huidige vorm zal
weinigen bekoren, doch in het licht
van de chaotische toestanden, die
nog op het terrein van de woning
ruimte en zijn problematiek bestaan
kan zij slechts verbetering brengen.
U WEET TOCH AL....
dat sinds 1 Januari 1951 kwitanties
boven 20.voorzien moeten zijn
van een zegel van 0.15. Kwijtin
gen onder 20.'zijn thans vrij
van een zegel tenzij het gedeelten
betreft van grotere bedragen.
A.V.O.'s DAGELIJKS BESTUUR
In aansluiting op ons vorig ver
slag omtrent de Centrale A.V.O.-
werkplaats op het eiland Tholen,
delen we nog mede, dat in het Dag.
Bestuur, naast de burgemeesters
van Stavenisse en Oud-Vossemeer
ook de heer A. L. A. Borst te Vlis-
singen zitting heeft. Het Dag. Be
stuur bestaat dus uit drie personen.
Generaal Eisenhouwer, de bevelhebber van de strijdkrachten van de landen
van het Atlantisch Pact, arriveerde in Parijs. Foto: bij aankomst op het vliegveld
Orly te Parijs wordt de generaal begroet door generaal Blanc van de Franse
strijdkrachten.
of zal worden overeengekomen, inwoning genieten. Wonen er dus