I I i I II
WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FILIPSLAND
De positie der Ambonezen blijft moeilijk.
VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG
Raadsverslag Stavenisse
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
Er is vrijwilligheid of niet
Grondaankoop voor een speelplaats
Debatten rond de gemeente-woningen
ZONDAGSDIENST
ARTSEN
7e Jaargang No. 8
5 Januari 1951
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.per
kwartaal franco p.p. 1.25
Prijs per nummer 8 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
De lotgevallen van de Ambonese
militairen op Java vormen een treu
rige geschiedenis. Jarenlang hebben
zij aan Nederlandse zijde gestreden,
in moed niet onderdoende voor de
beste Nederlandse militair en jaren
lang hebben zij openlijk getuigd van
hun trouw aan ons Koninklijk Huis
en nu zijn zij met bitterheid jegens
ons vervuld. Dat is een zaak die men
niet te licht moet schatten. Temeer
niet, daar onze Regering nog steeds
de verantwoordelijkheid voor deze
mannen draagt. Zij waren van
oudsher opgenomen in het Ko
ninklijk Nederlands Indisch Leger.
Maar na de Ronde Tafelconferen
tie, toen Indonesië volledige souve-
reiniteit kreeg, moest dit leger na
tuurlijk verdwijnen. Het Nederland
se deel vloeide af naar het moe
derland en de Indonesiërs moesten
blijven. Dus ook de Ambonezen.
Alleen, zij mochten kiezen naar
welke plaats zij gedemobiliseerd
wensten te worden. Het is logisch
dat iedere oud-militair naar zijn
streek van herkomst terug wilde.
Dit geschiedde ook met de Ambo
nezen. De vorming van een een
heidsstaat gooide echter roet in
het eten. Op een wijze, die naar
ieders mening in strijd was met de
bepalingen van de Ronde Tafelcon
ferentie, werden alle deelstaten op
geheven en werd er één grote In
donesische staat geschapen. Van
die tijd af dateert de Ambonese
kwestie. Iedere deelstaat mocht vol
gens de R.T.C. zelf zijn status be
palen en hoefde zich dus niet zon
der meer door die grote staat te
laten opslokken. En het was Am-
bon dat er niet over dacht om zich
een ondergeschikte positie te laten
verwerven door een Javaanse over
heersing. Karakter en mentaliteit
van een Javaan en een Ambonees
zijn wellicht even verschillend als
die tussen een Chinees en een Ame
rikaan.
Deze feiten zijn allemaal bekend
en het is ook bekend dat deze ont
wikkeling genoopt heeft tot de har
de strijd op dit eiland. Ambon wilde
niet bukken, de Republiek wilde
Ambon niet prijsgeven. De oorlog
brak uit, met al de ellende van dien.
En nog is het einde niet.
Intussen zijn echter nog niet alle
Ambonese militairen afgevloeid.
Dat werd ook wel erg moeilijk. Er
waren al velen naar hun eiland
vertrokken. Uiteraard tot groot
verdriet van de Republiek die nu al
weken lang bezig is, met een over
macht aan mensenmateriaal, om de
verzetshaarden op te ruimen en het
gehele eiland in bezit te nemen.
Waar moeten de 3600 man met on
geveer 9000 gezinsleden, die nu
allen nog op Java zitten, naar toe?
Zij zitten in vier kampen en worden
bewaakt door de laatste Nederland
se militairen- Dat kan niet voortdu
ren. Onze jongens moeten ook naar
huis. Moet men de Ambonezen dan
toch laten afvloeien en wel naar het
bezette deel van hun eiland Moe
ten zij dus de kans lopen om zo
maar overgegeven te worden aan
hun aartsvijanden, de soldaten van
de Republiek Mag de Regering
dit doen Is dit niet in strijd met
de verantwoordelijkheid die zij je
gens al haar onderdanen heeft Dit
zijn de vragen, die ons Parlement
nu al vele weken bezig houden. En
telkens, zodra de gelegenheid zich
voordoet, vlamt weer een debat op
over deze kwestie. Een aangelegen
heid, die voor de jeugdige Minister
van Oorlog en Marine, 's Jacob
een vuurproef betekent.
Viermaal in één maand
Nauwelijks Minister heeft deze
oud-Secretaris-Generaal van het
Ministerie van Financiën reeds
viermaal in één maand voor het
Parlement fmoeten verschijnen om
verantwoording van zijn daden af
te leggen. Enige weken terug was
er de interpellatie van Prof. Ger-
brandy (a.r.), die echter doodliep
in een juridisch steekspel en die
nog vele vragen onbeantwoord
liet. Vooral wat de grote vraag be
treft: worden deze militairen onder
dwang naar Ambon gebracht of ge-
geschiedt dit geheel vrijwillig En
als dit laatste het geval is, waarom
is de Regering dan in hoger beroep
gegaan tegen het vonnis van de
Haagse Rechtbank dat een onvrij
willige afvloeiing verbiedt Dan
doet zij toch niets anders dan wat
het vonnis vraagt Dat waren
goede vragen van de heer Wende-
laar (V.V.D.) in de Eerste Kamer.
Zij raakten de kern van deze kwes
tie. Vooral omdat de Minister tij
dens de interpellatie van de heer
Gerbrandy had gezegd, dat het wel
licht niet mogelijk zal zijn om deze
vrijwilligheid tot in lengte van da
gen te handhaven. Er kan een mo
ment komen, dat de Regering ge
roepen is om afstand te doen van
dit vrijwilligheidsprincipe en dat zij
dus dwang moet gebruiken om de
Ambonezen te laten demobiliseren.
Dat lijkt ons op zichzelf juist, mits
men dit principe maar niet te gauw
laat varen. De heer Wendelaar,
die de vrijwilligheid aanvankelijk
wilde handhaven, hoe lang het ook
zou duren, moest dit tenslotte wel
bekennen. Om een voorbeeld te
noemen: veronderstel, dat de Am
bonezen het is slechts theore
tisch nog drie jaar wachten met
te beslissen waarheen zij afgevoerd
willen worden, kan de Regering
dan onze Nederlandse jongens, die
niet afgelost kunnen worden, nog
drie jaar langer in Indonesië hou
den? Niemand zal willen ontken
nen, dat dit te ver gaat- En zelfs
de a.r.-afgevaardigde Algra stelde
zeer duidelijk, dat de vrijwilligheid
gebonden is aan tijd. En daarom
juist is de Regering in hoger beroep
gegaan tegen het vonnis van de
Haagse Rechtbank. Het vonnis ver
bood de onvrijwillige afvoer abso
luut. Dat is voor de Regering niet
te dragen. Nu wordt over de vraag
of er op dit moment werkelijk een
vrijwillige afvloeiing bestaat of nie'
zeer verschillend geoordeeld. De
Regering zegt onomwonden ja.
Maar intussen stromen er telegram
men binnen van de vertrouwens
mannen dezer militairen en van an
dere mensen waarin tot uiting komt,
dat er van dwang sprake is. Dat
deze mensen gedreigd worden met
de krijgstucht als ze weigeren. Deze
strijd wordt gevoerd met alle heftig
heid die men ervan kan verwachten.
Maar voor een leek is het moeilijk
om na te gaan wat er precies ge
beurt. Daarvoor zijn de berichten te
tegenstrijdig.
Niet naar Suriname,
Nieuw Guinea en Nederland
Een oplossing van dit probleem
zou ongetwijfeld zijn een afvloeiing
naar Nederland. Dat wil de Rege
ring niet. Argumenten als huisves
ting en weersgesteldheid gaan ech
ter niet op. Er zitten hier reeds veel
Indonesiërs, ondanks alle moeilijk
heden- En daarom vinden we het
jammer, dat deze argumenten wer
den gebruikt. Zij zijn onvoldoende.
Want men mag nooit vergeten, dat
onze Regering een verantwoorde
lijkheid voor deze mensen heeft.
Urgent is deze kwestie niet, want
de Ambonezen willen zelf naar
Nieuw Guinea. Maar de Regering
laat hen ook daar niet toe. De gou
verneur van dit gebiedsdeel heeft
het misdadig genoemd als de Am
bonezen zich in grote mate daar
zouden vestigen. En bovendien wil
de Regering het niet om politieke
redenen: de verhouding met Indo
nesië zou verstoord worden. En de
Nieuw Guinea conferentie heeft
toch al geen succes opgeleverd
Laat staan als we dat eiland nog
bevolken met Ambonezen, zo rede
neert de Regering althans. Rest
dus nog Suriname. Maar de Staten
van dit land willen geen Ambone
zen. Zo blijft er niets meer over.
En juist hierdoor wordt het pro
bleem zo moeilijk. De afloop daar
van wachten we met spanning af,
in de hoop, dat die voor de Ambo
nezen gelukkig zal zijn.
(Nadruk verboden)
Vrijdag 29 December kwam de voltallige
gemeenteraad te Stavenisse in openbare ver
gadering bijeen. Voordat de agenda werd
afgewerkt, sprak de voorzitter een vijftal
leden van de vrijwillige brandweer toe, die
waren uitgenodigd in tegenwoordigheid van
de raad hun brandweerdiploma in ontvangst
te nemen. Dit waren de heren J. C. A. Ta-
zelaar, M. Mol, L. J. van Dalsem, M. Smits
en M. Potappel. In een korte toespraak wees
de voorzitter er op, dat de brandweer steeds
meer gespecificeerd wordt. Tot nut van het
brandweerwezen worden de lessen gevolgd
en bij een gunstig resultaat diploma's uit
gereikt. Tot voor kort kende men dit bij de
brandweer niet. Spreker feliciteerde het vijf
tal met dit diploma en hoopte dat het van
(„overbodig") nut mocht zijn. Dhr. Taze-
laar dankte namens zijn collega's voor de
gesproken woorden, het waarderend, dat
men tegenwoordig meer voor dit doel over
had dan vroeger.
Na opening en notulen werd vervolgens
de agenda van de raadsvergadering afge
werkt. Daarbij kwamen eerst de ingekomen
stukken in behandeling.
Goedkeuring door Ged. Staten op het
besluit van de raad: tegemoetkoming studie
kosten voor het gem. personeel.
Idem van de toekenning der 5% over
de laatste twee kwartalen 1950.
Bericht van ontvangst van de verordening
monumentenzorg.
Een wijziging op de begroting 1950.
Goedkeuring verhuur pand A 263 aan
J. C. Geuze.
Voor kennisgeving wordt ook aangeno
men het verzoek van het gemeentebestuur
van De Wijk om adhaesie te betuigen op
hun motie betreffende een billijker wegen
belasting (voor de polderwegen), en op de
motie van de Raad van Finsterwolde om
de regeringsmaatregelen voor die gemeente
raad ongedaan te maken.
De Bond van Land- en Zuivelarbeiders
te Groningen verzoekt adhaesiebetuiging op
hun verzoek om de overbruggingsvoorschrif
ten in zoverre te wijzigen, dat inplaats van
over min 44 voortaan als min 48 uren voor
uitkering worden genomen. B. en W. stel
len voor dit stuk voor kennisgeving aan te
nemen, daar de georganiseerde bonden vol
doende contact met de regering hebben om
dit te overleggen. Er is niemand tegen,
hoewel dhr. van 't Veer meent, dat 44 nog
al aan de lage kant is. De voorzitter ant
woordt hierop, dat het er niet om gaat of
dit billijk is, maar men kan niet aan ieder
een zo maar adhaesie gaan betuigen. Laat
men zoiets collectief doen via de Ned.
Gemeenten.
Weth. J. Hage heeft een rapport inge
diend over de gehouden vergadering van
de aandeelhouders der Waterl. Mij. Tholen,
welk rapport ook voor kennisgeving wordt
aangenomen.
Tegen de uniforme regeling uitreiking rij
bewijzen is ook geen bezwaar.
De voorzitter deelt de veranderde plan
nen van de A.V.O. mede, daar het pons
plaatjes maken door omstandigheden ver
vangen zal worden door het breien van
kousen.
Dhr. Hage meent, dat er in Tholen toch
De Koninklijke Familie voor wintervacantie in Sankt Anton (Tirol). De drie
prinsesjes skieën naar hartelust. Het begin van de afdaling v.l.n.r. Beatrix, Irene
en Margriet.
wel enige dwang wordt uitgeoefend om
trent de plaats van vestiging.
Dhr. van 't Veer vraagt, wie beslist,
welke mensen daar zullen werken.
De voorzitter antwoordt, dat dit door het
stichtingsbestuur zal geschieden in overleg
met Arbeidsbureau en A.V.O.
Bericht van het Prov. Bestuur dat de
steigerdam binnenkort zal worden ingekort.
Van hetzelfde college bericht, dat in 1951
door het Prov. Bestuur een begin zal wor
den gemaakt met verbetering van de weg
St. Annaland Stavenisse, mits overeen
stemming kan worden bereikt met de ge
meente Stavenisse. De voorzitter zegt dat
inmiddels stappen zijn gedaan bij Ged. Sta
ten en er mogelijk enige kans is op een
extra uitkering. Een en ander zal in de
toekomst nog wel eens ter sprake komen.
VERBOUWING O.L. SCHOOL
De inspecteur L.O. heeft aanmerkingen
gemaakt op de schoolverbouwplannen. Ten
dele waren de opmerkingen wettisch, ten
dele persoonlijk inzicht, waarmee B. en W.
dan ook niet in z'n geheel accoord gaan.
Voorgesteld wordt thans om niet over te
gaan tot de bouw van een nieuwe school,
maar het reeds eerder bestaande plan tot
verbouwing enigszins te wijzigen met in
achtneming van een gedeelte der opmerkin
gen van de Inspecteur. B. en W. zullen na
machtiging van de raad dan aldus handelen:
1ste verbouwplan een vastere vorm geven;
2e voor de hogere uitgaven een bijzondere
uitkering trachten te krijgen.
3e het verbouwplan aanvullen met een
speelplaats van 500 m2 belegd met be-
tontegels.
4e over grondaankoop voor die speelplaats
met de eigenaar(s) te onderhandelen.
Men zal bovendien, met het oog op een
eventuele bijzondere school in de toekomst
3 W.C.'s verplaatsen, zodat men daarmee
later geen ongemakken heeft.
Dhr. Hage vraagt of de afwijking van
de begroting van veel invloed is.
De voorzitter antwoordt ontkennend,
alleen de 3 WC's waren in het plan niet
opgenomen.
Dhr. Hage: Wat verlangen B. en W. dan
nu van de Raad
De voorzitter: Om aan het verlangen van
de inspecteur te voldoen, behoudens ge
noemde opmerkingen.
Dhr. Hage: Dat komt dus hierop neer, dat
er voorlopig alleen maar onderhandeld zal
worden met „De Utrecht" over de aankoop
grond voor een speelplaats
Dhr. van 't Veer vraagt of het dag. be
stuur wel begroot heeft, wat dat speelterrein
zal kosten. Het is niet alleen zo, dat men
enkel die 500 m2 moet aankopen, maar ook
de andere bijbehorende stukken zullen toch
moeten worden aangekocht, dat wordt nog
een 400 m2 plus betegeling, plus omheining,
dat wordt een duur zaakje, waar boven dat
alles ook nog een „toegang" gemaakt moet
worden.
De voorzitter meent, dat dit niet zoveel
zal uitmaken op het totale bedrag. Dhr. Vos
oppert het denkbeeld te overleggen met dhr.
Neele, die daar momenteel een afrastering
maakt; dat zou men gezamenlijk kunnen
doen op een nader aan te duiden plaats. Nu
doet hij het op eigen grond. De voorzitter
zegt dat hij zal overleggen.
Overigens wordt dit punt zonder bezwaar
aangenomen.
Bericht van Ged. Staten, dat volontairs
niet in de normale regeling voor ambtenaren
dienen te worden opgenomen, zodat ook het
ambtenarenreglement niet op hen moet wor
den toegepast, evenmin een diploma-toelage
Wel heeft men het recht volontairs in dienst
te nemen.
Voorgesteld wordt nu de gemaakte ver
ordening volontairs in te trekken en een
nieuwe te maken, waarbij met de opmerkin
gen van Ged. Staten rekening is gehouden.
Dhr. Hage: Is dat andere nu geheel van
de baan
De voorzitter:Dat is in zoverre gewijzigd,
dat het ambtenarenreglement niet van toe
passing is op hen en ze alzo niet gelijk
geschakeld zijn met de ambtenaren.
Daarop wordt de nieuwe verordening
zonder verdere opmerkingen goedgekeurd.
Het Prov. Bestuur heeft ook enkele op
merkingen op de begroting 1951.
Voorgesteld wordt daaraan te voldoen.
De Centr. Dienst Noord Zeeland verzoekt
de min. bouwhoogte van de kamers terug te
brengen op 2,60 m. Geen bezwaar.
Van de t.b.c.vereniging, welke het be
volkingsonderzoek heeft geleid een verzoek
zo mogelijk het tekort te vergoeden, wat
100.bedraagt.
De voorzitter zegt, dat er een kleine 1000
inwoners zijn onderzocht of ongeveer 62
Dhr. Hage vindt het nogal veel, dat 10%
niet heeft betaald. Is toch voldoende op be
taling aangedrongen De voorzitter ant
woordt bevestigend, hoewel bij de huis
bezoekers de deelname hoofdmotief was.
Dhr. Hage vindt het toch onplezierig, dat
de een weer dubbel betaalt en een ander
niets.
Dhr. van 't Veer vraagt of het resultaat
al bekend is. De voorzitter antwoordt, dat
hij vernam, dat een 15-tal personen naar
Tholen moesten voor nader onderzoek. Hier
van bleken er evenwel enkelen niets te
mankeren. Maar het gevaar zit nu juist bij
de 40 die niet zijn opgekomen, wat in
middels al is gebleken.
De Rekening 1948 wordt voorlopig vast
gesteld op advies van de -commissie van
onderzoek, die vraagt voortaan de rekening
tijdiger in te dienen, terwijl ook wordt ver
zocht begrotingsoverschrijding zoveel moge
lijk te beperken.
Dhr. van 't Veer zegt, dat het de Raad
genoegen doet, dat de betreffende persoon
op de hoogte is gebracht van de wens van
de Raad om de rekening tijdiger klaar te
hebben.
De voorzitter antwoordt, dat deze late
behandeling geen ramp is, daar een rekening
nooit direct kan worden afgewerkt. In elk
geval wordt er met de opmerking van de
Raad rekening gehouden.
B. en W. stellen voor de verordeningen,
regelende het heffen van vergunnings- en
verlofsrecht ingevolge de drankwet te wij
zigen. Dat is practisch alleen van belang
voor nieuwe vergunningen. Er is geen be
zwaar tegen.
NIEUWE VERKEERSBEPALINGEN
In verband met de nieuwe landelijke
regeling voor het verkeer, stellen B. en W.
voor de plaatselijke verordening daarbij
aan te passen met daarbij enkele wijzigin
gen en aanvullingen. Merendeels zijn de
zelfde bepalingen van kracht.
Dhr. van 't Veer vraagt of het parkeer
verbod op de Voorstraat niet kan worden
uitgebreid tot en met de oprit naar het
gemeentehuis, etc. Hij merkt daarbij tussen
haakjes op, dat dit dan ook voor de burge
meester geldt, wat deze lachend doet op
merken, dat hij nog niet in overtreding is
geweest, omdat die verordening er nog niet
is. Hij kan het bezwaar van dhr. van 't Veer
evenwel delen, waarmee dan ook accoord
wordt gegaan.
Het éénrichtingsverkeer blijft zoals nu,
maar bovendien wordt voorgesteld ook de
Julianastraat af te sluiten tot aan de schuur
van Stoutiesdijk, d.w.z., dat men niet meer
van de oprit mag afrijden, wat tot op
heden nog wel was toegestaan.
Dhr. Hage vindt dat evenwel te ingrijpend
en een belemmering. Hij heeft nimmer van
ongelukken gehoord en het vorige college
zal dat ook wel terdege hebben bekeken. Hij
wil het maar zo laten.
Dhr. van 't Veer is het daarmee eens.
De voorzitter acht het geen bezwaar,
wanneer men één minuut moet omrijden.
Weth. v. d. Slikke vindt het een gevaar
lijke hoek en dit verbod is geen ernstige
belemmering, terwijl wij verantwoord zijn,
zegt spreker.
Dhr. Tazelaar stelt voor, het met lege
wagens wel toe te staan. Daartoe wordt
besloten.
Dhr. van 't Veer vestigt er tegelijkertijd
ook de aandacht op, dat de Julianastraat wel
eens wordt misbruikt, door het parkeren
met wagens hooi.
De voorzitter zal er op laten toezien.
Voorts wil men besluiten een voorrangs
bepaling aan te duiden op de kruispunten
bij de Kerk en bij het kruispunt gemeente
huis. Van de zijweg komende dient men
dan te „stoppen" om te zien of er verkeer
over de hoofdweg komt, dat moet men laten
Dokter P. J. Duinker te Tholen,
tel. 40
Dokter H. Menger te St. Filipsland,
tel. 20
passeren, daarna pas verder rijden.
Dhr. Tazelaar vindt een spiegel bij het
gemeentehuis beter.
De voorzitter lijkt dat een kostbare ge
schiedenis. Dhr. Hage meent, dat men
dan bij de Kerkstraat ook een spiegel moet
zetten.
Er wordt nog enige tijd gedebatteerd over
het woordje „stoppen". Daarna wordt be
sloten het voorlopig aan te nemen.
De secretarie-leges wordt gewijzigd, voor
zover het de afgifte van rijbewijzen-formu
lieren betreft.
DE ARMENHUIZEN IN DEBAT
Punt 8 is een voorstel van B. en W. om
de verkoop van de gemeentewoningen
A 293 t/m A 298 door te laten gaan door
deze aan de hoogste inschrijver te gunnen.
Dit voorstel was in een vorige raadsver
gadering aangehouden, daar toen de stem
men staakten (2 voor, 2 tegen, 3 onthou
dingen). De voorzitter meende, dat dit weer
in de raad kon komen, maar na de wet te
hebben nagezien, kwam hij tot de conclusie
dat opnieuw inschrijving moest plaats heb
ben. Dat is gebeurd, met het resultaat, dat
de hoogste inschrijver intekende voor een
bedrag van 4125,
Dhr. van t Veer zegt niet aanwezig te
zijn geweest bij het besluit tot verkoop.
Waren de inschrijvers in staat de voor
waarden te vernemen
Jazeker, antwoordt de voorzitter.
Dhr. van 't Veer: Dus de mensen kunnen
daar blijven wonen, tot er voor hen iets
anders is. Dit wordt bevestigend beant
woord.
Dhr. van 't Veer betreurt het, dat er
minachtend gesproken is over degenen, die
vorig maal tegen gunning hebben gestemd,
ja, ze werden zelfs „dweilen" genoemd. Dat
vindt hij niet juist. Ieder heeft het recht
voor of tegen te stemmen.
Dhr. Hage vraagt of er wel een besluit tot
verkoop is genomen. Of het niet alleen ge
bleven is bij een toestemming tot het publi
ceren van een inschrijving.
De voorzitter leest hieromtrent de notulen
voor, waaruit het besluit blijkt.
Dhr. Hage vindt, dat de voorzitter, nadat
de 1ste inschrijving van de baan was, even
overleg had moeten plegen met de raads
leden, ook al valt er wettisch niets op aan
te merken.
De voorzitter repliceert, dat het ver-
koopsbesluit niet van de baan was met het
niet gunnen aan de hoogste inschrijvers.
Dhr. Hage: Veronderstelt dat ze gegund
waren. Dan had men immers geen zeggen
schap meer over deze huizen in de toe
komst. Wat dan te doen met armlastige
mensen
De voorzitter: Eventueel bijdragen in de
huur van die mensen.
Dhr. Hage heeft altijd weinig voor ver
koop gevoeld en voelt er nog weinig voor.
Dhr. Tazelaar zegt van begin af voor
stander te zijn geweest van publieke ver
koop. Alle leden hebben toen gezegd: Men
kan ze practisch weggeven.
Dat vond ook dhr. van 't Veer, aldus
Tazelaar. De eerste inschrijving kwam, 3
raadsleden hadden ook ingeschreven. Dat
was hun goed recht. Wat gebeurde er?
Twee raadsleden stemden tegen, dezelfde,
die eerst hadden gezegd, dat men blij mocht
zijn er nog niet iets van te maken. Dhr.
Tazelaar noemt dat: zich terugtrekken van
een standpunt. Hij verdenkt de voorstemmers
er van, dat wanneer er toen particulieren het
hoogst ingeschreven hadden zij voor gun
ning waren geweest en zowel de heer Van
't Veer als Potappel hadden voorgestemd.
Bij de tweede inschrijving, die ik terloops
vernam, heb ik de burgemeester opgebeld,
aldus raadslid Tazelaar en heb hem toen
gezegd, dat ik niemand meer kans zou
geven over mij te dweilen. Ons is de kans
ontnomen in te schrijven door de eerste
stemming over gunning.
Indertijd zei dhr. van 't Veer, zo debat
teert nog steeds dhr. Tazelaar, dat er
iemand een hoger bod had gedaan dat
was tijdens de stemming over de eerste in
schrijving maar nu kan ik dat ook weer
zeggen, dus daar hebben we niets aan. Ik
kan nu niet voorstemmen, omdat ze ons
belemmerd hebben in te schrijven en om
andere reden.
Dhr. Potappel wijst er met nadruk op,
dat hij vorig maal niet om „des persoons
wille" stemde, maar uitsluitend omdat hij
het te laag vond.
Dhr. Hage: Dhr. Potappel heeft toch
mee besloten om te verkopen en wist toen
ook, dat het practisch weggeven zou zijn.
De voorzitter neemt nu weer het woord,
verklarend, dat niemand der raadsleden
B. en W. een verwijt kan maken over de
gevolgde handelswijze. Hij meent daaren
tegen, dat er door enkele raadsleden te veel
over deze kwestie is gepraat. Hij vindt dat
niemand het recht heeft om van „dweilen"
te spreken.
Weth. van der Slikke geeft dan zijn
mening over deze hele kwestie duidelijk om
lijnd weer. Hij zegt dat de oude inschrijving
heeft afgedaan, dat is voorbij. Nu kunnen