I I i I II WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN ST. FILIPSLAND De positie der Ambonezen blijft moeilijk. VERSCHIJNT IEDERE VRIJDAG Raadsverslag Stavenisse WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT Er is vrijwilligheid of niet Grondaankoop voor een speelplaats Debatten rond de gemeente-woningen ZONDAGSDIENST ARTSEN 7e Jaargang No. 8 5 Januari 1951 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1.per kwartaal franco p.p. 1.25 Prijs per nummer 8 cent Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen De lotgevallen van de Ambonese militairen op Java vormen een treu rige geschiedenis. Jarenlang hebben zij aan Nederlandse zijde gestreden, in moed niet onderdoende voor de beste Nederlandse militair en jaren lang hebben zij openlijk getuigd van hun trouw aan ons Koninklijk Huis en nu zijn zij met bitterheid jegens ons vervuld. Dat is een zaak die men niet te licht moet schatten. Temeer niet, daar onze Regering nog steeds de verantwoordelijkheid voor deze mannen draagt. Zij waren van oudsher opgenomen in het Ko ninklijk Nederlands Indisch Leger. Maar na de Ronde Tafelconferen tie, toen Indonesië volledige souve- reiniteit kreeg, moest dit leger na tuurlijk verdwijnen. Het Nederland se deel vloeide af naar het moe derland en de Indonesiërs moesten blijven. Dus ook de Ambonezen. Alleen, zij mochten kiezen naar welke plaats zij gedemobiliseerd wensten te worden. Het is logisch dat iedere oud-militair naar zijn streek van herkomst terug wilde. Dit geschiedde ook met de Ambo nezen. De vorming van een een heidsstaat gooide echter roet in het eten. Op een wijze, die naar ieders mening in strijd was met de bepalingen van de Ronde Tafelcon ferentie, werden alle deelstaten op geheven en werd er één grote In donesische staat geschapen. Van die tijd af dateert de Ambonese kwestie. Iedere deelstaat mocht vol gens de R.T.C. zelf zijn status be palen en hoefde zich dus niet zon der meer door die grote staat te laten opslokken. En het was Am- bon dat er niet over dacht om zich een ondergeschikte positie te laten verwerven door een Javaanse over heersing. Karakter en mentaliteit van een Javaan en een Ambonees zijn wellicht even verschillend als die tussen een Chinees en een Ame rikaan. Deze feiten zijn allemaal bekend en het is ook bekend dat deze ont wikkeling genoopt heeft tot de har de strijd op dit eiland. Ambon wilde niet bukken, de Republiek wilde Ambon niet prijsgeven. De oorlog brak uit, met al de ellende van dien. En nog is het einde niet. Intussen zijn echter nog niet alle Ambonese militairen afgevloeid. Dat werd ook wel erg moeilijk. Er waren al velen naar hun eiland vertrokken. Uiteraard tot groot verdriet van de Republiek die nu al weken lang bezig is, met een over macht aan mensenmateriaal, om de verzetshaarden op te ruimen en het gehele eiland in bezit te nemen. Waar moeten de 3600 man met on geveer 9000 gezinsleden, die nu allen nog op Java zitten, naar toe? Zij zitten in vier kampen en worden bewaakt door de laatste Nederland se militairen- Dat kan niet voortdu ren. Onze jongens moeten ook naar huis. Moet men de Ambonezen dan toch laten afvloeien en wel naar het bezette deel van hun eiland Moe ten zij dus de kans lopen om zo maar overgegeven te worden aan hun aartsvijanden, de soldaten van de Republiek Mag de Regering dit doen Is dit niet in strijd met de verantwoordelijkheid die zij je gens al haar onderdanen heeft Dit zijn de vragen, die ons Parlement nu al vele weken bezig houden. En telkens, zodra de gelegenheid zich voordoet, vlamt weer een debat op over deze kwestie. Een aangelegen heid, die voor de jeugdige Minister van Oorlog en Marine, 's Jacob een vuurproef betekent. Viermaal in één maand Nauwelijks Minister heeft deze oud-Secretaris-Generaal van het Ministerie van Financiën reeds viermaal in één maand voor het Parlement fmoeten verschijnen om verantwoording van zijn daden af te leggen. Enige weken terug was er de interpellatie van Prof. Ger- brandy (a.r.), die echter doodliep in een juridisch steekspel en die nog vele vragen onbeantwoord liet. Vooral wat de grote vraag be treft: worden deze militairen onder dwang naar Ambon gebracht of ge- geschiedt dit geheel vrijwillig En als dit laatste het geval is, waarom is de Regering dan in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de Haagse Rechtbank dat een onvrij willige afvloeiing verbiedt Dan doet zij toch niets anders dan wat het vonnis vraagt Dat waren goede vragen van de heer Wende- laar (V.V.D.) in de Eerste Kamer. Zij raakten de kern van deze kwes tie. Vooral omdat de Minister tij dens de interpellatie van de heer Gerbrandy had gezegd, dat het wel licht niet mogelijk zal zijn om deze vrijwilligheid tot in lengte van da gen te handhaven. Er kan een mo ment komen, dat de Regering ge roepen is om afstand te doen van dit vrijwilligheidsprincipe en dat zij dus dwang moet gebruiken om de Ambonezen te laten demobiliseren. Dat lijkt ons op zichzelf juist, mits men dit principe maar niet te gauw laat varen. De heer Wendelaar, die de vrijwilligheid aanvankelijk wilde handhaven, hoe lang het ook zou duren, moest dit tenslotte wel bekennen. Om een voorbeeld te noemen: veronderstel, dat de Am bonezen het is slechts theore tisch nog drie jaar wachten met te beslissen waarheen zij afgevoerd willen worden, kan de Regering dan onze Nederlandse jongens, die niet afgelost kunnen worden, nog drie jaar langer in Indonesië hou den? Niemand zal willen ontken nen, dat dit te ver gaat- En zelfs de a.r.-afgevaardigde Algra stelde zeer duidelijk, dat de vrijwilligheid gebonden is aan tijd. En daarom juist is de Regering in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de Haagse Rechtbank. Het vonnis ver bood de onvrijwillige afvoer abso luut. Dat is voor de Regering niet te dragen. Nu wordt over de vraag of er op dit moment werkelijk een vrijwillige afvloeiing bestaat of nie' zeer verschillend geoordeeld. De Regering zegt onomwonden ja. Maar intussen stromen er telegram men binnen van de vertrouwens mannen dezer militairen en van an dere mensen waarin tot uiting komt, dat er van dwang sprake is. Dat deze mensen gedreigd worden met de krijgstucht als ze weigeren. Deze strijd wordt gevoerd met alle heftig heid die men ervan kan verwachten. Maar voor een leek is het moeilijk om na te gaan wat er precies ge beurt. Daarvoor zijn de berichten te tegenstrijdig. Niet naar Suriname, Nieuw Guinea en Nederland Een oplossing van dit probleem zou ongetwijfeld zijn een afvloeiing naar Nederland. Dat wil de Rege ring niet. Argumenten als huisves ting en weersgesteldheid gaan ech ter niet op. Er zitten hier reeds veel Indonesiërs, ondanks alle moeilijk heden- En daarom vinden we het jammer, dat deze argumenten wer den gebruikt. Zij zijn onvoldoende. Want men mag nooit vergeten, dat onze Regering een verantwoorde lijkheid voor deze mensen heeft. Urgent is deze kwestie niet, want de Ambonezen willen zelf naar Nieuw Guinea. Maar de Regering laat hen ook daar niet toe. De gou verneur van dit gebiedsdeel heeft het misdadig genoemd als de Am bonezen zich in grote mate daar zouden vestigen. En bovendien wil de Regering het niet om politieke redenen: de verhouding met Indo nesië zou verstoord worden. En de Nieuw Guinea conferentie heeft toch al geen succes opgeleverd Laat staan als we dat eiland nog bevolken met Ambonezen, zo rede neert de Regering althans. Rest dus nog Suriname. Maar de Staten van dit land willen geen Ambone zen. Zo blijft er niets meer over. En juist hierdoor wordt het pro bleem zo moeilijk. De afloop daar van wachten we met spanning af, in de hoop, dat die voor de Ambo nezen gelukkig zal zijn. (Nadruk verboden) Vrijdag 29 December kwam de voltallige gemeenteraad te Stavenisse in openbare ver gadering bijeen. Voordat de agenda werd afgewerkt, sprak de voorzitter een vijftal leden van de vrijwillige brandweer toe, die waren uitgenodigd in tegenwoordigheid van de raad hun brandweerdiploma in ontvangst te nemen. Dit waren de heren J. C. A. Ta- zelaar, M. Mol, L. J. van Dalsem, M. Smits en M. Potappel. In een korte toespraak wees de voorzitter er op, dat de brandweer steeds meer gespecificeerd wordt. Tot nut van het brandweerwezen worden de lessen gevolgd en bij een gunstig resultaat diploma's uit gereikt. Tot voor kort kende men dit bij de brandweer niet. Spreker feliciteerde het vijf tal met dit diploma en hoopte dat het van („overbodig") nut mocht zijn. Dhr. Taze- laar dankte namens zijn collega's voor de gesproken woorden, het waarderend, dat men tegenwoordig meer voor dit doel over had dan vroeger. Na opening en notulen werd vervolgens de agenda van de raadsvergadering afge werkt. Daarbij kwamen eerst de ingekomen stukken in behandeling. Goedkeuring door Ged. Staten op het besluit van de raad: tegemoetkoming studie kosten voor het gem. personeel. Idem van de toekenning der 5% over de laatste twee kwartalen 1950. Bericht van ontvangst van de verordening monumentenzorg. Een wijziging op de begroting 1950. Goedkeuring verhuur pand A 263 aan J. C. Geuze. Voor kennisgeving wordt ook aangeno men het verzoek van het gemeentebestuur van De Wijk om adhaesie te betuigen op hun motie betreffende een billijker wegen belasting (voor de polderwegen), en op de motie van de Raad van Finsterwolde om de regeringsmaatregelen voor die gemeente raad ongedaan te maken. De Bond van Land- en Zuivelarbeiders te Groningen verzoekt adhaesiebetuiging op hun verzoek om de overbruggingsvoorschrif ten in zoverre te wijzigen, dat inplaats van over min 44 voortaan als min 48 uren voor uitkering worden genomen. B. en W. stel len voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen, daar de georganiseerde bonden vol doende contact met de regering hebben om dit te overleggen. Er is niemand tegen, hoewel dhr. van 't Veer meent, dat 44 nog al aan de lage kant is. De voorzitter ant woordt hierop, dat het er niet om gaat of dit billijk is, maar men kan niet aan ieder een zo maar adhaesie gaan betuigen. Laat men zoiets collectief doen via de Ned. Gemeenten. Weth. J. Hage heeft een rapport inge diend over de gehouden vergadering van de aandeelhouders der Waterl. Mij. Tholen, welk rapport ook voor kennisgeving wordt aangenomen. Tegen de uniforme regeling uitreiking rij bewijzen is ook geen bezwaar. De voorzitter deelt de veranderde plan nen van de A.V.O. mede, daar het pons plaatjes maken door omstandigheden ver vangen zal worden door het breien van kousen. Dhr. Hage meent, dat er in Tholen toch De Koninklijke Familie voor wintervacantie in Sankt Anton (Tirol). De drie prinsesjes skieën naar hartelust. Het begin van de afdaling v.l.n.r. Beatrix, Irene en Margriet. wel enige dwang wordt uitgeoefend om trent de plaats van vestiging. Dhr. van 't Veer vraagt, wie beslist, welke mensen daar zullen werken. De voorzitter antwoordt, dat dit door het stichtingsbestuur zal geschieden in overleg met Arbeidsbureau en A.V.O. Bericht van het Prov. Bestuur dat de steigerdam binnenkort zal worden ingekort. Van hetzelfde college bericht, dat in 1951 door het Prov. Bestuur een begin zal wor den gemaakt met verbetering van de weg St. Annaland Stavenisse, mits overeen stemming kan worden bereikt met de ge meente Stavenisse. De voorzitter zegt dat inmiddels stappen zijn gedaan bij Ged. Sta ten en er mogelijk enige kans is op een extra uitkering. Een en ander zal in de toekomst nog wel eens ter sprake komen. VERBOUWING O.L. SCHOOL De inspecteur L.O. heeft aanmerkingen gemaakt op de schoolverbouwplannen. Ten dele waren de opmerkingen wettisch, ten dele persoonlijk inzicht, waarmee B. en W. dan ook niet in z'n geheel accoord gaan. Voorgesteld wordt thans om niet over te gaan tot de bouw van een nieuwe school, maar het reeds eerder bestaande plan tot verbouwing enigszins te wijzigen met in achtneming van een gedeelte der opmerkin gen van de Inspecteur. B. en W. zullen na machtiging van de raad dan aldus handelen: 1ste verbouwplan een vastere vorm geven; 2e voor de hogere uitgaven een bijzondere uitkering trachten te krijgen. 3e het verbouwplan aanvullen met een speelplaats van 500 m2 belegd met be- tontegels. 4e over grondaankoop voor die speelplaats met de eigenaar(s) te onderhandelen. Men zal bovendien, met het oog op een eventuele bijzondere school in de toekomst 3 W.C.'s verplaatsen, zodat men daarmee later geen ongemakken heeft. Dhr. Hage vraagt of de afwijking van de begroting van veel invloed is. De voorzitter antwoordt ontkennend, alleen de 3 WC's waren in het plan niet opgenomen. Dhr. Hage: Wat verlangen B. en W. dan nu van de Raad De voorzitter: Om aan het verlangen van de inspecteur te voldoen, behoudens ge noemde opmerkingen. Dhr. Hage: Dat komt dus hierop neer, dat er voorlopig alleen maar onderhandeld zal worden met „De Utrecht" over de aankoop grond voor een speelplaats Dhr. van 't Veer vraagt of het dag. be stuur wel begroot heeft, wat dat speelterrein zal kosten. Het is niet alleen zo, dat men enkel die 500 m2 moet aankopen, maar ook de andere bijbehorende stukken zullen toch moeten worden aangekocht, dat wordt nog een 400 m2 plus betegeling, plus omheining, dat wordt een duur zaakje, waar boven dat alles ook nog een „toegang" gemaakt moet worden. De voorzitter meent, dat dit niet zoveel zal uitmaken op het totale bedrag. Dhr. Vos oppert het denkbeeld te overleggen met dhr. Neele, die daar momenteel een afrastering maakt; dat zou men gezamenlijk kunnen doen op een nader aan te duiden plaats. Nu doet hij het op eigen grond. De voorzitter zegt dat hij zal overleggen. Overigens wordt dit punt zonder bezwaar aangenomen. Bericht van Ged. Staten, dat volontairs niet in de normale regeling voor ambtenaren dienen te worden opgenomen, zodat ook het ambtenarenreglement niet op hen moet wor den toegepast, evenmin een diploma-toelage Wel heeft men het recht volontairs in dienst te nemen. Voorgesteld wordt nu de gemaakte ver ordening volontairs in te trekken en een nieuwe te maken, waarbij met de opmerkin gen van Ged. Staten rekening is gehouden. Dhr. Hage: Is dat andere nu geheel van de baan De voorzitter:Dat is in zoverre gewijzigd, dat het ambtenarenreglement niet van toe passing is op hen en ze alzo niet gelijk geschakeld zijn met de ambtenaren. Daarop wordt de nieuwe verordening zonder verdere opmerkingen goedgekeurd. Het Prov. Bestuur heeft ook enkele op merkingen op de begroting 1951. Voorgesteld wordt daaraan te voldoen. De Centr. Dienst Noord Zeeland verzoekt de min. bouwhoogte van de kamers terug te brengen op 2,60 m. Geen bezwaar. Van de t.b.c.vereniging, welke het be volkingsonderzoek heeft geleid een verzoek zo mogelijk het tekort te vergoeden, wat 100.bedraagt. De voorzitter zegt, dat er een kleine 1000 inwoners zijn onderzocht of ongeveer 62 Dhr. Hage vindt het nogal veel, dat 10% niet heeft betaald. Is toch voldoende op be taling aangedrongen De voorzitter ant woordt bevestigend, hoewel bij de huis bezoekers de deelname hoofdmotief was. Dhr. Hage vindt het toch onplezierig, dat de een weer dubbel betaalt en een ander niets. Dhr. van 't Veer vraagt of het resultaat al bekend is. De voorzitter antwoordt, dat hij vernam, dat een 15-tal personen naar Tholen moesten voor nader onderzoek. Hier van bleken er evenwel enkelen niets te mankeren. Maar het gevaar zit nu juist bij de 40 die niet zijn opgekomen, wat in middels al is gebleken. De Rekening 1948 wordt voorlopig vast gesteld op advies van de -commissie van onderzoek, die vraagt voortaan de rekening tijdiger in te dienen, terwijl ook wordt ver zocht begrotingsoverschrijding zoveel moge lijk te beperken. Dhr. van 't Veer zegt, dat het de Raad genoegen doet, dat de betreffende persoon op de hoogte is gebracht van de wens van de Raad om de rekening tijdiger klaar te hebben. De voorzitter antwoordt, dat deze late behandeling geen ramp is, daar een rekening nooit direct kan worden afgewerkt. In elk geval wordt er met de opmerking van de Raad rekening gehouden. B. en W. stellen voor de verordeningen, regelende het heffen van vergunnings- en verlofsrecht ingevolge de drankwet te wij zigen. Dat is practisch alleen van belang voor nieuwe vergunningen. Er is geen be zwaar tegen. NIEUWE VERKEERSBEPALINGEN In verband met de nieuwe landelijke regeling voor het verkeer, stellen B. en W. voor de plaatselijke verordening daarbij aan te passen met daarbij enkele wijzigin gen en aanvullingen. Merendeels zijn de zelfde bepalingen van kracht. Dhr. van 't Veer vraagt of het parkeer verbod op de Voorstraat niet kan worden uitgebreid tot en met de oprit naar het gemeentehuis, etc. Hij merkt daarbij tussen haakjes op, dat dit dan ook voor de burge meester geldt, wat deze lachend doet op merken, dat hij nog niet in overtreding is geweest, omdat die verordening er nog niet is. Hij kan het bezwaar van dhr. van 't Veer evenwel delen, waarmee dan ook accoord wordt gegaan. Het éénrichtingsverkeer blijft zoals nu, maar bovendien wordt voorgesteld ook de Julianastraat af te sluiten tot aan de schuur van Stoutiesdijk, d.w.z., dat men niet meer van de oprit mag afrijden, wat tot op heden nog wel was toegestaan. Dhr. Hage vindt dat evenwel te ingrijpend en een belemmering. Hij heeft nimmer van ongelukken gehoord en het vorige college zal dat ook wel terdege hebben bekeken. Hij wil het maar zo laten. Dhr. van 't Veer is het daarmee eens. De voorzitter acht het geen bezwaar, wanneer men één minuut moet omrijden. Weth. v. d. Slikke vindt het een gevaar lijke hoek en dit verbod is geen ernstige belemmering, terwijl wij verantwoord zijn, zegt spreker. Dhr. Tazelaar stelt voor, het met lege wagens wel toe te staan. Daartoe wordt besloten. Dhr. van 't Veer vestigt er tegelijkertijd ook de aandacht op, dat de Julianastraat wel eens wordt misbruikt, door het parkeren met wagens hooi. De voorzitter zal er op laten toezien. Voorts wil men besluiten een voorrangs bepaling aan te duiden op de kruispunten bij de Kerk en bij het kruispunt gemeente huis. Van de zijweg komende dient men dan te „stoppen" om te zien of er verkeer over de hoofdweg komt, dat moet men laten Dokter P. J. Duinker te Tholen, tel. 40 Dokter H. Menger te St. Filipsland, tel. 20 passeren, daarna pas verder rijden. Dhr. Tazelaar vindt een spiegel bij het gemeentehuis beter. De voorzitter lijkt dat een kostbare ge schiedenis. Dhr. Hage meent, dat men dan bij de Kerkstraat ook een spiegel moet zetten. Er wordt nog enige tijd gedebatteerd over het woordje „stoppen". Daarna wordt be sloten het voorlopig aan te nemen. De secretarie-leges wordt gewijzigd, voor zover het de afgifte van rijbewijzen-formu lieren betreft. DE ARMENHUIZEN IN DEBAT Punt 8 is een voorstel van B. en W. om de verkoop van de gemeentewoningen A 293 t/m A 298 door te laten gaan door deze aan de hoogste inschrijver te gunnen. Dit voorstel was in een vorige raadsver gadering aangehouden, daar toen de stem men staakten (2 voor, 2 tegen, 3 onthou dingen). De voorzitter meende, dat dit weer in de raad kon komen, maar na de wet te hebben nagezien, kwam hij tot de conclusie dat opnieuw inschrijving moest plaats heb ben. Dat is gebeurd, met het resultaat, dat de hoogste inschrijver intekende voor een bedrag van 4125, Dhr. van t Veer zegt niet aanwezig te zijn geweest bij het besluit tot verkoop. Waren de inschrijvers in staat de voor waarden te vernemen Jazeker, antwoordt de voorzitter. Dhr. van 't Veer: Dus de mensen kunnen daar blijven wonen, tot er voor hen iets anders is. Dit wordt bevestigend beant woord. Dhr. van 't Veer betreurt het, dat er minachtend gesproken is over degenen, die vorig maal tegen gunning hebben gestemd, ja, ze werden zelfs „dweilen" genoemd. Dat vindt hij niet juist. Ieder heeft het recht voor of tegen te stemmen. Dhr. Hage vraagt of er wel een besluit tot verkoop is genomen. Of het niet alleen ge bleven is bij een toestemming tot het publi ceren van een inschrijving. De voorzitter leest hieromtrent de notulen voor, waaruit het besluit blijkt. Dhr. Hage vindt, dat de voorzitter, nadat de 1ste inschrijving van de baan was, even overleg had moeten plegen met de raads leden, ook al valt er wettisch niets op aan te merken. De voorzitter repliceert, dat het ver- koopsbesluit niet van de baan was met het niet gunnen aan de hoogste inschrijvers. Dhr. Hage: Veronderstelt dat ze gegund waren. Dan had men immers geen zeggen schap meer over deze huizen in de toe komst. Wat dan te doen met armlastige mensen De voorzitter: Eventueel bijdragen in de huur van die mensen. Dhr. Hage heeft altijd weinig voor ver koop gevoeld en voelt er nog weinig voor. Dhr. Tazelaar zegt van begin af voor stander te zijn geweest van publieke ver koop. Alle leden hebben toen gezegd: Men kan ze practisch weggeven. Dat vond ook dhr. van 't Veer, aldus Tazelaar. De eerste inschrijving kwam, 3 raadsleden hadden ook ingeschreven. Dat was hun goed recht. Wat gebeurde er? Twee raadsleden stemden tegen, dezelfde, die eerst hadden gezegd, dat men blij mocht zijn er nog niet iets van te maken. Dhr. Tazelaar noemt dat: zich terugtrekken van een standpunt. Hij verdenkt de voorstemmers er van, dat wanneer er toen particulieren het hoogst ingeschreven hadden zij voor gun ning waren geweest en zowel de heer Van 't Veer als Potappel hadden voorgestemd. Bij de tweede inschrijving, die ik terloops vernam, heb ik de burgemeester opgebeld, aldus raadslid Tazelaar en heb hem toen gezegd, dat ik niemand meer kans zou geven over mij te dweilen. Ons is de kans ontnomen in te schrijven door de eerste stemming over gunning. Indertijd zei dhr. van 't Veer, zo debat teert nog steeds dhr. Tazelaar, dat er iemand een hoger bod had gedaan dat was tijdens de stemming over de eerste in schrijving maar nu kan ik dat ook weer zeggen, dus daar hebben we niets aan. Ik kan nu niet voorstemmen, omdat ze ons belemmerd hebben in te schrijven en om andere reden. Dhr. Potappel wijst er met nadruk op, dat hij vorig maal niet om „des persoons wille" stemde, maar uitsluitend omdat hij het te laag vond. Dhr. Hage: Dhr. Potappel heeft toch mee besloten om te verkopen en wist toen ook, dat het practisch weggeven zou zijn. De voorzitter neemt nu weer het woord, verklarend, dat niemand der raadsleden B. en W. een verwijt kan maken over de gevolgde handelswijze. Hij meent daaren tegen, dat er door enkele raadsleden te veel over deze kwestie is gepraat. Hij vindt dat niemand het recht heeft om van „dweilen" te spreken. Weth. van der Slikke geeft dan zijn mening over deze hele kwestie duidelijk om lijnd weer. Hij zegt dat de oude inschrijving heeft afgedaan, dat is voorbij. Nu kunnen

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1951 | | pagina 1