WEEKBLAD VOOR HET EILAND THOLEN EN Sï.FILIPSLAND
JAN OVEREENKAM's OUD EN NIEUW
1951
ONDER BIJVAL VAN KEES
VERSCHIJNT IÉDERE VRIJDAG
I I I I II
WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT
30 December 1950
Jaargang No. 7
V»-.
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen ƒ1.— per
kwartaal franco p.p. 1.25
Prijs per nummer 8 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum ƒ2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u.
meer 0.05
aangenomen
Jan: De mensen konden 't juk niet dragen,
de zware druk der eeuwigheid
en toen verdeelden zij de tijd
in jaren, maanden, weken, dagen
Zij trachten zo het bindeloze
te vangen in een vasten tred
en hebben in het grenzenloze
een kleinen MIJLPAAL neergezet.
En bij dat paaltje wordt de som
van heel het oude JAAR gewogen
maar TIJD, die glimlacht om hun pogen -
en spoedt zich voort en ziet niet om.
Kees: Een mooi gedicht hé Jan, de maakster,
Is de dichteres... „Elizabeth".
Dat zijn geen praatjes van een „baakster"
Ze heeft ons al schaakmat gezet.
Jan: En toch... nu 't oude jaar verdwijnt
Het uur van twaalven straks breekt aan
Een nieuwe aan de horizon verschijnt
Zien w'even trug op d'afgelegde baan.
Kees: Hm... Jan... terugzien, zouden we dat doen?
Je komt in deze tijd zo moeilijk in vervoering
Bij d'een wringt hier, bij 'n ander daar de schoen
Kortom, de hele wereld is toch eigenlijk in
beroering
Jan: 't Is waar Kees, nu je 't zegt, er vallen
speldeprikken
Schier overal, van dag tot dag, soms vol venijn
Al kijk j'alleen naar wat de krant ons geeft
te slikken
Het is Lake Succes, 't is Moskou of Berlijn.
Kees: In UNO en Vergaderingen
Van 's werelds Raad der Veiligheid
Klinkt steeds maar wèer een somber veto
Als er iets goeds is voorbereid.
Jan: En..., wie hielp China aan zijn krachten?
Dat 't plotseling en onverwacht
Een ommekeer in enkle dagen
Ginds in Korea heeft volbracht
Kees: Twee ver gescheiden wereldmachten
Zien scherp en strak elkander aan
En steeds weer komt de vraag naar boven
Kan d'een naast d'ander voort bestaan
Jan. Genoeg nou Kees, laten we hopen,
Als is de hemel dicht en grijs
Dat 't tenslotte toch nog mee zal lopen
En vrede komt, voor ieder spijs.
Kees: Laten we nu meer in de buurt
Bezien wat plaats vond in dit jaar
Hoe of het alles werd bestuurd
'k Vergat het al, waarachtig waar.
Jan: Hoe het ons land ging deze maande
In nummer vijftig dezer eeuw
Wel jong, we hielden t'amper staande
Zo nu en dan klonk zelfs een schreeuw.
Kees: Je bedoelt van Pieter Lieftinck zeker
Die een onuitputtelijk geldvraat blijkt
Als hij maar weet, dat nu de beker
Haast overloopt, ja straks bezwijkt.
Jan: Tut, tut, de belasting wordt vermindert
Al wordt dan ook de huur verhoogd
Dat is iets wat oom Drees niet hindert
Voor menig oudje is hij een „voogd".
Kees: Hoe ging het HIER, zeg ouwe jongen
Ik bedoel op 't eiland zelf hoor Jan
Maakte men er gekke sprongen
Of was er vreugde nu en dan
Jan: Nou zeg, je houdt j'ook van de domme,
Jij weet dat net zo goed als ik,
Of kon jou het LEGAAT niet „bomme"
Maak jij je daarom nog niet dik
Kees: Dat legaat voor d'Armen van die koopman
Een mooi gebaar nog na zijn dood
Omdat hij vroeger hier zoveel kwam
En iedereen kende, klein en groot.
Jan: Er werd ook menig zucht geuit
Toen 't achtste leerjaar werd verplicht
Voor vaders' oudste of jongste spruit
Ging de schooldeur nog niet dicht.
Kees: Een wethouder al ruim bejaard f
Die veel voor Tholen had gedaan
Werd ook niet door de dood gespaard
Hij had steeds op de bres gestaan.
Jan: De voorjaarsmaand April verscheen
Toen had de NIWIN afgedaan
Het laatste „loodje" nog alleen
Om onze jongens bij te staan.
Kees: Velen gingen op de boot
Ze brachten blijdschap in de huizen
Vonden ons land niet meer zo groot
Zagen toch graag IJmuidens sluizen.
Jan: Provincie's Staten afgetreden
Wachten de nieuwe stemming af
Hoge ruzie's werden vermeden
Van d'uitslag stond men ook niet paf.
Kees: De Smerdiekse voetbal kraaide koning
Ze werden verdiend kampioen
De bijtjes zoemden toen om honing
Op de akker was al veel te doen.
Jan: Toch kwamen toen de BOERENVROUWE
Te Tholen in vergadering
Ze zongen: Zeeland hou en trouwe
Het was een reuze intieme kring.
Kees: Om bij de landbouw nog te blijven
Een koelhuisplan werd vlot gesmeed
Pak aan, laat dat niet overdrijven
Direct werd het nog aanbesteed.
Jan: Het ene volgt snel op het ander
Want plotseling ging er 't gerucht
'tWerd snel verspreid zo aan mekander
In een raadszaal werd toen al gezucht.
Kees: O ja, Oud-Vossemeer kwam naar voren
Daar kwam immers Miss. Roosevelt
Omdat 't geslacht daar werd geboren
Men gloofde 't niet, men stond versteld.
Jan: Toch kwam zij vlug uit de V.S.
Met zoon en meer familieleden
Oud-Vossemeer zei: no en yes
'kWeet nog als de dag van heden.
Kees: Ja, die Schoorsteenmantel opgepoetst
Dé raadszaal was er opgewreven
Het koper blonk, voorheen verroest
En burgemeester's boord gesteven.
Jan: Was dit al een gebeurtenis
Nog luider klonk daarop 't hoera
Toen men zo hoorde, 'twas gewis
Dat kwam onze Vorstin weldra.
Kees: En vlaggen... vlaggen..,, rood, wit, blauw
d'Oranjezon bescheen de auto's
Maar alles ging toch veel te gauw
Je kreeg maar amper tijd voor foto's.
Jan: Toch was de blijdschap reuze groot
„Lang leven Zij", zong hoog en laag
Van St. Annaland ging het per boot
Van Yerseke weer naar Den Haag.
Kees: Zeer korte tijd daarna kwam weer
In 't Noordelijkst dorp, in Stavenisse
De Commissaris in 't geweer
Had hij vacantie, kwam hij visse?
Jan: Nee man, een Groene Kruisgebouw
Was uit een heel oud pand verrezen,
Door saamwerking van man en vrouw
Werd daar de Kruisvlag hooggeheven.
Kees: Dat was toch het enigst niet
Waardoor dat dorp belangstelling wekte?
Integendeel... tot groot verdriet
Kreeg 'n herbergier een klap, dat kwekte.
Jan: Ze speurden, zochten, alles uit,
Maar tevergeefs, de dader vluchtte,
Hij was ontsnapt, die loze guit.
De hotelier platzak... die zuchtte.
Kees: Een vooruitgang was ook, wees gerust,
De zorg voor alle kindertandjes.
Men stichtte „rap" een schooltandtrust.
B. S. O. krijgt nu nog standjes.
Jan: Ook wordt gewerkt voor al degenen,
Die minder sterk zijn en gezond.
Gemeenten gaan er zelfs voor lenen.
Straks draaien breimachines rond.
Kees: O ja, A.V.O. voor minder validen,
Veel werk staat er nog voor de boeg,
Zelfs diè mannen werk te bieden
Geeft toch al dankensstof genoeg.
Jan: Een bewaarschool in Smerdiek verbouwd
Een nieuwe veiling in 't vooruitzicht
En veertig huizen nog gebouwd
De woningnood wordt daar verlicht.
Kees: Vlug afgewerkt nu, want kolommen
zijn zeer beperkt, papier is duur.
'k Hoor de redactie weer al brommen,
Die maakt ons soms het leven zuur.
Jan: Ons rest nu nog de wens voor allen,
Die hier in 't kort nog volgen gaat.
We laten dan het doek weer vallen,
We raken toch niet uitgepraat.
Kees: Het allerbeste voor U allen,
Dat „vreze" niet bewaarheid wordt.
Geen tegenspoeden vreugd vergallen
Geen dreiging 't leven U verkort.
Jan: Laten wij nimmer ooit vergeten,
Dat we allen toch maar mensen zijn.
Of men is hoog of laag gezeten
Saamhorigheid geeft zonneschijn.
Kees: Dat THOLEN straks een badhuis bouwe
Een carillon, een rondweg vast.
Waardoor dat schudden op zal houwe
Van pook en kachel, tafel, kast.
Jan: Poortvliet's vooruitgang mag weerklinken
Scherpenisse's school verrijst
Smerdiek weer als vanouds mag blinken
Stavenisse niet vergrijst.
Kees: St. Annalandse kleine boeren
Z'n burgers en zijn buitenlui
Zich door geen werkloosheid laat vloeren
Of door een extra regenbui.
Jan: Dat Vosmeer, Filipsland en de Polder
Met inwoners en al er bij
Hun schuren mogen maken volder
Waarderen dat hun land is vrij.
Kees: Geluk en voorspoed in 't gezin
Veel wijsheid, tevens veel verstand
Bij ons en onze Koningin
En volop welvaart in HAAR LAND.
Jan: Wij wensen de Regering toe
Met Burgemeesters en de Raad
Meer wijsheid dan een thoolse koe
En mindre woorden, meerdre daad.
Kees: De mensen van de posterijen
Die 't druk hebben met 't oude jaar
Straks weer wat .rustiger getijen
Bedankt voor al het werk, voorwaar.
Samen: Zo gaan we dan nu weer beginnen
Op een nieuwe schone LEI
Meteen niet schrijven, eerpt bezinnen
De griffel blijft er toch wel bij.
Als we allen ernstig willen
Wellicht komen we er door
Maar zet bovenaan uw leitje:
„Naastenliefde ga ons voor."
Eindigend met de beste wensen
Voor onze trouwe vriendenschaar
Hopend op gezondheid mensen
In het komend nieuwe jaar.
Nog één dag scheidt ons van het jaar
1951. Zo op het eind van het jaar wordt
nog eens teruggeblikt op wat bijna weer
voorbij is. We laten dan 1950 de revue
nog eens passeren. Bij dit „passeren laten''
denken we allereerst aan hetgeen ons over
komen is. Het smartelijke, het droevige, dat
1950 ons misschien in het persoonlijk, in
het gezinsleven heeft gebracht. Vielen de
slagen bij onze naasten, dan kunnen we
even meelevend terugdenken aan hen die
in hun familie een stoel leeg vinden op
oudejaarsavond, maar is het een onzer ge
weest, dan gaat het er dieper in. We den
ken ook aan al die andere narigheden, die
1950 ons heeft gebracht. We denken aan
onze zaken of in welk beroep we ook ge
steld zijn. Dat het niet altijd goed is ge
gaan, dat het zoveel beter had gekund. We
kunnen ook terugzien in groter verband.
Ook in landelijk verband kan de terugblik
treurig zijn. Op financieel en economisch
gebied staat het er niet te best voor. Toe
nemende werkloosheid en toenemende prijs
stijgingen, het tekort op onze betalings
balans werd een tijdje geleden op 800 mil
geschat. Dat is inmiddels al gestegen tot een
milliard.
De herbewapening zal in 1951 weer een
milliard vergen en in 1952 752 millioen
We hebben een nationale schuld van een
27 milliard gulden. Het zal moeilijk meer
gaan in het buitenland leningen te sluiten
Dan is daar ook het vraagstuk der emi
gratie, de overbevolking van ons land
Emigratie op de huidige voet kan geen op
lossing brengen. Er kwamen en er komen
een 60.000 geëvacueerden uit Indonesië. Men
kan zo doorgaan.
Ook in onze omgeving is het in 1950 niet
altijd voor de wind gegaan. De visserij
kwam in zorgen door de mosselziekte. Het
betekent voor hen een geduchte slag. Er
waren er velen, die er hun brood aan ver
dienden.
De landbouw ondervond veel tegenslag
door de weersgesteldheid, de prijzen van
vorig jaar kent men nu niet, inzonderheid
de uienprijs is zeer laag. Voor de arbeiders
is er dit jaar, juist door de weersomstandig
heden wel lang werk geweest. Maar de ver
diensten kwamen toch over het algemeen
niet hoger, integendeel lager dan het vorig
jaar.
Er was nog veel meer, dat misschien niet
naar onze wens marcheerde in het jaar 195l~>
Voor sommigen was het een hele kunst h
hoofd boven water te houden.
Dit alles schrijven we niet met de b
doeling onze lezers te versomberen. Wij w._
den alleen de werkelijkheid van de toestand
waarin we in het jaar 1950 geleefd hebber
memoreren.
En dan moet ook het andere worden
noemd. Er waren ook lichtpunten, ja
nog vele.
Zet U ze persoonlijk eens naast elk;
de tegenslagen en de lichtpunten. Dan
het zeer velen nog dankbaar moeten stei
men wat hun '50 heeft gebracht. Gezond
gezamenlijk het eind bereikt. Gezond staan
voor het nieuwe. Nog eten, nog drinki
nog wat over voor een extra avondje, zo:
bij velen Oudejaarsavond is. Ziet U
lichtpunten toch ook wel, of denkt U alle
maar aan de tegenslagen Bent U gezo
en is Uw gezin gezond Plaatst dat dan
eerste aan de zijde van de lichtpunten, ma
niet te laag waarderen, want gezondheid
de grootste schat. Is Uw zoon gezond
wel uit Indonesië teruggekeerd
Kon U nog redelijk rondkomen in
ondanks de zware belastingdruk, ondanks
hoge prijzen, ondanks voor anderen weer
verminderde koopkracht Zo ja, wees
tevreden, wees dankbaar. Kijkt naar hen,
zwaarder werden geslagen. Bij wie de
lans niet zo doorslaat naar de lichtpunt
kant. Dan kan men zelf nog zeer tevre
en nog zeer dankbaar zijn over dit moeil
jaar 1950.
Wat brengt 1951 ons? Niemand
het. We hoeven U noch optimistische,
pessimistische klanken te laten hori
Iedereen staat tegenwoordig wel voldoen
in de werkelijkheid om dat overbodig
maken.
Vast staat, dat men elkaar tegemoet
komen, ook straks in het nieuwe jaar
Individueel, in het gezinsleven, in
kleine gemeenschap. Dat kan de zorgen
een medemens verlichten en het hoeft
onze kant weinig moeite te kosten.
Laat men in elk geval het jaar niet
moedigd beginnen. De werkelijkheid
niet leiden tot versagen. Maar wel tot
denken en tot het streven elkander
mogelijk te verdragen. We hopen dat
voor land en volk niet mag teleurstel
We hopen dat ook in onze omgeving
en vrede mag blijven heersen, dat het
zakelijke ook op onze eilanden ten
mag worden gebracht, dat het bewa
wordt voor rampen, dat de bevolking
nijverheid haar brood mag verdienen en
die zegeningen de vruchten plukken,
iedere lezer de moeilijkheden, die hem
getwijfeld ook in 1951 niet gespaard
blijven te boven mag komen. Kortom
hopen van harte, dat 1951, ondanks
boze verwachtingen, niet mag tegenva