Waarom
Piekbeperking
RAADSVERSLAG ST. MAARTENSDIJK
Commentaar
-
Voor 40 woningen wordt bouwvolume gevraagd
De Markt zal volgend jaar worden verbeterd
DE BEGROTING 1951
V arkenskeuring*
7e Jaargang No. 1
17 November 1950
Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer
Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47
Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407
Abonnementen 1.per
kwartaal franco p.p. 1.25
Prijs per nummer 8 cent
Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00
Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05
Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen
Ter beantwoording van de vraag:
waarom deze winter piekbeperking
moet worden teruggegaan tot de
toestand zoals die zich na de be
vrijding van Nederland in Mei 1945
voordeed.
De electrische centrales in Neder
land hadden vooral ten Zuiden van
de grote rivieren meer of minder
ernstige schade geleden. De centrale
van het provinciale bedrijf in
Noord-Brabant te Geertruidenberg
was zelfs grondig door de Duitsers
vernield. Ook was gedurende de
bezettingstijd het noodzakelijke
onderhoud van de installaties, die
nog intact waren, vrijwel geheel
achterwege gebleven, zodat over
het geheel genomen kan worden
gezegd, dat het met het electrici-
teits-productie-apparaat niet al te
best gesteld was.
Met man en macht en met alle
beschikbare middelen - en dat wa
ren er helaas niet veel toog men
aan het werk om te trachten, dat
gene wat nog was overgebleven in
zo goed mogelijke conditie te krij
gen omdat reeds dadelijk werd in
gezien, dat een algemene weder
opbouw van Nederland slechts
kon worden verwezenlijkt, als eerst
de electricitcitsvoorziening aan de
vraag naar electrische energie voor
dit doel kon beantwoorden.
Er werden in zeer korte tijd ver
schillende reparaties verricht en
werkzaamheden, die in de bezet
tingsjaren dikwijls met grote ge
varen opzettelijk werden vertraagd,
met bekwame spoed uitgevoerd.
Aldus kon reeds aan het einde van
1945 de beschikking worden ver
kregen over ca 950.000 kW pro
ductievermogen. Weliswaar bleven
er in sommige delen van ons land
nog grote moeilijkheden bestaan,
omdat het productievermorgen niet
aan alle verbruikers ook aan huis
kon worden geleverd tengevolge
van de schade geleden door het
distributieapparaat. Allengs kwam
echter ook hierin verbetering.
Om zo spoedig mogelijk het pro
ductievermogen aan de centrales
over en weer ter beschikking te
kunnen stellen en dit was o.a.
dringend nodig geworden voor de
industrieën in Noord-Brabant
werden reeds vóór de oorlog ge
projecteerde koppelverbindingen
aangelegd.
Tengevolge van de regerings-
maatregélen getroffen op het ge
bied van de rantsoenering van
steenkolen, waardoor uiteraard ook
de electriciteitsvoorziening werd
beperkt, en om andere redenen,
was de vraag naar electrische ener
gie nog gering en kon het boven
genoemde productievermogen ruim
aan de gestelden eisen voldoen. Dit
was ook nog het geval in 1946 en
1947, toch werd het in 1946 reeds
duidelijk dat er afgezien van de
reeds uitgevoerde en voorlopig ge
projecteerde verbeteringen een ge
coördineerd herstel- en uitbrei
dingsprogramma moest komen dat
in het kader van de beschikbare
middelen de electriciteitsvoorzie
ning in ,5 a 6 jaar geheel ,,op peil"
moest hebben gebracht. Deze peri
ode was nodig, omdat de levertijd
voor machines, ketels, transforma
toren, enz. door de geweldige
vraag overal in Europa variëerden
van 4 tot 6 jaar, terwijl hierop nog
niet eens 100 kon worden ver
trouwd.
Tenslotte verscheen in 1947 het
bewuste coördinatieplan in de wan
deling ,,Plan 1947" genoemd als
intern programma, hetwelk in ver
band met de industrialisatieplannen
van de regering en op grond van
de inmiddels opgetreden ontwikke
ling in de vraag naar electrische
energie, verder moest worden aan
gepast. De reeds geprojecteerde
werken werden hierin opgenomen
om vertragingen te voorkomen, zo
dat aan de uitvoering zonder on
derbreking kon worden verder
gewerkt.
In 1948 voorzag de regering, dat
indien geen maatregelen zouden
worden genomen om de vraag naar
electrische energie aan banden te
leggen, het in de winter 1948
1949 beschikbare (inmiddels tot
1.120.000 kW toegenomen) pro
ductievermogen niet aan de vraag
zou kunnen voldoen. In overleg
met de electriciteitsbedrijven wer
den een aantal beperkende maat
regelen opgesteld en ingevoerd,
terwijl anderzijds op middelen werd
gezonnen om het productievermo
gen extra op te voeren. Dit laatste
werd ten dele bereikt dcordat kon
worden overgegaan tot samenwer
king met België en Duitsland,
waardoor een zij het ook geringe
import van electrische energie
uit die landen mogelijk werd via
een transformatiestation te Lutte-
rade in Zuid-Limburg.
De aangepaste plannen voorza
gen in een vervroegde opstelling
van nieuw centrale-vermogen en
een op korte termijn tot stand bren
gen van het z.g. Nederlandse ultra
hoogspanningskoppelnet, waaraan
alle centrales zouden worden aan
gesloten. De plannen voor zulk een
koppelnet bestonden overigens reeds
vóór de oorlog. Deze heeft de uit
voering daarvan vertraagd; niette
min zal dit net, met de oprichting
waarvan enorme kapitalen gemoeid
zijn, in 1952 zover gereed zijn dat
iedere centrale met één of meer
andere verbonden zal zijn. De
laatste schakel in het net zal in
1953 gereed komen. Het bestaans
recht van dit grote project berust
op de volgende omstandigheid:
wanneer een centrale ,,op zichzelf"
staat, dient er vanzelfsprekend het
nodige reservevermogen aanwezig
te zijn om in geval van storingen
aan ketels of machines de electrici-
teitslevering ononderbroken te kun
nen voortzetten. Deze reserve
moet vrij groot zijn, nl. tenminste
evengroot als de grootste machine
of ketel die in de centrale voor
komt. Wanneer nu twee ,,op zich
zelf" staande naburige centrales
ieder zulk een grote reserve moeten
hebben ligt het voor de hand een
middel te zoeken om de ene cen
trale mede te laten profiteren van
de reserve van de andere. Dit nu
wordt bereikt' door hen onderling
met een hoogspanningslijn te ver
binden. Aangezien gelijktijdige sto
ringen in verschillende centrales
practisch niet voorkomen, kan de
gemeenschappelijke reserve aan
zienlijk geringer zijn dan in het
niet-gekoppelde geval. Door de
koppeling kan dus een winst aan
beschikbaar veilig productiever
mogen worden verkregen, zonder
dat nochtans nieuwe machines en
ketels behoeven te worden opge
steld.
Er is thans voor de opstelling
van nieuw productievermogen
voorzien in de periode tot en met
1955, waarvoor een tot dusver
ongekend hoog bedrag aan inves
teringen is vereist, dat -naar
werd verwacht ternauwernood
zou zijn op te brengen. Om hiervan
een indruk te geven: voor het jaar
1950 zal ten behoeve van het pro
ductie- zowel als van het distribu
tie-apparaat een bedrag van 143
millioen worden geinvesteerd.-Spe
ciaal het gedeelte der investerin
gen, dat gedaan moest worden ten
koste van buitenlandse valuta
baarde zorg. De totstandkoming
der Europeese Betalings Unie heeft
dit probleem voorzover het de be
schikbaarstelling van bepaalde
valuta betreft, vergemakkelijkt.
De belangrijkste uitbreidingen
aan productievermogen waarin
wordt voorzien, zijn aan het vol
gende overzicht te ontlenen:
A Nieuw te bouwen centrales:
Opgesteld vermogen
in M.W.
1951
1952
1953
1954
1953
1Amsterdam Hemweg
110
165
165
220
2. Dordrecht II
50
100
100
100
3. Amercentr. Geertruidenberg
65
121
121
121
121
4. Zeeland, Vlissingen
23
46
46
5. Maasceatrale Roermond
50
6. IJsselcentrale, Zwolle
50
50
Totaal A
65
281
409
482
587
B Uitbreidingen bestaande centrales in
MW t.
o.v, 1950:
1Zwolle
16
32
32
32
2. Gelderland
17
18
69
119
119
3. Den Haag
30
45
45
45
4. Leiden
30
60
60
60
5. Rotterdam
52
91
105
105
105
6. Velsen
50
50
80
80
7. Utrecht
24
24
26
45
45
Totaal B
93
259
387
486
486
Totaal (A B) MW
158
540
796
968
1073
October 1950 is thans ten einde
en opnieuw blijkt, dat de -nu
juist één jaar geleden uitgespro
ken verwachtingen ten aanzien van
het jaar 1950 door de feiten wor
den gelogenstraft.
Werd in October 1949 verwacht,
dat het totale energieverbruik in 1950
te leveren via de openbare netten
circa 5.1 milliard kWh zou bedragen,
thans moet worden vastgesteld, dat
op grond van het inmiddels opge
treden verbruik, de rekening zal slui
ten met 5.45 milliard kWh, dus met
circa 350 millioen kWh meer. Op
zichzelf is dit een gelukkig verschijn
sel, dat vooral afkomstig is van het
verhoogde industriële verbruik ten
gevolge van het in bedrijf nemen van
nieuwe productiegoederen. Om dit
verhoogde gebruik te kunnen regelen
zal het electriciteits-productie-appa-
raat echter ook hoger worden belast
dan werd verwacht en dit is zoals
inmiddels wel duidelijk zal zijn ge
worden niet anders mogelijk dan
dat aan iedere verbruiker medewer
king wordt gevraagd om zich ge
durende twee uiterst moeilijke peri
oden van de dag zoveel mogelijk te
beperken tot de noodzakelijke mini
male behoeften.
Helaas is het nog niet zo, dat
de centrales naar analogie van het
bekende radioprogramma-nummer
,,Men vraagt en wij draaien" hetzelf
de kunnen zeggen; voorlopig zal het
nog moeten zijn: ,,Men vraagt be
perkt en wij draaien naar vermogen".
De openbare vergadering van de St.
Maartensdijkse gemeenteraad, Dinsdag
14 November gehouden, werd door alle
leden bijgewoond. Voorzitter: burgemeester
Bouwense, secr. dhr. Meloen.
Na opening en notulen werden de inge
komen stukken behandeld en voor kennis
geving aangenomen een goedkeuring door
het Prov. Bestuur van de verordening hef
fing kade- en havengelden. Een mededeling
van hetzelfde college inzake de ministeriele
beslissing tot uitkering van de 5 op de
jaarwedde van secr. en ontvangers onder
ging hetzelfde lot.
Dhr. J. v. Hemert, Markt A 10 vraagt op
de lijst voor gemeentegrond te mogen
worden geplaatst. Daartoe wordt besloten.
Bericht inzake de restauratie van de
toren, waaruit kan worden geconcludeerd,
dat er voorlopig niets van zal komen. Op
nieuw zal t.z.t. subsidie moeten worden
aangevraagd en hoewel het hiermee niet
van de baan is, zal men toch nog wel even
geduld moeten hebben. Het kerkbestuur zal
van dit schrijven op de hoogte worden
gebracht.
Dhr. J. de Jonge, wonende Westvest
vraagt om een stukje grond dat in erfpacht
is, af te kopen, daar hij bij zijn schoon
ouders gaat inwonen en voor hen wat
meer woonruimte zal maken. Men zal het
voor de geldende prijs verkopen.
De begroting van de Schoolartsendienst
is ingekomen en wordt voor kennisgeving
aangenomen.
De Vereniging van Ned. Gemeenten be
richt dat de tarieven voor verificatie
werkzaamheden moeten worden verhoogd
en vragen bovendien ongeveer een blanco
volmacht om dat ook volgend jaar bij
eventuele salarisverhogingen, enz. te mogen
doen. Dit laatste vinden B. en W. nogal
wat veel gevraagd. Ze stellen de Raad
voor hiertegen stelling te nemen. Is een
volgende verhoging noodzakelijk, dan kan
dat worden besproken. De Raad staat
hierbij achter het dagelijks bestuur.
Dhr. C. M. Geluk verzoekt vergunning
met 2 aanhangwagens te mogen rijden in
de gemeente. Onder degelijke voorwaarden
willen B. en W. deze vergunning wel ver
lenen. De Raadsleden dringen er ook sterk
op aan, dat er de hand wordt gehouden
aan de nodige veiligheidsmaatregelen. De
voorzitter merkt op, dat men zonder rem
in feite niet harder dan 6 km per uur mag
rijden.
Mej. Nieuwenhuijze wil het gemeente
trottoir vóór haar pand in erfpacht, maar
B. en W. stellen voor niet verder te gaan
dan verhuur voor 5.per jaar. Daartoe
wordt besloten, nadat dhr. o. d. Brouw
aanvankelijk adviseerde het maar aan te
zien met het oog op verbetering Markt,
waarvoor ook dhr. Koopman wel voelt.
Voor 1 jaar wil men het evenwel altijd
wel toestaan, mits er niet op die grond
wordt gebouwd.
DE WONINGNOOD IS NOG GROOT
Uit een rapport van de Adviescommissie
Woonruimtewet blijkt dat er in St. Maar
tensdijk nog een grote behoefte aan wonin
gen is. Volgens dit rapport zijn er ten
minste 40 nieuwe woningen nodig om de
eerste nood te kunnen lenigen. De advies
commissie vraagt de Raad of men hiertoe
alle pogingen in het werk wil stellen en
in St. Maartensdijk zo spoedig mogelijk
nog 40 woningen plaatsen. Dit schrijven
heeft ook een ernstige bespreking tot gevolg
gehad in het college van B. en W., die
thans voorstellen in principe te besluiten
en dit college te machtigen tot het aan
vragen van een bouwvolume voor 40
woningen.
Dhr. Koopman vindt het een zeer be
langrijk punt. Er is een half millioen mee
gemoeid. Hij vindt dat deze gemeente al
veel heeft gedaan in de woningvoorziening,
wanneer hij naar andere gemeenten, bijv.
St. Annaland, kijkt. In laatstgenoemde ge
meente laat men het particulieren doen. Hij
is niet tegen het bouwen van woningen,
maar men loopt niet de kans dat er mensen
inkomen, die zelf ook best een woning
zouden kunnen zetten. De exploitatie van
gemeentewoningen kost altijd geld, dat
weten we nu zo zachtjes aan wel. Hij vindt
het een te gewichtig punt, om daar direct
op te kunnen beslissen.
Weth. Hage interumpeert dat het er
voorlopig alleen om gaat het bouwvolume
voor genoemd aantal woningen te krijgen.
Dan kan men toch altijd nog particulieren
in de gelegenheid stellen. Heeft men geen
bouwvolume, dan kunnen ook particulieren
niets doen.
Dhr. Koopman zou liever eerst een
andere daad zien van B. en W., nl. het
rondsturen van een circulaire, waarin parti
culieren van de financieringsregeling voor
woningbouw op de hoogte worden ge
bracht.
In Oud-Vossemeer, zo vervolgt dhr.
Koopman, zijn ook mooie huizen gezet door
de landarbeidersvereniging. Op die manier
is het voor de gemeente heel wat beter.
Dhr. Langejan acht het niet ongewenst
om toch te trachten bouwvolume vast te
krijgen. Anders kan men immers helemaal
niets beginnen, ook een particulier niet.
De voorzitter wil de idee van dhr. Koop
man om de mensen voor te lichten bij
particuliere bouw wel overnemen, maar
In Amsterdam in de effectenbeurs wordt van 10 November tot 10 December
een groot internationaal schaaktournooi gehouden. Hieraan wordt deelgenomen
door Nederlanders, Fransen, Tsjechen, Joegoslaven, een Amerikaan, een Argen
tijn, een IJslander en een Zweed. Overzicht van het tournooi.
Slachtmaand 1950 of is dit te
„oergermanisch", dan kunnen we
ook volstaan met er aan te her
inneren, dat November de maand
voor huisslachting is bij uitstek. En
er dan ook zeer veel wórdt geslacht
in deze maand, daar kan menig
vetgemeste ,,knor" uit de practijk
over mee „schreeuwen". Het is nog
niet zo heel lang geleden, dat de
rijkdom van een „keu in de kuip" te
hebben, degelijk werd aangevoeld.
In die tijd gingen er evenwel ook
veel vijven en zessen over, eer het
zover was. Men was gebonden aan
registratie, voedernormen, gewicht
van het varken, enz. enz. Veel be
slommeringen, maar als het zover
was, een grote rijkdom.
In feite is die rijkdom thans niet
minder groot, al wordt dat niet meer
zo aangevoeld, omdat men tegen
woordig makkelijker aan het ge
wenste vlees enz. kan komen, wan
neer de portemonnaie tenminste
toereikend is.
Ook de registratie is gebleven,
maar na die moeilijke jaren tot vóór
dit seizoen ging het toch al veel
gemakkelijker. Men ging naar de
secretarie, een slachtbewijs, de sla
ger besproken en er werd geslacht
zonder meer, een enkele gemeente
op ons eiland uitgezonderd.
Dat is nu anders geworden. Er is
voor alle eilandgemeenten ver
plichte keuring ingevoerd. Steeds
opnieuw werd vrijstelling voor die
keuring verleend, omdat men zo
werd beweerd, niet over vol
doende keurmeesters beschikte.
Thans was er evenwel geen ont
komen meer aan. Er moest en zou
met ingang van dit seizoen worden
gekeurd. Wettelijk verplicht. We
gaan hier niet dieper in op de nood
zakelijkheid en het nut daarvan. Dat
(zal misschien iedereen niet willen
erkennen, al zal men het reël gezien,
niet kunnen ontkennen.
Anders ligt het evenwel met het
„gemak". Nee, gemak brengt het
heus niet mee. Dat ging voorheen
heel wat beter. Zoals gezegd: naar
secretarie, naar de slachter en
de vetgemeste lag zo in de kuip.
Niet, dat het overal een groot on
gemak is. Er zijn nog gemeenten,
waar de keuringsdienst vrij vlot
werkt, dat wil zeggen, dat men het
daar goed aan kan. Tholen zelf bijv.
heeft niet de grootste klachten.
Oud-Vossemeer had dat aanvanke
lijk wel, maar daar schijnt nu ook
een betere regeling te zijn getrof
fen. Dat is nog niet het geval bij
de kring St. Maartensdijk, waartoe
behoren de gemeenten Scherpenisse,
St. Maartensdijk, Stavenisse, St.
Annaland en Poortvliet.
In die gemeenten hangt in deze
Slachtmaand menig varken de ge
hele dag te wachten op z'n onmis
bare stempels: De stempels van de
keurmeester. Voor het betrokken
varken is dat niet zo erg, maar voor
de betrokken eigenaar daarvan is
het minder prettig. Die heeft die
gehele dag niet anders te doen dan
ongeduldig te wachten tot de keur
meester eindelijk eens op komt da
gen. En als hij 's morgens acht uur
heeft geslacht, mag hij blij zijn,
wanneer hij om 5 uur zijn varken
klaar kan maken. Dergelijke geval
len zijn er tientallen in deze drukke
slachtdagen. Waar dat aan ligt
Heus niet aan de keurmeesters
van deze kring. Die kunnen niet
harder, als U het ons vraagt. Ze
moeten van de ene gemeente naar
de andere, hebben eerst een stel
varkens levend te keuren, die bin
nen enkele dagen worden geslacht
en moeten dan weer de op die dag
geslachte varkens van de nodige
stempels voorzien. Het is dus over
macht. En tegen die overmacht
ontstaan door de enorme drukte van
de „slachtmaand" is wellicht dit
seizoen niet veel meer te doen. Toch
is het zeer wenselijk, dat men deze
kwestie voor een volgend maal nog
eens onder de loupe neemt. Wellicht
weet men dan ook voor die drukke
slachtmaand een oplossing. Keuring
is wettelijk verplicht, maar het daar
door ontstane ongemak, tijdverlies,
enz. moet toch tot het uiterste be
perkt worden. Temeer omdat het
voor velen een ongewoonte is, om
dat zij er het nut niet van in zien
en omdat gedurende die wachturen
de ongewenste gedachte postvat dat
„hun dat niet meer zal overkomen",
een gedachte die een volgend maal
in een onwettelijke daad zou kunnen
worden omgezet. En dat kan alleen
maar schade betekenen voor betrok
kenen in verschillend opzicht.
Men kan dat alles afkeuren en
dat is ook af te keuren (nu we het
toch over keuren hebben), maar
moet het aan de andere kant reeël
willen zien.
Nogmaals, het licht heus niet aan
de (hulp)keurmeesters, het ligt in
het aantal. En nog afgezien van het
feit of men makkelijk aan meerdere
keurmeesters zou kunnen komen, is
het een moeilijker probleem of de
keuringsopbrengst dat toelaat.
Daarom ook is dit commentaar niet
bedoeld als afkeuring van de keu
ringsdienst, maar alleen om de be
voegde instanties nog eens onder
ogen te brengen de wenselijkheid
van een nog betere oplossing.
thans moet men toch over dit voorstel
van B. en W. beslissen, omdat h<et anders
wel eens te laat kan zijn.
Dhr. Koopman vindt het nu allemaal
wel mooi, dat rapport van die Advies
commissie, maar dat college doet toch ook
wel eens dingen, die niet passen, zo Bijv.
een woning verhuren zonder de eigenaar
er in te kennen. De voorzitter licht toe,
hoe het in z'n werk kan gaan. B. en W.
kunnen vorderen alleen de woning
maar doen het ook liever langs een andere
weg.
Dhr. Koopman vindt toch, dat Smerdiek