UIT EIGEN LAND BENELUX BOEKT Het Koninklijk bezoek aan Zeeland. WAARIN OPGENOMEN DE THOOLSE COURANT (misschien) resultaatReizen naar onrustig België mogelijk - Landbouwprobleem blijft - Officieren repatriëren - De kool draait door. Toen Konêng Willem ill ons eiland bezocht. ZONDAGSDIENST ARTSEN 6e Jaargang No. 38 4 Augustus 1950 Uitgevers Firma C. Dieleman en G. Heijboer Redactie Kerkring A 473, St. Annaland - Telefoon 47 Administratie Oudelandsestraat 9, Tholen - Telef. 57 - Giro 124407 Abonnementen 1..per kwartaal franco p.p. f 1.25 Prijs per nummer 8 cent Advertentiën 0.10 per millimeter Minimum 2.00 Spierinkjes tot en met 20 woorden 1.00, elk woord meer 0.05 Advertenties worden tot uiterlijk Donderdagmiddag 1 u. aangenomen Aan de lange lijdensweg der Benelux schijnt nu eindelijk een eind te komen. De laatste besprekingen der ministers der Benelux-landen hebben op verschillende punten tot overeenstemming geleid. Een der voornaamste besluiten is wel de gezamenlijke handelspolitiek, die vanaf 1 Januari door de Benelux zal worden gevoerd. Handelsverdragen zullen na die datum niet meer door de afzonderlijke landen worden af gesloten, doch door de Benelux zelf. Belangrijk ook is de Belgische toe zegging, dat Nederland door België zal worden geholpen indien het in moeilijkheden komt door de liberali sering van de handel met de O. E.E.C.-landen. Met verrassing heeft men in Nederland kennis genomen van deze resultaten, want de conferentie werd door velen met zorg tegemoet gezien. Thans echter blijft nog het zeer moeilijke landbouwvraagstuk op een oplossing wachten. In Sep tember zal een bijzondere vergade ring der ministers dit probleem be spreken. Wordt er geen oplossing gevonden, dan dreigt het hele Benelux-gebouw in elkaar te stor ten, ondanks de gunstige reeds be haalde resultaten. Wanneer de voortekenen echter niet bedriegen, dan zal ook deze bespreking, evenals de voorgaande, in een prettige sfeer van wederzijds begrip en vertrouwen, tot een uit eindelijk resultaat voeren, zodat in een der laatste maanden van dit jaar de Beneluxovereenkomst ge tekend kan worden. De toeristen hebben reeds een groot voordeel, want op de laatste vergadering is ook besloten, dat aan Nederlandse toeristen, die België gaan bezoeken een bedrag tot max. 300.— aan reisdeviezen zal wor den verstrekt. Het is nog niet moge lijk om het gehele bedrag van 400, dat iedere Nederlander jaarlijks voor toerisme mag gebruiken in Bel gisch geld om te zetten, doch naar men meent, zal dit ook niet zolang meer duren. Thans echter kan men weer rustig de Ardennen gaan be zoeken of verpozing zoeken aan het strand van een der Belgische bad plaatsen. HOGE PIETEN GAAN HEEN, JAN SOLDIJ BLIJFT ALLEEN Niet als toerist maar als repatri ërende kwam luitenant-generaal Buurman van Vreeden, de opper bevelhebber der Nederlandse troe pen in Indonesië weer in het vader land terug, vergezeld door generaal- majoor Van Langen. De generaal schijnt met zijn repatriëring gewacht te hebben tot na de opheffing van het K.N.I.L. Nu deze thans een feit geworden is en Nederland een groot stuk traditie, die gedragen werd door de meest toegewijde militairen, kwijt is, repatrieerde ook de opper bevelhebber van ALLE Nederland se strijdkrachten. Dit vertrek komt ons niet ge heel juist voor. Er zijn immers nog talrijke Nederlandse militairen in Indonesië die alle wachten op in scheping. Zij zien zo langzamerhand alle hoge officieren vertrekken, ter wijl zij maanden en maanden wach ten. Het vertrek van hun opperbe velhebber zal hun moreel, dat toch al zo lijdt onder het geestdodende afwachten, niet verbeteren. Het was juister geweest, dat de commandant gewacht had tot de laatste troepen zich ingescheept hadden. De on prettige gewaarwording van door iedereen verlaten te zijn, was aan de soldaten bespaard gebleven. Verlaten voelen zich ook een groep soldaten, die gedurende lan ge jaren Nederland trouw gediend hebben. Wij doelen hier op de In donesische leden van het KNIL, dat na een eervolle staat van dienst van ruim 120 jaar werd opgeheven. Gedeeltelijk gingen deze militairen over naar de Indonesische strijd krachten en een ander gedeelte kwam de Kon. Landmacht verster ken. Er was echter niets aan te doen. Het KNIL verloor zijn be staansrecht toen Indië voor ons ver loren ging. De talrijke leden van dit korps zijn thans verspreid over de gehele archipel. Ze strijden voor de republiek der Zuid Molukken, an deren tegen deze republiek in het verband der APRIS. De 27e Juli 1950 zal een belang rijke dag in onze koloniale geschie denis blijven. Toen werd een defi nitieve streep gezet onder alles, wat ons nog aan de verantwoordelijk heid over Oost-Indië herinnerde. BUITENLAND STOOFT ONS EEN KOOL Geen geschiedenis is het door draaien van de groente. Hoevele malen is er van talloze zijden niet op gewezen, dat het eigenlijk een grote schande moet heten, dat in deze tijd zo met het voedsel wordt omgesprongen. Thans geschiedt het doordraaien weer op grote schaal in het tuinbouwgebied van Lange- dijk. Dagelijks worden grote hoe veelheden kool aan verrotting prijs gegeven. Het gunstige weer bevor derde de groei van dit product maar er is geen afzetgebied voor Daarom ligt de kool hier op grote hopen te verrotten of te wachten tot het als veevoer verkocht wordt. Met bezorgdheid zien de tuinders de toekomst tegemoet. Nu krijgen zij nog een bepaald percentage van de waarde der kool vergoed, maar de fondsen, waaruit dit geld ver schaft wordt, raken uitgeput. En wat dan Export is de enige mogelijkheid om de kool kwijt te raken. Er is echter geen enkel land, dat belang stelling heeft. Dagelijks gaan 200.000 kg ver loren. Slechts 5000 kg verdwijnt naar de grote steden. Somber is dit beeld, temeer daar er niemand een goede oplossing voor schijnt te we ten. Het was niet alleen de hoofdstad van ons eiland, dat alles in het werk had gesteld om de Vorst op waarlijk vorstelijke wijze te ontvangen, ook de overige plaatsen lieten zich niet onbetuigd. Leest U maar dit tweede artikel over het bezoek. Wellicht komen er nog bekende namen in voor. HET KLEINE HAAGJE „Poortvliet, in de oude geschie denis van ons land reeds met ere bekend als de gemeente, wier poor ters de graaf, zo dikwijls hij met de zijnen optrok te velde, tot lijfwacht verstrekten en die, bij uitsluiting van alle anderen zijn legertent mogten bewaken, had ook de 28 Mei de koning ene lijfwacht tegemoet ge zonden", zo wordt verder in het eerder genoemde Gedenkboek ver teld. „Kort na zijn vertrek uit de hoofdplaats van het eiland werd de Koning in de kom van Poortvliet binnengeleid. Stapvoets reed men haar door, onder de fraaie ere poorten en bogen, op kosten der ge meente opgericht. Eén aan de in gang, twee midden in het dorp en een voor het raadhuis, die met mastbomen was omplant. De inwo ners hadden hun woningen getooid met groen en vlaggen. Het vormde een bevallig geheel. De vorst in zijn rijtuig gezeten, vertoefde slechts even voor het raadhuis, waar Hij in een korte toespraak van de burge meester, de heer P. Daane van S t a p e 1 e, aller hulde ontving. Vóór dit gebouw hadden zich ook de leden van het bestuur, de kerke- raad met de predikant H. van Griethuizen en de hoofd-onder- wijzer J. van der Bel verenigd om hunne opwachting te maken aan Nederlands koning, die weinige minuten later onder het gejubel der talloze omstanders het eiland verder inreed. HET DORP DER GILDEN Het eerst ging nu de tocht naar Scherpenisse, dat met Poortvliet om de voorrang der oudheid strijdt en een zijner nog levende geschied kundige herinneringen aan het thans nog regerend stamhuis van Oranje-Nassau ontleent. Een der dochters van prins Willem I, uit zijn huwelijk met Anna van Egmond verwekt, Maria, vrouwe onder anderen van St. Maartensdijk en Scherpenisse, had bij haar brieven van 7 Maart 1594 de oprichting bekrachtigd binnen laatstgenoemde heerlijkheid van een confrérie of gilde van cloveniers, zo het heette: „tot betere versekeringhe er.de be- schermenisse van de ingezetenen ende inwoonderen aldaer in de te genwoordige conjuncture des tijds." De Gildebroeders hadden de ere wacht gevormd, voorzien van het merkwaardige vaandel, hun door de vorstin, ten tijde der oprichting ge schonken. Hiermee was men de Koning tot aan de grensscheiding van Poortvliet tegemoet getrokken. Een rusteloze bedrijvigheid had de ganse morgen in het dorp geheerst. Dagen te voren was men reeds bezig geweest met het plaatsen van erepoorten, waarvan een drietal in de Kerkstraat was verrezen, weel derig met mastgroen en bloemen versierd, ieder prijkende met één grote en twee kleine Nederlandse vlaggen. Aan torenspits, raadhuis en schoolgebouw, aan schier alle woningen hadden zich de golvende banen der geliefde driekleur ont plooid en lustig wapperde op de middag het dundoek in de heldere lucht, die zonnig en wolkenloos het evenbeeld was van alle gemoeds stemming. Tegen half vier reed het eerste gedeelte der erewacht, met het vaandel voorop, de kom der ge- gemeente binnen, onmiddellijk ge volgd door de koning, nevens wiens rijtuig de beide kommandanten hunne plaatsen ter rechter- en lin kerzijde van het portier hadden ingenomen. Daar achter twee rij tuigen met het gevolg, alles be sloten door de andere afdeling der erewacht en vergezeld van een on gelooflijke volksmassa. Langzaam en statig trok de trein de fraai ver sierde straten door tot aan het raad huis. Daar stonden de leden van het gemeentebestuur, de dijksdirec- tie, de kerkeraad met de predikant P. Hoffman en de hoofd-onder- wijzer J. C r a a ij o geschaard, uit wier aller naam de Burgemeester, de heer D. Polderman, Z.M. in deze voege toesprak: „Sire, Het is ons allen hoogst aangenaam, U.M. als onzen be minden vorst en geëerbiedigden koning in ons midden te mogen begroeten. We hopen, dat de voorzienigheid U.M. nog een lange reeks van jaren moge spa ren en de krachten schenken om met dezelfde wijsheid, die U.M. tot dusverre geleid heeft om het rijk te besturen, zich verder aan de mocijelijke taak te kunnen wijden. En hiermede beveel ik deze gemeente eerbiedig in Uwer Majesteits hooge bescherming aan." De koning bedankte de burgemeester voor de door hem uitgedrukte ge voelens en deed onderzoek naar enkele bijzonderheden betreffende de toestand der gemeente, waarop Hij zich wendde tot de verder daar aanwezige personen en onder ande ren het woord richtte tot de wethou der J. W a s, tevens geneesheer te dier plaatse, wiens metalen kruis, als officier van gezondheid bij de afdeling mobiele schutterijen van Utrecht en Zeeland verkregen, Zijne aandacht had getroffen. Intussen waren de rijtuigen met verse paarden bespannen en het teken tot het vertrek gegeven. Een welmenend en herhaald: leve de koning door het bestuur en de in gezetenen aangeheven volgde de vorst, toen hij kort daarna afscheid nam en in dezelfde volgorde de gemeente verliet, uitgeleid door de erewacht tot aan de grens daarvan. IN DE SMALLE STAD St. M a a r t e n s d ij k, de voor malige smalstad (aldus in het Ge denkboek), die mede niet vreemd aan het Huis van Oranje, welks prinses haar tot het einde der vorige (18e) eeuw als heerlijkheid hadden bezeten, wilde de koning met niet mindere luister ontvangen. Door het plaatselijk bestuur daarin voor gegaan had een ieder zich beijverd om door het uitsteken van vlaggen, het aanbrengen van guirlandes en het groenen der woningen van zijne blijde ingenomenheid met die heuge lijke gebeurtenis te doen blijken. Door de zorg van de magistraat waren vijf zeer fraaie erepoorten opgericht. Een aan de oostpoort door welke Z.M. zou binnenkomen met de woorden: welkom, Sire, bin nen de gemeente St. Maartensdijk; een in het midden der kaaistraat, met het opschrift: leve Willem III; een andere voor het gemeentehuis, waarop te lezen stond: Nederland en Oranje; een op het midden der markt, met de woorden: hulde aan de koning en tenslotte nog een aan de noordpoort, door welke Z.M. de gemeente weer zou verlaten, met het opschrift: vaarwel, Sire, Gods zegen ruste op Uwe Majesteit en op hoogstdezelfs Huis. Vooral die op het raadhuis en de markt waren prachtig. Van de oostpoort tot na genoeg aan de noordpoort was de ganse straat ter weerszijde met mastboompjes beplant, die een schone uitgestrekte laan vormden, waar tussen de talloze vlaggen, welke de woningen der ingezetenen bedekten, een niet onaardige ver toning maakten. Vrouwen en meis jes hadden zich reeds lang te voren, soms tot de late avond, op het ge meentehuis onledig gehouden met het maken van allerlei kransen, bloemen, kronen en dergelijke ver sierselen, terwijl mannen en jonge lingen zich ijverig in de rijkunst hadden geoefend om Z.M. tot een waardig eergeleide te kunnen ver strekken. 28 Mei was dan ook alles tot 's konings ontvangst gereed en bleef de bevolking niets meer te wensen over, dan Zijn komst alleen. Om half drie begaven de burgemeester, de leden van de gemeenteraad, de heer P. V e r m a a t, rijks-ontvan ger, de heer J. S i p k e s, notaris, de rijks-opzichter van de waterstaat J. Schraver, de hoofd-onderwijzer J. Hagen Dz. en vele anderen zich naar het raadhuis om er Z.M. op te wachten en te begroeten. Tegelij kertijd trok ook de erewacht op naar de grens van Scherpenisse om van daar de koninklijke bezoeker af te halen en Hem in de heerlijkheid Zijner voorvaderen plechtstatig en feestelijk binnen te leiden. Om streeks kwart voor vier had dit plaats onder het gejuich der menig te, die zich aan de oostpoort ver zameld had en de vorst met haar vreugdekreten volgde, terwijl men bloemen in het rijtuig wierp, tot aan Dr. L. D. A. Looysen, Tholen Tel. 49 Dr. R. C. Renes, Oud-Vo ssemeer Tel. 19 het gemeentehuis, waar - halt werd gemaakt en de voorzitter van het bestuur, de heer J. L u ij k, Z.M. aldus toesprak: „Sire, Hoogst vereerend en ver blijdend is het binnen Zeelands grenzen den Vorst te mogen be groeten, die reeds zoo vaak heeft getoond, dat het welzijn zijner onderdanen hem als een vader ter harte gaat en die zich daardoor bij de gehechtheid aan H.D.Huis ook in hooge mate hoogachting en liefde voor zijn persoon heeft ver worven. Als burgemeester dezer gemeente, welke als heerlijkheid vroeger steeds in zoo naauwe be trekking tot het huis van Oranje heeft gestaan, acht ik mij geluk kig U.M. de meest stellige ver zekering te kunnen geven, van de innige verknochtheid en liefde harer ingezetenen. Na eerbiedige aanbeveling harer belangen aan U.M. richt ik met mijne gemeen tenaren de bede tot den Aller- hoogsten, dat het Hem moge be hagen Uw leven te sparen en Zij nen rijksten zegen over U.M. uit te storten." „Ik houd mij verzekerd", -zeide hierop de vorst tot de burgemeester, „van de verknochtheid en liefde uwer gemeentenaren en het doet mij genoegen St. Maartsendijk te heb ben bezocht. Heb de goedheid dit onder dankbetuiging aan de inge zetenen over te brengen." Luide bijvalskreten volgden op deze woorden; het hoezeeen Oranje bovennam geen einde en hield nog aan, toen de vorst reeds geruime tijd uit aller oog was ver dwenen. Tot laat in de avond heerste de vrolijkste stemming onder de ingezetenen. In het logement van de wed. P. Quakkelaar, dat met een fraai verlichte poort prijkte, werd door de sociëteit „Ons genoegen" een bal gegeven, terwijl een gedeel te der Harmonie van Steenbergen, dat ook bij 's konings komst de volksliederen, enz. gespeeld had, zich aan het einde der kaaistraat tot groot genoegen van het publiek ge ruime tijd deed horen. (Slot volgt.) Middelburg, 25 Juli 1950. Thans is het programma vastge steld voor het bezoek dat Koningin Juliana en Prins Bernhard zullen brengen aan de provincie Zeeland op Vrijdag 18 en Zaterdag 19 Aug. a.s. Vrijwel alle delen van de pro vincie Zeeland worden bezocht en men is daarbij uitgegaan van de ge dachte, dat behalve de verschillende „hoofdsteden" voornamelijk in aan merking moeten komen de dorpen, die de laatste tientallen van jaren geen koninklijk bezoek hebben ge had. Zo is bijv. St. Annaland op Tholen in het programma opgeno men, waar men sinds 1862 geen lid van de koninklijke familie op be zoek heeft gehad. De koninklijke fa milie komt Vrijdagmorgen te 11.00 uur in Zeeland aan bij de Thoolse Brug, die Brabant met Tholen ver bindt. Het is nog niet zeker of de koninklijke familie naar dit punt per auto zal komen of met haar jacht de „Piet Hein", maar in elk geval zal in de waterrijke provincie Zeeland van de „Piet Hein" ge bruik worden gemaakt. Van Tholen wordt over Oud-Vossemeer naar St. Annaland gereden en vandaar zal het gezelschap met de „Piet Hein" oversteken naar Zijpe op Schouwen-Duiveland. Van hier gaat de tocht over Bruinisse, Oosterland en Nieuwekerke naar Zierikzee. In dit laatste oude stadje zal een korte rondrit worden gemaakt. Van Zie rikzee brengt de „Piet Hein" het gezelschap om 15.00 uur naar Noord-Beveland, waar om 16.15 uur een kort bezoek aan Kortgene zal worden gebracht en vandaar vaart de „Piet Hein" met het hoge gezelschap aan boord 's middags te 16.30 uur naar Veere, waar men om 17.45 uur hoopt aan te komen, Hier zal enige tijd nodig zijn voor het schutten van de „Piet Hein" en deze tijd zal door de Koningin en de Prins worden benut om een be zoek te brengen aan het stadhuis en mogelijk ook aan de vermaarde Schotse huizen. Te 18.15 uur vaart men van Veere naar Middelburg, waar men denkt aan te komen om 19.00 uur. Daar zal men zich na een korte rit door de stad naar de woning van de Commissaris der Koningin in de oude abdij begeven, waar men aankomt te 20.00 uur. Na het diner te 22.00 uur zullen Koningin Juliana en Prins Bernhard zich naar het beroemde stadhuis op de Markt begeven, waar zij de of ficiële ingebruikstelling van het fraai gerestaureerde gothische ge deelte zullen bijwonen. Het stadhuis zal voor deze gelegenheid feestelijk worden verlicht. Het hoge gezel schap logeert aan boord van de „Piet Hein". Zaterdagmorgen, 19 Augustus, wordt te 8.45 uur in open rijtuigen een rondrit door Middelburg ge maakt, waarna op de Markt te 9.30 uur een aubade door de schooljeugd zal worden gebracht. Vervolgens wonen de Koningin en de Prins nog de ingebruikneming van de staten zaal bij. Van Middelburg wordt per auto te 10.30 uur over Souburg naar Vlissingen gereden, waar men te 11.00 uur aankomt. Daar wordt in de eerste plaats een bezoek ge bracht aan de terreinen van de Koninklijke Mij de „Schelde". Bo vendien zullen H.M. en Z.K.H. een bezoek brengen aan de „Kinder- stad", welke deze week in Vlissin-

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1950 | | pagina 1